I!
Swr - fcijrSitieSÖBei
r
re?
pseudo-hoogepriester, die moest doen alsof
hij zich doorstak, doch daarbij het ongeluk
had uit te glijden, zoodat hij zich inder
daad een diepe snijwond in den buik
toebracht. Het doek viel daarop, als naar
gewoonte en de toeschouwers, die niet
vermoedden, wat er was gebeurd, gaven
door daverende toejuichingen van hun
tevredenheid blijk terwijl daar achter
het gordijn de tooneelhelpers den bloe
denden en flauwgevallen acteur de eerste
hulp verleenden.
LIEDJE VAN DE WEEK.
NIET MOPPEREN.
Er zijn vele menschen, die
Nooit tevreden zijn.
Niets boven zich verdragen, als
Ze zelf beneden zijn.
Gaat het niet volmaakt hun
Voor den wind.
Dan mokken ze en doen ze norsch
Als een kind.
Ze denken niet er aan, hoe of
Hun buurman 't maakt.'
En dat ook 'n ander wel van zorg
Soms zuchten slaakt.
En, daar hun onbekend is,
De vreugd van 't geven.
Gelooven zij zich zelf tekort,
Gedaan in 't leven.
Wat zou 't leven prettig zijn,
Als nu en dan
Elk dacht, dat ook 'n ander leed
Gebeuren kan.
Hielden zij hun oog en hart
Wijd open.
Hun ontevredenheid ging
Heel gauw loopen.
Complimenteus.
Een jonge zangeres en een beroemd
componist voerden een gesprek.
Zeg mij eens, waarde maestro,
zeide zij, wat zou u kiezen als u voor
de keus werd gesteld: blind of doof?
Doof zou ik willen zijn als ik naar u
keek, en blind als ik u hoorde zingen!
BABBELUURTJE OVER MODE.
„Complets" voor het voorjaar.
Daar het voor een échte „voorjaarsbe-
sporeking" nog wiel wat vroeg is, komt een
„voorloopige" nu wel' vast in aanmerking.
(Eigenlijk is het nog zoo ikil en triest,
d'at uien zich nog maar al te ieifcker voelt
in1 z"n dikke wintermantel of bontjas.
Maar af en toe komt het zonnetje ons toch
een beetje vriendelijkheid brengen en ver
warmen.
Dat zijn de imolraenten dat we met een
Mein hartkloppinkje denken: „ja nu
moet ik weer zoetjes aan. op het voorjaar
gaan rekenen met m'n kleeding". Dan
hebben we heimelijk hoop op de tien zo-
mersdhe dagen in Maart.
We worden gedreven naar onze meer
luchtige garderobe en zien met zorg na
wat ons nog wel en wat ons niet meer van
dienst kan1 ztjii. Gelukkige sterveling© die
dan nog een keurig mantelpak of robe-
manteau Maar heeft hangen. En.even
gelukkige sterveling© die tot de ontdek
king komt, dat een nieuw oostuumpje wel
erg op zfa plaats zou zijn. W ant, nietwaar,
't blijft toch altijd heerlijk iets nieuws te
krijgen....
Voer hen nu die aan een nieuw „pakje
moeten „geloovenf' zijn dan ook alléén
deze bijgaande modelletjes bedoeld. Min
stens kunnen zij aan een idee helpen.
gebrachte plooienwijdte een modern ef
fect, terwijl de lijn toch Blank blijft.
van de waardigheid en de schoonheid van
het vrouwenleven en moederschap te heb
ben. Sommige hebben te veel onafhanke
lijkheid, maar vele meisjes gebruiken
haar vrijheid goed. Zij betreurt het even
wel, dat er niet meer meisjes zijn, die be
hoefte hebben, iets voor anderen te doen.
Niettemin zijn vele moderne meisjes, „very
splendid and very fine". Nooit is er een
tijd geweest, waarin het gemiddelde meis
je gezonder en meer vrij was van .„zenu
wen" en gedrukte stemming, die in ver
vlogen jaren zooveel leed berokkenden,
dan thans.
Pech.
