KUNST EN TECHNIEK wrrm i Zonderlinge lotgevallen in het Dagelijksch leven hoe ziet de wereld er tegenwoordig uit? De Amerlkdknsche Aaltje. Ben. kennis van mij bood. tot7100 dollars loon por maand aan ©en dienstbode. Toch slaagde zij niet, want het meisje, naaT wier gunst zij dong, eischte een eigen Een andere poging mislukte omdat het behang ln het meidenkamertje de dienst bod© niet beviel. Een keukenmeid verliet haar dienst, omdat in meneer's garage geen plaats was voor haar Pord-auto. (New-Yorksche oorr. van de Ttones). Niet arbeidschuw. Op de werf Bomhard te. Amsterdam werd een Ijzeren dekschuit van 18 bij 4.80 dOor 20 werklieden ini nog geen 70 werk uren in ééne week gebouwd, dLwjz. *8 Maandags de kiel gelegd en' 's Zaterdags van stapel geloopen. Gewoonlijk wordt over zulk een schip 8 4 6 maanden gebouwd. (Het Schip.) Hoe 't land van Oom Paul over ons denkt Er worden ln Europa niet veel boeken meer gedrukt Het aantal kunstenaars is verminderd. Het gehalte van 't staats- tnans-bel'ald neem at Wetenschap en vakkennis worden1 er slechter betaald dan arbeid die Je in een week kunt leeren. Het bijgeloof neemt er toe en eerbied voor de traditie Is verdwenen. Laat oois dankbaar zijn dan wij in 'n ordentelijk soort van land leven en laat ons probeeren om onze beschaving zoo edel mogelijk te houden. (De Volksstem, Pretoria.) Amerika'» smaak. In Amerika worden voornamelijk boe ken gelezen, die zich met het bovenna tuurlijke bezig houden. Elke week komen twee of drie boeken uit (Bvening Post) Die concurrentie toch. De verhouding Is drie vrouwen op lederen1 man. Een vrouw dient altijd te bedenken, dat er twee anderen! om den hoek staan te wachten. (The Fold.) Een ware arbeidsdag. De jubilarisen werden met hun gezin nen 121/, uur door de finnja en hun fami lieleden ontrvngen. In de meest aange name stemming bleef men ©enige uren (De Standaard) i Ergerlijk. Verleden week heeft iemand een met selaar heel wat ergernis veroorzaakt door juist vóór den middagmaaltijd den steen weg te schoppen dien hij, de metsel ar, dien dag gemetseld had, zoodat hij weer zijn geheele dagwerk van voren af aan bon beginnen. (Punch.) Zwaard len ploegschaar. Hoe meer staande legers, des te meer werkeloos staande ploegen. (Daily Financial America.) f Niet aangesloten bij de vakvereeniging. Er wordt beweerd' dat de Keizer een arm man is. Blijkbaar zijn de houtzagers ln Holland niet georganiseerd. (Daily Fkiancdial America.) MOEDERTROTS. Erkende aanslag. Mevrouw Brinkman was geen uitzonde ring op den regeL ZIJ geloofde muurvast 'In de gaven, die haar kroost van Moeder Na tuur hadden gekregen. Onder haar vijf dochters muntte volgens haar vooral uit Evellme, die door haar talent voor het edele klavierspel als voorbeschikt scheen, om de ooren van Amerikaansche rijkaards te streelen, en op schitterende oonoertrelzen vermogens te verdienen. Toen zij dus den aanyalligen leeftijd van tien jaar had bereikt, bezocht zij tweemaal dn de week de bekende, maar dure muziekschool van den heer Julius Grünstern. Na het eerste kwartaal kwam de gelukkige moeder bij' den grooten musicus om te be talen, en hem tevens gelegenheid te geven over het talent van zijn jeugdige leerlinge uit te weiden. Hoe lang zou het nog duren, eer mijn dochter in het concertgebouw kan optreden? vroeg zij uit de hoogte. Dat is moeilijk te zeggen, antwoordde de groote muziekleeraar, na een'ig peinzen. Hoe dat? snauwde mevrouw Brinkman, in haar moederlijke liefde gekwetst. Bezit ze dan niet alles