T
VIJFDE EN LAATSTE BLAD
BINNENLAND
DE STORM VAN WOENSDAG
GEMENGD NIEUWS
VAM ZATERDAG 28 NOVEMBER 1925,
Terschellinger Motorschoener 2
vermist.
In November van liet vorig© jaar werd
de nu vermiste motorsehoener „Terschel
ling 2" van 'het loodswezen alhier overige-
dragen aan Terschelling.
In 1923 werd het schip op de werf al
hier verbouwd en geheel vernieuwd, ter
wijl een motor werd ingebouwd.
De schoener, die trussohen het Tersohel-
linger lichtschip en de Terschellinger
gronden kruist, ging Dinsdagmorgen 6
uur voor zijn wekedijkschen dienst nn»r
zijn vast kruispunt.
Na den storm1 van Woensdag was de
schoener daarvan verdwenen. Dit veront
rustte echter niet, omdat omdat het on
mogelijk was, bij een zoo woest© zee, op
het vaste punt te blijven, het is dan ook
meermalen voorgekomen, dat schoeners
bij stormweer van hun kruisposten sloe
gen. Eenige uren, een halven dag of een
dag daarna kwamen zij dan echter weer op
de plaats van bestemming.
Niet echter de „Terschelling 2". Het
schip is tot heden nog niet teruggekeerd.
Het is dan ook te begrijipen dat groot©
angst de Terschellinger bewoners
aangegrepen heeft, omdat de dertien op
varenden allen Tersohellingers zijn, ver
scheidene familieleden van Heldersohen.
De bemanning bestond uit: schipper J.
Zeylmaker, stuurman H. Lodewijk, lood
sen Jelle Smit, W. Kleyn, H. de Jong en
J. de Jong. Voorts zijn nog leden der
equipage: de kweekelingen P. van Vuren
en J. van Keulen, de loods Tjebbe Ree, de
loodsknechten M. Schroor en G. Bakker,
de kok K. Kleyn en1 Strikwerda. Laatst
genoemde is een Fries van geboorte en
tevens raadslid op het eiland, de anderen
zijn Terschellingers.
Heit vermoeden dat het schip imet man
en muis vergaan zou zijn, is versterkt
door het vinden van een gaffel, kussens
en een schuilbord, afkomstig van den
loodssohoener, terwijl nabij Midsland een
reddingboot aanspoelde.
Gisterenmiddag zijn de torpedobooten
Z 8 en Z 4 naar zee vertrokken om1 den
loodssdhoener op te sporen. Zonder suooes
echter. De beid© torpedobooten moesten
om 4 uur onvenrichterzake terugkeeren
wegens toenemenden zeegang.
Hedenmorgen zijn van hier vertrokken
Hr. Ms. Heemskerck, de Z 3, Z 4, Hr. Ms.
Triton, de loodsboot 6 en de G 2, die op
verschillende streken de zee zullen af
zoeken.
Op de Engelschmanplaat zou een wrak
zitten. De Inspecteur van het loodswezen
heeft een visschersvaartuig gerequireerd,
obm te onderzoeken of dit wrak ook van
den vermisten loodssdhoener kan zijn.
Met groot© spanning wordt de uitslag van
dit onderzoek afgewacht
Omtrent de vermoedelijke oorzaak van
het ongeval tast men in het duister. Is de
boot door de golven stukgeslagen? is hij
vastgeloopen op de ondiepe gronden voor
Terschelling? is rijn motor defect geraakt,
waardoor 'hij een speelbal van de golven
geworden is?
Men weet het niet! Op onze vraag aan
den loodsoammissaris, den heer Wiersma,
wat hij dadht dat de oorzaak van het on-
Kluk zou kunnen zijn, moest deze ont-
nnend antwoorden.
„Niet onmogelijk is," zei de heer Wiers-
jna, „dat men getracht heeft op 'het laatste
oogenMik, toen men het gevaar zag, de
haven van Terschelling nog binnen te
ioopeni
Stortamelk, die gronden van Terschel
ling zijn vreeselijk ondiep, zoodat men
daar direct gevaarlijke grondzeeën heeft.
Is het schip daarin gekomen, dan is het
verloren geweest.
