KWINKSLAGEN Snd?ïo?ï?iMop de 8« VOOR DE VROUWEN. O Hjl E 03 E 0 0 E 03 a h 1r i 3 11 CE t lolo| O O e E n E LEE LL E r E 3 hem konden dragen. Den volgenden dag echter werd de wakkere schid wacht tot korporaal bevorderd, omdat hij den gene raal „te glad af" waa geweest. Een rtfk koopman te Parijs, die uitge breide zaken deed met Japan, kreegj be richt dat een der voornaamste firma's te Yokohama was gefailleerd. Hij kon echter don naam van de firma niet te weten komen. Had hij getelegra pheerd, dan zon hij natuurlijk spoedig bescheid hebben gekregenom kosten te sparen ging hij echter naar een bekend bankier, die de tijding had ontvangen en vroeg dezen hem den naam van de firma in quaestie te noemen. „Dat kan ik tot mijn spijt niet doen," antwoordde de bankier, „want het nieuws is niet offloieelals ik U dus den naam opgaf, zou ik meer zeggen dan ik ver antwoorden kan." De koopman drong te vergeefs aan, maar deea ten Blotte het volgende voor stel: „Als ik U eens een lijst gaf van tien BABBELUURTJE OVER MODE. „Kleinigheden", welke cachet gevten. voor me willen inzien, en mij zeggen zonder een naam te noemen of de bewuste firma daarbij is?" „Dat met genoegen," was het antwoord. „Als lk maar geen naam behoef te noemen." Het lijstje werd opgemaakt de bankier zag het door en zei, het den koopman weder ter hand stellend „De naam van de gefailleerde firma is er inderdaad bid/' „Dan heb ik kolossaal verloren," ant woordde de koopman," want dat is de firma waarmede ik zaken doe." Dit zeggende wees hij hem een naam op het lijstje aan. „Hoe wist U, dat was die failleerde f" verbaasd. „Heel eenvoudig," hernam de koopman, „van de tion namen, die ik opschreef, waarmee ik zaken deed; namelijk die van de firma, waarmee ik zaken deed; al de andere bestaan niet, en zijn gewoon gefingeerd." B. dit juist de firma I vroeg de bankier Eenlge weken geleden ontmoette ik op het perron te R. een drietal kennissen, die evenals ik voornemens waren naar B. te vertrekken om daar in het bekende hotel de Kroon af te stappen, Krampachtig omsloten haar dikke, roode vingertjes een retourkaartje naar Helmond, hetgeen onzen vriend van Z. op de gedachte bracht genoemd kaartje een tijd lang voor haar in bewaring te nemen. Spoedig had hij het voorzichtig uit haar handen gehaald en in zijn vest zak overgebracht. Ofschoon wij ons buitengewoon stil hielden om de schoone slaapster niet te storen, ontwaakte zij door het fluiten van de locomotief, reeds bij 't volgend station. Het is onmogelijk de verbazing en te leurstelling te besohrijven die zich op haar aardig gezichtje afteekenden, toen zij bemerkte, dat haar kaartje was ver dwenen. ZJj herstelde zich evenwel dadelijk, toen Van Z. die den medelijdende speelde en een traan.van deelneming uit zijn oog poogde te persen, voorstelde om aan het station te B., waar wij moesten uitstap pen, een ander kaartje voor haar te nemen, Nflg een poos, en wij bereikten B. Haastig sprong Van Z. uit den trein Hij deed alsof hij gauw een plaats kaartje kocht, keerde daarop snel terug, en overhandigde het lieve kind haar eigen kaartje, er bijvoegende, dat het hem een waar genoegen was deze kleinigheid voor haar te hebben mogen verrichten. Vol dankbaarheid, wist het boerinnetje geen woord te uiten, maar sloeg, als blijk van erkentelijkheid voor den haar bewezen