Ik ben in zaken niet gelukkig,
verzuchtte de eene boef tot den anderen.
Nu ben ik drie maanden druk bezig ge
weest in het namaken van de handteeke-
kening van den rijken bankier Z. De ke
rel heeft een verduivelde poot en eindelijk
ben ik er in geslaagd die behoorlijk
na te maken zou ik dus van mijn
werk kunnen gaan profiteeren en1
daar hoor ik dat hij failliet is en heb ik
dus mijn kostbaren tijd verloren.
OORZIEKTE EN LASTIGE
HUMEURTJES. -
Meer en meer weet de moderne weten
schap voor alle psychische verschijnselen
een psychische oorzaak te vinden. Zoo
bestaat er bijvoorbeeld een lijnrecht ver
band tusschen iemands lastige humeur
en de oorziekte, waaraan hij lijdt. Een
specialiteit in oorziekten weet daarvan
interessante dingen te vertellen. Hij
behandelde 50 menscben met een oor-
catarrh en 100 gevallen van etterende
oorontsteking.
Dertien van de 50 oorcatarrh-lijders
ondervonden de nadeelen van hun kwaal
ook in hun humeur. Bij de oorontstekingen
is het percentage zelfs 35. Merkwaardig
is, dat de verhoogde prikkelbaarheid toe-
en afneemt met den graad der ziekteen
tenslotte met de genezing totaal ver
dwenen is. Een sprekend geval is dat
van een 8-jarigen jongen, die herhaal
delijk aan etterende oorontstekingen ge
leden had, zonder dat daarbij een enkel
merkwaardig verschijnsel was opgetreden.
Bij een herhaling van de ontsteking
zonder heviger pijnen openbaarde ziel)
den geheelen dag bij den steeds goed-
hartigen, goedmoedigen en gewilligen
knaap opwinding, die tenstotte in een
aanval van woede overging. Het kind
was weerspannig, liep onrustig heen en
weer en begon met voorwerpen te gooien
en om zich heen te slaan. Na een half
uur kalmeerde hij. Een tweede aanval
had plaats in de school, waar hij de
onderwijzers beet en krabde. Zulke aan
vallen kwamen iedere week eenmaal.
Toen zich ook bij het tweede oor een
ontsteking openbaarde, herhaalden de
aanvallen zieh verscheidene dagen ach
ter elkaar. Ook tegenover zijn school
vriendjes was de jongen hoogst prikkel
baar en vechtlustig. Toen de oorziekte
genezen was, was hij weer normaal.
Een tweede geval is een meisje, dat
op haar tweede jaar voor een oorziekte
geopereerd was. Toen ze tien jaar was,
klaagde ze plotseling over slaapzuchten
raakte in een bewusteloozen toestand.
Bij onderzoek bleek, dat beide ooren met
etterige massa's gevuld waren. Tijdens
den nacht week de bewusteloosheid en
sliep het kind tot den morgen rustig
door. Toen werd het plotseling zeer on
rustig, ijlde, schreeuwde, floot, lachte,
wierp de dekens van zich af, probeerde
uit het bed te springen en kon slechts
met de grootste moeite worden tegen
gehouden. De verschijnselen werden in
de volgende dagen erger. Het kind zag
allerlei gestalten, weigerde te eten en
kon niet slapen. Toen na een week de
etterige massa's uit het oor waren ver
dwenen, verdween ook de nerveuse toe
stand. Merkwaardigerwijs had het kind
niet meer de minste herinnering aan
het gebeurde.
Ook andere onderzoekers hebben ver
band tusschen oorziekte en zielsziekten
kunnen constateeren. Zoo is eens een
geval beschreven, waarin gelijktijdig met
een etterende oorontsteking vervolgings
waanzin optrad.
Schuldgevoel.
'Bovenstaand complet is vervaardigd uit
lindenibloesem-kteurige travènstof met de
zelfde crêpe de dhine voor de Japon. De
japon kan natuurlijk ook van dezelfde Btof
gemaakt De mantel heeft een bijzonder
jeugdig aanzien. Waarschijnlijk: is dit wel
in hoofdzaak te wijten aan de fleurige
jabot van slappe organdie. De in klok-
vomn gesneden volant imet zacht licht bont
afgezet helpt echter ook een handje mee.
