POPULAIRE RUBRIEK.
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
Zonderlinge lotgevallen
in het Dagelijksch leven
var Zaterdag 20 Februari 1926.
EEN SERIE BABBELPRAATJES OVER DE HOLLANDSCHE SPREEKWOORDEN.
Onze lichaamsdeelen ln het
spreekwoord.
Ben spreekwoord ln beeld.
„Zooals het klokje (huls tikt, tikt
h«t nergens!"
Zweetmiddel.
KOPPERMAANDAG.
Gebruiken uit dien oiudlen ÖJtL
het romantische kind.
Is „romantisch" verkeerd?
B.
ZQn Inkomen.
DE ZELFBEWUSTE.
DE HOLLE KIES.
De wereld wil bedrogen wezen.
DE POSTZEGEL.
Een pechvogel.
i Juttertje
No. 214 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
w* xtx »t. «vt*. AV, AV,jd&Ate.jte.jste.AT/', *tA, itf.j»
je dit hoogst zelden of... de rest komt
wel mee.
Maar met dit gezegde is bedoeld Wie
wel eens lang of ver van huis was.
En „Ver van huis zijn" wordt dan weer
bedoeld in den zin van Ver verwijderd
zijn van zijn geboorteplaats van zijn
land of zijn woonstee.
En zoo vervolgens.
Wij zitten aldus in de gezegden, in de
spreekwijzen vast geroest.
Uit het een volgt het ander.
Doordat we zoo veel van spreekwoorden
gebruik maken, is vanzelf de gewoonte
ontstaan om verschillende dingen en zaken
in de spreekwoorden te betrekken. D.w.z.;
Het als materiaal voor het spreekwoord
te gaan gebruiken.
Eenige voorbeelden zullen dit duidelijk
maken.
Zoo b.v. ons lichaam. Er is zoo goed
als geen deel of geen orgaan van ons
lichaam of het is gebruikt om een toe
passelijk spreekwoord van het bouwen.
En dan niet één keer, maar wel tien
tallen keeren.
Bewijzen. Hier zijn ze.
Ik neem willekeurig de „beenen" en
som een aantal spreekwoorden op waarin
gebruik gemaakt wordt van dit lichaams
deel als vergelijkingsmateriaal.
Het zijn sterke beenen, die de weelde
dragen.
Ezels op twee beenen zijn zoo zeld
zaam niet.
Hij is 's morgens al vroeg op de been.
Wat het hoofd vergeet moeten de
beenen inhalen.
Ik heb nog jonge beenen.
Men moet de beenen uitsteken naar
de lakens lang zijn.
Het is wel aan de kous te zien, dat
het been gebroken is.
Hij ging er van door met de staart
tusschen de beenen.
Hij staat al met z'n eene been fn het graf.
Hij moest al vroeg op eigen beenen staan.
De heele buurt was op de been.
Dat been komt wel weer in 't lid.
'tls 'n heele kunst om op de been te
blijven.
Hij moest z'n beste beentje voorzetten.
Hij doet nog al eens beentje over.
Iemand een beentje lichten.
Het is vel over been, bij die man.
Het is gewoon beenenbrekerswerk.
Zijn beenen sleepen hem na.
Het is hem een geweldig blok aan het
been.
Hij loopt op zijn laatste beenen.
Hij maakte beenen.
II.
Na de inleiding van de vorige week,
zal dm lezer duidelijk geworden zijn, dat
we inderdaad voor het grootste deel bij
ons lagelijksch spraakgebruik in de ge
woonte van „spreekwoorden" verward
geraact zijn.
Mei mag het zich dan al niet zoo altijd
bewuit zijn meer dan drie kwart van
ons tialvermogen, ons taalmateriaal en
onze taai-techniek is opgebouwd uit de
manier van te spreken in „Beelden", in
bepadde gezegden, in korte termen, die
een raeer beduidende strekking hebben.
