MIME COURANT
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS.
VAN DONDERDAG 29 APRIL 1926.
Eerste Zomer-conccrt
te gwen door ihiet stedelijk Muziek
korps' (diir. Jlb. ter Hall) op Vrijdag 80
April 1926, ter eer© van den verjaardag
vam U.K.TT. Prinses Juliana, 's avonds
van half 9 tot 10 uur, in de muziektent in
het Plantsoen.
Programma:
Plaaquett».
Bij ongunstig weder zal het concert
worden gegeven op Zondag 2 Mei van
half 8 tot 4 uur run.
k
Serenade.
Aan het echtpaar Wal, op den Konings
weg, dat gisteren hun 50-jarige echtver-
eenigiug vierde, werd door het „Helder's
Fanfarekorps" een serenade gebracht.
Om 8 uur trokken de muzikanten van
de Werf, voorafgegaan en gevolgd door
dichte drommen menschen, vooral op den
Koningsweg was de belangstelling zeer
groot.
Do politie handhaafde de orde, zoodat
alles zonder een enkel incident verliep.
Marine Sanatoriumfonds.
Blijkens eene advertentie in dit nummer
organiseert het Marine Sanatoriumfonds
een „Hoofddekselwedstrijd", hetgeen iets
nieuws is voor Helder en dus wel trekken
zal. Voor bizonderheden verwijzen wij
naar bedoelde advertentie.
De opera „De Postiljon van Lonjumeau".
Het is voor Helder een bijzonderheid,
dat dit groote en zeer gerenommeerde
Opera-gezelschap „De Haghezangers",
onder de bekwame directie van Louis
Bouwmeester Jr., a.s. Woensdag naar hier
komt. Hoewel deze groote ondernemingen
op tooneelgebied meestal aangewezen zijn
op de hoofdsteden, hebben we het aan
de doortastendheid van de Oasino-directie
te danken, dat we nu toch ook eens een
opera in optima forma door prima be-
roepsartisten in onze eigen woonplaats
krijgen. Het gezelschap van Louis Bouw
meester Jr. is voorzeker door de groote
bladen bij velen reeds voldoende bekend.
Het geeft uitstekend eerste-klasse werk
zit uitmuntend in elkaar "en bestaat uit
de allerbeste krachten op operagebied.
Alleen al de beroemde tenor Louis Mor-
risson, welke als gast optreedt, is een
attractie op zichzelf. Verder noemen we
de bekende sterren: Gretba Santhagen-
Manders, Henri Bloemgarten, Jopie van
5Son, Joh. Boskamp, Frans Zeegers, enz.
De verzorging wordt bij deze operavoor
stellingen altijd ten zeerste geroemd. Er
komt een volledig koor en eigen orkest
mede, dat onder leiding staat van den
kapelmeester Jules Suzan. Verder worden
de schitterende decors van J. Puls mee
gebracht, terwijl de costumeering een lust
voor de oogen zal zijn. Een opvoering
dus, zooals we hier nog niet gehad heb
ben en die zeer de moeite waard zal zijn
te gaan zien, vooral waar het hier .niet
dikwijls voorkomt, dat men een opera te
hooren krijgt van zulke uitgelezen zan
gers. Hoewel men In Amsterdam voor
zulk een opera minstens f 4 f 5 voor
entrée moet betalen, worden hier de lage
prijzen gehandhaafd en gesteld op f 1.50,
f 1 en f 0.75 plus rechten. Hieronder vol
gen nog enkele beoordeelingen van dit
werk. f
1 MeJ-vleorlng der 8. D. A. P.
Wij ontvingen het programma van de
i Mei-viering der afdteel'ing Helder van de
S.D.A.P. Deze dag staat, evenals verleiden
jaar, in de leus van „ontwapening, aoht-
urendag en medezeggenschap in de bedrij
ven". Reeds des morgens te half zeven
trekt „Helder's Fanfarecorps" door de stad
na gehouden reveille, en te half elf heeft
in het Marime-Bondsgebouw een bijeen
komst plaats met muziek, zang en decla
matie. De A.J.C.-ers komen te 2 uur op het
Stationsplein hun dansen uitvoeren, en te
3 uur wofdt aldaar de Meistoet geformeerd,
waarin verschillende deelnemende bonden
en vereenigingen vaandels, transparanten
en vlaggen zullen mededragen en waarin
een drietal zegewagens zullen rijden. Des
avonds te 8 uur heeft de groote vergade
ring in „Casino" plaats.
