In de vrij uitvoerige beschouwing,
welke de heer Grunwald hierna over de
Gasfabriek voorlas, en die inhield een
verdediging var 'het te dien aanzien in
genomen standpunt door het gemeente
bestuur, niet eei scherpen aanval op het
geen door mij ter zake wordt voorgestaan,
in idie uitvoerige beschouwing dan wordt
zeil weinig positiefs aan argumenten ver
werkt, om daa-op in te gaan. Vooral, om
dat op deze vijize de argumenten niet
tegenover elkiar worden afgewogen. Een
deel van mijr argumenten valt men,aan.
splitst deze laat de andere zwemmen,
maar vergeel daarbij dat hetgeen ik te
dien aanzien naar voren heb gebracht in
onderling verband moet worden be
schouwd en gehouden. Zoo b.v. de prijs
verlaging v»n het gas en het niet tot ge
volg hebber daarvan eener grootere toe
name van het gebruik, integendeel een
belangrijke vermindering daarvan. Op het
eind van dei brief volgt dan nog eens een
uitvoerige verdediging van de kwaliteit
van het ga. FedteBjk hooren deze stuk
ken ibfj elkaar. Als na deze ervaring het
gemeentebestuur zich wil laten wijsma
ken dat liderdaad het gas goed ia, dan
is het -hopdoos gesteld. Ik zou zoo zeggen
dat uit bet feit zelve, n.L prijsverlaging
en nog mnder verkoop van gas, nu tooh
voldoend* blijkt hoe de gebruikers ovei
de kwaliteit van het gas oordeelen. Want-
men nwxt zich nu niet voorstellen dat d<
huismoeders met liefde het gas den rug
toekeer® en zich werpen op het gebruik
van petroleum. Om den drommel niet
Want zj hebben de daaruit voortvloeien-
de narigheden op te knappen, Doch
doen let omdat in dfe praktijk blijkt dat
zij thans met het gebruik van olie vr£
belangrijk goedlkooper uit zijn.
De „Zosma" aan den grand.
ren en werklieden bij de Gemeente.
Deze jubilarissen zijn de volgende:
J. Stoll, hoofd-boekhouder der Gemeente-
Bedrijven;
G. Folmer, Opzichter-Machinist bij de
Waterleiding;
J. J. S n e 1, Voorman-Machinist bij de Wa-
terleiding
J. B r u n Waterverstrekker aan schepen.
Om alle bovengenoemde redenen zal den
len Januari 1926 niet onopgemerkt bij de
Waterleiding voorbij gaan.
HET VERWEEK VAN DEN WET
HOUDER VAN FINANCIEN.
(Vervolg).
Inden nu de beer Grunwald dit zeer
betekenisvolle feit slechts even had over
wog®, zou hij wellicht niet zoo grif tol
het verdedigen van de kwaliteit van het
gas nogmaals zijn toevlucht hebben geno
m®. Trouwens blijkt wel uit het voor
leen van dun brief zelve dat hij dit ge
dan heeft zonder over den inhoud be
hoorlijk na te denken. Anders zou hij ge-
iep hebben, dat daarin punten voorko
men, die juist een aanklacht tegen zijn
beleid inhouden Oim dit aan te toonen zal
ik maar weer een groot citaat laten vol
gen.
Voorts wordt door den heer De Zwart on
gemotiveerd een voorstelling van bet ondier
houd gegeven. Bij de beoordeeling van der
poet onderhoud, dlene men toch voor oogei
te houden, dait men niet elk jaar beteellde
onderhoud heeft. Er zijn bijv. verschillende
gebouwen en machine® welke niet leder jaar
geeohllderd behoeven te worden. In het
dienstjaar, waarin weinig geschilderd en
getimmerd behoeft te worden, zal de poet on
derhoud altijd' minder zijn dan ln een dienst
jaar, waarin meerdere werkzaamheden moe
ten geschieden. Hierdoor ontstaan schomme
lingen in de posten van onderhoud. Boven
dien vergete men niet, dat de fabriek elk
jaar ouder wordt, zoodat het geen bevreem
ding kan wekken, dat de omdérh oudepoet na
derhand zal toenemen.
