BAGDAD-
Jb. HARJER ZOON.
&S JSSSf TSSUBSt L
SÏÏ&fiS3' 5MSSS
vanaf f 5.75 per paar.
Schitterende Keurcolleclie
-tóii'ïawssaïyyni
Einde der Liquidatie van de N, O. T.
2de Nederdlandsche Esperanto-congres.
Chaos bfj den Baad van Arbeid
te Maastricht
Reeda eerder zijn hier malversaties ge
pleegd en beambten ontalagen. De politie
vaad as toen niet in gemengd. (TeL)
Het verblijf ln de tropen van het militaire
personeel der zeemacht
Nb de 45»te verantwoording is bij de al
gemeene vereenlgde commissie ter leni-
gin van rampen door watersnood in Ne
derland in totaal ingekomen 8.742.614.
l„ verschillende dessins,
op witte en donkere achtergrond.
N.V. Behanger!! en Stoffeerderlj
Het legerbestuur heeft het volgende -tele
gram van kapitein Van Eek d.d. 20 dezer
ontvangen:
Bij een gezamenlijke actie van alle troepen
onder leiding van kapitein Snell zijn te
Kroeëng Batoe dertien kwaad-willigen ge
sneuveld, waaronder Teunkoe M-auloed, de
hoofdaanlegger van den jongsten overval.
Negen karabijnen zijn teruggevonden.
Onzerzijds is gesneuveld de Europeesche
sergeant Sleeuwaegen; zwaar gewond zijn
twee maréchaussées; licht gewond werd de
Europeesche sergeant Marx.
Moedwillige brandstichting.
De directeur van de Handel Mij-. Correljé
Co. en zijn boekhouder zijn gevank- lijk
uit Menado te Makassar aangebracht, ver
dacht van moedwillige brandstichting. De
directeur, B., ontkent; de boekhouder legde
een volledige bekentenis af.
8T AATSBEGROOTTN G 1926.
Hoofdstuk VI (Marine).
Hoofdstuk X (Arbeid, H. en N.).
Overwerkvergnnnlngen.
Ds minister acht den toestand onzer in-
duatrls nog steeds zorgwekkend. 2s is re
Wettelijke arbeidstijd.
Vacantleweek.
Premies invaliditeitsverzekering.
Vaocinatlebeperking.
Het vraagstuk der vaocinatlebeperking
ligt voor het Nederlandsche volk meer in
de zone van de politieke tegenstellingen
dan in die van de neutraliteit. In overeen
stemming met de lijnen, die het tegen
woordig Kabinet zich voor zijn arbeid
heeft getrokken, meent de minister zich
van besohouwingen dienaangaande te
moeten onthouden.
Hanrcommlssiewet en Huur-
opzegglngswet
Verschenen is het rapport van (ie Staats
commissie, ingesteld bij K. B. van 24 Ja
nuari 1922 (Vlootcommissie), houdende be
schouwingen en conciu9iën over de plannen
tot reorganisatie van het beheer der marine.
De commissie stelt voorop, dat het feit,
dat het grootste deel der vloot bestemd' is
voor Ned. O.-Indië, terwijl het veel kleinere
deel in Nederland aanwez.g is, er toe nooc-
zaakt maatregelen te 'treffen, die een meer
economisch gebruik van personen en mate
rieel mogelijk maken. Het huidige steise
van personeelsvoorziening van de vloot n
Oost-Indië moet leiden tot een overcomplet
.n Nederland, dat geen volwaardige diensten
presteert en daarbij duur ls. Bovendien
heeft de bestaande regeling tot gevolg, dat
een ruimer gebruik van dienstplichtigen en
.«serve-personeel wordt belemmerd.
De comm.ssle 1» met de regeering van
oordeel, dat een organisatie, az de thans
bestaande, wijziging behoeft. Zij' verschilt
echter met haar van meening inzake ce
wijze waarop in deze een betere regeling
ware te .verkrijgen.
