T
"VALET"
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS.
HET RAPPORT DER MARINE.
VAN DINSDAG 11 MEI 1926.
Polder „het Koegras".
Waarschuwing.
Ingezonden Mededeellng.
Een glad
gezicht ii Uw
beste introductie.
Scheer U daar
om eiken morgen.
V eiligheidsscheer mes
BESCHOUWINGEN VAN DEN MINISTER VAN MARINE A. I. OVER
HET RAPPORT DER VLOOTCOMMISSIE EN ZIJN PLANNEN TEN
AANZIEN VAN DE ORGANISATIE VAN HET PERSONEEL
DER MARINE.
VIL De meening der Vlootcommissie,
dat het mogelijk zou zijn voor het Euro
peesch personeel tot „bezuiniging" te
komen door het vinden van de juiste
verhouding tusschen de in Indië en in
Nederland benoodigde personeelsterkten
en de verblijftijden van het personeel
aldaar, is uiteraard juist. Intusschen zij
aangeteekent, dat bij een vlootsterkte,
zooals die voor de Commissie-Sluys en
ook voor de Vlootcommissie tot grondslag
diende, onvermijdelijk een belangrijk over
compleet aan beroepspersoneel in Neder
land zou moeten aanwezig blijven, hetgeen
ook de Vlootcommissie verwacht blijkens
het gestelde in punt 19, derde lid, luiden
de„Vanzelf zal dan blijken, hoe de samen
stelling van het personeel in Nederland
voor elke categorie moet zijn".
Het volgend nummer van de Heldereche
Courant verschijnt morgen, Woensdag
12 MeL Het Advertentieblad komt dien
dag niet uil
Benoemd aan de R. H. B. S. alhier,
tot leeraree mej. M. Magnin en tot leeraar
A. Potjewijd, beiden thans tijdelijk.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
Ch. L. M. van de Bilt, is met ingang van
i Juni benoemd tflt chef van het ijkkantoor
te Soerabaja (N.-I.).
Naar wij vernemen, wenscht de heer G.
de Beurs Gz., die eerstdaags periodiek af
treedt als Hoofdingeland van den polder
het Koegras, niet meer voor een herbenoe
ming in aanmerking te komen.
Zangvereenlglng „Morgenrood".
Dir.: F. v. d. Meij.
Gaarne vestigen wij de aandacht op de
in dit blad voorkomende advertentie van
de Zangver. „Morgenrood".
Door de onderafdeeling en het kinder
koor dezer vereeniging zullen naast eenige
twee- en driestemmige liederen, een paar
Dalcrozenummers gegeven worden, terwijl
tot slot een kinderoperette gegeven wordt:
„De Varkenshoeder".
Voor 't kinderkoor, dat we op de laatste
vergadering van Volksonderwijs zoo heer
lijknoorden zingen, is dit de eerste uitvoe
ring. We gelooven wel, dat het weer een
mooie uitvoering zal worden.
Heldert Fanfarecorps.
Bovengenoemde vereeniging zal deelne
men aan het Nat. Concours te Sloterdiik
op 23 Mei a.s., in den Concert- en Marsch-
wedstrijd.
29 Augustus zal zij deelnemen aan het
Jȕat. Concours te Schagen in den Concert
en Marschwedstrijtj.
Verder is zij uitgenoodigd op 11 Juli a.s.
ter opluistering van het Provinciaal Zan-
Srsfeest te Alkmaar, uitgeschreven door
n Bond van Arb.-Zangvereenigingen.
Oranje HarmoniekapeL
Naar wij vernemen, zal de „Oranje Har
moniekapel deelnemen aan het Concours
van den Noord-Hollandschen Bond van
Chr. Harmonie- en Fanfarevereenigingen,
wat gehouden zal worden a.s. Donderdag
/(Hemelvaartsdag) te Koog-Zaandijk. De
Kapel zal voor de eerste maal uitkomen in
de 2e Afd. Harmonie. Afls vrij nummer zal
fespeeld worden „Ouverture Joyeuse",
.ustspiel Ouv., Keler Bela. Door de plaat
sing aan boord van Hr. Ms. „Tromp" van
den heer Broekhuysen, zoo kort voor het
concours, is de Oranje Kapel gehandicapt,
/maar in den heer Van Vessem, dié tot tijde
lijk directerur werd benoemd, vond zij een
ijverig en bekwaam musicus terug, waar
door het vertrouwen is gewekt, dat de
Oranje Kapel haar reputatie zal weten te
handhaven. Ook wordt deelgenomen aan
den Marschwedstrijd. De uitslag zal des
namiddags aan ons bureau worden bekend
gemaakt.
Vermelden wij nog, dat de jury zal be
staan uit de heeren A. L. Hazebroek, L.
Leistikow en S. Vlessing.
Uit bet Politierapport
Een bewoner van den Kanaalweg deed
Vrijdagavond aangifte, dat hij op de
Postbrug door een auto was aangereden
en tegen de leuning van de brug gedrukt.
Hij bekwam evenwel geen letsel en zijn
rijwiel werd niet beschadigd. Do be
stuurder van de auto reed door.
Vrijdagnacht werd door een aurveil-
leerend agent van politie op de Kerk-
fracht opgemerkt, dat een drietal in
urger gekleede personen op den Kanaal-
weg aan het stoeien waren.