De heer Grunwald heeft niet eens
begrepen dat dit gedeelte een scherpe
afkeuring inhield over zijn gevolgd fi
nancieel beleid. Want ik heb juist be
toogd, dat winst gemkakt ln gunstige
jaren, als er betrekkelijk weinig aan on
derhoud wordt 'besteed, daarom nog niet
geheel als netto winst aangemerkt imag
wonden, maar dat men daarvan moet re
serveeren voor kwade jaren.-Dan voor
komt men zoo schommelingen in de
onderhoudspost en Is imen gereed om hij
het ouder worden van de fabriek de op
tredende nadeelen het hoofd te bieden.
De heer Grunwald ontnam echter aan
het bedrijf alle middelen. Dit gedeelte
wordt dus gerenvoyeerd naar den heer
G. Ik ben bijna geneigd er aan toe te
voegen: „Met opdracht oan in die zich
ting werkzaam te zijn".
Daarop volgt:
Alles, wat de heer De Zwart over de be
handeling vain de ovens geschreven heeft, le
zuiver onzin. De kwaliteit van het gas
heeft nlete te maken met de behandeling
van de oven®. Voor den binnenbouw van de
ovens ie destijds een levensduur van 2 jaren
gegarandeerd en de ovens hebben **-n deze
garantie voldaan.
(Hieruit blijkt weder hoe ondoordacht
de heer Grunwald dit schrijven ln den
Raad heeft voorgelezen. Want daaraan
ontbreekt iets. En misschien van „ge
ringe" beteekenis. Ik meen n-L mij te her
inneren dat niet alleen voor den binnen
bouw der ovens een levensduur van 2
Jaar is gegarandeerd, maar tevens imet
een capaciteit van 10000 M\ per dag. De
vraag is dus gewettigd, hoe men die ga
rantie heeft kunnen oontroleeren als men
een grootere capaciteit in dienst stelt dan
noodig is voor de productie. De vraag is
niet of aan de garantie voor den tijd van
2 Jaar is voldaan, maar of daaraan is vol
daan ln verband met de capaciteit. Zoo
lang dat niet vaststaat, heoht ik aan deze
verklaringen weinig waarde.
Het andere argument dat de heer
Grunwald heeft getsizigd en dat niet door
den 'beugel kan is het volgende:
Wasr do hoor De Zwart thans och/ter
allorloi opmerkingen gemaakt hooft oror do
boogs koeten, wslks aan do Prorlasls be
taald moeten- worden, is het meer dan erger
lijk, dat hij zulke thans naar voren brengt
Immers, Indien destijds bij de onderhandelin
gen in 1921 niet het P.W.N. was ingegaan
op het voorsten van dien heer De Zwart txm
al bet -benoodigde water van de Provincie te
betrekken, was de gemiddelde kostprijs van
het water thano 0.52 per M*. gerweeet, ter
wijl de tegenwoordige kostprijs slechts 0.94
per M1. bedraagt. Het ie diu» zeer gelukkig,
dat wij destijds met voel moeite niet het
voorstel van den heer De Ziwart hebben op
gevolgd en is bet daarom ergerlijk, dat hij
nog opmerkingen maakt op de tegen
woordige bijdrage aan het P.W.N.
Dit las hij ook voor uit den brief van
den directeur van de bedrijven, maar door
dit ongewijzigd of zonder nadere aanvul
ling over te nemen maakte hij dit even
eens tot zijn argument. Zooals men ziet
is het van dezelfde strekking als het eerst
behandelde. Nietwaar? De heer de Zwart
schrijft nu wel 'het een en ander ln de
krant over het contract met het Provin
ciaal Waterleidingbedrijf, maar toen hij
Wethouder was probeerde hij iets heel
anders te bereiken en gelukkig voorde ge-
meentenaran is dit niet opgevolgd. Dat
zijn immers afdoende argumenten! Jam
mer voor den heer Grunwald, maar het
is „eenigszins" anders. Een heel klein
beetje maar. Daarom zal ik even zijn ge
heugen een weinig opfrissohen.