dienst haar armen om haar weldoener heen, en drukte als be- looning een kus op Van Z.'s lippen. Voor dat hij van den schrik bekwam, was de trein alweer verder gestoomd, en slechts ons Ingehouden lachen herinnerde hem nog aan zijn dienstvaardigheid en de aardige belooning die hij daaraan had te danken. Sarah Itern hardt en het album. Taalkunde. Het snelste verjaart dankbaarheid. Het volgende fraaie vraagstuk ont- leenen wij aan „Het Damspel jaargang 1914 en is van den toen zeer bekenden speler en problemist J. van Geemen. Wit speelt 4034 Zwart moet nu drie slaan26 17, en Wit formeert door 4440den winststand, hoewel met drie schijven minderheid 1 Eenlge varianten volgen hier: Stand na Wit 444011 4. 83—28 23 43 84 8 48 84 8 61 gewonnen. 84—80 24 44 88 2 44 33 88 7 gewonnen 8—13 84—80 24 44 88 151 44 38 88 9 4:9 15 41 gewonnen Een mooi stukje, alleen jammer dat ln den eersten diagramstand de bijoplosBing 40—85, 85—80, 88 2 mogelijk ls. Zizz-zz 1 Bom 1 Een dikke kastanje suisde door de lucht en viel met een schokje op de vochtige zachte aarde 1 Even was hij verdoofd door den schok, maar toen keek Mj rond. om e zien waar hij terecht was gekomen. Het eerste wat hij ontdekte was, dat zijn groene, stekelige overjas stuk ee- sprongen was en dat hjj nu in een gan- zend bruin pakje was gekleed „Ik- wou,' mompelde hh bii-zichzelf at Katharina mij zéé maar eens had kunnen zien. Dan zou ze wel vriendelijk dlfunwmnn^nffW-ee8t- Kareltte zuchtte vandaan^ Katharina waB uu ver bij hem Plotseiing schrok Kareltje uit zijn droe vige gedachten op, toen hij stemmetje hoorde schelden larel zag een dikke spin dend stond aan te kijken. „Leelijke lompe dikzak," riep ze uit. Nu heb Je mijn heeie web stuk gescheurd, en mijn eitjes bovendien vernield. Kun ie niet even waarschuwen als je van plan bent, te vallen!" De spin stampte van boosheid met al haar acht pooten tegelijk. „Ik ben Dorus, de Duizendpoot," ant woordde een stem, „en jij, ligt precies in miin gangetje in de aarde. Meteen schoof de duizenpoot langs Kareltje heen en vervolgde zijn weg. Van andere onzichtbare voorbijgangers hoorde Kareltje later, dat hij geplant was en dat het heel lang zou duren, eer hij de zonneschijn weer zou zien. Nu gebeurde er vreemde dingen. Ka reltje voelde, hoe hij dikker werd, lang zaam, heel laDgzaam. Hij kreeg het er benauwd van en op zekeren morgen barstte hij. Hij kreeg lange magere voetjes eu ook een halsje. De voetjes drongen steeds dieper in den grond en het halsje werd steeas langer en duwde recht om hoog door de zachte aarde. Kareltje werd heel opgewonden en vol verwachting vroeg nij aan Walter Worm, die Juist langs hem kroop„O, wacht alsjeblieft even en vertel me toch waar ik heen ga en of het nog lang zal duren, eer lk de zon weer zie. Walter Worm, die heel goedhartig waa en bovendien volstrekt geen baast had, hield even op met kruipen. HIJ ant woordde „Ja, oude Jongen, Je bent hard aan 't groeien. Wacht even, dan zal ik meten, hoever je nog van den bovenkant af bent. Zaohtjes gleed Walter langs Kareltje heen, omhoog, bleef met zijn staart op Kareltje's hoofdje staan en strekte zijn lijf verder uit naar boven. Het volgend oogenblik kwam hij reeds weer terug en riep uit: „Je hoeft niet zoo lang meer te groeien, niet eens meer mijn lengte. Zoo pas, toen ik op je hoofd