HERMAN NYPELS HOOGE PRIJZEN bij anderen betalen, als ge tijdens de verbouwing bij voor extra LAGEN PRIJS de BESTE KLEEDING en de mooiste HEEREN MODEARTIKELEN kunt koopen? Tweede Blad. BINNENLAND VAN ZATERDAG 30 JANUARI 1926. DE WATERSNOOD. Ean |lft van f 10.000. Donderdag werd aan H. M. s particulier secretaris een bedrag van f 10.000 ter hand gesteld namens een dame te Amster dam, met het verzoek, deze som als bij drage ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest van H. M. de Koningin te doen aanwenden ten behoeve van de slachtoffers van den watersnood, in ver band met den daartoe onlangs door H. M. kenbaar gemaakten wensch. Tevens werd voor hetzelfde doel aan H. M.'s particulier secretaris, nameDS de active officieren en onderofficieren van den staf der brigade, Grenadiers en Jagers en van de regimenten Grenadiers en Jagers een bedrag van f 250 overhandigd. Beide bedragen zijn aangeboden aan de Algemeene Vereenigde Commissies tot leniging van de rampen door watersnood te Amsterdam. Dankbetuiging voor da hulp van militairen. In een dezer dagen te verwachten legerorder zal mededeeling worden ge daan van een kennisgeving van den minister van oorlog, houdende een dank betuiging voor hulpverleening bij den watersnood, van den volgenden inhoud Nu de toestand in de overstroomde gebieden zoodanig is geworden, dat de hulp der militairen kan worden ontbeerd, en deze naar hun standplaatsen hebben kunnen terugkeeren, gevoel ik mij ge drongen, uiting te geven aan de gevoelens van voldoening en bewondering, die mij vervullen over hetgeen door het personeel van de landmacht ter plaatse en op de betrokken bureaux tot keeren en beteuge len van de ramp en leniging van den nood is verricht. Van alle zijden uit het geteisterde ge bied bereiken mij brieven, waarin in de meest warme en - geestdriftige bewoor dingen dank en hulde wordt gebracht voor de voortreffelijjce hulp, waarin met den grootsten lof wordt gewaagd van de bij die hulpverleening betoonde voort varendheid en krachtsinspanning en waarin gedrag en houding van de militairen worden geprezen. Zelf ben ik gedurende het door mij aan de overstroomde gebieden gebrachte bezoek getuige geweest van de wijze, waarop ieder zijn plicht deed en waarop is gewerkt en samengewerkt. Aan alle militairen van de landmacht, die rechtstreeks of zijdelings betrokken zijn geweest bij de hulpverleening bij den jongsten watersnood, betuig ik hierbij mijn oprechten dank en groote tevredenheid. Zij kunnen met voldoening en trots op hun werk terugzien. Een bekendmaking van overeenkomsti- gen inhoud heeft de minister van marine gericht tot het personeel van de zeemacht. Da Synode der Geref. Kerken. Het overlijden van dr. de Moor. Geen gevolg van opgewonden discussies. In ons nummer van Donderdag namen wij een aan het Algemeen Handelsblad ontleend bericht op betreflende het on wel worden van dr. de Mopr tijdens de vergadering van de Synode, waarin de voorstelling werd gewekt, dat dit onwel worden en het daarop gevolgde overlijden in verband Btond met heftige discussies in die vergadering. Blijkens nadere berichten is deze lezing onjuist. Reeds des morgens voelde dr. de Moor zich nipt welbij het naar huis gaan, na afloop der vergadering, verer gerde dit en kwam de noodlottige aanval. Van het bestuur der Synode ontving „Het Handelsblad" In verband met het bericht het volgende telegram: „De generale Synode van de Geref. Kerken bedroefd en verontwaardigd over het bericht in „Het Handelsblad" (ochtend editie) van Donderdag 28 Januari, onder het opschrift: „Een heftig tooneel", dat verband legt tusschen heftige tooneelen, die zich in de commissievergadering, welke door wijlen dr. de Moor werd ge presideerd, zouden hebben afgespeeld en het onheil, dht dr. de Moor daarna over kwam, droeg op aandrang van al de leden van genoemde commissie haar modera- men op de daarin gegeven voorstelling als absoluut in strijd met de waarheid publiekelijk