IIIT DE NATUUR DE HOE WE DE KEMPHANEN BEKEKEN! Mr. E. Selous ia een Engelsohe ornitho loog met veel geduld en opmerkings- Ïave. Voor eenige Jaren was hij naar exel gekomen, om er de leuke kempha nen op hun vechtplaateen te leeren ken nen, en ik zou hem daarmee helpen. Nu wist ik een prachtig tournooive^d van kemphanen in den polder „Het Noor den". Doch hoe zouden we ze daar kun nen bespieden? We besloten samen een gat te graven op 10 M. van de plaats, waar deze zonderlinge vogels hun kampspelen uitvoeren. Ze zoeken elk voorjaar weer dezelfde kampplaats op. En we hebben ons plan volvoerd en wel met succes. 't Was nog een heel karwei voor twee menschen, die niet gewoon zijn grond werk te verrichten. We werkten evenwel als karbouwen en we slaagden er in een gat in aen grond te maken, waarin we be hoorlijk met ons beiden verblijf konden houden, en wel zoo, dat alleen een ge deelte van onze hoofden boven den rand kwam. Naar de zijde van het kampveld werd een walletje gemaakt met kijk gaatjes. Zoo moesten we de kemphaantjes prachtig kunnen zien! Berst njoest afge wacht worden, of het hol wel vrij bleef van grondwater, en of de kemphanen niet bang zouden zijn voor het walletje. Al les slaagde naar wensch, zoodat afgespro ken werd den volgenden nacht in hinder laag te gaan. Een na middernacht waren we op de plaats, om ons in de diepte te begeven. We hadden ieder een deken medegeno men, om ons zoo goed mogelijk tegen de nachtelijke kilheid te kunnen beveiligen. En weldra zaten we gedoken in „duffel en bont" zwijgend bijeen, te waohten op de dingen, die komen zouden. Zoolang het donker was, viel er niets voor. Soms hoorden we het geluld van een onrustigen kievit of het „tu-tu" van een dito tureluur, doch eerst toen de Ooster kim te zien gaf, dat de zon weldra weer te voorschijn zou komen, kwam er lang zamerhand meer leven en beweging, maar op het terrein, waarop we onze kempha nen verwachtten, bleef het nog ledig. Net liet de bovenste zonnerand«zich zien, toen we plotseling eenlg geruisoh hoorden en met opgesperde oogen volgden we de eer ste twee voorwerpen van ons verlangen, Spoedig kwamen er meer en wel uit ver schillende richtingen. En we hebben bewonderd de groote verschillen in vederkleed, vooral wat de lange kop- en kraagvederen betreft. Geen twee exemplaren waren gelijk aan elkan der. Het eene was mooi staalblauw, het andere bruinrood, het derde wit met zwart, enz.; alle nuanoeeringen waren aanwezig. Met onze binoeles konden we zelfs de aangezlohtswratjes, die veel op kleine parasieten gelijken, zien. Gek toch, dat elk laar in Juni de lange kop- en kraagveueren en bedoelde wratjes van deze mannelijke vogels weer tot het vol gende voorjaar verdwijnen, en dat ze dan ook weer één- en gelijkkleurig zijn met de kleinere wijfjes. Het grootste aantal mannetjes, dat we in onze Bchullhoek hebben kunnen tellen, was 22. Gedurig waren ze in actie, voor al wanneer een hennetje zioh op het veld vertoonde. Dan renden de hanen met ge weldige houdingen en uitgespreide kra gen op elkander aan, en ze hielden de snavels in horizontale richtingen over den grond. Dooh bloed vloeide er niet, en geen enkel slachtoffer viel op het veld van eer. Eindelijk -vloog het wijfje weer heen, BAHHELUUBTJB O VEE MODE. Presentjes om zelf te vervaardigen. Heit 1b weer spoedig St Nicolaas eni kort daarna Kerstfeest Do prettige oudg ge woonte brengt mee, dat we elkaar dan met kleine of groote presentjes komen ver rassen!. Buiten al1 het schoons, wat wij in dien winkel kunnen' koopen, vinden we het toch altijd wel aardig om ook iets zelf te vervaardigen. Soms is dit zoo, omdat, wat wij Bedoe len, niet in den winkel te koop is en soms is het ook wel, omdat we heit veêl goed- kooper zelf -kunnen maifcen. Veelal wordt een eigengemaakt geschenk ook nog meer op prijs gesteld, 't Is of men er meer har telijkheid in vind. Dit geldt wel in hoofd zaak voor moeders en zusters of vriendin nen. 