Gemeenteraad v. Helder,
Nieuwjaarsrede
Rondvraag.
van Dinsdag 26 Januari 1926, des
avonds 8 uur.
Afwezig de heeren Schoeffelenberger
en Boon (met kennisgeving).
Alvorens de vergadering te openen,
spreekt de J3urgemeester de volgende
uit:
Waar hedenavond uw College voor de
eerste maal in het jaar 1926 bijeenkomt,
wil ik niet nalaten deze zitting te openen
met den hartelijken Wensch, dat het U
allen, alsmede onze burgerij, gedurende
dit jaar in alle opzichten goed moge gaan.
Wanneer ik van deze gelegenheid ge
bruik maak het afgeloopen jaar eèns de
revue te laten passeeren, dan blijkt het,
dat dit jaar niet onverdeeld gunstig is
geweest. De stijgende tendenz in den loop
onzer bevolking heeft zich dit jaar niet
gehandhaafd, de bevolking is zelfs met
een paar honderd zielen achteruit gegaan.
De voortgezette bezuinigingsmaatregelen
van het Rijk drukten op vrijwel onze ge-
heele bevolking. De opbrengst der rechten
van den vischafslag was wederom minder
gunstig dan in voorgaande jaren, wat ook
al niet wijst op een gunstig jaar voor de
visscherij.
Het landelijk deel onzer gemeente werd
wederom geteisterd door mond- en klauw
zeer onder het vee, waardoor voor een
goed deel dc voordeelen der hooge zuivel-
prijzen werden geëlimineerd. In de werk
gelegenheid kwam geen verbetering. On
der de ongeschoolde arbeiders heerschte
nog voortdurend werkloosheid, terwijl ook
vele vaklieden, voornamelijk de bouwvak
arbeiders, nog met werkloosheid te kam
pen hadden. Hoewel de werkloosheid
onder timmerlieden en schilders reeds in
1924 reeds zeer groot was en het dubbele
bedroeg van 1922, nam deze in het afge
loopen jaar nog toe, respectievelijk met
18 en 35 Een gunstige uitzondering
hierop maakten de metselaars, waarbij de
werkloosheid met 37 °/0 afnam, omdat
door «bemiddeling der arbeidsbeurs met
selaars naar West-Indië zijn uitgezonden.
Ligt hierin misschien ook een aanwijzing
van de richting, die moet worden inge
slagen ter bestrijding van deze zoo lang
zamerhand chronisch geworden kwaal f
Bedroeg het aantal mannelijke werk
zoekenden boven de /8 jaar, dat op 1
Januari 1925 bij de arbeidsbeurs was in
geschreven, 389, op 1 Januari 1926 was
dit gestegen tot 459.
Aan steun werd in 1925 uitgekeerd
pl.m. f49.300, tegenover pl.m. f43.400
in 1924.
Dat de vaklieden, voornamelijk be bouw
vakarbeiders, met werkloosheid te kampen
hadden, vindt vermoedelijk zijn verklaring
in de omstandigheid, dat er steeds meer
stagnatie komt in den woningbouw. Wer
den in 1923 nog 225 nieuwe woningen
aangebouwd, in 1924 daalde dit tot 133
en in 1925 bepaalde zich dit tot nog
slechts 84, waarvan 20 door de Woning
stichting werden gebouwd.
Al zal deze stagnatie vermoedelijk niet
vreemd zijn aan de omstandigheid, dat
de woningnood hier niet meer zoo nijpend
is, zoo mag hieruit toch nog niet de con
clusie getrokken worden, dat wij er met
de volkshuisvesting reeds zijn.