1Dè bezwaren welke de commiBSie tegen
een splitsing der marine heeft, betreffen in
het bijzonder de volgende punten:
a. het behoud der staatsmarine uit natio
naal en staatsrechtelijk oogpunt;
b. het vlagvertoon;
c. de personeelsvoorziening,
ad a. De commissie kan zich met het denk
beeld: „een* marine voor Nederland in Euro
pa en een marine voor de belangen in Indië,
die zou gebracht worden onder den minister
van Koloniën", niet vereenigen'.
De verdediging van Nederlandsch-Inddë is
niet uitsluitend eene Indische, doch eene
nationale zaak, en de commissie kan dan ook
niet instemmen met de uitspraak in de me
morie van Toelichting „dat de verantwoor
delijkheid voor de verdediging van Neder-
landsch-Indië in haar geheel moet berusten
bij den Minister van Koloniën".
Het geldt hier een staatsbelang van de
eerste orde en geen zaak van uitsluitend
koloniaal beleid.
Nederland heeft tegenover Indië plichten
te vervullen, waartoe in de eerste plaat» be
hoort bescherming der Koloniën.
De commissie is van meening, dat- de ver
dediging van deelen van het Rijk steeds de
taak is van het Rijk als geheel, niet eene
zaak, die door het bedreigde deel op zichzelf
moet worden geregeld. Hieruit volgt, dat de
verdediging van Indië eene zaak is van de
marine van den Staat.
De Commissie meent, dat het alleen bij
het bestaan van ééne Nederlandsche macht
mogelijk kan' zijn, om de indeeling van de
weermacht ter zee pp eem gegeven oogenblik
te wijzigen en deze te bepalen, al naar ge
lang de omstandigheden het meest ge
wenscht zullen maken.
De Memorie van Antwoord moge zeggen,
dat er ééne Koninklijke marine zal blijven,
doch de praktijk zal anders uitwijzen.
Maar bovendien zal, naar het gevoelen1 der
Commissie, bjj een dergelijke Koninklijke
marine, die in twee afzonderlijke marines
verdeeld is, de saftmhoorigheid ontbreken en
zal de samenwerking der verschillende on
derdeelen ais het er op aankomt, niet verze
kerd zijn.
Op dezen grond blijft ééne onverdeelde
marine onder één leiding noodzakelijk.
Ad b. De Commissie is overtuigd', dat voor
Nederland het vlagvertoon niet van belang
ontbloot is; uit dit oogpunt beschouwd vormt
de marine een vredeslnatituut; vlagvertoon
is een deel der vredestaak. De Regeering
moet daartoe over één of meer schepen kun
nen beschikken en voor dat doel niet afhan
kelijk zijn van de Indische Regeering. Bo
vendien zoud ener groote bezwaren ver
bonden zijn aan het op korten termijn uil
Indië uitzenden van een schip met Euro
peesche bemanning, waartoe het noodig zou
zijn om van de overige schepen een deel der
Europeesche bemanning weg te nemen, ten
nadee'e van den dienst en van de gevechts
vaardigheid.
Het uitzenden voor vlagvertoon van een
9Chip, dat ten deele een inlandsche beman
ning heeft, zou in de meeste gevallen niet
gewenscht zijn.
Het denkbeeld om het noodzakelijk vlag
vertoon te doen geschieden door de kolo
niale vloot kan er niet toe bijdragen het aan
zien van Nederland te verhoogen.
Ad c. De vraag, die alles beheerscht, ls
deze: „Kan het personeel op een go-v'en
grondslag gesplitst worden?"
Hierop een antwoord te geven ls uiterst
moeilijk omdat de uitvoerbaarheid afhanrt
van vele factoren, waaromtrent men te voren
niets met zekerheid zal kunnen zeggen
voor rM.SSStmm
ïtofsïvS&a™ hKR Mn
ringstermljin ;n Öost-Indië weder van twee
op drie jaar te brengen en daarnaast de ge-
tefMtea to l»™ tot vrijwinigi vis'.
soneel ln Nederland
moet zijn.
voor elke categorie
vorderen wlf JuK ^^teanent zouden
oïïaïï®fhl1nt n'let 'offisch om het
slno- utaii. aanRewezen is om d!i© cplit-
moedig treden we de betere periode voor
Waalenburg tegemoet.