Zooals men weet, is eerst gepoogd om
al het benoodigde water te onttrekken aan
de duinen in de gemeente Helder. On
danks er echter kort te voren een belang
rijke uitbreiding van het prise d'eau was
tot stand gebracht, kon niet aan de vraag
naar water ln voldoende mate worden
tegemoet gekomen. Ten einde daarin te
voorzien was door de directie van het
Waterleidingsbedrijf een voorstel inge
diend om de prise d'eau verder uit te
breiden tot ln de duinen ter hoogte van
ongeveer het kustlicht Falga tot aan de
grens van Callantsoog, met daarbij ©en
tweede pompstation, omdat het pomp
station nabij Huisduinen niet bij imaohte
is om dit water van zoo'n verren afstand
aan te zuigen. Die uitbreiding zou niet
alleen een groot bedrag hebben gekost en
dus de rente en afschrijving jaarlijks met
een evenredig bedrag moeten zijn ver
hoogd, maar ook de exploitatiekosten van
dat tweede pompstation. Met dit voorstel
heeft de heer Grunwald, toemfl^ls lid
van de Commissie van de Bedrijven, zich
vereenigd, en zoo is dit dus bij het toen
malige college van B. en W. gekomen.
Het zal in mijn hoofd niet opkomen om
hem te gaan verwijten iets wat toenmaals
door hem werd voorgestaan, wat zeer be
langrijke offers van de gemeente had ge
vergd en waarvan niet met zekerheid kon
worden gezegd dat inderdaad voldoende
water ter beschikking van de gemeente
naren zou kunnen worden, gesteld. Dit ln
de eerste plaats.
Het college van B. en W. heeft echter
op grond van de groote kosten van dit
plan, èn de daaruit Jaarlijks terugkee-
rende groote uitgaven, èn omdat daar
mede geen zekerheid kon worden verkre
gen dat aan de behoefte aan water ln
voldoende mate kon worden voorzien, èn
omdat een voor enkele jaren terug uit
gevoerde uitbreiding, die ook veel geld
had gekost, niet aan de gestelde verwach
ting had beantwoord voor wat betreft al
thans de opbrengst van water, dit
mede door den heer Grunwald ge
steunde voorstel aangehouden en heeft
een plan laten maken door het P
W. N. ten einde te onderzoeken of het
niet goedkooper kon roet daarbij de zeker
heid dat dan althans water ter beschik
klng zou komen. Het resultaat daarvan
was een 'besluit om het water van het
P.WjN. te betrekken en daarmede was
het uitbreidingsplan van de baan.
Bij de toen verder gevoerde onderhan
delingen is door mij overwogen of de
levering van water uitsluitend door het
P.W.N. wellicht niet het beste aou zijn.
Maar wat is nu het llloyale in de beschul
diging aan mijn adres? Daarin worden
cijfers ter vergelijking tegenover elkaar
genoemd, die zonder nadere correctie niet
voor vergelijking vatbaar zijn. In de eer
ste plaats r»eds hierom niet, wijl met het
lan, waarin opgenomen om alles van het
W_N. te betrekken, de gemeente klaar
was, ook bij eventueele uitbreiding van de
gemeente en geen verdere voorzieningen
meer behoefde te treffen ten aanzien van
het bestaande bedrijf, wat nu gi-ivg* 1
voorziening behoeft Doch bovenal omdat
het cijfer van 62 oent per M\ gebaseerd
la op de p:
een en unxh-r opgezet
maar waarin alle zekerheid aan die zijde
was opgenomen. Dit plan is nimmer uit
gevoerd geworden. De heer Grunwald
vergeet door daar tegenover te noemen
een bedrag van 84 oent per M\ als zijnde
het voordeel van -het gedeeltelijk betrek
ken van water van het P. W.N., dat die
34 oent daarvan niet het rpsultaat is, maar
het resultaat van de prijsberekening van
een uitgevoerd plan. En zoo goed hij nu
door het noemen van die 84 oent geheel
verdisconteert de voordeelen die liggen
tussohen de berekening van een opgezet
en tussohen de uitkomsten van een uitge
voerd plan, zoo goed ware het reëel ge
weest, om dan eerst te vragen aan het
P.WJN. wat de werkelijke koeten waren
geweest van de geheele waterlevering aan
de -hand der later bekende gegevens en
overigens doen nagaan wat op de be
staande inrichting, waaruit geen water
meer zou worden 'betrokken, kon worden
bezuinigd. En die cijfers tegen elkaar ver
gelijken,
Hiermede wil ik volstrekt niet beweren,
d#t het plan om al het water van het
P.WJN. te betrekken 'beter ware geweest.
