MIME COURANT TWEEDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS. VAN DONDERDAG 29 APRIL 1926. Eerste Zomer-conccrt te gwen door ihiet stedelijk Muziek korps' (diir. Jlb. ter Hall) op Vrijdag 80 April 1926, ter eer© van den verjaardag vam U.K.TT. Prinses Juliana, 's avonds van half 9 tot 10 uur, in de muziektent in het Plantsoen. Programma: Plaaquett». Bij ongunstig weder zal het concert worden gegeven op Zondag 2 Mei van half 8 tot 4 uur run. k Serenade. Aan het echtpaar Wal, op den Konings weg, dat gisteren hun 50-jarige echtver- eenigiug vierde, werd door het „Helder's Fanfarekorps" een serenade gebracht. Om 8 uur trokken de muzikanten van de Werf, voorafgegaan en gevolgd door dichte drommen menschen, vooral op den Koningsweg was de belangstelling zeer groot. Do politie handhaafde de orde, zoodat alles zonder een enkel incident verliep. Marine Sanatoriumfonds. Blijkens eene advertentie in dit nummer organiseert het Marine Sanatoriumfonds een „Hoofddekselwedstrijd", hetgeen iets nieuws is voor Helder en dus wel trekken zal. Voor bizonderheden verwijzen wij naar bedoelde advertentie. De opera „De Postiljon van Lonjumeau". Het is voor Helder een bijzonderheid, dat dit groote en zeer gerenommeerde Opera-gezelschap „De Haghezangers", onder de bekwame directie van Louis Bouwmeester Jr., a.s. Woensdag naar hier komt. Hoewel deze groote ondernemingen op tooneelgebied meestal aangewezen zijn op de hoofdsteden, hebben we het aan de doortastendheid van de Oasino-directie te danken, dat we nu toch ook eens een opera in optima forma door prima be- roepsartisten in onze eigen woonplaats krijgen. Het gezelschap van Louis Bouw meester Jr. is voorzeker door de groote bladen bij velen reeds voldoende bekend. Het geeft uitstekend eerste-klasse werk zit uitmuntend in elkaar "en bestaat uit de allerbeste krachten op operagebied. Alleen al de beroemde tenor Louis Mor- risson, welke als gast optreedt, is een attractie op zichzelf. Verder noemen we de bekende sterren: Gretba Santhagen- Manders, Henri Bloemgarten, Jopie van 5Son, Joh. Boskamp, Frans Zeegers, enz. De verzorging wordt bij deze operavoor stellingen altijd ten zeerste geroemd. Er komt een volledig koor en eigen orkest mede, dat onder leiding staat van den kapelmeester Jules Suzan. Verder worden de schitterende decors van J. Puls mee gebracht, terwijl de costumeering een lust voor de oogen zal zijn. Een opvoering dus, zooals we hier nog niet gehad heb ben en die zeer de moeite waard zal zijn te gaan zien, vooral waar het hier .niet dikwijls voorkomt, dat men een opera te hooren krijgt van zulke uitgelezen zan gers. Hoewel men In Amsterdam voor zulk een opera minstens f 4 f 5 voor entrée moet betalen, worden hier de lage prijzen gehandhaafd en gesteld op f 1.50, f 1 en f 0.75 plus rechten. Hieronder vol gen nog enkele beoordeelingen van dit werk. f 1 MeJ-vleorlng der 8. D. A. P. Wij ontvingen het programma van de i Mei-viering der afdteel'ing Helder van de S.D.A.P. Deze dag staat, evenals verleiden jaar, in de leus van „ontwapening, aoht- urendag en medezeggenschap in de bedrij ven". Reeds des morgens te half zeven trekt „Helder's Fanfarecorps" door de stad na gehouden reveille, en te half elf heeft in het Marime-Bondsgebouw een bijeen komst plaats met muziek, zang en decla matie. De A.J.C.