ver een persoonlijke meening, die een ander niet kan beoordeelen. Ook gelooft frpr. niet, dat hier een noodtoestand op dit gebied bestaat, waarin moet worden voorzien. Spr. is verder verwonderd, na al die door den heer Zond ervan genoemde meevallers, dat de rekening nog met een nadeel lg saldo sluik De heer Grunwald beantwoordt de verschillende opmerkingen. De door den heer Eylders verstrekte cijfers bewondert spr., maar hij houdt zich toch maar liever aan de ambtelijke. De heer Eylders: Dan hadden ze al eens eerder moeten worden tegengespro ken! De heer Grunwald: De ambtenaren hebben de cijfers van den heer E. uiteen gerafeld, en aangetoond, dat ze onjuist zjjn, omdat de heer E. uit den aard der zaak niet beschikt over voldoende gege vens betreffende het gemeentebestuur. Als de plannen van den 'heer E. zouden worden verwezenlijkt, zouden er nog on- irechtigheden in de regeling zjjn. Nu ad spr. van dien heer niet dat lange be toog verwacht, doch alleen, dat hij zou hebben tmedegedeled, dat er voor zijn re geling te groote bezwaren bestonden. Hij komt zelfs tot de conclusie, dat hij de groote gezinnen er te veel mee treft. Hij vindt het naief, dat B. en W. met hun cijfers kwamen. Jawel, maar die zijn aan de werkelijkheid ontleend, die van den heer E. niet en juist daarmee toont hij aan, dat zijn idee niet kan worden ver wezenlijkt Ais wij den heer E. wilden volgen, zouden wij tal van menschen on billijk treffen. De heer E. zegt ook, dat de statistieken betreffende de belastingen alle belastingen omvatten: dat is evenwel niet zoo, straat -en dergelijke belastingen vindt men er niet in verwerkt De heer Zondervan zegt dat de be groetingen zooveel speling laten. Maar dat ligt ln het begrip „begrooting": vele posten vallen mee, andere daarentegen tegen. Spr. zal de begrooting voor 1926 thans niet behandelen. Kunnen we er dat kleine bedrag 10000.— niet uithalen? vraagt de heer E, Neen, antwoordt spr., 1925 is zuinig opgezet en ook voor 1926 zijn de postel^ 5500 geraamd, dat wij mee- nen te*kunnen uitkomen. Dat het wel noodig is aldus te ramen, toont sfir. met een frappant voorbeeld uit de begrooting verkiest niet aldus te worden afge- van 1925 aan: n.L het verlies op de gas-fmoaw Moeten we een begrooting niet fabriek. aldus opmaken, dat we trachten uitte- komen? Met zekerheid kan de heer Zon dervan niet aantoonen, dat bepaalde poe len te hoog of te laag waren. De heer Zondervan: Zekerheid heb ik al! De heer Grunwald: Wij niet. De gasfabriek heeft een belangrijk verlies geleden, zij het dan, dat op de electricitelt en water winsten zijn gemaakt. Maar die waren ook noodig. Voor werkverschaf fing is 40000.geraamd, waarmede we niet toekennen. Moeten we met dergelijke dingen geen rekening houden? Tegen over de meevallers moeten we ook de te genvallers stellen. Wij hebben gemeend zoo zuinig mogelijk te moeten ramen, en spr. begrijpt niet, dat de heer Z. zoo luch tig over 10000.heenloopt. De belas ting ln onbillijk, zegt de heer Z. Ja, iedere belasting is onbillijk: hoe zou het moge lijk zijn iedereen tevreden te stellen? De heer van Dam behandelt de acade mische kwestie van belasting naar draag kracht. Als dit mogelijk ware, zou het natuurlijk moeten worden toegepast De heer Zondervan drukt er zijne verwondering over uit, dat uit den Raad noch een stem voor spr., noch een er tegen zich doet hooren. Dit doet wel eigenaardig aan, en spr. meent er de con clusie uit te mogen trekken, dat de Raad met zijn voorstel meegaat Geroep: Neen, neenl De heer Zondervan: De heer Grun wald heeft gezegd de begrooting 1926 niet te willen bespreken, maar hij heeft niets anders gedaan dan deze behandelen. Volgno. 