IIIT DE NATUUR
DE
HOE WE DE KEMPHANEN
BEKEKEN!
Mr. E. Selous ia een Engelsohe ornitho
loog met veel geduld en opmerkings-
Ïave. Voor eenige Jaren was hij naar
exel gekomen, om er de leuke kempha
nen op hun vechtplaateen te leeren ken
nen, en ik zou hem daarmee helpen.
Nu wist ik een prachtig tournooive^d
van kemphanen in den polder „Het Noor
den". Doch hoe zouden we ze daar kun
nen bespieden? We besloten samen een
gat te graven op 10 M. van de plaats, waar
deze zonderlinge vogels hun kampspelen
uitvoeren. Ze zoeken elk voorjaar weer
dezelfde kampplaats op. En we hebben ons
plan volvoerd en wel met succes.
't Was nog een heel karwei voor twee
menschen, die niet gewoon zijn grond
werk te verrichten. We werkten evenwel
als karbouwen en we slaagden er in een
gat in aen grond te maken, waarin we be
hoorlijk met ons beiden verblijf konden
houden, en wel zoo, dat alleen een ge
deelte van onze hoofden boven den rand
kwam. Naar de zijde van het kampveld
werd een walletje gemaakt met kijk
gaatjes. Zoo moesten we de kemphaantjes
prachtig kunnen zien! Berst njoest afge
wacht worden, of het hol wel vrij bleef
van grondwater, en of de kemphanen niet
bang zouden zijn voor het walletje. Al
les slaagde naar wensch, zoodat afgespro
ken werd den volgenden nacht in hinder
laag te gaan.
Een na middernacht waren we op de
plaats, om ons in de diepte te begeven.
We hadden ieder een deken medegeno
men, om ons zoo goed mogelijk tegen de
nachtelijke kilheid te kunnen beveiligen.
En weldra zaten we gedoken in „duffel
en bont" zwijgend bijeen, te waohten op
de dingen, die komen zouden.
Zoolang het donker was, viel er niets
voor. Soms hoorden we het geluld van een
onrustigen kievit of het „tu-tu" van een
dito tureluur, doch eerst toen de Ooster
kim te zien gaf, dat de zon weldra weer
te voorschijn zou komen, kwam er lang
zamerhand meer leven en beweging, maar
op het terrein, waarop we onze kempha
nen verwachtten, bleef het nog ledig. Net
liet de bovenste zonnerand«zich zien, toen
we plotseling eenlg geruisoh hoorden en
met opgesperde oogen volgden we de eer
ste twee voorwerpen van ons verlangen,
Spoedig kwamen er meer en wel uit ver
schillende richtingen.
En we hebben bewonderd de groote
verschillen in vederkleed, vooral wat de
lange kop- en kraagvederen betreft. Geen
twee exemplaren waren gelijk aan elkan
der. Het eene was mooi staalblauw, het
andere bruinrood, het derde wit met
zwart, enz.; alle nuanoeeringen waren
aanwezig. Met onze binoeles konden we
zelfs de aangezlohtswratjes, die veel op
kleine parasieten gelijken, zien. Gek toch,
dat elk laar in Juni de lange kop- en
kraagveueren en bedoelde wratjes van
deze mannelijke vogels weer tot het vol
gende voorjaar verdwijnen, en dat ze dan
ook weer één- en gelijkkleurig zijn met
de kleinere wijfjes.
Het grootste aantal mannetjes, dat we
in onze Bchullhoek hebben kunnen tellen,
was 22. Gedurig waren ze in actie, voor
al wanneer een hennetje zioh op het veld
vertoonde. Dan renden de hanen met ge
weldige houdingen en uitgespreide kra
gen op elkander aan, en ze hielden de
snavels in horizontale richtingen over den
grond. Dooh bloed vloeide er niet, en geen
enkel slachtoffer viel op het veld van eer.
Eindelijk -vloog het wijfje weer heen,
BAHHELUUBTJB O VEE MODE.
Presentjes om zelf te vervaardigen.
Heit 1b weer spoedig St Nicolaas eni kort
daarna Kerstfeest Do prettige oudg ge
woonte brengt mee, dat we elkaar dan met
kleine of groote presentjes komen ver
rassen!.
Buiten al1 het schoons, wat wij in dien
winkel kunnen' koopen, vinden we het
toch altijd wel aardig om ook iets zelf te
vervaardigen.
