HERMAN NYPELS
HOOGE PRIJZEN bij
anderen betalen, als ge
tijdens de verbouwing
bij
voor extra LAGEN PRIJS
de BESTE KLEEDING en
de mooiste HEEREN
MODEARTIKELEN
kunt koopen?
Tweede Blad.
BINNENLAND
VAN ZATERDAG 30 JANUARI 1926.
DE WATERSNOOD.
Ean |lft van f 10.000.
Donderdag werd aan H. M. s particulier
secretaris een bedrag van f 10.000 ter
hand gesteld namens een dame te Amster
dam, met het verzoek, deze som als bij
drage ter gelegenheid van het 25-jarig
huwelijksfeest van H. M. de Koningin te
doen aanwenden ten behoeve van de
slachtoffers van den watersnood, in ver
band met den daartoe onlangs door H. M.
kenbaar gemaakten wensch.
Tevens werd voor hetzelfde doel aan
H. M.'s particulier secretaris, nameDS de
active officieren en onderofficieren van
den staf der brigade, Grenadiers en Jagers
en van de regimenten Grenadiers en Jagers
een bedrag van f 250 overhandigd.
Beide bedragen zijn aangeboden aan
de Algemeene Vereenigde Commissies tot
leniging van de rampen door watersnood
te Amsterdam.
Dankbetuiging voor da hulp van
militairen.
In een dezer dagen te verwachten
legerorder zal mededeeling worden ge
daan van een kennisgeving van den
minister van oorlog, houdende een dank
betuiging voor hulpverleening bij den
watersnood, van den volgenden inhoud
Nu de toestand in de overstroomde
gebieden zoodanig is geworden, dat de
hulp der militairen kan worden ontbeerd,
en deze naar hun standplaatsen hebben
kunnen terugkeeren, gevoel ik mij ge
drongen, uiting te geven aan de gevoelens
van voldoening en bewondering, die mij
vervullen over hetgeen door het personeel
van de landmacht ter plaatse en op de
betrokken bureaux tot keeren en beteuge
len van de ramp en leniging van den
nood is verricht.
Van alle zijden uit het geteisterde ge
bied bereiken mij brieven, waarin in de
meest warme en - geestdriftige bewoor
dingen dank en hulde wordt gebracht
voor de voortreffelijjce hulp, waarin met
den grootsten lof wordt gewaagd van de
bij die hulpverleening betoonde voort
varendheid en krachtsinspanning en waarin
gedrag en houding van de militairen
worden geprezen.
Zelf ben ik gedurende het door mij
aan de overstroomde gebieden gebrachte
bezoek getuige geweest van de wijze,
waarop ieder zijn plicht deed en waarop
is gewerkt en samengewerkt.
Aan alle militairen van de landmacht,
die rechtstreeks of zijdelings betrokken
zijn geweest bij de hulpverleening bij den
jongsten watersnood, betuig ik hierbij mijn
oprechten dank en groote tevredenheid.
Zij kunnen met voldoening en trots op
hun werk terugzien.
Een bekendmaking van overeenkomsti-
gen inhoud heeft de minister van marine
gericht tot het personeel van de zeemacht.
Da Synode der Geref. Kerken.
Het overlijden van dr. de Moor.
Geen gevolg van opgewonden discussies.
In ons nummer van Donderdag namen
wij een aan het Algemeen Handelsblad
ontleend bericht op betreflende het on
wel worden van dr. de Mopr tijdens de
vergadering van de Synode, waarin de
voorstelling werd gewekt, dat dit onwel
worden en het daarop gevolgde overlijden
in verband Btond met heftige discussies
in die vergadering.
Blijkens nadere berichten is deze lezing
onjuist. Reeds des morgens voelde dr.
de Moor zich nipt welbij het naar huis
gaan, na afloop der vergadering, verer
gerde dit en kwam de noodlottige
aanval.
Van het bestuur der Synode ontving
„Het Handelsblad" In verband met het
bericht het volgende telegram:
„De generale Synode van de Geref.