tegen te spreken en te ver klaren, dat in bedoelde commissieverga dering geen oogenblik de broederlijke stemming werd verstoord (of een?) yeel te scherp dispuut ontstond', dat dr. de Moor over het gansche verloop der dis cussie onmiddellijk na de vergadering groote voldoening uitsprak, dat hij in opgewekte stemming het kerkgebouw ver liet en dat dus elke gedachte aan eenig verband tusschen den geest op genoemde vergadering en de ongesteldheid, welke dr. de Moor aan zijn logies overviel, vol strekt uitgesloten is." In een onderschrift betuigt „Het Hblad" zijn leedwezen, dat het bericht een onjuis- ten Indruk heeft gewekt, waarbij wij ona geheel aanaluiten. Hrari ter Hall'i 00ste verjaardag. Deo 5en Februari sa hoopt, gelijk be- <^heer Henri ter Hall, te Rijswijk l sowigBten geboortedag te vieren. Er heeft zich een comité gevormd, dat zich ten doel Stelt den dag van 6 Februari niet onopgemerkt te laten voorbijgaan. Het lis aan het comité bekend, dat de heer Ter Hall' het zeer zou waardeeren, wanneer inpiaata van persoonlijke geschenken de (Daarvoor door de gevers bestemde bedragen zouden worden verzameld tot een gift aan helt Helden der Zee-fonds „Dorus Rijkers". Zjji, die gemeend hadden op dien dag den jubilaris eenig Stoffelijk blajk van waardee- ring te geven, worden daarom in een cir culaire uitgemoodigd in bovenbedoelden geeSt te handelen en bedragen Mefst vóór 3 Februari a js. te zenden aan het adres van de penningmeesteresse van het huldiglngs- oomité, Mevr. M. Dirkzwager, Resedastraat 14, Rijswijk (Z.-jH.) Gemakshalve voor de genen^ die wenschen te gireereni, kunnen giften worden gestort of overgeschreven op de postrekening van den onder-voorzitter prof. J. O. Andriessen, postrekening No. 72332, Rijswijk (ZWH.). De receptie ter gelegenheid van de aanbie ding van het huldeblijk zal worden gehouden op 6 Februari ta, 's namiddags van' 36.30 uur, in hótel Leeuwendaal te Rijswijk. (De kaartjes der gevers zullen in een album worden verzameld en den jubilaris op zijn feestdag worden aangeboden. Van' het huidigingiscomïtJé is prof. nar. M. W,. F. Treub, voorzitter, prof. J. O. Andries sen, ondervoorzitter, P. J. Jager, secretaris, Delistraat 3, Den Haag, F. L. D. Streng- holt, 2e secretaris, Nassaustraat 28, Rijs wijk, mevr. M. Dirkzwager, penningm„ Re sedastraat 14, Rijswijk. Huldiging van de marine. De Vereeniging „VTlissingen Vooruit" heeft Donderdagavond een feestavond ge houden ter huldiging van de manschappen der marine, gestationneerd te Vlissingen, die meegewerkt hebben aan de redding van en het hulp brengen aan slachtoffer^ van den watersnood. De burgemeester van Vlissingen, de heer O. A. van Woelderen, zeide, dat het plan om de mannen- der marine te huldigen-, hem zeer sympathiek is geweest, niet alleen omdat zij hun plicht hebben gedaan, want men had .niet anders verwacht, men weet, dat de Jan maats altijd hun plicl|| zullen doen-, als hulp noodig is; heel de geschiedenis wijst er op. De vloot is indertijd voor een groot deel door VHsaingers gesticht, en spr. noemde de na men van De Ruijter, de Evertsen, Joost de Moor en Bankert. Spr. weet, dat wéderkeerig de marine gaarne te Vlissingen ligt. De eerst aanwezende zeeofficier, kolonel W. Lam, zeide, dat dit laatste juist is. Hjj vermoedde, dat de manschappen -bij de film van den watersnood met trots zullen hebben- dacht aan het door hen verrichte werk. ■De manschappen werden onthaald. De weldadigheidspostzegels. De opbrengst van de weldadigheidspost zegels voor het kind! wordt op ongeveer 100.000 gerekend. Het vorige jaar was de opbrengst 66.723. De Nederlandsche spoorwegen en de N. V. Spoorwegbouwbedrijf. De heer A r n t z, lid- van de Eerste Ka mer, heeft aan den minister van waterstaat de volgende vragen gesteld: 1. Is het den minister bekend, dat door de NederlaodSche Spoorwegen aan de naam- looze vennootschap: Spoorwegbouwbedrijf, te Uitrecht, -waarvan één of meerdere leden van de directie der