T VIJFDE EN LAATSTE BLAD BINNENLAND DE STORM VAN WOENSDAG GEMENGD NIEUWS VAM ZATERDAG 28 NOVEMBER 1925, Terschellinger Motorschoener 2 vermist. In November van liet vorig© jaar werd de nu vermiste motorsehoener „Terschel ling 2" van 'het loodswezen alhier overige- dragen aan Terschelling. In 1923 werd het schip op de werf al hier verbouwd en geheel vernieuwd, ter wijl een motor werd ingebouwd. De schoener, die trussohen het Tersohel- linger lichtschip en de Terschellinger gronden kruist, ging Dinsdagmorgen 6 uur voor zijn wekedijkschen dienst nn»r zijn vast kruispunt. Na den storm1 van Woensdag was de schoener daarvan verdwenen. Dit veront rustte echter niet, omdat omdat het on mogelijk was, bij een zoo woest© zee, op het vaste punt te blijven, het is dan ook meermalen voorgekomen, dat schoeners bij stormweer van hun kruisposten sloe gen. Eenige uren, een halven dag of een dag daarna kwamen zij dan echter weer op de plaats van bestemming. Niet echter de „Terschelling 2". Het schip is tot heden nog niet teruggekeerd. Het is dan ook te begrijipen dat groot© angst de Terschellinger bewoners aangegrepen heeft, omdat de dertien op varenden allen Tersohellingers zijn, ver scheidene familieleden van Heldersohen. De bemanning bestond uit: schipper J. Zeylmaker, stuurman H. Lodewijk, lood sen Jelle Smit, W. Kleyn, H. de Jong en J. de Jong. Voorts zijn nog leden der equipage: de kweekelingen P. van Vuren en J. van Keulen, de loods Tjebbe Ree, de loodsknechten M. Schroor en G. Bakker, de kok K. Kleyn en1 Strikwerda. Laatst genoemde is een Fries van geboorte en tevens raadslid op het eiland, de anderen zijn Terschellingers. Heit vermoeden dat het schip imet man en muis vergaan zou zijn, is versterkt door het vinden van een gaffel, kussens en een schuilbord, afkomstig van den loodssohoener, terwijl nabij Midsland een reddingboot aanspoelde. Gisterenmiddag zijn de torpedobooten Z 8 en Z 4 naar zee vertrokken om1 den loodssdhoener op te sporen. Zonder suooes echter. De beid© torpedobooten moesten om 4 uur onvenrichterzake terugkeeren wegens toenemenden zeegang. Hedenmorgen zijn van hier vertrokken Hr. Ms. Heemskerck, de Z 3, Z 4, Hr. Ms. Triton, de loodsboot 6 en de G 2, die op verschillende streken de zee zullen af zoeken. Op de Engelschmanplaat zou een wrak zitten. De Inspecteur van het loodswezen heeft een visschersvaartuig gerequireerd, obm te onderzoeken of dit wrak ook van den vermisten loodssdhoener kan zijn. Met groot© spanning wordt de uitslag van dit onderzoek afgewacht Omtrent de vermoedelijke oorzaak van het ongeval tast men in het duister. Is de boot door de golven stukgeslagen? is hij vastgeloopen op de ondiepe gronden voor Terschelling? is rijn motor defect geraakt, waardoor 'hij een speelbal van de golven geworden is? Men weet het niet! Op onze vraag aan den loodsoammissaris, den heer Wiersma, wat hij dadht dat de oorzaak van het on- Kluk zou kunnen zijn, moest deze ont- nnend antwoorden. „Niet onmogelijk is," zei de heer Wiers- jna, „dat men getracht heeft op 'het laatste oogenMik, toen men het gevaar zag, de haven van Terschelling nog binnen te ioopeni Stortamelk, die gronden van Terschel ling zijn vreeselijk ondiep, zoodat men daar direct gevaarlijke grondzeeën heeft. Is het schip daarin gekomen, dan is het verloren geweest. In Stortamelk staat 48 d.M. water, ter wijl het Sohulpengat nog 8090 d.M. wa ter heeft. 