Trouwens dit is eerst over een reeks van
jaren in z'n vollen omvang te beoordee-
len. Maar wel blijkt hieruit duidelijk
hoe handig men twee factoren met elkaar
vergelijkt, die niet voor vergelijking vat
baar zijn. Bovendien blijf ik toch, al heb
ik eerst het plan tot geheele levering der.
benoodigde hoeveelheid water door hst
P.W.N. overwogen, het recht behouden ken, dat Indien die poging zou worden
om, welk plan dan ook wordt uitgevoerd, ondernomen, de kans bestaat dat ln deze
V* uu VM wu« Alt gtMJOmTOlVI
le prijsberekening van een plan,
ander opgezet door het P.W.N.
op het te 'betalen bedrag aan het P.WJN.
de aandacht te vestigen, ais na de uitvoe
ring bLijkt, dat tusschen de berekening
en de uitvoering door lagere materiaal-
prijzen en arbeidsloonen, doch bovenal
door gedeeltelijke wijziging van de be
stemming van de toevoerbuis, zulke be
langrijke verschillen zijn te oonstatoeren
in de berekening van het bedrag hetwelk
de gemeente moet betalen.
Men vindt bet „ergerlijk" dat ik daarop
wijs. Wil men weten wat Ik ergerlijk
vind? Dat is de brutale moed voor hetgeen
de Wethouder daarop liet volgen. Hij
las ml. voor:
Verder heeft die heer De Zwart bij de be-
grootdna ram 1925 'beweerd, dat de verhoo-
ging der tarieven niet noodig sou zijn, ia-
dien wij water van de ProviooW ontvingen.
Ondanice deze tariefeverhooging ia in 1924
slechte 11.361,winst gemaakt. Aan de
Provincie moeet in het geheel 96.952,—
worden -betaald. Indien de tarieven dus niet
verhoogd waren- geworden; zou het verlies
op de Waterleiding rudan 25.000,zijn ge
weest.
Hieruit blijkt due wederom op welke on
kundige wijze de heer De Zwart de zaken
heeft voorgesteld.
Dit vind ik ergelijk. Omdat men het
geen een gevolg is van eigen gemaakte
fout aldus tracht in mijn schoenen te
schuiven. Om dit te bewijzen voel ik
groote aanvechting om de cijfers van de
begrooting van 1924 van het Waterlei
dingbedrijf naast die van de verlies- en
vyiistrekening af te drukken. Dit eischt
echter 2 kolommen druks. Daarom zal ik
volstaan inet er aan te herinneren dat
het voorstel in 1924 gedaan tot verhoo
ging van de waterleiddiqftarleven bedoel
de een meerdere opbrengst van 26000.