't Is dan ook voor hen, dat ik een paar aardige ideetjes bewaarde en ze nu weergeef. merking. De kleuren, die er opgebracht worden, mogen echter wel levendig zijn. DSw is voor hen, fte gaarne Engelsdh borduurwerk meiden een1 lingerie-garni tuur een aardige variatie. Ben aardige variatie, zoowel d eigene die t maakt als voor degene die 't krijgt Zij staan Im mers zoo lief, die witte plastrons met manchetjes een dOnkere stof of zijden, junk! Het hierboven afgebeelde garnituur is gemaakt van fijn wit ninon en van ajour- ranJdjes en Engelsoh borduurwerk voor zien. pe buitenkant van plastron; kraagje en manchetje is afgewerkt met een heel fijn plisétje van t ninon. doch onmiddellijk door een der et voorwerp harer mannetjes, stellig keuze. Die vertooning hebben we her haaldelijk gezien en we waren het er over eens, dat zoo'n kampplaats het terrein is, waar de kemphaan-mannetjes door de wijfjes gevraagd worden. Mr. Selous heeft meerdere nachten in het gat doorgebracht, dat weldra door me nigeen genoemd werd „het hol van Se lous". J. Daalder Dz. derland voor die nootlottlge rris ver laten had vertoefde Bontekoe in den dienst dar O.-L Oompagnle in Iudiö. Eerst na een aiViv.iyiH.-fd' van zeven Jaar op dien löen November 1626 :eerdie deze avontuurlijke zeeman in het vaderland terug. Toen in 1646 Jan Jainaz. Deutel, boek- verkooper te Hoorn, „Het Jouraal ofte Gedenckwaardlge Beechryvinghe zyner Oost-Indische Reizen" uitgaf, was Bonte koe nog in leven! Want dit Journal werd met zijn goedkeuring gedrukt. Hat uitgeven van deze reds-herinnerin- gen was niet zonder redOn, want zelden zal een zeeman een zoo buitengewoon rijk leven van ervaringen hebben gehad) als WMem Romtekoe het had op dezen ge- denkwaamdigan tocht met de „Nieuw Boonn". i Daarom spreekt men in die streken van rijtn geboorteland) nog wel eens van „Een reis van Bontekoe" als er sprake is van een reis met buitengewone of gevaariijke ondervindingen of met veel hindernissen. IL CLAES GERRIT8Z. OOMPAAN. Van heel andiere stof dan Willem Bon tekoe, was de tweede zeevaarder, waar over we het hier willen hebben. Ook van heel ander slag waren zijn ervaringen. Claes Gerritaz. Oompaan de „aerts- soheümri en de „aertsdegenief was in het zelfde jiaar ais Bpntekoe geboren, nJL lm 1687. Ein niet eens zoo heel vier van diezen Ben zeer.aardig presentje b.v. Irak (mij één van die belde taschjes. Voor belde kan peau die peohe gebruikt wonden. Het grootste Is aardig om in donkerbruin, grijs of zwart gemaakt te worden. De pun tige overslag wordt in strenge teekening doch met vroolijke kleurtjes wol ofH" geborduurd. De voering van sterke wordt in één vin die vroolijke tintjes nomen en bemaald met aardige kleine zak jes en lusjes, waarin dan zoo één en ander geborgen kam worden als: beursje, notitie boekje. spiegeltje, kammetje en wat dies meer zij, Het kleinste taschje, wat zeer geschikt ls voor schouwburg of visite, mag in een gezellig licht kleurtje gekozen. De kleu ren lichtbeige, mauve (lioht-Ula), laven- detblauw, goudbruin e.d. zijn zeer mooi. Men kan dJam den opgeworkten rand' ma ken van een> goiud (of zilver) galonnetje, daaromheen een zwart soutadhje en dan de laatste lijn aan .