In de vrij uitvoerige beschouwing, welke de heer Grunwald hierna over de Gasfabriek voorlas, en die inhield een verdediging var 'het te dien aanzien in genomen standpunt door het gemeente bestuur, niet eei scherpen aanval op het geen door mij ter zake wordt voorgestaan, in idie uitvoerige beschouwing dan wordt zeil weinig positiefs aan argumenten ver werkt, om daa-op in te gaan. Vooral, om dat op deze vijize de argumenten niet tegenover elkiar worden afgewogen. Een deel van mijr argumenten valt men,aan. splitst deze laat de andere zwemmen, maar vergeel daarbij dat hetgeen ik te dien aanzien naar voren heb gebracht in onderling verband moet worden be schouwd en gehouden. Zoo b.v. de prijs verlaging v»n het gas en het niet tot ge volg hebber daarvan eener grootere toe name van het gebruik, integendeel een belangrijke vermindering daarvan. Op het eind van dei brief volgt dan nog eens een uitvoerige verdediging van de kwaliteit van het ga. FedteBjk hooren deze stuk ken ibfj elkaar. Als na deze ervaring het gemeentebestuur zich wil laten wijsma ken dat liderdaad het gas goed ia, dan is het -hopdoos gesteld. Ik zou zoo zeggen dat uit bet feit zelve, n.L prijsverlaging en nog mnder verkoop van gas, nu tooh voldoend* blijkt hoe de gebruikers ovei de kwaliteit van het gas oordeelen. Want- men nwxt zich nu niet voorstellen dat d< huismoeders met liefde het gas den rug toekeer® en zich werpen op het gebruik van petroleum. Om den drommel niet Want zj hebben de daaruit voortvloeien- de narigheden op te knappen, Doch doen let omdat in dfe praktijk blijkt dat zij thans met het gebruik van olie vr£ belangrijk goedlkooper uit zijn. De „Zosma" aan den grand. ren en werklieden bij de Gemeente. Deze jubilarissen zijn de volgende: J. Stoll, hoofd-boekhouder der Gemeente- Bedrijven; G. Folmer, Opzichter-Machinist bij de Waterleiding; J. J. S n e 1, Voorman-Machinist bij de Wa- terleiding J. B r u n Waterverstrekker aan schepen. Om alle bovengenoemde redenen zal den len Januari 1926 niet onopgemerkt bij de Waterleiding voorbij gaan. HET VERWEEK VAN DEN WET HOUDER VAN FINANCIEN. (Vervolg). Inden nu de beer Grunwald dit zeer betekenisvolle feit slechts even had over wog®, zou hij wellicht niet zoo grif tol het verdedigen van de kwaliteit van het gas nogmaals zijn toevlucht hebben geno m®. Trouwens blijkt wel uit het voor leen van dun brief zelve dat hij dit ge dan heeft zonder over den inhoud be hoorlijk na te denken. Anders zou hij ge- iep hebben, dat daarin punten voorko men, die juist een aanklacht tegen zijn beleid inhouden Oim dit aan te toonen zal ik maar weer een groot citaat laten vol gen. Voorts wordt door den heer De Zwart on gemotiveerd een voorstelling van bet ondier houd gegeven. Bij de beoordeeling van der poet onderhoud, dlene men toch voor oogei te houden, dait men niet elk jaar beteellde onderhoud heeft. Er zijn bijv. verschillende gebouwen en machine® welke niet leder jaar geeohllderd behoeven te worden. In het dienstjaar, waarin weinig geschilderd en getimmerd behoeft te worden, zal de poet on derhoud altijd' minder zijn dan ln een dienst jaar, waarin meerdere werkzaamheden moe ten geschieden. Hierdoor ontstaan schomme lingen in de posten van onderhoud. Boven dien vergete men niet, dat de fabriek elk jaar ouder wordt, zoodat het geen bevreem ding kan wekken, dat de omdérh oudepoet na derhand zal toenemen. De heer Grunwald heeft niet eens begrepen dat dit gedeelte een scherpe afkeuring inhield over zijn gevolgd fi nancieel beleid. Want ik heb juist be toogd, dat winst gemkakt ln gunstige jaren, als er betrekkelijk weinig aan on derhoud wordt 'besteed, daarom nog niet geheel als netto winst aangemerkt imag wonden, maar dat men daarvan moet re serveeren voor kwade jaren.