T Derde Blad. BINNENLAND VAN ZATERDAG 24 APRIL 1926. Veneznelaansche onderscheidingen. Voor de Koningin en mgr. Nolens. Bij decreet van 6 Maart 1.1., gepubliceerd in El Nuevo Diario van Caracas van 7 Maart, heeft generaal J. V. Gomez, pre sident van de Republiek Venezuela, nap* het Centrum meldt, aan Koningin Wil- helmina het halssnoer van het eereteeken van het Borstbeeld van den Bevrijder ge- schonaken. El Nuevo Diario voegt aan dit decreet het volgende toe: x „De doorluchtige President van Vene zuela heeft, door aan H. M. de Koningin van Holland het Collier van onze glo rieuze nationale orde toe te kennen, een daad van rechtvaardigheid verricht, die tegelijkertijd zoowel een hulde beteekent aan. de deugden en'het verheven karak ter dezer waardige Souvereine, als een uiting van de hartelijke verhouding tus- schen Venezuela en Holland." Bij decreet van den 6en Maart is tevens aan mgr. dr. W. H. Nolenp, den leider der Katholieke Staatspartij in Nederland, staatsraad, hoogleeraar aan de Universi teit te Amsterdam het Groot Lint van de zelfde orde van den Bevrijder toegekend. In haar nummer van 8 Maapt geeft de Nuevo Diario het portret van mgr. No- lens. De financien van Emmen. De Raad van Emmen besloot de door Gedep. Staten noodig geachte maatrege len om de begrooting goedgekeurd te krij gen, niet te nemen vóór hij de zekerheid heeft, dat het tekort van 100.000 op den gewonen dienst door het Rijk gedekt wordt. Het Alkmaareche ziekenhuis. Een voorstel tot nlet-ultvoeren. Naar het Hbl. verneemt hebben Gedep. Staten besloten aan het gemeentebestuur van Alkmaar te berichten, dat zij niet be reid zijn aan Alkmaar voor de stichting van het ontworpen ziekenhuis in de Ca dettenschool een jaarlijksche bijdrage van 20.000 gulden of welk ander bedrag ook beschikbaar te stellen. Ook cm andere redenen adristi-rou Ge deputeerde Staten aan ha gemeentebe stuur het raadsbesluit betreffende de stichting van dit ziekenh'us in de Cad. t- teiiMhu l niet uit te voeren. Reorganisatie R.-K. Staatspartij. Het R.-K. rWerkliedenverbond heeft, naar „De Msb." ineldt, een brief gericht tot het bestuur van den Bond van R.-K. Rijkskiesfcringorganisaties betreffende de reorganisatie van de R.-K. Staatspartljt, als in het belang van de sociale organisa ties en het geheele Katholieke volk, het daarheen te willen leiden, dat de volgen de wenschen alsnog in het ontwerp regle ment worden verwerkt: a. De werkzaamheden, in verband met de samenstelling van het politiek-advies, worden aan de bevoegdheid van den Partijraad onttrokken en opgedragen aan de bondsvergadering. b. In den Partijraad worden recht streeks opgenomen de personen, genoemd of 'bedoeld in het ontworpen art 11, imet uitzondering van die, bedoeld in sub 1, öe, 61, 6n en 5o. Voor de organisatie der werkgevers, middenstanders, landbouwers en arbei ders ware de strekte, waarmee ze in het voorstel der oommissie rechtstreeks zit ting zouden krijgen, aan te houden. De afgevaardigden komen in de ver gaderingen van den Partijraad niet vrij mandaat. c. Aan den Partijraad op te dragen: 1. het bestudeeren en bespreken van poli tieke vraagstukken; 2. het vaststellen van het program. R.-K. vacantlehuls-stlchtlng op Schiermonnikoog. Van Schiermonnikoog meldt men aan het Ni v» hu N.: De R.