-ers komen te 2 uur op het Stationsplein hun dansen uitvoeren, en te 3 uur wofdt aldaar de Meistoet geformeerd, waarin verschillende deelnemende bonden en vereenigingen vaandels, transparanten en vlaggen zullen mededragen en waarin een drietal zegewagens zullen rijden. Des avonds te 8 uur heeft de groote vergade ring in „Casino" plaats. De ,te volgen route voor de Reveille is: Jonkerstraat opstelling; Jan in 't Velt- straat; Nieuwstraat; $poorgracht; Jan- zenstraat; Jan zen|warsstr aatGraven straat; Kroonstraat; Keizerstraat; Calii- forniestraat;' Breewaterstraat; Spoorstraat; 2e Vroonstraat; Koningdwarsstraat; Ko ningstraat; Koningsplein; Polderweg; De Wetstraat; Van Galienstraat; Kerkgracht; Laan; Walvischstraat; Breestraat; Paar denstraat; Smidsstraat; Dijkstraat; Ka- naalweg; Postbrug; Koningsplein: Prins Hendriklaan voor het Bondisgebouw ont binden. Te volgen route door den Meistoet: Opstelling Stationsplein; Sdiagenstraat; Sluisdijkstraat; Ruijghweg; Fabrieks- gracht; Van Hogendarpstraat; Stakman Bossestraat; 2e Jan in 't Veltstraat; Nieuw straat; Spoorgracht: Westgracht; Bree- waterstraat; Spoorstraat; Hoogstraat; Loodsgracht; Kerkgracht; Westplein; Dijkstraat; Langestraat; Singel; Kerk gracht; Van Galenstraat; Paul Kruger- straat; Polderweg; Pr. Hendriklaan; Sta tionsplein ontbinden. Op de Mei-vergadier,ing in „Casino" zal medewerking worden verleend door „Hel der's Fanfarecorps", de A.J.C., „Kunst aan 't Volk" en het „Arbeiders Strijkor kest", terwijl als spreker daartoe uit Haar lem zal overkomen de heer A. W. Michels. Diens zoon, Gé Michels, leerling van den bekenden Amsterdamschen muziek-pae- dagoog en carillonist, den heer J. Vincent, zal een drietal solo-nummers voor piano spelen, van Chcpin, Mozart en Weber. Het zal dus een interessante avond wor den. Helder's Fanfarecorps komt met vier nummers, „Kunst aan 't Volk" eveneens, het Arbeidersstrijkarkest, onder leiding van den heer Peeters, zal o. a. twee deelen uit de 6e symphonie van Haydn vertolken, en.een compositie (wals) van 's hee- ren Michels' zoon. Voor dezen avond zijn toegangskaarten k 25 cents verkrijgbaar, zoodat wij mogen aannemen, dat het tjok vol zal worden. „Noorder Kunstkring**. Men schrijft ons: De belangstelling van het Heldersche publiek is door een tweetal affiches allicht gaande gemaakt, voor de hierboven ge noemde vereeniging. Zij heeft n.1. een prijsvraag uitgeschreven onder haar leden, tot het ontwerpen van een propaganda- plaat voor het werven van donateurs van de vereeniging. Het werk van een tweetal prijswinnaars is thans aan het oordeel van het publiek onderworpen. N.1. voor het raam van „Musis Sacrum", Koningstraat hangt de plaat van den heer W. Schoonhoven hierbij was de degelijke vlakverdeeling en goede letter reden zijn werk te bekronen. Van den heer D. Kuiper is een plaat te zien in de étalage der firma „Iris", Spoorstraat. Hierbij waren de letters, hoe wel goed van plaatsing veel te onduidelijk. De geestrijke inhoud en gevoelige uit werking van het geheel was echter vol komen een bekroning waard. N Voor een tweede prijsvraag, uitgeschre ven door den heer W. Stevenson, en te zien voor het raam van zijn slojdlokaal Dijkstraat, werd door den heer Schoon hoven 't beste werk ingezoóden. Een zeer moeilijk op te lossen vlakverdeeling werd hier uitstekend bereikt. Intusschen zit het bestuur der vereeni ging niet stil, en dit, ondanks haar zeer bescheiden middelen. Dezer dagen wordt weer een lezing ge houden voor leden en donateurs, toege licht met lichtbeelden. De heer Steeman zal het onderwerp behandelen„Is fotografie kunst" Het is te hopen, dat door het groet aantai donateurs de zaal te klein zal blijken. De vereeniging „Noorder Kunstkring" tracht op deze wijze in onze stad in belangstel ling voor en kennis van de beeldende kunst te vergrooten. Rectificatie. In ons nummer van Dinsdag werd onder het hoofd „Voor den Politierechter" een berichtje geplaatst, qvef een „niet tevre den sluiswachter", dït -moest echter zijn „lichtwachter" Uit het Politierapport Door een bewoner van de Achterstraat werd Maandag op het hoofdbureau een jekker, broek, hemd, das en een muts gebracht, alle militaire kleedingstukken. Hij had deze goederen in een pakhuis aan de Achterstraat gevonden. Vermoede lijk waren de kleeren afkomstig van den milicien-matroos B., die sinds eenige dagen gedeserteerd is. De commandant van de Marine-Kazerne werd ermee in kennis gesteld, deze liet de goederen halen. Een agent vond Dinsdagnacht in de Weezenstraat een flets onbeheerd staan en bezorgde deze een plaatsje op het Hoofdbureau. VERGADERINGEN, VERMAKELIJK HEDEN, ENZ. Donderdag 29 AprlL "De Harpe Davinds", Geref. Kerk 8 u. Lezing Lifth. Jongel.