Nederlandsche spoorwe gen als commissaris optreden, herhaaldelijk en sinds enkele jaren voor rekening, van het rijk werken ter uitvoering worden opgedra gen, ook in gevallen, waarin de „bijzondere iedenen", 'bedoeld in het antwoord van den minister van 24 Januari 1923 op de schrif telijke vragen van den heer Van Rappard, ontbreken, zonder dat voornoemde naam- looze vennoootschap bij publieke of onder- handsche inschrijving naar deze werken be hoeft mede te conourreeren, terwijl haar op allerlei wjjtzen tegemoetkomingen1 .bij die uit voering worden gedaan, die men onder an dere omstandigheden zeker niet zou toe staan? 2. Is het den minister tevens bekend, dat 'bij vele werken- van grooten en minderen omvang, welke door de Nederlandsche spoor wegen worden aanbesteed, de aannemer ver plicht wordt, zijn materialen (onder andere hout en steenen) te betrekken van de ven nootschap voornoemd, die ook één of meer dere steenfabrieken en houtbewerking^ plaatsen exploiteert, welke materialen (af gescheiden van de prijzen, die niet te oon- troleeren zijn) zeer dikwijls in hooge mate afwijken van de daaraan redelijk te stellen eischen, waardoor 'het zelfs is voorgekomen-, dat belangrijke bedragen voor meerdere ver werkingskosten aan den aannemer vergoed zijn moeten worden? 8. Is de -minister bereid, In verband met de dringende noodzakelijkheid van een zui nig beheer, te bevorderen, dat in dOn ver volge alle werken, tot de Nederianidsche spoorwegen behoorende, publiek, althans in concurrentie, worden aanbesteed en dat den aannemer in he't algemeen vrijheid wordt ge laten, zijn materialen- te koopen daar, waar dit voor hem het voordeeiigst is, vooropge steld1, dat dteze materialen aan de eischen der directie moeten voldoen? 4. Zoo ja, is de minister dan bereid te bevorderen, dat voornoemde naamlooze ven nootschap: Spoorwegbedrijf, of welk ander lichaam dan ook, slechts alleen als contro leerend concurrent zal optreden en dus in de toekomst op geen enkele wijze meer be voorrecht wordt iboven andere te goeder naam en faam bekendstaande aannemers en leveranciers van bouwmaterialen? De staking der Bioscoop-musici te 's-Gravenhage opgeheven. ■Het bestuur van den Nederiandechen Bioscoopbond heeft Donderdagavond bericht ontvangen, dat de «takende musici van den Ingemeten Mededeeling, Nederlandschen Toonkunstenaarsbond be sloten hebben voor de Haagsche af deeling de staking onvoorwaardelijk op te heffen. Hoogheemraadschap Noordhollands Noorderkwartier. Dijkgraaf en hoogheemraden van het hoogheemraadschap N.-H. Noorderkwar tier hebben bij de algemeene vergadering de begrooting ter vaststelling ingediend met een bedrag aan gewone inkomsten en uitgaven van 1.323.840 en aan bui tengewone ontvangsten en uitgaven van 4440. DtJkbeechadlglngen tn N.-H. Noorder. kwartier. Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap Noordhollands Noor derkwartier hebben aan de alg. vergade ring van het Hoogheemraadschap mede gedeeld, dat de storm van 25 op 26 Novem ber jl. aan de glooiingen van verschillen de dijken schade toebracht, waarvan de kosten met verbetering van dijkglooiing op 205.000 zjjn begroot Voorts is aangetoond, dat verschillende dijkvakken te laag zijn. Bi) dezelfde wind richting en windkracht als op 26 Novem ber en een zeestand als in Januari van 1916 is waargenomen welker samen gaan zonder twijfel mogelijk is zou op verschillende plaatsen een zoodanige over slag van water over de kruin hebben plaats gehad, dat afsdhuiving van het bin- nenbeloop hoogstwaarschijnlijk niet zou zijn uitgebleven. Verhooging van de kruin van bedoelde dijkvakken zal dus noodig zjjn. Zij zijn gelegen in den Zoetpolder- dijk, den Schardam- en Keukendijk, den Zuidpolderdijk, den Katwouderdijk en den Waterlandschen dijk. Dijkgraaf en hoog heemraden zullen zoo spoedig mogelijk plannen hiervoor bij de algemeene verga dering indienen, ten einde deze werken nog in den loop van 1926 tot stand te bren gen. Rijkscommissie