De japon, welke erbij gedragen wordt
is niet minder jeugdig van vorm. Het is
een zeer simpel model en heeft haar
voornaamste garneering in de gepasseer
de haan van voren. De zigzag-lijn, die hier
doorheen 'loopt is gegaufreerd, wat te ge-
lijlkertijid1 met het püsseeren gedaan wordt
Het volgende ensemble is gemaakt van
zwarte ottoman-zijde. Kraag en manchet
ten op den mantel, plus het 'bovendeel der
japon is van fijne witte ottoman-zijde.
Ook dit model is vlot van opvatting.
De mantel heeft een gracieuse snit en
kleedt vrijwel iedere figuur. De lijn is
slank, maar door de rondom ingezette
plooien heeft hij een volkomen modern
effect Precies hetzelfde is het geval met
de japon. Ook deze heeft dank zij de in»
Ook dit oompiet mag er zijn. Het is
wel erg bewerkelijk, maar ziet u dan eens
welk een elegant resultaat Dit toilet is
evenals het vorige ook uit twee stoffen
gemaakt, n.L van z^prt zijden1 marocain
met vleux-rose marooaln. Het (borduur
werk en boor-biesjes zijn evenzoo ip deze
rosé tint. De mantel welke van de zwarte
stof is, wordt met de rosé zijde gevoerd'.
Deze rosé zijde komt aan den zooimkant
van den mantel nog ongeveer 20 c.M. aan
den' rechten kant te zien en wordt dan
met rose borduurwerk op den zwarten
mantel bevestigd1. De jiapon heeft het
bovendeel van vieux-rose zijde en het
rokje van zwart. Dit rokje heeft 4 geplis-
seerde baantjes en is verder met rose ge
borduurd en gebiesd. Kwast en lint zijn
zwart.
HET MODERNE ENGELSCHE
MEISJE.
Naar aanleiding van een in Engelsche
medische en paedagogische kringen ge
houden voordracht door een arts over
„het voorkomen van nerveuze aandoenin
gen bij de jeugd" heeft het Londensche
dagblad, de „Daily Telegraph", het oor
deel van een aantal deskundigen over het
tegenwoordige meisje gevraagd.
Sir William Arbuthnot Lane gaf te ken
nen, dat de Machten oorlogsnaweeSn zijn,
die oorlog heeft de ongelijkheid in 't optre
den der sexen verscherpt en wanneer de
balans der verhoudingen weer in even
wicht zal zijn, dan zal het meisje wel be
scheidener worden en de Machten zullen
gaandeweg verminderen. Na de Napoleon
tische oorlogen ontstonden soortgelijke
Machten als thans en na iederen grooten
oorlog. „Als er minder mannen zijn, dan
trachten de vrouwen zich aantrekkelijker
te maken. Het is gelukMg, dat dit zoo is;
zoo tracht de natuur zich te handhaven.
Een zeer bekend specialist is het in
hoofdzaak eens met dr. Russell, (die be
doelde lezing hield). De opwinding die om
het meisje heen is, brengt een neurotisch
type voort, dat hoogst gevaarlijk is voor
de volgende generatie. Een groot kwaad
is, dat dergelijke meisjes waarschijnlijk
geen toegewijdemoeder zullen worden
Niemand kan de plaats van een goede
moeder innemen. De meeste mannen, die
groote dingen voor de wereld gedaan heb
ben, hadden bewonderenswaardige moe
ders, van welke zij misschien bekwaam
heid hebben geërfd, maar en dat is van
veel meer belang van welke zij het
voordeel van een verstandige opvoeding
hebben genoten.... Alles bij elkaar ge
nomen is het leven een ernstige zaak en
men mag waarschijnlijk niet zeggen, dat
deze meisjes van haar leven maken, wat
er van te maken ls. Zelfs haar genoegêns
zijn niet van de goede soort, .want de meis
jes dwalen telkens verder af van de na
tuur.