-Vetreen. „Eén is Uw Meester". Spr.: Ds. Westenburg van Beverwijk. Luth. Kerk, 8 uur. Maandag 8 MeL Oaadno, 8 cl Vrije Var. JRmmfr^nrti* GEMEENTERAAD. Vergoeding art 100 der L. O.-wet. De Raad besloot op 17 November 1925 aan de Vereeniging „Laat de Kinder- kens tot Mij komen", op grond van art 100 der L. O.-wet 1920, over 1924 voor de school aan de Koningstraat een vergoe ding toe te kennen van 1154.16, n.1. de wedde van mej. J. O. M. Tangerinck en niej. O. A. de Vlieger over het tijdvak 1 Januari t/m 31 Mei 1924. Door toepas sing van de bij K. B. van 22 September 1926, No. 81, genomen beslissing, houden de dat voor de vaststelling der onder havige vergoeding het gemiddelde aantal leerlingen over het aan het betrokken jaar voorafgaande jaar (en niet over het zelfde jaar, zooals vóór dien tijd werd ge nomen) tot grondslag moet worden ge nomen, kon de jaarwedde van mej. T. Schutjt over het tijdvak van 1 Januari t/m 81 Maart 1924 0 j. niet voor rekening der gemeente komen. Het betrokken Schoolbestuur is van dit besluit bij Ged. Staten in beroep gegaan en door dat Ooilege bij beslissing van 7 April j.1. in het gelijk gesteld. Met de beslissing van Ged. Staten kun nen B. en W. zich evenwel niet vereeni gen. Dit Ooilege gaat daarbij namelijk van de gedachte uit, dat zoowel het aantai leerlingen als het aantal leerkrachten over het aan het betrokken jaar vooraf gaande jaar voor de berekening der ver goeding als grondslag moet worden geno men, hetgeen niet in overeenstemming is met het Koninklijk besluit van 22 Septem ber 1925. Volgens dit besluit toch moet voor de berekening der vergoeding het aantal leerlingen over het voorafgaande en het aantal leerkrachten over hetzelfde jaar, waarop de vergoeding betrekking heeft, worden genomen. In verband hiermede stellen B. en W. voor van dit besluit van Ged. Staten bij de Kroon in beroep te gaan. Wijziging loontabol Gem.-Werklieden. In. verband met het in den Raad van 9 Maart j.1. aangehouden punt 4 van het voorstel nopens de wijziging van de loon- tabel voor de werklieden door toevoeging van de functie „ooncierge-hulpafslager" aan den Vischafslag, heeft door het be trokken lid van het College een bespre king over deze aangelegenheid plaats ge had, waarbij tegenwoordig waren de hee- ren O. Bot, lid van den Raad, M. A. Kol- ster, vischhandelaar, P. O. Groot, betaal meester aan den Vischafslag, G. de Boer, oud-marktmeester, en J. L. Goedkneciht, marktmeester bij den Vischafslag. Het in deze bespreking verhandelde is nederge- legd in het bij de stukken gevoegde rap port Uit dit rapport blijkt, dat allen het er mede eens zijn, dat een derde kracht aan den Vischafslag niet kan worden gemist. Algemeen kan men er zich mede vereeni gen, dat Bakker Jr. gevraagd zal worden tegen vergoeding van 800.per jaar, in lossen dienst, de diensten voor con ciërge en hulpafslager, onder toezicht en verantwoordelijkheid van den marktmees ter, te willen verrichten. Omtrent dit laatste zijn B. en W. een andere meening toegedaan. Waar de te benoemen concierge-hulpafslager, tevens belast met het schoonhouden van hal en vischkisten, een volledige betrekking heeft, moet deze ook volledig gesala rieerd worden. Op grond van het uitgebrachte rapport en dit