te verkrijgen. En nu heb ik betoogd, dat
ln die begrooting nog voldoende speling
zat en zonder die' verhooging de ver-
eisohte winst best kon worden verkregen,
In verband ook met de nieuwe prijsbere
kening van het P.WJN. Welnu zooals men
weet is het verslag van het Waterleiding
bedrijf over 1924 inmiddels verschenen
en blijkt daaruit dat mijn opmerking juist
is geweest Er was begroot om te beta
len wegens aankoop van water van het
P.W.N. een. bedrag van 66876.40. Er
werd betaald 36962-49. Dit is dus
f 29923.91 minder. En dus had ik volko
men gelijk met mijn opmerking. Maar, zal
men zeggen, desondanks is er toch maar
een winst gemaakt van 11361.Zeer
juist! Doch dat is niet mijn schuld, maar
van dengeen die de teohnisohe begroo-
ting-gegevens verschaft en die ze verder
vaststtelt en waarvan later blijkt, dat hij
het waterverbruik van de Marine en van
Particuliere schepen ongeveer 24000.—
te hoog heeft opgegeven. Dus ik stelde
de zaken niet op „onkundige" wijze voor,
maar degene die deze gegevens leverde
en de Wethouder, die zoo iets ongecontro
leerd in den Raad heeft voorgelezen. Dit
is nóg ergerlijker als imen daarbij be
denkt dat eerst het voorstiel tot verhoo
ging der tarieven is verschoven en deze is
ingegaan per 1 April 1924, zoodat men
tijdens de behandeling van bet voorstel
over de volledige gegevens van 1928 kon
beschikken. Niet ik kon toenmaals over
die gegevens beschikken maar het ge
meentebestuur, om toen nog ernstig de
aan den Raad verstrekte gegevens te
corrigeeren. Dat deed men niet Op grond
van die ongecorrigeerde cijfers heeft
mem een verhooging der waterleiding-
tarieven verdedigd welke verhooging om
streeks 26000.— moest opbrengen. Ik
meende dat dit niet noodig was in ver
band met het feit dat in de begrooting
voor aankoop van het water van het
P.W.N. een post van 06876.40 was uit
getrokken, terwijl pa» ln Maart 1924 met
de proef-levering van water was begon
nen en dus «eer zeker een belangrijk be
drag minder zou rijn te betalen. Nog
maals, mem berekende f 66876.40. Men
gaf in werkelijkheid uit 86962, zoodat er
bijna 80000 minder werd uitgegeven,
zoodat uit dien -hoofde de ve-rihooglng van
het tarief niet noodig was. Want die ver
hooging van het tarief was niet berekend
en weid niet verdedigd op grond van de
pas later bekende werkelijk te betalen be
dragen, maar op het in de begrooting op-
Ïe nomen bedrag van f 66876.—, zoodat
ie stellig verkeerd was en terecht daarop
door irnij aanmerking is gemaakt.
Bt kan gevoeglijk hiermede van dit on
derdeel afstappen. Alleen nog deze op
merking dat ik zeer goed weet, dat de uit
komsten wel eens anders kunnen zijn,
dan bij het opstellen van de begrooting
daarvan wordt verwaoht. Zei te zooals
ln dit geval ondanks de cijfers op het
laatste moment nog kunnen worden
oorrigeerd. Maar als imen de gevolgen
van eigen gemaakte berekening, die nu
achteraf blijken fout te zijn geweeetj mij
tracht in de schoenen te schuiven, dan is
men aan het verkeerde kantoor. Ik lees
geen beschouwingen voor, zonder eerst de
juistheid daarvan bestudeerd te hebben.
Eb nu het Electriciteitsbedrijf. Hetgeen
daarover door dem heer Grunwald ln den
Raad is voorgelezen, doet de deur dicht.