Krijgt men van onze gemeente bij
oppervlakkige beschouwing den indruk
dat het hier met de volkshuisvesting zeer
gunstig gesteld is en maken de huizen aan
onze officieele straten over het algemeen
een gunstigen indruk, zoo worden toch,
door de verkeerde bouwpolitiek die hier In
vroegere tijden is toegepast, woontoestan
den gecamoufleerd, die nog steeds om
verbetering vragen. Door te tolereeren,
dat zich tusschen die straten stegen en
steegjes hebben gevormd en dat daaraan
woningen gebouwd zijn, is het mogelijk
geweest, dat wat miniatuurhuisjes zijn
ontstaan, die, wat constructie noch wat
ruimte, noch wat toegankelijkheid betreft,
aan de meest matige eischen voldoen.
En nu moet men niet meenen, dat alle
bewoners dezer huisjes behooren tot die
categorie, die men wel eens bestempelt
met den naam van'ontoelaatbare bewoners,
integendeel verschillenden dragen nog den
stempel zoo netjes en gezellig mogelijk
bewoond te worden.
Hieruit meen ik te mogen afleiden, dat
het systeem om de goed gesitueerde
arbeiders behoorlijke woningen te ver
schaffen, waarbij door opschuiving van
zelve de geheele volkshuisvesting verbe
terd zou worden, gefaald heeft, hetzij dan
doordat het woningtekort te groot was
geworden of door welke oorzaak dan ook,
dit wil ik in het midden laten.
Door dat systeem is ook de m.i. onjuiste
toestand ontstaan, dat door Rijk en ge
meente tezamen pl.m. f30.000.'sjaars
aan toeslag wordt betaald op de huren
van in financieel opzicht grootendeels goed
gesitueerde burgers, terwijl de menschen,
die tengevolge van hun gering inkomen
op huizen met lage huurprijzen ^ijn aan
gewezen, niet of althans niet in voldoende
mate zijn geholpen.
De woningstichting heeft m.i. dan ook
m het afgeloopen jaar een goede richting
v®'-slapen door eenvoudige woningen te
Plaatsbespi.die meer in overeenstemming
- tegenwoordige loonen. Het
dat in die richting moet
|an en dat gestreefd moet
oractische oplossing, om
khen met de inderdaad
kleine inkomens dragelijke woontoestanden
te scheppen.
Overigens meen ik naar aanleiding
hiervan nog het volgende te moeten op
merken. De Raad heeft voor deze gemeente
indertijd met algemeene stemmen aange
nomen een uitbreidingsplan, dat volgens
deskundigen aan hooge eischen voldoet
en dat bij een minimum straataanleg een
maximum van bouwperceelen geeft, waar
door bij een doelmatige uitvoering dat
uitbreidingsplan volstrekt niet duurder
behoeft te zijn door de meerdere ruimte
die het inneemt, terwijl wij hier ruimte in
overvloed hebben. Ik heb hier in dezen
Raad wel eens stemmen beluisterd om dit
plan te wijzigen. Er zijn zelfs bij den
tegenwoordigen aanbouw wel eens beslis
singen genomen, die m.i. strijden met den
geest van dit uitbreidingsplan. Ik zou
ernstig in overweging willen geven dit
plan volgens de letter en den geest ge
trouw te volgen, opdat niet meer worde
vervallen in de fouten, die vroeger uit
misplaatste zuinigheid of om andere reden
zijn gemaakt.
Na deze min of meer sombere be
schouwingen is het mij een genoegen
omtrent het afgeloopen jaar ook een meer
opgewekt geluid te kunnen laten hooren.
Voor groote rampen, zooals die ver
schillende deelen van ons vaderland teis
terden, bleven wij gespaard. Krachtig trad
ook hier de weldadigheidszin op, om
mede te werken de gevolgen van deze
rampen van onze landgenooten zooveel
mogelijk te lenigen. Onze gezondheids
toestand was gunstig; besmettelijke ziekten
kwamen bijna niet voor. Onze criminali
teit vertoonde een dalende tendenz. De
meest voorkomende misdrijven en over
tredingen kwamen dit jaar niet onbelang
rijk minder veelvuldig voor dan in vorige
jaren. De groote tentoonstelling, op in
stigatie van de vereeniging „Helders Be
lang" gehouden, was een beslist succes
door de begunstiging van fraai weder en
de eendrachtige samenwerking van Marine
burgerij. Eveneens de feesten ter
Ingekomen Stokken.