In Stortamelk staat 48 d.M. water, ter
wijl het Sohulpengat nog 8090 d.M. wa
ter heeft. 1
Het ls natuurlijk evengoed mogelijk,
•dat het schip een defecte motor heeft ge
kregen of door een golf zeewater is om
geslagen.
Positief ls er niets van te zeggen.
Het Engelsch© ss. „Milten Star" dat te
Vlaardingen arriveerde, rapporteerde dat
het Woensdag te ongeveer 67a uur ^er
hoogte van Terschelling, tijdens een
sneeuwstorm, met een zeilscheepje in aan
varing is geweest.
Het schip stampte en slingerde hevig;
het lag onder een scherpen hoek van 38
graden toen het met het zeilschip in aan
varing kwam.
Onmiddellijk heeft de gezagvoerder een
touwladder laten uitzetten, die midden
tusschen de menschen aan boord van het
zeilschip terecht kwam. Ook werden lijnen
over boord gezet. Men hoorde de beman
ning van het aangevaren schip nog
schreeuwen, doch niemand greep de touw
ladder. Vermoedt wordt, dat zich drie
man aan boord bevonden.
De „Milton Star" moest van verdere
reddingpogingen afzien, omdat men van
wege den Noordwesterstorm, zelf alle
moeite had om uit den wal te blijven.
Zekerheid omtrent deze aanvaring be
staat echter ook niet, en het zal een tasten
in het duister blijven zoolang men geen
positieve gegevens heeft.
Niet onmogelijk is, dat dit de „Ter
schelling 2" is geweest, omdat de kapitein
meedeelde, dat het een tweemast scheepje
was.
De mededeeling van den kapitein, dat
men drie man aan dek had meenen te
zien, maakt deze veronderstelling echter
minder aannemelijk. Bij dergelijk vliegend
weer toch is op een loodsvaartuig
niemand benedendeks. Niet onmogelijk is
het, dat het zeilscheepje een van de
tegenwoordig veel om de Noord verblij
vende Deensche visschersschepen is ge
weest. Deze hebben ook meestal twee
masten.
Terschellingerbamk losgeslagen!
Een anker en 160 vaam ket
ting verloren. 1000 meter ver-1
dreven.
Het lichtschip Terschëllingerbank heeft
het ook zwaar te verantwoorden gehad.
Het schip verloor zijn anker en 160 va
dem ketting, waardoor het ongeveer 1000
M. van zijn plaats is verdreven.
De Drente is gistermorgen 11 uur uit
de haven vertrokken om het schip hier
binnen te brengen. Om 6.10 uur had de
sleepboot verbinding met de Terschellin-
gerbank en Vrijdagnacht om 2 uur waren
de beide schepen op de reede, waar de
Terschelligerbank voorloopig voor anker
werd gelegd.
Vanmorgen is het schip door de Assis
tent in de haven gesleept en naar de Ma
rinewerf gebracht.
Verbinding meit Texel
Ook de „Dageraad" heeft het uit den
aard der zaak hard te verantwoorden ge
had. De Texelsche Courant schrijft ojl
het volgende over den, tocht op Woensdag
van Helder naar TexeiL
Als regel vertrekt de boot 's middags
te 4,15 uit de Heldersche haven en zeker
zou dat ook Woensdag zijn geschied, ware
het niet, dat storm en tij (eb) een kink
in den kabel brachten en zoo de dienst
regeling in de war stuurden. Reeds had
de kapitein zich genoodzaakt gezien ver
der in de haven een betere ligplaats op te
zoeken, om passagiers gelegenheid te ge
ven aan wal te gaap, zonder daarbij op
onaangename wijze met het zilte nat ken
nis te maken. De gewone steiger leende
zich voor zoo'n bad uitstekend, maar werd
als landingsplaats minder 'geschikt geacht.
Met groote moeite gelukte het, de boot in
bedwang te houden, zij het dan dat de
meeste kabels als kantoorgaren afknapten.
Toen het vertrekuur was genaderd,
bleek het onmogelijk de „Dageraad" met
haar voorsteven naar Texel gekeerd te
krijgen, waarom achter in de haven daar
toe een poging werd aangewend en
met succes. Eindelijk het liep tegen
zessen werd het ruime sop gekozen en
de strijd met de woedende, door orkaan
kracht opgezweepte, baren aangebonden
(u weet, dat het onder zulke omstandighe
den kan spoken op het Marsdiep. De tocht
werd evenwel knap volbracht dank zij
de kranige kapitein en bemanning! en
te plm. kwart voor zeven voer de boot de
haven van Oudëschild binnen. We mer
ken op, dat het de eerste maal was. dat de
„Dageraad" zulk een moeite ondervond.