om een beroemde virtuose •te worden? Wat dat aangaat, zeker, mevrouw, zei de musicus. Ze heeft twee stevige han den. Zij: Mannen zijn zoo vervelend Ik zou omvallen van verbazing als een hunner me iets zei, wat ik niet reeds eerder gehoord had. Hij Wat een schok zou je dan krijgen als je «en huwelijksaanzoek deed BABBELUURTJE OVER MODE. Maskerade-toiletten. Ben ik goed ingelicht, dan neemt ook hier ln 't Noorden van ons land de animo voor het maskerade-feest beduidend toe. Het schijnt, zoo men eenmaal zoo'n feest heeft meegemaakt, dat men het 't aller liefst geen' winter méér overslaat En meer nog dan op een gewoon bal speelt hier het costuuim een groote rol. Men mag op een bal nu nog zoo'n elegant toilet aan hebben, niemand zal er aan den ken om1 u hiervoor eens extra te belooneru Hoogstens zal uw vriendin u er een com plimentje over maken of ook misschien ln stilte er erg jaloersch van zijn, maar daar blijft t dan ook bij.Op een bal- imasqué is dat ten eenenlmale net tegen overgesteld. Want daar let men niet het meest op het elegante toilet. Neen, soms wint een lompen-samenstelling het nog wel van het fijnste I^uisquinze-oostuum, stilte er erg jaloersch van zijn, maar zeer origineel is.'Het meeste succes heb ben zij, die zich onherkenbaar weten te maken voor hun bekenden. Maar ook het tegendeel kan succes in hoiuden, door na melijk één groote groep te vormen. Ik ken b/v. een groote groep vrienden èn vriendinnen, die allen tesamen op een bal-tmasqué den completen Inhoud van een te doen, bied ik u hierbij 6 allexaardÉgste vermommingen ter keuze aan. Aangezien Pierrot en Pierrette ieder bal- masqué overleven, verschijnen ze ook nu weer, maar in gemoderniseerden vorm. 't Meiske zegt: „klokken" zijn mode, dus draagt zij een zeer wijd! rokje. Over het strakke wit satijnen (of wit satinet of tar- latan) lijfje wordt een dito zwart tulen ge dragen. Het ln punten opgezette wit sa tijnen rokje is in klofcvonm gesneden en zeer ruim overhangen met zwarte tule, welke van onderen dn punten afhangt. Het pittige hoedje is ook van zwarte tule en heeft als versiering, evenals de japon van voren, flossige witte rozetten van witte tule. Hierbij gedragen wit zijden kousjes en schoentjes en ziedaar een al lerliefst kleedje voor een fijn blond meisje. Otm nu een aardig paar te vormen moet zij haar „zwarte" vriendin verzoe ken de Pierrot te zijn. Deze draagt dan over een zilvergrijs zijden tricot onderpak een elegant zwart satijnen jas, waaraan een zeer ruim gesneden klokvormige schoot. Wit satijnen opslagen en Pierrot-kraag i plus de noodi'ge wit tulen rozetten vor men dte garneering. Ook deze schoon© Jojiikman" dient wit zijden kousen en schoentjes te dragen, welke zich sierlijk ■zullen aanpassen bij de wit tulen rozetjes!, welke zoo luchtig neergestreken zijn op het zilvergrijs ibeenomkleedsel. Ook het gespannen zlrart satijnen kapje draagt ter versiering twee witte rozetjes. Zoo ulfcge- doscht zult ge voor 1 minst toch' bewon dering oogsten. Om niet te veel plaatsruimte in te ne men schijnt t mij verkieselijk om de be- tuin vormden met den tuinman Incluis. De dames waren allen bloemen en de" hee- ren hadden zich amgetooverd tot boomen en heesters. Eén heer, d© meest forsche en groote, was de tuinman van deze srihoone verzameling. Het suooes wias naar ibehoo- renl Rakel uw fantasie dus maar eens op en toover, toover. Om ook een duit in het maskeradezakje sohrjjving der overige toiletten tot den volgenden keer uit te stellen. Ik vind