T
Mijnhard! s
Tabletten
geneesmiddel
Tweede Blad.
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
zijn Uw
VAN ZATERDAG 27 MAART 1926.
De nood ln de v eenstreken.
Uit Drente wordt gemeld, dat de Ko
ningin aan de oentrale commissie voor op
bouw van Drenthe een belangrijke hoe
veelheid kleedingstukken ten behoeve van
van de noodlijdenden in de veenstreken
heeft gezonden.
De L. O.-wert 1924.
De interpellatie van verschil
lende artikelen.
Op de vragen van mej. Westerman be
treffende de interpretatie van verschillen
de artikelen der Loger-onderwijswet 1920,
met name van de artikelen inzake de ver
goedingen van gemeenten aan sohoolbe
sturen voor de exploitatiekosten en voor
inrichting en onderhoud, antwoordde de
Minister van Onderwijs, K. en W., dat ook
hij van oordeel is, dat het ten goede zou
komen aan de paoifloatle op onderwijsge
bied, indien de toepassing van de artlke
len 72 e.v. en 101 tot en met 108 der L.O.-
wet 1920 minder aanleiding gaf tot geschil
len tussohen gemeente- en schoolbesturen.
Toch ziet hij in een geleidelijke ontwikke
ling der Jurisprudentie den eenlgen weg
om tot grooter zekerheidheid aangaande
de interpretatie dier artikelen te geraken.
Het kenbaar maken van zijn persoonlijk
inzioht in deze quaesties zou hiertoe al
licht niet bijdragen.
Verder wijst de minister op de ln de Re-
feeringsverklaring op 11 Maart jl. In de
weede Kamer aangekondigde voorne
men tot het instellen van een Staatscom
missie, welke zal hebben te onderzoeken
of en op welke wijze met volledige hand
having van de beginselen der onderwijs-
Eadfloatle daaraan een minder kostbare
)epassing kan worden verzekerd. Het
komt hem voor, dat ook vereenvoudiging
der administratie op den weg dezer com
missie zal kunnen liggen.
De Staatsmijnen ln Limburg.
Een verzoek de mijnen te be
zichtigen afgewezen.
Op de vragen van den heer L. L. H. de
Visser in verband met de weigering door
de directie van de Staatsmijnen in Lim
burg tot het instellen van een onderzoek
in bedoelde mijnen door het plaatsvervan
gend lid van den Hoogen Raad van Ar
beid, den heer Th. J. Dissel, antwoordde
de Minister van Waterstaat, dat het bij
onderzoek gebleken is, dat een verzoek
van den heer Th. J. Dissel, secretaris van
het Nationaal Arbeidssecretariaat en
plaatsvervangend lid van den Hoogen
Raad van Arbeid, om hem gelegenheid te
geven de Staatsmijnen zoowel onder- als
bovengronds te bezichtigen, door de di
rectie is afgewezen.
De directie heeft als reden voor die af
wijzing opgegeven, dat zij den heer Dis
sel niet wenschte te steunen in zijn stre
ven „om het verzet te organiseeren en te
ontwikkelen", welk streven blijkt uit een
door dezen samengesteld en onder de
mijnwerkers verspreid vlugschrift.
Aangt-zien de functie van plaatsvervan-
gend lid van den Hoogen Raad van Ar
beid niet het recht geeft om de Staats
mijnen te bezoeken, is de directie van de
Staatsmijnen, door bedoeld bezoek niet
toe te staan, niet buiten haar bevoegdheid
gegaan.
Ér bestaat geen aanleiding om de di
rectie ten opzichte van het verzoek van
den heer Dissel of van soortgelijke ver
zoeken een andere gedragslijn voor te
schrijven.
Het wereld-mlgratle-congres van het
Internationaal Vakverbond pn Soc.
Arb. Internationale.
De commissie van voorbereiding voor het
wereldmigratie-congres van het I.V.V. en
de Soc. Arbeiders Internationale, bestaande
uit de heeren L. Jouheaux, O. Mertens, Joh.
W. Brown. L. de Brouckère, O. T. Cramj)
en dr. H. Diamaqd, heeft, naar „Het oli
meldt, voor het oongTes, dat van 18 tot 21
Mei te Londen) zal bijeenkomen, een aantal
resoluties geformuleerd.