DE KABINETSCRISIS.
Geen minderheids-ministerie.
Naar de „Telegr." verneemt, schijnt er
in de R.-K. Kamerfractie een strooming
te bestaan, die op den duur wel er toe
zal willen medewerken om te komen tot
een democratische partijgroepeering.maar
dan onder R.-K. leiding. Het blad heeft
naar aanleiding hiervan nadere inlichtin
gen ingewonnen in leidende V.-D. kringen
om te vernemeh, hoe men daartegenover
staat.
Men zeide, dat, indien de R.-K. thans
de pogingen tot het in het leven roepen van
een democratisch bewind van mr. Marchant
zouden willen doen mislukken, zij dit zelf
dienen te weten en de V.-D. in de toekomst
hun volkomen vrijheid van houding willen
voorbehouden, te meer daar de R.-K. en
de S.-D. samen over een meerderheid in
de Tweede Kamer beschikken.
Men wees er op, dat in zoo'n geval de
positie van de vrijzinnig-democraten onge
veer dezelfde zou kunnen worden als die
van de Christelijk-Historischen ondei; de
ministers Kuyper en Heemskerk.
In de laatste dagen zijn er 'stemmen
opgegaan, die op de mogelijkheid hebben
gewezen van de vorming van een minder
heidskabinet, door mr. Marchant en be
staande uit sociaal-democraten en vrij
zinnig-democraten.
Doch naar de „Telegr." vernam, hand
haaft de vrijz.-democratische leider zijn
reeds in zijn Rotterdamsche rede neer
gelegd stEindpunt, dat hij of niet aan denkt,
om een minderheidsministerie te vormen.
Is het blad goed ingelicht, dan denken
de sociaal-democraten er evenzoo over.
De Standaard wijdt een artikel aan
„het fameuze program", waarin het blad
o.m. zegt:
Tot nu toe kan hetgeen de omverwer
pers der Coalitie, met den heer Mar
chant in het voorste gelid, praesteeren,
weinig aanspraak op bewondering ma
ken.
De ommezwaai ten aanzien van net
gezantschap is uit een oogpunt van par
lementair fatsoen erger dan bedenkelijk.
Het bedelen om de gunst der Room-
schen maakt den toeschouwer wee om
't hflrt
In het ,^egleerin#sprogram,, ontbreekt
elk vonkje, dat geestdrift zou kunnen
wekken.
Of meent de heer Marchant, dat niet
alleen in de keuken, maar ook in een
politieke crisis, de aardappelen koud
moeten worden opgezet? En is zijn hoop
er op gevestigd dat ze straks wel gaar
zullen worden?
Wij weten het niet
Maar of hij nu juist de goede kok zal
blijken, om aan het Nederlandsche volk
een smakelijken poHtaekan maaltijd te
bereiden?
Na alles wat het anti-revolutionaire or
gaan in den laatsten tijd van hem. hoorde
en dag, meent het dat te mogen betwij
felen.
Een stiefkind.
In het onderwijsgezin worden de kinde
ren door moeder Regeering allen behoorlijk
toebedeeld. De Rijks Hoogere Burgerscho
len worden zoo goed als geheel door het
Rijk bekostigd; de bijzondere Hoogere
Burgerscholen genieten 8o subsidie; de
Nijverheidsscholen (Ambachtsscholen, enz.)
openbare zoowel als bijzondere, krijgen 70
a 80 de kosten van het Landbouwonder
wijs worden zoo goed als geheel door het
Rijk gedragen; van het Openbaar en Bij
zonder Lager Onderwijs betaalt het Rijk
ongeveer 80 der totaallkosten. Er is ech
ter één stiefkind: het Handelsonderwijs;
daarvoor bedraagt de subsidie slechts 50%.