Dourdat we meermalen hetzelfde beeld
gebriiken, kunnen we ten slotte volstaan
met loc langer hoe minder woorden. Als
we z<ggen „Oost West Thuis best"...
Dan hebben deze vier woorden omdat
ze herhaaldelijk hetzelfde en met dezelfde
bedoeling gebruikt worden voor ons
een even duidelijke beteekenis als een
omhaal van veel woorden, waarmee we
zouden willen zeggen...Kijk je mag
nou in heel de wereld hebben rond ge
keken je mag |alle schoonheden van
de beschaafde samenleving en alle ont-
'oerende dingen in de natuur hebben
gezien, ondergaan beleefd... Je mag
het mooi gevonden hebben zooveel je
wilt... het is ook mooi het Is prachtig
zelfs... maar... ieder, die wel eens voor
langeren tijd zijn neus buiten de deur
gestoken heeft, zal ondervonden hebben,
dat je toch altijd weer een zeker heimwee
ondervindt naar huis en... dat je thuis
toch altijd weer dat vindt, watje nergens
anders vindt... En dusOost West...
Thuis Best.
Oftewel
Nu is het wel eens aardig om de ver
schillende opmerkingen te lanceeren, die
zich bij je opdringen, wanneer je het zoo
over die spreekwoorden hebt.
Want dan blijkt telkens opnieuw en
hoe langer hoe meer, dat de gewoonte
dieper zit, dan we oppervlakkig meenen.
In de eerste plaatsZoo zijn we ge
negen spreekwoorden te bezigen, dat we
er aan een vaak niet genoeg hebben voor
hetzelfde gegeven. Dat blijkt al dadelijk
hierboven. Ik schreef over het spreek
woord „Oost West Thuis Best"... en
zonder erg komt er een tweede bij uit
de pen rollen, dat hetzelfde beteekent.
N.l. „Zooals het klokje thuis tikt, tikt
het nergens".
Zulke voorbeelden zijn er in massa.
Een tweede blijk van verknochtheid
aan het willekeurige spreekwoord gaf ik
ook al ongemerkt. Want ik zei hierboven,
zonder erbij te denken „Ieder, die zijn
neus wel eens buiten de deur gestoken
heeft".
Dat was op zich zelf ook weer een
spreekwoord. Want zulke gezegden worden
in „overdrachtelijken" zin bedoeld. N.1.
niet het eenvoudig buiten de deur steken
van z'n neus, want in werkelijkheid doe
Dit is overigens geen „spreekwoord" in den
gewonen tin des woords, doch ontleend aan Heijer
tikt, tikt se nergens".
En zoo vervolgens.
Deze voorbeelden zijn met verschillenden
te vermeerderen.
Zoo zegt het spraakgebruikIemand
een been uitdraaien. Ofin plat jargon
Iemand 'n poot uitdraaien. D.w.z.
iemand iets afhandig maken.
Daarbij hebben we nog Spillebeenen,
X-beenen, O-beenen, Varkensbeenen.
En welke beteekenis nu verschillende
van deze spreekwijzen hebben, zullen we
nader zien. Carel Br en sa.
Professor: Wat zou u een patiënt
voorschrijven, die ge aan 't transpireeren
wilde hebben
StudentIk geloof, dat ik hem het
best examen zou kunnen laten doen 1
Dit is de eerste Maandag naDrie
koningen; sinds lange tijden bestond de
gewooite om van dezen Maandag een
aoogenaamden „blauwe" dag, dat is een
rust- en speeldag te maken. In Antwerpen,
ea ik meen ook in eenige steden van
ens land, loopen op dien dag de brieven-
bodes, lantaarnopstekers, straatvegers,
nachtwakers en de knechts van slagers,
bakkers, enz. langs de huizen om den
menschen een „zalig Nieuwjaar" te wen-
schen, en in ruil daarvoor iets te ont
vangen.