Deze resoluties betreffen: De regeling
van de migratie; beperkende bepalingen,
uitsluiting en assimilatie; bescherming van
den immigrant; de positie van den immi
grant ten opzichte Van da sociale verzeke
ring; economische factoren der migratie en
arbeidsmigratie-politiek.
Uit Brussel wordt de N. Rott. Crt.
gemeld:
M'gr. Nolens heeft aan den heer Baie,
algemeen secretaris van de internatio
nale parlementaire handelsoonferentie,
bericht, dat Nederland zal deelnemen aan
de oonferentie te Londen.
Dit zal de eerste maal sedert 1914 zijn,
dat Nederland deelneemt aan de werk
zaamheden van deze conferentie. x
De tram te Alkmaar.
De Raad te Alkmaar besloot in zijn
Donderdag gehouden zitting met 10 tegen
9 stemmen aan de N. V. die de tractor-
tram exploiteert de gevraagde subsidie,
waardoor het voortbestaan van dit ver
voermiddel zou zijn verzekerd, niet te
verleenen, zoodat de tram zal ophouden
te rtJden en waarschijnlijk een proef zal
genomen worden met autobussen.
6TAAT8BEGROOTTN G 192®.
Aan de Memorie van Antwoord oratieenen
wij het volgende:
Ten aanzien van het vestingstelsel wordt
het standpunt ingenomen, dat de verdedi
ging van het hart des lands moet worden
voorbereid, met dien verstande echter, dat
alleen die bestaande werken, welke nog van
wezenlijk belang zijn voor de verdediging,
of als magazijnruimte worden benut, worden
onderhouden. Overigens moeten instandhou
ding en verbetering van de iraundatiemidde-
lera op den voorgrond staan.
Het onderzoek, bedoeld in de voorlaatste
alinea van het gestelde onder „Kringenwet"
in de Memorie van Antwoord, betreffende de
ontwerp-Oorlogsbegrooting 1925, is thans
geheel beëindigd; de voorstellen, nopens het
in oen) lagere klasse rangschikken, dan wel
opheffen van onderscheidene verdedigings
werken, zijn ter beslissing aan de Kroon aan
geboden. De vermindering, respectievelijk
geheele opheffing van de ongemakken, welke
de aanwezigheid van de tegenwoordige krin
gen der hierbedoelde verdedigingswerken
oplevert, zal dus naar alle waarschijnlijkheid
binnenkort tegemoet kunnen worden gezien.
Overwogen zal worden of eenlge hoogere
ondersteuning kan worden verleend aan de
weduwen van ln dienst gehuwde, vóór 1919
gepenslonneerde militairen.
Het verleenen van hulp aan de weduwen
van gewezen militairen, die na het verlaten
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
van den dienst zijn gehuwd, ligt niet ln het
voornemen.
Een wijziging der militaire wachtgeldre
gelingen, noodlg geworden door de herzie
ning der Pensioenwetten, is aan de Koningin
ter bekrachtiging*toegezonden; daarbij wordt,
op het voetspoor van de bereids tot stand
gekomen herziening van de wachtgeldrege
ling voor burger overheidspersoneel, eenrige
verruiming overwogen van de bepalingen
nopens korting op het wachtgeld tengevolge
van inkomsten, uit arbeid ln het vrije bedrijf
verworven. Overigens wordt bij de toepas
sing dezer regeling, binnen het kader van
de geldende bepalingen, een zoo ruim mo
gelijk standpunt ingenomen.
De oprichting van een patronenfabriek te
Dordrecht geschiedt met instemming der
Regeering. Het is rul. met het oog op de in-
dustrieele oorlogsvoorbereiding een voordeel,
wanneer andere fabrieken dan die van het
Staatsbedrijf in staat zijn om wapens en
munitie te vervaardigen, al zal dat Staatsbe
drijf wil zooveel mogelijk in de vredesbe-
hoefte van het leger voorzien, zooais b.v.
thans met de patronen het geval ia. De ziens
wijze, dat door "de aanwezigheid dezer fabriek
het gevaar voor oorlog zou worden vergroot,
kan de Minister niet deelen.
TWEEDE KAMER.
Donderdag werd een aanvang gemaakt
met de behandeling van dea
De heer Braat (platt.) dringt daarbij
aan op verlaging van den suikeraccijns en
het geslacht, en de heer Beumer (a.-r.)
maakt enkele opmerkingen over de behan
deling dezer wet. Minister De Geer ant
woordt den heer Braat. dat binnenkort een
wetsontwerp wordt ingediend tot afschaf
fing van de leeningsopcenten op den suiker
accijns.
