NELDERSC1E COURANT
Schrale Huid
Ruwe Handen
geneest men met
VIERDE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS.
PUROL
VAN ZATERDAG 14 NOVEMBER 1925.
PREDIKBEURTEN.
1
I
Openbare herverpachting.
Ten Ibureele van dien secretaris-oo<n>
fmandant der Marine werd gisterenmor
gen te openbaar herverpaoht ver
gunning tot het weghalen van spoe
ling, aardappelschillen en Groenten»fval,
afkomstig van Hr. Ms. oorlogsschepen
enz. gedurende het jaar 1926.
Ingeschreven werd door: L. S. Be*?k
3083.—, D. Bonselaar 2200—, C. Bruin
2180, J. Aukes 1950, allen te Helder.
Tweede Winter- en Volksconcert
A.8. Dinsdag en Woensdag 17 en 18
November heeft het tweede der winter-
concerten plaats. Daar ditmaal weder,
voor het eerst sedert enkele jaren, eene
soliste hare medewerking hierbij zal ver-
leenen, mag gerekend worden op zeer
groote belangstelling. Maar bij het eerste
volksconcert was Casino al nagenoeg uit
verkocht; wat moet dat nu dan worden?..
Wie er nu een gulden voor over heeft
instede van 30 cent, raden wij aan liever
Dinsdagavond te gaan, daar hij Woensdag
de kans loopt niet meer toegelaten te
kunnen worden. De kaartverkoop voor do
volksconcerten heeft aan de bekende
adressen plaatszij dus, die daarvoor geen
kaart meer kunnen bemachtigen, kunnen
Dinsdagavond gaan. Zelfs voor een gulden
is zoo'n concert spotgoedkoop.
Het programma vermeldt ditmaal als
soliste mevr. A. G. Goedhart—de Boer,
sopraanzangeres van Rotterdam. Het
„Dagblad van Rotterdam" roemt het ge
luid dezer zangeres als „zeer teeder ge
tint", dat ontroering schenkt om de lieflijke
charme ervan. En de „Rotterdammer"
sprak van een „kostelijk ontwikkeld or
gaan", en prees zóówel haar stemkwalitelt
als haar voordrachtsbegrip. Deze zangeres,
die zal worden begeleid door baron A. J.
H. van Lijnden, zingt (met Orkestbege
leiding) een aria uit de „Freisohütz", de
bekoorlijke opera van Carl Maria von
Weber, en met planobegeleiding een
zevental liederen van Richard Strèuss,
Joh. Brahms en Hugo Wolf. Deze drie
componisten'behooren tot de beste lieder
componisten van den lateren tijd.
Het stafmuziekcorps heeft zijn overfg
programma hierbij aangepast en opent
met de ouverture der „Freischütz". Als
derde nummer vóór de pauze speelt zij
Mozart's kleine Nachtmusik, een aller
bekoorlijkst, reeds meerdere malen uitge
voerd nummer, dat een beeld geeft van
het rustige, gemoedelijke stadsleven in
het laatst der 18e eeuw. Van den tijd,
toen de straten nog niet verlicht werden
door den schijn dien -de gaslampen door
de groote winkelruiten werpen; van den
tijd, dat nog aan geen tram of omnibus
gedacht werd en de avondstilte slechts
even gestoord werd door het rommelen
van een voorbijgaande karos. Toen was
het nog mogelijk in straten of op pleinen
kleine muziekuitvoeringen te geven, zon
der hierdoor volksoploopen te veroor
zaken of processen-verbaal wegens het
veroorzaken van stoornissen in het ver
keer, op te loopen. v
Zoo gebeurde het dikwijls, dat een ver-
liefde jongeling, om zijn beminde te hul
digen, eenige muzikanten huurde om hen
onder 't venster der aangebedene eenige
muzieknummers te laten uitvoeren. Dat
dit een volstrekt niet minderwaardig ge
achte kunstuiting was, blijkt wel uit het
feit, dat zelfs de groote meesters sere
nades hebben geschreven, al moet worden
toegegeven, dat die van Mozart en Beet
hoven reeds een meer geïdealiseerd
karakter dragen en bij eene uitvoering in
de straat veel van haar bekoorlijkheid
zouden verliezen.
