I BROKJES LITERATUUR g tadtar verborgen trachten te houden. [De buiteen, te Algiers hébben gewoon lijk twee of drie verdampingen. De ver trekken daarvan komen aiLLe uit op een vierkant binnenplein, of liever op de daarlangs Joopende galerijen. Dat biaeenjpMn ie met marmeren stee- men, poraeüiednen tegels af soms ook me< gebakken steenen geiplaveid, en in bet midden daarvan bevindt zich dikwijls een altijd springende fontein, welker water die lucht veankoeit, terwijl het geruisch daarvan soo geschikt is, om de bewoners in dien staat van zoete ndjtnering te hou den, waarop de Oosterlingen zooveel prijs stellen. Om de son af te weren wordt dit binnen- pleftn door een Urmen kleed gedekt, t welk gemakkelijk weggenomen kan warden, De ibedekte galerijen rondom hei plein warden door fraaie, geslingerde menne ren pilaren, die puntige bogen dragen, of zoogenaamde arkaden, gevormd. De daarop uitkomende kamers zijn tang en smal, maar winnen, door daarin ge plaatste nissen, die men te Algiers mara- buts noemt, meerdere ruimte- Soms echter vindt men in de huizen van rijke Mooren zalen, waarvan de (muren en zoldering met kunstig stukadoorwerk, dat nu eens wit en dan niet allerlei kleuren afgezet is, bedekt zijn. Gevlochten matten of tapijten op den vloer, divans of met kussens bedekte ze tels aan de wanden, en hier en daar een kunstig gewerkte kast maken bijna het •enige huisraad in de vertrekken uit Aan stoelen' heeft de Moor ook geen behoefte, daar hij gewoon ia, om zich, met de boenen ander het HJf samengevouwen, ap den grond neer te zetten en daar zijn «ardsohe zaligheld: het drinken van kof fie en het rooken telt zijn lange pijp, te genieten. De op de galerij uitkomende vensters en deuren der vertrekken rijn alle ge tralied. Doorgaans voert een nauwe marmeren trap in den hoek dier woning van galerij tot galerij, en naar hoven op het terras of bet platte drie, dat eik huis in Algiers beril Dit ia steeds van een lage borstwering» voorzien en levert vooral in den koelen avondstond, het aangenaamste verblijf op, en daar de gzmsche stad tegen de helling van een hoogen berg is gebouwd; kan men haar vandaar geheel overzien. Vam dat standpunt gelijkt de stad, die geen andere dan zeer smalle straten beeft, waardoor nauwelijks een enkele kameel zich den weg kan banen, op een samen hangende massa van platte witte gebou wen, waaruit seohtls hier en daar het koepeldak «ener moskee zich verheft De vrouwen zijn gewoon lange puntige hoeden te dragen, waarvan sluiers afhan gen, die bijna tot den grond reiken. B. DB MOORSCHE KOOPMAN. (Ben weinig békend veis van wijlen onzen grooten schrijver Louis Couperus.) Ben Venetlaansch tafereel. De azuren lacht «let la de isuren »ao De glinetritf-gulden golven glijden glippend, Zoo licht els teedre feeenvoeten trippend, In Murmelend schuim l&nge mennertree op tree. Brokaat, dat breed zich kreukt en rltalend Tos alka •pronken, Wat, Je bent vegetariër en Je rit bief stuk te eten? Ja, maar het ia vleeach van een appel schimmel, Het eenigste wat Je doen kunt ia je excuus aanbieden en Je vrouw Tsrgif- fenls vragen. JA maar ik had gelijk. O, dat verergert de zaak. Dan moet Je haar ook bloemen zenden en bon boos meenemen! Hoe beviel Je Je uitstapje naar Mexico? O, ik was erg teleurgesteld. Hoezoo? Villa zou ln pereoon den trein komen berooven en hij