stond, kon ik uit de grond kijken. En lk ben niet lang meer. Een paar dagen ge leden heb ik een groot stuk van mezelf verloren. Een tuinman, die aan het spitten was, sneed me met zjjn spade in tweeön en gooide mijn andere helft meteen ver weg, zoodat lk het stuk niet meer vinden kan. Het was afschuwelijk eu lk geloof dat lk het nooit meer te boven kom." „Ja, dat moet wel vreeselljk geweest zijn," zelde Kareltje medelijdend. „Nu moet ik er vandoor," sei Walter Worm. „Goeden dag!" „Goeden dag," antwoordde Kareltje. JEn wel bedankt hoor voor je moeite." Nu dacht Kareltje nergens anders aan dan aan groeien. Hij rekte zijn hals en al spoedig voelde hij, dat de aarde warmer werd. Toen op een lentemorgen ontwaakte Kareltje ln een zee van licht. Rondom hem het frlssohe lichtgroene gras en boven hem de stralende, warme zonneschijn. Toen Kareltje omlaag keek zag hij een bleek-groen lijfje en twee heel kleine donkerder groene blaadjes. Met een trilling van vreugde begreep Kar6ltjo Kastanje, dat hij veranderd was in een heel klein boompje en dat hij kon roeien tot een grooten boom, net als Ie waar hijzelf aan gegroeid was. Oplossingen der vorige raadsels. 3 T II. Het zyn de slechtste vruchten niet waaraan de wespen knagen. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: G. V.; G, W.J W. W.; O. en P. B. Nieuwe raadsels. Welk spreekwoord staat hieronder? "n '®- ..o. Ingezonden door M. Ferwerda. XXXXXXXXXXXX Op de staan de en liggende krulsjeslijn komt de naam van een vroe- geren Helder- schen held. Op de le rij gevraagde woord; op de 2e een soort ver- eenlglngjop de 4e een houtsoort; op wel gemaakt wordt(byvt0--"ee8teli,kheden X x X van hooge au tori t een bangst Ingezonden door Gerard Tomeij. EEN Ml iTMItk ZLETT. het uw tunique volgens te^n^ vnn l t Mocht ge een meer geoompliceerden Het is opvallend zoo weinig ronde gar- neering men1 op *t ©ogenblik adet t Is alles hoekig, puntig, schichtig, vierkant, wat er aan is. Toch bij de tegenwoordige Meeding past hek— en1 ook wel *n beetje bij het mo derne meiske. De rondlzaohte vleiende lij nen schijnen totaal overbodig te zijn, af gedaan te hebben De vlotte, pittige hoeMftmen hebben voorloopig gewonnen. Bijna alle moderne Boffen, welke een weefpatroon of gedrukt patroon vertoo- nen, laten een hoekige, puntige of bük- semilitsadhtlg© teekening zien. Te ver wonderen is dit eigenlijk niet voor ons immers ln de electrisdh© eeuw levende omenschem Wilt gij dus aan t garneeren ölaan, lieve lezeres, gij weet het nu, doet het dan firma's te Yokohama, zoudt U die dan I vooral' puntig, scihidhtig, nietwaar? Een paar aardige voorbeelden1 vindt u in bij gaande teekening. Op een eenvoudige wollen o! zijden jurk, welke b.v. als bovenstuk een beetje klokvormlg tuniqueje heeft zooals Wj model I het geval ia —zal een aardige ©ring wonderen doen. Wat ge er voor noodlg hebt la eenlge rolletjes heel smal lint mooi kleurend hij1 uw japon lus misschien nog heel veel geduld. Met eze twee artikelen maakt ge nu een keurlgen rand langs den onderkant van al rand prefereeren of een chioen V uw mantel wenschen z^oala^^ beeld no. 2 dan kunt u deze bewerken volgens de teekening 2a. Het deelt® hiervan Is van smalte, iets over el kaar geschoven lintjes in één zwaardere overeind staande punten zij echter in drie afloopend® tinten van broe der