Aanvankelijk werd de Serenade ge
schreven voor blaasinstrumenten; twee
hobo's en twee fagotten waren al voldoende
spoedig echter werden er een paar hoorns
aan toegevoegd,, later kwamen er twee
clarinetten bij en het „blaas-orkest" was
Ïeboren. Dat Mozart en Beethoven voor
ie bezetting- er verscheidene geschreven
hebben, die verdienden meer uitgevoerd
te worden, zal zeker niet aan ieder be
kend zijn.
De Kleine Nachtmusik van Mozart is
niet uit 's meesters vroegsten tijd. Dit
blijkt al dadelijk, want in dezen kleinen,
bescheiden vorm heeft Mozart een waar
meesterstuk geschapen I Met een krachtig
Unisono (eenklank) vangt het stuk aan;
de eerste viool vervolgt met dezen zin,
door de andere instrumenten op 't een
voudigst begeleid. Een tweede thema
volgt, eenvoudig en vriendelijk als bet
andere; de romance heeft een naief,
vriendelijk karakter, dat bijna altijd door
de eerste viool wordt weergegeven. De
menuet is bescheiden van afmeting en
draagt het echte, voor-vaderlijke karakter
aan dien dans eigen. Bizonder mooi is
het thema van het trio, en de laatste satz,
een op'gewekt rondo, is een en al vroolyk-
heid.
Dit wat Mozart betreft. Na de pauze
sluit het muziekcorps het programma met
de balletmuziek uit de Faust.
Wij vragen onze lezers het bovenstaande
uit te knippen en te bewaren, daar het
hen als leiddraad kan dienen voor het
concert, en verzoeken hen nota te nemen
van wat wy in het begin schreven. I)e
aanvang is wederom te half negen op
beide avonden.
Algem. Dansclub voor R.-KatholIeken.
f Wij wijzen belanghebbende lezers(essen)
op de in dit nummer voorkomende adver
tentie, betreffende een algemeene dans
club voor Katholieken.
Algemeene vergadering V. V. V.
„Helders Belang".
In het lokaal van den heer v. Weelde
werd gisterenavond een algemeene ver
gadering gehouden door de Vereen, voor
Vreemdelingenverkeer „Helders Belang".
Bèhalve 5 bestuursleden, de heeren
Biersteker, Bakker, ten Klooster, Nypels
en Zwart, waren 3 leden aanwezig (van
de 2501)
De voorz.. de heer Biersteker, opende
de vergadering en zeide, na zijn woord
van welkom aan de aanwezigen, dat het
reeds geruimen tijd in het voornemen van
het bestuur had. gelegen een alg. verga
dering uit te schrijven, doch tot nog toe
was nagelaten, omdat men meermalen tot
de treurige ervaring was gekomen, dat
de belangstelling miniem was.
Toch zjjn er momenten, dat een verga
dering noodig is en zoo'n moment was
nu gekomen.
Van verschillende zijden had spreker
hooren zeggen, dat er nooit een verga
dering was en toch blijkt ook nu weer,
bij het beleggen ervan, dat de opkomst
zeer gering is.
Deze vergadering is in de eerste plaats
uitgeschreven omdat het bestuur een aan
vulling behoeft.
De heer Oortgijsen heeft voor zijn be
stuursfunctie bedankt. Spr. brengt den
heer Oortgijsen dank voor hetgeen hij in
vroeger jaren voor de vereeniging heeft
gedaan. De laatste jaren was de heer
ortgijsen non-actief en het is dan ook
goed, dat hjj als bestuurder bedankt.
De tweede vacature is ontstaan door
het bedanken van den heer Puinbroek.