werkverruiming. De Rijkscommissie -Werkverruiming heeft dezer dagen in Denj Haag vergaderd, onder voorzitterschap van prof. dr. W. H. Nolens. Een- uitvoerig verslag werd uitgebracht over de verrichtingen van de commissie met betrekking tot de reguiarisatie van de werk gelegenheid. De commissie zal een plan voor eeni be langrijke ontginning van woeste gronden nader onderzoeken. De aandacht werd gevestigd op enkele ge vallen, waarin de tegenwoordige Tariefwet den concurrentiestrijd van Nederlandsch tijdig gepleegd, in sommige gevallen die or ders niet in het buitenland hadden behoeven te worden geplaatst, Onderzee-booten, voor Tuifctye. Donderdagmorgen! zijn aan het Etablis sement Fijenoord in tegenwoordigheid van den zaakgelastigde in ons land van Turkije en van de voor den bouw daartoe aangewezen Turkache marineooimimisHie, de Meien gelegd voor de belde onderzee- booten, die voor rekening van het Turk- sohe Gouvernement door de Maatschappij voor srihoeywar® Fdjcnoord ooer-WDiE. Op een rif geloopen. De gouvernementwtoomer Wega is in straat Banka op een rif geloopen; hij tracht met eigen kracht vlot te komen. De Sirius wordt gereed gehouden, om, soo noodig, assiatentle te verleenen. (Aneta). AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. tegen buitenlandsch fabrikaat op onze bin- nenlandsche maifct bemoeilijkt. De oommis sie zal nagaan, wat in deze zou kunnen wor den gedaan. Mededeeling werd verstrekt omtrent het onderhoud met den minister van marine ad interim om te bevorderen, dat enkele aan schaffingen, welke tot nu toe m eestal in h et buitenland' werden gedaan, zooveel mogelijk dienstbaar konden worden gemaakt aan de werkgelegenheid hier te lande. Hieruit bleek, dat op volle medewerking van den minister mag worden gerekend. Naar aanleiding van een ingekomen brief kwam ter sprake de achteruitgang van de werkgelegenheid in het Steenhouwersbedtrijf. De commissie was van oordeel, dat dit niet als een crisisverschijnsel moet worden aan gemerkt. Besloten werd, dat de oommissie zich in verbinding zal Stellen met het Algemeen WatersnoodnOomité en zoo noodig met an dere autoriteiten om te bevorderen, dat hij de herstelling van de geteisterde streken de Nederlandsche nijverheid1 niet noódeloos bij de buitemlandsche zal worden achtergesteld. Tevens zal- met dit comité in overleg wor den getreden om te bevorderen, dat de ge teisterde ondernemingen weer zoo spoedig mogelijk voor de werkgelegenheid dienstbaar kunnen worden gemaakt. Mededeelingen werden gedaan over de 'be moeiingen der commissie met betrekking tot de bevordering- van de uitvoering van enkele openbare werken. Uit de verdere mededeelingen bleek, da' ook nu weer in tal van gevallen door de oom- missie haar bemiddeling werd verleend' 'ter bevordering van het gebruik van Neder landsch fabrikaat. Hierbij bleek, dat enkele gemeenten weer orders in het buitenland hadden geplaatst zonder vooraf met de com missie overleg te hebben gepleegd. De com missie heeft den indruk, dat ware dit overleg Zoo tegen dat een stad het millioen aantal inwoners begint te naderen wordt het tijd voor.... de lange broek. Kan men niet meer toe met de, elk jaar opnieuw inderhaast gekochte confectie-korte-broek- jes, eiken keer een nummertje grooter.... Moet er zorgvuldig met een bekwaam coupeur beraadslaagd worden over den aanmaak van de lange broek, op maat gesneden, die geruimen tijd zal kunnen dienst doen. We zijn nog wel niet aan het millioen, we loopen pas tegen de 800.000, maar zoo heel lang zal 't niet meer duren, ook al krijgt de „statistische" professor Methorst gelijk, die ons voorspelt, dat over enkele jaren de geboorte- en sterfte- curven „elkaar op natuurlijke wijze zullen naderen", wat m. a. w. zeggen wil, dat het zielenaantal een zekere stabiliteit zal gaan vertoonen en de ongekende bevolkings toename van de laatste halve eeuw tot staan zal komen. Want de „trek naar de groote stad" zal, men moge 't al