T
Derde Blad.
BINNENLAND
VAN ZATERDAG 24 APRIL 1926.
Veneznelaansche onderscheidingen.
Voor de Koningin en mgr. Nolens.
Bij decreet van 6 Maart 1.1., gepubliceerd
in El Nuevo Diario van Caracas van 7
Maart, heeft generaal J. V. Gomez, pre
sident van de Republiek Venezuela, nap*
het Centrum meldt, aan Koningin Wil-
helmina het halssnoer van het eereteeken
van het Borstbeeld van den Bevrijder ge-
schonaken. El Nuevo Diario voegt aan dit
decreet het volgende toe: x
„De doorluchtige President van Vene
zuela heeft, door aan H. M. de Koningin
van Holland het Collier van onze glo
rieuze nationale orde toe te kennen, een
daad van rechtvaardigheid verricht, die
tegelijkertijd zoowel een hulde beteekent
aan. de deugden en'het verheven karak
ter dezer waardige Souvereine, als een
uiting van de hartelijke verhouding tus-
schen Venezuela en Holland."
Bij decreet van den 6en Maart is tevens
aan mgr. dr. W. H. Nolenp, den leider der
Katholieke Staatspartij in Nederland,
staatsraad, hoogleeraar aan de Universi
teit te Amsterdam het Groot Lint van de
zelfde orde van den Bevrijder toegekend.
In haar nummer van 8 Maapt geeft de
Nuevo Diario het portret van mgr. No-
lens.
De financien van Emmen.
De Raad van Emmen besloot de door
Gedep. Staten noodig geachte maatrege
len om de begrooting goedgekeurd te krij
gen, niet te nemen vóór hij de zekerheid
heeft, dat het tekort van 100.000 op den
gewonen dienst door het Rijk gedekt
wordt.
Het Alkmaareche ziekenhuis.
Een voorstel tot nlet-ultvoeren.
Naar het Hbl. verneemt hebben Gedep.
Staten besloten aan het gemeentebestuur
van Alkmaar te berichten, dat zij niet be
reid zijn aan Alkmaar voor de stichting
van het ontworpen ziekenhuis in de Ca
dettenschool een jaarlijksche bijdrage van
20.000 gulden of welk ander bedrag ook
beschikbaar te stellen.
Ook cm andere redenen adristi-rou Ge
deputeerde Staten aan ha gemeentebe
stuur het raadsbesluit betreffende de
stichting van dit ziekenh'us in de Cad. t-
teiiMhu l niet uit te voeren.
Reorganisatie R.-K. Staatspartij.
Het R.-K. rWerkliedenverbond heeft,
naar „De Msb." ineldt, een brief gericht
tot het bestuur van den Bond van R.-K.
Rijkskiesfcringorganisaties betreffende
de reorganisatie van de R.-K. Staatspartljt,
als in het belang van de sociale organisa
ties en het geheele Katholieke volk, het
daarheen te willen leiden, dat de volgen
de wenschen alsnog in het ontwerp regle
ment worden verwerkt:
a. De werkzaamheden, in verband met
de samenstelling van het politiek-advies,
worden aan de bevoegdheid van den
Partijraad onttrokken en opgedragen aan
de bondsvergadering.
b. In den Partijraad worden recht
streeks opgenomen de personen, genoemd
of 'bedoeld in het ontworpen art 11, imet
uitzondering van die, bedoeld in sub 1,
öe, 61, 6n en 5o.
Voor de organisatie der werkgevers,
middenstanders, landbouwers en arbei
ders ware de strekte, waarmee ze in het
voorstel der oommissie rechtstreeks zit
ting zouden krijgen, aan te houden.
De afgevaardigden komen in de ver
gaderingen van den Partijraad niet vrij
mandaat.
c. Aan den Partijraad op te dragen: 1.
het bestudeeren en bespreken van poli
tieke vraagstukken; 2. het vaststellen van
het program.
R.-K. vacantlehuls-stlchtlng op
Schiermonnikoog.
Van Schiermonnikoog meldt men aan
het Ni v» hu N.:
De R.-K. Vacantlehuis-stichting heeft
moeilijkheden met haar betalingen. Zeer
vele kleine zakenmenschen op ons eiland
zijn gedupeerd, zooals de drie bakker vóór
een bedrag van duizenden, de melkleve-
ranoiers, enz. Op een handige manier heb
ben de heer en mevr. R. de zaken hier ge
dreven en steeds goederen weten los te
krijgen.