-K. Vacantlehuis-stichting heeft moeilijkheden met haar betalingen. Zeer vele kleine zakenmenschen op ons eiland zijn gedupeerd, zooals de drie bakker vóór een bedrag van duizenden, de melkleve- ranoiers, enz. Op een handige manier heb ben de heer en mevr. R. de zaken hier ge dreven en steeds goederen weten los te krijgen. Vele schulden loopen al jaren lang. Er ls op de gebouwen een le hypotheek van 70.000 en een 2e hypotheek van 10.000. De pleegzusters zijn verleden week al len vertrokken. Van de 200 kinderen zijn er nog 20 over, die binnenkort ook vertrekken. Getracht wordt, met de crediteuren to' een acooord te komen. De minister van oorlog. Ook* minister van marine a< Interim. De nieuwbenoemde minister van oor log, de heer Lamboolj, zal tevens optreden als minister van marine ad interim. Hij zou gistermiddag 4 uur door de Ko ningin worden beëedigd. De correspondent van de N. R. Crt. meldt dat bij op een vraag aan minister La. 'boolj, of zijn wederoptreden als mi nister van oorlog, ad Interim an marine, er cp duidde, dat de miniaU-r op «eniger schap aan het Vaticaan van standpunt veranderd was sedert hij om dezelfde kwestie zijn ontslagaanvrage had inge diend, ten antwoord heeft gekregen, dat dit niet het geval was. Deze zaak was voor hem, na de laatste beslissing der Tweede Kamer, van de baan, en toén de minister-president in 'slands belang een beroep op hem had gedaan, meende de heer Lambooij zich hieraan niet te mogen onttrekken. De heer van Royen, de afgetreden mi nister, wenschte zich over de redenen, welke hem tot heengaan hadden genoopt, niet nader uit te laten en verwees den oor respondent naar jhr. de Geer, die op het oogenblik evenmin tot een mededeeling bereid bleek. Verhaal van penslo®nen. De Hooge Raad heeft Donderdag arrest gewezen in de procedure tusschen den burgemeester van Rotterdam enhetNed. Onderwijzers Genootschap over de ver haalbaarheid van pensioenbijdragen op die onderwijzers(essen), die onder de vroegere Pensioenwet voor onderwijzers afstHnd van hun (haar] pensioen hadden gedaan. Een onderwijzeres te Rotterdam, die onder bovengenoemde categorie viel, had betaling van salaris gevorderd. De gemeente was van meening, dat op dat salaris het verhaal moest worden gekort. De rechtbank besliste echter dat deze korting niet mocht geschieden, omdat art. 36 Pensioenwet niet op deze onder wijzeres van toepassing ffe. De Hooge Raad overwoog, dat, waar vroeger de ambtenaren zich ten koste van de pensioenbijdragen konden onttrekken aan het pensioen, en dat zij later weer voor dat pensioen zouden kunnen in aan merking komen, wanneer werden bijbe taald de stortingen, waaraan zij zich vroeger hadden onttrokken, de bepalingen voor de verhaalbaarheid van de bijdragen niet op die ambtenaren toepasselijk is, zoo niet werd bijbetaald, waartoe uitdruk kelijk de vrijheid werd gelaten. De Hooge Raad verwierp derhalve het ingestelde cassatieberoep. Physleke achteruitgang van ons geslacht In 1925 werden bij de Ned. Spoorwegen- niet minder dan 1300 personen voor den dienst afgekeurd. In voorafgaande jaren jedroeg dit aantal 600 a 700. Tolheffing op Heer Hugowaards wegen. In de te Heer Hugowaard gehouden vergadering van ingelanden van den pol der Heer Hugowaard ls met op één na algemeene stemmen besloten tot tolhef fing op de wegen in den polder. Dit be sluit wrerd genomen op grond van de overweging, dat het onderhoud der wegen groote offers van de ingezetenen elscht, terwijl dit onderhoud veroorzaakt wordt door niet-lnwoners van den polder, die met zware vrachten de wegen stukrijden. De verwisseling aan Oorlog. In verband met de vervanging van minister Van Royen door minister Lam- booy heeft het liberale Kamerlid mr. A. van Gijn schriftelijke vragen tot de regeering gericht. De ansjovis de Zuiderzee binnen, getrokken. Een rijke vangst te wachten. Tot dusver ging het met de ansjovis- visscherij heel gunstig. Nieuwediep en Bergen op Zoom bleven geregeld nieuwe aanvoeren melden, nu eens