HELDERSCHECOUIANT
Tweede Blad.
VAN ZATERDAG 19 DECEMBER 1925
Gemeenteraad v. Helder
Vergadertng van Donderdagavond.
Vervolg van het late blad.
De heer Grunwald
Wat blijkt nu hieruit, M. d. V.dat de
heer Zondervan er niet prat op moet gaan,
dat onze burgerij hier in«zoo'n gunstige
conditie is. Het tegendeel is waar en het
spijt mij werkelijk, dat ik nu genoodzaakt
ben met dingen naar voren te komen,
welke ik liever in portefeuille had gehou
den. Ik behoef de vergadering niet te
zeggen, met welken tegenzin ik dit doe,
omdat ik nu moet aantoonen, dat het be
toog van den heer Z. geheel onjuist is en
m. i. niet in het belang van de Gemeente.
Het kan den Raad toch niet onbekend
zijn, M. d. V., dat, toen verleden jaar de
begrooting naar Ged. Staten was gezonden,
het zeer lang heeft geduurd alvorens deze
is goedgekeurd. Dat die goedkeuring niet
geheel van harte is gegaan, is ook U be
kend*, al hebben vermoedelijk de adressen,
gezonden door een aantal ingezetenen,
daarop geen invloed gehad. Doch wat wel
door Ged. Staten hoogstwaarschijnlijk in
overwegingis genomen, is, dat Ged. Sta
ten wenschten, dat op die begrooting een
bedrag zou gebracht worden tot vermin
dering van de f 240.000. welke door
Ged. Staten was toegestaan, op de begroo
ting van 1922 te brengen, inplaats van
de f 284.000.welke wij uit de oorlogs
winstbelasting zouden krijgen en welk
bedrag bestemd moest worden om op de
crisisleening te worden afgeschreven. Het
is 't College bekend, dat de begrooting
voor 't jaar 1925 nog is goedgekeurd,
doch dat op de begrooting van 1926 een
bedrag in mindering moest worden ge
bracht tot aflossing van de f 240.000.
welke voor '22 was toegestaan.
En hoe is nu deze begrooting sluitend
gemaakt, om niet tot verhooging van be
lasting te komen Doordat de begrootin
gen van Publieke Werken en die van de
Reiniging, welke beide aanvankelijk hoo-
ger waren, met deze bedragen verlaagd
zijn geworden door de betrokken wet
houders in overleg met de hoofden van
dienst. Ware dat niet 't geval geweest,
dan moest óf de belasting worden ver
hoogd, wat naar de meening van 't ge-
heele College niet mogelijk was, óf wij
hadden moeten komen aan de salarissen
van het Gemeentepersoneel, trots den te
genstand, om in de terminologie te blijven
van den heer Zóndervan, trots den tegen
stand van de democratie, welke democratie
niet alleen tot de partij van den heer Z.
behoort, doch laat ik 't gerust zeggen,
tot bijna alle partijen hier in den Raad
vertegenwoordigd.
Wij zouden dan niet erger hebben ge
handeld dan Amsterdam en tal van andere
groote gemeenten in ons land hebben gedaan
om de volle 81/, °/0 pensioenstorting af te
trekken.
M. de V. Het is heel gemakkelijk door
den heer Z. te zeggen, wij hebben het
niet gewild, dat het Gemeentebestuur aan
de salarissen van het Gemeentepersoneel
zou tornen, doch het is 't College vol
doende bekend, dat ook ik daartoe geen
voorstel zou doen, dan in den uitersten
nood. Wanneer dat oogenblik gekomen
is, mag ik niet aarzelen een dergelijk
voorstel aan het College te overleggen,
om aan den Raad voor te stellen.
Ik meen dit nog eens van deze plaats
te moeten zeggen, om u te doen zien,
hoe zwaar ook mij dit zal vallen, wanneer
de nood ons dwingt.