-Dan voor komt men zoo schommelingen in de onderhoudspost en Is imen gereed om hij het ouder worden van de fabriek de op tredende nadeelen het hoofd te bieden. De heer Grunwald ontnam echter aan het bedrijf alle middelen. Dit gedeelte wordt dus gerenvoyeerd naar den heer G. Ik ben bijna geneigd er aan toe te voegen: „Met opdracht oan in die zich ting werkzaam te zijn". Daarop volgt: Alles, wat de heer De Zwart over de be handeling vain de ovens geschreven heeft, le zuiver onzin. De kwaliteit van het gas heeft nlete te maken met de behandeling van de oven®. Voor den binnenbouw van de ovens ie destijds een levensduur van 2 jaren gegarandeerd en de ovens hebben **-n deze garantie voldaan. (Hieruit blijkt weder hoe ondoordacht de heer Grunwald dit schrijven ln den Raad heeft voorgelezen. Want daaraan ontbreekt iets. En misschien van „ge ringe" beteekenis. Ik meen n-L mij te her inneren dat niet alleen voor den binnen bouw der ovens een levensduur van 2 Jaar is gegarandeerd, maar tevens imet een capaciteit van 10000 M\ per dag. De vraag is dus gewettigd, hoe men die ga rantie heeft kunnen oontroleeren als men een grootere capaciteit in dienst stelt dan noodig is voor de productie. De vraag is niet of aan de garantie voor den tijd van 2 Jaar is voldaan, maar of daaraan is vol daan ln verband met de capaciteit. Zoo lang dat niet vaststaat, heoht ik aan deze verklaringen weinig waarde. Het andere argument dat de heer Grunwald heeft getsizigd en dat niet door den 'beugel kan is het volgende: Wasr do hoor De Zwart thans och/ter allorloi opmerkingen gemaakt hooft oror do boogs koeten, wslks aan do Prorlasls be taald moeten- worden, is het meer dan erger lijk, dat hij zulke thans naar voren brengt Immers, Indien destijds bij de onderhandelin gen in 1921 niet het P.W.N. was ingegaan op het voorsten van dien heer De Zwart txm al bet -benoodigde water van de Provincie te betrekken, was de gemiddelde kostprijs van het water thano 0.52 per M*. gerweeet, ter wijl de tegenwoordige kostprijs slechts 0.94 per M1. bedraagt. Het ie diu» zeer gelukkig, dat wij destijds met voel moeite niet het voorstel van den heer De Ziwart hebben op gevolgd en is bet daarom ergerlijk, dat hij nog opmerkingen maakt op de tegen woordige bijdrage aan het P.W.N. Dit las hij ook voor uit den brief van den directeur van de bedrijven, maar door dit ongewijzigd of zonder nadere aanvul ling over te nemen maakte hij dit even eens tot zijn argument. Zooals men ziet is het van dezelfde strekking als het eerst behandelde. Nietwaar? De heer de Zwart schrijft nu wel 'het een en ander ln de krant over het contract met het Provin ciaal Waterleidingbedrijf, maar toen hij Wethouder was probeerde hij iets heel anders te bereiken en gelukkig voorde ge- meentenaran is dit niet opgevolgd. Dat zijn immers afdoende argumenten! Jam mer voor den heer Grunwald, maar het is „eenigszins" anders. Een heel klein beetje maar. Daarom zal ik even zijn ge heugen een weinig opfrissohen. Zooals men weet, is eerst gepoogd om al het benoodigde water te onttrekken aan de duinen in de gemeente Helder. On danks er echter kort te voren een belang rijke uitbreiding van het prise d'eau was tot stand gebracht, kon niet aan de vraag naar water ln voldoende mate worden tegemoet gekomen. Ten einde daarin te voorzien was door de directie van het Waterleidingsbedrijf een voorstel inge diend om de prise d'eau verder uit te breiden tot ln de duinen ter hoogte van ongeveer het kustlicht Falga tot aan de grens van Callantsoog, met daarbij ©en tweede pompstation, omdat het pomp station nabij Huisduinen niet bij imaohte is om dit water van zoo'n verren afstand aan te zuigen. Die uitbreiding zou niet alleen een groot bedrag hebben gekost en dus de rente en afschrijving jaarlijks met een evenredig bedrag moeten zijn ver hoogd, maar ook de exploitatiekosten van dat tweede pompstation. Met dit voorstel heeft de heer Grunwald, toemfl^ls lid van de Commissie van de Bedrijven, zich