meerder, dan weer minder, zoodat gerekend mocht worden op nieuwen intrek, 't Was ook buitengewoon vroeg. We moeten terug naar 1894, om dergelijke vroege intrek van ansjovis in de Zuiderzee eerder aan te treffen. Sinds deze week begon ook Urk belangrijke vangsten te boeken. De vis- schers met drijfnetten, welke niet benoor den Enkbuizen kunnen komen, hadden Dinsdag ook mooie vangsten, waaruit de conclusie mag getrokken worden, dat de ansjovis de binnenzee begint binnen te trekken. En waar Nieuwediep ook nu zelfs nog van grootere aanvoeren begint te spreken, mag redelijkerwijze verwacht worden, dat een rijke ansjovisvangst te wachten is. Dat is te hopen voor ue visschers, omdat de haringvangst zuo goed als mislukt beschouwd moet worden. De prijzen handhaven zich nog steeds goedmen betaalt voor de vlsch ca. 4555 cent per kilo. De beursprijzen houden zich eveneens goed; men betaaltx van f 2580 en f 8540 voor'de visch van 1925,. terwijl bij een meer grooteren aan voer de prijzen nog wel iets lager zuilen gaan. Bij deze prijzen acht men het niet loonend meer, ansjovis uit Spanje te importeeren. (Telegr.) bouw van twee torpedobootjagers en een onderzeeboot. Spr. deelde thans mede, dat het hiernaar door den Minister van Marine ingestelde onderzoek is geëindigd en dat hij goede redenen heeft om aan te nemen, dat de on gerustheid van de beide heeren zal wor den weggenomen. Voorts deelde Minister mede, dat spoe dig de indiening van de Bedrflvenwet kan worden tegemoet gezien; zij is thans bij den Raad van State. De invoering zal ech ter nog wel eenigen tijd op zich laten wachten, omdat het vaststellen van de openingsbalans een tljdroovende bezig- heidjs. .Dinsdag voortzetting. wilde de verandering gepaard laten gaan met een zeer bédenkelijken anderen maat regel, de splitsing van onze Marine in tweeën, verbrokkeling van onze „natio nale" defensie, en afschuiving van een be langrijk deel daarvan op het departement van Koloniën. Ook hij wilde zich blijkbaar aan de verantwoordelijkheid voor een we zenlijk departement van Landsverdedi ging niet wagen en daarom de marine aan zijn ambtgenoot schuins tegenover hem aan het Plein toewerpen. De heer Lambooy ls nu wederom tot minister van Oorlog, ad interim minister van Marine benoemd. Wil deze restitutio In integrum zeggen, dat hij zijn oude plannen ook weder zal opvatten? Zij heb ben in den lande en ook in de Kamer reeds veel tegenstand ontmoet, en dit zal er niet minder op worden, nu die beer Lambooy ditmaal zijn denkbeelden zou moeten doorzetten als mir !«*sr van een extra-parlementair kabinet, dus op den steun van eene aangesloten meerderheid niet zou kunnen staat maken. Zoo zijne plannen zuiver zakelijk worden beoor deeld, wint zijne positie zeker niet aan stevigheid en kracht. In zooverre zou de wisseling aan Oorlog ook voor het minis terie eene verzwakking beteekenen. Menigeen zal verbaasd zijn, dat juist de heer Lambooy tot opvolger van den heer van Royen werd voorgedragen. De heer Lambooy toch was een van de vier Room- sche ministers, die hun verantwoordelijk heid voor het beleid van hun departement niet langer vermochten te dragen, toen de Kamer niet langer bereid bleek, een ge zant bij den Paus te bekostigen. Sedert heeft de Kamer haar beslissing bevestigd. Het heele conflict van November komt hierdoor in het juiste licht te staan. Zoo nog iemand mocht twijfelen, of de ontslag: aanvrage van November wel noodig was, of er inderdaad eenig landsbelang mee was gemoeid, dan heeft hij thans een on dubbelzinnig antwoord gekregen van nie mand minder dan den heer Lambooy zelf. Zijn nieuwe aanvaarding van de