M. de V. Dev heer Zondervan heeft
gezegd, men moet de zaken nuchter en
practisch gaan bekijken. Dit ben ik vol
komen met den heer Zondervan eens, en
daarom heb ik nuchter en practisch de
zaak uiteengezet, hoe de toestand op 't
oogenblik is. Tot goed begrip van de
zaak dient, dat de toekomstige belasting
wordt gerekend naar het afgeloopen jaar,
het nieuwe voorafgaande. Die opbrengst
kan mee dienen voor de raming van het
toekomstige jaar.
Zal nu het bedrag voor 't belastingjaar
geraamd op ƒ775.000.worden bereikt?
Deze factor beheerscht het toekomstige
jaar, valt dus de belasting geraamd voor
het jaar 1925/26 niet gunstig uit, dan
zal vermoedelijk dit ook voor 1926/27
niet bereikt wordendoch wij hebben
het vertrouwen, dat dit wel bereikt zal
worden. De verdere factoren, welke dienen
voor de raming van het toekomstige
belastingjaar 1926/27 zijn de algemeene
verschillen van een betrekkelijk kalender
jaar; in dit geval dus 1925; met het
kalenderjaar 1924, welke gediend heeft
voor de Inkomstenbelasting van 1925/26.
Ik behoef hier niet te releveeren, dat
door de lagere inkomens de neringdoen
den minder zullen hebben verdiend en
deze reeds in 1924 den achteruitgang
hebben ondervonden.
M. de V. Ik zou dit alles (ik herhaal
nog eens) gaarne achterwege hebben ge
laten, omdat ik het beter heb geacht wel
streng toe te zien, opdat de uitgaven zoo
min mogelijk de ontvangsten zouden over
treffen, en het niet noodzakelijk achtte
da burgerij noodaloot ongerust te maken,
doch, nu de heer Zondervan meende een
beschouwing te houden als hij deed, heb
ik het mijn plicht geacht den Raad ernstig
te waarschuwen de uitgaven tot 't strikt
noodige te beperken en de ontvangsten
niet hooger op te voeren, dan deze door
het College van B. en W. na zeer ernstig
beraad zijn geraamd. Nu zal de Raad
kunnen begrijpen waarom door mij in de
vergadering van Dinsdag gezegd is tegen
over het betoog van den heer Borkert,
dat wanneer de Raad de f 6000.van
de winst van de waterleiding zou afnemen,
dat noodwendig belastingverhooging het
gevolg zou zijn, omdat het niet mogelijk
zou zijn de begreoting anders sluitend
te maken. Zelfs, wanneer het ons zal
meeloopen met de geraamde winst van
de bedrijven (wat ik hoop), dan zal deze
toch nog moeten v dienen om uitgaven,
welke wij nu nog niet kunnen voorzien,
te betalen.
Spr. komt thans op de verschillende
artikelen, in de Held. Crt. verschenen
van de hand des heeren de Zwart. In bet
nummer van 24 October 1925 meent de
heer de Zw. als schrijver aan den Raad
den wijzen raad te moeten geven de voor
gestelde rekening van het gasbedrijf over
1924 niet onveranderd goed te keuren,
doch van de winst ad f 42.678.94 voor
reserveering f 30 000 te bestemmen.
Laat ik dadelijk toegeven, dat ik even
als de heer de Zw gaarne dergelijke potjes
zou willen vormen, doch de heer de Zw.
weet, evenals wij dit allen begrijpen, dat
men alleen in gunstige jaren kan besparen.
Ten slotte moeten de lasten dejr gemeente
huishouding toch door inkomsten gedekt
worden. Ik noemde U reeds meermalen
de tegenvallers, die dit jaar gaf. Wij kon
den dan ook) de winsten der bedrijven
niet missen. Noodgedwongen moesten wij
dan ook weder tot gasprijsverhooging met
een cent overgaan, nadat ons gebleken
was, dat de met Maart ingegane gasprijs-
verlaging van 2 cent ook door den achter
uitgang van het verbruik een te groot
verlies zou brengen.
Winsten in de bedrijven laten is heel
mooi, maar ten slotte is er ook voor de
opvoering van de belasting een grens, ook
hiervoor zou men kunnen uitroepen even
als de heer de| Zw. in dit artikel zegt
„tot hiertoe en niet verder".