Kerken
bedroefd en verontwaardigd over het
bericht in „Het Handelsblad" (ochtend
editie) van Donderdag 28 Januari, onder
het opschrift: „Een heftig tooneel", dat
verband legt tusschen heftige tooneelen,
die zich in de commissievergadering,
welke door wijlen dr. de Moor werd ge
presideerd, zouden hebben afgespeeld en
het onheil, dht dr. de Moor daarna over
kwam, droeg op aandrang van al de leden
van genoemde commissie haar modera-
men op de daarin gegeven voorstelling
als absoluut in strijd met de waarheid
publiekelijk tegen te spreken en te ver
klaren, dat in bedoelde commissieverga
dering geen oogenblik de broederlijke
stemming werd verstoord (of een?) yeel
te scherp dispuut ontstond', dat dr. de
Moor over het gansche verloop der dis
cussie onmiddellijk na de vergadering
groote voldoening uitsprak, dat hij in
opgewekte stemming het kerkgebouw ver
liet en dat dus elke gedachte aan eenig
verband tusschen den geest op genoemde
vergadering en de ongesteldheid, welke
dr. de Moor aan zijn logies overviel, vol
strekt uitgesloten is."
In een onderschrift betuigt „Het Hblad"
zijn leedwezen, dat het bericht een onjuis-
ten Indruk heeft gewekt, waarbij wij ona
geheel aanaluiten.
Hrari ter Hall'i 00ste verjaardag.
Deo 5en Februari sa hoopt, gelijk be-
<^heer Henri ter Hall, te Rijswijk
l sowigBten geboortedag te vieren.
Er heeft zich een comité gevormd, dat zich
ten doel Stelt den dag van 6 Februari niet
onopgemerkt te laten voorbijgaan.
Het lis aan het comité bekend, dat de heer
Ter Hall' het zeer zou waardeeren, wanneer
inpiaata van persoonlijke geschenken de
(Daarvoor door de gevers bestemde bedragen
zouden worden verzameld tot een gift aan
helt Helden der Zee-fonds „Dorus Rijkers".
Zjji, die gemeend hadden op dien dag den
jubilaris eenig Stoffelijk blajk van waardee-
ring te geven, worden daarom in een cir
culaire uitgemoodigd in bovenbedoelden
geeSt te handelen en bedragen Mefst vóór
3 Februari a js. te zenden aan het adres van
de penningmeesteresse van het huldiglngs-
oomité, Mevr. M. Dirkzwager, Resedastraat
14, Rijswijk (Z.-jH.) Gemakshalve voor de
genen^ die wenschen te gireereni, kunnen
giften worden gestort of overgeschreven op
de postrekening van den onder-voorzitter
prof. J. O. Andriessen, postrekening No.
72332, Rijswijk (ZWH.).
De receptie ter gelegenheid van de aanbie
ding van het huldeblijk zal worden gehouden
op 6 Februari ta, 's namiddags van' 36.30
uur, in hótel Leeuwendaal te Rijswijk.
(De kaartjes der gevers zullen in een album
worden verzameld en den jubilaris op zijn
feestdag worden aangeboden.
Van' het huidigingiscomïtJé is prof. nar. M.
W,. F. Treub, voorzitter, prof. J. O. Andries
sen, ondervoorzitter, P. J. Jager, secretaris,
Delistraat 3, Den Haag, F. L. D. Streng-
holt, 2e secretaris, Nassaustraat 28, Rijs
wijk, mevr. M. Dirkzwager, penningm„ Re
sedastraat 14, Rijswijk.
Huldiging van de marine.
De Vereeniging „VTlissingen Vooruit"
heeft Donderdagavond een feestavond ge
houden ter huldiging van de manschappen
der marine, gestationneerd te Vlissingen, die
meegewerkt hebben aan de redding van en
het hulp brengen aan slachtoffer^ van den
watersnood.