180 van deze begrooting (tolgel den pontonbrug de Kooij) kan thans met 1000 worden verhoogd. Ja, men houde mij ten goede, dat ik thans de 10.000.—, die voor het College een bezwaar waren, aanwijs. Dat men ze niet zou kunnen vin den, valt sterk te betwijfelen. In de secties zal de begrooting crltiaah worden bezien en zal ook spr. voorstel behandeld wor den. Maar waar dergelijke voorstellen vóór 1 Jan. de goedkeuring van Ged. Staten moeten erlangen, is het spr. thans vrijwel onmogelijk gemaakt ze nog te handhaven. Spr. zou dan tot de begroo ting zijn voorstel moeten uitstellen, maar daar hij niet den indruk in de gemeente wil vestigen alsof daarvan belastingver- hooging het gevolg zou moeten zijn, zal hij het voorloop! g intrekken. 'De heer Eylders ontzegt den heer Grunwald het recht om spr. telkens toe te voegen, dat hij meer op de ambtelijke cijfers vertrouwt dan op ©enige cijfers van raadsleden. Dat recht mag de wethou der zich niet aanmatigen, tenzij hij kan aantoonen, dat de cijfers der raadsleden inderdaad foutief zijn. Dat dit zoo is, heeft men niet medegedeeld. Met enkele voorbeelden toont spr. aan, dat zijn cijfers juist waren tegenover die van de ambtenaren, welke niet juist wa ren. Voor den post afschaffing vacantie- gelden bijv. had spr. 5000 verechil met den heer Grunwald, die zich op de oijfers der ambtenaren beriep. Doch die van spr. waren juist. Nu dit voorstel. We lezen niet in de bijlage, dat de cijfers-Eylders onjuist waren. Bovendien hebben wij der gelijke cijfers met veel moeite moeten op graven, terwijl de heer Grunwald ze maar voor 't grijpen heeft. Spr. heeft gezegd, dat het voorstel-Zondervan 12.000, te weinig inbrengt De heer Zondervan: Dat ia niet ri De heer Eylders: Opcenten pers. bel. zijn 80.000, de heer Zondervan be reikt er 68.000, hetgeen 12.000 ver schil geeft Geroep: U is1 onjuist! De heer Eylders vraagt tenslotte of deze gemeente ook minder dan 50 opoen- ten mag nemen De heer Sohoeffelenberger wil niets weten van belastingverhooging. Spr. sluit zich aan bij den heer Zondervan, die de groote winsten van enkele gemeente bedrijven naar voren brengt Wat de heer Grunwald zegt acht «Pr- onjuist onjuist is het eene begrooting te maken met zulke hooge ramingen. De Voorzitter: En ÖO.OOÓ tekort De heer Sohoeffelenberger voel de aanvankelijk voor het voorstel-Eylders, maar dat is ten opzichte van de zaken zwak. Zijn argument, dat een filiaalhou der ook personeel betaalt, is niet steek houdend. In de sectie-vergadering zal spr. aantoonen, dat de 10.000 gemakkelijk te vinden zjjn. Spr. wil 'thans niet over de begrooting 1926 spreken, doch alleen zeg gen, dat hij door één zin 20.400 kan be zuinigen. Wat spr. bedoelt, is in 10, 12 plaatsen al geschied. De heer Van Os: Als de wethouder zegt dat hij het beste thuis is in de cij fers, geef ik hem gelijk. Twee frnan- tieele specialiteiten zijn thans aan het woord geweest die van elkanders cijfers zeggen, dat ze niet deugen. De heer Zon dervan put daarvoor uit een bron, die nog moet worden aangeboord. De heer Zondervan vraagt nog maals het woord. De Voorzitter geeft den leden in overweging de discussie te bekorten; bei de voorstellen zijn vervallen en we praten hier den avond vol zonder eenig resul taat De heer Zondervan merkt op, dat de heer van Os spr. hier uit zijn tent heeft gelokt en de zaak belachelijk tracht te maken. Hij speelt thans den heer Eyl ders tegen mij uit, maar wij hebben bei den de stukken bestudeerd. Het verschil tusschen den heer Eylders en» mij is slechts gering, n.1. 