Met leedwezen is van dit bedanken kennis
genomen. Met genoegen heeft het be-
stuuraltjjd met den heer Puinbroek
samengewerkt. Hij was een aange
naam en prettig man, die veel werk
ten behoeve van de vereeniging heeft
verricht.
Tengevolge van zijn ziekte heeft hij
moeten bedanken. Spr. hoopt, dat de heer
Puinbroek nog langen tijd van .zijn rust
mag genieten en dat hij zijn altijd opge
wekte stemming mag behouden.
De stemming voor de bestuursleden is
geheel vrij. Spr. meent echter de aan
dacht te mogen vestigen op eenige per
sonen, die zich tijdens de tentoonstelling
„Stad Helder" als volijverige werkers ge
toond hebben. De hoer Biersteker noemt
de namen van de heeren Feijting van
Walsum, Bijvoet, Teune, Velthuijsen en
de beide heeren Meijer.
Het bestuur zou het zeer op prijs stellen,
als twee van deze personen werden gfe-
kozen.
Na uitgebrachte stemming heeft de heer
Bijvoet 6, de heer v. Walsum 5, de heer
Teune 1, de heer Meijer 2, de heer JClerk
1 en de heer Velthuijsen 1 stem bekomen.
Gekozen de heeren Bijvoet en Van
Walsum.
De heer v. Walsum, ter vergadering
aanwezig, neemt, onder dank, zijn benoe
ming aan. Den heer Bijvoet zal van zijn
benoeming worden kennis gegeven.
De voorzitter dankt den heer v. Walsum
en spreekt den wensch uit, met hem aan
genaam te mogen samenwerken.
Het volgende punt van de agenda be
trof: „de bespreking van vereenigings-
belangen".
De secretaris der vereeniging, de heer
J. Zwart, bracht een voorstel ter tafel,
om in de maand Augustus een wedstrijd
uit te schrijven voor kunstschilders en
fotografen van hier en buiten.
Een tentoonstelling van het ingekomen
werk zou dan b.v. gehouden kunnen
worden in de school te Huisduinen. Hier
door zou de bekendheid van Huisduinen
worden uitgebreid en de badgasten zou
den dan tevens van deze tentoonstelling
kunnen proflteeren.
Een dergelijke tentoonstelling werd
o.a. ook in Hilversum en Baarn uitge-
geschreven.
Dé Voorzitter vond het idee sympathiek
en wilde het overwegen voor het komende
zomerseizoen.
De heer Nijpels vindt het idee zeer
goed, hij is echter niet voldoende in
kunstenaarskringen bekend, -om te weten
of er animo voor zal zijn. Hij gelooft
echter zeker, dat het goed.zou zijn voor
Helder en Huisduinen.
Spr. wil echter de aandacht nog eens
vestigen op het vreemdelingen
verkeer. Er is altijd moeite gedaan de
vreemdelingen naar hier te krijgen. Het
doet spr. genoegen, dat er nu iemand in
het bestuur gekozen is, die capaciteiten
en tijd bezit, om zich aan dit, voor onze
gemeente zoo belangrijke werk, te govon.
Als hier Iemand van buiten komt, staat
hij eigenlijk als een kat in een vreemd
pakhuis. In zijn hotel moet hij te weten
zien te komen waar de bezienswaardig
heden van Helder zijn. Hierin zou spr.
verandering willen zien.
Hij stelt voor, om te beginnen met op
het Station een flink duidelijk bord te
plaatsen, waarin (in 3 talen) komt te
staan, waar de vreemdelingen zich kunnen
vervoegen om inlichtingen enz^Spr. zou
een vast bureau voor Vreemdelingen
verkeer willen hebben.
De heer Zwart zegt, dit reeds eerder
te hebben gewild en b.v. op het Stations
plein een kiosk 'te plaatsen, waar sigaren
en lectuur'verkocht kunnen worden. In
deze kiosk zou een klein.e afscheiding
gemaakt kunnen worden voor een be
stuurslid van „Helders Belang", die daar
dan inlichtingen'zou kunnen geven.