De burgemeester van Vlissingen, de heer
O. A. van Woelderen, zeide, dat het plan om
de mannen- der marine te huldigen-, hem zeer
sympathiek is geweest, niet alleen omdat zij
hun plicht hebben gedaan, want men had
.niet anders verwacht, men weet, dat de Jan
maats altijd hun plicl|| zullen doen-, als hulp
noodig is; heel de geschiedenis wijst er op.
De vloot is indertijd voor een groot deel door
VHsaingers gesticht, en spr. noemde de na
men van De Ruijter, de Evertsen, Joost de
Moor en Bankert. Spr. weet, dat wéderkeerig
de marine gaarne te Vlissingen ligt.
De eerst aanwezende zeeofficier, kolonel
W. Lam, zeide, dat dit laatste juist is. Hjj
vermoedde, dat de manschappen -bij de film
van den watersnood met trots zullen hebben-
dacht aan het door hen verrichte werk.
■De manschappen werden onthaald.
De weldadigheidspostzegels.
De opbrengst van de weldadigheidspost
zegels voor het kind! wordt op ongeveer
100.000 gerekend.
Het vorige jaar was de opbrengst 66.723.
De Nederlandsche spoorwegen en de
N. V. Spoorwegbouwbedrijf.
De heer A r n t z, lid- van de Eerste Ka
mer, heeft aan den minister van waterstaat
de volgende vragen gesteld:
1. Is het den minister bekend, dat door
de NederlaodSche Spoorwegen aan de naam-
looze vennootschap: Spoorwegbouwbedrijf,
te Uitrecht, -waarvan één of meerdere leden
van de directie der Nederlandsche spoorwe
gen als commissaris optreden, herhaaldelijk
en sinds enkele jaren voor rekening, van het
rijk werken ter uitvoering worden opgedra
gen, ook in gevallen, waarin de „bijzondere
iedenen", 'bedoeld in het antwoord van den
minister van 24 Januari 1923 op de schrif
telijke vragen van den heer Van Rappard,
ontbreken, zonder dat voornoemde naam-
looze vennoootschap bij publieke of onder-
handsche inschrijving naar deze werken be
hoeft mede te conourreeren, terwijl haar op
allerlei wjjtzen tegemoetkomingen1 .bij die uit
voering worden gedaan, die men onder an
dere omstandigheden zeker niet zou toe
staan?
2. Is het den minister tevens bekend,
dat 'bij vele werken- van grooten en minderen
omvang, welke door de Nederlandsche spoor
wegen worden aanbesteed, de aannemer ver
plicht wordt, zijn materialen (onder andere
hout en steenen) te betrekken van de ven
nootschap voornoemd, die ook één of meer
dere steenfabrieken en houtbewerking^
plaatsen exploiteert, welke materialen (af
gescheiden van de prijzen, die niet te oon-
troleeren zijn) zeer dikwijls in hooge mate
afwijken van de daaraan redelijk te stellen
eischen, waardoor 'het zelfs is voorgekomen-,
dat belangrijke bedragen voor meerdere ver
werkingskosten aan den aannemer vergoed
zijn moeten worden?
8. Is de -minister bereid, In verband met
de dringende noodzakelijkheid van een zui
nig beheer, te bevorderen, dat in dOn ver
volge alle werken, tot de Nederianidsche
spoorwegen behoorende, publiek, althans in
concurrentie, worden aanbesteed en dat den
aannemer in he't algemeen vrijheid wordt ge
laten, zijn materialen- te koopen daar, waar
dit voor hem het voordeeiigst is, vooropge
steld1, dat dteze materialen aan de eischen der
directie moeten voldoen?
4. Zoo ja, is de minister dan bereid te
bevorderen, dat voornoemde naamlooze ven
nootschap: Spoorwegbedrijf, of welk ander
lichaam dan ook, slechts alleen als contro
leerend concurrent zal optreden en dus in
de toekomst op geen enkele wijze meer be
voorrecht wordt iboven andere te goeder
naam en faam bekendstaande aannemers en
leveranciers van bouwmaterialen?
De staking der Bioscoop-musici te
's-Gravenhage opgeheven.