10.000, en de wijze waarop de heer van Os dit uitspeelt kan spr. niet goedkeuren. Spr. heeft gezegd, dat hij tot de begrooting wil wachten, maakt. De heer Grunwald beantwoordt den heer Eylders. Als deze heer op spr. plaats zat zou hij hetzelfde zeggen, wat spr. thans zegt. Inderdaad zitten de ambtena ren beter in de zaken dan de raadsleden. En moet spr. nu als wethouder zjjrf aml^ tenaren in den steek laten? De heer Eylders: Maar u moet de raadsleden geen trap geven. De heer Grunwald: In het begin heb ik waardeering uitgesproken voor hun werk, maar ook ik heb dikwijls on aangename dingen te verwerken. Terecht zegt de heer Eylders, dat hij zijn cijfers heeft moeten opdelven. Juist omdat hij zich zooveel moeite ervoor moest geven, kon hij niet zoo goed "Worden ingelicht. De ons door de ambtenaren verstrekte cij fers zijn ook door den heer Eylders ge bruikt. Men moet niet lijden aan overge voeligheid, dat is niet goed. Als de heer Zondervan inderdaad een zoodanig be drag uit de begrooting kan halen, kan dat worden gebruikt voor 1926, en wij zullen tijdig voorstellen doen. De discussie wordt thans gesloten. Onderwijs. Voorstel tot verhooging van den huur prijs van een loods van de N.V. „De Last drager" in gebruik ten behoeve van de Zeevaartschool. Held. Crt. 2 Oct. De heer Zondervan stelt voor, dat de N. V. 6 aan huur krijgt en de ge meente dan de grondlasten voor haar re kening neemt Dat komt voordeeliger uit dan wat thans wordt voorgesteld. De Voorzitter zet uiteen dat door het verhuren dezer loods de grondlasten voor de N. V. stijgen. Bovendien betaalt het Rijk hiervan 8/4, en blijft voor de ge» meente slechts een 25 over. Het voorstel wordt vervolgens aange nomen. Subsidie. Voorstel oim aan de Afd. Helder van de Ned. Ver. tot bescherming van dieren een subsidie te verieenen. Held. Crt 2 Oct. Aangenomen. Mevrouw Van derHulst dankt na mens de Vereeniging voor het bewijs van vertrouwen, dat de Raad ln haar werken stelt. Onderwijs. Voorstel om te bepalen, dat de onder wijzers als regel worden ontslagen bij het bereiken van den 06-jarlgen leeftijd. r Held. Orl 2 Oct De heer G e u r t s stelt voor het onder sub 2° der voordracht vermelde: „dat een ontslag als onder 1° bedoeld, op voor dracht van B. en W., telkens voor een jaar kan worden opgeschort", te doen ver vallen, en de laatste clausule van sub 1°, waarin vermeld wordt dat het ontslag in gaat met den eersten dag der maand, vol gende op die, waarin de 65-jarige leeftijd is bereikt", eveneens. Op 65-jarigen leef tijd moet de onderwijzer worden gepen sioneerd; dan is zijn tijd van heengaan gekomen, meent spr., al stemt spr. toe, dat er voor een hoofdonderwijzer bijvoor beeld nog wel een jaar bij kan. De Voorzitter: Bij de hoogleera ren is de termijn voor verplichte aftreding bepaald op 70 jaar; wij hebben gemeend voor onderwijzers dien op 65 te moeten bepalen. Maar niet ieder 66-jarige erkent, dat ztJn tijd gekomen is. Daarom hebben wij gemeend dien termijn niet als een axioma voor ieder te moeten aanvaarden, en hebben het nu altijd in de hand uit zonderingen te maken. De heer Smits meent, dat men wette lijk niet het recht heeft den datum van ingang van het .pensioen aldus vast te stellen, daar de wet spreekt van met in gang van den len Januari van het jaar, waarin de 65-jarige leeftijd is bereikt De praktijk leert dan ook dat de regeling an ders wordt en bij de Werf is het ook an ders geregeld, hoewel het toch aan de zelfde wet is ontleend. De heer Eylders wil aan dit voorstel vastkoppelen het ontslag aan de hurende onderwijzeres beneden 45-jarigen leeftijd, en dient een desbetreffend amendement in. De heer Sohoeffelenberger is van meening, dat een onderwijzer op 65 jarigen leeftijd gedwongen moet worden zijn pensioen aan te vragen. Tal van jonge menschen