Bij de nu volgende
worden enkele opmerkingen gemaakt (na
het Paaschrecès wordt over sommige kwes
ties uitvoeriger gesproken). De heer K. t e r
Laan (s.-d.) komt op tegen de uitbreiding
van het aantal hoofdofficieren bij; den Ge-
neralen Staf. Over deze kwestie wordt nog
wat gediscussieerd; de Minister, ofschoon
voor versobering, kan geen toezegging doen
de gelden voor dezen post terug te nemen,
omdat daardoor de heele zaak ontwricht zou
worden. De heer K. t e r L a a n wil den post
met 1 verminderen, om daarmede te ver
hinderen, dat tot de aanstelling wordt over
gegaan. Het amendement-K. ter Laan wordt
verworpen met 67 tegen 29 stemmen.
De heer Van Zadelhoff (s.-d.) critl-
seert het gebruik van gifgassen. De comm.
heer L. de Visser bespreekt in dit ver
band Rusland; alle internationale overeen
komsten noemt spr. camediespel; Rusland
evenwel, dat aan alle kanten aangevallen
werd, moet zich kunnen verdedigen, maar
h$t heeft 46 voorstellen gedaan tot vredes
overeenkomsten, die alle afgewezen zijn. Hij
Du
:egt, dat i
in Rusland precies is als overal elders in de
krijgt het hiervoor met den heer Duys
(8.-4.) ernstig aan den stok, die zegt, dat het
wereld en het militarisme daar evengoed
heerscht als hier. En de heer V a n Z a d e I-
h o f f drukt er zijn verbazing over uit, dat
de heer Van Dijk deze gifgasserij verdedigt
Dezelfde heer bepleit ruimere toepassing van
de Dienstweigering»wet, en klaagt over de
behandeling van dienstweigeraars. Gok de
heer L. de Visser dringt daarop aan. De
heer K. terLaan dient een motie in voor
een wettelijke regeling voor de mobilisatie
slachtoffers. De r.-k. heer Deckers
meent, dat er veel te veel met deze men-
schen gesold wordt en vindt het voldoende
als de Minister de verklaring aflegt, dat hij
in die richting werkzaam wil zijn. De motie
wordt gesteund door den heer L. de Visser
en den heer Oud. Er wordt nog eenigen tijd
over gediscussieerd en tenslotte wordt de
motie-K. ter Laan aangenomen. Tenslotte
nog een vrij onverkwikkelijk persoonlijk
feit tusschen de heeren Duys en L. de Vis
ser naar aanleiding van een Interruptie van
laatstgenoemden.
De Kamer ia tot 20 April verdaagd.
(We zijn als wereldstedelingeni-in-dera-dop
in deze goede stad de laatste jaren al aardig
gewend geraakt aan de meest moderne,
meest brutale, dan wei meest geraffineerde
vennen van straat-reclame. De hevigst-wen-
telende electrische zonnen, de vreemdsoor
tigs te optochten, de griezeligste biljetten, de
grootste borden vermogen ternauwernood
even onze aandacht vast te houden.... En
zelfs het vliegtuig, dat eenigen tijd geleden
tegen het vallen van den avond zijn, in
vurige letters, lichtend reclame-woord boven
onze hoofden rond deed zweven, kon slechts
een matige publieke belangstelling wekken.
Oppervlakkig redeneerend zou je dus zoo
zeggen, dat het nut van de reclame, de in
vloed op de massa, snel aan het afnemen is.
Als je er dan toch aan gewend raakt, als
't geen aandacht meer trekt, als 't een het
ander doodslaat, dan kun je met dat reclame-
maken toch wel uitscheiden.... Zoo denkt
men. Maar dat is fout. Op de een of andere
wijze zakt als 't ware een voortgezette recla
me toch in ons „onderbewustzijn", om er te
gelegener tijd, .gelegen" in de eerste
plaats voor de reclame-makende firma!