Vele schulden loopen al jaren lang. Er
ls op de gebouwen een le hypotheek van
70.000 en een 2e hypotheek van 10.000.
De pleegzusters zijn verleden week al
len vertrokken.
Van de 200 kinderen zijn er nog 20 over,
die binnenkort ook vertrekken.
Getracht wordt, met de crediteuren to'
een acooord te komen.
De minister van oorlog.
Ook* minister van marine a<
Interim.
De nieuwbenoemde minister van oor
log, de heer Lamboolj, zal tevens optreden
als minister van marine ad interim.
Hij zou gistermiddag 4 uur door de Ko
ningin worden beëedigd.
De correspondent van de N. R. Crt.
meldt dat bij op een vraag aan minister
La. 'boolj, of zijn wederoptreden als mi
nister van oorlog, ad Interim an marine,
er cp duidde, dat de miniaU-r op «eniger
schap aan het Vaticaan van standpunt
veranderd was sedert hij om dezelfde
kwestie zijn ontslagaanvrage had inge
diend, ten antwoord heeft gekregen, dat
dit niet het geval was. Deze zaak was
voor hem, na de laatste beslissing der
Tweede Kamer, van de baan, en toén de
minister-president in 'slands belang een
beroep op hem had gedaan, meende de
heer Lambooij zich hieraan niet te mogen
onttrekken.
De heer van Royen, de afgetreden mi
nister, wenschte zich over de redenen,
welke hem tot heengaan hadden genoopt,
niet nader uit te laten en verwees den oor
respondent naar jhr. de Geer, die op het
oogenblik evenmin tot een mededeeling
bereid bleek.
Verhaal van penslo®nen.
De Hooge Raad heeft Donderdag arrest
gewezen in de procedure tusschen den
burgemeester van Rotterdam enhetNed.
Onderwijzers Genootschap over de ver
haalbaarheid van pensioenbijdragen op
die onderwijzers(essen), die onder de
vroegere Pensioenwet voor onderwijzers
afstHnd van hun (haar] pensioen hadden
gedaan.
Een onderwijzeres te Rotterdam, die
onder bovengenoemde categorie viel, had
betaling van salaris gevorderd.
De gemeente was van meening, dat op
dat salaris het verhaal moest worden
gekort. De rechtbank besliste echter dat
deze korting niet mocht geschieden, omdat
art. 36 Pensioenwet niet op deze onder
wijzeres van toepassing ffe.
De Hooge Raad overwoog, dat, waar
vroeger de ambtenaren zich ten koste van
de pensioenbijdragen konden onttrekken
aan het pensioen, en dat zij later weer
voor dat pensioen zouden kunnen in aan
merking komen, wanneer werden bijbe
taald de stortingen, waaraan zij zich
vroeger hadden onttrokken, de bepalingen
voor de verhaalbaarheid van de bijdragen
niet op die ambtenaren toepasselijk is,
zoo niet werd bijbetaald, waartoe uitdruk
kelijk de vrijheid werd gelaten.
De Hooge Raad verwierp derhalve het
ingestelde cassatieberoep.
Physleke achteruitgang van ons geslacht
In 1925 werden bij de Ned. Spoorwegen-
niet minder dan 1300 personen voor den
dienst afgekeurd. In voorafgaande jaren
jedroeg dit aantal 600 a 700.
Tolheffing op Heer Hugowaards wegen.
In de te Heer Hugowaard gehouden
vergadering van ingelanden van den pol
der Heer Hugowaard ls met op één na
algemeene stemmen besloten tot tolhef
fing op de wegen in den polder. Dit be
sluit wrerd genomen op grond van de
overweging, dat het onderhoud der wegen
groote offers van de ingezetenen elscht,
terwijl dit onderhoud veroorzaakt wordt
door niet-lnwoners van den polder, die
met zware vrachten de wegen stukrijden.
De verwisseling aan Oorlog.
In verband met de vervanging van
minister Van Royen door minister Lam-
booy heeft het liberale Kamerlid mr. A.
van Gijn schriftelijke vragen tot de
regeering gericht.