vereenigd, en zoo is dit dus bij het toen malige college van B. en W. gekomen. Het zal in mijn hoofd niet opkomen om hem te gaan verwijten iets wat toenmaals door hem werd voorgestaan, wat zeer be langrijke offers van de gemeente had ge vergd en waarvan niet met zekerheid kon worden gezegd dat inderdaad voldoende water ter beschikking van de gemeente naren zou kunnen worden, gesteld. Dit ln de eerste plaats. Het college van B. en W. heeft echter op grond van de groote kosten van dit plan, èn de daaruit Jaarlijks terugkee- rende groote uitgaven, èn omdat daar mede geen zekerheid kon worden verkre gen dat aan de behoefte aan water ln voldoende mate kon worden voorzien, èn omdat een voor enkele jaren terug uit gevoerde uitbreiding, die ook veel geld had gekost, niet aan de gestelde verwach ting had beantwoord voor wat betreft al thans de opbrengst van water, dit mede door den heer Grunwald ge steunde voorstel aangehouden en heeft een plan laten maken door het P W. N. ten einde te onderzoeken of het niet goedkooper kon roet daarbij de zeker heid dat dan althans water ter beschik klng zou komen. Het resultaat daarvan was een 'besluit om het water van het P.WjN. te betrekken en daarmede was het uitbreidingsplan van de baan. Bij de toen verder gevoerde onderhan delingen is door mij overwogen of de levering van water uitsluitend door het P.W.N. wellicht niet het beste aou zijn. Maar wat is nu het llloyale in de beschul diging aan mijn adres? Daarin worden cijfers ter vergelijking tegenover elkaar genoemd, die zonder nadere correctie niet voor vergelijking vatbaar zijn. In de eer ste plaats r»eds hierom niet, wijl met het lan, waarin opgenomen om alles van het W_N. te betrekken, de gemeente klaar was, ook bij eventueele uitbreiding van de gemeente en geen verdere voorzieningen meer behoefde te treffen ten aanzien van het bestaande bedrijf, wat nu gi-ivg* 1 voorziening behoeft Doch bovenal omdat het cijfer van 62 oent per M\ gebaseerd la op de p: een en unxh-r opgezet maar waarin alle zekerheid aan die zijde was opgenomen. Dit plan is nimmer uit gevoerd geworden. De heer Grunwald vergeet door daar tegenover te noemen een bedrag van 84 oent per M\ als zijnde het voordeel van -het gedeeltelijk betrek ken van water van het P. W.N., dat die 34 oent daarvan niet het rpsultaat is, maar het resultaat van de prijsberekening van een uitgevoerd plan. En zoo goed hij nu door het noemen van die 84 oent geheel verdisconteert de voordeelen die liggen tussohen de berekening van een opgezet en tussohen de uitkomsten van een uitge voerd plan, zoo goed ware het reëel ge weest, om dan eerst te vragen aan het P.WJN. wat de werkelijke koeten waren geweest van de geheele waterlevering aan de -hand der later bekende gegevens en overigens doen nagaan wat op de be staande inrichting, waaruit geen water meer zou worden 'betrokken, kon worden bezuinigd. En die cijfers tegen elkaar ver gelijken, Hiermede wil ik volstrekt niet beweren, d#t het plan om al het water van het P.WJN. te betrekken 'beter ware geweest. Trouwens dit is eerst over een reeks van jaren in z'n vollen omvang te beoordee- len. Maar wel blijkt hieruit duidelijk hoe handig men twee factoren met elkaar vergelijkt, die niet voor vergelijking vat baar zijn. Bovendien blijf ik toch, al heb ik eerst het plan tot geheele levering der. benoodigde hoeveelheid water door hst P.W.N. overwogen, het recht behouden ken, dat Indien die poging zou worden om, welk plan dan ook wordt uitgevoerd, ondernomen, de kans bestaat dat ln deze V* uu VM wu« Alt gtMJOmTOlVI le prijsberekening van een plan, ander opgezet door het P.W.N. op het te 'betalen bedrag aan het P.WJN. de aandacht te vestigen, ais na de uitvoe ring bLijkt, dat tusschen de berekening en de uitvoering door lagere materiaal- prijzen en arbeidsloonen, doch bovenal door gedeeltelijke wijziging van