Ja 'bij mij is de vraag opgekomen of
afgescheiden van het overige door den
heer Grunwald dien avond in den Raar
gesprokene het voor het overige deel
van het ooilege van B. en W. overweging
verdient om daarover ernstige afkeuring
uit te spreken, want anders zou het den
schijn kunnen verkrijgen alsof dit door
de overige leden volkomen medp word';
■beaamd. Want wat ia het geval? In de
discussie in dit blad aanvankelijk met
dem heer Michels en later met den heer
Peters heb ik aangetoond, dat het con
tract met het P.E.N. voor onze gemeente
onbillijk werkte. Dit wordt door de leiding
van het bedrijf volkomen erkend. Zonder
nu eerst een poging te.doen om die er
kende onbillijkheid opgeheven te krijgen,
tracht de heer Grunwald ln den open
baren Raad da gó*g«m«*ate w|ja te
gemeente het PJLN. den stroom zal gaan
leveren en dan en hierin zit de bang-
njskerij de gebruikers veel duurder
uit zijn. Dft ls niet waar. Op het genoem
de cijfer van 42 oent per KJW.U. voor
ichtgebruik zal ik niet ingaan. Noem
desnoods 1.per K.W.U. Doch het is
niet waar dat het PJEjN. bevoegd is dn
de gemeente Helder stroom te leveren
zoolang de gemeente aan Kaar verplich
tingen voldoet. Ik héb niet bepleit om bij
de onderhandelingen het gemeentebe
stuur maar te laten dreigen met opzeg
ging van het contract indien die pogin
gen niet zouden slagen. En nu is bfj mQ
de vraag opgekomen: Sinds wanneer ls
het geoorloofd in den openbaren Raad bij
voorbaat een poging tot opheffing eener
onrechtvaardige behandeling welke de
gemeente ondergaat af te wijzen, Ja zelfs
rij voorbaat onmogelijk te maken, alleen
omdat tijdens de onderhandelingen niet
de kans bestaat op grooter onrechtvaar
diger behandeling, maar slechts een be
dreiging in die richting zou kunnen wor
den geuit als het gemeentebestuur voor
het voeren van die onderhandelingen niet
voor zijn'taak berekend zou zijn. Het is
bovendien de vraag of wel een zoodanige
bedreiging tegen het gemeentebestuur
zou worden geuit. Want de opzegging
meet dan eerst van de zijde van bet ge
meentebestuur komen. Maar laten we
aannemen, dat die bedreiging wél geuit
zou worden. Sinds wanneer is het voor een
gemeentebestuur dan als de politieke
wijsheid bij uitnemendheid geworden om
vixiraf zulks ln den openbaren Raad te
zeggen; alleen ter vermijding van de mo
gelijkheid om de kans te beloopen %een
minder aangenaam woord te moeten aan-
hooren bij eventueele onderhandelingen.
Moet b.v. een pleidooi tot verbetering van
de Zeevaartschool maar achterwege gela
ten worden, omdat de kans zou bestaan te
moeten aanhooren een bedreiging met
een voorstel tot vermindering van de
jaarljjksche bijdrage van het Rijk in de
koeten van dit onderwijs overeenkomstig
de Nijverheidsonderwijswet vastgesteld?
Als dat de gang van zaken moet beheer-
sohen dan kunnen we wel op dak gaan
zitten.
Nu is bet wanhopige wat uit het ge
heele betoog van 'den Wethouder kan
worden afgeleid dat de heer Grunwald
geen oogenblik dq draagwijdte van zijn
betoog heeft gesnapt Bij voorbaat is
nu een poging tot verbetering van het
contract tot ihislukking gedoemd.
DE ZWART.
IJmuider trawler 327 gestrand
Om 9 uur Zondagmorgen werd aan de
kustwacht van de Koog (T) bericht ont
vangen, dat tusschen paal 21 en 22, de
IJmuider trawler „Victoria" gestrand was.
De sleepbooten „Drente en Assistent"
van" de Mij. Wijsmüller vertrokken op
dit bericht onmiddellijk ter assistentie.
De „Drente" had een 26 vletterlieden aan
boord, die het moeilijke werk, de verbin
ding tusschen de sleepboot en het ge
strande schip, tot' stand hadden te bren
gen. Achter de „Drente" dobberde hier
voor een groote vlet.
ÉDe zee was tamelijk ruw, zoodat bet
geen gemakkelijke taak was verbinding
met IJ. M. 827 te krijgen. De trawler
lag zwaar geboeid op een zandrug.
Het gelukte den sleepbooten, in combi
natie met de sleepboot „Neptunus" van
Stoomboot Mij. Texel, de trawler te on-
eveer half drie vlot te sleepen. waarna
eze zijn reis naar IJmuiden kon voort
zetten.
De trawler was geladen met visch en
had getracht binnendoor te varen, waar-
nij op een zandrug was vastgeloopen
door
en in gevaarlijke positie verkeerde.
Groote brand ln de Haarlemmermeer.
Woensdagnacht ongeveer 1 uur is de
boerderij van den heer A. Ooms te Vijf
huizen, nabij de nieuwe brug, tot den
grond afgebrand.