Ik zeg U dan ook. „Ook ik wil graag
wanneer de financieele toestand van de
gemeente dit zou toelaten, de winsten van
de bedrijven geheel of gedeeltelijk in het
bedrijf laten. Maar het moet dan ook
kunnen.
Ook de heer de Zw. heeft zeker derge
lijke moeielijke jaren moeten meemaken.
Waarom heeft hij anders in 1920 de
geheele winst van de gasfabriek in de
gemeentekas doen storten. Dit jaar toch
is van dit bedrijf een winst verkregen
van f 72.690.621/,.
Ziet naar Amsterdam welke groote
bedragen van de bedrijven in de gemeen
tekas komen. Tal van gemeenten, waar
onder met lagere belastingheffing dan
Helder, ontvangen de winsten der bedrij
ven tot dekking der huish. uitgaven.
In andere gemeenten, ik noemde ze U
al het vorig jaar, wordt de winst zooge
naamd in het bedrijf gelaten, maar de
bedrijven moeten niet onbelangrijke be
dragen in de gemeentekas storten voor
restributie buizennet en als aandeel in
de kosten van Algemeen beheer. Nuchter
gedacht is het hetzelfde, neen, beter nog
omdat de gemeente op deze vaste bij
dragen steeds kan rekenen.
In ditzelfde artikel wijst de heer de
Zw. op een post in de balans voorko
mende die absoluut geen waarde zou
hebben.
Blijkbaar wordt hiermede bedoeld de
Leeningskosten en disagio.
Och ja ook hierbij geldt weer hetgeen
ik hierboven aanvoerde. Van dezen post,
voor een groot deel ook van vroegere
dienstjaren, wordt jaarlijks een bedrag
gelijk aan de aflossing afgeschreven. In
1924 bedroeg dit f569.331/,. U ziet, veel
invloed heeft dit bedrag niet op den
kostprijs, ook al met bijvoeging van de
te kweeken rente van het bedrag hetwelk
•beschikbaar zou komen, indien bedoelde
kosten geheel zouden zijn afgeschreven.
In de Held. Crt. van 27 üct. j.1. doet
de heer de Zw. een aanval op de pro
ductiewijze van onze gasfabriek. Van an
dere zijde is al op de onjuistheid van
deze critiek gewezen. Ik wil U thans me-
dedeelen, wat de Directeur van het Be
drijf hiertegen aanvoert. J)
Gasfabriek.
Bij da samenBtelliag van de eerste bagroo-
tinz> voor 1935 werd de tfaaprije op 13 oent
per M*. bepaald, waarbij aledan een winst ad
57945,werd geraamd. De heer De Zwart
heeft toen beweerd, dat deze winst beet ver
kregen. kou worden, indien men den gaaprijs
met 2 cent per M*. verlaagde. Burgemeester
en Wethouders 'hebben daarna eeD gewijzig
de 'begrooting ingediend, gebaseerd op een
gaeprija van 11 oent per M'. en daarbij na
tuurlijk een lagere winst geraamd. De er
varing heeft na geleerd, dat niet alleen de
verwachting van dien heer De Zwart in het
geheel niet is uitgekomen, doch dat er zelfs
geen winst, integendeel een verlies zou zijn
ontstaan. Daarom is met ingang van 1 No
vember 1928 de gasprije op 12 oent per M'.
gebracht. In plaats, dat de heer De Zwart
nu ruiterlijk erkent, dat hij zich vergiet
heeft, zegt hij in. één van zijne artikelen, dat
hij wel vooruit voorspeld heeft, dat het een
debiele zou wordèn. Deze debiele zou dan
alleen het feit zijn, dat de -gaeprija op 12
oent per M'. is gebracht. Men vergete hierbij
niet, dat onze gaeprija, welke 11 oent per M*.
bedroeg, gelijk was met den gaeprija van
0 Dit schrijven is gedateerd 17 December.
Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, terwijl
in andere provincie-plaateen, zooals Zrwole
en, Delft, de gasprijzen reep. 12 en 13
oent per M*. waren. Zelfs een particuliere
gasfabriek als Hengelo heeft nog een gas
prije ad 14 oent per M®. Indien er derhalve
van een debiele gesproken moet worden, zou
men den toestand in Hengelo, Zwolle, Delft
en meerdere provincieplaatsen al gieruimen
tijd hopeloos kunnen noemen. Hieruit blijkt
nu, hoe verkeerd die zaken zijn voorgesteld.