de be stemming van de toevoerbuis, zulke be langrijke verschillen zijn te oonstatoeren in de berekening van het bedrag hetwelk de gemeente moet betalen. Men vindt bet „ergerlijk" dat ik daarop wijs. Wil men weten wat Ik ergerlijk vind? Dat is de brutale moed voor hetgeen de Wethouder daarop liet volgen. Hij las ml. voor: Verder heeft die heer De Zwart bij de be- grootdna ram 1925 'beweerd, dat de verhoo- ging der tarieven niet noodig sou zijn, ia- dien wij water van de ProviooW ontvingen. Ondanice deze tariefeverhooging ia in 1924 slechte 11.361,winst gemaakt. Aan de Provincie moeet in het geheel 96.952,— worden -betaald. Indien de tarieven dus niet verhoogd waren- geworden; zou het verlies op de Waterleiding rudan 25.000,zijn ge weest. Hieruit blijkt due wederom op welke on kundige wijze de heer De Zwart de zaken heeft voorgesteld. Dit vind ik ergelijk. Omdat men het geen een gevolg is van eigen gemaakte fout aldus tracht in mijn schoenen te schuiven. Om dit te bewijzen voel ik groote aanvechting om de cijfers van de begrooting van 1924 van het Waterlei dingbedrijf naast die van de verlies- en vyiistrekening af te drukken. Dit eischt echter 2 kolommen druks. Daarom zal ik volstaan inet er aan te herinneren dat het voorstel in 1924 gedaan tot verhoo ging van de waterleiddiqftarleven bedoel de een meerdere opbrengst van 26000. te verkrijgen. En nu heb ik betoogd, dat ln die begrooting nog voldoende speling zat en zonder die' verhooging de ver- eisohte winst best kon worden verkregen, In verband ook met de nieuwe prijsbere kening van het P.WJN. Welnu zooals men weet is het verslag van het Waterleiding bedrijf over 1924 inmiddels verschenen en blijkt daaruit dat mijn opmerking juist is geweest Er was begroot om te beta len wegens aankoop van water van het P.W.N. een. bedrag van 66876.40. Er werd betaald 36962-49. Dit is dus f 29923.91 minder. En dus had ik volko men gelijk met mijn opmerking. Maar, zal men zeggen, desondanks is er toch maar een winst gemaakt van 11361.Zeer juist! Doch dat is niet mijn schuld, maar van dengeen die de teohnisohe begroo- ting-gegevens verschaft en die ze verder vaststtelt en waarvan later blijkt, dat hij het waterverbruik van de Marine en van Particuliere schepen ongeveer 24000.— te hoog heeft opgegeven. Dus ik stelde de zaken niet op „onkundige" wijze voor, maar degene die deze gegevens leverde en de Wethouder, die zoo iets ongecontro leerd in den Raad heeft voorgelezen. Dit is nóg ergerlijker als imen daarbij be denkt dat eerst het voorstiel tot verhoo ging der tarieven is verschoven en deze is ingegaan per 1 April 1924, zoodat men tijdens de behandeling van bet voorstel over de volledige gegevens van 1928 kon beschikken. Niet ik kon toenmaals over die gegevens beschikken maar het ge meentebestuur, om toen nog ernstig de aan den Raad verstrekte gegevens te corrigeeren. Dat deed men niet Op grond van die ongecorrigeerde cijfers heeft mem een verhooging der waterleiding- tarieven verdedigd welke verhooging om streeks 26000.— moest opbrengen. Ik meende dat dit niet noodig was in ver band met het feit dat in de begrooting voor aankoop van het water van het P.W.N. een post van 06876.40 was uit getrokken, terwijl pa» ln Maart 1924 met de proef-levering van water was begon nen en dus «eer zeker een belangrijk be drag minder zou rijn te betalen. Nog maals, mem berekende f 66876.40. Men gaf in werkelijkheid uit 86962, zoodat er bijna 80000 minder werd uitgegeven, zoodat uit dien -hoofde de ve-rihooglng van het tarief niet noodig was. Want die ver hooging van het tarief was niet berekend en weid niet verdedigd op grond van de pas later bekende werkelijk te betalen be dragen, maar op het in de begrooting op- Ïe nomen bedrag van f 66876.