stuurde maar een onder geschikte. BABBELUURTJE OVER MODE. Elegante toiletten. t ZJJn elegante toiletten de hierbij afgebeelde vooral rijn ze elegant, Wan neer ze (gemaakt worden zooals de Fran- sohe modellen. De Fransobe mode-toilet ten munten altijd uit door het smaakvolle en Juiste (materiaal, wat er voor gebruikt wordt. En dat is hét teere punt voor een toilet. Ai heeft men nog zoo'n keurig mo del uitgekozen, maar men heeft er niet het juiste materiaal voor gebruikt, dan wordt het tollet een meer of minidere teleurstelling, 't Omgekeerde is ook waar: al 'heeft men nog zoo beeldig materiaal, maar het wordt tot een verkeerd model verwerkt, dan is 'het één met het ander een groote tegenvaller. Natuurlijk is dit uitzoeken geen gemak kelijke taak, snaar men kan al heel veel leeren door steeds leder toilet, wat men ziet, nauwkeurig in rioh op te nemen en dan MJ zich zelf vast te stellen wèt imen er mooi en wat men er niet mooi aan vindt. Heeft men dan iets voor zichzelf noodlgj dan heeft men op die manier een uitge breide hoeveelheid van mogelijkheden verzameld. Weet men dan nog, wélke kleuren en modellen zich het beste aan eigen figuur aanpassen dan is men al een flink eind gevorderd op dan weg cm riria eril vod «a -* Het eerste modél is een merkwaardige proef van saêmstelllng van stoffen. Over een gladde onderjurk van zilver lamé is een even gladde japon van JFranach" blauw zijden mousseline gehangen. Een aardig gesneden halspas, korte ballon- mouwtjes en ruime schootdeelen opzij, zijn gemaakt van zilver- en blauwe kant Wat rijk en smaakvol, nietwaar? WH men ditzelfde model nu even smaakvol, maar minder kostbaar hebben, dan make men de gladde japon b.v. van velouis-ohiffon en de garneering van bedrukte georgette. Het eindresultaat is dan ook zeer elegant Maar nog een andere mogelijkheid heeft dit todletje. Wanneer ge n.L hebt een avondjaponnetje van den vorigen winter, dan is dit hoogst waarschijnlijk nauw en glad. Dit nu vindt u niet soo pleirierig meer te dragen daar alle kleeding nu zoo wijd geworden ls. Wel, zie het toiletje op de teekening eens goed aan. U zult dan zien dat met een paar meter mooi bijkleurende kant uw Japonnetje zonder veel arbeid zeer goed te moderniseeren ls. Het volgende model is voor een oudere dame, was in de origineel© creatie buiten gewoon smaakvol safrmgesbeld. De van snit zeer eenvoudige Japon was van zwarte satin. De garneering welke de pracht aan de japon geeft was van zwaar bor duurwerk en goudkant. Een rijk toilet dus! Maar ook dit model is prachtig ge schikt voor het „omwerken" van een „rechte" dus nu een weinig ouderwet- ache Japon tot een „moderne" I Dat gebeurt op de volgende manier: Men knipt het onderstuk der Japon op de vóórbaaa ongeveer 46 cm in. Van onder naar boven. Dan knipt men verder, maar nu van vóór naar achter: totdat er op die achterbaan nog een breedte van ongeveer 40 C.M. vasfiblijft. Praktisch hebt u dan als t ware het ge- heele onderstuk op 40 cJd. ln den rug na van het bovenstuk afgesneden. Die insnijdingen worden nu „ingevuld" en weer gehecht Want nu maakt men aan de voorbanen een 40 cJA breed) en 46 c.M. boog kanten baantje en werkt aan weer» rijden hiervan nu de doorgeknipte zijde weer vast De te wijde stukken zijde rim pelt men nu ln op de wijdte, welke er nu nog aan de zijkanten der Japon overgeble