1 Het ls natuurlijk evengoed mogelijk, •dat het schip een defecte motor heeft ge kregen of door een golf zeewater is om geslagen. Positief ls er niets van te zeggen. Het Engelsch© ss. „Milten Star" dat te Vlaardingen arriveerde, rapporteerde dat het Woensdag te ongeveer 67a uur ^er hoogte van Terschelling, tijdens een sneeuwstorm, met een zeilscheepje in aan varing is geweest. Het schip stampte en slingerde hevig; het lag onder een scherpen hoek van 38 graden toen het met het zeilschip in aan varing kwam. Onmiddellijk heeft de gezagvoerder een touwladder laten uitzetten, die midden tusschen de menschen aan boord van het zeilschip terecht kwam. Ook werden lijnen over boord gezet. Men hoorde de beman ning van het aangevaren schip nog schreeuwen, doch niemand greep de touw ladder. Vermoedt wordt, dat zich drie man aan boord bevonden. De „Milton Star" moest van verdere reddingpogingen afzien, omdat men van wege den Noordwesterstorm, zelf alle moeite had om uit den wal te blijven. Zekerheid omtrent deze aanvaring be staat echter ook niet, en het zal een tasten in het duister blijven zoolang men geen positieve gegevens heeft. Niet onmogelijk is, dat dit de „Ter schelling 2" is geweest, omdat de kapitein meedeelde, dat het een tweemast scheepje was. De mededeeling van den kapitein, dat men drie man aan dek had meenen te zien, maakt deze veronderstelling echter minder aannemelijk. Bij dergelijk vliegend weer toch is op een loodsvaartuig niemand benedendeks. Niet onmogelijk is het, dat het zeilscheepje een van de tegenwoordig veel om de Noord verblij vende Deensche visschersschepen is ge weest. Deze hebben ook meestal twee masten. Terschellingerbamk losgeslagen! Een anker en 160 vaam ket ting verloren. 1000 meter ver-1 dreven. Het lichtschip Terschëllingerbank heeft het ook zwaar te verantwoorden gehad. Het schip verloor zijn anker en 160 va dem ketting, waardoor het ongeveer 1000 M. van zijn plaats is verdreven. De Drente is gistermorgen 11 uur uit de haven vertrokken om het schip hier binnen te brengen. Om 6.10 uur had de sleepboot verbinding met de Terschellin- gerbank en Vrijdagnacht om 2 uur waren de beide schepen op de reede, waar de Terschelligerbank voorloopig voor anker werd gelegd. Vanmorgen is het schip door de Assis tent in de haven gesleept en naar de Ma rinewerf gebracht. Verbinding meit Texel Ook de „Dageraad" heeft het uit den aard der zaak hard te verantwoorden ge had. De Texelsche Courant schrijft ojl het volgende over den, tocht op Woensdag van Helder naar TexeiL Als regel vertrekt de boot 's middags te 4,15 uit de Heldersche haven en zeker zou dat ook Woensdag zijn geschied, ware het niet, dat storm en tij (eb) een kink in den kabel brachten en zoo de dienst regeling in de war stuurden. Reeds had de kapitein zich genoodzaakt gezien ver der in de haven een betere ligplaats op te zoeken, om passagiers gelegenheid te ge ven aan wal te gaap, zonder daarbij op onaangename wijze met het zilte nat ken nis te maken. De gewone steiger leende zich voor zoo'n bad uitstekend, maar werd als landingsplaats minder 'geschikt geacht. Met groote moeite gelukte het, de boot in bedwang te houden, zij het dan dat de meeste kabels als kantoorgaren afknapten. Toen het vertrekuur was genaderd, bleek het onmogelijk de „Dageraad" met haar voorsteven naar Texel gekeerd te krijgen, waarom achter in de haven daar toe een poging werd aangewend en met succes. Eindelijk het liep tegen zessen werd het ruime sop gekozen en de strijd met de woedende, door orkaan kracht opgezweepte, baren aangebonden (u weet, dat het onder zulke omstandighe den kan spoken op het Marsdiep. De tocht werd evenwel knap volbracht dank zij de kranige kapitein en bemanning! en te plm. kwart voor zeven voer de boot de haven van Oudëschild binnen. We mer ken op, dat het de eerste maal was. dat de „Dageraad" zulk een moeite ondervond. DE KABINETSCRISIS. Geen minderheids-ministerie. Naar de „Telegr." verneemt, schijnt er in de R.