Soms is dit zoo, omdat, wat wij Bedoe
len, niet in den winkel te koop is en soms
is het ook wel, omdat we heit veêl goed-
kooper zelf -kunnen maifcen. Veelal wordt
een eigengemaakt geschenk ook nog meer
op prijs gesteld, 't Is of men er meer har
telijkheid in vind. Dit geldt wel in hoofd
zaak voor moeders en zusters of vriendin
nen. 't Is dan ook voor hen, dat ik een
paar aardige ideetjes bewaarde en ze nu
weergeef.
merking. De kleuren, die er opgebracht
worden, mogen echter wel levendig zijn.
DSw is voor hen, fte gaarne Engelsdh
borduurwerk meiden een1 lingerie-garni
tuur een aardige variatie. Ben aardige
variatie, zoowel d eigene die t maakt
als voor degene die 't krijgt Zij staan Im
mers zoo lief, die witte plastrons met
manchetjes een dOnkere stof of zijden,
junk!
Het hierboven afgebeelde garnituur is
gemaakt van fijn wit ninon en van ajour-
ranJdjes en Engelsoh borduurwerk voor
zien. pe buitenkant van plastron; kraagje
en manchetje is afgewerkt met een heel
fijn plisétje van t ninon.
doch onmiddellijk
door een der
et voorwerp harer
mannetjes, stellig
keuze. Die vertooning hebben we her
haaldelijk gezien en we waren het er over
eens, dat zoo'n kampplaats het terrein is,
waar de kemphaan-mannetjes door de
wijfjes gevraagd worden.
Mr. Selous heeft meerdere nachten in
het gat doorgebracht, dat weldra door me
nigeen genoemd werd „het hol van Se
lous".
J. Daalder Dz.
derland voor die nootlottlge rris ver
laten had vertoefde Bontekoe in den
dienst dar O.-L Oompagnle in Iudiö.
Eerst na een aiViv.iyiH.-fd' van zeven
Jaar op dien löen November 1626
:eerdie deze avontuurlijke zeeman in het
vaderland terug.
Toen in 1646 Jan Jainaz. Deutel, boek-
verkooper te Hoorn, „Het Jouraal ofte
Gedenckwaardlge Beechryvinghe zyner
Oost-Indische Reizen" uitgaf, was Bonte
koe nog in leven! Want dit Journal werd
met zijn goedkeuring gedrukt.
Hat uitgeven van deze reds-herinnerin-
gen was niet zonder redOn, want zelden
zal een zeeman een zoo buitengewoon rijk
leven van ervaringen hebben gehad) als
WMem Romtekoe het had op dezen ge-
denkwaamdigan tocht met de „Nieuw
Boonn". i
Daarom spreekt men in die streken van
rijtn geboorteland) nog wel eens van „Een
reis van Bontekoe" als er sprake is van
een reis met buitengewone of gevaariijke
ondervindingen of met veel hindernissen.
IL
CLAES GERRIT8Z. OOMPAAN.
Van heel andiere stof dan Willem Bon
tekoe, was de tweede zeevaarder, waar
over we het hier willen hebben. Ook van
heel ander slag waren zijn ervaringen.
Claes Gerritaz. Oompaan de „aerts-
soheümri en de „aertsdegenief was in het
zelfde jiaar ais Bpntekoe geboren, nJL lm
1687. Ein niet eens zoo heel vier van diezen
Ben zeer.aardig presentje b.v. Irak (mij
één van die belde taschjes. Voor belde
kan peau die peohe gebruikt wonden. Het
grootste Is aardig om in donkerbruin,
grijs of zwart gemaakt te worden. De pun
tige overslag wordt in strenge teekening
doch met vroolijke kleurtjes wol ofH"
geborduurd. De voering van sterke
wordt in één vin die vroolijke tintjes
nomen en bemaald met aardige kleine zak
jes en lusjes, waarin dan zoo één en ander
geborgen kam worden als: beursje, notitie
boekje. spiegeltje, kammetje en wat dies
meer zij,
Het kleinste taschje, wat zeer geschikt
ls voor schouwburg of visite, mag in een
gezellig licht kleurtje gekozen. De kleu
ren lichtbeige, mauve (lioht-Ula), laven-
detblauw, goudbruin e.d. zijn zeer mooi.
Men kan dJam den opgeworkten rand' ma
ken van een> goiud (of zilver) galonnetje,
daaromheen een zwart soutadhje en dan
de laatste lijn aan .-weerskanten van leuk
gekleurde kraaltjes. Ook dit taschje moet
fijn en fleurig gevoerd worden met kleine
blnnenzakes voor splegeltjes, poeder-
doosje etc.