-weerskanten van leuk gekleurde kraaltjes. Ook dit taschje moet fijn en fleurig gevoerd worden met kleine blnnenzakes voor splegeltjes, poeder- doosje etc. Ben ander mooi geschenk ls een zijden uvondyihawl met bjjbehoorend taschje. Als materiaal is hiervoor zeer g-»-d crêpe de dhlne of crêpe saitln te gebrui ken. Voor hen( die het op-stof-schlderen meester zijln, rijin deze twee stukjes bij zonder 'geschikt om er hun kunst op aan te wenden. Maar ook voor borduurwerk leenlen zij- zich uitstekend. Wat de kleuren betreft ls men volkomen vrij in het kiezen daarvan, zelfs wit en zwart komt in aan- vandaan, nl te Oost-Zaandam. Reeds vroeg ter zee varende 'had hij door spaarzaamheid een sommetje over gelegd! Met dit geld nam bjj deel in de na het eindigen van het twaalfjarig be stand opgerichte en1 door de Staten-Gene- raai geioctroyeierde Kaapreeiderijen, die het vooral op Spaansohe koopvaarders go- munt hadden. pit was dus een soort Staats-kapersbo- drijf. Hoewel min of meer goed gepraat door het feit, dat men met den Spanjaard op voet van oorlog stond. 'Maar met zijn hooge redders schijnt Comipaan het al dadelijk slecht te hebben kunnen vinden. En hij wachtte slechts 'n gedegenheid af om rijn slag te kunnen slaan voor eigen risico, Hij kocht een schip de „Wedta" waarop hij slechts acht duizend' gulden betaalde en nau welijks in zee zijnde wierp hij het masker af, roofde in1 plaats van Spaansohe sche pen al dadelijk van Egmomdsche een last haring ter aanvulling van zijln pro viand en kaapte en passant 'n Hodlamdsoh schip. Hiervan verdeelde hij de buit on dier zijn eigen scheepsvolk, dat «Daardoor onmiddellijk op zijn hand kwam. i Van toen af aan kwam zijn waren aard eerst recht aan den1 dag. Geen sohdp werd ongemoeid gelaten. En spoeidJg werd Oom- paan de schrik van alle zeevarenden. Toch was hij aanvankelijk slim genoeg om zioh niet alle zeevarende naties tot vijand te maken. Hij spaarde b.v. Engel- Wanneer imen nu niet zooveel tijd voor borduren heeft, of wanneer men nog in t bezit is van -wat fljnie kant, valenclënne of zijden kant, dan ls het maken van een garnituur als hierboven ls geteetoend veel minder tijdmoovend en zeker even suooes- vol en dankbaar. Voorzeker zal «Ie geluk kig bedaohte er even blij mee zijn als met het vorige staL Oorry Brena. Het bewaren van fruit Eruit is in onzen tijd vOlksvoedsel ge worden. Het is een goede gewoonte om regelmatig fruit eü vooral appels te ge bruiken. In den zomer en herfst ls dit niet zoo moeilijk. Anders echter staat het met het wintertrui t. In den regel is dit het goedkoopste tijdens of kort na den oogst. De groote moeilijkheid voor velen is echter biet bewaren en juist deze moei lijkheid weerhoudt menigeen van het .op slaan der winterprovisie, Met een weinig goeden wil, schrijft „Onze Tuinen',' is wel een plaats te vin den, waar gedurende eenige maanden het wlnterflruit bewaard' kan wonden. Het beste is altijd een droge kelder, welke na tuurlijk voratvrjj moet zijn, of anders een koel Vertrek, waar zoo min mogelijk tem peratuursverschillen zijn. Ben kast ln een omgestookt vertrek en waarin 'het bij vrie zend weer vorstvrij blijft, is zeer geschikt, vooral ook, omdat het fruit in bet donker ligt. Alvorens het fruit opgeborgen wordt, wordt het nauwkeurig nagezien. Alle be schadigde vruchten, vruchten! die sterk zfjn aangetast door sohurftvlekben, die wormstekig zijn of <lie' een begin van rot ting vertoonen, woerden verwijderd. Alleen frave en gezonde vruchten kunnen langen tijd bewaard blijven. Bet gewicht van de vruchten neemt bij een