De ervaring leert ook, dat het gesdebie* in
ónze gemeente, ondanks de verbooging tot
12 oent per M1., in het geheel niet minder is
geworden.
Voorts wordt door dón heer De Zwart on
gemotiveerd een voorstelling van het onder
houd gegeven. Bij de beoordeeling van den
post onderhoud, dïene men toch voor oogen
te houden, dat men niet elk jaar hetzelfde
onderhoud heeft. Er zijn bijv. verschillende
gebouwen en machines, welke niet elk jaar
geschilderd behoeven te worden. In het
dienstjaar, waarin weinig geschilderd en
getimmerd behoeft te worden, zal die poet on
derhoud altijd minder zijm dan in een dienst
jaar, waarin meerdere werkzaamheden moe
ten geschieden. Hierdoor ontstaan schomme
lingen in de posten van onderhoud. Boven
dien vergete men niet, dat de fabriek elk
jaar ouder wordt, zoodat. het geen bevreem
ding kan wekken, dat de onderhoudepost na
derhand zal toenemen.
Alles, wat de heer De Zwart over de be
handeling van de ovens geschreven heeft, is
zuiver onzin. De kwaliteit -van het gas
heeft niets te maken met de behandeling
van de ovens. Voor den binnenbouw van de
ovens is destijds een levensduur van 2 jaren
gegarandeerd en de ovens hebben! aan deze
garantie voldaan.
Ik zou deze aangelegenheid verder kunnen
laten rusten, ware het niet, dat de heer De
Zwart beweringen in de courant beeft ge
schreven, welke hij beslist terug zou moeten
nemen, indien hij ter verantwoording zou
zijn geroepen. Hij heeft n.1. het volgende
beweerd:
„Die ovens zijn gemaakt om gas te pro-
duceeren. Als men doorgaat met de productie
van dit Zjg. gemengde gas, zuilen de ovens
veel eerder tot een puinhoop zijn verwerkt,
enz.
De vereeniging van gaa-directeuren heeft
zich op de laatst gehouden vergadering met
algemeens stemmen uitgesproken tegen de
productie en levering van gas, op de wijze
als in onze gemeente geschiedt."
Tegenover deze onverantwoordelijke uit
spraak kan het volgende worden aangevoerd1.
Op genoemde vergadering te Breda gehou
den, .is geen woord over de behandeling van
ovens gesproken. Onze gasfabriek is totaal
niet een onderwerp van bespreking geweest
en ook niet de kwaliteit van ons gas. Dit zou
bovendien ook niet kunnen, omdat de kwa
liteit van one gas dezelfde was als in Am
sterdam, Rotterdam, Den Haag, Delft, enz.
Er is alleen op de vergadering bespro-ken of
het niet wenschelijk zou zijn kwaliteitevoor-
edhriften vast te stellen, waaraan stadsgae
moet voldoen. Tijdens dó vergadering is dan
ook geen enkel calorie-cijfer genoemd en
wist dus niemand' na afloop der vergadering
welke minimumreischen nu voortaan gesteld
moesten worden. Na 'behandeling van deze
aangelegenheid is de conclusie van den voor
zitter dan ook als volgt geweest (overgeno
men uit het stenografisch verslag der ver
gadering)
„Dan zal bet bestuur het denkbeeld gaarne
in overweging nemen-. Het Bestuur meent
echter, dat het goed zal zijn om eerst eens
zorgvuldig na te gaan, in hoever er inder
daad redenen zijn om in die richting stappen
te doen. Eerst zal nog duidelijk moeten blij
ken, of men in het algemeen kan zeggen, dat
de grenzen van het geoorloofde overschreden
worden.