De toestand van vele onzer handelsscho
len wordt steeds moeilijker. De Provincies
houden zich hoe langer hoe meer terug bij
het toekennen van subsidies; de Kamers
van Koophandel zijn niet vrijgevig. Het
resultaat is, dat voor vele scholen de toe
stand onhoudbaar dreigt te worden. Dit is
wel droevig in een land, waar handel en
bedrijf hoofdbronnen van bestaan zijn! Wil
men niet, dat onze Handelsscholen, de op
leidingsscholen voor het bedrijfsleven, te
gronde gaan, dan is verhooging der Rijks
subsidie tot minstens 70 zeer dringend
noodig.
Ook inzake de wettelijke regeling komt
het Handelsonderwijs weer achteraan; het
wacht nog altijd op wettelijke vaststelling
der aan de einddiploma's te verbinden rech
ten. Urgent is een afzonderlijke wet op het
Handelsonderwijs, dit opgevat als één sa
menhangend geheel, dat zijn eigen organi
satie heeft, los van de andere takken van
onderwijs.
Margarine.
Het St.bL no. 417 bevat een Kom besluit
van den116den Oct., tot toepassing van de
artikelen 14 en 16 der Warenwet (StJbL
1919 na 681) op margarine. Hierbij is o.a.
bpaald:
Art 1. Margarine moet voldoen aan de
volgende eisohen:
a. het vetgehalte imag niet lager rijn dan
80 pet., het vochtgehalte niet toooger dan
16 pet.;
b. conserveermiddelen, andere dan keu
kenzout en benzoëzuur of benaoëzure zou
ten mogen niet aanwezig zijn; de totale
hoeveelheid benizoëzuur, als zoodanig
en/of benaoëzure verbindingen aanwezig,
mag niet meer bedragen dan 0.02 pet.;
c. voor de gezondheid schadelijke be
standdelen mogen niet aanwezig zijn;
d. zij mag niet ranzig schimmelig of op
andere wijze bedorven of abnormaal van
geur of smaak zijn.
Art 2. Indien bij margarine nevens het
woord „margarine" de aanduiding „me
lange" wordt gebezigd, moet bovendien de
hoeveelheid botervet, in 5 g. van het uit
gesmolten en gefiltreerde vet van de mar
garine aanwezig rijn, een nieuw Kirsch-
neigetal aanwijzen van ten minste 80.
OOST-INDIE.
DE OVERBEVOLKING VAN JAVA
door
Mr. J. Gerritsen, oud-lid dier Tweede
Kamer.
Een der moeilijkste problemen, waarvoor
de Begrooting in Indië staat, is wel de bin
nen betrekkelijk korten tijd te verwachten
ovei bevolking van Java.
De inheemsche bevolking van dat eiland
wordt thans op 37 millioen geschat en
neemt jaarlijks met circa een half millioen
toe. Blijft de bevolking naar verhouding
toenemen, dan zal er binnen enkele tiental
len van jaren op het eiland zelf voor een
aanzienlijk aantal inheemschen geen werk
en daardoor geen voedsel zijn.
De Indische Regeering is diep doordron
gen van den ernst van dit vraagstuk en is
reeds in verschillende opzichten handelend
opgetreden. De maatregelen, waardoor zij
die overbevolking tracht te keeren, zijn
tweeërlei: ie. bevordering eener fabrieks
nijverheid op Java en 2e. bevordering der
emigratie van Tavanen naar de schaarsch
bevolkte buitengewesten.
Het denkbeeld! van bevordering der fa
brieksnijverheid van Regeeringswege is in
den wereldoorlog ontstaan. Wel werd in
het Nederlandsche Parlement reeds af en
toe de wenschelijkheid betoogd om een In
dische grootindustrie te scheppen, om de
Indische bevolking uit den landbouwstaat
tot den industrieelen staat op te heffen,
maar het bleef bij beschouwingen.
De wereldoorlog bracht in Indië, evenals
in vele andere landen, duidelijk aan het
licht, hoe men in tal van opzichten voor de
bevrediging van zijn maatschappelijke be
hoeften op het buitenland was aangewezen.
Indië, bijna geheel zonder eigen fabrieks
nijverheid, was dit nog meer dan andere
landen. En het was de wensch naar een
eigen industrie, die in September 1915
leidde tot de instelling van een Commissie
tot bevordering van de fabrieksnijverheid.