oordeel, meenen B. en W. bij hun voorstel te moeten persisteeren. Wijziging Verordening pellen enz. van mosselen. Tengevolge van de invoering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering op 1 Januari j.1. zou wijziging moeten wor den aangebracht in artikel 4 der Verorde ning op het pellen, koken en zouten, van mosselen en'garnalen en in artikel 4 der Verordening tot wering en beteugeling der mazelen in de gemeente Helder. Deze wijzigingen betreffen slechts een veranderde nummering van een artikel. De Gezondheidscommissie kan er zich, voor wat de eerstgenoemde wijziging be treft, mede vereenigen, doch geeft in overweging de verordening tot wering enz. der mazelen in te trekken, daar deze geen praktisch nut meer afwerpt. B. en W. stellen voor in dezen geest te besluiten. Vergoeding art 13 L 0.-wer| 1920. In do vergadering van den Raad van 27 October 1925 besloot deze, overeenkor% stig het voorstel van B. en W., o.a. af wijzend te beschikken op het verzoek van J. Lengera, Schoolvaart No. 5, om tege moetkoming krachtens art. 18 der L. O.- wet krachtens art 13 der L. O.-wet 1920 in de kosten van vervoer voor 't bezoeken doorzijn kinderen van de r.k. school aan de Javastraat op grond van het feit dat bedoelde kinderen, vóór hun toelating tot genoemde school, de O. L. school te Ju- lianadorp bezochten, gelegen op minder dan 4 K.M. afstand] van hunne woning, terwijl niet kan worden gezegd, dat eerst genoemde school nog niet was opgericht, toen deze kinderen tot de O. L. school te Julianadorp werden toegelaten, aangezien deze .school" te voren was ondergebracht in het „gebouw" aan de Jonkerstraat alhier. Lengers, zich met deze beslissing niet kuhnende vereènigen, omdat naar zijn meening de bedoeling van den laatsten volzin van het eerste lid van art. 18 der L.O.-wet 1920 is, dat tegemoetkoming moet woijden verstrekt, wanneer deze ver langd wordt voor het vervoer naar een schoolgebouw, dat bij de toelating der leerlingen nog niet was opgericht, is hier van bij Ged. Staten dezer provincie in be roep gegaan en door dat Ooilege in het gelijk gesteld. Deze beslissing van Ged. Staten berust op de volgende overwegingen: „dat het verschil in opvatting zijn oor sprong'vindt in de hij de wet van 10 Fe>- „bruari 1928, Stbl. No. 88 tot stand geko men aanvulling van het eerste lid van „artikel 18 der wet met de thans daarin „voorkomende laatste zinsnede; „dat de opneming dezér bepaling een „uitvloeisel is van een door de leden der „Tweede Kamer, mej. Westerman os., in gediend amendement, en dat, blijkens de „daaromtrent 'door het lid dier Kamer, „Mr. Dresselhuijs, gegeven mondelinge „toelichting, de bedoeling van de voor stellers was, te voorkomen, dat kindereq, „die reeds gaan op eene school, bij welker „karakters de ouders zich hebben neerge legd, niet op die school zullen blijven, en „de vergoeding dus alleen kan gelden „voor de kinderen, die de school pas moe- „ten beginnen te bezoeken; „dat dus naar de kennelijke bedoeling „van de voorstellers van het amendement, „de uitzondering, voorkomende in de slot- „zinsnede van het eerste lid van art 13 „der wet, in het voorliggende geval niet „van toepassing zou zijn; „dat deze bedoeling evenwel niet tot „haar recht is gekomen in de bewoordin gen der betrokken wetsbepaling, welke „de inwilliging van het verzoek van ap pellant in het gegeven geval medebren gen; „dat toch, al wordt het woord „school" „in de L. O.