De ansjovis de Zuiderzee binnen,
getrokken.
Een rijke vangst te wachten.
Tot dusver ging het met de ansjovis-
visscherij heel gunstig. Nieuwediep en
Bergen op Zoom bleven geregeld nieuwe
aanvoeren melden, nu eens meerder, dan
weer minder, zoodat gerekend mocht
worden op nieuwen intrek, 't Was ook
buitengewoon vroeg. We moeten terug
naar 1894, om dergelijke vroege intrek
van ansjovis in de Zuiderzee eerder aan
te treffen. Sinds deze week begon ook Urk
belangrijke vangsten te boeken. De vis-
schers met drijfnetten, welke niet benoor
den Enkbuizen kunnen komen, hadden
Dinsdag ook mooie vangsten, waaruit de
conclusie mag getrokken worden, dat de
ansjovis de binnenzee begint binnen te
trekken.
En waar Nieuwediep ook nu zelfs nog
van grootere aanvoeren begint te spreken,
mag redelijkerwijze verwacht worden, dat
een rijke ansjovisvangst te wachten is.
Dat is te hopen voor ue visschers, omdat
de haringvangst zuo goed als mislukt
beschouwd moet worden.
De prijzen handhaven zich nog steeds
goedmen betaalt voor de vlsch ca. 4555
cent per kilo. De beursprijzen houden
zich eveneens goed; men betaaltx van
f 2580 en f 8540 voor'de visch van
1925,. terwijl bij een meer grooteren aan
voer de prijzen nog wel iets lager zuilen
gaan.
Bij deze prijzen acht men het niet
loonend meer, ansjovis uit Spanje te
importeeren. (Telegr.)
bouw van twee torpedobootjagers en een
onderzeeboot.
Spr. deelde thans mede, dat het hiernaar
door den Minister van Marine ingestelde
onderzoek is geëindigd en dat hij goede
redenen heeft om aan te nemen, dat de on
gerustheid van de beide heeren zal wor
den weggenomen.
Voorts deelde Minister mede, dat spoe
dig de indiening van de Bedrflvenwet kan
worden tegemoet gezien; zij is thans bij
den Raad van State. De invoering zal ech
ter nog wel eenigen tijd op zich laten
wachten, omdat het vaststellen van de
openingsbalans een tljdroovende bezig-
heidjs.
.Dinsdag voortzetting.
wilde de verandering gepaard laten gaan
met een zeer bédenkelijken anderen maat
regel, de splitsing van onze Marine in
tweeën, verbrokkeling van onze „natio
nale" defensie, en afschuiving van een be
langrijk deel daarvan op het departement
van Koloniën. Ook hij wilde zich blijkbaar
aan de verantwoordelijkheid voor een we
zenlijk departement van Landsverdedi
ging niet wagen en daarom de marine
aan zijn ambtgenoot schuins tegenover
hem aan het Plein toewerpen.
De heer Lambooy ls nu wederom tot
minister van Oorlog, ad interim minister
van Marine benoemd. Wil deze restitutio
In integrum zeggen, dat hij zijn oude
plannen ook weder zal opvatten? Zij heb
ben in den lande en ook in de Kamer
reeds veel tegenstand ontmoet, en dit zal
er niet minder op worden, nu die beer
Lambooy ditmaal zijn denkbeelden zou
moeten doorzetten als mir !«*sr van een
extra-parlementair kabinet, dus op den
steun van eene aangesloten meerderheid
niet zou kunnen staat maken. Zoo zijne
plannen zuiver zakelijk worden beoor
deeld, wint zijne positie zeker niet aan
stevigheid en kracht. In zooverre zou de
wisseling aan Oorlog ook voor het minis
terie eene verzwakking beteekenen.
Menigeen zal verbaasd zijn, dat juist de
heer Lambooy tot opvolger van den heer
van Royen werd voorgedragen. De heer
Lambooy toch was een van de vier Room-
sche ministers, die hun verantwoordelijk
heid voor het beleid van hun departement
niet langer vermochten te dragen, toen de
Kamer niet langer bereid bleek, een ge
zant bij den Paus te bekostigen. Sedert
heeft de Kamer haar beslissing bevestigd.