-K. Kamerfractie een strooming te bestaan, die op den duur wel er toe zal willen medewerken om te komen tot een democratische partijgroepeering.maar dan onder R.-K. leiding. Het blad heeft naar aanleiding hiervan nadere inlichtin gen ingewonnen in leidende V.-D. kringen om te vernemeh, hoe men daartegenover staat. Men zeide, dat, indien de R.-K. thans de pogingen tot het in het leven roepen van een democratisch bewind van mr. Marchant zouden willen doen mislukken, zij dit zelf dienen te weten en de V.-D. in de toekomst hun volkomen vrijheid van houding willen voorbehouden, te meer daar de R.-K. en de S.-D. samen over een meerderheid in de Tweede Kamer beschikken. Men wees er op, dat in zoo'n geval de positie van de vrijzinnig-democraten onge veer dezelfde zou kunnen worden als die van de Christelijk-Historischen ondei; de ministers Kuyper en Heemskerk. In de laatste dagen zijn er 'stemmen opgegaan, die op de mogelijkheid hebben gewezen van de vorming van een minder heidskabinet, door mr. Marchant en be staande uit sociaal-democraten en vrij zinnig-democraten. Doch naar de „Telegr." vernam, hand haaft de vrijz.-democratische leider zijn reeds in zijn Rotterdamsche rede neer gelegd stEindpunt, dat hij of niet aan denkt, om een minderheidsministerie te vormen. Is het blad goed ingelicht, dan denken de sociaal-democraten er evenzoo over. De Standaard wijdt een artikel aan „het fameuze program", waarin het blad o.m. zegt: Tot nu toe kan hetgeen de omverwer pers der Coalitie, met den heer Mar chant in het voorste gelid, praesteeren, weinig aanspraak op bewondering ma ken. De ommezwaai ten aanzien van net gezantschap is uit een oogpunt van par lementair fatsoen erger dan bedenkelijk. Het bedelen om de gunst der Room- schen maakt den toeschouwer wee om 't hflrt In het ,^egleerin#sprogram,, ontbreekt elk vonkje, dat geestdrift zou kunnen wekken. Of meent de heer Marchant, dat niet alleen in de keuken, maar ook in een politieke crisis, de aardappelen koud moeten worden opgezet? En is zijn hoop er op gevestigd dat ze straks wel gaar zullen worden? Wij weten het niet Maar of hij nu juist de goede kok zal blijken, om aan het Nederlandsche volk een smakelijken poHtaekan maaltijd te bereiden? Na alles wat het anti-revolutionaire or gaan in den laatsten tijd van hem. hoorde en dag, meent het dat te mogen betwij felen. Een stiefkind. In het onderwijsgezin worden de kinde ren door moeder Regeering allen behoorlijk toebedeeld. De Rijks Hoogere Burgerscho len worden zoo goed als geheel door het Rijk bekostigd; de bijzondere Hoogere Burgerscholen genieten 8o subsidie; de Nijverheidsscholen (Ambachtsscholen, enz.) openbare zoowel als bijzondere, krijgen 70 a 80 de kosten van het Landbouwonder wijs worden zoo goed als geheel door het Rijk gedragen; van het Openbaar en Bij zonder Lager Onderwijs betaalt het Rijk ongeveer 80 der totaallkosten. Er is ech ter één stiefkind: het Handelsonderwijs; daarvoor bedraagt de subsidie slechts 50%. De toestand van vele onzer handelsscho len wordt steeds moeilijker. De Provincies houden zich hoe langer hoe meer terug bij het toekennen van subsidies; de Kamers van Koophandel zijn niet vrijgevig. Het resultaat is, dat voor vele scholen de toe stand onhoudbaar dreigt te worden. Dit