De veel vernomen klaoht over de te
dunne en te korte Meeding kan deze spe
cialist niet onderschrijven. Hij zegt dat
misschien de tegenwoordige Meedwijze,
de betere ventilatie der huid, de afschaf
fing van het oorset, het meer leven in de
open lucht er toe meewerken, maar vast
staat in elk geval dat bloedarmoede, die
tien jaar geleden vrijwel algemeen was,
thans niet meer bestaat Aan de Meeding
moet men, zegt de specialist, niet te veel
aandacht schenken en hij prijst het mo
derne meisje, dat geen ballast om haar
hals draagt, gelukMg.
Dr. Marton Phillips, hoofdambtenares
van de Labóur Party, neemt aan, dat er
meer alcohol-drinkende en laat naar bed
gaande meisjes zijn, dan gewenscht is. In
haar pogingen om krachtiger middelen
te gebruiken teneinde den man te beha
gen, hebben dezen den afstand tusschen
zichzelf en „koristen" verkleind, wetende,
dat die koormeisjes in trek zijn De meis
jes uit alle standen zijn in tweestrijd tus-
sohen het oude ideaal van zelfbescher
ming der vrouw en het uitleven van eigen
leven. Ze hebben het evenwicht nog niet
gevonden en enkelen worden wild. Zij, die
geen ernstige bezigheid hebben, worden
wilder dan de anderen. Sommigen drin
ken en dansen, anderen doen een sport-
roes op.
Mevrouw Beatrix Hudson Lyall, pres.
van de Londensche Vereeniging van moe
ders, noemt het onredelijk, alle moderne
Engelsche meisjes te veroordeelen, omdat
een1 kleine 'groep niet deugt. Niettemin is
ze van oordeel, dat die kleine groep veel
kwaad doet, daar die toont, weinig begrip
Door dien aard der werkzaam"
heden.
De redacteur van een weekblad kwam
de zetterij in loopen en zag dat de tranen
over de wangen van een der zetters big
gelden.
Maar man, vroeg hij vriendelijk,
waarom sta je hier zoo te grienen?
Da's waarlijk geen wonder meneer,
was het onverwachte antwoord. Ik heb
zooveel uien te verwerken 1
Manleren.
Mevrouw had verschillende meisjes ge
had. Stadsche nufjes met hooge hakjes en
keurige witte schortjes en bijpassende
eischen. Boerinnetjes, lomp en verlegen,
met stijve houterige kleeren, gewüiig maar
nog niet gansch bruikbaar. Ze dacht aan
de laatste de voorkeur te moeten geven
en had er niet tegen op gezien een
Drentsch meisje uit de veenstreken in
huls te nemen.
Ze was druk bezig het meisje te „culti-
veeren" en ze had werkelijk inspannenden
arbeid verricht Ze dacht het al voor epn
goed deel gewonnen te hebben en zichzelf
te kunnen feliciteeren met een vertrouw
de hulpkracht, totdat ze het bevel gaf:
Lammetje, 't ls 6 uur. Roep de kinderen
even van boven, want het ls tijd dat ze ko
men dineeren.
Lammetje zette haar handen voor den
mond, ging onder aan de trap staan en
schreeuwde: Jongens, moeder zegt 't is
tied om te gaan vretten.
Toen zuchtte mevrouw en begreep dat
ze gedwongen zou zijn het op te geven.
De vrouw met ervaring.
Meneer: Loopt het in dien nieuwen ro
man nog al gelukkig af?
Mevrouw: Nu, daar wordt niets van
gezegd. D'r staat alleen maar, dat zjj
trouwden.
Tegen-prestatie.
Buurvrouw: Och, leen me je pan even
om vteesch te bradleÊt Dan mag jij mor
gen je vleesch of worst wel in mijn soep
koken.
Verwantschap.
B: Dat zal waar zijn. Hij trouwde met
het meisje, waarmede ik vroeger verloofd
was.
Boerentrots.
Een blunder.
Duister vermoeden.
VOOR DE KINDEREN.
DE DENK-KABOUTER.