wachten hun kans weer af en zijn wellioht al lang gereed zonder dat zij eene aanstelling hebben. Dus zal spr. het voorstel-Geurts ^ondersteunen. Hierover wordt nader van gedachten gewisseld. De Voorzitter doet voor lezing van de betrekkelijke wetsartikelen, waaruit blijkt, dat gemeentebesturen en andere oollege's den datum van ingang van het pensioen kunnen wijzigen. Wat het amendement-Eylders betreft, zegt de Voorzitter, dat dit in de raadscom missie ter sprake is gekomen; de meer derheid van het College wilde evenwel, gezien 'sRaads constellatie, niet met dit amendement meegaan. De heer Zondervan merkt op, dat het hier een geheel nieuw voorstel betreft, waaromtrent spr. gaarne eerst prae-ad- ^ies zal vernemen. Spr. stelt diensvolgens voor het naar B. en W. te renvoyeeren. De Voorzitter kan zichhiermede vereenigen. Het voorstel is niet urgent, ook dat van den heer Geurts kan wachten. Aldus besloten. De Voorzitter stelt thans, in afwij king van de agenda, aan de orde. Reiniging. k Bespreking door den heer Van Os over de mededeel ing omtrent het verloop der onderhandelingen tusschen Burgemeester en Wethouders en den heer J. J. Sohoef felenberger in zake het aanbod tot exploi- teeren van den Reinigingsdienst door laatstgenoemde. De heer Van Os dankt den Voorzitter voor zijn welwillendheid dezf bespreking thans aan de orde te stellen. Hij pro testeert tegen de wijze van voorstellen van den heer Zondervan, die zélf drieanaal het woord vraagt, doch boos wordt als ook spr. eens iets zeggen wil. Spr. bedoeling was een en ander over deze bijlage te zeggen. Reeds lang is door het Ooilege gezocht naar een weg oan de enorme on kosten der Reiniging te verminderen. Het idee van den heer Sohoeffelenberger om daarop niet minder dan 50000.te bezuinigen, klonk aanlokkelijk. Het was wel een beetje vreeand, dat niemand on zer een uitweg wist en alleen de heer Sch. wel, maar dat gebeurt wel meer. Oolum- bus wist ook de wijze waarop men een el op zijn punt moest zetten aan te geven, terwijl niemand anders op dat denkbeeld kwam. De heer Sohoeffelenberger, dit we nacht spr. op den voorgrond te stellen, was geheel te goeder trouw, toen hij dit aanbod deed. De zaak werd onderzocht, en dit onderzoek duurde voor ons onge duld te lang. Het was voorwaar geen kleinigheid, wat oms hier geboden werd, n.1. een geheel nieuwe reorganisatie van het bedrijf. Toen de bijlage van het Obllege kwam, kregen wij een stortbad; er stond wel, dat de onderhandelingen 'afgesprongen wa ren, maar er stond niet bij waardoor. Spr. heeft toen de stukken eens bestudeerd, waarbij het hem bleek, dat, hoe goed ook bedoeld, overtuigend was aangetoond, dat het plan onmogelijk was. Het is volstrekt niet erg als men blijkt in een bepaald geval misgezien te hebben en dit erkent. Maar dit nu doet de beer Sch. juist niet; in de raadsvergadering van 22 Septem ber, waar deze bijlage behandeld werd, ge beurde niets. Wel werd in de Held. Crt. een uitvoerige correspondentie gepubli- oeerd tuschen den heer Soh. en het Col lege. Daarin stond omschreven wat de heer Sch. wilde.. Wanneer hij «egt, dat hij het bedrijf met 17 lnstede van 85 man kan oonttnueeren, gaat dit het College niet verder aan. Anders evenwel wordt wanneer hieromtrent bezwaren worden te berde gebracht, en spr. had nu verwacht, dat de Held. Crt ook het verslag der laat ste, beslissende vergadering had opge nomen'. Daarover staat ln het artikel van den heer Sch. niets, hij zegt alleen, dat ln deze vergadering bet besluit viel de reiniging niet aan hem te verpachten. Zooals het daar staat wekt het een ver keerden Indruk bij het publiek. We zul len het nu bij de begrooting vernemen, zegt