■Het bestuur van den Nederiandechen
Bioscoopbond heeft Donderdagavond bericht
ontvangen, dat de «takende musici van den
Ingemeten Mededeeling,
Nederlandschen Toonkunstenaarsbond be
sloten hebben voor de Haagsche af deeling de
staking onvoorwaardelijk op te heffen.
Hoogheemraadschap Noordhollands
Noorderkwartier.
Dijkgraaf en hoogheemraden van het
hoogheemraadschap N.-H. Noorderkwar
tier hebben bij de algemeene vergadering
de begrooting ter vaststelling ingediend
met een bedrag aan gewone inkomsten
en uitgaven van 1.323.840 en aan bui
tengewone ontvangsten en uitgaven van
4440.
DtJkbeechadlglngen tn N.-H. Noorder.
kwartier.
Dijkgraaf en hoogheemraden van het
Hoogheemraadschap Noordhollands Noor
derkwartier hebben aan de alg. vergade
ring van het Hoogheemraadschap mede
gedeeld, dat de storm van 25 op 26 Novem
ber jl. aan de glooiingen van verschillen
de dijken schade toebracht, waarvan de
kosten met verbetering van dijkglooiing
op 205.000 zjjn begroot
Voorts is aangetoond, dat verschillende
dijkvakken te laag zijn. Bi) dezelfde wind
richting en windkracht als op 26 Novem
ber en een zeestand als in Januari van
1916 is waargenomen welker samen
gaan zonder twijfel mogelijk is zou op
verschillende plaatsen een zoodanige over
slag van water over de kruin hebben
plaats gehad, dat afsdhuiving van het bin-
nenbeloop hoogstwaarschijnlijk niet zou
zijn uitgebleven. Verhooging van de kruin
van bedoelde dijkvakken zal dus noodig
zjjn. Zij zijn gelegen in den Zoetpolder-
dijk, den Schardam- en Keukendijk, den
Zuidpolderdijk, den Katwouderdijk en den
Waterlandschen dijk. Dijkgraaf en hoog
heemraden zullen zoo spoedig mogelijk
plannen hiervoor bij de algemeene verga
dering indienen, ten einde deze werken
nog in den loop van 1926 tot stand te bren
gen.
Rijkscommissie werkverruiming.
De Rijkscommissie -Werkverruiming heeft
dezer dagen in Denj Haag vergaderd, onder
voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens.
Een- uitvoerig verslag werd uitgebracht
over de verrichtingen van de commissie met
betrekking tot de reguiarisatie van de werk
gelegenheid.
De commissie zal een plan voor eeni be
langrijke ontginning van woeste gronden
nader onderzoeken.
De aandacht werd gevestigd op enkele ge
vallen, waarin de tegenwoordige Tariefwet
den concurrentiestrijd van Nederlandsch
tijdig gepleegd, in sommige gevallen die or
ders niet in het buitenland hadden behoeven
te worden geplaatst,
Onderzee-booten, voor Tuifctye.
Donderdagmorgen! zijn aan het Etablis
sement Fijenoord in tegenwoordigheid
van den zaakgelastigde in ons land van
Turkije en van de voor den bouw daartoe
aangewezen Turkache marineooimimisHie,
de Meien gelegd voor de belde onderzee-
booten, die voor rekening van het Turk-
sohe Gouvernement door de Maatschappij
voor srihoeywar®
Fdjcnoord
ooer-WDiE.
Op een rif geloopen.
De gouvernementwtoomer Wega is in
straat Banka op een rif geloopen; hij
tracht met eigen kracht vlot te komen. De
Sirius wordt gereed gehouden, om, soo
noodig, assiatentle te verleenen.
(Aneta).
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
tegen buitenlandsch fabrikaat op onze bin-
nenlandsche maifct bemoeilijkt. De oommis
sie zal nagaan, wat in deze zou kunnen wor
den gedaan.