De ,te volgen route voor de Reveille is:
Jonkerstraat opstelling; Jan in 't Velt-
straat; Nieuwstraat; $poorgracht; Jan-
zenstraat; Jan zen|warsstr aatGraven
straat; Kroonstraat; Keizerstraat; Calii-
forniestraat;' Breewaterstraat; Spoorstraat;
2e Vroonstraat; Koningdwarsstraat; Ko
ningstraat; Koningsplein; Polderweg; De
Wetstraat; Van Galienstraat; Kerkgracht;
Laan; Walvischstraat; Breestraat; Paar
denstraat; Smidsstraat; Dijkstraat; Ka-
naalweg; Postbrug; Koningsplein: Prins
Hendriklaan voor het Bondisgebouw ont
binden.
Te volgen route door den Meistoet:
Opstelling Stationsplein; Sdiagenstraat;
Sluisdijkstraat; Ruijghweg; Fabrieks-
gracht; Van Hogendarpstraat; Stakman
Bossestraat; 2e Jan in 't Veltstraat; Nieuw
straat; Spoorgracht: Westgracht; Bree-
waterstraat; Spoorstraat; Hoogstraat;
Loodsgracht; Kerkgracht; Westplein;
Dijkstraat; Langestraat; Singel; Kerk
gracht; Van Galenstraat; Paul Kruger-
straat; Polderweg; Pr. Hendriklaan; Sta
tionsplein ontbinden.
Op de Mei-vergadier,ing in „Casino" zal
medewerking worden verleend door „Hel
der's Fanfarecorps", de A.J.C., „Kunst
aan 't Volk" en het „Arbeiders Strijkor
kest", terwijl als spreker daartoe uit Haar
lem zal overkomen de heer A. W. Michels.
Diens zoon, Gé Michels, leerling van den
bekenden Amsterdamschen muziek-pae-
dagoog en carillonist, den heer J. Vincent,
zal een drietal solo-nummers voor piano
spelen, van Chcpin, Mozart en Weber.
Het zal dus een interessante avond wor
den. Helder's Fanfarecorps komt met vier
nummers, „Kunst aan 't Volk" eveneens,
het Arbeidersstrijkarkest, onder leiding
van den heer Peeters, zal o. a. twee deelen
uit de 6e symphonie van Haydn vertolken,
en.een compositie (wals) van 's hee-
ren Michels' zoon. Voor dezen avond zijn
toegangskaarten k 25 cents verkrijgbaar,
zoodat wij mogen aannemen, dat het tjok
vol zal worden.
„Noorder Kunstkring**.
Men schrijft ons:
De belangstelling van het Heldersche
publiek is door een tweetal affiches allicht
gaande gemaakt, voor de hierboven ge
noemde vereeniging. Zij heeft n.1. een
prijsvraag uitgeschreven onder haar leden,
tot het ontwerpen van een propaganda-
plaat voor het werven van donateurs van
de vereeniging.
Het werk van een tweetal prijswinnaars
is thans aan het oordeel van het publiek
onderworpen. N.1. voor het raam van
„Musis Sacrum", Koningstraat hangt de
plaat van den heer W. Schoonhoven
hierbij was de degelijke vlakverdeeling en
goede letter reden zijn werk te bekronen.
Van den heer D. Kuiper is een plaat te
zien in de étalage der firma „Iris",
Spoorstraat. Hierbij waren de letters, hoe
wel goed van plaatsing veel te onduidelijk.