Een der ingelanden meende door op
zijn molentje de driekleur te planten,
uiting te moeten geven aan zijn vreugd,
nu de bemaling „er door" ia.
In de Zaterdag gehouden algemeene
vergadering van aandeelhouders der Ne-
derlandsche Overzee Trust Mij., waarin de
eindrekening der liquidatie aan de aan
deelhouders werd aangeboden, is deze
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Besloten werd, in overeenstemming nut
artikel 12 van de statuten, het saldo der
liquidatie ai te dragen san het Kon. Nat.
Steuncomité.
Dit eindsaldo bedraagt 406.641.40 in
contanten, effecten, benevens drie percee-
len, gelegen te 's-Gravenhage, welke reeds
geruimen tijd in bruikleen aan den
Staat der Nederlanden waren afgestaan.
S. D. voorstel in zake ontwapening.
Verschenen is het voorloopig verslag
der Tweede Kamer over het voorstel-
Ontwapeningswet van de heeren K. ter
Laan c.s.
Zeer vele Kamerleden verklaarden aan
dit wetsontwerp hun stem niet te kunnen
geven, hetzij uit principieele, hetzij om
practische redenen.
Uitvoerig verdedigden zij hun stand
punt, daarbij de bekende argumenten be
zigende, waartegenover de voorstanders
van het ontwerp de hunne stellen.
Verscheidens leden achtten het wets
voorstel in strijd met de artikelen 181 en
182 der Grondwet, welke in hoofdzaak be
palen, dat alle Nederlanders, daartoe in
staat, verplicht zijn mede te werken tot
handhaving der onafhankelijkheid van het
Kijk, en tot verdediging van het grond
gebied.
Verscheidene andere leden achtten deze
at>n de Grondwet ontleende b°deuk.irfgen
onjuist. Zij wezen er op, dat do vooratel-
teis zich juist hebben beperkt tot het voor
stellen van die van de door hen gewensch-
te wijzigingen in de militaire macht,
welke zonder wijziging van de Grondwet
tot stand gebracht kunnen worden.
Wat de vraag betreft in hoeverre de in
ternationale verplichtingen eischen, dat
Nederland een krijgsmacht onderhoudt, ga
ven verscheidene leden als hun meening
te kennen, dat iedere staat, die toetreedt
tot den Volkenbond niet alleen zijn grond
gebied voor operaties moet openstellen,
maar ook gehouden is, in zekere mate,
zich eerlijk en krachtig tegen iedere daad
van aanval te verzetten.
Ook het protocol van Genève en de ver
dragen van Locarno gaan er van uit, dat
elke staat de verplichting heeft om zich te
verdedigen, al naar de omstandigheden
eischen of toelaten.
Den voorstanders van het wetsvoorstel
daarentegen ontging, dat de verplichting
uit hoofde van het lidmaatschap van den
Volkenbond in zich zou dragen de ver
plichting tot het onderhouden van een
krijgsmacht.
Te Genève, zeggen zij, is niet het min
ste bezwaar gemaakt tegen de Deensche
ontwapeningsplannen. Ook Nederland be
hoeft hi. niet verder te gaan, dan de ge
ografische omstandigheden veroorlooven
en deze omstandigheden maken een gewa
pend verzet van eenige beteekenis onmo
gelijk.
Verscheidene leden vestigen er de aan
dacht op, dat uit het wetsvoorstel duide
lijk blijkt, dat de voorstellers zich hebben
gewaagd aan een poging tot het ontwer
pen van een regeling, welke niet geschikt
zou zijn, om het onderwerp van een initia
tief-voorstel uit te maken.
Werd h.L het voorstel aangenomen, dan
zou zonder twijfel aanstonds de grootste
verwarring ontstaan en zouden na kor
ten tijd leger en vloot geheel zijn gedes
organiseerd, zoodat ze noch als weer
macht, noch als velllgheidsmacht zouden
dienen.
De ex-keizer.