II. a. Dankbetuiging van A. Grunwald
voor de verhooging zijner jaarwedde als
Schoolarts.
b. Dankbetuiging van het Stedelijk
muziekkorps voor het verleend subsidie.
c. Berichten van aanneming der be
noeming als lid van het Burgerlijk Arm
bestuur van Mevrouw L. C. Peeters
Wierth, R. N. van Os en J. Smit.
d. Berichten van aanneming der be
noeming als regent(es) van het Algemeen
Weeshuis van Mevr'. B. Heijblokde Graaf,
Mej. H. H. G. Bischoff en L. de Bruijn.
e. Bericht van aanneming der benoeming
van Mej. E. J. Tates, als onderwijzeres
aan school 3.
f. Besluit van Gedeputeerde Staten tot
verdaging hunner beslissitig ten aanzien
van de Gemeente-begrooting voor 1926.
g. Goedkeuring van Ged. Staten op het
besluit tot het verhuren van volkstuintjes.
h. Goedkeuring van Ged. Staten op het
besluit tot het verhuren van grond aan
W. Berg.
i. Goedkeuring op het raadsbesluit van
10 November 1925 tot wijziging van het
besluit van 22 September t.v. tot uitgifte
van grond in erfpacht aan J. P. van Os
j. Goedkeuring van Ged. Staten op de
vijfde wijzigingsbegrooting, dienst 1925.
k. Verzoek van L. Hoefnagel te Breda
om hem alsnog de halve pachtsom voor
een standplaats op ^de (niet gehóuden)
kermis in 1915 te doen terug betalen.
1. Verzoek om ontslag van D Tuinstra
als onderwijzer aan school 3.
(Voorgesteld wordt het gevraagde ont
slag eervol te verleenen met ingang van
den dag door Burgemeester en Wethouders
te bepalen).
m. yerzoek van het Bestuur van de
Heldersche Schoolvereeniging om een
De heer Bok licht nader in, dat ook
op de andere school dit onderwijs in de
lagere klassen zal worden gegeven.
De voordracht wordt aangenomen.
Onderwee.
Voorstel tot het vaststellen der vergoe
ding ingevolge art. 101 en der bijlage in
gevolge art. 102 der L.O. wet 1920 over
1928 aan besturen van bijzondere scholen.
Aangenomen.
Politieverordening.
Voorstel tot wijziging der Algemeene
Politieverordening.
Aangenomen. De heer Bok meende
ten onrechte, naar de Burgemeester uiteen
zet dat hierbij tevens kon worden ge
regeld de kwestie van de losloopende
honden. Deze aangelegenheid behoort tot
den „inwendigen dienst", waarbij de
woonwagenbewoner verplicht zal worden
zijn honden op bepaalde uren vast te
houden.
Gratificatie.
Voorstel tot toekenning van een grati
ficatie aan Wed. J. Stins geb. de Vries.
Aangenomen.
Grondbedrijf.
Voorstel om Helder's Belang gedeelte
lijke kwijtschelding te verleenen van ver
schuldigde landhuur.
Van het Bestuur van „Helder's Belang"
is hieromtrent het navolgend schrijven
ingekomen
Bij „Helder's Belang" bestonden plan
nen tot uitbreiding van het sportterrein
aan den Bolweg Het Bestuur heeft daar
over geconfereerd met den Wethouder
Van Breda. Genoemde Wethouder kon bij
die conferentie geen toezegging doen tot
en
viering van het honderdjarig bestaan van
het Noordhollandsch kanaal, waaraan
Helder in hartelijke samenwerking met
onze zustergemeente Alkmaar zulk een
belangrijk aandeel had Moge deze ge
slaagde proef van samenwerking onzer
beide gemeenten in de toekomst nog
menigmaal herhaald worden. Ons nieuw
Tehuis voor ouden van dagen nadert zijn
voltooiing. Een naar de eischen des tijds
ingericht gebouw voor de groenteveiling
kwam gereed en werd in gebruik genomen.