-wet nu eens gebruikt in den „zin van de inrichting van onderwijs als „zoodanig en flan weer in den zin van het „schoolgebouw", niet mag worden aange- „nomen, dat dit woord, hetwelk in het „eerste lid van artikel 18 vier malen voor komt, de eerste drie malen ontwijfelbaar „in de beteekenis van „schoolgebouw" in „het einde van den slotzin eene andere „beteekenis hebben zou dan in de drie „eerste gevallen, dat derhalve aan het „woord „school", voorkomende aan het „einde van den slotzin naar de duidelijke „bewoordingen der wet, geen andere be tekenis mag worden toegekend, dan die „van „schoolgebouw"." Deze uitspraak berust dus uitsluitend op de letter der wet, terwijl met de be doeling van den wetgever geen rekening wordt gehouden. Deze bedoeling toch was rekening te houden met de richting van het onderwijs dat aaneen bepaalde sohool werd gegeven en niet de vergoe ding afhankelijk te stellen van de al dan niet oprichting van een nieuw gebouw. B. en W. kunnen zich met deze beslis sing van Ged Staten dan ook niet ver eenigen, en stellen den Raad, mede om een beslissing in hoogste instantie over deze aangelegenheid uit te lokken, voor van dit besluit bij de Kroon in beroep te gaan. Int Congres Reddingwezen. Het Uitvoerend Comité van het 8e Int Congres voor Reddingwezen en Eerste hulp bij ongelukken te Amsterdam, ver zoekt een vertegenwoordiger der gemeen te aan het Congres, te houden in Septem ber 1926, te doen deelnemen en het Con gres door een subsidie of gilt te wiljen steunen. De kosten der verplichte contributie en voor de „Handelingen" bedragen in eens resp. 10.en 2.50. B. en W. meenen, dat het belang dezer gemeente bij het Congres voldoende is betrokken en stellen den Raad voor den Geneeskundigen Dienst alhier te doen toetreden als lid van het Congres tegen betaling der bovengenoemde verplichte kosten, ad 12.50 en aan het Congres voor eens eene subsidie te verleenen van 26. STERFDAG VAN MICHIEL ADRIAANSZ. DE RUYTER. Op 29 April van dit jaar herdenken wij den dag waarop onze 'groote zeeheld, Michiel Adr.z. de Ruyter vóór 230 jaren stierf aan de gevolgen eener verworiding, die hij tijdens een gevecht tegen de Fran- sche vloot in de straat van Messina had opgeloopen. Het spreekt vanzelf, dat, waar men allerwegen in ons land dit feit her denkt, de „Heldersche Courant", verschij nend in een stad, die zoozeer een is met de zee, in dezen niet mag achterblijven. Wie wel op Texel komt, zal daar weÉicht het kerkje van Oudeschild bezocht hebben, waar De Ruyter dikwijls ter kerke ging als zijn tochten hem in deze buurt voerden en waar den bezoeker met trots een lamp, met een zeven a achttal koperen candela- bres, een geschenk van De Ruyter, gewe zen wordt. Hoewel in groote trekken aanbieder, die een lagere school bezocht heeft, de per soon van De Ruyter en dJe wijze waarop hij sneuvelde, bekend is, zullen de bizon derheden van zijn laatsten tocht wellicht niet aan ieder bekend zijn. Het is wel aar dig, aan de hand van De Ruyter's levens beschrijver en tijdgenoot, Gerard Brandt, daarvan een en ander te vertellen. Ter oriëntatie een korte uiteenzetting van den toestand. Het bleek in 1675 nood'ig een vloot naar de Middellanfdische Zee te zenden, teneinde den Spaanschen koning bijsitand te verlee nen, welke zich in een oorlog met Frankrijk had gewikkeld. De Spanjaarden hadden beloofd hun zeemacht aan die, der Veree- nigd'e Nederlanden toe te voegen en een evenreldig aandeel in de kbsten te dragen, doch er tevens op aangedrongen, dat de fluit, admiraal De Ruyter met het opper bevel zou worden belast. Dientengevolge werden 18 oorlogsschepen, 6 snauwen, 4 branders en 2 behoefteschepen onder De Ruyter uitgezonden. Hij wees den Staten op het ontoereikende dezer vloot, Jaar ae Fransche vloot goeÜ uitgerust was. Zooals ook bekend! is, werd toen dloor de Staten gevraagd of hij op zijn ouden dag (De Ruyter was toen 69 jaar) bang was ge worden, en het klassiek-geworden ant woord van den admiraal „als de heeren Staten hun vlag betrouwen, zal ik mijn leven wagen". Het bleek al spoedig, d'at inderdaad de macht, door