Het heele conflict van November komt
hierdoor in het juiste licht te staan. Zoo
nog iemand mocht twijfelen, of de ontslag:
aanvrage van November wel noodig was,
of er inderdaad eenig landsbelang mee
was gemoeid, dan heeft hij thans een on
dubbelzinnig antwoord gekregen van nie
mand minder dan den heer Lambooy zelf.
Zijn nieuwe aanvaarding van de leiding
van het departement is de draad, waar
mee zijn protest van November als niets
waardig verloocend wordt
Het Handsblad zegt:
Nog pas een paar weken geleden heeft
het regeeringssoheepje met de nieuwe be
manning zee gekozen, of er is al weer
iemand overboord gegaan. Lang heeft zijn
ministerieele leven niet geduurd. Met be
rusting hangt de heer Van Royen degen
en steek, rok en witten broek in de mot-
tenkast, om straks den arbeid, die een an
der zoolang voor hem had waargenomen
aan den Delftsohen katheder te hervat
ten.
Toch rijzen er enkele vragen.
Wist de heer Van Royen bij zijn optre
den niet dat de samenvoeging der depar
tementen van oorlog en marine een der
programpunten zou vormen van het mi
nisterie door den heer De Geer gevormd?
Op de bonne fooi gaat men tooh niet in
een ministerie zitten, zelfs niet in een
Intermezzo-ministerie. Of had de minis
ter van oorlog en a.L van marine zich nog
geen oordeel gevormd over een dergelijk
belangrijk punt van landsbeleid? Is hij
misschien eerst ln de practljk van het re-
geeren tot de slotsom gekomen, dat deze
oomblnatie ongewensoht ls, zooals hij ten
aanzien van het vraagstuk der splitsing
van het personeel der marine, dat toch on
verbrekelijk samenhangt met dat van de
vereeniging der departementen meende
nadere voorlichting te behoeven.
Desondanks evenwel achten wij zijn ver
vanging door den heer Lambooy geen
kwaad. Integendeel. Een man als de nieu
we minister beschikt ongetwijfeld over
meer prestige en bij den stand der defen-
siezaken ln ons land is dat een factor van
groote beteekenis.
TWEEDE KAMER.
De communist L. de Visser eindigde
Donderdag zijn rede over de „Indische Be
grooting" met het stellen van een motie,
waarin wordt geconstateerd, dat het be
wind van den Gouverneur-generaal G. G.
Fock zich in toenemende mate heeft ge
kenmerkt door het willekeurig toepassen
van onderdrukkingsmaatregelen, welke ln
sommige gevallen een provoceerend ka
rakter droegen, en waardoor de normale
ontwikkeling der volksbeweging wordt
verstikt en waarin de Regeering verzocht
wordt het daarheen te leiden dat bij het
optreden van den nieuwen G.-G. alge
meene amnestie zal worden afgekondigd
ten opzichte van alle door in- en externee-
ringsbeéluiten en door vonnissen verband
houdende met de volksbeweging betrof-
fenen.
Door de heeren Scheurer en Van Rijcke
vorsel werd nog aangedrongen op de in
diening van een aanvulllngsbegrootlng
lol wijze met betrekking t» t het gezant- voor den aanvankelijk teruggenomen
UIT DE PERS.
De wisseling van Oorlog.
De N. R. Crt. aohrijft naar aanleiding
van het communiqué van gisteren over
het bedanken van Minister van Royen als
minister van Oorlog en minister van Ma
rine ad-interim:
Begrijpen wij het communiqué wel
doch het woord „voorbereiding", dat er
in opgenomen is, geeft reden tot twijfel
kan komt het hierop neer, dat de heer
van Royen geen kans ziet, de beide depar
tementen, die samengetrokken zouden
worden tot één, en die aan den beheerder
zoo geheel uiteenloopende eischen stellen,
onder zijn leiding te houden. Wij zouden
dan niet zoozeer met zakelijke bezwaren,
dan wel met persoonlijke bedenkingen te
doen hebben.
Indien dit zoo ls, kan het besluit van
den heer van Royen niet verwonderen.