dan niet betreuren, voorloopig niet uit zijn. Men is dus vast begonnen met een eerste „knippatroon" te maken voor de lange broek. Men kan het afgebeeld vinden in het Gemeenteblad van deze week onder het hoofd: „Concept-voordracht Uitbrei dingsplan Groot-Amsterdam". Hoewel nd reeds een lijvig boekdeel, worden echter vooralsnog slechts de hoofdlijnen, zooals B. en W. die zich denken, aangegeven. En er wordt van den Raad dezen keer slechts gevraagd of hij zich principieel met de algemeene strekking kan veree nigen. Dit om te voorkomen dat men op de bureaux van Publieke Werken even tueel bergen werk zou gaan verzetten voor niets. De wet eischt namelijk, alvorens tot een plan van uitbreiding kan worden overgegaan, dat uitvoerige kaarten en grondteekeningen (op groote schaal, met alle kadastrale grenzen, namen en woon- >laatsen van eigenaars van perceelen, enz. enz.), vier weken ter visie worden gelegd op de secretarie voor iederen belangstel- ende. En, begrijpelijkerwijze, wil men dezen enormen arbeid niet gaan beginnen voor dat de Raad, althans in principe, ja" heeft gezegd.... Het plan Groot-Amsterdam dan, zooals iet nu in groote trekken voor ons ligt, spreekt in de allereerste plaats duidelijk uit, dat men het oude Amsterdamsche, stede- jouwkundige schema van ring- en straal- wegen volledig wengcht te handhaven en door te voeren. De straalwegen van het plan liggen voor een gedeelte in het ver engde van de reeds bestaande, zooals de Jacob Catskade, de Clercqstraat, de Kin kerstraat, Ferdinand Bol- en van Wou- straat. Een belangrijke nieuwe ringweg, concentrisch dus met de Ceintuurbaan en de grachten, werd ontworpen aan de binnenzijde van de Ceintuurspoorbaan, waarvoor de dijk reeds halverwege gereed is en die, naar men weet, ook een brug over de Nieuwe Meer vereischt. Al deze wegen zullen een breedte van 5070 Meter moeten hebben. De bestaande ge deelten zullen daartoe verbreed moeten worden en waar dat niet of moeilijk gaat zijn z.g. parallelwegen geprojecteerd. Aan deze breedte-eisch houdt het plan streng de hand; „langs enkele wegen zal," heet het, bij de steeds groeiende stad in de toe komst snelverkeer moeten worden toege laten" en voor dat vervoer zullen dan „hooge banen" op de bedoelde wegen moeten worden aangebracht. Aan de toenemende intensiteit van het verkeer worden in dit verband door B. en W. hartige woorden gewijd en zij geven daaromtrent enkele inderdaad sterk spre kende cijfers ter illustratie. In 1914 bedroeg het aantal auto's voor het geheele Rijk: 4760; in 1919: 6676; en in 1923 was dit getal al tot...: 23232 geklom men I Met de motorfietsen ging het nóg sneller$754 in 1914; en 36648 in 19231 Op welke cijfers dan in de voordracht ook de volgende noodkreet woorden volgen: „Tegen dit enorme ver keer is geen der wegen naar Amsterdam opgewassen of zal op den duur daaraan kunnen voldoen". Over het scheepvaartverkeer der toe komst laten B. en W. zich minder positief uit. Toch meenefi zij dat ook dit zal blijven toenemen (de tonnenmaat is steeds, afgezien van de oorlogsinzinking, stferk stijgend; sedert 1881 verachtvoudigd!), maar met onze nieuwe Coenhaven en de mogelijkheid tot havenuitbreiding in den Grooten IJpolder zullen we ten dezen niet zóo gauw vast loopen. Ook iu verband met de Zuiderzee-droogmaking zal waar schijnlijk het oostelijk havengebied belang rijk worden uitgebeid en alsdan zal het IJ vóór Amsterdam, voor de groote scheep vaart te weinig ruimte bieden. Vandaar dat er een Z.g. rlng-kanaal van de Hem- brug naar Schellingwoude ontworpen werd. Wat de woonwijken betreft achten B. en W. het wenschelijk „verschillende lagen der bevolking in éénzelfde wijk samen te brengen" en werden dus afzon derlijke arbeiderskwartieren, wijken voor den middenstand en één of meer buurten voor de beter „gesitueerden" ontworpen. Ziet hier enkele punten van het nog slechts principieele plan, dat gedachtig aan het beroemde principe van „het lek kerste voor het