langdurige bewaring voortdurend af. Zoodra in een partij vruchten enkele gaan rotten, zullen «leze de nabijgelegen vruch ten aansteken1 en ook doen rotten. Men kan dit zooveel mogelijk voorkomen door dO vruchten regelmatig na te zien en de rottende te verwijderen; doch het nadeel hieraan verbonden ls, «lat «De vruchten steeds ln handen genomen worden, steeds wardên verlegd, wat de houdbaarheid ver mindert. Br ls een ander middel om het rotten tot enkele vruchten te beperken en wel het inwikkelen der vruchten. De appels of peren worden stuk voor stuk gewik keld in wit zijdepapier. Courantenpapier kan ook goede diensten doen. Gaat nu een enkele vrucht tot rotting over, dan Mfjft de rotting tot «leze vrucht beperkt. Het inwikkelen in papier biedt echter nog andere voondeelen, nJ. zij zullen niet of mdtnder sterk uitdrogen, temperatuur schommelingen zullen minder invloed hebben en rij liggen steeds in het «Donker of sterk getemperd licht In velschillende Aimerifcaansche staten wordt tegenwoordig het fruit bewaard in geolied papier. Een bepaald' soort zijde papier wordt geprepareerd en speciaal als imwikkelpapier in «Den handel gebracht Dit geoliede papier is beter «Dan gewoon zijdepapier. Met een weinig zorg kam iedereen goed winterfruit tot zeer laat in het voorjaar bewaren. Een jonge reiziger stapte af aan een klein station en een witkiel werd geroe pen bfj, zijn bagage: drie koffers, een ca mera, en een bijzonder nijdlg-kijkendie bulhond. Och vriend, zei de reiziger, ^rt mijn koffers, camera, etcetera even in de wacht kamer. Ik kom daar dadelijk ook. De witkiel keek bedenkelijk naar den hond. Etoetera zal toch niet bijten mijnheer? vroeg hij. De optimist Oude Harmsen stond er in 't heele «Dorp voor bekend,, «lat hij al de levensdingen steeds van hun vroolijksten kant wist te bekijken. En toen dan ook het heele dorp overstroomd was, zat hij kalmpjes op htët E latte dak van rijn huisje een pijp te zoo- en. Maar man, boe kan Je daar zoo rus tig zitten, riep een buurman opgewonden vanuit rijn roeiboot. Al je kippen rijn verdronken! Ja, maar mijn eenden kunnen ge lukkig zwemmen'! Al Je appelboomen zijn vernield, rie ik. Ja, maar (Fr zat toch haast geen vrucht aan «Dit jaar! En je huis t water staat al tot aan de ramen? Ja, dat rie lk, komt net goed die moesten noodlg gewasschen worden! sche en Barbarijsche schepen. Hierdoor k«xn hij veilig ln eten Engelsohe haven landen' en zelfs stond hij in vriendschap pelijke betrekkingen tot den Graaf van Stafford, die destijds onderkoning van Ierland was. Lang duurde «ie vrlendscap echter niet. Ootmpaan was daar namelijk «ie inuan niet voor. Al spoedig kwam' er bevel schrift van «Den koning van Engeland, om Ootmpaan gevangen te nemen wegens ver grijpen aan het Engelsohe 'berit Deze ech ter tijdig hiervan, op de hoogte gesteld' lichtte 'bijtijds het anker en 'kaapte in de gauwigheid nog zeven Engelsohe koop vaarders (het kon nu toch wel) als bewijs dat 'hdj van Zijne Majesteits bevel gehoord had en zette koers naar Salée op de Bar barijsche kust. Hier raakte Oompaan een langen tijd in groot aanzien WJ «Den niet al te beschaafden koning, die ham „Mees ter van de zee" en „rij1" goeden vriend" noemde. Toch begon IblJJ «Den thans veertig jari gen imiain het verlangen' het vaderland weer te zien, wakker te worden. Hij had er vrouw en kinderen achter gelaten, die 'j wikte terugzien. Hoewel het hem moei lijk viel van zijn avontuurlijk leven af scheid te nemen, richtte hfj een ameek- schirift aan «te StateiD-Generaal en aan Prins Frederik Hendrik, hem voor