Dus wanneer wij matige grenzen aanne
men, dan kunnen wij uit de statistiek en uit
de jaarverslagen nagaan of er inderdaad1 een
'belangrijk deel van de gasfabrieken ie, dat
gas beneden dat peil levert, en) Ik zou zeg
gen, wanneer dit niet het geval Is, dan ie er
ook geen aanleidingom dergelijke maatre
gelen te nemen.
Kan de vergadering goedvinden, dat wij
in dien zin de opdracht opvatten?" (Instem
ming).
In November 1925 heeft wederom een ver
gadering van gasdirecteuren plaats gehad- en
zün toen voor het eerst calorie-cijfere ge
noemd. Binnen korten- tijd' zal nu voor 't
eerst officieel namens de Gas-vereeniging
aan die gemeentebesturen worden bericht,
welke minimuim-eieehen men aan goed: stadé-
gas mag stellen. Evenwel is tot op dit oogen-
Ihlik nog niets officieel vastgesteld, zoodat
men nog nergens in het land kan beweren,
dat de kwaliteit beneden of boven een vast
gesteld minimudh is.
Ten slotte zij nog medegedeeld, dat het
Bestuur van de Gas-vereeniging, d.d. 28 No
vember 1925, het navolgende heeft feechre-
ven:
„Op de laatst gehouden- Algemeene Verga
dering is n 1 e t over slijtage van ovens ge
sproken. De opmerkingen van den heer De
Zwart zijn, naar onze meening, geheel on
juist; bovendien zijn ges-kwaliteit en slij
tage van evens twee begrippen, welke met
alkander niets uit te staan hebben.
Van dezen brief kan naar goedvinden ge
bruik worden gemaakt."
Waterleiding.
De heer De Zwart meent, dat hij door zijne
artikelen bereikt beeft, dat de kosten aan
de Provincie verlaagd! zouden zijn. Het is u
genoegzaam bekend, dat, alvorens de arti
kelen van den -heer De Zware werden ge
schreven, reeds meermalen besprekingen .met
den Directeur van het P.W.N. hebben plaats
gehad. Het betreffende artikel ls dan ook
zeer arrogant.
Waar de heer De Zwart tha-no achteraf
allerlei opmerkingen gemaakt heeft over de
hooge kosten, welke aan de Provincie be
taald moeten worden, is bet meer dan erger
lijk, dat hij zulks thans naar voren brengt.
Immers, indien destijds bij de onderhandelin
gen in 1921 met het P.W.N. was ingegaan
op bet voorstel van den1 heer De Zwart om
al het benoodigde water van de Provincie te
betrekken, was de gemiddelde kostprijs van
het water thans 0.52 per M*. geweest, ter
wijl de tegenwoordige kostprijs slechts 0.34
per M'. bedraagt. Het ie dus zeer gelukkig,
dat wij destijds met veel moeite niet het
voorstel van den heer De Zwart hebben op
gevolgd en is het daarom ergerlijk, dat hij
thans nog aanmerking maakt op de tegen
woordige bijdrage aan het P.W.N. Verder
heeft de heer De Zwart 'bij de begrooting
van 1925 'beweerd, dat de verhooging der ta
rieven niet noodlg zou zijn, Indien wij water
van de Provincie ontvingen. Ondanks deze
tariefeverhooging is over 1924 slechts
11.861,winst gemaakt. Aan de Provincie
moest in hst geheel 36.952.— worden be
taald- Indien da tarieven dus niet verhoogd
waren geworden, zou het verlies op de Wa
terleiding ruim 25.000,zijn geweeet.
Hieruit hlijkt dus wederom op welke on
kundige wijze de heer De Zwart de zaken
heeft voorgesteld.
Elcetrieteitsbedrijf.