de republiek uitgezonden, veel te zwak was. De hulp vhn Spanje had bitter weinig te beteekenen en kwam bo vendien niet tijdig opletten. Tot overmaat van ramp wa» de Fransche vlooit veel ster ker dan De Ruyter kon vermoeden. Er waren vierentwintig schepen, die minstens zoo groot waren als zijn Admiraalschip. Nochtans besloot De Ruyter de vloot aan te vallen. Set zou ons te ver voeren hier het Verloop van dezen strijd, De Ruy ter's laatsten, te vermelden. De Ruyter ontmoette de Fransche vloot den 8sten Januari 1676 en leverde een zeegevecht, dat evenwel eerst 22 Maart in het gezicht van de Etna hervat werd. Hier werd De Ruyter door een vijandalijken kogel ge troffen. Wij geven nu het woord aan Brandt, De Ruyter's geschiedschrijver: terwijl zich de Heer De Ruyter in 't voorste van 't gevecht met zijn eskader zag ingewikkeld, en zoo kwalijk van de anderen ingevolgd, trof hem, toen men stijf een half uur op 't hevigste had gevoch ten, een ramp, die onder de schadelijkste ongelukken van den' Staat, om 't droevig gevolg, moet geiekend worden. Hij stond op het zonnedek en gaf alom order, de zijnen tot dapperheid vermanen de, als er een kogel het voorste meerder gedeelte van zijn linkervoet wegnam; ook werden beide de pijpen in 't rechterbeen, omtrent een handbreed boven den enljel, met groote kneuzing of vermorzeling aan stukken geslagen. Voorts wierp hem het zelfde schot, of slaag, van 't zonnedek af, zoodat hij een val deed van de hoogte van zeven voeten, zondër zich verder dan met een wonde aan 't hoofd, doch van geen be lang, te kwetsen .De Heer De Ruyter, wiens wonden in 't eerst tamelijk wel stonden, (niet zon der eenige hope van genezing, dewijl er gansch geen koorts was)' droeg zich zeer hartig en geduldig. De eerste nacht werd redelijk, naar de gelegenheid dier zaken, overgebracht; maar ais men 's anderen daags die wonden verbond, en al wat gekneusd en vermorzeld was, met brandewijn uitwiesch en zuiverde, leed hij scherpe pijn, en toonde te meer geduld. Men had wel in 't eerst nog hoop gehad van gener cg, maar met of door de pijn der wonde, en inzonderheid de breuk in 't rechterbeen, daar 't meeste gevaar in stak, werd de Admiraal den vierden of vijfden dag door een koorts overvallen, die hem bij bleef, en zich van tijd tot tijd meer en meer verhief. Dit bracht al degene die zich aan zijn leven lieten gelegen zijn in groote bekommernis en vreeze, inzonder heid op den a8sten der maand, toen hij door nog feller koorts werd aangetast, die den ganschen volgenden nacht, tot '9 an dieren daags omtrent den middag, duurde, en toen die begon af te nemen, namen zijn krachten tevens af, en men vernam de voorteekenen des doods. Toen toonde de groote Zeeheld, die te allen tijde de ge woonte had van zich, ten strijde gaande, ter dood te bereiden, dat hij in dezen laat sten strijd de dood getroost was, en rustig onder de oogen dorst zien. Hoe hier zijn einde meer naderde, hoe hij meer verlangde om' ontbonden te worden. Hij lag gedurig met gevouwen handen, en bad God om een zalig einde .Voor den middag, toen zijn spraak hem zwaar begon te vallen, en dat hij wei nig sprak, begeerde hij dat de Predikant Westhovius God zou biddfen om een zalige verlossing: en tegen den avond, toen zijn spraak geheel ophield, en dat men nog maals gebeden ten zeiven einde tot God uitstortte, bad hij nog met zijn zuchten, en lag daarna ettelijke uren zonder spraak in de benauwdheid des doods, totdat hij des avonds tusschen negen en tien uur den geest gaf, met een zachten en genisten uit gang: in 't bijzijn van verscheidene Bevel hebbers en Kapiteinen van 's Lands Vloot ..Dusdanig, aldus nog altijd Brandt, was het einde van den Heere Michiel de Ruyter, nu Hertog, Ridder, Luitenant-Admiraal Generaal van