De ziekenhuiskwestie kreeg met ingang
van 1 Januari 1925 hare daadwerkelijke
oplossing en gedurende het afgeloopen
jaar is wel overduidelijk gebleken dat
dit een gunstige oplossing is geweest
voor onze burgerij.
De plannen van een nieuwe huisvesting
voor ons Raadhuis kregen hun beslag.
De communicatie met onze buurgemeen
ten werd wederom verbeterd door het
bouwen van een pontonbrug over het
Noord-Hollandsch kanaal bij de Kooij,
terwijl de verkeerswegen in de gemeente
niet onbelangrijk werden verbeterd door
de nieuwe betonbrug in den Huisduiner-
weg, de totstandkoming van de verbree
ding van den Polderweg, de afronding
van het Koningsplein en uitbreiding van
de tegeltrottoirs tot de Koningstraat.
Wat 1926 voor deze gemeente zal zijn
is moeilijk te voorspellen. De vele vredes
jaren, die reeds achter ons liggen na den
grooten oorlog en die nog steeds zoo
weinig verbetering in den wereldtoestand
hebben gebracht, hebben ons kunnen
doen zien hoe moeilijk en langzaam zich
de toestanden in gunstigen zin wijzigen,
en niemand zal zeker de illusie hebben,
dat onze gemeente hierop een uitzonde
ring zal maken. Dit neemt niet weg, dat
vrijwel overal een verbetering ten goede
kan worden geconstateerd en ook hierop
maken wij geen uitzondering.
Het jaar is bereids goed ingezet door
de opneming onzer gemeente inde i*kl.
wat betreft'de salarissen der Rijksambte
naren.
Door verschillende neringdoenden wordt
reeds in hun zaken gemerkt, dat in den
laatsten tijd in onze gemeente meer ver
tier komt van inwoners uit de buurge
meenten en het wil mij voorkomen, dat
de in 1925 aangebrachte verbetering en
vergrooting van verschillende winkelzaken
mede te danken zijn aan een meer op-
timistischen kijk op .den toestand.
Huisduinen gaat langzaam vooruit. Het
particulier initiatief begint zich hier meer
te ontwikkelen en voor den aanbouw van
eenige villa's door de N. V. Zeebad Huis
duinen zijn de plannen gereed gekomen,
zoodat zoo spoedig mogelijk tot dien
aanbouw zal worden overgegaan.
Ik noodig u dan ook uit met frisschen
moed in het nieuwe jaar aan den arbeid
te gaan en voeg daarbij den wensch, dat
uwe besluiten zooveel mogelijk zullen
bijdragen tot vermeerdering van de wel
vaart onzer burgerij en den bloei onzer
gemeente.
En hiermede verklaar ik deze eerste
zitting voor geopend.
Deze rede wordt met luid applaus door
den Raad begroet.
Aan de orde is nu
Notulen.
Vaststelling der notulen van de verga
deringen van 17 November en 8 Decem
ber 1926.
Na rectificaties door mevr. Van der
Hulst en den heer Van Dam worden
deze vastgesteld.
lokaal in te richten voor het geven van financieelen steun van gemeentewege, doch
onderwijs in handenarbeid aan zijn school, beloofde de zaak te zulien bespreken in
(Voorgesteld wordt dit stuk te stellen het College van Burgemeester en Wet-
in handen van Burgemeester en Wet- houders.
houders om prae-advies). Inmiddels kwam het perceel Sectie E
AlsmedeUittreksel uit het Kon Besluit
van 24 December 1925, no. 71, waarbij
het maximum-aantal vergunningen voor
den verkoop van sterken' drank in het
klein met ingang van 1 Januari 1926
voor deze gemeente wordt vastgesteld.
Voorgesteld wordt deze stukken voor
kennisgeving aan te nemen.