De geestrijke inhoud en gevoelige uit
werking van het geheel was echter vol
komen een bekroning waard. N
Voor een tweede prijsvraag, uitgeschre
ven door den heer W. Stevenson, en te
zien voor het raam van zijn slojdlokaal
Dijkstraat, werd door den heer Schoon
hoven 't beste werk ingezoóden. Een zeer
moeilijk op te lossen vlakverdeeling werd
hier uitstekend bereikt.
Intusschen zit het bestuur der vereeni
ging niet stil, en dit, ondanks haar zeer
bescheiden middelen.
Dezer dagen wordt weer een lezing ge
houden voor leden en donateurs, toege
licht met lichtbeelden.
De heer Steeman zal het onderwerp
behandelen„Is fotografie kunst" Het
is te hopen, dat door het groet aantai
donateurs de zaal te klein zal blijken. De
vereeniging „Noorder Kunstkring" tracht
op deze wijze in onze stad in belangstel
ling voor en kennis van de beeldende
kunst te vergrooten.
Rectificatie.
In ons nummer van Dinsdag werd onder
het hoofd „Voor den Politierechter" een
berichtje geplaatst, qvef een „niet tevre
den sluiswachter", dït -moest echter zijn
„lichtwachter"
Uit het Politierapport
Door een bewoner van de Achterstraat
werd Maandag op het hoofdbureau een
jekker, broek, hemd, das en een muts
gebracht, alle militaire kleedingstukken.
Hij had deze goederen in een pakhuis
aan de Achterstraat gevonden. Vermoede
lijk waren de kleeren afkomstig van den
milicien-matroos B., die sinds eenige
dagen gedeserteerd is.
De commandant van de Marine-Kazerne
werd ermee in kennis gesteld, deze liet
de goederen halen.
Een agent vond Dinsdagnacht in de
Weezenstraat een flets onbeheerd staan
en bezorgde deze een plaatsje op het
Hoofdbureau.
VERGADERINGEN, VERMAKELIJK
HEDEN, ENZ.
Donderdag 29 AprlL
"De Harpe Davinds", Geref. Kerk 8 u.
Lezing Lifth. Jongel.-Vetreen. „Eén is Uw
Meester". Spr.: Ds. Westenburg van
Beverwijk. Luth. Kerk, 8 uur.
Maandag 8 MeL
Oaadno, 8 cl Vrije Var. JRmmfr^nrti*
GEMEENTERAAD.
Vergoeding art 100 der L. O.-wet.
De Raad besloot op 17 November 1925
aan de Vereeniging „Laat de Kinder-
kens tot Mij komen", op grond van art
100 der L. O.-wet 1920, over 1924 voor de
school aan de Koningstraat een vergoe
ding toe te kennen van 1154.16, n.1. de
wedde van mej. J. O. M. Tangerinck en
niej. O. A. de Vlieger over het tijdvak
1 Januari t/m 31 Mei 1924. Door toepas
sing van de bij K. B. van 22 September
1926, No. 81, genomen beslissing, houden
de dat voor de vaststelling der onder
havige vergoeding het gemiddelde aantal
leerlingen over het aan het betrokken
jaar voorafgaande jaar (en niet over het
zelfde jaar, zooals vóór dien tijd werd ge
nomen) tot grondslag moet worden ge
nomen, kon de jaarwedde van mej. T.
Schutjt over het tijdvak van 1 Januari
t/m 81 Maart 1924 0 j. niet voor rekening
der gemeente komen.
Het betrokken Schoolbestuur is van dit
besluit bij Ged. Staten in beroep gegaan
en door dat Ooilege bij beslissing van 7
April j.1. in het gelijk gesteld.
Met de beslissing van Ged. Staten kun
nen B. en W. zich evenwel niet vereeni
gen. Dit Ooilege gaat daarbij namelijk van
de gedachte uit, dat zoowel het aantai
leerlingen als het aantal leerkrachten
over het aan het betrokken jaar vooraf
gaande jaar voor de berekening der ver
goeding als grondslag moet worden geno
men, hetgeen niet in overeenstemming is
met het Koninklijk besluit van 22 Septem
ber 1925. Volgens dit besluit toch moet
voor de berekening der vergoeding het
aantal leerlingen over het voorafgaande
en het aantal leerkrachten over hetzelfde
jaar, waarop de vergoeding betrekking
heeft, worden genomen.