Mededeeling werd verstrekt omtrent het
onderhoud met den minister van marine ad
interim om te bevorderen, dat enkele aan
schaffingen, welke tot nu toe m eestal in h et
buitenland' werden gedaan, zooveel mogelijk
dienstbaar konden worden gemaakt aan de
werkgelegenheid hier te lande. Hieruit bleek,
dat op volle medewerking van den minister
mag worden gerekend.
Naar aanleiding van een ingekomen brief
kwam ter sprake de achteruitgang van de
werkgelegenheid in het Steenhouwersbedtrijf.
De commissie was van oordeel, dat dit niet
als een crisisverschijnsel moet worden aan
gemerkt.
Besloten werd, dat de oommissie zich in
verbinding zal Stellen met het Algemeen
WatersnoodnOomité en zoo noodig met an
dere autoriteiten om te bevorderen, dat hij
de herstelling van de geteisterde streken de
Nederlandsche nijverheid1 niet noódeloos bij
de buitemlandsche zal worden achtergesteld.
Tevens zal- met dit comité in overleg wor
den getreden om te bevorderen, dat de ge
teisterde ondernemingen weer zoo spoedig
mogelijk voor de werkgelegenheid dienstbaar
kunnen worden gemaakt.
Mededeelingen werden gedaan over de 'be
moeiingen der commissie met betrekking
tot de bevordering- van de uitvoering van
enkele openbare werken.
Uit de verdere mededeelingen bleek, da'
ook nu weer in tal van gevallen door de oom-
missie haar bemiddeling werd verleend' 'ter
bevordering van het gebruik van Neder
landsch fabrikaat. Hierbij bleek, dat enkele
gemeenten weer orders in het buitenland
hadden geplaatst zonder vooraf met de com
missie overleg te hebben gepleegd. De com
missie heeft den indruk, dat ware dit overleg
Zoo tegen dat een stad het millioen
aantal inwoners begint te naderen wordt
het tijd voor.... de lange broek. Kan men
niet meer toe met de, elk jaar opnieuw
inderhaast gekochte confectie-korte-broek-
jes, eiken keer een nummertje grooter....
Moet er zorgvuldig met een bekwaam
coupeur beraadslaagd worden over den
aanmaak van de lange broek, op maat
gesneden, die geruimen tijd zal kunnen
dienst doen.
We zijn nog wel niet aan het millioen,
we loopen pas tegen de 800.000,
maar zoo heel lang zal 't niet meer duren,
ook al krijgt de „statistische" professor
Methorst gelijk, die ons voorspelt, dat
over enkele jaren de geboorte- en sterfte-
curven „elkaar op natuurlijke wijze zullen
naderen", wat m. a. w. zeggen wil, dat het
zielenaantal een zekere stabiliteit zal gaan
vertoonen en de ongekende bevolkings
toename van de laatste halve eeuw tot
staan zal komen. Want de „trek naar de
groote stad" zal, men moge 't al dan niet
betreuren, voorloopig niet uit zijn. Men
is dus vast begonnen met een eerste
„knippatroon" te maken voor de lange
broek. Men kan het afgebeeld vinden in
het Gemeenteblad van deze week onder
het hoofd: „Concept-voordracht Uitbrei
dingsplan Groot-Amsterdam". Hoewel nd
reeds een lijvig boekdeel, worden echter
vooralsnog slechts de hoofdlijnen, zooals
B. en W. die zich denken, aangegeven.
En er wordt van den Raad dezen keer
slechts gevraagd of hij zich principieel
met de algemeene strekking kan veree
nigen. Dit om te voorkomen dat men op
de bureaux van Publieke Werken even
tueel bergen werk zou gaan verzetten voor
niets. De wet eischt namelijk, alvorens tot
een plan van uitbreiding kan worden
overgegaan, dat uitvoerige kaarten en
grondteekeningen (op groote schaal, met
alle kadastrale grenzen, namen en woon-
>laatsen van eigenaars van perceelen, enz.
enz.), vier weken ter visie worden gelegd
op de secretarie voor iederen belangstel-
ende. En, begrijpelijkerwijze, wil men
dezen enormen arbeid niet gaan beginnen
voor dat de Raad, althans in principe,
ja" heeft gezegd....