Behalve de heer Oolljn ls er tot nutoe hier
te lande nog nooit iemand gevonden, die
de uiterst zware taak, die voor het hoofd
van een departement van Landsverdedi
ging weggelegd ls, heeft op zich durven
nemen. Minister Bergansius, niet de eer
ste de beste, maar een man van onge
ëvenaarde werkkracht en kennis, nam de
proef, doch deinsde per slot van rekening
voor de opdracht terug. Na hem heeft, met
uitzondering van minister Colljn, niemand
de onderneming meer aangedurfd. Er ls
bij herhaling sprake van geweest, doch
per slot van rekening kwam van de sa
mentrekking van de twee departementen
nimmer, omdat de persoon, die de taak
dorst te aanvaarden, niet was te vinden.
Alleen de heer Lambooy scheen den moed
ertoe te hebben verzameld, maar deze
Politiek gesproken is het wel merkwaar
dig, dat nu een tweede roomsoh-katholiek
in dit ministerie plaatsneemt. Natuurlijk
„voor eigen verantwoording", dus zonder
dat dit de R.-K. Staatspartij bindt. Maar
de zaken liggen hier toch wel' eenlgszins
anders dan ln het geval van minister
Waszink. Immers de heer Lambooy was
een dergenen, die de crisis hielp veroor
zaken toen hij van zijn plaats opstond,
nadat het amendement-Kersten was aan
genomen op 12 12 November LL
De overzichtschrijver van Het Volk
zegt o.m.:
Er rijst een ernstig vermoeden, dat er
meer achter dit plotselinge en onvers
wnchte aftreden steekt. Donderdagmid
dag, eenige uren voordat het bericht van
het aftreden aan het persbureau werd
toevertrouwd, deelde de minister van Ko
loniën namens de regeering in de Tweede
Kamer mede, dat het onderzoek des hee
ren v. Royen omtrent de noodzakelijkheid
van aanbouw van twee nieuwe torpedo
jagers en een nieuwe duikboot was afge-
loopen en dat hij reden had om aan te ne
men, dat de ongerustheid, hieromtrent
door het katholieke Kamerlid Van Rycke-
vorsel en het anti-revolutionaire Kamer
lid Schreurer geuit, zal worden weggeno
men.
De heer Van Royen ls blijkbaar bij zijn
onderzoek tot de konklusle gekomen, dat
de aanbouw der drie oorlogsschepen niet
noodig is. Het kabinet echter schijnt zich
ln meerderheid v 0 0 r die schepen uitge
sproken te hebben en de heer Van Royen
verdwijnt even spoedig als 'hij gekomen is,
om plaats te maken voor zijn voorganger
Lambooy, die wel voorstander van de drie
schepen ls.
Het Vaderland (lib.) vraagt om meer
licht en schrijft voorts veronderstellender-
wljs:
)e heer de Geer heeft om zoo te zeg
gen twee vliegen ln één klap kunnen
slaan: den anti-revolutionairen het plei-
zier doen een minister te offeren, die hun
een doorn ln het oog was, en den Katho
lieken eene plaats meer geven in zijn ka
binet. En in dat geval zal hij aan den heer
Van Royen wel geen moeilik man gehad
hebben.
De Tijd (r.-k.) zijn oordeel samenvat
tend, meent dat door de persoonswisseling
aan Oorlog de positie van de regeering is
versterkt, dooh dat er in het extra-parle
mentaire karakter van het kabinet geen
wijziging is gekomen:
De Nederlandler (o.-h. schrijft:
Deze verwisseling wijst bij vernieuwing
op de voortdurende moeilijkheden ten
aanzien onzer nationale defensie. Niet
zonder zorg zien wij in dit opzicht de toe
komst tegemoet In elk geval zullen wij
ons oordeel achterhouden, totdat over de
oorzaken dezer verwisseling het noodige
licht zal zijn opgegaan. Wij vertrouwen
echter, dat de marine in geen enkel op
zicht schade door haar zal lijden.
DeTelegraaf wijst erop, dat tot de
eerste regeeringsdaden van den heer Van
Royen heeft behoord het schrappen van
een belangrijken post op de Marinebe-
ijrooting: 2.400.000 voor den aanbouw
van twee torpedobootjagers en een onder
zeeboot
Het kon wel niets anders of deze schrap
ping al werd zij dan door den minis
ter nog niet als een definitieve geken
schetst wekte tegenstand, waaraan in
de Tweede Kamer met name de heer Van
Dijk uiting gaf. Moest in deze manoeuvre
een uiting worden gezien van den wensch
om gelijk het Kamerlid het uitdrukte
de marine „te doen uitsterven"? Wat
daarvan zij, zeker ls, dat zich, ln afwach
ting van de definitieve houding des mi
nisters, hier een Ingrijpend meeningsver-
schil ontwikkelde tusschen den minister
ter eener, de Katholieke en Anti-Revolu-
tionnaire Kamerfracties ter anderer zijde.