De heel: Biersteker wijst erop, dat
dit onderwerp reeds eerder ter sprake
is geweest, doch dat het afgestuit is op
flnancieele bezwaren. Er is te weinig
medewerking voor deze vereeniging, die
ten doel heeft de .bevordering van het
vreemdelingenverkeer. Wij hebben wel
iets tot stand gebracht. Spx. wijst op de
tentoonstelling „Stad Helder", vlaarbij het
groote werk door het bestuur van H. B.
werd verricht.
Deze tentoonstelling heeft den naam
van onze gemeente een goeden klank
naar buiten gegeven.
Er is hier nog echter veel meer terrein
braak.
Toen spr. in 1924 als .afgevaardigde
werd gezonden naar het Alg. verbond
van de V. V. V. te Hilversum, heeft hij
kennis gemaakt met den toestand daar.
Tegenover het station stond een aardig
gebouwtje, ingericht door de V. V. V.
waar alle mogelijke inlichtingen werden
gegeven.
Toen spr. bij den betrokken wethouder
informeerde, vernam hij, dat dat ge
bouwtje f 3000.had> gekost. De Ge
meente gaf echter aan de V.V.V. f 1600.—
subsidie, 's Zomers was daar iemand
vast aangesteld.
Het vreemdelingenverkeer is een zaak
van algemeen belang, ook voor de nering
doenden.
Voor onze gemeente ligt nog een ruim
arbeidsveld. Wij hebben daar op te letten,
ook met het oog op de ontwikkeling van
onze hadplaats.
De heer Klerk spreekt zijn sympathie
uit over het vborstel van cfen heer Nypels.
Hoofdzaak is echter het flnancieele be
zwaar. Als tusschenmaatregel zou de heer
Klerk willen beginnen met een bord, met
verwijzing b.v. naar het adres van den
voorz., die vlak bij het station woont.
De heer Biersteker wil jvoor het ko
mend seizoen dit voorstel onder oogen
zien. Noodig is, dat er zich meerdere
leden opgeven.
De heer Klerk verzoekt in het vervolg,
zoo mogelijk, de leden een convocatie voor
een vergadering te zenden. Een adver
tentie wordt over het hoofd gezien.
De heer Zwffrt zegt, onder plaatselijk
nieuws naar de advertentie te zullen
verwijzen.
De heer Delgorge vraagt naar de reden
van de opzegging van het Sportterrein.
De heer Joh. Bakker zet deze kwestie
nader uiteen, zooals de heer Zwart dat
reeds voor eenige weken in onze cou
rant deed.
De heeren Nypels en Biersteker spreken
er hun teleurstelling over uit, dat de
gemeente feitelijk in het geheel geen
rekening heeft gehouden met het bestuur
van Helder's Belang, dat jarenlang, met
beperkte middelen het sportterrein in
stand heeft gehouden.
De heer Bakker zegt, dat er tijdens de
tentoonstelling 1 dag is geweest, die reus
achtig geslaagd mag heeten, n.1. de dag
van de boottocht.
Spr. stelt voor 1 of 2 maal 's zomers
zoo'n boottocht te organiseeren. Dit wordt
mogelijk, waar T.E.S.O. twee booten in
de vaart krijgt. De heer Bakker gelooft,
dat een tochtje op het Marsdiep, veel
vreemdelingen zal lokken.
De heer Biersteker zegt, dit idee reeds
overwogen te hebben, hij heeft eenige
stoombootondernemingen gepolst.
Te zijner tijd zal daar dus wel meer
over gehoord worden.
Niets meer aan de orde zijnde, sluit de
heer Biersteker, met een woord van dank
aan aanwezigen en pers de vergadering.
„De Pelikaan".