—, zoodat ie stellig verkeerd was en terecht daarop door irnij aanmerking is gemaakt. Bt kan gevoeglijk hiermede van dit on derdeel afstappen. Alleen nog deze op merking dat ik zeer goed weet, dat de uit komsten wel eens anders kunnen zijn, dan bij het opstellen van de begrooting daarvan wordt verwaoht. Zei te zooals ln dit geval ondanks de cijfers op het laatste moment nog kunnen worden oorrigeerd. Maar als imen de gevolgen van eigen gemaakte berekening, die nu achteraf blijken fout te zijn geweeetj mij tracht in de schoenen te schuiven, dan is men aan het verkeerde kantoor. Ik lees geen beschouwingen voor, zonder eerst de juistheid daarvan bestudeerd te hebben. Eb nu het Electriciteitsbedrijf. Hetgeen daarover door dem heer Grunwald ln den Raad is voorgelezen, doet de deur dicht. Ja 'bij mij is de vraag opgekomen of afgescheiden van het overige door den heer Grunwald dien avond in den Raar gesprokene het voor het overige deel van het ooilege van B. en W. overweging verdient om daarover ernstige afkeuring uit te spreken, want anders zou het den schijn kunnen verkrijgen alsof dit door de overige leden volkomen medp word'; ■beaamd. Want wat ia het geval? In de discussie in dit blad aanvankelijk met dem heer Michels en later met den heer Peters heb ik aangetoond, dat het con tract met het P.E.N. voor onze gemeente onbillijk werkte. Dit wordt door de leiding van het bedrijf volkomen erkend. Zonder nu eerst een poging te.doen om die er kende onbillijkheid opgeheven te krijgen, tracht de heer Grunwald ln den open baren Raad da gó*g«m«*ate w|ja te gemeente het PJLN. den stroom zal gaan leveren en dan en hierin zit de bang- njskerij de gebruikers veel duurder uit zijn. Dft ls niet waar. Op het genoem de cijfer van 42 oent per KJW.U. voor ichtgebruik zal ik niet ingaan. Noem desnoods 1.per K.W.U. Doch het is niet waar dat het PJEjN. bevoegd is dn de gemeente Helder stroom te leveren zoolang de gemeente aan Kaar verplich tingen voldoet. Ik héb niet bepleit om bij de onderhandelingen het gemeentebe stuur maar te laten dreigen met opzeg ging van het contract indien die pogin gen niet zouden slagen. En nu is bfj mQ de vraag opgekomen: Sinds wanneer ls het geoorloofd in den openbaren Raad bij voorbaat een poging tot opheffing eener onrechtvaardige behandeling welke de gemeente ondergaat af te wijzen, Ja zelfs rij voorbaat onmogelijk te maken, alleen omdat tijdens de onderhandelingen niet de kans bestaat op grooter onrechtvaar diger behandeling, maar slechts een be dreiging in die richting zou kunnen wor den geuit als het gemeentebestuur voor het voeren van die onderhandelingen niet voor zijn'taak berekend zou zijn. Het is bovendien de vraag of wel een zoodanige bedreiging tegen het gemeentebestuur zou worden geuit. Want de opzegging meet dan eerst van de zijde van bet ge meentebestuur komen. Maar laten we aannemen, dat die bedreiging wél geuit zou worden. Sinds wanneer is het voor een gemeentebestuur dan als de politieke wijsheid bij uitnemendheid geworden om vixiraf zulks ln den openbaren Raad te zeggen; alleen ter vermijding van de mo gelijkheid om de kans te beloopen %een minder aangenaam woord te moeten aan- hooren bij eventueele onderhandelingen. Moet b.v. een pleidooi tot verbetering van de Zeevaartschool maar achterwege gela ten worden, omdat de kans zou bestaan te moeten aanhooren een bedreiging met een voorstel tot vermindering van de jaarljjksche bijdrage van het Rijk in de koeten van dit onderwijs overeenkomstig de Nijverheidsonderwijswet vastgesteld? Als dat de gang van zaken moet beheer- sohen dan kunnen we wel op dak gaan zitten. Nu is bet wanhopige wat uit het ge heele betoog van 'den Wethouder kan worden afgeleid dat de heer Grunwald geen oogenblik dq draagwijdte van zijn betoog heeft gesnapt Bij voorbaat is nu een poging tot verbetering van het contract tot ihislukking gedoemd. DE ZWART. IJmuider trawler 327 gestrand Om 9 uur Zondagmorgen werd aan de kustwacht van de Koog (T) bericht