weer uit op te duiken. En 't doet er niets
toe of onze bewuste aandacht niet al te zeer
meer geraakt wordt, of misschien zelfs
een bewuste afkeer ondervonden werd. Dit
is geen theorie; de cijfers, de statistieken
van reclame-campagnes voerende zaken wij
zen het met de fe.ten uit. En, zooais een,
zich aan de onwrikbare feiten herhaaldelijk
stootend phiiosofeerend Franschman het
'eenmaal, ln woede, uitriep: „L n'y a rien al
béte qu'un fait...." Maar iaat ons verdere
uitweidingen over de wijze waarop de recla
me-suggestie werkt voor dezen keer over
laten aan de reclame-psychologen en derge
lijke deskundigen, die tegenwoordig ai zoo
ver zijn, dat zi) zuiver 'wetenschappelijk
kunnen berekenen op welke pagina en op
welke plaats in een krant de annonce van
een bepaald artikel moet staan om onder een
bepaalde categorie koopers het meeJte effect
te hebben. Laat ons eenvoudig nogmaals
meer voor een klein reclame-geruchtje-op-
constateeren, dat we hier dus heusch niet
straat vervaard' zijn en alleen even de aan
dacht spitsen als we b.v. lezen, aat de
Schoonheidscommissie geprotesteerd heeft
n het vap onder tot boven, met reclames
ingen van het hall-afgebroken hoekhuis
op den Dam, dat eenmaal café De Bisschop
was„01 Ja, dat is waar ook, daar hangt
nogal wat....; ik heb 't eigenlijk nooit zoo
precies opgemerkt...." Nu hangt die Dam
aan alle kanten vol en wie dus daar nog als
reclame-maker de.bewuste aandacht van
de duizenden, die er dage lijk ach overh-en
wandelen, wil trekken, moet wel met iets
héél bijzonders komen. Maar ziet: dat héél
bijzondere was er dan plotseling een dezer
dagen! De drammen forensen, die 's mor
gens van hun treinen kwamen, keken er
van op: dat was nog 'o watl Die durft!!....
Daar verrees op den hoek van *t plein, naar
den kant van de Nieuwe Kerk, een.reu
zen-sigaret, grauw van onderen, van
boven, triomfeeremd-wit, bet stukje aschl
Het gevaarte werd met enkele stevige ijzer-
draden in evenwicht gehouden. Naarstig
speurde men naar den naam van het nieuwe
merk. Men kwam naderbij. Gekl nergens
iets van letters te zien.... Tot men, onder
aan de sigaret, enkele gemeeüte-weiklieden
ontwaarde, die, bij navraag, het raadsel op
losten en.de desillusie brachten, 't V as
geen sigaret 1 geen reclame, maar niets
minder aan een houten proef-inodel van de
„monumentale lantaarns", waarmede men
ons hoofdplein zal gaan opluisteren en waar,
naar men weet, over geprijsvraagd, gede
batteerd en geconfereerd werd en waarvoor
men tenslotte nog enkele duizenden meer
moest uittrekken, omdat men er, toen men
ze ging aanmaken, niet kwam met het aan
vankelijk aangevraagd en toch al hooge
bedrag
We zijn nu, met de gemeentelijke autori
teiten voorop, aan het „proefkijken". Dat is
de bedoeling van het plaatsen van deze^ naam-
looze reclame voor den sigaret-in- t-a;ge-
meen.... Hoe lang die proef zal duren en
wat er onder de gemeentelijke schoonheids-
heeren, als resultaat uit zal voortkomen kan
niemand zeggen. En of de werkelijkheid,
gaat zH door, niet veel beter zal zijn dan vol-
K<'ns deze proef door ons leeken verwacht
wordt, valt al evenmin te voorspellen. Maar
één ding is zeker: het publiek ziet in dezen
proef-vorm een sigaret en zal ook in het uit
gevoerde ontwerp wel nooit iets anders blij
ven zien.... En de Amsterdamsche mond
zal er zeker spoedig Iets van maken als „De
vier piraatjes op den Dam" of iets dergelijks.
U maar t
Let
eens op!
„Efficiënt" ware, had het publiek met zijn
eerste diagnose gelijk gehad, zulk een reu-
zensigaret-reclame wèl geweest en als zoo
danig had zij op de onlangs ln „Bellevue
geopende Efficiency-tenitooonstelling kun
nen paradeeren.Overigens bemoeit deze
tentoonstelling zich minder met efficiency
in de reclame, dan wel met de efficiency ln
liet bedrijf en op het kantoor. De allermo
dernste snufjes op hét gebied der gemecha
niseerde administratie treft men er te kust
en te keur. Allerlei wonderen der techniek;
boekhoud- en telmachines, dictatophones,
ik-weet-nlet-hoeveel-dooralagen en in-hoe-
veel-kleuren-schrljvende schrijfmachines,
automatische huistelefoons, enz., enz., als
even zoovele, in staal en rubber uitgekris
talliseerde menschelijke hersenideelen, dee
len, die we dus binnenkort wei buiten wer
king kunnen stellen.