leiding van het departement is de draad, waar mee zijn protest van November als niets waardig verloocend wordt Het Handsblad zegt: Nog pas een paar weken geleden heeft het regeeringssoheepje met de nieuwe be manning zee gekozen, of er is al weer iemand overboord gegaan. Lang heeft zijn ministerieele leven niet geduurd. Met be rusting hangt de heer Van Royen degen en steek, rok en witten broek in de mot- tenkast, om straks den arbeid, die een an der zoolang voor hem had waargenomen aan den Delftsohen katheder te hervat ten. Toch rijzen er enkele vragen. Wist de heer Van Royen bij zijn optre den niet dat de samenvoeging der depar tementen van oorlog en marine een der programpunten zou vormen van het mi nisterie door den heer De Geer gevormd? Op de bonne fooi gaat men tooh niet in een ministerie zitten, zelfs niet in een Intermezzo-ministerie. Of had de minis ter van oorlog en a.L van marine zich nog geen oordeel gevormd over een dergelijk belangrijk punt van landsbeleid? Is hij misschien eerst ln de practljk van het re- geeren tot de slotsom gekomen, dat deze oomblnatie ongewensoht ls, zooals hij ten aanzien van het vraagstuk der splitsing van het personeel der marine, dat toch on verbrekelijk samenhangt met dat van de vereeniging der departementen meende nadere voorlichting te behoeven. Desondanks evenwel achten wij zijn ver vanging door den heer Lambooy geen kwaad. Integendeel. Een man als de nieu we minister beschikt ongetwijfeld over meer prestige en bij den stand der defen- siezaken ln ons land is dat een factor van groote beteekenis. TWEEDE KAMER. De communist L. de Visser eindigde Donderdag zijn rede over de „Indische Be grooting" met het stellen van een motie, waarin wordt geconstateerd, dat het be wind van den Gouverneur-generaal G. G. Fock zich in toenemende mate heeft ge kenmerkt door het willekeurig toepassen van onderdrukkingsmaatregelen, welke ln sommige gevallen een provoceerend ka rakter droegen, en waardoor de normale ontwikkeling der volksbeweging wordt verstikt en waarin de Regeering verzocht wordt het daarheen te leiden dat bij het optreden van den nieuwen G.-G. alge meene amnestie zal worden afgekondigd ten opzichte van alle door in- en externee- ringsbeéluiten en door vonnissen verband houdende met de volksbeweging betrof- fenen. Door de heeren Scheurer en Van Rijcke vorsel werd nog aangedrongen op de in diening van een aanvulllngsbegrootlng lol wijze met betrekking t» t het gezant- voor den aanvankelijk teruggenomen UIT DE PERS. De wisseling van Oorlog. De N. R. Crt. aohrijft naar aanleiding van het communiqué van gisteren over het bedanken van Minister van Royen als minister van Oorlog en minister van Ma rine ad-interim: Begrijpen wij het communiqué wel doch het woord „voorbereiding", dat er in opgenomen is, geeft reden tot twijfel kan komt het hierop neer, dat de heer van Royen geen kans ziet, de beide depar tementen, die samengetrokken zouden worden tot één, en die aan den beheerder zoo geheel uiteenloopende eischen stellen, onder zijn leiding te houden. Wij zouden dan niet zoozeer met zakelijke bezwaren, dan wel met persoonlijke bedenkingen te doen hebben. Indien dit zoo ls, kan het besluit van den heer van Royen niet verwonderen. Behalve de heer Oolljn ls er tot nutoe hier te lande nog nooit iemand gevonden, die de uiterst zware taak, die voor het hoofd van een departement van Landsverdedi ging weggelegd ls, heeft op zich durven nemen. Minister Bergansius, niet de eer ste de beste, maar een man van onge ëvenaarde werkkracht en kennis, nam de proef, doch deinsde per slot van rekening voor de opdracht terug. Na hem heeft, met uitzondering van minister Colljn, niemand de onderneming meer aangedurfd. Er ls bij herhaling sprake van geweest, doch per slot van rekening kwam van de sa mentrekking van de twee departementen nimmer, omdat de persoon, die de taak dorst te aanvaarden, niet was te vinden. Alleen de heer Lambooy scheen den moed ertoe te hebben verzameld, maar deze Politiek gesproken is het wel merkwaar dig, dat nu een tweede roomsoh-katholiek in dit ministerie plaatsneemt. Natuurlijk „voor eigen verantwoording", dus zonder dat dit de R.