Verschillende industrieën in Indië moes
ten, na een kommervol bestaan, öf opgehe
ven óf verplaatst worden: de rubberfabriek
te Bancjoenig, de in Indië werkende oliefa-
brieken, welker lijdensgeschiedenis nog
maar al te goed in het. geheugen ligt, de
kaarsenfabriek te Balik Papan, die naar
China verplaatst werd. Het geeft op den
duur niets, een industrie kunstmatig in het
leven te roepen. De Rhein-Elbe Union, door
voordeelig contract, met de Regeering, er
toe verlokt een fabriek voor bruggenbouw
en spoorwagens-fabricage in Cheribon te
vestigen, heeft de fabriek doen sluiten en
het personeel is naar Duitschland terugge-
keerd.Hoe het met de papierfabriek te Pa-
dalarang zal gaan, wanneer deze haar pro-
duc£ slechts leveren kan tegen marktprijs,
is een vraag, die de toekomst zal moeten
beantwoorden.
Van een inlandsche groot-industrie is
binnen afzienbaren tijd geen sprake, om de
eenvoudige reden, dat de Inlandsche Maat
schappij geep ondernemers, noch bedrijfs
leiders voortbrengt. Verbetering en bevor
dering van de Inlandsche klein-qijverheid is
uiterst moeilijk; kwaliteitswaardeering is
bij Inlandschen afzet vrijwel uitgesloten.
Maar al is de bevordering van de Inland
sche nijverheid een zaak van langzame wor
ding, van taai geduld en onverzwakte toe
wijding, toch mag de. moed niet opgegeven
worden om wat in de kiem aanwezig is,
verder te doen groeien.
Met het tweede middel tot) afwending der
gevaren, verbonden aan de dreigende over
bevolking, namelijk de emigratie naar de
buitengewesten, is de Regeering in 1905
begonnen door een groot terrein in de Lam-
pongsche districten te bestemmen voor ko
lonisatie van Javaansche emigranten.
Hoewel die emigratie in den beginne met
groote moeilijkheden te "kampen had, kan
thans gezegd worden, dat zij geslaaedis. Op
het oude kolonisatieterrein Gedong Tataan
zijn thans 20.000, op het nieuwe terrein in
de onderaf deeling Kota Agoeng ruim 5000
Javanen gevestigd. Het 'grootste gedeelte
dier terreinen is geïrrigeerd; de padi-oogst
bedraagt 50 tot 60 pikdl per bouw, een
uiterst gunstig cijfer vergeleken met Java,
waar het gemiddelde niet meer bedraagt
dan 23 pikol per geslaagden bouw.
Bij de Indische begrooting voor 1926
stelt de Regeering verschillende maatrege
len voor om de bestaande kolonisatie uit te
breiden. Door die maatregelen denkt men
8000 bouws te kunnen bevloeien, waardoor
r dan weer plaats is voor 6000 gezinnen.
Toch moet men van deze kolonisatie als
maatregel tegen dreigende overbevolking
geen te groote verwachtingen koesteren,
want het duurt geruimen tijd, eer een Ja
vaansche volksplanting in de buitengewes
ten tot stand komt. Te Gedong Tataan wo
nen nu 5000 gezinnen, dus ongeveer 20.000
zielen, doch het heeft twintig jaar gekost
om dit resultaat te bereiken. Vooral in den
beginne, als de kolonisten ontginningswerk
moeten doen, is hun bestaan moeilijk. Daar
om is het beter volksplantingen te beginnen
in streken, die reeds min of meer zijn open
gelegd, en waar de kolonisten ook op an
dere wijze dan door ontginning van bosch-
gronden werk en voedsel kunnen vinden.
Daarom is het uitermate gewenscht, dat het
stichten van volksplantingen zooveel moge
lijk hand in hand °"aat met de openlegging
van de buitengewesten door het vestigen
van ondernemingen alldaar. Vandaar, dat
vooral met het oog op de te groote en s eeds
toenemende bevolking van Java de open
legging der buitengewesten door het vesti
gen aldaar van Europeesche ondernemingen
zulk een enorm belang is.
Voor zoover men thans kan zien, zullen
dus de besnroken maatregelen in de toe
komst niet voldoende zijn óm de met een
half millioen zielen per jaar toenemende be
volking van Java aan het noodig voedsel te
helpen.