E&ficienqy: het is een van de machtswoor
den' van dezeni tijd. In 't Hollandsch hebben
we geen woord dat dit.... typisch Ameri-
kaansche begrip ten volle uitdrukt. Met om
schrijvingen als „cordate werkdadigheid",
„economische zakelijkheid" of dergelijke ko
men we er zelfs niet heelemaal. En dat strekt
ons, ln zekeren zin, tot eerl Want in het
begrip „efficiency" zit eeni element van
verst doorgedreven geloof aan de absolute
macht van den, met vennech a n I teerde mid
delen, op z'n felst gestreden concurrentie
strijd, een element, dat er bij den Hol
lander nooit, gelukkig, ten volle zal ingaan.
Waarmede ik allerminst wil gezegd heb
ben, dat we in onze zaken, bedrijven en ad
ministratie» niet wat meer efficiency ge
bruiken kunnen! Integendeel De andere
elementen, die het begrip inhoudt: ik noem
uitbuiting der technische middelen, zuinig
heid, hygiëne, vrijmaking van oneconomisch
verbruikte arbeidskracht, meerdere zeker
heid en nauwkeurigheid zijn altemaal waar
devol en het propageeren hiervan, doel ook
van dieze expositie, is een goed ding.
Of een propageering van het dienstboden-
vak, waarmede een oommissie uit een aantal
vrouwenvereenigingen zich deze week op
een druk bezochte vergadering bezig hield,
een góed ding is blijft daarentegen de vraag.
Deze propaganda heeft ongetwijfeld haar
goede kant, waar zij zich beijvert de ver
keerde opvatting te bestrijden als zou huis
houdelijke arbeid iets minderwaardigs zijn
en arbeid buitenshuis voor meisjes en
vrouwen, zooveel beter, „netter" of eervol
ler.... En ook waar zij de opleiding voor
het huiahoud-vak minstens op het peil wil
brengen "van de opleiding voor andere
vakken.
Maar is zulk een propaganda wel efficiënt?
vraagt men zich af en wordt zij niet teveei
geweerd met het oog op het verleden en de
•leur; en te weinig met het oog op de toe
komst en de nu reeds aanwezige mogelijk
heden, die de moderne techniek ons ver
schaft?.... Fiatwoningen,' liften, stofzui
gers, coóperatleve keukens, electrische ovens
en kachels, ln 't algemeen: het modernisee-
ren van onze woningen, zijn dat niet de din
gen, die aandacht vragen voor dat men, wat
het plan is, met afgevaardigden van 22 vrou
wenvereenigingen ln den lande gaat confe-
reeren en congresseeren over de middelen
om het aanbod van huishoudelijke hulpkrach
ten te vergrooten?
De woning en de daarin, aanwezige of aan
te brengen aoode hulpkrachten, dat is, voor
al het andere, het probleem. Ook in kunst
zinnig, aesthetisch opzicht is het dat. Men
begint 't, gelukkig, de laatste laren in te
zien. Men beschouwt tegenwoordig b.v. een
kamer al niet meer als een toevallig, vrij
onverschillig „gegeven" waar men wat voor
de ramen hangt, wat tegen de muur plakt
en op den vloer legt, om vervolgens de meu
belen in te dragen. Ramen, vloeren en mu
ren kunnen, men leert het meer en meer
inzien, ook als zelfstandige factoren mee
werken tot het doen van een schoon geheel.
Een verschijnsel, dat o. m. met dit eerher
stel dezer zelfstandige factoren samenhangt
is de meerdere belangstelling, die men is
gaan toonen voor de muurschildering. Onze
gemeente geeft in dezen een goed voorbeeld.
Meerdere muren in gemeentelijke gebouwen
en dienstvertrekken werden den laatsten
tijd aan kunstschilders ter bewerking ge
geven. Zoo krijgt de nieuwe aanbouw van
het Stadhuis muurdiecoraties van Chris
Lebeau en heeft het nieuwe gebouw van
den Gemeentelijken Gezondheidsdienst op
de Achtergracht in een der wachtkamers
reeds drie muurschilderingen) van Jan Gré-
goire, die zeer de aandacht trokken, terwijl
een dezer dagen de opdracht tot het décoree-
ren van de 'andere wachtkamer verstrekt
werd aan den kunstschilder Willem Aron-
deus, die als „muur-schilder" in het Rotter-
damsche Stadhuis zijn sporen vroeger al
verdiend heeft.