het echter jammer om dit vroolijke gezel schap te dOen scheiden. Zoo hebt u dus de modellen ter keuze vooruit. De volgen de week zullen we ze weer „en bloc" aan wezig doen zijn bij de beschrijving van hun toiletten. Ih ieder geval kunt u nu vast bepalen wat u het meeste aanstaat PERZISCHE TAPIJTEN. Men is dikwijls de meening toegedaan, dat de huisindustrie, d'e sedert oude tijden in enkele landen gevolgde handbewerking van bepaalde voorwerpen, door de meerdere volmaking der techniek, zoo plet verdron gen, dan toch tot een onbeduidende factor herleid zou zija Wel komt het voor, dat de vervaardiging van enkele artikelen vroeger van bepaalde oorden uitgaande, dikwijls ook elders als tak van nijverheid1 zich vestigde, daar even eens tot ontwikkeling en boogen bloei ge raakte, zoodat b.v. niet alle Brusselsche kant uit Brussel, niet alle Venetiaansche spie gels uit Venetië, niet alle Leidsche wollen dekens uit Lelden, niet alle Haagsche lever worst uit Den Haag afkomstig zjjn, maar toch hebben de aloude tradities in enkele landstreken zich weten staande te houden ern, onder eenige aanpassingen aan de mo derne economische toestanden en den aard van het niehwe fabrieksbedrijf, verouderde vormen en gebruiken van het handibedrtjf weten te bewaren. Zoo is de benaming „Perzische tapijten" ook heden nog meer dan een IJdele klank, en een groot aantal „echte Perzische" ko men werkelijk uit het land van den Sjah, uit het rijk der nooit liegende „heilige S ys". Dit blijkt duidelijk daaruit, dat de directie der Perzische in- en uitvoerrechten die, wat administratieve nauwgezetheid betreft, veel te wenschen overlaat, toch nog een jaarlijksch export van drie tot vier duizend balen tapijten aangeeft, ter waard© van min stens één millioen gulden. Hoe gering ook in hpt algemeen de in dustrie in Perzië zijn moge, de oude kunst vaardigheid ln het tapijtenknoopen aldaar als vroeger blijven voortleven. naar de plaats van het ongeval Daar aangekomen was z*n eerste werk de pols van den patiënt te vatten en hij controleerde hardop: Zeven, acht, negen, tien, hoer vrouw, heer aas! De patiënt keek even zeer verwonderd, begon dan eensklaps te lachen en was on- middellüjfc genezen. Mevrouw: Janéje, zeg me de waarheid. Jij' hebt de kaasstolp gebroken. Je weet, dat ik geen leugens kan verdragen.Hè, wat zeg je?.Wordt er geheld?Zoo, nou, als 't mevrouw Jansen is ben ik uit, hoorl HET GEHEIM! (Brief van Jo aan haar vriendin.) Jet, lk imoet je even schrijven, Tk Voel «rf er werkelijk toe verplicht, 'k Heb een groot geheim ontsluierd, Daarom stuur ik dit bericht. Y Had1 een heel klein beetje scharrel Met een blonden journalist, 't Was een reuze honneponney, O kind, als je het eens wist! Eerst had ik hem heel alleen, hoorl 'k Weet het zeker, heusch, 't js waar, Maar toen kwam dat kind van Beekman, 't Is een mormel, ken je haar? Nu, die vond' hean ook wel snoezig, En ze „chanoe"-te hevig, hoor! Maar hu komt het allerergste, Jet! bereid je er op voor. Nu zegt zij, dat hij gezegd had; Over mij en tegen haar, Dat hij zei, dat lk t gezegd' had, En 't is werkelijk niet waar, Ik zei juist dat hij mij zeide, Dat hjj' zei, dat zij het zei, En nu zegt ze, wat gemeen hé? Dat ze 't heelemaal niet zei. Maar het Is nog een geheimpje, Pas op! dat je 't niet vergeet, Als je t'rug komt van vaoantle, Doe je net of je niks weet. Miep vertelde het aan Anny En die stiekuin aan Margot, En je weet wij zijn vriendinnen, Dus zij zei het mij, „O zoo!" Maar ik vond1 vond' het nu