lint gemaakt. De voornaamsteeisch voor zoo'n rand is natuurlijk dat bet lin keurig gespannen en! over elkaar gescho ven wordt De teekening no. 8a is imeer één motlei te Verwerken op één plek, b.v. zooals o teeifcening no. 8. Dit motief bestaat hoofd zakelijk uit maar steeds heen en weer gevouwen lint Wanneer men de teeke- nng goed aanziet, zal men de techniek hiervan wel begrepen. Gebruikt hiervoor worden drie verschl lende breedten en Meuren lint. Na deze twee gecompliceerde patronen komt no. 4 weer niet een eenvoud! werkje. Wanneer men voor dezen rand drie ver schillende kleuren evenbreed lint ge bruikt en z® dan in steeds kleiner worden de driehoeken vouwt, dan kan imen voor lederen mantel of japon een keurige vooral moderne garneering maken. Wanneer de „Invulhoek" u te bewerke lijk schijnt, dan kunnen deze lijnen ook zeer goed geborduurd- worden met een dikke draad' zij ln den steelsteek. en EEN WELVERDIENDE BELOONING. Toen wij in den trein zaten, zagen wij in den door ons bezetten coupé een Jeug dlge Bchoone zitten, naar haar kleeding to oordeelen een meijereisch boerinnetje, dat in Morpheus' armen la. Eigenaardige crltlek. „De voorstelling van Hamlet, dl® gis teravond werd 'gegeven, was van dien aard, dat wij er geen woord aan kunnen verspilten. Zij zou evenwel kunnen dienen om uit te maken wie de dichter is van de (heerlijke drama's. Shakespeare of Bacon. Men heeft slechts de graven te openen, om te eonstateeren, wie van beiden zich na bedoelde voorstelling in zijn graf heeft omgedraaid.* Proeve van vertaling. pays règnait une malaise Dans ce générale. In dat -land! generaal. regeerde een Matedsdhe Pracüsch. De heer Bruin Cs morgens in rijn stal len komend)Gorrit, jij wordt lui Je Uit dien ouden tijd. Vreemdeling: Kun je me ook zeggen hoe laat het is? Nachtwacht: Als je een kwartier wacht kun je cm®: Twaalf heit de klokl hooren roepen. Scherp. iEr is één ding dat de fatsoenlijke man «hünt de stal heetemaal niet meer schoon lieverXlt SdS m jJÏÏK? te maken. Kijk die soirmewehhon dat 1104 fcUKt. Kijk die spinnewebben daar eens! Gerrit: Met je verlof, meneer, dat be grijpt u niet. Ik hou er die spinnen' op na ooi de vliegen te vangen, die de paarden anders zouden hinderen. Geen kunst President van de rechtbank (tot be- En dat is? Een kus. DnbebMnnlg. In een restaurant Kellner, geef mij een' kalfskop, zoo als die meneer daarginds er een heeft klaagde, ©en valsdhe munter): Schaam Je een verblijf te Weenen werd je niet, dat je valsch geld' hebt gemaakt? eens de beroemde Fransahe actrice door n, öddhtehtbare, bewonderaa™ gevraagd of zij wilde want echt geld te maken is geen kunst Vraag: -Het Vliegende paard, is dat taalkundig juist? Antwoord.* Zeker. Repliek: Het is totaal onjuist, want je zegt niet het vlieg en de paard, maar de vlieg en het paard. eD;keAe regels in zijn poézie-albuim eanrgveii. Het boek bevatte al zeer veel bijdragen en was voor drie vierde gevuld. Zonder zich een oogenblik te bedenken, keerde Sarah het boek om, bezigde de laatst® bladzijde alsof het de eerst® was. en schreef er deze woorden op: „J. *atme être la première. Sarah Bernhardt" KT iRTNIG-ülüJEN Indien gij, spreekt de Wijsheid, mij voor één dag verlaat, Verlaat lk u twee dagen; zie toe wat gi, bestaat. Ga over doornen heen met moed 'Hebt gij nog schoenen aan uw