De eigenaar werd wakker door aen
vreemd geluid. Toen hij de deur van zijn
slaapvertrek opende, kwam een sterke
rookluoht hem tegemoet. Hij snelde naar
den stal en vond het groote gebouw ln
liohte laaie staan. Onmiddellijk terug-
keerend, heeft hij zijn vrouw en kindaren
nog kunnen waarschuwen, die in nacht
gewaad het huis zijn ontvlucht. In dan
stal waren 18 koeien en 6 pinken op de
gebruikelijke wijze vastgebonden. Een
vreeselijk geloei deed zich hooren. Aan
redden van deze dieren kon niet meer
gedacht worden. Na het inslaan van eenige
ruiten wist de eigenaar nog met groote
moeite een paard en een veulen te redden;
de manen van het paard hadden reeds
vlamgevat.
De handbrandspuit van Vijfhulzen was
spoedig ter plaatse, en ook de automo
bielbrandapuit van Hoofddorp kwam kort
daarop, maar de spuiten hebben geen
water gegeven, ometet het geheele ge
bouw als verloren moest worden be
schouwd. Ruim 60 wagenvrachten hooi
gingen mede verloren. Door de gunstige
richting van den wind, die zeer sterk
was, bleef een groote schuur gespaard,
waarin 16 melkkoeien waren gestald.
De oorzaak van den brand is onbekend.
Verzekering dekt de schade.
Toen Zaterdagnacht de vrachtotoomer
„Zosma" van de reederij Van Nlevelt Gou-
driaan van de Handelskade te Amsterdam
wilde vertrekken, bleek, dat eer geen be
weging in het schip te krijgen- was. Ver
schillende koeren werden de (machines op
voor- en achteruit gesteld, doch de „Zoo-
ma" bleef vastzitten. Dit moest hst gevolg
rffn van de nieuw ingenomen lading,
waardoor de boot op den bodem werd
vastgedrukt.
Des Zondags werd 8 4 èleepbooten van
Gebr. Goedkoop georequdneerd en of
schoon de „Zosma" <*>k met eigen macihi-
nekracht werkte, bleef rij „op d© plaats
rust". Het eenige wat overbleef was hel
lossen van een gedeelte der lading, «ra
den diepgang te verminderen. Men is be>
zig met het lossen van bunkerkolen.
De Zosma is Maandag om half elf na
hssirg tai 1000 ton kolen rU g-ki nwn.
Verduistering van 186,606.
De rechtbank te 's-Gravenhage heeft den
47-jarigem A. O. M. B., gewezen directeur
van de N. V. Obligatie-Maatschappij „Het
Witte Kruis", thans gedetineerd, wegens
verduistering van ongeveer 180.000 ten
nadeele van genoemde maatschappij, ver
oordeeld overeenkomstig den eisch, tot 2
jaar gevangenisstraf met aftrek van de
voorloopige hechtenis.
Weder een mtjn-ongelnk.
Op de Oranje Nassaumijn I is Donder
dag de mijnwerker S., wonende te Heer
len, bij het schieten bedwelmd geraakt
en is hierdoor van een hoogte van circa 20
meter naar beneden gestort. Hij was on
middellijk dood. S. was gehuwd en vader
van 8 kinderen. (TeL)
Afschuwelijk familiedrama.
Het Gerechtshof te Amsterdam heeft
Donderdag uitspraak gedaan in de straf
zaak tegen den 48-jarigen spoelknecht
Harme Hendrik van Dam, die op Don
derdag 29 Januari zijn echtgenoote, op
Zaterdag 81 Januari ztfn dochtertje en
op Zondag 1 Februari zijn stiefdochtertje
van het leven beroofde. Op 6 October 1.1.
had de Rechtbank den beklaagde twaalf
jaren gevangenisstraf opgelegd. Het O. M.
bij de Rechtbank had wegens moord,
drie malen gepleegd, levenslange ge
vangenisstraf gevorderd. De advocaat-
generaal bij het Hof had bevestiging
van het vonnis geëisebt, behalve wat
betreft de opgelegdo straf, die hij ver
anderd wenschte te zien in twintig jaren
gevangenisstraf.