Naar onze meening dient de Regeering
het bevolkingsvraagstuk voor Java door een
speciaal daarvoor ingesteld orgaan te doen
bestudeeren, om aan de hand van diens ad
viezen het cevaar zooveel mogelijk te be
zweren. Maar daarnaast zal in de opvoe
dende politiek* der Regeering ten opzichte
van den Javaan veel veranderd moeten wor
den. Men moet hem leeren zichzelf te helpen
en economisch op eigen beenen te staan.
Totnutoe dacht de Regeering voor den Ja
vaan, men deed voor hem, men leerde de
bevolking resultaten te aanvaarden, zonder
zich te bekommeren om de wijze van tot
standkoming, men leerde haar hulp van der
den te verwachten, niet zichzelf in te span
nen. Daarin moet in de eerste plaats ver
andering komen.
Er zal daarbij vrede moeten worden
genomen met een oogenschijnlijk geringere
volmaaktheid. Er zal meer geduld geoefend
moeten worden; er zal diplomatiek talent
getoond moeten wordeiver zal moeten wor
den berust en uit handen gegeven. Daarte
genover zal het verantwoordelijkheidsgevoel
en daarmede de arbeidslust van belang
hebbenden moeten worden ontwikkeld; als
dan zullen vele moeilijkheden overwonnen
worden.
Felle brand te Venray.
Een zeer zware "brand heeft Vrijdagavond
in het dorpje Venray gewoed.
Terwijl de paters van het klooster der
Franciscanen in de kerk hun avondofficie
baden, bemerkte de chauffeur en inzitten
den van een autobus, die daar passeerde,
dat er op verdachte wijze rook. uit het
klooster kwam.
Onmiddellijk waarschuwden zij de paters,
die dadelijk naar de aangeduide plaats in de
bibliotheek snelden.
Inderdaad stond die kamer reeds in lichte
laaie: De brandweer werd onmiddellijk ge
waarschuwd, terwijl ook de paters hun best
deden met alle mogelijke ten dienste staande
middelen het vuur te blusschen. Hier viel
echter niet aan te denken. Weldra was het
grootste gedeelte van het klooster een vlam
menzee. Met del geringe brandbluschmidde-
len, waarover de Venraysche brandweer be
schikt, bleek al spoedig, dat men niet veel
tegen den vuurgloed kon uitrichten.
Daarom werd de brandweer uit Venlo
te hulp geroepen, die na eenigen tijd ter
plaatse verscheen, evenals bluschmidflelen
van verschillende omliggende dorper Men
kon evenwel ook gezamenlijk wegens ge
brek aan water niet veel uitrichten.
De paters hielpen zoo goed zij konden bij
het blusschen, waarbij een hunner nog
eenige brandwonden opliep.
Weldra bereikten de vlammen de kerk en
kort daarop ook den toren. Er was niets
meer tegen te doen. De vuurzee had het
geheele complex aangetast en na eenigen
tijd stortte de toren, die wel een hoogop-
PREDIKBEURTEN.
ZONDAG 29 NOVEMBER
Ned. Herv. Gemeente.
Nieuwe Kerk (Weststraat):
's Morgens 10.30 uur, Ds. W. A. F. van Dijk.
(Doop).
Geen dienst
Geen dienst
Geen dienst.
Westerkerki
Huisduinen:
Jnllanadorp:
Evangelisatie (Palmstraat):
's Morgens 10 uur, Ds. L. W. Erdman,
vrn IJ muiden.
Geref. Kerk (Spoorstraat):
's Morgens 10 uur en 'snamiddags 2.30 uur,
Ds. J. J. Buskes, van Oosterend (T.)
Bediening van het H. Avondmaal,
's Avonds 6 uur, Ds. J. J. Buskes. (Na
betrachting.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht):
's Morgens 10 uur en 's avonds 6 uur,
Ds. B. van den Berg.
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 6.30 uur,
de Heer L. Wijting, van Rjjssen.
Doopsgezinde Kerk:
Geen dienst.
Luthersche Kerk:
's Morgens 10 uur, Prof. Dr. J. W. Pont,
van Bussum. Zendingszondag.
Leger des Hells (Spoorgracht 38).
's Morgens 10 uur, Heiligingsdiehst.
's Namiddags 3.30 uur, Openluchtbijeen
komst, Koningsplein.