Vooral voor de typografen (letterzetters
en drukkers) is Koppermaandag in Holland
(althans in de provincie Holland) een
groot feest. Ze brengen dan de mooie
kalenders rond bij de klanten, waarvoor
zij natuurlijk een fooi krijgen. Ik weet
uit goede bron, dat tal van letterzetters
zich beginnen te ergeren aan het ruwe
dezer feestviering, wat eertijds veelal
bestond in zich bedrinken. Van lieverlede
begint men zich hier en daar in groote
plaatsen dezen dag ten nutte te maken
door het organiseeren van tentoonstel
lingen van kalenders en fraai drukwerk,
's Avonds komen de typo's met hun
vrouwen of meisjes bijeen, en brengen
dien onder voordrachten, muzieknummers,
enz. recht prettig doorgewoonlijk wordt
hij besloten met een geanimeerd bal,
waarbij van „zich bedrinken" bijna geen
sprake meer is.
De namen „blijde"-, „zotte"- en „raas"-
maandag, die ook wel aan den kopper
maandag gegeven worden, duiden vol
doende aan, dat die dag weieens boven
mate aan de vreugde werd of wordt gewijd.
Op vele plaatsen vergasten de werk
bazen hun knechts en leerjongens op
worstenbrood en drank, terwijl in vele
herbergen op dien dag „voor niet" getapt
en geschonken wordt. Geen wonder, dat
die dag soms „raas"-maandag wordt
genoemd.
„Klassiek is het gezonde', romantisch
het zieke" zegt Heine, over literatuur
sprekende, en dit kan men evenzeer op
het kind, als op de literatuur toepassen.
Het kind is zichzelf, in den loop der
eeuwen, gelijk gebleven de jongens van
de Grieken vochten evengoed, of even
slecht met elkaar als de jongens van heden,
de bengels uit de dagen van oud Pompeji
schreven scheldwoorden op elkander op
de muren en schuttingen, de jongens uit
de dagen van Brederode scholden den
manken doodgraver uit voor „Auwe
Mankpo" en het kind van heden is, hoe
dan ook de wereld veranderd is, hetzelfde
als het kind uit oude tijden.
Normaal noemen we een kind om
in Heine's terminologie te blijven
„klassiek" als het den gemiddelden
aard heeft van het kind uit alle tijden,
als het een beetje baldadig, een beetje
ongehoorzaam, een beetje slordig, een
beetje zorgeloos enz. is.
Natuurlijk behoeven die eigenschappen
niet allemaal bij hetzelfde kind voor te
komen, liefst niet.
Maar een normaal kind heeft een of
meer van die, zichzelf op den duur, zij
het dan ook met vermaningen en soms
straffen, gewoonlijk corrigeerendè ken
merken.
Een normaal kind is nooit een kind,
dat men een ideaal kind zou kunnen
noemen, ideaal dan voor een opvoeder,
die zou willen, dat het kind een modelkind,
braaf en zoet en ordelijk en overdreven
gehoorzaam en keurig netjes enz. zou zijn
Zoo'n modelkind zou misschien ln een
boek van „den braven Hendrik" een goed
figuur slaan, ln het leven zou het, als het
bestond, een jammerlijken indruk maken.
De puberteits-jaren zijn voor bijna alle
normale kinderen jaren van romantiek,
Het meisje droomt er van een beroemde
zangeres, pianiste te worden of de vrouw
van een dollar of echten koning, de
jongen wil de wereld veroveren, helden
daden doen, beroemd worden, ontdekkin
gen doen, enz.
Zonder eenigen twijfel zet zich in deze
jaren in den geest van den opgroeienden
mensch vaak een grootsch denkbeeld vast,
voorbestemd om later de wetenschap, de
kunst, de wereld vooruit te brengen, en
de Amerikaansche psychologen hebben
terecht gewezen op de belangrijkheid van
deze levensperiode, die ze de tweede ge
boorte noemen.