Ten opzichte van het onder K ver
melde stuk verzoekt de heer Zondervan
het adres van den heer Hoefnagel naar
B. en W. te renvoyeeren om prae-advies,
teneinde daarover eene discussie uittelok-
ken.
(Adressant, L. Hoefnagel te Breda, heeft
op 3 Januari 1915 aan den toenmaligen
inspecteur van politie Muntinga, f 150.
gezonden als waarborgsom voor de ker
mis. Nu deze in 1915 wegens den heer-
schenden oorlogstoestand niet gehouden
is, verzocht adressant restitutie van deze
som. De gemeente wijst er op, dat deze
toezending aan den heer M. niet geschied
de op verzoek van of krachtens een over
eenkomst met de gemeente. Blijkens
schrijven van den gemeente-ontvanger is
dit geld niet aan de gemeentekas afge
dragen. Overigens dateert de zaak al van
1921).
De Voorzitter meent, dat het geen
nut heeft nog op deze oude kwestie van
1915 terug te komen. De betrokkenen
zijn allen of overleden of reeds lang uit
de gemeente vertrokken, zelfs spr. was
nog geen burgemeester hier.
De heer Zondervan merkt op, dat
de zaak niet zoo oud is als de Burge
meester zegt. Er zijn over deze aangele
genheid verschillende brieven gewisseld,
waarvan spr. de afschriften bij zich heeft.
Spr. dringt alsnog aan op een prae-advies
hierover.
De Voorzitter: WensCht de Raad,
dat dit alsnog zal geschieden? Het geeft
ons allemaal maar werk en gedane zaken
nemen geen keer,
De heer Zondervan is het niet met
deze zienswijze eens. Adressant is gedu
peerd door een gemeente-ambtenaar in
functie en spr. meent, dat het niet aan
gaat zich op deze wijze van de zaak af
te maken.
Het voorstel B. en W. om het verzoek
voor kennisgeving aan te nemen, komt
in stemming en wordt verworpen met 11
tegen 7 stemmen. Tegen de heeren Zon
dervan, van Loo, Bot, Heijblok, Boo
gaard, mevr. van der Hulst, Smits, Eijl-
ders, Geurts, de Zee en Verstegen Hier
mede is dus beslist, dat het adres om
prae-advies naar B. en W. zal worden ge-
renvoyeerd.
Beide stukken conform voorstel B. en W.
Onderwijs.
Voorstel om aan school 6 het vak han
denarbeid in te voeren.
De heer Eylders wijst er op, dat
blijkens het raadsbesluit aan school 3 in
hoogere klassen, aan school 6 volgens het
onderhavige voorstel in de lagere klassen,
dit onderwijs zal worden gegeven. Waar
het te doen is eene proef te nemen en tot
eene vergelijking van de resultaten te
komen, zou spr. het wenschelijk achten
op beide scholen in gelijkluidende klassen
dit onderwijs in te voeren.
De Voorzitter licht deze zaak nader
toe. De heer Kamman, destijds hoofd van
school 3, die alleszins bevoegd was voor
het geven van handenarbeid, heeft deze
zaak gepropageerd. Inmiddels is genoemde
heer overgeplaatst naar school 5.
no. 100 uit de huur vrij en daar „Helder's
Belang" zonder dat perceel niet tot uit
breiding van het sportterrein kon over- j nog nader tóe.
gaan, was „Helder's Belang" verplicht dat
terrein te huren.
Zulks geschiedde dan ook, zelfs op aan
Onderwijs In de vacature J. Bosma.
Aanbevolen worden:
L J. Bosma.
2. W. J. Bakker.
Benoemd de heer Bosma.
Mededeeltng.
Door Burgemeester en Wethouders Is
verkocht de zuiggasmotor der briketten
fabriek voor 4100.—.
(Voorgesteld wordt deze mededeeling
voor kennisgeving aan te nemen.)
(Applaus).