ven is. Men werkt dit aangezette deel nu vervolgens of met een eenige malen inge haald reepje geoigette af rijden tule. Van dezelfde kant maakt men ook een aardig bovenstuk op de japon. En klaar is het gemoderniseerde toilet! De krant spreekt hier van iemand die op uien alleen leeft. Iemand die uien eet behoort ook al leen te leven. Hij: Zou Je mij kunnen liefhebben? Zij: Wie weet. Ik heb ook wel lever traan leeren drinken. Wat lijken Jullie geweldig veel op elkander. Ja, we zijn tweelingen. Allebei? Je man heeft dus zijn geld verloren met een renpaard? Nee, met een beest dat hij voor een renpaard aanzagl Jantje: (bij dien slager). Een stuiver ka nen voor den hond, maar niet zoo aange brand als dag vorigs* kssdc, wast das Lost ▼ede® ss alsL VOOR DE KINDEREN. EEN HEERLIJKE SINTERKLAAS. Er waren eens twee kindleren, een Jon gen van vijftien jaare die Tom heette en zijn dertienjarig zusje Tiny. Ze woowte" in een prachtig huis in een der deftigste buurten van een groote stad, want hun oude» waren heel rijk. En nu zal je denken: „Wat zullen dde kinderen geluk kig zijn. Zij kunnen alles krijgen, wat ze graag willen hébben. Hè, ik wou, dat mijn oudera ook rijk waren!' Maar Torn en Tiny waren in "I génee* niet gelukkig. Ze hadden riks, wat ze gratQ wilden hebben: een fiets, een hor loge, den kamer vol speelgoed en kasten vol boeken. Hun vader had een auto, waarin ze naar school of naar bul* moch ten rijden, els het weer te Slecht was om te fietsen En toch waren ze niet tevreden Hot liep naar SlnteAlaaa. Vader en Moe der hadden aan Tom en Tiny gevraagd, of ze al een verlangHjriJe geimaakt hadden. En nu «ten ze «amen te denken en te denken, wat ze nu tooh wel op zouden schrijven en.ze wisten niets. Ja Torn wou wel een motorfiets, maar die kr-g hij niet vóór hdj twintig was, had Vader gezegd. En Tiny wilde wel een paar nieu we boeken, maar die kon ze even goed zelf koopen van haar weekgeld. „Bah", mopperde ze: „Ik wou maar, dat we nog wat te wenschen hadden. Wat is het ver velend, om alles te hebben! Zeg, laten we samen de stad ingaan. Missohien zien we nog iets in een winkel!" Dat vond Tom een goed idee en tien minuten later zat het tweetal ln de tram, die hen naar het drukste winkelgedeelte der stad voerde. Het sneeuwde en er stond oen scherpe wind. Tam en Tiny hadden geen last van de koude in hun wanne kleeren, maar wel twee arme Jongetjes, die voor een ban ketbakkerswinkel stonden te kijken naar de uitgestalde heerlijkheden. Hun ge zichtjes zagen blauw en re rilden in hun dunne pakjes. ,Jo, kijk eens, wat een reuzesigaar," zed de grootste Jongen, „Ja, en daar die doos chocola-sigaretten en suiker-lucifers erbij!" antwoordde de kleinste. Tiny hoorde het Ze stond stil en vroeg aan de kinderen: „Had Je daar zoo'n zin in?" De kleinste Jongen hield verlegen zijn kopje omlaag, maar de oudste antwoord de: „O, Ja maar Sinterklaas komt toch ftiet bij ons. Hij kan niet met zijn paard in ons kleine steegje komen, zégt Moe der." „Is dat dan zoo nauw?" vroeg Tiny verbaasd. „Ja, juffrouw, en onze trap ls zoo don ker. Daar zou Sinterklaas wel af kunnen vallen!" Tiny dacht even na en vroeg toen „Waar wonen Jullie dan? Wijs ons den weg maar, dan gaan we eren mee." „Wat ga je nu beginnen?" vroeg Tam. Tiny fluisterde hem wat ln het oor en Tam riep zoo luid: „Ja Ja een goed