Volgens een B.TA.-telegram uit Genève
worden er onderhandelingen gevoerd over
het aankoopen van het uitgestrekte land
goed met kasteel Travano, op een kwar
tier afstands van Lugano, dat bestemd zou
zjjn tot verblijfplaats voor den ex-keizer,
voor bet geval dat de Groote Mogendhe
den hem zouden toestaan Doorn te verla
ten om zich ln Zwitserland te vestigen.
Te Nijmegen zal op 22. 28 eni 24 Mei as.
het 2de Nationaal Esperanto Congres ge
houden worden-. Het voorloopige programma
zal o. m. bevatten: Zaterdag 22 Mei, non.
4 uur opening in de zaal van het Concert
gebouw „De Vereeniiging". (Indien mogelijk
zal dien dag een examen ter verkrijging van
een Esperan-to-diploma voorafgaan). Na de
opening van het Congres zal nog een pro-
pagandafeestavond1 plaat9 hebben, waar ver
schillende buiten- en -binnenlandsche Espe
rantisten het woord zullen voeren.
Zondag 28 Mei njm. per extra trams naar
Kleef.
Maandag 24 Mei vergaderingen, wandelin
gen en sluiting.
Het Internationaal Esperanto-weekblad
„Heroldo de Esperanto" (uigave te Horrem
bij Köln) geeft in een uitvoerig artikel met
4 fraaie foto's een waardeerende beschrijving
van Nijmegen, de stad- van- het 2de Neder
landsche Esperanto Congre9.
Het Oongressecretarlaat 'is gevestigd:
Heljdenreijckitraat 68, NJjmegea
Het onderzoek naar de gepleegde mal
versaties bij den Raad van Arbeid werd
voortgezet en versdhillende personen wer
den verhoord.
De administratie moet een chaos zijn. Dé
leider, die te veel andere bezigheden had,
heeft niet voldoende op een en ander toe
gezien.
De heer Brautigam, lid van de Tweede
Kamer, heeft aan den minister van marine
a.i. de volgende vragen gesteld
1. Is het juist, dat bij den rainister'van
marine ad interim met betrekking tot het
militaire personeel der zeemacht plannen
in overweging zijn van de navolgende
strekking:
a. in het algemeen zal het bedrijf in
Nederland telkens niet korter duren dan
drie jarenin Indiö drie jaren zonder de
vier jaren met gezin voor hen, aan wie
het medenemen van het gezin kan worden
toegestaan
b. uitsluitend voor hen, die in dienst
komen om tot matroos te worden opge
leid, zal de duur van de eerste uitzending
naar Indiè vier jaren kunnen bedragen
2. Indien vraag 1 bevestigend wordt
beantwoord, wil de minister dan mede-
deelen, om welke redenen van den thans
geldenden tijdsduur van verblijf in de
tropen ten nadeele van het personeel
wordt afgeweken, zoomede of ter zake
van deze zeer ingrijpende wijziging het
advies van dep geneeskundigen dienst
der zeemacht is ingewonnen?
3. Indien het advies, in vraag 2 bedoeld,
niet is ingewonnen, is de minister dan
bereid, zulks alsnog te doen en dat advies
aan de Kamer over te leggen
4. Indien tot invoering van de plannen,
onder vraag 1 bedoeld, mocht worden
besloten, wil de minister dan de uitvoering
er van opschorten, totdat de Kamer ge
legenheid zal hebben gehad, omtrent de
voorgenomen verlenging van het ver
plichte verblijf in de tropen van het
marinepersoneel der regeering haar in.
zichten kenbaar te maken
DE WATERSNOOD.
Hulpverleening.
Ingezonden Mededeeling.
OOST-INDIE.
Treffen met de rebellen ln Atjeh.
Verschenen is een nota van wijziging
o.a. op hoofdstukken VI der Staatsbegro
ting 1926.
Art. 16 (Aanbouw van schepen en vaar
tuigen door particulieren, aankoop van
oorlogsschepen, enz. 7.000.000.—) wordt
verminderd met 1.9 millioen en gebracht
op 5.1 millioen. Art. 17 (Aanschaffing
enz. geschut) wordt verminderd met
600.000.en daardoor gebraoht op
3.409.390.—.