Holland en West-Friesland, die acht en vijftig ja ren lang, van 't elfde jaar zijns ouderdoms af, de zee had bevaren, en van 't allerlaag ste tot dien hoogen top van eere, langs a'le trappen der scheepsbedieningen, opklom. Van wien met waarheid woi|dt getuigd, dat hij, in 's Lands dienst en eed getredien, nooit naar eenig ambt met gunstjacht stond, en dat hem alle waardigheden, dat zeldzaam is, zonder daar ooit o'm te spre ken, van zelfs, door zijn verdiensten, zijn thuis gebracht, en ojpgedragen. De glans dier eere, en glorie, cïie velen 't gezicht om trent' de kennis van zichzelven verblindt, en tot ijdelen roem, of fiere grootschheid vervoert, had hem nooit bedwelmd. In zijn grootheid bleef hij kleen; dankbaar jegens zijn weldoeners, eerbiedig jegqms zijn meer deren, beleefd omtrent zijns gelijken, mee warig en spraakzaam jegens zijn minde ren, en elk, zooveel hij kon, verplichtende. Dus won hij 't hart van allen die hem ken den: verkeerende met lieden dlie in zijnen lagen staat zijns gelijken waren geweest met zulk een ongemaakte heuschhedd, dat ze met de oude gemeenzaamheid, die zij in daarna in zijn hoogsten staat levende, licht zijn kleenheid met hem gehad haldden, zien konden, dat hij wel van staat was ver anderd, maar niet van aard. De Ruyter's lijk was aan boord van het admiraalschip gebalsemd. In 't begin van Juni kwam de tijding van zijn dood! in het vaderland en wekte daar groote ontroering. De plechtige uit vaart had plaats 18 Maart 1677 en Re" schiedde met vorstelijke statie. Zooals be kend is het lijk in de Nieuwe Kerk te Am sterdam begraven. De Koningin heeft het voornemen he den de plechtige herdenking van den sterfdag van luitenant-admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter in de Nieuwe Kerk te Amsterdam bij te wonen en bij die gelegenheid persoonlijk een krans neer te leggen op de graftombe van den vlootvoogd H. M. gaat per Hollandsche spoortrein van 10 uur 10 min. naar Amsterdam en zal in den vroegen namiddag in Den Haag terugkeeren. Men meldt uit Boedapest aan de NH.Ot: Het feit, dat op 29 April het 250 Jaar ga- 1'.. a. Wien Noerlamdsoh Bloed. b. Nord Oet See Grueè Haseelmaam. Sl. Ouverture ®ur Opera „Der Callf von Bagdad" Boieldieu. 8. „Wiemer-Pra/toer Zeben", Walzer Traaelateur. 4. Wij •willen Holland houwen. 5. Fantaiaie Sur ..Lee Clocihee de Corneville" 8. Vteiux Camerades. Manche Teilce 7. „De Stoute Ooievaar". Oude Wilhelmus Aldegonde. „De Telesrraaf'i Louis Bouwmeester ie er imee geluk te wenechen, dat hij voor deze rol op Loule Mor- risson beslag heeft weten te leggen. Men kan er zich over verheugen, dat deze uitnemende zanger weer eens ln het Palede-V. Volksvlijt optreedt. Hij maakt van zijn rol een buiten gewone prestatie, daar niet alleen zijn zang fraai, doch ook zijn spel uiterst verzorgd is. zorgd is. v Greta Samthagen» ,guf eveneens zeer veel te (genieten. Vooral in h«*.r spel gaf zij vele aardige trekjes. Een zeer groot deel van bet succes komt toe aan Joh. Boskamp, die reeds bij zijn op komen een hartelijk applaus in ontvangst had te nemen. Henri Bloemgarten was een uitnemende smid. Het trio van- de strop ln III was een voortreffelijk staaltje operB-oomiquo. Aam die décors was als Steeds bij „die Hhr ghezamgera" veel zorg besteed, en] het publiek, dat bet Paleis geheel vulde, toonde zich te recht zeer opgetogen en liet aan hot einde vam ieder bedrijf een stormachtig applaus hooren. ,De Tijd": -Louis Morris80ni zingt en speelt als de Pos tillon lm de hoofdrol uitstekend; zijüi stam heeft gewonnen. Hij vond in Henri Bloemgar ten een goeden partnier. [Mevr. Greta Santhagens was ln elk opzicht geschikt voor haar rol en speelde voortreffe lijk. gJUliiLÜLJiJ11 I ,1 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5