idee," dat eenige voorbijgangers verwonderd om keken. „Vooruit maar," zei Toon en daar ging het viertal, eerst een paar straten door, toen zij straatjes en tenslotte kwa men ze in een heel armelijk achterbuurtje van nauwe steegjes met vuile, vervallen hulzen, die elk aan versohillende gezinnen huisvesting boden. Eindelijk stonden de jongens stil, opendien een deur, liepen een trap op en stapten boven gekomen, een kleine donkere kaïmer binnen. Daar was een vrouw bezig een klein meisje naar bed te brengen. Het kleine ding kraaide en greep naar Tiny's mof. „Poes, aai!" riep ze en Hny, die nu toah wel wat ver legen was, speelde met bet kindje, tot de vrouw vroeg: „Wat kwam u hier doen, Juffrouw?" „Och," ze Tiny, „we hadden ooo'n me delijden met uw kleine jongens en nu zijn we even meegegaan, am te riem, waar u woont en hoe komt het, dat u zoo arm is?" „Verleden Jaar is mijn man gestorven en nu probeer ik naaiwerk te krijgen; om de kost te verdienen, maar dat valt niet mee. Ik kon niet van huis weg oan mijn kleine meisje en de meeste xnensahen ge ven geen naaiwerk mee naar een achter buurt" „We zullen wel aan Moeder vragen", zed Tam. „Zij zal vast wel wat te doen hebben. En nu moeten we gaan, Tiny, an der* komen we te laat voor het eten tbuia" In de gang haalden Toen én Tiny elk een rijksdaalders uit hifn portemonnaie en schoven dle ondier de deur door, waarna ze hard wegliepen. Thuis gekomen vertélden ze Vader en Moeder, wat ze dden middag gezien had den en wat we nu van plian wareni „Ziet u, we weten faeelemaal niet wat we voor Sin terklaas willen vragen. Krijgen we nu alleen maar geld en mogen we dan zelf voor Sinterklaas spelen?" i Dat vonden Vader en Moeder best Moeder zou helpen met heit koopen van >l."-."!gvod en meer nuttige dingen en Vader vond, dat ze alles heel geheim moesten doen en in een echt Sinterklaas- en Zwarte-Plet pak moesten gaan. „Ja, ja, dat zal leuk zdjin," vonden Tam en Tiny. „Tam Sinterklaas en Tiny Zwarte Piet! En dan gaan we met de auto en dan bren gen we alle kinderen in het steegje wat!" Dien avond laat, toen do kinderen liepen; spraken hun ouders over het plan. Ze vonden het heerlijk, dat hun kinderen zoo'n medelijdend hart hadden en wilden alles doen; oan het plan goed te laten klagen. Den volgenden dag zoagde Moe der dat er een Sinterklaas- en een knecht- pak gemaakt werden, terwijl de hui», knecht er op uit gestuurd werd, am alle gezinnen in het steegje te (bezoeken en te vragen hoeveel kinderen er waren. Hij moest dan maar zeggen, dat hij van het stadhuis kwam of zoo iets. Met Sinter klaas mag iedereen een beetje Jokken hè. Den eersten vrijen middag gingen Tam «a Tiny met Moeder naar da stad sa au tóeeren, voedsel en lekkers en een groots rak. Den avond voor Sinterklaas (moesten Tom en Tiny hun oostuum aanpassen «n Tam moest z#n „rol" repeteeren. Met oen diepe, langzame stern vroeg hij aan Vader of Moeder wel zoet was geweest en Vader rel, dat het nogal ging, krew, Moeder een heerlijken speculaaHvrHer Op den ochtend van 6 Deren**,, w den Tiny en Tom op sohool maar h«* slecht opletten, maar de tejraren dien dag erg gemakkelijk. 