Het ls alleszins waarschijnlijk, dat hier de
achtergrond van het aftreden van den
heer Van Royen moet worden gezocht.
In het optreden van den heer Lambooy
ziet het blad een verder aanhalen van den
band tussohen de Katholieken en de Re
geering.
Tot die conclusie moet het feit leiden,
dat een op den voorgrond tredende figuur
als de heer Lambooy met zijn politieke
antecedenten, de behartiging der defen-
siebelangen opnieuw op zich neemt. En-
zoo rijst de vraag: moet men in dit be
wijs van toenemende eensgezindheid tus
schen het kabinet en de Katholieken een
teeken zien van geleidelijk herstel der al
oude partijgroepeering?
Ontnuchtering.
Over de ontnuchtering, die het bolsje
wisme onder zijn aanhangers in Sovjet-
Rusland heeft gebracht, heeft het Han
delsblad een artikel, waaraan wij het
volgende ontleenen.
De „eigen berichten" van vele buiten-
landscbe bladen uit Rusland, die over een
paniek-stemming te Moskou spreken en
zeer fantastische tafereelen uit Rusland
geven, moeten natuurlijk met zeer veel
reserve behandeld worden. Het la voor-
loopig nog te vroeg over een paniek
stemming te Moskou te spreken, maar dat
er onder de bolsjewistische leiders een
gedrukte stemming heerscht, dat men er
de toekomst donker inziet, is een feit.
De lndustrieele opleving, die de bolsjewlki
zooveel hoop heeft gegeven' is nu afge-
loopen, en inplaats daarvan komt een
tegenover gestelde beweging: fabrieken
worden gesloten en de arbeiders worden
met duizenden op straat gezet. De socia
listen herhalen nog de oude en afgezaagde
redevoeringen over den socialistischen
opbouw van de maatschappij, maar de
arbeidersleiders zijn ontnuchterd.
De „Ekonomitsjeskaje Zjisnj" hei bolsje
wistische blad, schrijft o.m. naar aanleiding
van de zitting van de centrale controle
commissie van de R.K.I. (Arbeiders en
Bóeren-Inspectie).
De maximale bevordering van de nijver
heid en de onverschilligheid tegenover
den landbouw is het gevolg van de ver
keerde meening, dat de industrie bevor
derd moet worden, terwijl de landbouw
zichzelf zal kunnen helpen. Dit is volgens
het blad een dwaasheid; deze „impressio
nistische politiek" moet voor goed opge
geven worden.
Wie de ontwikkeling van den econo-
mischen en politieken toestand van Sovjet-
Rusland kent, die weet welk een groote
beteekenis deze erkenning van het offl-
cieele blad der bolsjewlki heeft. De
industrie toch was het laatste bolwerk
waarachter zij zich verscholen. De land
bouw werd aan zijn lot overgelaten, omdat
de bolsjewlki er zich van bewust waren,
dat een verdere ontwikkeling van den
landbouw onvermijdelijk tot versterking
van de positie der boeren moet lelden,
dus tot vermeerdering van een hen vijan
dige macht.
Er baant zich echter steeds meer en
meer een nieuwe atrooming door, die het
gevaar van den toestand inziet en bereid
is ingrijpende veranderingen ln de econo
mische structuur van het land toe te
stemmen. Zij willen afstand doen van de
kunstmatige industrialisatie en het parti
culier kapitaal meer vrijheid van bewe
ging geven.
Daar deze leiders begrijpen, dat deze
maatregelen wel tot een zekere opleving
zullen kunnen leiden, maar daarnaast den
middenstand zullen versterken, dus het
maatschappelijke element, dat op den duur
naar de macht zal moeten grijpen en
daarbij op steun van de boeren zal kunnen
rekenen, achten zij het noodig daarnaast
de concessiepolitlek uit te breiden. Zij zijn
bereid vergaande concessies aan de
buitenlaridsche kapitalisten te verleenen
om maar een groote leening te krijgen.