Het plan Groot-Amsterdam dan, zooals
iet nu in groote trekken voor ons ligt,
spreekt in de allereerste plaats duidelijk uit,
dat men het oude Amsterdamsche, stede-
jouwkundige schema van ring- en straal-
wegen volledig wengcht te handhaven en
door te voeren. De straalwegen van het
plan liggen voor een gedeelte in het ver
engde van de reeds bestaande, zooals de
Jacob Catskade, de Clercqstraat, de Kin
kerstraat, Ferdinand Bol- en van Wou-
straat. Een belangrijke nieuwe ringweg,
concentrisch dus met de Ceintuurbaan
en de grachten, werd ontworpen aan de
binnenzijde van de Ceintuurspoorbaan,
waarvoor de dijk reeds halverwege gereed
is en die, naar men weet, ook een brug
over de Nieuwe Meer vereischt. Al deze
wegen zullen een breedte van 5070
Meter moeten hebben. De bestaande ge
deelten zullen daartoe verbreed moeten
worden en waar dat niet of moeilijk gaat
zijn z.g. parallelwegen geprojecteerd. Aan
deze breedte-eisch houdt het plan streng
de hand; „langs enkele wegen zal," heet
het, bij de steeds groeiende stad in de toe
komst snelverkeer moeten worden toege
laten" en voor dat vervoer zullen dan
„hooge banen" op de bedoelde wegen
moeten worden aangebracht.
Aan de toenemende intensiteit van het
verkeer worden in dit verband door B.
en W. hartige woorden gewijd en zij geven
daaromtrent enkele inderdaad sterk spre
kende cijfers ter illustratie. In 1914 bedroeg
het aantal auto's voor het geheele Rijk:
4760; in 1919: 6676; en in 1923
was dit getal al tot...: 23232 geklom
men I Met de motorfietsen ging het
nóg sneller$754 in 1914; en 36648
in 19231 Op welke cijfers dan in de
voordracht ook de volgende noodkreet
woorden volgen: „Tegen dit enorme ver
keer is geen der wegen naar Amsterdam
opgewassen of zal op den duur daaraan
kunnen voldoen".
Over het scheepvaartverkeer der toe
komst laten B. en W. zich minder positief
uit. Toch meenefi zij dat ook dit zal
blijven toenemen (de tonnenmaat is steeds,
afgezien van de oorlogsinzinking, stferk
stijgend; sedert 1881 verachtvoudigd!),
maar met onze nieuwe Coenhaven en de
mogelijkheid tot havenuitbreiding in den
Grooten IJpolder zullen we ten dezen niet
zóo gauw vast loopen. Ook iu verband
met de Zuiderzee-droogmaking zal waar
schijnlijk het oostelijk havengebied belang
rijk worden uitgebeid en alsdan zal het IJ
vóór Amsterdam, voor de groote scheep
vaart te weinig ruimte bieden. Vandaar
dat er een Z.g. rlng-kanaal van de Hem-
brug naar Schellingwoude ontworpen
werd. Wat de woonwijken betreft achten
B. en W. het wenschelijk „verschillende
lagen der bevolking in éénzelfde wijk
samen te brengen" en werden dus afzon
derlijke arbeiderskwartieren, wijken voor
den middenstand en één of meer buurten
voor de beter „gesitueerden" ontworpen.
Ziet hier enkele punten van het nog
slechts principieele plan, dat gedachtig
aan het beroemde principe van „het lek
kerste voor het laatst", eindigt met een
aanlokkelijke beschrijving van de plant
soenen, speelterreinen en bosschen waar
mede we in de toekomst bedacht sullen
worden. Dat er In dit opzicht aan ons
nog wel wat valt goed te maken kan
blijken uit het feit, dat op het oogenblik
de oppervlakte van de gezamenlijke parken,
plantsoenen en speelvelden komt op
4 vierkante Meter per inwoner 1
We steken in dit begin van het jaar,
wél met „groote plannen" van wall
Bijna gelijktijdig toch met deze Groot-
Amsterdam-voordracht, kwamen B. en W.
over de brug met een oatwerp-besluit
inzake een „suppletoire" waterleiding.