De heer De Zwart dringt in zijn artikelen
aan op wijziging van het bestaande contract
met het P.E.N. Hij wenecht den prijs der
maximale belasting te verlagen en den
etroomprije te verhoogen. Wij zouden allen
niet liever willen dan dat deze wensch in
vervulling zou gaan, doch zulks is onbereik
baar.
De leveringsvoorwaarden zijn juist door
de Provincie zoodanig gesteld, omdat het
anders niet mogelijk zou zijn dagstroom aan
de industrie te leveren tegen lage prijzen.
Van dit principe zal de Provincie zeker niet
afstappen, omdat de concurrentie tegen an
dere bedrijfskracht daardoor onmogelijk
wordt gemaakt. Meerdere industrie in ónze
gemeente kaai daarin slechte verbetering
brengen, doch dat hebhen wij niei in onze
hand. Het contract met de Provincie ie voor
alle gemeenten in Noord-Holland op dezelfde
wijze geformuleerd, zoodat de Provincie
voor onze gemeente zeker geon ai "zondering
zal maken, daar zulke In haar nadeel zou
zijn. Wenecht de gemeente dus niet langer
een- contract met de Provincie aan te gaan
op de tegenwoordige voorwaarden, dan Ie
hiervan wederom het gevolg, dat de Provin
cie geen stroom meer aan de gemeente zal
leveren en de consumenten dan rechtstreeks
bediend zonden worden door het P.E.N.,
evenals zulke reede in andere gemeenten in
Noord-Holland' heeft plaats gehad. De Pro
vincie zou zulks gaarne wenschen, omdat zij
dan meer inkomsten uit Helder ontvangt dan
thans het geval is. De nadoelen zullen dan
voor onze gemeente de volgende zijn:
la Het licht-tarief wordt verhoogd tot 42
cent per K.W.U, omdat dit tarief uniform
is voor de geheele Provincie;
2e. De gemeente derft de geheele winst,
welke thans door het G.E.B. wordt gemaakt,
ondanks het feit, dat de inwoners hoogere
tarieven moeten betalen dan thans bij die
gemeente.
In de „Held. Crt." van 31 Oct. krijgen
wij een artikel over het Electriciteits-
bedrijf. In dit artikel, grootendeels een
overzicht gevende van de diverse ontvang
sten en uitgaven, komen enkele opmer
kingen voor die ik, wanneer ik U niet
verveel, even nader wil toelichten.
Op de balans kwam zeer terecht voor
een vordering op het P. E. N. wegens
kosten van aanleg van den hoogspannings
kabel HelderHuisduinen. Deze kosten
zoucjfn op het P. E. N. verhaald worden,
waarna de gemeente io1/, u/0 per jaar
moet vergoeden van dit bedrag. Door
verschillende omstandigheden heeft het
P. E. N. ditbedrag nog niet aan het
bedrijf overgemaakt en hierdoor heeft het
bedrijf voor 1924 bovengenoemde vorde
ring betaald. De heer d. Z. vraagt, waarom
dan geen rente van het P. E. N. gevraagd
Het zal U na deze toelichting duidelijk
zijn, dat de gevolgde methode voor het
bedrijf niet tonvoordeeiig is geweest.
Natuurlijk kan de heer d. Z. van ten
en ander niet op de hoogte zijn. De heer
d. Z. mocht toch wel aannemen, dat,
indien dergelijke posten te lang onbetaald
zouden blijven, onze Verificateur hierop
reeds aaumerking gemaakt zou hebben.
Zoo schrijft hij 'verder, of de arbeid van
den Compt. dienst zoo belangrijk is toe
genomen, gezien het bedrag door dezen
dienst ten laste van het G. E. B. gebracht.
Hij had kunnen constateeren, dat de uit
gegeven salarispost in totaal bij de C. B
belangrijk beneden de raming is gebleven.
Doordat Koegras aan het net is aan
gesloten, moesten in dat jaar nog de
meteropnemingen en de incasseeringen
van de C. kas geschieden. Hierdoor en
ook doordat de administratie van dit be
drijf omvangrijker is geworden, is het
bedrag bij het G. E. B. hooger geworden,
doch bij de andere bedrijven zijn de sala
rissen van dep compt. dienst lager.