de hr. S. waarom hij homogeen is ge gaan met de conclusie der laatste verga dering. Beter ware het geweest, Indien de redenen, die tot die conclusie geleid' had den, in de courant waren gepubliceerd. Spr. heeft eens nagegaan waarom de zaak is afgesprongen. Met de genoemde cijfers kón 'het niet anders; de heer Soh. komt thans zelf tot een schade op zijn materiaal van 7000.per jaar. De heer Soh. meende, dat het sneeuwruimen niet onder de werkzaamheden was begrepen; dit is evenwel altijd door de Reiniging betaald en drukt daardoor op het bedrijf. Verder komen er 17 man overcompleet, die niet zonder meer op straat kunnen worden gezet; daar is ongeveer 2000 voor noo dig. Ook moet er controle op het bedrijf worden uitgeoefend, zoodat een directeur noodig blijft. Er komt in totaal dus een 23000.bij, die de beer Sch. vergat Dat het College geen genoegen nam met een eenvoudige borgstelling, is logisch, lu een bankgarantie heeft de gemeente houvast maar zelfs die garantie mag niet zoo klein zijn. Zelfs de door den hoer Sch. geraadpleegde ingenieur erkende, dat hij de zaak wed wat heel licht beke ken had! De eindconclusie van een en ander is, dat men zonder de reorganisatie tot ongeveer "hetzelfde bedrag komt. De raming van het materiaal Is aan den vei- ligen kant Het ware dan ook reëeler ge weest van den heer Sch. het vertoom dezer derde conferentie eveneens in de Held. Crt te plaatsen; we hoefden er dan bU de begrooting niet nogmaals over te pra ten en de zaak ware uit geweest Toen dit evenwel ln de Held. Crt niet gftbeurde, had spr. van bet Ooilege cijfers verwacht. Het spijt spr. Intusschen, dat de verpach ting den heer Sch. ontgaan lsv De heer Sohoeffelenberger: U kijkt mis! De heer Van Os: 'Moet lk daaruit oon- cludeeren, M. d. V., dat opk de derde con ferentie niet afdoende was? Dan zal spr. gaarne nadere opheldering hieromtrent van den1 wethouder ontvangen, nu de heer Sch. niet op spr. vragen wil antwoorden. De heer Geurts had over de zaak geen woord willen zeggen, maar nu het er duimdik opligt, dat de heer van Os hier thans voor de tribune praat, wil spr. er even op ingaan. In de stukken staat alles te lezen, en de heer Sch. heeft ge zegd, dat hij er met de begrooting op te rug zal komen. Als het straks tot stem ming mocht komen om de reiniging te verpachten, zal de heer van Os tegen stemmen. De heer Van Os protesteert ertegen, cfht de heer Geurts hier den schijn wekt alsof spr. hier zit te huichelen en den heer Sch. quaai-zoetsappig behandelt. De heer Sohoeffelenberger: U levert stof voor de Held. Courant I De heer V a n O s: Als de heer Sch niet ln de Held. Crt. geschreven had, zou lk geen woord hebben gezegd. Maar waar de verslagen van twee conferenties ln die courant zijn afgedrukt en de derde niet is gepublioeerd, wekt dit een verkeerden indruk, temeer, daar de heer Sch. aan het publiek overlaat over die twee vergade ringen conclusies te trekken. Dat is niet eerlijk, meneer SohoeffelenbergerLaten we ons overigens nidt opwinden; ik heb gemeend dit ln het publieke belang te moeten zeggen. De heer Sohoeffelenberger: De heer van Os is absoluut fout in zijn conclusies. Het Is de kunst maar om een verslag tfe kunnen lezen. Spr. zal op de zaak niet verder ingaan, de heer van Os snapt er de portée niet van. Wat ln de Held. Crt. is gepubliceerd, was juist be doeld om alle politiek te vermijden. Had. spr. er de derde conferentie bijgehaald, dan ware de politiek in het geding geko men, want die werd er in de bewuste ver gadering in betrokken. Die politiek is ln de bewuste verga dering ter sprake gekomen en dat was geheel verkeerd. Verkeerd al hierom, om dat spr., bij heit aanvaarden