De heer Eijlders vraagt naar de uit
betaling der verhoogingen voor het on-
'derwijzend personeel. Nu Helder ie klasse
gemeente geworden is, is hieromtrent een
circulaire van den minister verschenen,
en volgens het orgaan van de onderwij
zers, „De Bode", kan deze uitkeering
spoedig worden tegemoetgezien.
De Voorzitter antwoordt, dat inder
daad hieromtrent een circulaire is ont
vangen, waaromtrent evenwel nog nadere
toelichting is gevraagd.
De heer de Zee dringt aan op spoed
inzake den bouw der woningen voor het
Zeebad, zulks naar aanleiding van een
door de s.d. fractie ontvangen verzoek
van den Bouwvakarbeidersbond. Spr. heeft
vernomen, dat deze zaak aan de Schoon
heidscommissie onderworpen is, doch zou
gaarne voortaan wat meer spoed hier
mede willen zien betracht.
De Voorzitter: De beslissing moet
wachten op de goedkeuring van Ged.
Staten. Thans is opdracht aan den ar
chitect gegeven.
De heer de Zee meent, dat dit spoe
diger had kunnen gebeuren als men den
architect direct opdracht h^l gegeven.
De heer van Breda antwoordt, dat
iedere aanvraag met den meesten spoed
behandeld wordt.
De heer de Zee: 't Gaat bij spr niet
tegen Publieke Werken, maar tegen de
schoonheidscommissie.
De heer Zondervan licht de kwestie
De heer Heijblok vraagt naar de
goedkeuring van de bouwplannen van
den aannemer Boot, die ook thans nog
raden van meergenoemden Wethouder. niet op de agenda voorkomt.
Die huur werd aangegaan voor den tijd
van één jaar, omdat de huur van het
andere terrein aan het einde van dat jaar
afliep en de beide terreinen dan op één
en hetzelfde contract weder opnieuw in
gehuurd zouden kunnen worden.
Vervolgens werd aan het Bestuur mede
gedeeld, dat er van gemeentewege niet
op financieelen steun gerekend kon
worden.
„Helder's Belang" zou daarna trachten
zelf voldoende geldmiddelen bijeen te
krijgen om een goed sportterrein in te
richten, toen de mededeeling kwam, dat
de huur der beide terreinen met ingang
van 1 Januari 1926 door de Gemeente
werd opgezegd.
„Helder's Belang" zou aan de Gemeente
moeten betalen voor huur van perceel
Sectie E No. 100 de somma van f300.
waarvan f 150.reeds betaald is.
In 1925 is aan uitbreiding van het sport
terrein niets verricht kunnen worden, om
dat de voorgestelde uitbreiding niet de
goedkeuring van het Gemeentebestuur
kon verwerven, zoodat perceel Sectie E
No. 100 slechts onderverpacht kon worden.
Moet „Helder's Belang" dus ook den
tweeden termijn betalen, dan heeft het
een schade van f 300 f 80 f 220.
Die schade zou ingehaald kunnen worden
als „Helder's Belang" de exploitatie der
sportterreinen in handen hield. Nu ons
echter de huur der terreinen door de
Gemeente is opgezegd, is het inhalen van
die schade onmogelijk geworden.
Het is daarom, dat „Helder's Belang"
kwijtschelding verzocht heeft van den
tweeden termijn van betaling ad f 150.
De heer Zondervan is uit deze
stukken overtuigd, dat de Vereeniging
schade geleden heeft en kan zich met
deze voordracht vereenigen. 4
Aangenomen.
Onderwijs.
Voorstel tot het beschikbaar stellen
van een gymnastiek-lokaal aan de Emma-
straat voor de Heldersche Sohoolvereeni-
glng.
Aangenomen.
Benoemingen.
Voorstel tot benoeming van leden en
plaatsvervangende leden van de Commis
sie van Advies en Werkloosheidsverze
kering.
Aangenomen.
Benoemingen.
Benoeming van leden der Commissies
van Toezicht op het M.O. en N.O.