laatst", eindigt met een aanlokkelijke beschrijving van de plant soenen, speelterreinen en bosschen waar mede we in de toekomst bedacht sullen worden. Dat er In dit opzicht aan ons nog wel wat valt goed te maken kan blijken uit het feit, dat op het oogenblik de oppervlakte van de gezamenlijke parken, plantsoenen en speelvelden komt op 4 vierkante Meter per inwoner 1 We steken in dit begin van het jaar, wél met „groote plannen" van wall Bijna gelijktijdig toch met deze Groot- Amsterdam-voordracht, kwamen B. en W. over de brug met een oatwerp-besluit inzake een „suppletoire" waterleiding. Een tekort aan water doet zich meer en meer gevoelen. Uitbreiding van de be staande duinwater-leiding is, in verband met overeenkomsten met de gemeente Haarlem, op wier terreinen het water ge wonnen wordt, moeilijk zoo niet onmogelijk. Men vraagt daarom thans „in beginsel te besluiten tot het voorbereiden van plannen voor een nieuwe waterleiding." Vroeger, in 1916, hebben we óók al eens een poging gedaan wat ruimer in het water te komen en werd door middel een ingediend voorstel, aanvoer van gefiltreerd rivier water gepropageerd. Dat raakte toen echter van de baan na een feilen strijd tusschen pro- en anti-rivier-watermenschen. Dezen keer gaan B. en W. voorzichtiger te werk. Zóó plompweg met dat rivier-water voor den dag komen willen, of durven zij dezen keer niet. Zij bereiden ons nu met een zacht lijntje voor; schrijven dat het duinwater toch héusch ook niet zoo ideaal is en dat er „andere vindplaatsen zijn aan te duiden, waarvan het water in chemisch opzicht bij het duinwater zeker niet ten achter staat, integendeel het duinwater overtreft." Maar een bepaalde keuze doen zij nog niet; zij vragen alleen verlof „plan nen voor te bereiden". Of zij door middel van dit lijntje van geleidelijkheid den ouden „water-strijd" echter zullen ontloopen moet worden afgewacht. Inmiddels is men dezer dagen met de werkzaamheden voor het nieuwe „Olym pisch Stadion aan den Amstelveenschen weg, derde groote plan 1begonnen Publieke Werken heeft met de grond- ophooging een aanvang gemaakt, de noodige onteigeningsprocedures zijn in vollen gang en in Juli a.s. zullen de eerste heipalen den grond ingaan. i Begin 1927 zal de eigenlijke bouw krachtdadig worden aangepakt. Het is dan wél kort dag, maar de architect Jan Wils en zijn mede werkers zijn vol goeden moed en optimisme en rekenen er op, dat, zelfs al zou het weer tegenwerken, het geheel in Mei 1928 gereed is. Vanaf begin 1927 zullen aan den bouw van deze Olympische stad min stens een 2000 arbeiders te werk worden gesteld. D&n begint dus het groote sport-festijn reeds zijn (voor ons land en onze stad weldadige) gouden schaduw vooruit te werpen Groote plannen die men in de toekomst nog tot vorm, tot gestalte moet zien worden... Groote mannen die al ge stalten van internationale beteekenis zijn en die, in den vreemde, reeds onzen nationalen roem hebben uitgedragen Twee van zulke figuren keerden deze week weer tot ons terug. De eerste Mengelberg, de Amerikaansche lauweren nog versch om de slapen, die voor de rest van het seizota den dirigeerstok in het Concertgebouw uit de handen van den, jubelend „tot weerziens" toegeroepen Pierre Monteux overnam en die Donder dagavond, in het bijzijn van den Prins, zijn eerste uitvoering van dit jaar leidde de tweede: mr. Zimmermann, de oud- Commissaris-generaal voor Oostenrijk, dien men aan een feestmaaltijd in de Industri- eele Club, samenvallend met de viering van het tienjarig bestaan dezer instelling, huldigde. De eenheerscher en leider in het rijk der tonen de ander: heerscher en leider in het rijk der financiën, waarin hij een nieuw stabiel geld-accoord wist aan te slaan op een aanvankelijk geheel ont stemd speeltuig Beiden de hulde van Amsterdam, runst én handelsstad waardig. Begunstiging? f De lange broek. Méér water! Groote pkmaem en groote mannen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5