Tommy wias zeer moe, zóó moe. Het was
zoo •warm en Tom had zoo'n zin om naar
ibudten te 'gaan en nu moest hJJ juist zes
akelige sommen maken, Je weet wed van
die cyter-soanimen. O, hij wou, dat hij er
maar dadelijk aan 'begonnen was, inplaats
van eerst met Jo mee te gaan kijken naar
de zes pas geboren lammertjes. Wat wa
ren ze schattig en wat stonden ze grappig
houterig op hum pootjes. Waar was hij
ook weer gebleven. O, ja, driemaal zes
lammetjes, edk van.
„Appels", riep een schel stemmetje.
„Appels, geen lammetjes van vijf oenl
Ha, ha!" Tommy keek verschrikt om en
en zag op de leuning van zijn istoed een
grappig klein kereltje zitten met een ero-
stig igezichijei, waarin een paar heldere,
bruine oogjes straalden!.
„Appels zijln het," herhaalde het ventje
een' ibeetjte boos. „Waarom kun jullie
Meine domooren' me zelfs op zoo'n war
men dag als vandaag niet met rust laten".
„Mjjin naam1 is Knedl" antwoordde de
kabouter. „En waarom ik zoo ernstig
kijk. Wel, heb je nog nooit van Iemand
hooren zeggen, dat hij ernstig studeert of
dat hij met ernst aam de studie is? Ha,
ha! Ek ben de ernstige studie, want ik
■ben de kabouter van de Denkmuts: ik help
luie en domme kinderen bij het leeren; bij
sommen of aardrijkskunde of iets an
ders I"
„O," zei Tonny. „Maar hoe zei u ook
weer, dat u heette?"
„Kned," antwoordde de kabouter. Ais
Je dat een' beetje meer deed zou je al
Maar wezen met Je sommen 1"
„Kned, K-n-e-d," spelde Tonny. „Wat
een malle naam. Die heb ik nog nooit ge
hoord. Komt u soms uit een vreemd
land?"
De kabouter schaterde plotseling van
het 'lachen en Tohmy keek even verlegen,
maar riep toen uit: „Ik begrijp het ai
Het is D-e-n-k. Denk, juist omgekeerd I"
Juist, gevonden," zei de kabouter. „De
wu dat Jullie dat wat meer deden. Eens
rustig gaan zitten en ernstig denken.
Dan ben Je veel gauwer Maar met je werk
en dan zou Je niet zoo vaak op school je
onderwijzeres ergeren."
De kabouter Denk gaf Tonny nu een
klein bruin mutsje en zei: „Als je nu weer
eens moeite hebt met Je huiswerk, neem
dan dit mutsje, draai het drie keer rond
boven je hoofd en zeg daarbij drie keer
„Denk*Dan kom ik jo helpen/*
oor Tonny hem nog had kunnen be
danken, waa „Denk" verdwenen.
„Tonny, Tonny, zit niet zoo te droo-
men! riep opeens moeders stem.„Hè, wat
een grappig bruin blaadje ligt daar Net
een mutsje."
Maar Tonny wist wei 'beter. Het was het
pentomutsje en geen blaadje en het kwam
hem nog heel vaak te paa
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
L Wie een kuil graaft voor een ander
valt er zelf in.
regen, olifant, tafel, Naarden, treiD,
vork, wekker, uil, degen, Zaan, wiel, dak,
II. M e r I n o s
e e n r u ra of Eemnes
ratel
Inkt
nek
o s
s
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van
B. B.; G. en O. B.; C. en P. B.; H. B.;
M- en S. B.; J. B.; C. B.; K. en M. B.;
°A" en J- D" G-en A- D-; °- A- en
M. A. D.; A. E.; M. F.; A. v. G.; P. S.
E. G.; R. en G. G.; O. de H.; J. HT
W. K.; J. K.; G. K.; A. K.; A. K.; D. G.;
W. G. K.; O. en M. M.; D. N.; F. G. v. P
W. P.; O. P.; M. v. T.; G. T. O. en R. T.-
P. V.; R. de V.; G. VW. W.; G. W.
De prijzen zijn te deel gevallen aan
Bets Bakker, Binnenhaven 6.