Het „Vereenigd Tooneel", directie Ver-
kade en Verbeek, trad Donderdagavond
voor het voetlicht met een Engelsch
tooneelspel in vier bedrijven, getiteld
„de Pelikaan". Deze vogel is het zinne
beeld der moederliefde, daar het volks
sprookje zegt, dat hij zijn jongen voedt
met zjjn bloed en zoo begrijpt men, dat
in dit tooneelstuk een geval wordt be
handeld van moederliefde.
Nu kam men zich bij de beoordeeling
van een stuk op tweeërlei standpunt
stellen. Meq kan het stuk bekijken .uit
het oogpunt van literatuur, het toetsen
op zyn beteekenis door structuur, inhoud
en dialoog. Maar men kan ook dit alles
uitschakelen en het stuk alleen beoor-
deelen naar de spelkwaliteiten. Heel wat
stukken zijn er, die alleen om de spel
kwaliteiten in trek zijn. Welnu, „de Pe
likaan" van de schrijvers Tennyson en
Harwood behoort, naar onze meening,
tot een dezer laatste. Een bepaalde strek
king heeft het niet; de dialoog munt niet
uit door vernuft of -geestigheid, én het
in het stuk gestelde geval: een moeder,
die zichzelf geheel offeït voor haar zoon,
is, zooals het hier gedemonstreerd wordt,
onaannemelijk en valsch gevoeld. Maar
daarentegen zjjn de structuur, de opbouw
van de verschillende bedrijven, de daarin
verwerkte scènes, wel in staat den toe
hoorder te boeien, al geven wij toe, dat
het stuk alleen door zeer goede spelers
tot zijn recht kan komen.
Het eerste bedrijf is een voorspel tot
het eigenlijke drama: het behandelt een
geval van de geboorte van een zoon uit
een aristocratischen Engelschen vader en
een niet-aristocratische moeder, welke
zoon evenwel, noch door den vader, noch
door de schoonouders, erkend wordt en
door hen als bastaard gekwalificeerd. De
moeder scheidt van den vader en vestigt
zich in Frankrijk, waar zij zich in den
loop der jaren een goede positie weet te
verschaffen. Het tweede bedrijf speelt 17
jaar later, n.1. in 19361 De 17-jarige zoon
wil met alle geweld Engelsch officier
worden, ofschoon zyne opvoeding geheel
Fransch is. Hieruit spruiten de conflicten
vóórt, omdat men in het Engelsche
vrijwilligersleger een strenge selectie
toepast, en dientengevolge de afkomst
van het jonge mensch moet worden on
derzocht, zijn vader bekend moet zijn,
enz. Nu zou men denken, dat alles dan
nog goed kan worden; het kind blijkt
inderdaad echt te zijn, en slechts een
hertrouwen tusschen den vader en de
moeder is noodig om hem alle rechten
op fortuin en titels van den vader te
geven. Maar... de moeder, die indertijd
den vader niet waarlijk liefhad, heeft in
middels een ander liefgekregen (haar
chef) en staat nu voor de keus: dezen
man trouwen en haar zoon onthouden,
waarop hij recht heeft, of zichzelven
offeren. 2ij laat haar zoon beslissen, die
als braaf jongmensch zichzelf offert, maar
de moeder aanvaardt dit offer niet, en
als het scherm zakt, weten wy, dat zij
opnieuw lady Heriot cal worden terwille
Ingezonden Mededeellng.
van haar zoon en van haar eigen geluk
voor goed afstand zal doen.