In verband hiermede stellen B. en W.
voor van dit besluit van Ged. Staten bij
de Kroon in beroep te gaan.
Wijziging loontabol Gem.-Werklieden.
In. verband met het in den Raad van
9 Maart j.1. aangehouden punt 4 van het
voorstel nopens de wijziging van de loon-
tabel voor de werklieden door toevoeging
van de functie „ooncierge-hulpafslager"
aan den Vischafslag, heeft door het be
trokken lid van het College een bespre
king over deze aangelegenheid plaats ge
had, waarbij tegenwoordig waren de hee-
ren O. Bot, lid van den Raad, M. A. Kol-
ster, vischhandelaar, P. O. Groot, betaal
meester aan den Vischafslag, G. de Boer,
oud-marktmeester, en J. L. Goedkneciht,
marktmeester bij den Vischafslag. Het in
deze bespreking verhandelde is nederge-
legd in het bij de stukken gevoegde rap
port
Uit dit rapport blijkt, dat allen het er
mede eens zijn, dat een derde kracht aan
den Vischafslag niet kan worden gemist.
Algemeen kan men er zich mede vereeni
gen, dat Bakker Jr. gevraagd zal worden
tegen vergoeding van 800.per jaar,
in lossen dienst, de diensten voor con
ciërge en hulpafslager, onder toezicht en
verantwoordelijkheid van den marktmees
ter, te willen verrichten.
Omtrent dit laatste zijn B. en W. een
andere meening toegedaan. Waar de te
benoemen concierge-hulpafslager, tevens
belast met het schoonhouden van hal en
vischkisten, een volledige betrekking
heeft, moet deze ook volledig gesala
rieerd worden.
Op grond van het uitgebrachte rapport
en dit oordeel, meenen B. en W. bij hun
voorstel te moeten persisteeren.
Wijziging Verordening pellen enz. van
mosselen.
Tengevolge van de invoering van het
nieuwe Wetboek van Strafvordering op
1 Januari j.1. zou wijziging moeten wor
den aangebracht in artikel 4 der Verorde
ning op het pellen, koken en zouten, van
mosselen en'garnalen en in artikel 4 der
Verordening tot wering en beteugeling
der mazelen in de gemeente Helder.
Deze wijzigingen betreffen slechts een
veranderde nummering van een artikel.
De Gezondheidscommissie kan er zich,
voor wat de eerstgenoemde wijziging be
treft, mede vereenigen, doch geeft in
overweging de verordening tot wering
enz. der mazelen in te trekken, daar deze
geen praktisch nut meer afwerpt.
B. en W. stellen voor in dezen geest te
besluiten.
Vergoeding art 13 L 0.-wer| 1920.
In do vergadering van den Raad van
27 October 1925 besloot deze, overeenkor%
stig het voorstel van B. en W., o.a. af
wijzend te beschikken op het verzoek van
J. Lengera, Schoolvaart No. 5, om tege
moetkoming krachtens art. 18 der L. O.-
wet krachtens art 13 der L. O.-wet 1920
in de kosten van vervoer voor 't bezoeken
doorzijn kinderen van de r.k. school aan
de Javastraat op grond van het feit dat
bedoelde kinderen, vóór hun toelating tot
genoemde school, de O. L. school te Ju-
lianadorp bezochten, gelegen op minder
dan 4 K.M. afstand] van hunne woning,
terwijl niet kan worden gezegd, dat eerst
genoemde school nog niet was opgericht,
toen deze kinderen tot de O. L. school te
Julianadorp werden toegelaten, aangezien
deze .school" te voren was ondergebracht
in het „gebouw" aan de Jonkerstraat
alhier.