ont vangen, dat tusschen paal 21 en 22, de IJmuider trawler „Victoria" gestrand was. De sleepbooten „Drente en Assistent" van" de Mij. Wijsmüller vertrokken op dit bericht onmiddellijk ter assistentie. De „Drente" had een 26 vletterlieden aan boord, die het moeilijke werk, de verbin ding tusschen de sleepboot en het ge strande schip, tot' stand hadden te bren gen. Achter de „Drente" dobberde hier voor een groote vlet. ÉDe zee was tamelijk ruw, zoodat bet geen gemakkelijke taak was verbinding met IJ. M. 827 te krijgen. De trawler lag zwaar geboeid op een zandrug. Het gelukte den sleepbooten, in combi natie met de sleepboot „Neptunus" van Stoomboot Mij. Texel, de trawler te on- eveer half drie vlot te sleepen. waarna eze zijn reis naar IJmuiden kon voort zetten. De trawler was geladen met visch en had getracht binnendoor te varen, waar- nij op een zandrug was vastgeloopen door en in gevaarlijke positie verkeerde. Groote brand ln de Haarlemmermeer. Woensdagnacht ongeveer 1 uur is de boerderij van den heer A. Ooms te Vijf huizen, nabij de nieuwe brug, tot den grond afgebrand. De eigenaar werd wakker door aen vreemd geluid. Toen hij de deur van zijn slaapvertrek opende, kwam een sterke rookluoht hem tegemoet. Hij snelde naar den stal en vond het groote gebouw ln liohte laaie staan. Onmiddellijk terug- keerend, heeft hij zijn vrouw en kindaren nog kunnen waarschuwen, die in nacht gewaad het huis zijn ontvlucht. In dan stal waren 18 koeien en 6 pinken op de gebruikelijke wijze vastgebonden. Een vreeselijk geloei deed zich hooren. Aan redden van deze dieren kon niet meer gedacht worden. Na het inslaan van eenige ruiten wist de eigenaar nog met groote moeite een paard en een veulen te redden; de manen van het paard hadden reeds vlamgevat. De handbrandspuit van Vijfhulzen was spoedig ter plaatse, en ook de automo bielbrandapuit van Hoofddorp kwam kort daarop, maar de spuiten hebben geen water gegeven, ometet het geheele ge bouw als verloren moest worden be schouwd. Ruim 60 wagenvrachten hooi gingen mede verloren. Door de gunstige richting van den wind, die zeer sterk was, bleef een groote schuur gespaard, waarin 16 melkkoeien waren gestald. De oorzaak van den brand is onbekend. Verzekering dekt de schade. Toen Zaterdagnacht de vrachtotoomer „Zosma" van de reederij Van Nlevelt Gou- driaan van de Handelskade te Amsterdam wilde vertrekken, bleek, dat eer geen be weging in het schip te krijgen- was. Ver schillende koeren werden de (machines op voor- en achteruit gesteld, doch de „Zoo- ma" bleef vastzitten. Dit moest hst gevolg rffn van de nieuw ingenomen lading, waardoor de boot op den bodem werd vastgedrukt. Des Zondags werd 8 4 èleepbooten van Gebr. Goedkoop georequdneerd en of schoon de „Zosma" <*>k met eigen macihi- nekracht werkte, bleef rij „op d© plaats rust". Het eenige wat overbleef was hel lossen van een gedeelte der lading, «ra den diepgang te verminderen. Men is be> zig met het lossen van bunkerkolen. De Zosma is Maandag om half elf na hssirg tai 1000 ton kolen rU g-ki nwn. Verduistering van 186,606. De rechtbank te 's-Gravenhage heeft den 47-jarigem A. O. M. B., gewezen directeur van de N. V. Obligatie-Maatschappij „Het Witte Kruis", thans gedetineerd, wegens verduistering van ongeveer 180.000 ten nadeele van genoemde maatschappij, ver oordeeld overeenkomstig den eisch, tot 2 jaar gevangenisstraf met aftrek van de voorloopige hechtenis. Weder een mtjn-ongelnk. Op de Oranje Nassaumijn I is Donder dag de mijnwerker S., wonende te Heer len, bij het schieten bedwelmd geraakt en is hierdoor van een hoogte van circa 20 meter naar beneden gestort. Hij was on middellijk dood. S. was gehuwd en vader van 8 kinderen. (TeL) Afschuwelijk familiedrama. Het Gerechtshof te Amsterdam heeft Donderdag uitspraak gedaan in de straf zaak tegen den 48-jarigen spoelknecht Harme Hendrik van