is wel droevig in een land, waar handel en bedrijf hoofdbronnen van bestaan zijn! Wil men niet, dat onze Handelsscholen, de op leidingsscholen voor het bedrijfsleven, te gronde gaan, dan is verhooging der Rijks subsidie tot minstens 70 zeer dringend noodig. Ook inzake de wettelijke regeling komt het Handelsonderwijs weer achteraan; het wacht nog altijd op wettelijke vaststelling der aan de einddiploma's te verbinden rech ten. Urgent is een afzonderlijke wet op het Handelsonderwijs, dit opgevat als één sa menhangend geheel, dat zijn eigen organi satie heeft, los van de andere takken van onderwijs. Margarine. Het St.bL no. 417 bevat een Kom besluit van den116den Oct., tot toepassing van de artikelen 14 en 16 der Warenwet (StJbL 1919 na 681) op margarine. Hierbij is o.a. bpaald: Art 1. Margarine moet voldoen aan de volgende eisohen: a. het vetgehalte imag niet lager rijn dan 80 pet., het vochtgehalte niet toooger dan 16 pet.; b. conserveermiddelen, andere dan keu kenzout en benzoëzuur of benaoëzure zou ten mogen niet aanwezig zijn; de totale hoeveelheid benizoëzuur, als zoodanig en/of benaoëzure verbindingen aanwezig, mag niet meer bedragen dan 0.02 pet.; c. voor de gezondheid schadelijke be standdelen mogen niet aanwezig zijn; d. zij mag niet ranzig schimmelig of op andere wijze bedorven of abnormaal van geur of smaak zijn. Art 2. Indien bij margarine nevens het woord „margarine" de aanduiding „me lange" wordt gebezigd, moet bovendien de hoeveelheid botervet, in 5 g. van het uit gesmolten en gefiltreerde vet van de mar garine aanwezig rijn, een nieuw Kirsch- neigetal aanwijzen van ten minste 80. OOST-INDIE. DE OVERBEVOLKING VAN JAVA door Mr. J. Gerritsen, oud-lid dier Tweede Kamer. Een der moeilijkste problemen, waarvoor de Begrooting in Indië staat, is wel de bin nen betrekkelijk korten tijd te verwachten ovei bevolking van Java. De inheemsche bevolking van dat eiland wordt thans op 37 millioen geschat en neemt jaarlijks met circa een half millioen toe. Blijft de bevolking naar verhouding toenemen, dan zal er binnen enkele tiental len van jaren op het eiland zelf voor een aanzienlijk aantal inheemschen geen werk en daardoor geen voedsel zijn. De Indische Regeering is diep doordron gen van den ernst van dit vraagstuk en is reeds in verschillende opzichten handelend opgetreden. De maatregelen, waardoor zij die overbevolking tracht te keeren, zijn tweeërlei: ie. bevordering eener fabrieks nijverheid op Java en 2e. bevordering der emigratie van Tavanen naar de schaarsch bevolkte buitengewesten. Het denkbeeld! van bevordering der fa brieksnijverheid van Regeeringswege is in den wereldoorlog ontstaan. Wel werd in het Nederlandsche Parlement reeds af en toe de wenschelijkheid betoogd om een In dische grootindustrie te scheppen, om de Indische bevolking uit den landbouwstaat tot den industrieelen staat op te heffen, maar het bleef bij beschouwingen. De wereldoorlog bracht in Indië, evenals in vele andere landen, duidelijk aan het licht, hoe men in tal van opzichten voor de bevrediging van zijn maatschappelijke be hoeften op het buitenland was aangewezen. Indië, bijna geheel zonder eigen fabrieks nijverheid, was dit nog meer dan andere landen. En het was de wensch naar een eigen industrie, die in September 1915 leidde tot de instelling van een Commissie tot bevordering van de fabrieksnijverheid. Verschillende industrieën in Indië moes ten, na een kommervol bestaan, öf opgehe ven óf verplaatst worden: de rubberfabriek te Bancjoenig, de in Indië werkende oliefa- brieken, welker