Lengers, zich met deze beslissing niet
kuhnende vereènigen, omdat naar zijn
meening de bedoeling van den laatsten
volzin van het eerste lid van art. 18 der
L.O.-wet 1920 is, dat tegemoetkoming
moet woijden verstrekt, wanneer deze ver
langd wordt voor het vervoer naar een
schoolgebouw, dat bij de toelating der
leerlingen nog niet was opgericht, is hier
van bij Ged. Staten dezer provincie in be
roep gegaan en door dat Ooilege in het
gelijk gesteld.
Deze beslissing van Ged. Staten berust
op de volgende overwegingen:
„dat het verschil in opvatting zijn oor
sprong'vindt in de hij de wet van 10 Fe>-
„bruari 1928, Stbl. No. 88 tot stand geko
men aanvulling van het eerste lid van
„artikel 18 der wet met de thans daarin
„voorkomende laatste zinsnede;
„dat de opneming dezér bepaling een
„uitvloeisel is van een door de leden der
„Tweede Kamer, mej. Westerman os., in
gediend amendement, en dat, blijkens de
„daaromtrent 'door het lid dier Kamer,
„Mr. Dresselhuijs, gegeven mondelinge
„toelichting, de bedoeling van de voor
stellers was, te voorkomen, dat kindereq,
„die reeds gaan op eene school, bij welker
„karakters de ouders zich hebben neerge
legd, niet op die school zullen blijven, en
„de vergoeding dus alleen kan gelden
„voor de kinderen, die de school pas moe-
„ten beginnen te bezoeken;
„dat dus naar de kennelijke bedoeling
„van de voorstellers van het amendement,
„de uitzondering, voorkomende in de slot-
„zinsnede van het eerste lid van art 13
„der wet, in het voorliggende geval niet
„van toepassing zou zijn;
„dat deze bedoeling evenwel niet tot
„haar recht is gekomen in de bewoordin
gen der betrokken wetsbepaling, welke
„de inwilliging van het verzoek van ap
pellant in het gegeven geval medebren
gen;
„dat toch, al wordt het woord „school"
„in de L. O.-wet nu eens gebruikt in den
„zin van de inrichting van onderwijs als
„zoodanig en flan weer in den zin van het
„schoolgebouw", niet mag worden aange-
„nomen, dat dit woord, hetwelk in het
„eerste lid van artikel 18 vier malen voor
komt, de eerste drie malen ontwijfelbaar
„in de beteekenis van „schoolgebouw" in
„het einde van den slotzin eene andere
„beteekenis hebben zou dan in de drie
„eerste gevallen, dat derhalve aan het
„woord „school", voorkomende aan het
„einde van den slotzin naar de duidelijke
„bewoordingen der wet, geen andere be
tekenis mag worden toegekend, dan die
„van „schoolgebouw"."
Deze uitspraak berust dus uitsluitend
op de letter der wet, terwijl met de be
doeling van den wetgever geen rekening
wordt gehouden. Deze bedoeling toch was
rekening te houden met de richting van
het onderwijs dat aaneen bepaalde
sohool werd gegeven en niet de vergoe
ding afhankelijk te stellen van de al dan
niet oprichting van een nieuw gebouw.
B. en W. kunnen zich met deze beslis
sing van Ged Staten dan ook niet ver
eenigen, en stellen den Raad, mede om
een beslissing in hoogste instantie over
deze aangelegenheid uit te lokken, voor
van dit besluit bij de Kroon in beroep te
gaan.
Int Congres Reddingwezen.
Het Uitvoerend Comité van het 8e Int
Congres voor Reddingwezen en Eerste
hulp bij ongelukken te Amsterdam, ver
zoekt een vertegenwoordiger der gemeen
te aan het Congres, te houden in Septem
ber 1926, te doen deelnemen en het Con
gres door een subsidie of gilt te wiljen
steunen.
De kosten der verplichte contributie en
voor de „Handelingen" bedragen in eens
resp. 10.en 2.50.
B. en W. meenen, dat het belang dezer
gemeente bij het Congres voldoende is
betrokken en stellen den Raad voor den
Geneeskundigen Dienst alhier te doen
toetreden als lid van het Congres tegen
betaling der bovengenoemde verplichte
kosten, ad 12.50 en aan het Congres voor
eens eene subsidie te verleenen van 26.