Dam, die op Don derdag 29 Januari zijn echtgenoote, op Zaterdag 81 Januari ztfn dochtertje en op Zondag 1 Februari zijn stiefdochtertje van het leven beroofde. Op 6 October 1.1. had de Rechtbank den beklaagde twaalf jaren gevangenisstraf opgelegd. Het O. M. bij de Rechtbank had wegens moord, drie malen gepleegd, levenslange ge vangenisstraf gevorderd. De advocaat- generaal bij het Hof had bevestiging van het vonnis geëisebt, behalve wat betreft de opgelegdo straf, die hij ver anderd wenschte te zien in twintig jaren gevangenisstraf. Het Hof vernietigde het vonnis als niet voldoende met redenen omkleed. Opnieuw rechtdoende, verklaarde het Hof den beklaagde schuldig aan mishandeling, den dood tengevolge hebbende, gepleegd tegen zijn echtgenoote, en aan het voort gezet misdrijf van moord op zijn dochter tjes. Wat de straf betreft, overwoog het Hof, dat de feiten van buitengewoon gruwelijken aard zijn, maar dat bij de oplegging der straf in overweging moet worden genomen, dat niet gebleken is de onjuistheid van beklaagde'! opgaaf, dat hij bewogen werd door de, zij het dan onjuiste, motieven, dat de kinderen na zijn dood waartoe hij na de daad tegen zijn vrouw besloten had niet zouden vinden den steun, dien zij be hoefden. Het Hof veroordeelde den be klaagde na deze overweging tot twaalf jaren gevangenisstraf, dezelfde straf die de rechtbank oplegde. Broedermoord. Zaterdagmorgen te ongeveer balftwaalf worden de bewoners van den Groeneweg te Zwolle opgeschrikt door hevig ge schreeuw. Even daarna bleek dat zich ten huize van den heer 0. J. Mulder, geëmployeerde bij Overiilselsche Onder linge Brand waarborgmaatschappij, een af schuwelijk drama had afgespeeld. De heer Mulder vierde zijn verjaardag, waaraan ook zijn broeder, M. Mulder, deelnam. Deze verkeerde sedert geruiznen tijd in overspannen toestand hij leefde ge scheiden van zjjn vrouw er ontstond een woordenwisseling en opeens bracht hij zijn 45-jarigen broeder met een mes eenige diepe wonden toe. De zoon van den verslagene, de 17-jarige C. S. Mulder, snelde op het rumoer toe, waarop de woesteling ook hem eenige messteken toebracht. De 46-jarlge vader overleed spoedig. De jongen werd naar het ziekenhuis vervoerd. Zijn toestand is niet levens gevaarlijk. De dader is in hechtenis genomen. Levend verbrand. Bewoners van de J. P. Heyeetraat, te Amsterdam vermoedden Zaterdag onraad in perceel 189, waar een brandlucht merk baar was. De brandweer werd gealar meerd, doch toen twee motorapulten voor het bewuste huis versohenen, werd niet open gedaan. Het bleek, dat niemand thuis was, behalve een 29-jarige zwakzinnige dochter, die zich in de voorkamer van He tweede verdieping bevond. Tussohen de reten van de deur op het portaal was eeni ge rook merkbaar. Het onderpaneel werd geforceerd en toen de brandwaohts naar binnen togen, trof hufi een akelig schouw spel. Met het gelaat naar den vloer lag het bijna geheel verkoolde lijk van de on gelukkige vrouw. Tusschen het Lichaam en den grond werden nog smeulende vuurresten geconstateerd. Ook werd een blikje petroleum gevonden, terwijl ln de onmiddellijke nabijheid van een der han den een doosje lucifers lag. Uit een en ander werd de oonolusie getrokken, dat de arme vrouw in een vlaag van ver standsverbijstering zich met petroleum had overgoten en zloh in brand had ge stoken. Moord. Gistermorgen ls de 64-jarige landbouwer T. Kooij, te Walderveen, onder Lunteren, met vier kogels, in den omtrek van het hart, doorboord, dood op den zolder van zijn woon huis gevonden. Hoewel een bij het lijk ge vonden revolver op zelfmoord duidt, begrijpt men niet, hoe hij- vier schoten, die vermoe delijk elk op zichzelf doodeiljk waren, op zich heeft kunnen lossen. De politie stelt een onderzoek in. K. was ongehuwd en woonde met drie zusters samen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1925 | | pagina 6