Ben ander mooi geschenk ls een zijden
uvondyihawl met bjjbehoorend taschje.
Als materiaal is hiervoor zeer g-»-d
crêpe de dhlne of crêpe saitln te gebrui
ken. Voor hen( die het op-stof-schlderen
meester zijln, rijin deze twee stukjes bij
zonder 'geschikt om er hun kunst op aan
te wenden. Maar ook voor borduurwerk
leenlen zij- zich uitstekend. Wat de kleuren
betreft ls men volkomen vrij in het kiezen
daarvan, zelfs wit en zwart komt in aan-
vandaan, nl te Oost-Zaandam.
Reeds vroeg ter zee varende 'had hij
door spaarzaamheid een sommetje over
gelegd! Met dit geld nam bjj deel in de
na het eindigen van het twaalfjarig be
stand opgerichte en1 door de Staten-Gene-
raai geioctroyeierde Kaapreeiderijen, die
het vooral op Spaansohe koopvaarders go-
munt hadden.
pit was dus een soort Staats-kapersbo-
drijf. Hoewel min of meer goed gepraat
door het feit, dat men met den Spanjaard
op voet van oorlog stond.
'Maar met zijn hooge redders schijnt
Comipaan het al dadelijk slecht te hebben
kunnen vinden. En hij wachtte slechts 'n
gedegenheid af om rijn slag te kunnen
slaan voor eigen risico, Hij kocht een
schip de „Wedta" waarop hij slechts
acht duizend' gulden betaalde en nau
welijks in zee zijnde wierp hij het masker
af, roofde in1 plaats van Spaansohe sche
pen al dadelijk van Egmomdsche een
last haring ter aanvulling van zijln pro
viand en kaapte en passant 'n Hodlamdsoh
schip. Hiervan verdeelde hij de buit on
dier zijn eigen scheepsvolk, dat «Daardoor
onmiddellijk op zijn hand kwam. i
Van toen af aan kwam zijn waren aard
eerst recht aan den1 dag. Geen sohdp werd
ongemoeid gelaten. En spoeidJg werd Oom-
paan de schrik van alle zeevarenden.
Toch was hij aanvankelijk slim genoeg
om zioh niet alle zeevarende naties tot
vijand te maken. Hij spaarde b.v. Engel-
Wanneer imen nu niet zooveel tijd voor
borduren heeft, of wanneer men nog in t
bezit is van -wat fljnie kant, valenclënne of
zijden kant, dan ls het maken van een
garnituur als hierboven ls geteetoend veel
minder tijdmoovend en zeker even suooes-
vol en dankbaar. Voorzeker zal «Ie geluk
kig bedaohte er even blij mee zijn als met
het vorige staL
Oorry Brena.
Het bewaren van fruit
Eruit is in onzen tijd vOlksvoedsel ge
worden. Het is een goede gewoonte om
regelmatig fruit eü vooral appels te ge
bruiken. In den zomer en herfst ls dit
niet zoo moeilijk. Anders echter staat het
met het wintertrui t. In den regel is dit
het goedkoopste tijdens of kort na den
oogst. De groote moeilijkheid voor velen
is echter biet bewaren en juist deze moei
lijkheid weerhoudt menigeen van het .op
slaan der winterprovisie,
Met een weinig goeden wil, schrijft
„Onze Tuinen',' is wel een plaats te vin
den, waar gedurende eenige maanden het
wlnterflruit bewaard' kan wonden. Het
beste is altijd een droge kelder, welke na
tuurlijk voratvrjj moet zijn, of anders een
koel Vertrek, waar zoo min mogelijk tem
peratuursverschillen zijn. Ben kast ln een
omgestookt vertrek en waarin 'het bij vrie
zend weer vorstvrij blijft, is zeer geschikt,
vooral ook, omdat het fruit in bet donker
ligt.
Alvorens het fruit opgeborgen wordt,
wordt het nauwkeurig nagezien. Alle be
schadigde vruchten, vruchten! die sterk
zfjn aangetast door sohurftvlekben, die
wormstekig zijn of <lie' een begin van rot
ting vertoonen, woerden verwijderd. Alleen
frave en gezonde vruchten kunnen langen
tijd bewaard blijven.
Bet gewicht van de vruchten neemt bij
een langdurige bewaring voortdurend af.