1b Middags werden ar nog wat gemaakt. Kr om vier uur, toen bet *i aardig donker begon te warden, Tam en Tiny «ongekleed en de auto JJ PtS* de hél verlichte winkelstraten; vaa, keno een hoeratje opging voor den Sinterklaas, naar het eohterbuurtjs nü auto bleef aan den ingang van bet tttmou staan. Plet stapte uit met «jd fpoöte^t op rijn schouder en hielp de „orde" fibJ bij het uitstappen. Op het geluid vt»T auto werd hier en daar een hoofd mm, buiten gestoken. De oogen in dat w, keken dan vol verbazing naar den pjyT_ tigen Bisschop en naar de groote Mk T»« rijn knecht en de mond riep: „Zeg, eens kijken, daar hè Je Sinterkltaa*2 weldra stonden haast alle bewonen het steegje aan de deur of op de «tra* Sinterklaas aan te gapen. Toon wenj u verlegen van en was blij, dat h^J ln het eerste huis kon verdwijnen. Tiny's zwarte snoetje glom van genoegen en haar witte tandjes lachten de arme kinderen rrM». dalijk toe. Ze genoot, toen de Moedor, ze bet eerst bezochten, stom verkool vroeg, of Sinterklaas nist aan hst vsrkwr- de adres was, en Sinterklaas met graf stem antwoordde, dat hij gelukkig dit Jaar haar huigje had kunnen vinden. Tc® bleef prachtig ln zijn rol, liet de kinderen voor hem zingen en zei dan dat Piet sijn zak eens open moest doen. Nu was Moedor nog meer verbaasd bij het zien van het heerlijke wollen ondergoed, het meel, bé| vet, de boonien, de suiker, die koffie en de speculaas en het speelgoed. Stamelend bedankte ze den goeden Sint, die maakte; dat hij nu weg kwam naar een ander gezin. Overal brachten Tom en Tny hun ge schenken en overal brachten *e tevens geluk en dankbaarheid. Hier en daar troffen re zieke kinderen aan; het leek net of die nog het meest blij en dankbaar hoopten de komst van den Sint Zwarte Piet kreeg zoo nu en dan trainen in zijn oogen en ook Sinterktraa moest telkens even kuchen voor hij verder kon spréken. Eindelijk haddien aftle wo ningen een beurt gehad en onder ltrid ge jubel van kinderen en volwassenen stap ten Sinterklaas en zijn knecht weer in de auto en reden re heen. Nog dogen, ja we ken lang spraken de menricben er over, wie hen toch zoo goed bedee'd zou heb ben. De vrouw, waar Tom en Tiny het eerst geweest waren en die door hun toedoen in het vervolg steeds genoeg naaiwerk kreeg om haar gezin te onder houden had wel een vermoeden dat de rijke kinderen er de hond ln hadden ge had, maar daar Tom en Tiny later vdihial- den, er niets van te weten, liet ook ril zich misleiden. Tam en Tiny kwamen Juist op tijd voor het eten thuis. Ze waren wat stil en Moe der vroeg, of het hun niet meegevallen waa Maar ze antwoordden, dat re nooil zoo'n heerlijken Sinterklaasavond be leefd hadden en dat ze in het vervolg ieder jaar voor Sint wilden gaan spelen in een arme buurt. Moeder vroeg ndet vor der; ze begreep wel, dat het rien van zoo veel armoede een diepen Indruk had go- maakt op haar in weelde opgegroeide li» velingen en ze beloofde dat ze in het ver volg nog meer dan tot nu toe anne mam- sohen zou vooralen van kleeren en leven» middelen. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. kokosnoot kasteel oranje o h o I noga o n a o p t II. 1. Bankwerker. 2. Electricien. 8. Horlogemaker. Goed* oplossingen ven belde raads* ontvangen van: 0. en P. B; T. B.; J. en W. B.; O.B.! J. erli B.: O. B.; A. de B.! G. B.; Q- B.8. C.G. en A D.A. en H. D.B- en J. D.; A. E.; M. F.; P. en T. G.; A. p-13- E. G.; D. G.; J. H.G. H.J C. de H.; O. en B. K.; T. W. K.G. K.| v' dl L'' M- en O- M-; M. M.; n J* l LF-^Q-T- p-; M. G. R.; A. R.I. C.enR.T.G.T.; R. V.Q. w.; W. VT Nieuwe raadsels. 