lijdensgeschiedenis nog maar al te goed in het. geheugen ligt, de kaarsenfabriek te Balik Papan, die naar China verplaatst werd. Het geeft op den duur niets, een industrie kunstmatig in het leven te roepen. De Rhein-Elbe Union, door voordeelig contract, met de Regeering, er toe verlokt een fabriek voor bruggenbouw en spoorwagens-fabricage in Cheribon te vestigen, heeft de fabriek doen sluiten en het personeel is naar Duitschland terugge- keerd.Hoe het met de papierfabriek te Pa- dalarang zal gaan, wanneer deze haar pro- duc£ slechts leveren kan tegen marktprijs, is een vraag, die de toekomst zal moeten beantwoorden. Van een inlandsche groot-industrie is binnen afzienbaren tijd geen sprake, om de eenvoudige reden, dat de Inlandsche Maat schappij geep ondernemers, noch bedrijfs leiders voortbrengt. Verbetering en bevor dering van de Inlandsche klein-qijverheid is uiterst moeilijk; kwaliteitswaardeering is bij Inlandschen afzet vrijwel uitgesloten. Maar al is de bevordering van de Inland sche nijverheid een zaak van langzame wor ding, van taai geduld en onverzwakte toe wijding, toch mag de. moed niet opgegeven worden om wat in de kiem aanwezig is, verder te doen groeien. Met het tweede middel tot) afwending der gevaren, verbonden aan de dreigende over bevolking, namelijk de emigratie naar de buitengewesten, is de Regeering in 1905 begonnen door een groot terrein in de Lam- pongsche districten te bestemmen voor ko lonisatie van Javaansche emigranten. Hoewel die emigratie in den beginne met groote moeilijkheden te "kampen had, kan thans gezegd worden, dat zij geslaaedis. Op het oude kolonisatieterrein Gedong Tataan zijn thans 20.000, op het nieuwe terrein in de onderaf deeling Kota Agoeng ruim 5000 Javanen gevestigd. Het 'grootste gedeelte dier terreinen is geïrrigeerd; de padi-oogst bedraagt 50 tot 60 pikdl per bouw, een uiterst gunstig cijfer vergeleken met Java, waar het gemiddelde niet meer bedraagt dan 23 pikol per geslaagden bouw. Bij de Indische begrooting voor 1926 stelt de Regeering verschillende maatrege len voor om de bestaande kolonisatie uit te breiden. Door die maatregelen denkt men 8000 bouws te kunnen bevloeien, waardoor r dan weer plaats is voor 6000 gezinnen. Toch moet men van deze kolonisatie als maatregel tegen dreigende overbevolking geen te groote verwachtingen koesteren, want het duurt geruimen tijd, eer een Ja vaansche volksplanting in de buitengewes ten tot stand komt. Te Gedong Tataan wo nen nu 5000 gezinnen, dus ongeveer 20.000 zielen, doch het heeft twintig jaar gekost om dit resultaat te bereiken. Vooral in den beginne, als de kolonisten ontginningswerk moeten doen, is hun bestaan moeilijk. Daar om is het beter volksplantingen te beginnen in streken, die reeds min of meer zijn open gelegd, en waar de kolonisten ook op an dere wijze dan door ontginning van bosch- gronden werk en voedsel kunnen vinden. Daarom is het uitermate gewenscht, dat het stichten van volksplantingen zooveel moge lijk hand in hand °"aat met de openlegging van de buitengewesten door het vestigen van ondernemingen alldaar. Vandaar, dat vooral met het oog op de te groote en s eeds toenemende bevolking van Java de open legging der buitengewesten door het vesti gen aldaar van Europeesche ondernemingen zulk een enorm belang is. Voor zoover men thans kan zien, zullen dus de besnroken maatregelen in de toe komst niet voldoende zijn óm de met een half millioen zielen per jaar toenemende be volking van Java aan het noodig voedsel te helpen. Naar onze meening dient