Van meer belang nog dan ln de kinder
jaren is het in deze jaren, met wie de
kinderen omgaan, welke voorbeelden ze
voor oogen krijgen, wat ze lezen,
Want verwilderende of verkeerde lec
tuur, romannetjes, bioscoopverhalen, kun
nen een noodlottigen invloed uitoefenen
op het verder leven.
Alleen gedreven door de zucht naar
romantiek, ontloopen jongens en meisjes
in die jaren het ouderlijk huis wel eens
voor één of meer dagen. Reden yan on
gerustheid is er gewoonlijk, vooral ten
opzichte van jongens, niet.
Het is overbodig een advertentie in de
krant te zetten Beste Karei, kom terug,
alles is vergeten en vergeven.
Als het veelal weinige geld op is, komt
de jongen heel gauw in verreweg de
meeste gevallen terug.
Blijdschap toonen is dan even onge-
wenscht, als standjes maken.
Het feit, dat het kind terug moest en
mocht is voldoende zalf op de wond, die
het kind zichzelf sloeg, door zielig rond
te moeten dolen en misschien op een
of ander politiebureau te hebben geslapen.
Het maken van bommen, het oprich
ten van werkelijke rooversbenden en het
doen van inbraken door jongens van 14
tot 18 jaar komt voort uit de hier ge
noemde zucht naar romantiek, en Pad-
De spelen, die bijv. in de provincie
Antwerpen op „verloren"maandag worden
gehouden, behooren tot de allerruwste:
bijv. het met den sabel onthoofden van
een levenden haan, of het aftrekken van
den kop eener levende gans. Wie er in
slaagt die is koning, en mag voorzitten
aan het feestmaal, waarvan het doodge
martelde dier den hoofdschotel uitmaakt.
Is het geen wonder, dat werklieden,
die hun waardigheid voelen, ijveren voor
het afschaffen van een feest, waarbij de
drinkdwang en de drinkverleiding zoo
groot zijn en de vreugde zoo ruw is?
Volgens sommige geleerden is de
„kopper"- of „verloren"-maandag een her
innering aan een oud-heidensch feest,
waarop het huwelijk van den zonnegod
werd gevierd. Waarschijnlijk komt het
daar vandaan, dat oudtijds op dien dag
de vrouwen in huis „de baas" waren.
In de Antwerpsche Kempen bestaat
nog een overoud gebruik, waarschijnlijk
ook wel van Germaansch-heidenschen oor
sprong: Een jonge man verkleedt zich
in een zak, waaraan van boven een soort
van monsterkop is gehecht, vervaardigd
van een klomp. Deze kop heeft een soort
van beweegbaren muil, waaruit een lapje
virrierij en sportclubs vormen een voor
treffelijke gelegenheid om die zucht te
laten afreageeren.
Bij kleinere kinderen, jongens en
meisjes van 812 jaar komt ook wel
eens neiging tot romantiek voor, maar
dat is dan een ziekelijk verschijnsel, in
tegenstelling met de puberteits-roman-
tiek, die heei normaal is.
Er zijn kiene kinderen die beheerscht
worden door dt gedachte, dat ze vroeg
zullen sterven, ook zonder dat ze maar
aan de geringste kwaal lijden, andere,
die door piekeren over dingen, waaraan
een normaal kind riet denkt, zich zonder
reden bezorgd maker over de toekomst.
Het is verbazend, welke dingen een
scherp waarnemer in dit opzicht kan
opmerken, en dergelijk» ziekelijke ver
schijnselen, die voorkomtn bij kinderen
met neurotischen aanleg, moeten bestre
den worden door een opvo.ding van ge
matigde nuchterheid veel aangename,
inspannende bezigheid, iets laten „doen",
iets laten maken, openluchtspelen, sport,
geen arbeid die aanleiding geeft ot suffend
nadenken en tot dagdroomen, Jus niet
kousen breien, figuurzagen en dergelijke
dingen, die vrijwel automatisch kunnen
worden verricht
Voor het kind met romantischen aard
is het lezen van romans en opwindende
verhalen, boeken over kinderen die van
huis wegloopen, verhalen over kindeen
die een vondeling blijken te zijn en later
tot hoog aanzien komen, verkeerd.