Zoodra in een partij vruchten enkele gaan
rotten, zullen «leze de nabijgelegen vruch
ten aansteken1 en ook doen rotten. Men
kan dit zooveel mogelijk voorkomen door
dO vruchten regelmatig na te zien en de
rottende te verwijderen; doch het nadeel
hieraan verbonden ls, «lat «De vruchten
steeds ln handen genomen worden, steeds
wardên verlegd, wat de houdbaarheid ver
mindert.
Br ls een ander middel om het rotten
tot enkele vruchten te beperken en wel
het inwikkelen der vruchten. De appels
of peren worden stuk voor stuk gewik
keld in wit zijdepapier. Courantenpapier
kan ook goede diensten doen. Gaat nu
een enkele vrucht tot rotting over, dan
Mfjft de rotting tot «leze vrucht beperkt.
Het inwikkelen in papier biedt echter nog
andere voondeelen, nJ. zij zullen niet of
mdtnder sterk uitdrogen, temperatuur
schommelingen zullen minder invloed
hebben en rij liggen steeds in het «Donker
of sterk getemperd licht
In velschillende Aimerifcaansche staten
wordt tegenwoordig het fruit bewaard in
geolied papier. Een bepaald' soort zijde
papier wordt geprepareerd en speciaal als
imwikkelpapier in «Den handel gebracht
Dit geoliede papier is beter «Dan gewoon
zijdepapier. Met een weinig zorg kam
iedereen goed winterfruit tot zeer laat in
het voorjaar bewaren.
Een jonge reiziger stapte af aan een
klein station en een witkiel werd geroe
pen bfj, zijn bagage: drie koffers, een ca
mera, en een bijzonder nijdlg-kijkendie
bulhond.
Och vriend, zei de reiziger, ^rt mijn
koffers, camera, etcetera even in de wacht
kamer. Ik kom daar dadelijk ook.
De witkiel keek bedenkelijk naar den
hond.
Etoetera zal toch niet bijten mijnheer?
vroeg hij.
De optimist
Oude Harmsen stond er in 't heele «Dorp
voor bekend,, «lat hij al de levensdingen
steeds van hun vroolijksten kant wist te
bekijken. En toen dan ook het heele dorp
overstroomd was, zat hij kalmpjes op htët
E latte dak van rijn huisje een pijp te zoo-
en.
Maar man, boe kan Je daar zoo rus
tig zitten, riep een buurman opgewonden
vanuit rijn roeiboot. Al je kippen rijn
verdronken!
Ja, maar mijn eenden kunnen ge
lukkig zwemmen'!
Al Je appelboomen zijn vernield, rie
ik.
Ja, maar (Fr zat toch haast geen
vrucht aan «Dit jaar!
En je huis t water staat al tot aan
de ramen?
Ja, dat rie lk, komt net goed
die moesten noodlg gewasschen worden!
sche en Barbarijsche schepen. Hierdoor
k«xn hij veilig ln eten Engelsohe haven
landen' en zelfs stond hij in vriendschap
pelijke betrekkingen tot den Graaf van
Stafford, die destijds onderkoning van
Ierland was.
Lang duurde «ie vrlendscap echter niet.
Ootmpaan was daar namelijk «ie inuan
niet voor. Al spoedig kwam' er bevel
schrift van «Den koning van Engeland, om
Ootmpaan gevangen te nemen wegens ver
grijpen aan het Engelsohe 'berit Deze ech
ter tijdig hiervan, op de hoogte gesteld'
lichtte 'bijtijds het anker en 'kaapte in
de gauwigheid nog zeven Engelsohe koop
vaarders (het kon nu toch wel) als bewijs
dat 'hdj van Zijne Majesteits bevel gehoord
had en zette koers naar Salée op de Bar
barijsche kust. Hier raakte Oompaan een
langen tijd in groot aanzien WJ «Den niet
al te beschaafden koning, die ham „Mees
ter van de zee" en „rij1" goeden vriend"
noemde.
Toch begon IblJJ «Den thans veertig jari
gen imiain het verlangen' het vaderland
weer te zien, wakker te worden. Hij had
er vrouw en kinderen achter gelaten, die
'j wikte terugzien. Hoewel het hem moei
lijk viel van zijn avontuurlijk leven af
scheid te nemen, richtte hfj een ameek-
schirift aan «te StateiD-Generaal en aan
Prins Frederik Hendrik, hem voor rijn
wandaden vergeving te schenken.
(Rustig het antwoord afwachten laig ech
ter niet in «Den aard van den zeerpover,
Hij toog er onder de bedrijven op uit en
HOE MIA EN WILLY DE KINDER
JUFFROUW HIELPEN.