niet erg meer, Want hij gaat toch weg misschien. En, o kind, je moest eens weten, 'k Heb nu toch zoo'n schat gezien. Toen het uit was met dien ander Heeft het imjj niet eens berouwd-, Want ik had allang geen zin meer En hfj was, nu ja.getrouwd. TRUUS. Mevrouw: Dient je, waarom heb je de vin gerkommen niet op tafel gezet. Had je vroe gere mevrouw die niet? Dientje: Nee, mevrouw, die kreeg altijd gasten met schoone handen. Ik «hoorde uw vrouw vroeger oog al druk piano spelen. Doet ze dat nu niet meer? Och, sedert wij kinderen hebben, heeft zij' geen tijd meer. Ja, ja.... kinderen zijn een ware zegenl Zeker, dokter was een hartstochtelijk liefhebber van kaartspelen. Eens had hij een avondje er af kunnen nemen en had zich geheel aan zijn geliefkoosd spel kun nen overgeven. Hij werd er echter afgie- roepen om een patiënt te helpen, die door een hevige schrik zrln spraak verloren had. Plichtsgetrouw, maar met het hoofd' n« bij het kaartspel, spoedde da dokter i HET BANGE ELFJE. Heb je wel eens naar de sterren geke ken? En heb j^er dan ook bij gezien, die niet zóó ver weg schenen te zijn als de anderen? Ik denk, dat jullie dat allemaal wel gezien zult hebben en daarom wil ik je er wat van vertellen. Er was eens, jaren ©n jaren geleden, een lief klein elfje, dat Maja heette. Ze was altijd vriendelijk, steeds tot helpen gereed, maar een ding was jammer: Maja was heel gauw bang. Op zekeren dag liet de Bloemenkonin- gin Maja bij zich roepen en zei: „Lieve Maja, vannacht geef ik een groot bal in het bosoh. Nu wou ik graag, dat jij de verlichting in orde maakte. Dezen keer wilde ik eens iets anders hebben dan glimwormen en daarom heb ik deze zil veren ballons laten maken. Wat zal het beeldig staan als het maanlicht er door heen schijnt! Wil jij ze nu in het bosch tusschen de boomen hangen?" „O ja, Uwe Majesteit!" antwoordde Maja. „Als U mij de ballons laat geven, zal ik dadelijk beginnen I" De Bloemenkoningin wenkte een van haar hofdametjes. Het dametje verdween en kwam even later terug met een stokje waaraan een groote bos zilveren lichtbal- lons was vastgebonden. Hoe mooi!" riep Maja verheugd uit, het stokje met de ballons overnemend. „Wat zal het een heerlijk bal worden vannacht!" En weg trippelde ze, naar de elfen- dansplaats in het schemerige bosoh. Ze zong een vroolljk wijsje, terwijl ze er nu eens over dacht, hoe ze de ballons het mooiste zou ophangen en dan weer, hoe heerlijk ze zou dansen op het bal der Bloemenkoningin. Een ondeugend kaboutertje, dat op een roode paddenstoel nieuw spinnewebgaren zat te spinnen, hoorde het zilveren elfen stemmetje. Hij gooide zijn spoel neer, sloop grinnekend achter Maja aan en riep toen plotseling luidkeels: „Loop, loop, of ik trek je aan je haar, aan je gouden el- fenhaar!" Doodelijk verschrikt, zonder om te zien, wie haar plaaggeest was, be gon Maja te hollen. Ze holde en holde, tot.... ze struikelde en viel. En o-wee, daar braken de draadjes van haast alle ballons stuk en vóór Maja het verhinde ren kon, zweefden ze zachtjes omhoog, al hooger en hooger, tot ze even klein sche nen te zijn als de sterren. Slechts twee ballons waren overgebleven. Arme Maja. Door haar verdriet vergat ze haar angst en toen ze den kabouter zag riep ze schreiend uit: „Weet je wel, hoe vreese- lijk stout je geweest bent. Die ballons moest ik ophangen voor het bal van de Bloemenkoningin. Nu mag je vast niet meedansen. Maar het is m ij n schuld ook. Ik zal nu niet meer zoo laf wezen. Was ik maar nooit zoo dom geweest!" De kabouter had nu erge spijt van zijn pla- ,Jk zal je helpen, de ballons terug halen," zei hij. Zoo komt het, dat je wel eens „vallen de" sterren ziet. Dan zijn Maja en de ka bouter omhoog gevlogen en dan gooien ze zooveel ballons omlaag, als ze maar sterren kunnen vinden. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. I. Zooals het klokje thuis tikt, tikt het nergens, zon, theo, sering, enkhulzen, ketel, rok, stoel, anna, tanta, het. II. 1926. Goede oplossingen van beide raadsala ontvangen van: D. A.; J. en A. B.; O. B.; W. B.; M. en J. B.; K. en M. B.:A. de B.; T. B.; J. en W. B.; O. en P. B.; A. v. d. B.: G. B.; S. O.; G. en A. D.; D. en J. D.; O. A. en M. A. D.; A. en H. D.; A. E.; T. en D. F.; M. F.; T. en M. G.; A. v. G.j D. G.; A. G.; P. S. E. G.; N. G.; O. de H.; J. H.; T. W. K.; O. en B. K.; A. K.; G. K.; P. K.; N. K.; P. K.; O. v. d. L.; O. en M. M.; M. M.; F. G. v. P.; O. v. d. P.; J. en K. P.; A. R.; A. R.; M. R.; O. en R. T.; G. T.; R. én H. V.; W. W.; G. W.; A. IJ. De prijzen over December zijn ten deel gevallen aan: Tini Bakker, Binnenhaven 6. Annie en Hielke Doelstra. Annie Eijlders, Hoogstraat 11. Marie Ferwerda, Zuidstraat 54. Alie Groeneveld, Janzenstraat 78. Corrle en Bram Koopman, Weststr. 17. Cornells van der Leek, Hoogstraat 22. Oorrie en Mies Maas, Molenstraat 111. F. G. van Puffelen, Ruyghweg 48. W. Willemse, Nleuwstraat 48. Nieuwe raadsels. L Het-geheel bestaat uit 8 deelen en ls ln Noord-Holland te vinden. Het eerste deel is een andere naam voor gebieder, het tweede een jongensnaam, het derde een herbergbewoner. Welke naam ls het ge heel. IL Het geheel ls een spreekwoord van 42 letters of 10 woorden. 25, 40, 14, 84, 24, 7 ls een visch. 18, 23, 88 is een meisjesnaam. 27, 37, 26, 32, 33 is een zwemvogel 17, 26, 35 is een boom. I, 14, 42, 19, 21, 2, 8, 22 ls een soort voertuig. 13, 20, 38, 81 is een ander woord voor „hetzelfde". 29, 89, 10, 4, 21 is een soort rijtuig. 36, 6, 12, 5 is een lichaamsdeel. 30, 41, 15, 9 is een hemellichaam. II, 8, 16, 35, 28 is een viervoetig dier. Beide raadsels ingezonden door Annie Romljn. Nieuwe Uitgave. Verschenen bij W. de Haan, Utrecht: Het Januari-nummer van „Zonneschijn". Het tijdschrift, dat nu een jaar bestaat, ls in dien tijd volkomen op peil gebleven. Tekst en illustratie laten niets te wen schen over.- Het leuke hoekje ls steeds welverzorgd en bevat o.a. allerlei prijs raadsels en -wedstrijden. De omslagteekening van Rie Cramer stelt ditmaal twee kinderen voor in nacht toilet, die klaar staan, om ons „Gelukkig Nieuwjaar" toe te drinken. De gekleurde plaat voorin ls deze keer een geestige teekening van „Luilekker land" in vogelvlucht door Anton Pieok. Bevatte het Decembernummer meer Sinterklaasvertellingen, het Januari-num mer geeft een heel mooi Oudejaarsavond sprookje van Jos. Meyboom Italiaander „St. Sylvester's Petekind", geïllustreerd door B. Midderigh Bokhorst. Verder nog een paar Kerstverhalen en het begin van een vervolgverhaal door J. Wagenaar. DAMRUBRIEK. Alles betreffende deze rubriek te adres- seeren aan: Den Damredacteur der Heldersche Courant, Valeriusatraat 64huis, Amsterdam. Wedstrfjdprobleem No. VEL i ~iwm' /Am Een fraaie slagzet, reeds meermalen ln partijen uitgevoerdhet is dus nuttig er mede bekend te zijn 1 Wedstrijdprobleem Na VUL Naar aanleiding van een stand uit A. K. W. Damme's boek „Zwart-Wit". Wit speelt en wint een schijf. B. Corry Brena. B. y/m W/KW.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 14