rijn wandaden vergeving te schenken. (Rustig het antwoord afwachten laig ech ter niet in «Den aard van den zeerpover, Hij toog er onder de bedrijven op uit en HOE MIA EN WILLY DE KINDER JUFFROUW HIELPEN. Op zekeren (middag zat Annie, de kin derjuffrouw in dó kinderkamer 'verhaal tjes te vertellen, 't Werd al wat donker en Mla en Wllly waren moe van het spelen. Ze zaten stil te luisteren naar juf, terwijl Bennie, hun kleine broertje luid kraaiend in het looprek aan het kruipen en spar telen was. „Hè juf, wat mooi," riepen de kinderen uit, „Toe nog één verhaaltje!" „Nog eentje dan," antwoordde Juf, „Maar dan moet Bennie in het bad en naar zijn bedje en daarna is het tijd voor jullie om te eten en te slapen." Juf was echter nog pas 'begonnen of daar werd gebeld. Terwijl juf opstond zei ze: „Toe Mia en Wllly, letten JullLe nu even op je kleine broertje of speel wal met hem, als hij gaat huilen. Dan helpen jullie me heerlijk, als e«hte groote kinde deren. Ik zal wel gauw terug zijn!" „Ja, juf, en dan vertelt U morgen het verhaaltje verder hè," vroeg Mla. „Natuurlijk," zei juf, terwijl ze de deur sloot. Maar zoo heel gauw was juf niet terug. Ze moest een boodschap «Doen voor kaapte nog menig koopvaarder in afwach ting van zfjn absolutie. Toen h|j na een dier strooptochten rijk met buitbeladeu te Salée terug kwam, werd hiji aldaar opgewacht «Door Abraham Valkenburg, naar alle waarschijnlijkheid den dlpDomaltteken agent der Heeren Sta ten te Salée. Verder was diaar schipper Evert Oomelis, «Dien Ootmpaan vroeger al eenis uitgeplunderd had. En ten slotte was daar rijn halfbroeder Hein Aertsz, die hem zijn pardonbrief der Heeren Staten kwam brengen. Vermoedelijk was irnen in Den Haag erg bfij op een zoo grootmoedige manier van een geweldig lastpost ter zee te kun nen afkotnieni. Met genoemde afgezanten zeilde Oom- paan inmiddels naar het vaderland terug. In Vos verliest echter wel rin haren maar niet zoo licht z'n streken. Kwam men nl onderweg 'n rustige 'koopvaarder te gendan kostte het (die 'geleiders de groot ste moeite Oampaan er van terug te hou den het koopwaardijisdhi pte lijf te gaan. Zoo zat het enteren hem in het bloed. Alleen door hem' voor te houden, dat hij met zulk 'n wandaad z'n vergiffenis in die weegschaal stelde, deed men hem «Dan van zijln snoode plannen afzien! Het was dan ook voor zijn reisgezellen een' groote rust, toeri men eindelijk zonder ongevallen het Vlie binnen liep. Ootni- n begaf zich nu naar Den Haag. Hij een voetval voor Prins Frederik Moeder en Mee* nogal lang weg. Na een poosje zei Mia: „Zeg wil, zullen we juf eens heel goed helpen?" „Ja, best," antwoordde Wil, die ook graag wat voor Juf wilde «Doen: „Maar „Laten we Bennie vast in het bad doen, dan is juf straks gauw klaar!" „Ja, ja," juichte Wil en Bennie begon te kraaien teen hij woord „bad" hoorde. „Laten we «Dan eerst samen warm wa ter halen," zei Mia. Ze ging met Willy naar' de badkamer waar ook Bennie's kleine badje stond! Dat vulden ze met lauw water uit den geyser en brachten het teen heel voorzichtig naar de kinderka mer. Prachtig ging het zonder één drup pel te morsen. „Zoo haal jij nu de handdoeken en een spons en zeep," zei Mia: „dan zal ik Ben nie uitkleeden." Dat laatste ging niet zoo heel gemakkelijk, maar eindelijk lag Ben nie naakt in het looprek. Heel voorzichtig tilden ztfn groote broer en zus hem er uit en zetten hem in het badje. Nu begon de pret pas goedi Bennie kletste met zijn kleine (mollige handjes op het water eni trapte met zijn dikke beentjes. Mia zeepte hem in en Willy spoelde