Het is zelfs de groote vraag, of mei
dergelijke kinderen niet beter kan bezig
houden met fikschen arbeid die lichaam
en intellect in beslag neemt dan met lezen.
Ze zijn veelal nogal fantastisch aange
legd, dwalen onder het lezen nogal ge
makkelijk af en hun gedachten voeren
hen dan naar het gebied van den droom,
waar ze liever niet moesten verkeeren.
Alles wat aanleiding kan geven tot
dweeperij op welk gebied dan ook, moet
streng geweerd worden uit het leven van
het romantische kind en zooveel mogelijk
moet het gebracht worden tot een blijden
levenslust, die het kind van oude tijden
zoowel als het normale kind van heden
in zich heeft.
1
Het doet me plezier je nog eens te
ontmoeten 1 Het gaat je zeker goed. Je
ziet er patent uitl
Och, ik heb een pensioen van f 700.
Zeven honderd verdien ik er bij met leenen
en dan maak ik nog f 700 schulden. Zoo
heb ik dus f 2100 te verteeren en daar
mee kom je als losse jongen zoo
wat wel uit.
(L' Openion)
Portier (tot loopjongen, die den vorigen
dag ontslagen w^rd) ZooKom je
vragen of je terug mag komen
Loopjongen Geen kwestie van 1 Ik wou
maar 's kijken of er nou nog wel zaken
gedaan worden
Ze had kiespijn, hevige kiespijn, maar
liever dan naar den tandarts te gaan, bleei
ze maar steunen en kreunen en met hevige
pijn rondloopen, zoo „griezelig" vond ze
het om haar kies te laten trekken.
Iedereen trachtte haar dat idee van
„griezeligheid" uit het hoofd te praten,
maar dat lukte niet, tot eindelijk haar ver
loofde er in slaagde haar te overreden om
toch door den zuren appel heen te bijten
eenmaal de kies er uit en de pijn was
immers heelemaal weg.
Nou, ze zou het dan maar doen, maar
dan moest hij meegaan.
En met z'n beidjes kwamen zij bij den
tandarts.
„Ziezoo", zei de jonge man, toen ze
binnen waren, „het ergste is nu al geleden,
ga nu maar even zitten en over een minuut
is je kies er uit en alle pijn is weg".
Maar zij krabbelde weer terug„Ik durf
heusch nietl" zei ze.
„Kom nou toch, het doet werkelijk geen
pijn".
„Ja, maar ik ben zoo bang".
„Kom, malle meid, als ik een holle kies
had, dan zou ik me geen oogenblik be
denken, ik liét hem er dadelijk uithalen".
„Dat kan je makkelijk zeggen, als je
er geen hebt, maar dat geloof ik niet".
„Nou, dan zal ik een gezonde tand laten
tekken, alleen om je te bewijzen, dat het
g«en pijn doet".
Hij ging zitten, boog het hoofd achter-
ovtr en de tandarts kwam met een tang
op hem toe
„Houd op 1" riep ze plotseling, „dat wil
ik riet hebben. Maar ik ben toch blij, dat
je htt hebt willen doen. Nu kan. ik ook
nooit meer aan je liefde twijfelen. Sta op,
Karei ik zal mijn kies laten trekken".
Zij aam plaats in den stoel en liet zich,
zonder een gil te geven, den kies trekken.
Toer ze weer buiten waren, zei ze tot
hem:
„Dat was heel dapper van je, ventje,
en als je nu ooit weer tegen me zegt
zooals beu laatst, je weet wel, dat je voor
me zou willen sterven, dan geloof ik je" 1
Op d« avond van hun trouwdag, twee
maander later, legde hij, alvorens in het
bed te stappen, al zijn tanden op het wasch-
tafeltje, re waren allemaal valsch.