's Avonds 8 uur, Heilssamenkomst.
laaiende flambouw geleek, ter aarde. Deze
kwam boven op het kerkorgel neer.
Het geheele klooster, de kerk, en de toren
gingen in vlammen op.
De paters slaagden er nog in het Aller
heiligste, benevens eenige waardevolle stuk
ken en eenige boeken te redden.
Zeer veel ging echter verloren, waaronder
de kostbare bibliotheek, die een schat van
belangrijke werken bevatte. Het klooster
was bewoond door paters-leeraren, en hun
helpers, die o. a. een gymnasium onder hun
hulpgebouwen telden.
Gemeenteraad van Deemster.
Bedrijfsdirecteur en Raad.
In de Donderdag gehouden vergadering
van den Raad van Beemster werden be
sprekingen gehouden over het optreden
van den directeur van het gemeentelijk
electriciteitsbedrijf, den heer dr. R. Kui
pers, doopsgezind predikant. Deze had,
nadat een voorstel van een der raads
leden om zijn jaarwedde van f 2000 tot
f 2600 ta verhoogen met groote meerder
heid was verworpen, een adres aan den
gemeenteraad gericht. In dit adres schreef
hij, dat de Raad door het raadslid Köhne
geheel verkeerd is ingelicht, toen hij
cijfers omtrent andere gelijksoortige elec-
triciteitsbedrijven heeft genoemd.
Verder wordt gezegd, dat de raadsleden
Köhne en IJff blijkbaar geen onpartijdig
onderzoek gewild hebben en dat de Raad
door hen opzettelijk of niet opzettelpk
misleid is.
Dit adres wekte bij de raadsleden veel
ontstemming.
Ook was nog een latere brief van den
directeur ontvangen, waarin hij zegt, dat
het niet zijn bedoeliDg geweest is om ge
noemde raadsleden te beleedigen of on
aangenaam te zijn, maar om voor zijn
goed recht op te komen. Het spijt hem
den indruk gevestigd te hebben, dat die
raadsleden onpartijdig zouden zijn. Daar
omtrent bood hij gaarne zijn verontschul
diging aan.
De wethouder Edel stelde voor om over
de houding van den directeur afkeuring
uit te spreken.
De heer Köhne hield daarna een uit
voerig betoog over de questië en zeide
0. a„ dat in het adres van den directeur
schandelijke beschuldigingen voorkwa
men. Over het tweede schrijven wilde hij
maar liever niets zeggen.
De heer Woelderse stelde tenslotte voor
om met ingang van 1 Januari a.s. den
directeur van het G. E. B. te ontslaan, op
grond 0. a. dat hij aan den Raad onjuiste
mededeelingen heeft gedaan en twee raads
leden heeft beieedigd.
Dit voorstel zal in de volgende verga
dering worden behandeld.
Afdoende lulsbeetrijdlng bij kippen.
In „De Klein veeteelt" wordt medege
deeld dat houtasch en tabaksstof doeltref
fende middelen rijn om de luis bjj hoen
ders te bestrijden.
De genoemde stoffen worden in een
bak dooreen gemengd, waarna men de
dieren er goed in stopt. Na ongeveer één
minuut kan men de dieren weer loslaten,
na ze eerst even wat te hebben uitge
schud. Het resultaat is een blanke, schoone
huid, zonder ©enig stof en zonder een en
kele parasiet De uit de eieren zich later
ontwikkelende luizen hebben de hoenders
door eigen vrijwillige stofbaden eveneens
onschadelijk gemaakt.
Het middel wordt sterk aanbevolen bo
ven het gebruik van insectenpoeder, een
3 creoüne-oplossing, enz., welke mid
delen vele bezwaren hebben en bovendien
niet afdoende blijken.
Mishandeling.
J.. Zondagavond omstreeks kwart vóór
twaaf zou de 23-jarige W. K., die dien
avond met een neef was uitgeweest, per
autobus van dë maatschappij Luxe naar
de ouderlijke woning aan den Zuidhoek te
Rotterdam terugkeeren. Nabij het Beurs
station wou hij in de autobus stappen. Op
dit noganrtUr kwam «an man van achter
Het klooster der Franciscaner
paters, benevens de kerk met
toren in asch gelegd.