Op zekeren (middag zat Annie, de kin
derjuffrouw in dó kinderkamer 'verhaal
tjes te vertellen, 't Werd al wat donker en
Mla en Wllly waren moe van het spelen.
Ze zaten stil te luisteren naar juf, terwijl
Bennie, hun kleine broertje luid kraaiend
in het looprek aan het kruipen en spar
telen was.
„Hè juf, wat mooi," riepen de kinderen
uit, „Toe nog één verhaaltje!"
„Nog eentje dan," antwoordde Juf,
„Maar dan moet Bennie in het bad en
naar zijn bedje en daarna is het tijd voor
jullie om te eten en te slapen."
Juf was echter nog pas 'begonnen of
daar werd gebeld. Terwijl juf opstond zei
ze: „Toe Mia en Wllly, letten JullLe nu
even op je kleine broertje of speel wal
met hem, als hij gaat huilen. Dan helpen
jullie me heerlijk, als e«hte groote kinde
deren. Ik zal wel gauw terug zijn!"
„Ja, juf, en dan vertelt U morgen het
verhaaltje verder hè," vroeg Mla.
„Natuurlijk," zei juf, terwijl ze de deur
sloot. Maar zoo heel gauw was juf niet
terug. Ze moest een boodschap «Doen voor
kaapte nog menig koopvaarder in afwach
ting van zfjn absolutie.
Toen h|j na een dier strooptochten rijk
met buitbeladeu te Salée terug kwam,
werd hiji aldaar opgewacht «Door Abraham
Valkenburg, naar alle waarschijnlijkheid
den dlpDomaltteken agent der Heeren Sta
ten te Salée. Verder was diaar schipper
Evert Oomelis, «Dien Ootmpaan vroeger al
eenis uitgeplunderd had. En ten slotte was
daar rijn halfbroeder Hein Aertsz, die
hem zijn pardonbrief der Heeren
Staten kwam brengen.
Vermoedelijk was irnen in Den Haag
erg bfij op een zoo grootmoedige manier
van een geweldig lastpost ter zee te kun
nen afkotnieni.
Met genoemde afgezanten zeilde Oom-
paan inmiddels naar het vaderland terug.
In Vos verliest echter wel rin haren
maar niet zoo licht z'n streken. Kwam men
nl onderweg 'n rustige 'koopvaarder te
gendan kostte het (die 'geleiders de groot
ste moeite Oampaan er van terug te hou
den het koopwaardijisdhi pte lijf te gaan.
Zoo zat het enteren hem in het bloed.
Alleen door hem' voor te houden, dat hij
met zulk 'n wandaad z'n vergiffenis in die
weegschaal stelde, deed men hem «Dan van
zijln snoode plannen afzien!
Het was dan ook voor zijn reisgezellen
een' groote rust, toeri men eindelijk zonder
ongevallen het Vlie binnen liep. Ootni-
n begaf zich nu naar Den Haag. Hij
een voetval voor Prins Frederik
Moeder en Mee* nogal lang weg.
Na een poosje zei Mia: „Zeg wil, zullen
we juf eens heel goed helpen?"
„Ja, best," antwoordde Wil, die ook
graag wat voor Juf wilde «Doen: „Maar
„Laten we Bennie vast in het bad doen,
dan is juf straks gauw klaar!"
„Ja, ja," juichte Wil en Bennie begon
te kraaien teen hij woord „bad" hoorde.
„Laten we «Dan eerst samen warm wa
ter halen," zei Mia. Ze ging met Willy
naar' de badkamer waar ook Bennie's
kleine badje stond! Dat vulden ze met
lauw water uit den geyser en brachten het
teen heel voorzichtig naar de kinderka
mer. Prachtig ging het zonder één drup
pel te morsen.
„Zoo haal jij nu de handdoeken en een
spons en zeep," zei Mia: „dan zal ik Ben
nie uitkleeden." Dat laatste ging niet zoo
heel gemakkelijk, maar eindelijk lag Ben
nie naakt in het looprek. Heel voorzichtig
tilden ztfn groote broer en zus hem er
uit en zetten hem in het badje. Nu begon
de pret pas goedi Bennie kletste met zijn
kleine (mollige handjes op het water eni
trapte met zijn dikke beentjes.
Mia zeepte hem in en Willy spoelde
hem af. „Hè, wat heerlijk," zei Mia, „zoo'n
levende baby. Bij die poppen gaat altijd
de kletur er af en ze spartelen nooit eens.