van dezen dienst, als raadslid hacUmoeten bedanken. Zoo zitten ln deze conclusies wel meer hiaten, die spr. straks bQ de begrooting haarfijn naar voren zal brengen. In die vergadering Is door zg. vaklui eene be rekening gemaakt, die ver beneden de ware ia De ingenieur der fabriek maakte een berekening, die nergens naar leek. De laatste zinsnede uit de notulen van be doelde vergadering is absoluut onjuist en spr. kan de daarin neergelegde conclusie geenszins beamen. De heer Van Os: De heer Sch. Is ln de war. Ik heb in den Raad van 22 Sept. de war. Ik heb ln den Raad van 22 Sep tember gesproken en toen heeft de heer Soh. bij interruptie gezegd met de con clusie van de vergadering homogeen te gaan. f De heer Sohoeffelenberger: Dit is foutief 1 De heer V a n O s: Maar de notulen van den Raad zijn goedgekeurd. De heer Sohoeffelenberger moet bekennen nog nimmer de notulen eener vergadering te hebben gelezen. Spr. beroept zich op zeijn laatste woorden in de derde conferentie. De heer Eylders wil over de ver pachting nog een en ander zeggen, doch daar de heer Sohoeffelenberger eerst 'bij de begrooting nader op een en ander wil ingaan, zal spr. ook thans niet verder over de zaak spreken. Salarlsv ei-ordening. Voorstel tot wijziging van de Salaris verordening 1920 ten aanzien van de salariedring van den ooncieige der scho len 11 en 12. (Held. Crt 2 Oct) BBêTiëer Zondervan is getroffen door dit voorstel, hetwelk een vaste be trekking opheft zonder dat de betrok kene op eenigerlei wijze schadeloos wordt gesteld'. Dit toch Is bij rijk en gemeente geen, gewoonte. Deze zaak Is zeer wel ver gelijkbaar bij die der gemeentegenees- heeren en verpleegsters, die allen, voor zoover ze niet in rijksdienst overgingen, wachtgeld kregen. Spr. stelt voor dit punt aan te houden en Ce renvoyeeren naar het Ooilege. Mocht de Raad dit niet wil len, dan zal spr. met een nader voorstel komen. Ook de heer Sohoeffelenber ger verzoekt aanhouding van dit en het volgende punt Hoe totaal onjuist en verkeerd deze conclusie is, hopen wij ln ons raadsover- zioht nader uiteen te zetten. Die politiek had heel goed uit zoo'n verslag kunnen wegblijven, maar de punten, waarop de zaak afstuitte (wij hebben ze in het no. van 24 Sept redactioneel gepubliceerd) hadden met politiek niet» te maken. De heer van Oa had groot gelijk met zijn op merking. Na ©enige discussie wordt dit punt aan gehouden; het volgende: Voorstel tot wijziging der salarisverar- dening 1920 ten aanzien vaq den ooncierge 1,001A OhM. at 2 Oct) na eenige toelichting aan den heer Zonder discussie of stemming worden achtereenvolgens aangenomen: Subsidie. Voorstel om afwijzend te beschikken op een subsidie-aanvrage van de N. H. Vereeniging „Het Witte Kruit". Onderwijs. Voorstel tot het toekennen van vergoe ding ex-art 100 der Lager Onderwijswet aan bi|zondere sohool-besturen. Subsidie. Voorstel om een subsidie te verieenen aan de Commissie voor Malaria-bestrtf- ding in Noordholland. Subsidie. Voorstel om een bijdrage te verieenen, groot 100— in het tekort wegens het solistenoonoours uitgeschreven door de Muziekvereeniging „Wlimubst". (Held. Crt 7 Nov.) Grondbedrijf. Voorstel tot het vaststellen van den staat van gronden, die moeten worden af gevoerd van het Grondbedrijf- Ten opzichte van Wethouders-pensioenen. Voorstel tot het wijzigen van de Ver ordening regelende de penaionneerlng der Wethouders. verzoekt de heer Schoeffelenber- g e r aanhouding tot bij de behandeling dier begroot ing. De Voorzitter wil dit,punt liever thans afhandelen. We komen met die be grooting toch al nauwelijks in één week klaar! De heer Smits is het eene lid, dat zich niet met de conclusies