STERFDAG VAN MICHIEL
ADRIAANSZ. DE RUYTER.
Op 29 April van dit jaar herdenken wij
den dag waarop onze 'groote zeeheld,
Michiel Adr.z. de Ruyter vóór 230 jaren
stierf aan de gevolgen eener verworiding,
die hij tijdens een gevecht tegen de Fran-
sche vloot in de straat van Messina had
opgeloopen. Het spreekt vanzelf, dat, waar
men allerwegen in ons land dit feit her
denkt, de „Heldersche Courant", verschij
nend in een stad, die zoozeer een is met
de zee, in dezen niet mag achterblijven.
Wie wel op Texel komt, zal daar weÉicht
het kerkje van Oudeschild bezocht hebben,
waar De Ruyter dikwijls ter kerke ging
als zijn tochten hem in deze buurt voerden
en waar den bezoeker met trots een lamp,
met een zeven a achttal koperen candela-
bres, een geschenk van De Ruyter, gewe
zen wordt.
Hoewel in groote trekken aanbieder, die
een lagere school bezocht heeft, de per
soon van De Ruyter en dJe wijze waarop
hij sneuvelde, bekend is, zullen de bizon
derheden van zijn laatsten tocht wellicht
niet aan ieder bekend zijn. Het is wel aar
dig, aan de hand van De Ruyter's levens
beschrijver en tijdgenoot, Gerard Brandt,
daarvan een en ander te vertellen. Ter
oriëntatie een korte uiteenzetting van den
toestand.
Het bleek in 1675 nood'ig een vloot naar
de Middellanfdische Zee te zenden, teneinde
den Spaanschen koning bijsitand te verlee
nen, welke zich in een oorlog met Frankrijk
had gewikkeld. De Spanjaarden hadden
beloofd hun zeemacht aan die, der Veree-
nigd'e Nederlanden toe te voegen en een
evenreldig aandeel in de kbsten te dragen,
doch er tevens op aangedrongen, dat de
fluit, admiraal De Ruyter met het opper
bevel zou worden belast. Dientengevolge
werden 18 oorlogsschepen, 6 snauwen, 4
branders en 2 behoefteschepen onder De
Ruyter uitgezonden. Hij wees den Staten
op het ontoereikende dezer vloot, Jaar ae
Fransche vloot goeÜ uitgerust was. Zooals
ook bekend! is, werd toen dloor de Staten
gevraagd of hij op zijn ouden dag (De
Ruyter was toen 69 jaar) bang was ge
worden, en het klassiek-geworden ant
woord van den admiraal „als de heeren
Staten hun vlag betrouwen, zal ik mijn
leven wagen".
Het bleek al spoedig, d'at inderdaad de
macht, door de republiek uitgezonden, veel
te zwak was. De hulp vhn Spanje had
bitter weinig te beteekenen en kwam bo
vendien niet tijdig opletten. Tot overmaat
van ramp wa» de Fransche vlooit veel ster
ker dan De Ruyter kon vermoeden. Er
waren vierentwintig schepen, die minstens
zoo groot waren als zijn Admiraalschip.
Nochtans besloot De Ruyter de vloot
aan te vallen. Set zou ons te ver voeren
hier het Verloop van dezen strijd, De Ruy
ter's laatsten, te vermelden. De Ruyter
ontmoette de Fransche vloot den 8sten
Januari 1676 en leverde een zeegevecht,
dat evenwel eerst 22 Maart in het gezicht
van de Etna hervat werd. Hier werd De
Ruyter door een vijandalijken kogel ge
troffen. Wij geven nu het woord aan
Brandt, De Ruyter's geschiedschrijver:
terwijl zich de Heer De Ruyter in
't voorste van 't gevecht met zijn eskader
zag ingewikkeld, en zoo kwalijk van de
anderen ingevolgd, trof hem, toen men
stijf een half uur op 't hevigste had gevoch
ten, een ramp, die onder de schadelijkste
ongelukken van den' Staat, om 't droevig
gevolg, moet geiekend worden.