de Regeering het bevolkingsvraagstuk voor Java door een speciaal daarvoor ingesteld orgaan te doen bestudeeren, om aan de hand van diens ad viezen het cevaar zooveel mogelijk te be zweren. Maar daarnaast zal in de opvoe dende politiek* der Regeering ten opzichte van den Javaan veel veranderd moeten wor den. Men moet hem leeren zichzelf te helpen en economisch op eigen beenen te staan. Totnutoe dacht de Regeering voor den Ja vaan, men deed voor hem, men leerde de bevolking resultaten te aanvaarden, zonder zich te bekommeren om de wijze van tot standkoming, men leerde haar hulp van der den te verwachten, niet zichzelf in te span nen. Daarin moet in de eerste plaats ver andering komen. Er zal daarbij vrede moeten worden genomen met een oogenschijnlijk geringere volmaaktheid. Er zal meer geduld geoefend moeten worden; er zal diplomatiek talent getoond moeten wordeiver zal moeten wor den berust en uit handen gegeven. Daarte genover zal het verantwoordelijkheidsgevoel en daarmede de arbeidslust van belang hebbenden moeten worden ontwikkeld; als dan zullen vele moeilijkheden overwonnen worden. Felle brand te Venray. Een zeer zware "brand heeft Vrijdagavond in het dorpje Venray gewoed. Terwijl de paters van het klooster der Franciscanen in de kerk hun avondofficie baden, bemerkte de chauffeur en inzitten den van een autobus, die daar passeerde, dat er op verdachte wijze rook. uit het klooster kwam. Onmiddellijk waarschuwden zij de paters, die dadelijk naar de aangeduide plaats in de bibliotheek snelden. Inderdaad stond die kamer reeds in lichte laaie: De brandweer werd onmiddellijk ge waarschuwd, terwijl ook de paters hun best deden met alle mogelijke ten dienste staande middelen het vuur te blusschen. Hier viel echter niet aan te denken. Weldra was het grootste gedeelte van het klooster een vlam menzee. Met del geringe brandbluschmidde- len, waarover de Venraysche brandweer be schikt, bleek al spoedig, dat men niet veel tegen den vuurgloed kon uitrichten. Daarom werd de brandweer uit Venlo te hulp geroepen, die na eenigen tijd ter plaatse verscheen, evenals bluschmidflelen van verschillende omliggende dorper Men kon evenwel ook gezamenlijk wegens ge brek aan water niet veel uitrichten. De paters hielpen zoo goed zij konden bij het blusschen, waarbij een hunner nog eenige brandwonden opliep. Weldra bereikten de vlammen de kerk en kort daarop ook den toren. Er was niets meer tegen te doen. De vuurzee had het geheele complex aangetast en na eenigen tijd stortte de toren, die wel een hoogop- PREDIKBEURTEN. ZONDAG 29 NOVEMBER Ned. Herv. Gemeente. Nieuwe Kerk (Weststraat): 's Morgens 10.30 uur, Ds. W. A. F. van Dijk. (Doop). Geen dienst Geen dienst Geen dienst. Westerkerki Huisduinen: Jnllanadorp: Evangelisatie (Palmstraat): 's Morgens 10 uur, Ds. L. W. Erdman, vrn IJ muiden. Geref. Kerk (Spoorstraat): 's Morgens 10 uur en 'snamiddags 2.30 uur, Ds. J. J. Buskes, van Oosterend (T.) Bediening van het H. Avondmaal, 's Avonds 6 uur, Ds. J. J. Buskes. (Na betrachting. Chr. Geref. Kerk (Steengracht): 's Morgens 10 uur en 's avonds 6 uur, Ds. B. van den Berg. Oud Geref. Kerk (Hoogstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 6.30 uur, de Heer L. Wijting, van Rjjssen. Doopsgezinde Kerk: Geen dienst. Luthersche Kerk: 's Morgens 10 uur, Prof. Dr. J. W. Pont, van Bussum. Zendingszondag. Leger des Hells (Spoorgracht 38). 's Morgens 10 uur, Heiligingsdiehst. 's Namiddags 3.30 uur, Openluchtbijeen komst, Koningsplein. 