Voorgedragen worden:
L Vacature W. J. Bakker.
1. W. J. Bakker.
2. F. Dekker.
IL Vacature mevr. A. de VenBoon.
1. mevr. A. de Ven—Boon.
2. mevr. Nlesslnk—Houtkoop.
HL Vacature A. van de Sande Laooste.
1. A. van de Sande Laooste.
2. J. van der Feer (luit tz. Ie kl.).
De nos. 1 dezer voordracht worden met
algemeene stemmen benoemd.
Benoeming.
Voorstel tot het benoemen van een lid
De heer van Breda: De heer Brands,
op wiens opdracht deze woningen gezet
worden, is al van dezen zomer af bezig
Als hij de waarborgsom eerder gestort
had, ware de zaak reeds beslist geweest
De openbare vergadering wordt daarn:
gesloten en de Raad vereenigt zich ir
comité generaal.
ZEEKRIJGSRAAD HELDER.
Zitting van Woensdag 27 Januari.
Een visite en haar gevolgen.
Het kleine, bleeke, 20-jarige marinier-
tje Ch. Z. v. S. was op den Sen Nov,
met z'n 18-jarige collega Fr. v. d. B., in
functie tamboer 3e kl., op sjouw gegaani
en zoo kwam dit edel tweetal terecht iij
een van Bacchus heilige huisjes, waar zej
niet tot hun ongenoegen, aantroffen eert
lieftallige maagd.
De kennismaking tusschen de marihiera
en deze schoone vlotte bijzonder goed.
In korten tijd was zij zoo intiem gewor
den, dat v. d. B. bij de juffrouw, die In
„donker Helder" woont, op visitie mocht.
Als vergoeding voor deze vriende ijk ieid
gaf hij z'n minnares een riks van zijn
marinierstraktement.
Na zijn visite buiten gekomen, zocht
hij zijn vriend op en samen wandelder
ze naar boord. Op de Kerkgracht echte
kwam v. d. B. plotseling tot de ontdek
king, dat hij z'n portemonnaie miste
Hij terug. Na vergeefs te hebben geram
meld en geklopt, besloot hij zich toeganf
tot de woning te verschaffen. Hij openci
daartoe de luiken en klom door het oper
geschoven raam naar binnen. Hier vorJ
hij zijn portemonnaie, maar tevens ont
dekte hij eenige horloges, die hem z<S>
onweerstaanbaar' aantrokken, dat hij P
in zijn bezit nam en er zijn vriend eb
cadeau deed.
De juffrouw, die 's avonds tot de o*-
aangename ontdekking kwam dat har
twee horloges gestolen waren, ging f>
hooge beenen naar de politie, die de zaM
in handen van den zeekrijgsraad steld«
Gisteren stonden de beide marinifs
terecht. Hierbij deed zich het eigenaf-
dige geval voor, dat de heler zich sirfls
5 Nov. reeds in voorarrest bevond, terdjl
de steler op vrije voeten rondliep.
De fiskaal eischte voor beiden 4 mid-
gevangenisstraf, bij v. S. met aftrek \»n
de preventieve hechtenis.
Verdediger inzake den eersten btfl-
was Mr. Vink, die vrijspraak van sl&f
bepleitte, daar v. S. reeds bijna 3 m(d.
gebromd had.
Nadat de krijgsraad in Raadskamer
geweest werd tegen v. S. 1 maand f-
vangenisstraf gevorderd, alzoo heeft 1=
marinier bijna.2 maanden te lang gezetst
waarbij natuurlijk ook zijn traktem^1
was ingehouden.
Uitspraak in de zaak van den hoog
schuldige v. d. B. heeft öp nader te tf"
palen datum plaats.
Een oneerlijke correspondent
Matroos 2' kl. A. P. v. P. was in h»1
aar '25 eenige maanden corresponde^
der Commissie van Toezicht op het Lager geweest van den Bond voor M. M. P. Ejt