Het Hof vernietigde het vonnis als
niet voldoende met redenen omkleed.
Opnieuw rechtdoende, verklaarde het Hof
den beklaagde schuldig aan mishandeling,
den dood tengevolge hebbende, gepleegd
tegen zijn echtgenoote, en aan het voort
gezet misdrijf van moord op zijn dochter
tjes.
Wat de straf betreft, overwoog het
Hof, dat de feiten van buitengewoon
gruwelijken aard zijn, maar dat bij de
oplegging der straf in overweging moet
worden genomen, dat niet gebleken is
de onjuistheid van beklaagde'! opgaaf,
dat hij bewogen werd door de, zij het
dan onjuiste, motieven, dat de kinderen
na zijn dood waartoe hij na de daad
tegen zijn vrouw besloten had niet
zouden vinden den steun, dien zij be
hoefden. Het Hof veroordeelde den be
klaagde na deze overweging tot twaalf
jaren gevangenisstraf, dezelfde straf die
de rechtbank oplegde.
Broedermoord.
Zaterdagmorgen te ongeveer balftwaalf
worden de bewoners van den Groeneweg
te Zwolle opgeschrikt door hevig ge
schreeuw. Even daarna bleek dat zich
ten huize van den heer 0. J. Mulder,
geëmployeerde bij Overiilselsche Onder
linge Brand waarborgmaatschappij, een af
schuwelijk drama had afgespeeld. De heer
Mulder vierde zijn verjaardag, waaraan
ook zijn broeder, M. Mulder, deelnam.
Deze verkeerde sedert geruiznen tijd in
overspannen toestand hij leefde ge
scheiden van zjjn vrouw er ontstond
een woordenwisseling en opeens bracht
hij zijn 45-jarigen broeder met een mes
eenige diepe wonden toe. De zoon van
den verslagene, de 17-jarige C. S. Mulder,
snelde op het rumoer toe, waarop de
woesteling ook hem eenige messteken
toebracht.
De 46-jarlge vader overleed spoedig.
De jongen werd naar het ziekenhuis
vervoerd. Zijn toestand is niet levens
gevaarlijk.
De dader is in hechtenis genomen.
Levend verbrand.
Bewoners van de J. P. Heyeetraat, te
Amsterdam vermoedden Zaterdag onraad
in perceel 189, waar een brandlucht merk
baar was. De brandweer werd gealar
meerd, doch toen twee motorapulten voor
het bewuste huis versohenen, werd niet
open gedaan. Het bleek, dat niemand thuis
was, behalve een 29-jarige zwakzinnige
dochter, die zich in de voorkamer van He
tweede verdieping bevond. Tussohen de
reten van de deur op het portaal was eeni
ge rook merkbaar. Het onderpaneel werd
geforceerd en toen de brandwaohts naar
binnen togen, trof hufi een akelig schouw
spel. Met het gelaat naar den vloer lag
het bijna geheel verkoolde lijk van de on
gelukkige vrouw. Tusschen het Lichaam
en den grond werden nog smeulende
vuurresten geconstateerd. Ook werd een
blikje petroleum gevonden, terwijl ln de
onmiddellijke nabijheid van een der han
den een doosje lucifers lag. Uit een en
ander werd de oonolusie getrokken, dat
de arme vrouw in een vlaag van ver
standsverbijstering zich met petroleum
had overgoten en zloh in brand had ge
stoken.
Moord.
Gistermorgen ls de 64-jarige landbouwer
T. Kooij, te Walderveen, onder Lunteren,
met vier kogels, in den omtrek van het hart,
doorboord, dood op den zolder van zijn woon
huis gevonden. Hoewel een bij het lijk ge
vonden revolver op zelfmoord duidt, begrijpt
men niet, hoe hij- vier schoten, die vermoe
delijk elk op zichzelf doodeiljk waren, op
zich heeft kunnen lossen. De politie stelt
een onderzoek in.
K. was ongehuwd en woonde met drie
zusters samen.