's Avonds 8 uur, Heilssamenkomst. laaiende flambouw geleek, ter aarde. Deze kwam boven op het kerkorgel neer. Het geheele klooster, de kerk, en de toren gingen in vlammen op. De paters slaagden er nog in het Aller heiligste, benevens eenige waardevolle stuk ken en eenige boeken te redden. Zeer veel ging echter verloren, waaronder de kostbare bibliotheek, die een schat van belangrijke werken bevatte. Het klooster was bewoond door paters-leeraren, en hun helpers, die o. a. een gymnasium onder hun hulpgebouwen telden. Gemeenteraad van Deemster. Bedrijfsdirecteur en Raad. In de Donderdag gehouden vergadering van den Raad van Beemster werden be sprekingen gehouden over het optreden van den directeur van het gemeentelijk electriciteitsbedrijf, den heer dr. R. Kui pers, doopsgezind predikant. Deze had, nadat een voorstel van een der raads leden om zijn jaarwedde van f 2000 tot f 2600 ta verhoogen met groote meerder heid was verworpen, een adres aan den gemeenteraad gericht. In dit adres schreef hij, dat de Raad door het raadslid Köhne geheel verkeerd is ingelicht, toen hij cijfers omtrent andere gelijksoortige elec- triciteitsbedrijven heeft genoemd. Verder wordt gezegd, dat de raadsleden Köhne en IJff blijkbaar geen onpartijdig onderzoek gewild hebben en dat de Raad door hen opzettelijk of niet opzettelpk misleid is. Dit adres wekte bij de raadsleden veel ontstemming. Ook was nog een latere brief van den directeur ontvangen, waarin hij zegt, dat het niet zijn bedoeliDg geweest is om ge noemde raadsleden te beleedigen of on aangenaam te zijn, maar om voor zijn goed recht op te komen. Het spijt hem den indruk gevestigd te hebben, dat die raadsleden onpartijdig zouden zijn. Daar omtrent bood hij gaarne zijn verontschul diging aan. De wethouder Edel stelde voor om over de houding van den directeur afkeuring uit te spreken. De heer Köhne hield daarna een uit voerig betoog over de questië en zeide 0. a„ dat in het adres van den directeur schandelijke beschuldigingen voorkwa men. Over het tweede schrijven wilde hij maar liever niets zeggen. De heer Woelderse stelde tenslotte voor om met ingang van 1 Januari a.s. den directeur van het G. E. B. te ontslaan, op grond 0. a. dat hij aan den Raad onjuiste mededeelingen heeft gedaan en twee raads leden heeft beieedigd. Dit voorstel zal in de volgende verga dering worden behandeld. Afdoende lulsbeetrijdlng bij kippen. In „De Klein veeteelt" wordt medege deeld dat houtasch en tabaksstof doeltref fende middelen rijn om de luis bjj hoen ders te bestrijden. De genoemde stoffen worden in een bak dooreen gemengd, waarna men de dieren er goed in stopt. Na ongeveer één minuut kan men de dieren weer loslaten, na ze eerst even wat te hebben uitge schud. Het resultaat is een blanke, schoone huid, zonder ©enig stof en zonder een en kele parasiet De uit de eieren zich later ontwikkelende luizen hebben de hoenders door eigen vrijwillige stofbaden eveneens onschadelijk gemaakt. Het middel wordt sterk aanbevolen bo ven het gebruik van insectenpoeder, een 3 creoüne-oplossing, enz., welke mid delen vele bezwaren hebben en bovendien niet afdoende blijken. Mishandeling. J.. Zondagavond omstreeks kwart vóór twaaf zou de 23-jarige W. K., die dien avond met een neef was uitgeweest, per autobus van dë maatschappij Luxe naar de ouderlijke woning aan den Zuidhoek te Rotterdam terugkeeren. Nabij het Beurs station wou hij in de autobus stappen. Op dit noganrtUr kwam «an man van achter Het klooster der Franciscaner paters, benevens de kerk met toren in asch gelegd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 17