voet Let op uw eer en houdt ze net, Het witste kleed Is 't eerst besmet Wie al te l aat is opgestaan, (Moet heel den dag een drafje gaan. Orde. Orde in uw denken, Orde ln uw streven, Orde ln uw harte, Orde ln uw huisl Orde is de grondwet van alle streven, Wortel der welvaart, Bteunkracht van 't huls. Wie -genoeg heeft aan een geur, wordt door geen doorn gestoken. pat de geheele natuur even wreed' als wij mensoh-en zou zijn, is een protest doch geen vrijbrief voor onze onbarm hartigheid. Hoe -behoort het medelij den, het -gevoel en 't geweten óók niet tot de natuur. 't Is misschien nog verdienstelijker, verdienste te eenen dan te hebben. Het Oog is het venster der zied Wan neer het daarbinnen warm ia, en de bui tenwereld' is zoo koud, dan wordt het vochtig. Een leugen is als een sneeuwbal: hoe aniger men hem rolt, hoe grooter wordt hij. Men kan niet geestig rijn, als de om geving niet eveneens geestig is; de haan kraait te vergeefs voor de eenden, zflj hooren niet naar hom. Jaa-g vrij naar roem; maar wees niet jaloersoh op dien van anderen. Zilveren haren doen dienken aan het witte schuim op de hwini g Zeg niet al wat ge weet, maar weet wat ge zegt Immer het beste willen is de begrafenis van het goede. Ondervinding maakt even veel dwazen slecht als zij er verbetert Het is niet altijd de 'braafste mensch, die die grootste grafsteen heeft Vermindering van vlinders. In d© entomologische vakbladen vindt men tegenwoordig vaak medegedèeld, dat het aantal vlinders in de laatst® jaren achteruit is -gegaan. Zulke waarnemingen, aldus meldt het Maart-nummer van „Kos mos", het Dultsche natuurhistorische tijd schrift, worden o.a. uit de naaste en ver dere omgeving van Berlijn, uit Pornme- ren, Silezië, enz. vermeld. Er zijn b.v. soorten, waarvan men vroeger gemakke lijk 1000 rupsen' verzamelen kon, maar die nu nauwelijks te vinden zijn. De oor zaak van dien teruggang moet niet zoo zeer gezocht worden in- het verzamelen van- vlinders, maar ln roofdzaak aan ver- schijhselen in d© natuur, b.v. aan de om standigheid, dat sluipwespen de overhand hebben, en aan weersinvloeden. Boven dien schijnt de achteruitgang ook toe te schrijven te zijn aan- het minder voor komen van zekere wildgroeiende planten, welke door de rupsen in quaestie als voedsel gebruikt worden. DAMRÜBRIEK. Alles betreffende deze rubriek te adres- eeeren aan: Den Damredacteur der Helderache Oourant, Valeriusutraat 84huis,* Amsterdam, 1. 2. 8. 4. 1. 2. 8. 4. 1. 2. 8. 5. 12—18 10-16 KARELTJE KASTANJE. een nijdig en razen, die hem woe- Kareltje moest even lachen omdat hij die woedende spin zoo grappig vond. Juist wou hij haar antwoorden, toen er iets groots en zwaars op hem terecht kwam. Het' volgend oogenblik waren juffrouw spin, het groene gras, en de zonneschijn verdwenen on kareltje voelde zich omlaag duwen in een zachte donkere, V0Katreltjet0wi8t natuurlijk niet, dat een koe juist haar poot op zijrt glanzende jasje had gezet en hem een eindje in de aarde had getrapt. Daar voelde hij, dat iemand langs hem heen ging. Wie ben je?" vroeg Kareltje. „En kun je mij ook alsjeblieft vertellen waar ik ben RAADSELS. I. L O m|d T 7 T ±i e_ a i C O 0 t li I. 1 II. TT. \J. A.; A. K.; li. K.; P.K.: ri j en D- T.; 8e een klok; op de de 5e iets, dat b:

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 16