Heel erg overtuigend is dit alles niet
noch het een, noch het ander, en zoo
hebben we dus maar ons standpunt be
treffende de literaire waarde van het stuk
te verlaten en behoeven het alleen te
toetsen op de spelkwaliteiten. Die zjjn
er* dit dient aanstonds gezegd, vele 'en
goede, en daardoor boeit het stuk tot
het einde toe. Al in het eerste bedrijf
zitten we middenin bet conflict en het
sterke en prachtige spel van Magda
Janssens hield de toeschouwers in adem-
looze stilte geboeid. Een goede vondst
was in het derde bedrijf het optreden
van den na zeventien jaar geheel
verkindschten ouden generaal Slr John
Heriot. Zijn geest vertoeft in het verleden,
en als de jonge Robin in Engeland komt,
is deze kindsche man de eerste, die dbor
de gelijkenis met zjjn vader getroffen,
zijn identiteit vaststelt. Het was Willem
Hunsche, die hier dit schitterende spel
Èaf. Eduard Verkade had als Marcus
'eriot, de vader van Robin niet bepaald
een dankbare rol; tot sterk spel gaf die
hem geen aanleiding. Paul Huf als de
advokaat Cheriton had zich werkelijk tot
een 17 jaar ouderen man weten te meta-
morphoseeren in de tweede en volgende
bedrijven. Allerleukst was Marie Faassen
als Anna, de dienstbode van Wanda;
Kommer Kleyn had ook geen zeer dank
bare rol: hij moest den 48-jarigen ver
liefde spelen!
Magda Janssens ten slotte was den
ganschen avond 'op het tooneelhaar spel
schitterde en straalde van leven; vuur
en vlammen sloegen er uit en zij maakte
deze rol tot iets heel moois.
Louise Kooiman had in het eerste be
drijf de rol van Lady Heriot, de trotsche
ongenaakbare Engelsche aristocrate, wel
goed uitgebeeld, maar verre van aantrek
kelijk. Jan Lamers was een aardige zeven
tienjarige jongen, volkomen in den sreest
van dezen leeftijd; een paar andere rollen
waren van geen beteekenis.
Het spel stond op zeer hoog peil. Het
decor in het eerste en derde bedrijf was
niet zeer fraai; in het tweede en vierde
was het veel beter. De spelers werden
zeer hartelijk toegejuicht en mevrouw
Janssens kreeg een "bos prachtige chry
santen ten blijk van waardeering.
Zondag 22 November Willem van der
Veer met Heyermans' „De opgaande Zon".
We kunnen tegenwoordig proflteeren.
Sociaal-democratische Vronwenclub.
Twaalf en een half jaar is het gèleden,
dat naast de bestaande afdeeling der S.
D. A. P. een vrouwenclub werd opgericht.
Hiermede valt samen het twintig-jarig
bestaan van „de Proletarische Vrouw",
het orgaan van den Bond van S. D. Vrou
wenclubs. En dus was er alle aanleiding
voor het bestuur dezer club deze jubilea
feestelijk te herdenken.
Gisterenavond waren de vrouwen (en
ook de mannen) in grooten getale naar
Casino getrokken om getuige te zjjn van
deze feestelijke herdenking. Met de ver
schillende doeken en vaandels zag de zaal
er recht feestelijk uit en de feestelijke
stemming ontbrak ook geenszins. Het
spreekt vanzelf, dat ook de Zangvereeni-
ging en het Arbeiders-strijkorkest bij
deze gelegenheid op het appèl waren en
natuurlijk de jongens en meisjes der
Jeugd-Centrale. Als feestredenaarster
trad op mevr. S. van Gelder uit Amster
dam.
Nadat de zangvereeniging „Kunst aan
't Volk" onder leiding van den heer Rus
ting een tweetal mooie composities van
Herre de Vos ten gehoore had gebracht,
werd de bijeenkomst geopend door de
voorzitster, mevrouw j3mith, die met een
enkel woord de aanwezigen het welkom
toeriep en vervolgens voorlezing deed
van een uitvoerigen schriftelijken geluk-
wensoh van mevr. SaudersBlaauboer,
een der oprichtsters der club, thans te De
venter woonachtig. Hoewel dit schrijven
van meer intiemen aard is, bv$t het eenige
gegevens omtrent de oprichting en den
groei der club en zoo was de voorzitster
zoo welwillend het ons ter inzage te ver
strekken teneinde met gepaste beschei
denheid daaruit een en ander te vermel
den. Mevrouw Sauders had gaarne per
soonlijk willen komen, maar de omstan
digheden (de groote afstand voornamelijk)
was een beletsel.