Hij stond op het zonnedek en gaf alom
order, de zijnen tot dapperheid vermanen
de, als er een kogel het voorste meerder
gedeelte van zijn linkervoet wegnam; ook
werden beide de pijpen in 't rechterbeen,
omtrent een handbreed boven den enljel,
met groote kneuzing of vermorzeling aan
stukken geslagen. Voorts wierp hem het
zelfde schot, of slaag, van 't zonnedek af,
zoodat hij een val deed van de hoogte van
zeven voeten, zondër zich verder dan met
een wonde aan 't hoofd, doch van geen be
lang, te kwetsen
.De Heer De Ruyter, wiens wonden
in 't eerst tamelijk wel stonden, (niet zon
der eenige hope van genezing, dewijl er
gansch geen koorts was)' droeg zich zeer
hartig en geduldig.
De eerste nacht werd redelijk, naar
de gelegenheid dier zaken, overgebracht;
maar ais men 's anderen daags die wonden
verbond, en al wat gekneusd en vermorzeld
was, met brandewijn uitwiesch en zuiverde,
leed hij scherpe pijn, en toonde te meer
geduld.
Men had wel in 't eerst nog hoop
gehad van gener cg, maar met of door de
pijn der wonde, en inzonderheid de breuk
in 't rechterbeen, daar 't meeste gevaar in
stak, werd de Admiraal den vierden of
vijfden dag door een koorts overvallen, die
hem bij bleef, en zich van tijd tot tijd meer
en meer verhief. Dit bracht al degene die
zich aan zijn leven lieten gelegen zijn in
groote bekommernis en vreeze, inzonder
heid op den a8sten der maand, toen hij
door nog feller koorts werd aangetast, die
den ganschen volgenden nacht, tot '9 an
dieren daags omtrent den middag, duurde,
en toen die begon af te nemen, namen zijn
krachten tevens af, en men vernam de
voorteekenen des doods. Toen toonde de
groote Zeeheld, die te allen tijde de ge
woonte had van zich, ten strijde gaande,
ter dood te bereiden, dat hij in dezen laat
sten strijd de dood getroost was, en rustig
onder de oogen dorst zien. Hoe hier zijn
einde meer naderde, hoe hij meer verlangde
om' ontbonden te worden. Hij lag gedurig
met gevouwen handen, en bad God om een
zalig einde
.Voor den middag, toen zijn spraak
hem zwaar begon te vallen, en dat hij wei
nig sprak, begeerde hij dat de Predikant
Westhovius God zou biddfen om een zalige
verlossing: en tegen den avond, toen zijn
spraak geheel ophield, en dat men nog
maals gebeden ten zeiven einde tot God
uitstortte, bad hij nog met zijn zuchten, en
lag daarna ettelijke uren zonder spraak in
de benauwdheid des doods, totdat hij des
avonds tusschen negen en tien uur den
geest gaf, met een zachten en genisten uit
gang: in 't bijzijn van verscheidene Bevel
hebbers en Kapiteinen van 's Lands
Vloot
..Dusdanig, aldus nog altijd
Brandt, was het einde van den Heere
Michiel de Ruyter, nu Hertog, Ridder,
Luitenant-Admiraal Generaal van Holland
en West-Friesland, die acht en vijftig ja
ren lang, van 't elfde jaar zijns ouderdoms
af, de zee had bevaren, en van 't allerlaag
ste tot dien hoogen top van eere, langs a'le
trappen der scheepsbedieningen, opklom.