Aangezien blijkens de toelichting
de Minister nog geen gelegenheid heeft
gehad om zich t.o. v. de urgentie van den
aanbouw van 2 torpedobootjagers (1926)
en een onderzeeboot, ter vervanging van
de K L een afdoend oordeel te vormen,
wordt het wenscheljjk geacht de bedragen,
verband houdende met dien voorgenomen
bouw, groot 1.2. millioen en f 700.000,
zoomede de posten bestemd voor aanschaf
fing van geschut voor bedoelde torpedo
bootjagers en onderzeeboot, ad f 300.000
en 200.000, voorloopig van de begroo
ting af te voeren.
Art. 87b behoort met 97.000 te worden
verhoogd (en daardoor gebracht op
744.890), aangezien bij de raming van dit
artikel, waarvoor ruim 225.000 minder
is uitgetrokken dan op de begrooting
1925, rekening was gehouden met de be
sparing, welke de herziening van het trac-
taat met België zou kunnen medebren
gen. Nu op de totstandkoming nog geen
bepaald uitzicht bestaat, is verhooging
van de onderdeelen I, II en IH met resp.
36 000, 6000 en 56.000 noodig.
Verschenen
antwoord op
is voorts de memorie van
Na te hebben vooropgesteld, dat de
grootst mogelijke spaarzaamheid moet
worden betracht, en met name met rangs-
verhoogingen spaarzaam dient te worden
omgegaan, deelt de Minister mede, dat hij,
uitgaande van het standpunt, dat de Ar
beidswet er is om zoo volledig mogelijk te
worden uitgevoerd, zal trachten te komen
tot een geleidelijke verdere Invoering van
dlo wet Deze zal, naar hö vertrouwt, in
de eerste plaats den arbeid in winkels en
van eiikele groepen van arbeiders buiten
fabrieken of werkplaatsen omvatten. BU
a« regeling van- de arbeid»- «n rusttijden
,zal vraag onder de oogen
worden gezien, of daarmede een wettelijke
regeling der winkelsluiting behoort ge
paard te gaan. B
Het- denkbeeld om de vakvereenlglngen
v.ai? ^erkgevera en arbeiders ln het toe.
zicht te betrekken, acht de minister aan
vankelijk niet voor verwezenlijking vat-
paar.
den om te hopen, dat de moeilijkste tijd
voorbij is, maar er zijn nog zeer groote
moeilijkheden overgebleven, die het voor
het behoud van werkgelegenheid noodza
kelijk doen blijven voorloopig nog nu in
het eene, dan in het andere bedrijf een
langoren werktijd t.oe te staan. Dergelijke
vergunningen zijn uiteraard van langen
duur, doch niet in zoo'n mate,, dat zij nog
zouden voortduren, wanneer het motief
om een afwijking toe te staan, had opge
houden te bestaan.
De minister kan niet vooraf zeggen, of
het aantal overwerkvergunningen zal toe-
of afnemen.
Wel kan-hij verklaren, dat hij niet lan
ger zal laten overwerken dan in verband
met de buitengewone omstandigheden
voor het in stand houden der bedrijven
•n voor ds werkgelegenheid noodig is.
De minister betreurt, dat de arbeiders
in den scheepsbouw te Amsterdam een
houding aangenomen hebben, die tot ge
volg kan hebben, dat de soheepsbouwwer-
ven in de hoofdstad de moeilijke preiode
van thans niet zonder grooten achteruit
gang doorkomen. Dit zal in niet geringe
mate voor'de arbeiders zelven nadeel me
debrengen in den vorm van werkloosheid
en van verzwakte bedrijven.
Bakkersarbeld.
De minister overweegt een wijziging der
Arbeidswet ter tegemoetkoming aan de be
zwaren, welke deze wet voor de kleinere
bakkerijen met zioh brengt. Strekking en
inhoud hiervan zuilen eerlang bekend
worden.
Conventie van Washington be
treffende den achturendag.
De minister kan nog niet toezeggen, dat
een Memorie van Antwoord spoedig zal
verschijnen. Behalve, dat van de concur-
reerende landen de ratificaties ziel ook
nog laten wachten, bestaat de moeilijkheid,
dat het ontwerp-verdrag eenige bepalin
gen betreft, welker toepasing op ern
stige bezwaren zou stuiten.