Een tekort aan water doet zich meer en
meer gevoelen. Uitbreiding van de be
staande duinwater-leiding is, in verband
met overeenkomsten met de gemeente
Haarlem, op wier terreinen het water ge
wonnen wordt, moeilijk zoo niet onmogelijk.
Men vraagt daarom thans „in beginsel te
besluiten tot het voorbereiden van plannen
voor een nieuwe waterleiding." Vroeger,
in 1916, hebben we óók al eens een
poging gedaan wat ruimer in het water te
komen en werd door middel een ingediend
voorstel, aanvoer van gefiltreerd rivier
water gepropageerd. Dat raakte toen echter
van de baan na een feilen strijd tusschen
pro- en anti-rivier-watermenschen. Dezen
keer gaan B. en W. voorzichtiger te werk.
Zóó plompweg met dat rivier-water voor
den dag komen willen, of durven
zij dezen keer niet. Zij bereiden ons nu met
een zacht lijntje voor; schrijven dat het
duinwater toch héusch ook niet zoo ideaal
is en dat er „andere vindplaatsen zijn aan
te duiden, waarvan het water in chemisch
opzicht bij het duinwater zeker niet ten
achter staat, integendeel het duinwater
overtreft." Maar een bepaalde keuze doen
zij nog niet; zij vragen alleen verlof „plan
nen voor te bereiden". Of zij door middel
van dit lijntje van geleidelijkheid den ouden
„water-strijd" echter zullen ontloopen
moet worden afgewacht.
Inmiddels is men dezer dagen met de
werkzaamheden voor het nieuwe „Olym
pisch Stadion aan den Amstelveenschen
weg, derde groote plan 1begonnen
Publieke Werken heeft met de grond-
ophooging een aanvang gemaakt, de
noodige onteigeningsprocedures zijn in
vollen gang en in Juli a.s. zullen de eerste
heipalen den grond ingaan. i Begin 1927
zal de eigenlijke bouw krachtdadig worden
aangepakt. Het is dan wél kort dag,
maar de architect Jan Wils en zijn mede
werkers zijn vol goeden moed en optimisme
en rekenen er op, dat, zelfs al zou het
weer tegenwerken, het geheel in Mei 1928
gereed is. Vanaf begin 1927 zullen aan
den bouw van deze Olympische stad min
stens een 2000 arbeiders te werk worden
gesteld. D&n begint dus het groote
sport-festijn reeds zijn (voor ons land en
onze stad weldadige) gouden schaduw
vooruit te werpen
Groote plannen die men in de toekomst
nog tot vorm, tot gestalte moet zien
worden... Groote mannen die al ge
stalten van internationale beteekenis zijn
en die, in den vreemde, reeds onzen
nationalen roem hebben uitgedragen
Twee van zulke figuren keerden deze
week weer tot ons terug. De eerste
Mengelberg, de Amerikaansche lauweren
nog versch om de slapen, die voor de
rest van het seizota den dirigeerstok in het
Concertgebouw uit de handen van den,
jubelend „tot weerziens" toegeroepen
Pierre Monteux overnam en die Donder
dagavond, in het bijzijn van den Prins,
zijn eerste uitvoering van dit jaar leidde
de tweede: mr. Zimmermann, de oud-
Commissaris-generaal voor Oostenrijk, dien
men aan een feestmaaltijd in de Industri-
eele Club, samenvallend met de viering
van het tienjarig bestaan dezer instelling,
huldigde. De eenheerscher en leider
in het rijk der tonen de ander: heerscher
en leider in het rijk der financiën, waarin
hij een nieuw stabiel geld-accoord wist aan
te slaan op een aanvankelijk geheel ont
stemd speeltuig
Beiden de hulde van Amsterdam,
runst én handelsstad waardig.
Begunstiging?
f
De lange broek. Méér water! Groote pkmaem en groote mannen.