hem af. „Hè, wat heerlijk," zei Mia, „zoo'n levende baby. Bij die poppen gaat altijd de kletur er af en ze spartelen nooit eens. Willy kneep de eene spons water na de andere over «Den kleinen vent uil En als hij maar even ophield, schreeuwde Ben nie: „Moer, meer!" Opeens ging de deur open en daar stonden Moeder en Juf. „01" riep Moeder. „Lieve help," riep Juf, „wat «Doen Jullio nu?" „We helpen U, Juf," antwoordde Mia met een benepen stemmetje. En Ja, nu za gen de kinderen ook pas, welk een vree- selijke rommel ze gemaakt hadden. Het kleed was kletsnat en overal lagen vlok ken zeepschuim. Juf had veel langer werk met opruimen dan anders met het baden van den kleinen vent Moeder en Juf be- nen wel, dat de kinderen het goed be- 1 hadden. Daarom bleven ze niet lang boos, maar Mia en Wllly moesten beloven, dat ze nóóit weer Bennie zouden baden! RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. de helft ls 0. de helft is VIL n. Wie hoog klimt, komt laag, neer. koet, willem, kotter, ham, noga, git. Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van: J. en W. B.; K. en M. B.; W. B.; A. de B.; J. en O. B.; O. B.; 8. O.; D. en V. D.; A. E.; M. F.; D. en T. F.; P. 8. E. G.; D. G.; A. v. G.; A. G.; J. H.; O. de H.; T. H.; G. JL; P. K.; M. M.:CJ. en M. M.; A. R.; O. en R. T.; G. T.; R. V.: W. W.; J. M. v. W.; A. A.; A. de B.; A. IJska. De prijzen zijn ten deel gevallen aan: Koos en Marie Beversluis. Annie <ïe Bunje, Konin-gdw.straat 17. D. en V. Dortmund, 2e Vroonsfcraat HL Annie Eylders, Hoogstraat 1L Dina Griek, De Ruyterstraat 64. Alle GroeneveDd. I Grietje Kroonstulver, Molengracht 14. Annie Romfjn, 2e Emmadw.straat 8. Oorrie en Roelof Tichelaar, Bothastr. 01 Gerard Tomey, Ooetelootstraat 1 a Nieuwe raadsels. I. XXXXXXXXX Op de staande en '••••- liggende kruiajeslljn komt de naam van een vrucht. Op den le rö het ge vraagde woordop de 2e tig een provincie: ivio op de 8e rij een heel groot huisop de 4e rij een kleur,; op de 6e rij een vischop de 6e een lekkernijop de 7e rij een ge wicht op de 8e rij een voorzetselop de 9e rij een medeklinker. IL Welke beroepsnamen staan hier? 1. rkwebkrean. 2. t n o e e o 1 r e I 1. 8. kgrhmoreoled. Inge* dóór D. Griek. Hendrik, dankte die Heeren Staten voor •hum vergiffenis en deelde rijkelijk ctjn schatten uit. Zelfs wilde hij dien Prins een deel van zijn vergaarde goed saherikem Daarop begaf hdj zich naar zljtn geboor teplaats Oost-Zaandam. Z'n geweten liet hem echter geen rust. Hfj vreesde vermoedelijk te avond of te mórgen eens een oud schipper tegen het lijf te zullen loopen, dde zich mocht her inneren hoe COiaes op een oogenblik er gens op «Den Oceaan «De ruimen van zijn schip had weten te leegen. Dag noch nacht ontdeed hjj zich van rijm geladen pistolen, terwijl alB hij zich op straat vertoonde hem steeds eenige tot de tarnden ge wapende imalk'kers vergezelden. Voer hij zelf «1 niet meer ter zee, stil ritten kom hij ook niet Hij rustte nogmaals voor eigen rekening eenige koopvaarders uit Tegenslag op tegenslag trof hem e«3hter bij deze omdermelmimgen. n Schip, dloor z'n halfbroer Hein Aertaz geoomimandeerd, wendi met "m rijke Dading in de Oostzee overzeild en ging reddeloos verloren. Zijn zoon Jan trof op een ander schip hetzelfde lot Bovendien maakten velen, «He met hem zaken déden, van zijn gulheid mis bruik, zoodat hfj tien slotte nóg «DcxxDann ten gr ave daalde. In den volksmond leeft 's imams nage dachtenis nog steeds voort dóór het ge zegde: HU is 'n rare Claes Oompaan! R. f

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 12