-K. Staatspartij bindt. Maar de zaken liggen hier toch wel' eenlgszins anders dan ln het geval van minister Waszink. Immers de heer Lambooy was een dergenen, die de crisis hielp veroor zaken toen hij van zijn plaats opstond, nadat het amendement-Kersten was aan genomen op 12 12 November LL De overzichtschrijver van Het Volk zegt o.m.: Er rijst een ernstig vermoeden, dat er meer achter dit plotselinge en onvers wnchte aftreden steekt. Donderdagmid dag, eenige uren voordat het bericht van het aftreden aan het persbureau werd toevertrouwd, deelde de minister van Ko loniën namens de regeering in de Tweede Kamer mede, dat het onderzoek des hee ren v. Royen omtrent de noodzakelijkheid van aanbouw van twee nieuwe torpedo jagers en een nieuwe duikboot was afge- loopen en dat hij reden had om aan te ne men, dat de ongerustheid, hieromtrent door het katholieke Kamerlid Van Rycke- vorsel en het anti-revolutionaire Kamer lid Schreurer geuit, zal worden weggeno men. De heer Van Royen ls blijkbaar bij zijn onderzoek tot de konklusle gekomen, dat de aanbouw der drie oorlogsschepen niet noodig is. Het kabinet echter schijnt zich ln meerderheid v 0 0 r die schepen uitge sproken te hebben en de heer Van Royen verdwijnt even spoedig als 'hij gekomen is, om plaats te maken voor zijn voorganger Lambooy, die wel voorstander van de drie schepen ls. Het Vaderland (lib.) vraagt om meer licht en schrijft voorts veronderstellender- wljs: )e heer de Geer heeft om zoo te zeg gen twee vliegen ln één klap kunnen slaan: den anti-revolutionairen het plei- zier doen een minister te offeren, die hun een doorn ln het oog was, en den Katho lieken eene plaats meer geven in zijn ka binet. En in dat geval zal hij aan den heer Van Royen wel geen moeilik man gehad hebben. De Tijd (r.-k.) zijn oordeel samenvat tend, meent dat door de persoonswisseling aan Oorlog de positie van de regeering is versterkt, dooh dat er in het extra-parle mentaire karakter van het kabinet geen wijziging is gekomen: De Nederlandler (o.-h. schrijft: Deze verwisseling wijst bij vernieuwing op de voortdurende moeilijkheden ten aanzien onzer nationale defensie. Niet zonder zorg zien wij in dit opzicht de toe komst tegemoet In elk geval zullen wij ons oordeel achterhouden, totdat over de oorzaken dezer verwisseling het noodige licht zal zijn opgegaan. Wij vertrouwen echter, dat de marine in geen enkel op zicht schade door haar zal lijden. DeTelegraaf wijst erop, dat tot de eerste regeeringsdaden van den heer Van Royen heeft behoord het schrappen van een belangrijken post op de Marinebe- ijrooting: 2.400.000 voor den aanbouw van twee torpedobootjagers en een onder zeeboot Het kon wel niets anders of deze schrap ping al werd zij dan door den minis ter nog niet als een definitieve geken schetst wekte tegenstand, waaraan in de Tweede Kamer met name de heer Van Dijk uiting gaf. Moest in deze manoeuvre een uiting worden gezien van den wensch om gelijk het Kamerlid het uitdrukte de marine „te doen uitsterven"? Wat daarvan zij, zeker ls, dat zich, ln afwach ting van de definitieve houding des mi