Ga zoo voort, Gemeente!
Een neger-oplichter.
Naar aanleiding van de in ons blad
van Donderdag opgenomen mededeeling
betreffende den negeroplichter, die zich
baron Otto de Guric noemde, en die een
treffende gelijkenis zou toonen met zijn
rasgenoot Georges Carter, kort g6leden
in de strafgevangenis opgesloten, deelt
een bestuurlid van de afdeeling Haarlem
van het Nederl. Genootschap tot zedelijke
verbetering van gevangenen aan deNw.
Rott. Crt. mee, dat in de strafgevangenis
aldaar vertoeft de neger Georges Carter,
door de rechtbank te Amsterdam ver
oordeeld tot een jaar gevangenisstraf
wegens oplichting, welke straf hij in
Augustus a.s. zal hebben uitgezeten.
Inderdaad blijkt de George Carter, van
wlen gisteren sprake was, niet hier, maar
in de Haarlemsche strafgevangenis te
vertoeven.
Hij staat daar ingeschreven als Jockey.
Het bedoelde bestuurslid heeft hij mee
gedeeld, dat hij twee renpaarden bezit
in Maisono Laütte en dat hij vóór zijn
veroordeeling (hij is natuurlijk onschuldig
veroordeeld) staljockey was bij den heer
Brugmann te Brussel. Voor den oorlog
had hij die functie bekleed bij baron
Edmond de Rotheschild te Parijs. Zijn
verloofde woont op een „kasteel" in Bel-
ië. Vermoedelijk is dit de comtesse de
akowsky, met wie hij in Nizza geweest
zou zijn. Van het Belgische kasteel heeft
hij een prentbriefkaart laten zien. In
bedoelde brief wordt er op gewezen, dat
wel verondersteld mag worden, dat deze
beminde, zoo zij al een kasteel bewoont,
dit dan toch wel in de hoedanigheid van
keukenmeisje of iets dergelijks doen zal.
Carter blijkt een beminnelijke fantasie
te bezitten en smaak te hebben voor
romantische namen en verwikkelingen.
Toch is het de groote vraag, of George
Carter dezelfde is als baron Otto de
Guric. Het Haarlemsche bestuurslid wijst
er terecht op, dat negers en dat Chi-
neezen in hun uiterlijk voor Europeesche
oogen zeer veel op elkaar gelijken. Na
tyee jaar zulk een heerschap als de
hooggeboren heer de Gurio te kunnen
herkennen, lijkt twijfelachtig.
Ingezonden Mededeeling. «689)
De diefstal ln een trein.
In aansluiting op een bericht over den
diefstal in den trein Amsterdam—Den
Haag laten wij nog een stukje volgen van
het U. D.: m
De Haagsche politie telefoneerde Woens
dagmorgen naar Utrecht het verzoek om
twee beruohte treindieven aan te houden,
wier signalement nauwkeurig overeen
kwam met het signalement, dat de Zeeuw-
sche buitenman van zijn berooveers had
opgegeven.
De Utreohtsche recherche toog di
rect naar het Centraal Station, omdat ver
moed werd dat de gesignaleerden wel met
den een of anderen trein zouden arrivee-
ren. Werkelijk verscheen één der gesig
naleerden op het Stationsplein; hij begaf
zloh de stad in, direct gevolgd door recher-
cheurs. Even later versoheen de andere
«esign al eerde, eveneerts per trein- te
trecht aangekomen, in gezelschap van
twee kameraden, wier aanhouding niet
door den Haag was gevraagd. Zij gingen
allemaal de stad in: ook de drie laatstbe-
doelden werden achtervolgd door de
Utrechtsche recherche.
Het waren alle vier bekende kwart
jesvinders, die met alle mogelijke
druk-bezette treinen plegen mee te reizen,
om dan in de ooupé's hun slag te slaan on
der argelooze mede-reizigers: verkoop van
waardelooze voorwerpen, kaartspelen, spe
len met notendopjes enz.
De recherche arresteerde den eerst-aan-
gekomene op het Vreeburg, de drie ande
ren op de Rijnkade en den Steenweg. Men
vermoedde dat de twee niet-gesignaleer-
den handlangers waren van de wèl-gesig-
naleerden en arresteerde daar het geheele
viertal, terwille van het onderzoek in de
beroovingszaak, die zich afspeelde ln den
trein Amsterdam—Den Haag.