De kolommen worden m. i. met te veel
van dergelijke kleine opmerkingen gevuld
en zou het te veel tijd eischen indien ik
U hier al deze zou moeten weerleggen.
De heer Zondervan begrijpt niet
welke aanleiding zijn gisterenavond ge
sproken woorden kunnen hebben gegeven
dat de wethouder met een dergelijk ant
woord komt. Nu de wethouder evenwel
de kwestie van die f 240.000 ter sprake
heeft gebracht, wil spr. opmerken, dat dit
punt niet door hem is aangeroerd. Het
ware beter geweest indien de heer Grun
wald het niet ter sprake hadde gebracht,
spr. wijst dan ook de verantwoordelijkheid
voor deze publicatie ten volle af.
De heer Grunwald heeft betoogd, dat
onze belasting zoo hoog is. Ja, men kan
dat door een andere bril bekijkende
heer Grunwald heeft bijvoorbeeld niet
gesproken over onze goede progressie.
Daarmede toont de heer Grunwald als
vrijzinnig-democraat niet op ons standpunt
ten opzichte vart de progressie te staan,
en van een vrijz. dem. had spr. dit niet
verwacht. Nu weer brengt hij de kwestie
van de loonen ter sprake. Wij meenen,
dat de tijd voor loonsverlagingen voorbij
is, en mocht de heer| Grunwald daartoe
pogingen willen doen, dan zal hij ons als
zijn tegenstanders tegenover zich vinden.
Verleden jaar heeft de heer Grunwald
ook zwartgallige beschouwingen gehouden;
spr. cijfers zijn van gisterenavond evenwel
niet betwist, en ofschoon onze gemeente
er in menig opzicht gunstig voorstaat,
gaat het niet aan nog f 60 000 op de
begrooting te brengendaartegen zullen
wij ons verzetten. Ons belastingstelsel
heeft een gunstigen invloed.
Ook wat betreft de artiketen van den
heer de Zwart heeft spr. betoog den wet
houder geen aanleiding gegeven tot het
houden van zijne beschouwingen. Het is
evenwel goed, dat eens over deze artikelen
gesproken wordt, dat hier evenwel op
Ingegaan wordt, is niet spr. schuld. Even
eens wenscht, spr. geen verantwoording
te dragen voor hetgeen de heer Gr. meende
te moeten zeggen omtrent de f 240.000,
aangezien ons in de sectie-vergaderingen
beleefd verzocht was die zaak in open
baren raad niet ter sprake te brengen.
De heer Borkert; De heer Zondervan
heeft gisterenavond een zuiver zakelijk
betoog gehouden dat strekte om al dat
pessimistische gepraat over den ongun-
stigen toestand der gemeente eens wat
meer perspectief te geven. De heer Zon
dervan heeft daarmede de gemeente een
goeden dienst bewezen. Dat het wel noo-
dig was eens een dergelijk betoog te
houden blijkt wederom uit de sombere
beschouwingen van den wethouder, die
erop gericht zijn alle. energie te breken.
Dat iemand als de heer Eylders hierop
aanslaat, en wederom dat donkere pers
pectief laat zien, is begrijpelijk: deze
menschen hebben geenjdealen, en kunnen
niet vooruitzien. Men dient het best eene
zaak door haar omhoog te werken en
optimistisch te beschouwen, niet met bel
lenblazen, maar met reëele cijfers. Wat
voor zin heeft het een betoog als dat
van den heer Zondervan nu weer op deze
wijze te ontzenuwen? Van iemand als
den heer Grunwald had spr. een andere
houding verwacht.
De heer Grunwald begeeft zich, waar
h'j de belasting van de inkomens van
f 3000 bespreekt, op glad ijs. Want wiens
schuld is het, dat deze inkomens zoo
belast zijn geworden? De schuld van hen,
die onaer aanvoering van den heer Grun
wald zelf tot een andere progressie kwa
men, die hoogere inkomens zou ontlasten.