der rapporten kon wereenigen, en zet zijn standpunt nader uiteen. at een deel der commissie ver langde, zou voor onvoldoend gefortuneerde personen een beletsel zijn het wethouder schap ie kunnen aanvaarden. De werk zaamheden dezer functie zijn vele, waar door hei onmogelijk wordt de betrekking als .een nevenbetrekking te beschouwen. Het wethoudersambi vraagt den geheelen persoon. In tal van gemeenten is men be gonnen met eene herziening der wethou derspensioenen, waardoor men tracht te ontkomen aan een finantieele strop voor de gemeenten. Iemand in rijksdienst zou vol gens-de plannen van het rapport geen wet houder kunnen woiden, daar hij dan zijn pènsioen in het gedrang ziet komen. Hoog stens kan hij uitgesteld pensioen krijgen en wat'heeft hij aan een te klein pensioentje? Om aan die twee uitersten te ontkomen, heeft spr. getracht met een middenvoorstel te komen, waarmede de gemeente gebaat is. Hij wilde het risico gedeeltelijk op anderer schouders leggen, b.v. een verzekering. Maar ook dit leverde bezwaren op. Spr. b?engt hulde aan de ambtenaren ter secre tarie die ons op alle mogelijke manieren ter wille waren. Spr. stelde toen voor aan wet houders op 6o-jarigen leeftijd pensioen te geven en hen de keus te laten tusschen een pensioen of een bedrag ineens. Ook dit mislukte, hetgeen jammer is, omdat het z. i. wel zou kunnen, getuige het geval-Nieuw- buurt. We zijn alzoo blijven steken. Mogelijk, dat de ^.aad eenigszins sceptisch tegenover de plannen staat. Maar naar spr. meening zou het wel goed zijn bij een Levensverze keringmaatschappij! eens een wiskunstige berekening te doen maken. Verschillende gemeenten hebben het pensioen op 6o-jari gen leeftijd vastgesteld, evenwel nog geen contante waarde daarvan vastgesteld. Een minderheid^rapport heeft spr. niet ingediend, wijl hij daarvoor huiverig is. Er moet evenwel, naar spr. meening, een weg zijn te vinden om aan eventueele groote uitgaven te ontkomen. Want als er straks meerdere wethouders komen, die zullen, moéten worden gepensionneerd, dan komen wij wellicht voor onverwachte kosten te staan. Spr. stelt voor een bedrag te reser veeren voor de wethouderïpensioenen. De heer Bok wijst er op, dat B. en W. voorstellen de commissie te ontbinden on der dankzegging voor de bewezen diensten. Die dank is inderdaad wel verdiend, spr. heeft meermalen de vergaderingen geleid, maar weinig vergaderingen leverden zoo veel moeite op om tot een goed eindle te komen als deze. Het was altijd de heer Smits, dié de vergadering ophield en de zelfde ideeën verkondigde, die hij thans heeft te berde gebracht. Maar hij kwam nimmer met een afgerond voorstel, omdat dit niet te geven is. Vergelijking met het geval-Nieuwbuurt is niét te maken, dat was een gansch ander geval. De heer Smits haalde er allerlei autoriteiten bij, die het ook niet wisten, en wij zeiden toen tegen hem: dien dan een minderHeidsvoorstel in. Zoo min als wij begrepen waar hij heenwil, zal ook de Raad het begrijpen. Hetgeen thans verkregen is, is inderdaad de beste oplossing uit zoo verschillende inzichten. De heer Van Os meent, dat de Raad eerst dient uit te maken of er in de wet- houderspensionneering iets zal veranderen, al of niet, en dan -kan worden getracht uit de verschillende voorstellen een en an der te nemen. Voor het idee-Smits gevoelt spr. iets, en hij meent, dat hieromtrent wei eene berekening is te snaken. De heer VanDam vraagt of de Raad zich wel eens eene voorstelling heeft ge maakt van de kosten dezer pensionneering? Het wethouderschap is eene tijdelijke be- Salarisverordenlng. Sohoeffelenberger, aangenomen. m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 6