A. T.
Voor he Postkantoor stond het vrouwtje,
in haar Inkerhand den brief, in haar
rechterhand een postzegel, dien zij stevig
vastklemde
„En nou mottie regs in 't hoekie ge
plakt wore, het de meheer gezegd,"
mompelde :e en door haar bril tuurde
zij naar hé briefje; want ze moest den
kant hebber waar het adres stond.
„Nou, en zoo is ie recht, zoo kan 'k
et adres lezr". En ze las:
An ncht Mientje Belkamp,
Rosestraat 12,
Den Haag.
Dat had de jongen van beneden nou
toch es pracltig geschreven. Zoo kan zij
't nietl Maar et briefie schreef ze toch
zeivers. Ja, ze was van nette komaf, had
in d'r jeugd tchrijven geleerd, al zat er
wel 'n foutje in. Maar mooi schrijven
kon ze niet. lus schreef de „jonge van
benede" het alres.
De bevende ,-ingers brachten den post
zegel naar de lppen, om nat te maken.
Maar voor het \oover was, liep een straat
jongen tegen har aan. Zij wankelde, liet
den postzegel 1q en die dwarrelde omlaag
op straat..
„Uilskuike", sthlmpte het oudje.
„Kon 't niet lellepe juf. Die andere
rood laken als tong hangteen stuk gei-
tenvel verbeeldt den baard, een paar gaten
de oogen; een paar vlaggen op stokken
de horenshet geheel stelt dus een soort
duivel of satan voor. Deze vermomde heet
dan „Hans Knap" en wordt als een beer
aan een touw rondgeleid door twee of
drie zwartgemaakte personen. Dan gaat het
van deur tot deur, onder het zingen van
Hans Knap, Hans Knap,
Nen (eenen) cent of een duitje,
Om Henskens baard af te doen.
Hij is in geen honderd jaar meer afgedaan,
Zie eens hoeveel grijze fyaarkens hij heeft I
Hans Knap, Hans Knapt
Daarna begint Hans te dansen als een
razende en roepen de anderen: ,;Hou,
Hansl Hou, Hansl"
Telkens als de geleiders zingen„Knap 1
Knapl Knapl" kleppert Hans met zijn
houten mujl. Dan heet het: „Hans, bid
den 1" en het monster opent den muil en
neemt een smeekende houding aan.
Gewoonlijk worden Hans centen, worsten
of varkenspooten in den muil gelegd,
waarna een der geleiders hem bij den kop
vat en zegt: „Hansl spuw uitl" Hans
laat dan de geschenken in de banden der
geleiders vallen.
Men ziet, alles aan dit feest is ruw en
onbehouwen. Terwijl Paschen, Pink
steren, Sint Jan, Kerstfeest en andere, ook
in hun christelijke gedaante de herinnering
hebben bewaard Van de lichte, mooie zijde
van het Heidencbm, is zulk een gebruik
als dat van Ham Krap stellig een over
blijfsel van het Juistere, woeste en ver-
Schrikkelijke, dat het Heidendom soms
eigen was. En teiwijl ket lichte en blijde
maar moet blijver leven, moet het woeste
en duistere liever worden afgeschaft.
Merkwaardig vind ik ket, dat ook op
Java zoo'n soort ,Hans Kaap" rondgaat,
maar dan natuurljk ondei een anderen
naam. Ook daar zit een mai in een zak,
die van boven uitbopt in e©i verschrik-
kelijken monsterkop iets vin een kro
kodil en van een rogelbekdiei heeft die
kop. Ook daar wordt met den hoiten muil
geklepperd en maakt het monste- allerlei
gebaren op last zijner geleiders. -- Of er
verband bestaat tugschen den Artwerp-
schen Hans Knap en den Javaamchen
„Barongan" weet ik nietmaar de «ver-
eenkomst is treffend 1
Van „Barong" ■- pop. Barongan bj.
duidt eigenlijk poppenspel, maar de naan
is overgebracht op het monster-self.