Nu zijn zij zelf de dupe geworden: de
historie liegt nooit I
In verschillende gemeenten wordt het
meer en meer usance de winst uit de
bedrijven voor de 'gemeente-huishouding
te gebruiken. Wij zitten thans in een
noodtoestand, waarin alle middelen moe
ten worden aangewend om de zaken
drijvende te houden. Het is dus voor de
gemeente ook geboden andere bronnen
aan te boren. Dit is ook het standpunt
van Wibaut. Maar indien uit een bedrijf
als de waterleiding exorbitante winsten
worden gemaakt, behoeft dat niet te ge
beuren. De bewering, dat dan onze be
lastingen verhoogd moeten worden, is
onjuist. Spr. heeft den \yeg gewezen daar
aan te ontkomen en de geschiedenis is
daar om te bewijzen, dat het kan.
Ook over de artikelen-de Zwart gaf de
heer Zondervan geene aanleiding tot een
dergelijk betoog. Deze heer laat in de
krant een heel ander geluid hooren dan
ten tijde dat hij nog wethouder was, dat
wil spr. er alleen van zeggen. En als wij
de begrooting vlot willen afwerken, moe
ten wij ons niet bezighouden met cou
rantengeschrijf.
De heer Van Loo: Dan had Zonder
van niet moeten beginnen!
De heer Borkert: Dat heeft hij niet
gedaan. Wil men polemiseeren, dan doe
men dat per ingezonden stuk. Wat de
wethouder heeft gedaan, is te veel eer
aan de Zwart bewijzen.
De heer E ij 1 d e r s repliceertSpr.'s bril
is niet zwart, hij beziet de zaken zooals
zij zijn en de heer Borkert beziet ze
zooals hij ze graag zou willen zien. Dat
is het verschil. Wat spr.'s ideaal betreft,
dat houdt rekening met de financiën...
Geroep: Is dat uw ideaal, de financiën?
De heer Eijlders: De belastingen in
de genoemde plaatsen zijn hooger dan
hier. Spr. wil slechts de werkelijkheid
doen zien. Helder gaat niet naar den
kelder, wel als we leefden op den voet
zooals de heer Borkert zou willen.
De heer H e ij b 1 o k protesteert namens
zijn sectie tegen het feit, dat dewethouder
tegen de voorgenomen afspraak in de
zaak van die f 240.000.ter sprake
brengt. Laat de heer Grunwald eens een
overzicht maken tusschen de loonen van
Amsterdam en Helder, dan zal blijken,
dat die te Amsterdam aanzienlijk hooger
zijn. Door zijn handelwijze: n.1. deze zaak
hier in den Raad te brengen, maakt de
wethouder het ons onmogelijk zijn betoog
te weerleggen.
De Voorzitter ontkent, dat in zijn
sectie is verzocht de zaak te verzwijgen.
De heer Van Os vindt het jammer,
dat nu toch weer in algemeene beschou
wingen is vervallen, alleen omdat de heer
Z. hier cijfers naar voren brengt, die in
verschillende boekjes te vinden zijn. Nu
was de wethouder verplicht te antwoor
den: de s.d.a.p. heeft toch zeker niet
het monopolie voor algemeene beschou
wingen? Wat voor nut heeft dit alles,
vraagt spr., de Raad wordt er slechts
door opgehouden. Inderdaad was over
eengekomen de besprekingen over de
f 240.000.niet in het Alg. Rapport
op te nemen. Een verbod hieromtrent is
evenwel niet uitgevaardigd. Laten we er,
na repliek van den wethouder, verder
het zwijgen toe doen.
De heer Heyblok: Dat moet de heer
van Os zeggen, die zelf nog geen enkelen
avond gezwegen heeft!
De heer Zondervan protesteert tegen
de woorden van den heer van Os.
De heer Verstegen vraagt het woord
om de verklaring af te leggen, dat hij
zich losmaakt van het betoog van den
wethouder van financiën en dit geheel
laat voor rekening van dien heer. De
cijfers van den heer Zondervan waren te
controleeren....