Moederschapszorg.
De minister overweegt nog, of er aan
leiding bestaat reeds thans de regeling
der moederschapszorg ter hand te nemen.
Plannen omtrent de regeling van een al
gemeene vacantleweek bestaan bij den mi
nister niet
Ziekteverzekering.
De minister acht een verplichte verze
kering van arbeiders tegen geldelijke ge
volgen van ziekte gewenscht en hij kan
zich aansluiten bij het denkbeeld van zijn
ambtsvoorganger om de in 1913 tot stand
gekomen Ziektewet tot invoering te bren
gen, nadat echter te voren in die wet eeni
ge wijzigingen zullen zijn aangebracht,
voornamelijk met het oog op verruiming
van het veld van bewegingsvrijheid van
de in de maatschappij opgekomen bijzon
dere ziekengeldregelingen. Hoever in die
richting zou kunnen worden gegaan,
maakt bij den minister nog een punt van
overweging uit
Van den minister is geen voorstel te
verwachten tot betaling van de premies
voor de invaliditeitsverzekering door den
Staat
Radenwet
Het ligt voorshands niet in het voorne
men van den minister om een inkrimping
van eenige beteekenis van het aantal Ra
den van Arbeid te bevorderen. Komt de
Ziektewet tot uitvoering, dan zal vooral
met het oog op de behoeften van het plat
teland, het ambtsgebied van een Raad van
Arbeid niet al te uitgebreid moeten zijn.
Drankwet
Aan de beantwoording van de vraag of
het rapport van de Staatscommissie-Van
der Lande, waartegenover de minister
aanvankelijk niet onsympathiek staat, als
leiddraad zou kunnen worden genomen bij
een herziening van de Drankwet zou een
omstandig onderzoek vooraf moeten gaan
naar zijn uitvoerbaarheid. Dat onderzoek
zou, naar te verwachten is, vrij veel tijd
vorderen. Inmiddels roept de Drankwet
om voorziening op eenige punten. De mi
nister meent daarom terstond tot een her
ziening van de wet, los van bovenbedoeld
rapport, te moeten overgaan.
De vraag, wanneer de huurwetten moe
ten vervallen, is in overweging.
RAPPORT DER VLOOTCOMMISSIE.
Een onverdeelde Marine onder
één leiding noodzakelijk.
Bezwaren tegen de splitsing.
Het vlagvertoon.
De personeelsvoorziening.
In de eerste plaats zal het de Vraag zijn
de voorwaarden, die zullen worden gesteld.
Mocht de regeering zich vereenigen met de
dienaangaande van de splitsings
commissie, dan zijn die voorwaarden, spe-
oiaai voor onderofficieren en manschappen,
ongunstiger, dan tot nu het geval was.
Soo worden door desplitón^ommiMia,
voor vergelijking van de kosten in de toe-
vZst na de splitsing en nu, aangenomen
overeenkomstige tractementen van het
door de marine in Indië worden genoten.
Ook wat de pensioenen betreft, richt d:e
aimmTasle zich naar de voor Indië ontwor-
r,'<-Ion waardoor ln menig geval het
JSêSS beneden den hoofdofficiersrang
la,ger zou w voonvaarden voldoende anl-
mo il butaan voor den dienst h« de marine
mn°d~ -ent de commissie te moeten
^Een^tweeda punt ls het langdurig verblijf
üMet de splitsing zou gepaard gaan een
langer verblijf in Indë. De commiss e acht
het n'et gewenscht het personee. voor een
termijn van 6 jaar naar Indië te Mnfon. al
thans indien daarop een verblijf van s.echte
een zestal maanden in Nederland zou vol
gen-. Deze termijn van 6 jaar zou, naar het
advies van den geneeskundigen d en-st mj
de zeemacht, met het oog op de voorwaarden
van het leven aan boord in de tropen, be
zwaarlijk als regel kunnen worden gesteld.
Ook ln verband met het medenemen van de
gezinnen, welke als regel verblijf moeten
houden op de marinekustplaatsen en met
het oog cp de veelvuldige afwez'ghe'd- van ce
-rez'nshooften, 's een beperkt verb.ijf n
Indië hoogst gewenscht.