„Wat herinner ik mfl nog goed, die eer
ste stappen om tot de oprichting der club
te komen," zoo luidt het in dit schrijven.
„De afdeeling had in principe daartoe be
sloten". Men ging op huisbezoek, de
meeste vrouwen voelden wel iets voor de
zaak en zoo kwam de oprichting tot stand
met 12 of 14 leden. Vergaderd werd altijd
bij een der leden aan huis (zaalhuur kon
er niet op overschieten). Het aantal
abonneé's op de Proletarische Vrouw was
toen 11 en de grootste illusie van die da
gen was het tot 100 te brengen. Dit getal
is thans ver overschreden. „Ons eerste
werken," aldus gaat de brief verder, .,is
wel wat zoeken geweest, maar bepaald
narigheden beleefden we niet. Dat zat hem
wel voornamelijk in de uitstekende leiding
van onze voorzitster, mevrouw Ketner, die
steeds met bijzonderen tact de gevaarlijke
klippen wist te ontzeilen en vóórkomende
moeilijkheden wist op te lossen.... Zij
gaf in den werkelijkon zin van het woord
leiding." Partijgenoot Verstegen vierde
zijn spotlust bot op de jonge olub, maar
bleef altijd geestig en fijn! En, daar de
vos wel zijn haren, maar niet zijn stréken
verliest, hoopt de schrijfster, dat het te
genwoordig bestuur hen niet al te ernstig
neemt, al zit altijd wei een tikje waarheid
in zijn spot
ZONDAG 15 NOVEMBER.
Ned. Herv. Gemeente.
Nieuwe Kerk (Weststraat):
's Morgens 10.30 uur, Ds. W. A. F. van Dijk.
Weeterkerk:
's Avonds 6.30 uur, Ds. O. C. de Kloet,
Onderwerp„Op de Rozenhoeve".
Huisduinen:
Geen dienst
Jnlianadorp:
Geen dienst.
Evangelisatie (Palmstraat):
's Morgens 10 uur, Dr. S. F. H. J. Ber-
kelbach van der Sprenkel, van Haarlem.
Geref. Kerk (Spoorstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur,
Ds. C. J. Hakman, van Drachten.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5 uur,
Ds. B. van den Berg.
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 6.30 uur.
Doopsgezinde Kerk:
's Morgens 10 uur, Ds. J. Koster.
Lnthersche Kerk:
's Morgens 10 uur, Ds. J. V. van Bemmel,
van Hoorn.
's Avonds 7 uur, Ds. C. O. G. Visser,
van Rotterdam.
Leger des Heils (Spoorgracht 38).
's Morgens 10 uur, Heiligingsdienst.
's Namiddags 3.30 uur, Openluchtbij een
komst, Koningsplein.
's Avonds 8 uur, Heilssamenkomst.
Op den eersten Vrouwendag waar als
spreekster optrad S. de Vries, werden
vrijwat nieuwe leden gewonnen en abon-
né's op de Prol. Vrouw. Een mooie tijd
ging de club tegemoet, toen het nieuwe
gebouw klaar was en men daarin gratis
mocht vergaderen. Nu hadden we ruimte
om introducé's uit te noodigen en doorloo
pend contact te houden met abonné's, op
de Prol. Vrouw. De briefschrijfster her
denkt de groote successen die bereikt
werden toen het vrouwenkiesrecht werd
ingevoerd en eindigt met een hartelijken
wensch voor den groei en bloei der Hel-
dersche olub. Tot zoover dit schrijven van
mevr. SaudersBlaauboer.
Spreekster behoeft, na de voorlezing
van dezen brief, daaraan niet veel toe te
voegen: persoonlijk heeft zij aan de club
haar gansche ontwikkeling en scholing te
danken.