1. Het geheel is de eerste~rëge^3t een bekend liedje, hij bestaat uit 87 let ters of 7 woorden. 17 9, 10, 6, 1, 84, 28 ls een plaatsje ln Utrecht. 7, 18, 29, 81, 8 la een voorwerp van dagelijksch gebruik, v 22, 26, 14 4, is een schrijfbehoefte. 16, 16,. 87, 16, 20, 12, 18, 86, 86, 29 1» een vaartuig. 82, 88, 2, 6 ls eeD lichaamsdeel. 21, 19, 24, 26, 8 zijn de deelen vas ees rok. 11, 27, 28, 4 ls een ander woord voor vlek. II. Ik ga per boot, lk ga per spoor, Ik reis de heele wereld door, 'k Ga over land, 'k ga over zee, Waar menschen wonen, trek ik mee. Maar word ik met een geschreven, En ls de o dan weKK»'bleven. Dan ben ik een man uit verre landen, Met swarte huid es witte tanden. Ingee. deer O. 4e Haan. De gondel doemt met et reiend gouden «teven, Een purperen wimpel, wapprend aaa heur top, Uit «oheemrend blauw verecblet nla schit- trend op, Gelijk een swaan, die «wiarig aan komt rweven. Er treedt een tal van maagden op t term», Die wenkend met heur witte aluler* wulven Daar alen «ij 't eckeepjon sahoosaelsnd! nader •ahulven, Zich «pleglend In den «parkelaieken plat.... Tot traag der roeien oiogen rlcfa verslappen— En vorstelijk fier verrijzende op de plecht, Gebiedt een «bbennwerte Moor zijn kneaht De boot te sieren aan de merMertmppent Een zseeuwen boarnoes ollert zijn oohoudren af, Een ehalcedoon beveetigt baar van voren En zllvren ringen trillen in «ljn ooren, En lachend.1 «beunt hij op een elpen «tal Zijn oogen flikkren zacht ala {gitten etarres, Zijon tanden glinsteren met Ivoren gloed, Nu graciijk hij de schoone maagden groeit. Die In de zoele echauw der tullen marren. Maar hoe die schipper om haar schoonheid gloei', Hij schept zlah weldra weeldrlger vlzloenen Een blonde «trooan ven blinkende dubloenen, Die uit haar lelievlaggen nedervloel. Den Moor vertelt aan wal een «wem van •laren, En bij beveelt dat op een pantervel Men echtelijk al zijn schatten «teil': Het fraaist wat ooit de Morgenlanden gaven. Dan knielt de koopman neder en ontsluit Met goud versierde cederhouten kitten; Den legt hij zijne lagen en zijn lieten: In golf op golf rolt hij zijn stoffen uit. t Scharlaken en aauur van die fluwaaien. De porseleinen tlmtling op t satijn, Ofatvlammen met een feilen flltyerechljm En strooien vonken, flank re nel als juweelen. kraakt, Bij weefsels vaa gesteende stijf, dis stralen. Dost hg ln dichte wolkan nederdalen. De parelsnoeren «lippen langs zijn vingren Om, fonkelend ln de zomie en k roefcel ziek, Neerkleurende over* "t kleurig mozaïek. Zich vaa de m&rmertrap ale af te elinghen. Uit «nyrveera sprenkelt hij de gen* Der purperroos van Perzie'e paradijera, Om dan Arbaleeh reukwerk aan te prijsea. Of Taprobaaee aardas, klaar vaa kleor. Zis allen, met baar witte handen, woelen De ordelooss weelde jublend om Niet achtende, ale bij 't achteloos gefrons De golf er spelende over koene spoelen. Daar ruieeht den Moor een gouden regen toe Op t marmer klinkende met schelle klanken, Des «chippers zachte blikken schieten „Dat Allah", lispelt bij, „u allen boel" En pages, leunende op de balustrade, Om 1 zeerst door H weeldrig-bont tafreel bekoord, Slaan bij des Mooren waardig zegewoord. Met guitig oog hun meesteressen gade.... Louis Couperos. Corry Brena. o e r ij a e 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 12