De Oomm'§s!e meen/t» itt ce ffreotte van
het Infceemsch personeel h'er in zooverre
bu'ten beschouwing kan blijven, omdat èn
bij splits'ng èn bij n'et-spl'ts'ng wrekend
wordt op 50 van het geheele personee-.
Naar het gevoelen der Ccmm «s e meet
-"t procent als een maximum worden be
schouwd, omdat het van het grootste ie ang
's, dat het Europeesch element het over-
heerschende b'JJye.
Voorshands zullen, zoo oer ee t e Oom-
m'ss'e, de grootte var. het Europeesche en
•"e van het inheemsche personeel afharke-
'Uk zijn van de resultaten, we'ke berekt
zullen worden bij de opledlng van Inheemsch
person 6*61.
De commissie wil nog een oogenbl'k s; l-
staan bij het overcompleet personeel in Ne
derland, d. w. z. het personeel, dat bij de
splitsing van het personee! in Nederland met
verlof zal aanwezig zijn. Indien men reke
ning houdt met den hiervoreri g-enc-mden
eisch, dat ln het algemeen een verblijf van
4 jaar ln Indië als maximum moet worden
beschouwd, en dus na een zoodanig verblijf
dan ls er grond voor de onderstelling, dat bij
verlof van eenige maanden noodig zal zijn,
een gesplitsten toestand het in Nederland
aanwezige overcompleet personeel nog hoo-
ger zou zijn, dan bij een ongesplitste marine
het geval zou zijn.
Gezien de bezwaren- meerit de vlootcom
missie, dat 's Land» belang het beste sal
worden gediend' Indien een weg wordt ge
vonden, waarbij de ongesplitste toestand
wordlt behouden, doch waarbö de bezwaren
tegen een groot overcompleet ln Nederland
vermeden worden, waardoor beteekenende
bezuiniging zou worden verkregen.
Dé commissie meent ln de hierna vol
gende opmerkingen dien- weg te kunnen
aanwijzen.
Wat het rapport der splitsingscommissie
betreft, moet in het oog worden gehouden,
dat het weergeeft den uiterlndelljken toe
stand bij splitsing, du w. z. dat het dus nog
vele jaren kan duren vóór de geschetste ma
rine er zal zijn en dfus de berekende bezui
niging een feit zou zijn.
Het in meergenoemd rapport geraamde
bedTag dier bezuiniging wordt beheerscht
door de opheffing van het overcompleet en
de in uitzicht gestelde lagere traotementen
en pensioenen.
Uiteraard kan van de commissie niet ver
wacht worden de gegeven cijfers, die na
langen arbeid1 verkregen zijn, aan *»r. orl-
tiek te onderwerpen. Daartoe ontbreken haar
ten «enenmale de gegevens.
Wel meent de Commissie echter als vast
staand te mogen aannemen, dat de bezuini
ging een minder gunstig beeld gaat verton
nen, wanneer de ontworpen dienstvoorwaar-
den noodgedwongen zouden moeten worden
verbeterd.
'In de aan het splitsingsrapport toegevoeg
de nota der minderheid wordt o. a. de op-
merk.ng gemaakt, dat bezuiniging voor ce
meeste categor:eën van personeel ook zou
kunnen worden verkregen door het loslaten
van de regeling van gelijke ,/turns" en door
net zoeken naar een goede verhouding t ?a-
schen de In Indië en ln Nederland benoo-
u.lgilf»iSrJsoneel?3terkten eenerzij ds en de
deraijds Van personeel aldaar an-
De Commies:e was van oordeel, dat inder-
uaad in menig geval ©en zoodanige regeling
De Commissie zou in overweging wi'en
°Vn, h6t Gemeen den deteche -
,w«rrwiWrê peri<x3e- Vanzelf zaffln
ïïi?t„h0tT±.,8a™ensteI1:^ ^n het per
Departement van Marine.
W at de voorgenomen opheffing van het
beidskracht vm TetV^rt^ *eheeVr"
D w™* van Mfl-