Van wien met waarheid woi|dt getuigd,
dat hij, in 's Lands dienst en eed getredien,
nooit naar eenig ambt met gunstjacht
stond, en dat hem alle waardigheden, dat
zeldzaam is, zonder daar ooit o'm te spre
ken, van zelfs, door zijn verdiensten, zijn
thuis gebracht, en ojpgedragen. De glans
dier eere, en glorie, cïie velen 't gezicht om
trent' de kennis van zichzelven verblindt,
en tot ijdelen roem, of fiere grootschheid
vervoert, had hem nooit bedwelmd. In zijn
grootheid bleef hij kleen; dankbaar jegens
zijn weldoeners, eerbiedig jegqms zijn meer
deren, beleefd omtrent zijns gelijken, mee
warig en spraakzaam jegens zijn minde
ren, en elk, zooveel hij kon, verplichtende.
Dus won hij 't hart van allen die hem ken
den: verkeerende met lieden dlie in zijnen
lagen staat zijns gelijken waren geweest
met zulk een ongemaakte heuschhedd, dat
ze met de oude gemeenzaamheid, die zij in
daarna in zijn hoogsten staat levende, licht
zijn kleenheid met hem gehad haldden,
zien konden, dat hij wel van staat was ver
anderd, maar niet van aard.
De Ruyter's lijk was aan boord van het
admiraalschip gebalsemd.
In 't begin van Juni kwam de tijding
van zijn dood! in het vaderland en wekte
daar groote ontroering. De plechtige uit
vaart had plaats 18 Maart 1677 en Re"
schiedde met vorstelijke statie. Zooals be
kend is het lijk in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam begraven.
De Koningin heeft het voornemen he
den de plechtige herdenking van den
sterfdag van luitenant-admiraal Michiel
Adriaanszoon de Ruyter in de Nieuwe
Kerk te Amsterdam bij te wonen en bij
die gelegenheid persoonlijk een krans
neer te leggen op de graftombe van den
vlootvoogd
H. M. gaat per Hollandsche spoortrein
van 10 uur 10 min. naar Amsterdam en
zal in den vroegen namiddag in Den Haag
terugkeeren.
Men meldt uit Boedapest aan de NH.Ot:
Het feit, dat op 29 April het 250 Jaar ga-
1'.. a. Wien Noerlamdsoh Bloed.
b. Nord Oet See Grueè Haseelmaam.
Sl. Ouverture ®ur Opera „Der Callf von
Bagdad" Boieldieu.
8. „Wiemer-Pra/toer Zeben", Walzer
Traaelateur.
4. Wij •willen Holland houwen.
5. Fantaiaie Sur ..Lee Clocihee de Corneville"
8. Vteiux Camerades. Manche Teilce
7. „De Stoute Ooievaar".
Oude Wilhelmus Aldegonde.
„De Telesrraaf'i
Louis Bouwmeester ie er imee geluk te
wenechen, dat hij voor deze rol op Loule Mor-
risson beslag heeft weten te leggen. Men kan
er zich over verheugen, dat deze uitnemende
zanger weer eens ln het Palede-V. Volksvlijt
optreedt. Hij maakt van zijn rol een buiten
gewone prestatie, daar niet alleen zijn zang
fraai, doch ook zijn spel uiterst verzorgd is.
zorgd is. v
Greta Samthagen» ,guf eveneens zeer veel
te (genieten. Vooral in h«*.r spel gaf zij vele
aardige trekjes.
Een zeer groot deel van bet succes komt
toe aan Joh. Boskamp, die reeds bij zijn op
komen een hartelijk applaus in ontvangst had
te nemen.
Henri Bloemgarten was een uitnemende
smid. Het trio van- de strop ln III was een
voortreffelijk staaltje operB-oomiquo.
Aam die décors was als Steeds bij „die Hhr
ghezamgera" veel zorg besteed, en] het publiek,
dat bet Paleis geheel vulde, toonde zich te
recht zeer opgetogen en liet aan hot einde
vam ieder bedrijf een stormachtig applaus
hooren.
,De Tijd":
-Louis Morris80ni zingt en speelt als de Pos
tillon lm de hoofdrol uitstekend; zijüi stam
heeft gewonnen. Hij vond in Henri Bloemgar
ten een goeden partnier.
[Mevr. Greta Santhagens was ln elk opzicht
geschikt voor haar rol en speelde voortreffe
lijk.
gJUliiLÜLJiJ11 I ,1 1