nisters, hier een Ingrijpend meeningsver- schil ontwikkelde tusschen den minister ter eener, de Katholieke en Anti-Revolu- tionnaire Kamerfracties ter anderer zijde. Het ls alleszins waarschijnlijk, dat hier de achtergrond van het aftreden van den heer Van Royen moet worden gezocht. In het optreden van den heer Lambooy ziet het blad een verder aanhalen van den band tussohen de Katholieken en de Re geering. Tot die conclusie moet het feit leiden, dat een op den voorgrond tredende figuur als de heer Lambooy met zijn politieke antecedenten, de behartiging der defen- siebelangen opnieuw op zich neemt. En- zoo rijst de vraag: moet men in dit be wijs van toenemende eensgezindheid tus schen het kabinet en de Katholieken een teeken zien van geleidelijk herstel der al oude partijgroepeering? Ontnuchtering. Over de ontnuchtering, die het bolsje wisme onder zijn aanhangers in Sovjet- Rusland heeft gebracht, heeft het Han delsblad een artikel, waaraan wij het volgende ontleenen. De „eigen berichten" van vele buiten- landscbe bladen uit Rusland, die over een paniek-stemming te Moskou spreken en zeer fantastische tafereelen uit Rusland geven, moeten natuurlijk met zeer veel reserve behandeld worden. Het la voor- loopig nog te vroeg over een paniek stemming te Moskou te spreken, maar dat er onder de bolsjewistische leiders een gedrukte stemming heerscht, dat men er de toekomst donker inziet, is een feit. De lndustrieele opleving, die de bolsjewlki zooveel hoop heeft gegeven' is nu afge- loopen, en inplaats daarvan komt een tegenover gestelde beweging: fabrieken worden gesloten en de arbeiders worden met duizenden op straat gezet. De socia listen herhalen nog de oude en afgezaagde redevoeringen over den socialistischen opbouw van de maatschappij, maar de arbeidersleiders zijn ontnuchterd. De „Ekonomitsjeskaje Zjisnj" hei bolsje wistische blad, schrijft o.m. naar aanleiding van de zitting van de centrale controle commissie van de R.K.I. (Arbeiders en Bóeren-Inspectie). De maximale bevordering van de nijver heid en de onverschilligheid tegenover den landbouw is het gevolg van de ver keerde meening, dat de industrie bevor derd moet worden, terwijl de landbouw zichzelf zal kunnen helpen. Dit is volgens het blad een dwaasheid; deze „impressio nistische politiek" moet voor goed opge geven worden. Wie de ontwikkeling van den econo- mischen en politieken toestand van Sovjet- Rusland kent, die weet welk een groote beteekenis deze erkenning van het offl- cieele blad der bolsjewlki heeft. De industrie toch was het laatste bolwerk waarachter zij zich verscholen. De land bouw werd aan zijn lot overgelaten, omdat de bolsjewlki er zich van bewust waren, dat een verdere ontwikkeling van den landbouw onvermijdelijk tot versterking van de positie der boeren moet lelden, dus tot vermeerdering van een hen vijan dige macht. Er baant zich echter steeds meer en meer een nieuwe atrooming door, die het gevaar van den toestand inziet en bereid is ingrijpende veranderingen ln de econo mische structuur van het land toe te stemmen. Zij willen afstand doen van de kunstmatige industrialisatie en het parti culier kapitaal meer vrijheid van bewe ging geven. Daar deze leiders begrijpen, dat deze maatregelen wel tot een zekere opleving zullen kunnen leiden, maar daarnaast den middenstand zullen versterken, dus het maatschappelijke element, dat op den duur naar de macht zal moeten grijpen en daarbij op steun van de boeren zal kunnen rekenen, achten zij het noodig daarnaast de concessiepolitlek uit te breiden. Zij zijn bereid vergaande concessies aan de buitenlaridsche kapitalisten te verleenen om