Cor Boer, Van Galenstraat 43.
Coen en Piet Bot, Binnenhaven 9a.
Annie Eijlders, Hoogstraat 11.
P. S. E. Gal jé, Jonkerstraat 53.
Johan Heijlman, Molengracht 37.
Creta Kmonstuiver, Molengracht 14.
O. Roosendaal, Nieuwstraat 11.
W. Willemse, Nieuwstraat 43.
Grie Warnar, Molengracht 84.
Nieuwe raadsels.
I.
X Op de staande en
X liggende kruis-
X jeslijn komt de
X naam van een
X visschersplaats
XXXXXXXXXXX in ons land.
X Opdenlenregel
X een medeklinker;
X op den 2en een
X boom-naam; op
X den 3en een deel
van het jaar; op den 4en een zangvogel-
op dea 5en een stad in Zuid Holland-
op den 6en het gevraagde woord; op den
7en een dorp bij Rotterdam; op den 8en
een voorwerp, dat bij het schoonmaken
gebruikt wordt; op den 9en een natuur
verschijnsel; op den lOen een hoofddeksel-
op den Hen een medeklinker.
tt tt J"?"- door °- de Haan.
II. Het geheel is een spreekwoord van
9 woorden of 88 letters.
1, 4, 12, 14, 7, 16, 17 is een land in
Europa.
21, 20, 28, 28, 18, 6 is een landbouw
werktuig.
13, 11, 22, 32 is een lichaamsdeel.
5, 26, 26, 88 is een soort voertuiit
15, 2, 8, 23, 30 is het werk van een
banklooper.
dier 6011 v'ervoe^8
81, 24 is een voorzetsel.
Ingez. door O. en R. Tichelaar.
A. T.
Grootma, mag ik dat stukje chocola,
dat u achter op de tafel heeft liggen?
Zeker, kindje.
(Het meisje blijft rustig zitten).
Na een oogenblik vraagt de grootmoeder:
Nu, moetje het dan niet gaan halen?
Neen grootma, ik'heb het al opl
KlantGeef mij een nieuwen hoed,
maar geef mij er asjeblieft een, waar
mede ik er niet zoo dom uitzie als met
den dop, dien ik nu op heb.
Corry Brens.
A: Is hij niet op de een of andere wijze
door het huwelijk aan je verwant?
Heer: (op een koopje azend) Wat
kost die porceleinea buste van Lodewijk
XVI? Ik bedoel die met het opgelijmde
hoofd.
Handelaar: Vijftig gulden, meneerI
Heer; Wat, vijftig gulden vooreen
gebroken beeld?
Handelaar: Gebroken? Maar dit is
toch heelemaal de historie getrouw I Lode
wijk XVI werd immers onthoofd.
Conducteur: Haast je wat, manl
Daar komt de laatste trein all
Haasten 1 Haasten! Ja, ik zal me
haasten. Al kwamen er nou drie laatste
treinen, dan liep ik nog niet harder I
Een door bezigheden overkropte redac
teur had ten besluite van zijn dagtaak
nog „eenige vriendelijke voorden" te
schrijven over een pas verschenen werk.
Het droeg tot titel„Over het mond- en
klauwzeer van het rundvee".
Half slapende schreef hij de recensie
en hij was zeer dankbaar, dat hij zich
eindelijk ter ruste kon begeven.
Hoe verwonderd keek hij echter op,
toen hij den volgenden ochtend in zijn
eigen blad, als slot van zijn kritiek, de
met zijn eigen naam onderteekende
woorden gedrukt zag staan„Dit voor
treffelijk boek mag in geen enkel be
schaafd gezin ontbreken I"
MijnheerBah 1 Wat smaakt dat spek
afschuwelijkl
Mevrouw: Marie, wat heb je met
dat spek gedaan, dat we apart hebben
gezet om de ratten te vergeven?
„Maar wie is u eigenlijk," vroeg Tonny
wataarzelend. „Is u heuseh een echte ka
bouter en waarom kijkt u zoo ernstig?"