De Haagsche politie kreeg per telefoon
kennis van de aanhouding van de vier
kwartjesvinders, onder wie de twee gesig
naleerden, en van den Haag kwamen toen
eenlge politiebeambten om de vier arres
tanten over te nemen.
De stationsdiefstallen te Roosendaal.
De nltspraak van het Scheids
gerecht
Het Scheidsgerecht behandelde Donder
dag te Breda de diefstallen, aan het sta
tion Roosendaal gepleegd door zes arbei
ders. Woordvoerder voor St Raphaël waa
mr. Ch. Witlox uit Den Bosch, voor de
Ned. Ver. van Spoor- en Tramwegperso
neel de wagenmeester C. Jongeneelen uit
Roost ndaal. De maatschappij had deze
zes arbeiders ontslagen.
Van één arbeider, die zes jaar in dienst
was en eenige oesters had opgegeten,
werd het ontslag niet gehandhaafd, doch
hij werd teruggezet op het minimumloon.
Een schaalknecht, zestien jaar in dienst,
werd voor hetzelfde feit teruggezet tot ar
beider op minimumloon. Een andere arbei
der, zes jaar in dienst, die een slok uit een
flesch had genomen, blijft in dienst op het
minimumloon. Een onderwagenmeester,
vijf-en-dertig jaar in dienst, die bloembol
len had opgeraapt, is ontslagen. Een on-
derladingmeester, twintig jaar in dienst,
die enkele aardbeien heeft opgegeten,
blijft gehandhaafd. Een arbeider, die we
gens heling en diefstal "voor de arr. recht
bank heeft terechtgestaan, blijft ontsla
gen. Gedurende de schorsing blijft het
tractement ingehouden.
Tusschen de boffers.
De stationschef J. Mooren van do Llmb.
Tramweg Mij. te Vaals is gisterochtend
met '4Jn hoofd tusschen de buffers van de
tram geraakt Hij werd levensgevaarlijk
verwond.
TrelndlefstaL
Haagsche rechercheurs hebben Woens
dagmiddag in samenwerking met de rijks
recherche op het station te Utrecht aan
gehouden den 45-Jarigen koopman L. 't
H. en den 86-jarigen reiziger E„ bedden
wonenden in Den Haag, als verdacht van
diefstal van ongeveer 800, in een trein
gepleegd ten nadeele van den heer N.,
Vrijdagavond IJ., toen deze van Amster
dam naar Zeeland reisde.
De beide aangehoudenen staan bij de
politie bekend als kwartjesvinders en
werden te dier zake reeds vroeger ver
oordeeld.
- Brand ln dan Bosch.
Een groote brand' heeft Woefisdagnacht
bet pakhuis van leer en echoenfournituren
der firma E. Aronsohn, in de Orthenstraat
in den Bosch, geheel in de asch geleed.
Het pakhuis is geheel uitgebrand, met
de, Juist thans groote, voorraden. Slechts
een kleine partij leder en boeken werden
gered. Het archief ging grootendeels ver-
loren. Ook eenlge kostbare schilderijen
zijn verbrand. De schade wordt geraamd
op ses ton. Da firma is op bsurapoll*
De resoluties.
Internationale parlementaire bsadeis-
- conferentie.
Hoofdstuk VIII (Oorlog).
Vestingstelsel.
Krtngeruvel.
Oud-ge pensionneerden.
De sigaret op den Dam. Ef fictency tentoonstelling,
propaganda. Muurschilderingen,
Dtenslboden-
Wachtgeldregeling.
Oprichting van een munitiefabriek.
Wet op de Middelen.
Oorlogsbegroottng
Zenuw 79 hoofdpijn 60 Maag 75 ct Laxcer 60 ct,
Staal- 90 ct. Rheumatiek- 75 ct. Keelpijn- 60 ct,
hocat 60 Kieipijn 60 ct. Oriep a Influenza 75 i
Nier Blaas I gld. Oalsteen 1.50 Wormtabl. 80
Bloedzuiverende 75 ct. Eetlustopwekkende 75
Koorts 60 Verkoudheids 60 ct. Pijnstillende 75
Verkrijgbaar bl) Apoth. en DrogisW Elke ver
pakking voorzien van naam Mljnhardt. Let hleropj