„De Proletarische Vrouw" was den
vrouwen bij haar propaganda een goede
steun. Langzamerhand zijn wij naar buiten
gaap werken, en wat dit zegcren wilde
voor een vrouw die nooit uit huis was ge
weest, begrijpen alleen zij die dit persoon
lijk meegemaakt hebben. Langzamerhand
werd hél beter. Het meest huiverig waren
wij voor huisbezoek. Wij waren gewend
hoog tegen de mannen op te zien, wij
dachten dat zij zeer principieel waren,
maar dat viel erg tegen.
Spr. vertelt een staaltje van dit huls-
bezoek. Wjj zetten door, onze clubleden
namen toe, maar er zijn zooveel mutaties
hier en vertrek uit de gemeente, dat het
clubje eigenlijk altijd klein blijft In onza
club wordt evenwel hard gewerkt
Voor ons zelf heeft de club inhoud en
richting aan ons leven gegeven. Wfl
trachten onze kinderen niet als kleine'
egoistjes op te voeden, maar als goede,
krachtige gemeenschapsmenschen.
Verder was nog van de muziekvereenl-
ging „Helder's Fanfarecorps" een schrif
telijke gelukwensoh ingekomen.
Mevr. S. van Gelder verkrijgt hierop het
woord voor het uitspreken der feestrede,
Namens het hoofdbestuur van den Bond
van Vrouwenclubs spreekt zij een geluk-
wensch uit De Heldersche olub mag
trotsch zjjn op haar werk zoo zegt zij, en
biedt de Voorzitster een bloemenhulde
aan. Zij memoreert enkele data.
In de Prol. Vrouw van 15 April 1918
komt het eerste bericht voor van de op
richting der club, overgenomen uit „de
Vonk". Een maand later berichtte de se
cretaresse, mej. Blaauboer, reeds, dat de
club zich had aangesloten bij den Bond
van Soo.-Dem. Vrouwenclubs.
Geregeld werden reeds jaarvergaderin
gen gehouden, ook cursus-vergaderingen.
In Mei 1919*werd de overwinning van het
vrouwenkiesrecht feestelijk gevierd. Ala
wij de geschiedenis van dat vrouwenkies
recht nagaan, blijkt dat steeds de vrou
wen de mannen hierbij dapper bijston
den. Meer dan 300 abonné's op deuProL
Vrouw werden gewonnen, en, waren er
wel eens perioden van inzinking, die de
afd. Helder kende, steeds weer bleken
ze van tijdelijken aard te zijn.
Spr. gaat thans na de geschiedenis van
de Prol. Vrouw, die 20 jaar heeft bestaan
en opgericht werd door mevr. Pothuis
Smit. Het partijbestuur van toen voelde
er over 't algemeen niet veel voor, men
durfde het niet aan. Eenige jaren bleef
de zaak rusten; tot in Amsterdam een
Vrouwenclub werd opgericht in 1905.
Deze oprichting ontstond uit den drang
der omstandigheden; zeer sporadisch lie
ten de vrouwen zich nog op vergaderin
gen en clubs zien, en men hoopte de vrou
wen aldus wat scholing bij te brengen.
Toen mevr. Pothuis—Smit bij deze Vrou-
wenolub kwam met haar plan tot oprich
ting van een blad, werd dit gunstig ont
vangen, en de ProL Vrouw werd opge
richt, op uiterst bescheiden schaal. De
eerste jaren was het sukkelen, slechts
300 a 400 lezers telden we, maar geleide
lijk groeiden we, en thans is het een veel
gelezen weekblad, dat op veel hooger peil
staat dan de oorspronkelijke uitgave: het
is eeti knappe jonge meid geworden, waar
w» trotsch op zijn.
Spr., die veel reist in het land en bij
verschillende vrouwen informeert naar
den «uitruk, dien het blad op hen maakt,