Hebben zij een flink bedrag aan contanten
weten te bemachtigen, dan kunnen zij hun
macht fundeeren en hun heerschappij wat
rekken. Wel is waar zal Rusland voor
deze leening ongehoord hooge rente moeten
betalen, maar dit laat de tegenwoordige
heerschers van Rusland onverschillig.
r
Vergadering van Vrijdag 23 April.
Besloten wordt ini 'de avondvergaderin
gen van Woensdag en Donderdag een aan
vang te maken met de besprekingen over
punten der begrotingshoofdstukken en
punten der regeeringsverkilaring, en voorts
om de interpellatie-Brautigam over voor
schriften voor schepen der binnenvaart op
een nader te bepalen dag te houden.
De moties-Cramer en -L. de Visser wor
den verworpen, resp. met 51 tegen 27
stemmen en met 78 tegen 1 stem.
De behandeling van de Indische begröo-
ting wordt voortgezet.
De heer Cramer (s.-d.) dringt aan
op uitbreiding van die arbeidsinspectie efi
afschaffing van de rotanstraf. De regee
ring ga verder met d'e sociale wetgeving
en bevordere landhouwkoïonisatie, liever
dan arbeiderskolonisatie.
De heer Scheurer (a.-r.) verzet zich
tegen de oprichting van een Indische jene-
verfabriek..
De heer Kleerekoper (s.-'d.) dringt
aan op billijke rechtsbedoeling en komt op
tegen het misbruik van preventieve hech
tenis. Hij verlangt afschaffing van de ro-
tanstraffen en .invoering van de kinder
wetten in Ned.-Indië.
De heer v. Boe.tzelaer v. Dub
beldam (c.-h.) dringt aan op spoedige
invoering van de voorwaardelijke veroor
deeling en op' uitbreiding van de controle
der arbeidsinspectie.
De heer J 0 e k e s (v.-d.) vraagt inlich
tingen over ongemotiveerde en willekeu
rige toepassing vafi preventieve hechtenis,
huis- en papieronderzoek op Inlanders en
Chineezen. De functie van landrechter
dient te worden opgedragen aan juristen
en de sociale wetgeving worde voortgezet
en uitgebreid. Het kantoor van arbeid
moet naar het oordeel van spr. beter wor
den geoutilleerd. De rotanstraf voor ge
vangenen worde afgeschaft.
De heer L. de Visser (c.-p.) wijst
op het gebrek aan goede sociale wetgeving;
de woningtoestanden zijn allerellendigst.
De regeering is verantwoordelijk voor de
martelingen aan het Indische proletariaat
toegebracht. Hij dient een aantal moties in,
de eerste strekkende vrijheid van politieke
actie te verleerven, de tweede om tot intrek
king der poenale sanctie te komen de derde
tegen de lijfstraffen, de vierde tegen kin-
der- en nachtarbeid voor vrouwen, de vijfde
voor den 8-urendag c. q. den 6-urendag, de
zesde voor ondersteuning van werkeloozen
en werkverschaffing. Deze moties konden,
daar zij niet ondersteund werden (de soc.-
dem. hadden de vergadering verlaten) geen
punt van bespreking uitmaken.
De heer Van Rijckevorsel bepleit
uitbreiding der arbeidsinspectie in Indië
en behandelt de arbeidstoestanden ter oost
kust van Java.
De Minister van Koloniën, de
heer Koningsberger, hoewel erken
nend, dat op het gebied der sociale wet
geving nog niet alles bereikt is wat kan
worden bereikt, meent dat toch reeds veel
ï>ereikt is. Over de uitbreiding der arbeids
inspectie zal hij zijn gedachten laten gaan;
afschaffing der rotanstraffen kan hij niet
toezeggen. Hij zal overwegen of de com
missie tot bestudeering der poenale sanctie
anders kan worden samengesteld.
Bij de artikelen klaagt de heer Cramer
(s.-d.) over de door de regeering gemaakte
woekerwinsten op de pandhuizen.
Mevr. de V t i e sB r u i n s (s.-d.)
bespreekt de voiksgezonidheid) en bepleit
uitbreiding van het aantal gouvernements
artsen; de heer Bulten (r.-k.) bespreekt
het volksonderwijs.