Willy kneep de eene spons water na de
andere over «Den kleinen vent uil En als
hij maar even ophield, schreeuwde Ben
nie: „Moer, meer!"
Opeens ging de deur open en daar
stonden Moeder en Juf. „01" riep Moeder.
„Lieve help," riep Juf, „wat «Doen Jullio
nu?"
„We helpen U, Juf," antwoordde Mia
met een benepen stemmetje. En Ja, nu za
gen de kinderen ook pas, welk een vree-
selijke rommel ze gemaakt hadden. Het
kleed was kletsnat en overal lagen vlok
ken zeepschuim. Juf had veel langer werk
met opruimen dan anders met het baden
van den kleinen vent Moeder en Juf be-
nen wel, dat de kinderen het goed be-
1 hadden. Daarom bleven ze niet lang
boos, maar Mia en Wllly moesten beloven,
dat ze nóóit weer Bennie zouden baden!
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I.
de helft ls 0.
de helft is VIL
n. Wie hoog klimt, komt laag, neer.
koet, willem, kotter, ham, noga, git.
Goede oplossingen van belde raadsels
ontvangen van:
J. en W. B.; K. en M. B.; W. B.; A. de
B.; J. en O. B.; O. B.; 8. O.; D. en V. D.;
A. E.; M. F.; D. en T. F.; P. 8. E. G.;
D. G.; A. v. G.; A. G.; J. H.; O. de H.;
T. H.; G. JL; P. K.; M. M.:CJ. en M. M.;
A. R.; O. en R. T.; G. T.; R. V.: W. W.;
J. M. v. W.; A. A.; A. de B.; A. IJska.
De prijzen zijn ten deel gevallen aan:
Koos en Marie Beversluis.
Annie <ïe Bunje, Konin-gdw.straat 17.
D. en V. Dortmund, 2e Vroonsfcraat HL
Annie Eylders, Hoogstraat 1L
Dina Griek, De Ruyterstraat 64.
Alle GroeneveDd. I
Grietje Kroonstulver, Molengracht 14.
Annie Romfjn, 2e Emmadw.straat 8.
Oorrie en Roelof Tichelaar, Bothastr. 01
Gerard Tomey, Ooetelootstraat 1 a
Nieuwe raadsels.
I.
XXXXXXXXX Op de staande en
'••••- liggende kruiajeslljn
komt de naam van een
vrucht.
Op den le rö het ge
vraagde woordop de
2e tig een provincie:
ivio
op de 8e rij een heel
groot huisop de 4e rij
een kleur,; op de 6e rij een vischop de
6e een lekkernijop de 7e rij een ge
wicht op de 8e rij een voorzetselop de
9e rij een medeklinker.
IL Welke beroepsnamen staan hier?
1. rkwebkrean.
2. t n o e e o 1 r e I 1.
8. kgrhmoreoled.
Inge* dóór D. Griek.
Hendrik, dankte die Heeren Staten voor
•hum vergiffenis en deelde rijkelijk ctjn
schatten uit. Zelfs wilde hij dien Prins een
deel van zijn vergaarde goed saherikem
Daarop begaf hdj zich naar zljtn geboor
teplaats Oost-Zaandam.
Z'n geweten liet hem echter geen rust.
Hfj vreesde vermoedelijk te avond of te
mórgen eens een oud schipper tegen het
lijf te zullen loopen, dde zich mocht her
inneren hoe COiaes op een oogenblik er
gens op «Den Oceaan «De ruimen van zijn
schip had weten te leegen. Dag noch nacht
ontdeed hjj zich van rijm geladen pistolen,
terwijl alB hij zich op straat vertoonde
hem steeds eenige tot de tarnden ge
wapende imalk'kers vergezelden.
Voer hij zelf «1 niet meer ter zee, stil
ritten kom hij ook niet Hij rustte nogmaals
voor eigen rekening eenige koopvaarders
uit
Tegenslag op tegenslag trof hem e«3hter
bij deze omdermelmimgen. n Schip, dloor z'n
halfbroer Hein Aertaz geoomimandeerd,
wendi met "m rijke Dading in de Oostzee
overzeild en ging reddeloos verloren. Zijn
zoon Jan trof op een ander schip hetzelfde
lot Bovendien maakten velen, «He met
hem zaken déden, van zijn gulheid mis
bruik, zoodat hfj tien slotte nóg «DcxxDann
ten gr ave daalde.
In den volksmond leeft 's imams nage
dachtenis nog steeds voort dóór het ge
zegde: HU is 'n rare Claes Oompaan!
R.
f