maar een groote leening te krijgen. Hebben zij een flink bedrag aan contanten weten te bemachtigen, dan kunnen zij hun macht fundeeren en hun heerschappij wat rekken. Wel is waar zal Rusland voor deze leening ongehoord hooge rente moeten betalen, maar dit laat de tegenwoordige heerschers van Rusland onverschillig. r Vergadering van Vrijdag 23 April. Besloten wordt ini 'de avondvergaderin gen van Woensdag en Donderdag een aan vang te maken met de besprekingen over punten der begrotingshoofdstukken en punten der regeeringsverkilaring, en voorts om de interpellatie-Brautigam over voor schriften voor schepen der binnenvaart op een nader te bepalen dag te houden. De moties-Cramer en -L. de Visser wor den verworpen, resp. met 51 tegen 27 stemmen en met 78 tegen 1 stem. De behandeling van de Indische begröo- ting wordt voortgezet. De heer Cramer (s.-d.) dringt aan op uitbreiding van die arbeidsinspectie efi afschaffing van de rotanstraf. De regee ring ga verder met d'e sociale wetgeving en bevordere landhouwkoïonisatie, liever dan arbeiderskolonisatie. De heer Scheurer (a.-r.) verzet zich tegen de oprichting van een Indische jene- verfabriek.. De heer Kleerekoper (s.-'d.) dringt aan op billijke rechtsbedoeling en komt op tegen het misbruik van preventieve hech tenis. Hij verlangt afschaffing van de ro- tanstraffen en .invoering van de kinder wetten in Ned.-Indië. De heer v. Boe.tzelaer v. Dub beldam (c.-h.) dringt aan op spoedige invoering van de voorwaardelijke veroor deeling en op' uitbreiding van de controle der arbeidsinspectie. De heer J 0 e k e s (v.-d.) vraagt inlich tingen over ongemotiveerde en willekeu rige toepassing vafi preventieve hechtenis, huis- en papieronderzoek op Inlanders en Chineezen. De functie van landrechter dient te worden opgedragen aan juristen en de sociale wetgeving worde voortgezet en uitgebreid. Het kantoor van arbeid moet naar het oordeel van spr. beter wor den geoutilleerd. De rotanstraf voor ge vangenen worde afgeschaft. De heer L. de Visser (c.-p.) wijst op het gebrek aan goede sociale wetgeving; de woningtoestanden zijn allerellendigst. De regeering is verantwoordelijk voor de martelingen aan het Indische proletariaat toegebracht. Hij dient een aantal moties in, de eerste strekkende vrijheid van politieke actie te verleerven, de tweede om tot intrek king der poenale sanctie te komen de derde tegen de lijfstraffen, de vierde tegen kin- der- en nachtarbeid voor vrouwen, de vijfde voor den 8-urendag c. q. den 6-urendag, de zesde voor ondersteuning van werkeloozen en werkverschaffing. Deze moties konden, daar zij niet ondersteund werden (de soc.- dem. hadden de vergadering verlaten) geen punt van bespreking uitmaken. De heer Van Rijckevorsel bepleit uitbreiding der arbeidsinspectie in Indië en behandelt de arbeidstoestanden ter oost kust van Java. De Minister van Koloniën, de heer Koningsberger, hoewel erken nend, dat op het gebied der sociale wet geving nog niet alles bereikt is wat kan worden bereikt, meent dat toch reeds veel ï>ereikt is. Over de uitbreiding der arbeids inspectie zal hij zijn gedachten laten gaan; afschaffing der rotanstraffen kan hij niet toezeggen. Hij zal overwegen of de com missie tot bestudeering der poenale sanctie anders kan worden samengesteld. Bij de artikelen klaagt de heer Cramer (s.-d.) over de door de regeering gemaakte woekerwinsten op de pandhuizen. Mevr. de V t i e sB r u i n s (s.-d.) bespreekt de voiksgezonidheid) en bepleit uitbreiding van het aantal gouvernements artsen; de heer Bulten (r.-k.) bespreekt het volksonderwijs.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 7