Een van hen viel hierdoor door een
ruit van het perceel Kanaalweg 84. De
agent begaf zich naar de Postbrug. Doch
zoodra de bedoelde personen den agent
opmerkten, kozen zij het hazenpad, en,
geholpen door de duisternis, wisten zij
te ontkomen.
Door een agent werd Zaterdagmiddag
bevonden, dat een aantal jongens op een
der forten aan het grassnijden waren.
Een agent begaf zich er heen, doch de
jongens wisten te ontkorilen. Zij lieten
echter een zak, reeds gedeeltelijk gevuld
met gras, bij hun overhaaste vlucht achter.
De zak werd op het Hoofdbureau ge
deponeerd.
Zaterdagavond zag een agent, dat er in
de Breewaterstraat, ter hoogte van de
Californiestraat, een volksoploop was
ontstaan.
Bij onderzoek bleek, dat een 13-jarig
meisje in aanrijding was geweest met
een auto. Toen het meisje van de Spoor
straat de Breewaterstraat inreed, was zij
op den hoek van die straat vlak tegen
over de auto geplaatst, zij kon niet meer
passeeren en liet haar rijwiel voor de
auto vallen.
De bestuurder, die aan de aanrijding
Seen schuld had, verklaarde zich bereid
e schade te vergoeden.
Met den laatsten trein Zaterdagavond
kwam een man aan, die onder drank
invloed verkeerde. De man was in den
wagon in slaap gevallen en had geen
idee, toen hij door het treinpersoneel
gewekt werd, de coupé te verlaten. Toen
hij echter toch verwijderd werd, nam hij
een dreigend* houding aan, waarom de
politie werd opgebeld en een tweetal
agenten tef assistentie gingen.
De man werd naar het Hoofdbureau
overgebracht en nadat hij gekalmeerd
was heengezonden.
Zondagmiddag werd door een bewoner
van den ouden Helder kennis gegeven,
dat zijn 5-jarig dochtertje en eenige
andere op het z.g. Schapendijkje waren
lastig gevallen door een man, die open
bare schennis der eerbaarheid tegenover
de kinderen had gepleegd.
In verband met dit feit werd een 66-
jarige man aangehouden, die verdacht
werd zich hieraan schuldig te hebben
gemaakt.
De man werd na verhoor weer op vrije
voeten gesteld.
Zondagnacht werd opsporing verzocht
van een 16-jarigen jongen, die 's middags
de ouderlijke woning had verlaten en
daarin nog niet was teruggekeerd.
Tegen twee tappers werd proces-ver
baal opgemaakt voor het hebben van
bezoekers na bezetten tijd. De nachtelijke
bezoekers kregen eveneens een proces
aan hun broek.
Door iemand werd Zondagnacht kennis
gegeven, dat zich een man voor zijn
woning bevond, die onder drankinvloed
verkeerde, en hem wenschte te spreken.
Op zijn verzoek werd de man verwijderd,
waarop deze zioh naar zijn woning begaf
Gisterenmiddag copstateerde een agent
een aanrijding tusschen Hotel Bellevue
en de P. H. Laan. De aanrijding was
ontstaan doordat de wielrijder niet op
merkte dat de autobestuurder een teeken
af dat hij naar de linkerzijde wilde rijden
e wielrijder reed daarop met zijn voor
wiel tegen het rechtervoorwiel van de
auto, met gevolg dat zfjn rijwiel ernstig
beschadigd werd.
Een winkelier deed gistermiddag aan
gifte van diefstal van een tafellade, die
zijn vrouw had te drogen gehangen.
De Commissaris van Politie te Deventer
maakt bekend, dat J. Korfje, wonende te
Deventer, aan den Rijksweerdsweg 28,
in versohillende kranten advertenties
plaats, waarbij hij oredieten en hypothe
ken verkrijgbaar stelt. Omdat de resul
taten dikwijls teleurstellend zijn gebleken
geeft hfj in overweging eerst bij hem
inlichtingen in te winnen.
GEMEENTERAAD.
Aansluiting Koegras Gem.-waterleldlng.
B. en W. schrijven aan den Raad:
Toen in de tweede helft van het vorige
jaar door het Provinciaal Waterleiding
bedrijf een aanvoerbuis zou worden gelegd
langs de Cailantsoogervaart naar het ge
bied deri gemeente Anna Paulowna, hebben
wij aanstonds getracht de Directie van het
P.W.N. te bewegen deze buis niet langs
die vaart te leggen, doch langs de noorde
lijker gelegen Schoolvaart. Wij achtten het
wenschelijker dat de buis langs laatstge
noemde vaart werd gelegd, omdat daar
door de watervoorziening van de stad beter
zou «worden en omdat, en dit was wel de
voornaamste reden van ons verzoek, dan
.het betrekkelijk groote aantal woningen,
.dat aan de Schoolvaart is gelegen, aan de
.waterleiding kon worden aangesloten.
De Directie van het P.W.N. was bereid
aan ons verzoek te voldoen, mits de ge
meente Helder de meerdere kosten, welke
daaruit zouden voortvloeien ten bedrage
van 12.000, zoude willlen voldoen.
Aangezien ons een dergelijke uitgaaf niet
gemotiveerd leek in verband met de voor
deden, die er door zouden ontstaan, zijn
wij niet verder op de bereidverklaring van
het P.W.N. ingegaan, doch hebben wij den
Directeur van de Water- en Lichtbedrijven
verzocht te willen onderzoeken of gehede,
dan wel gedeeltelijke aansluiting van het
Koegras aan de gemeentelijke waterleiding
mogelijk en verantwoord was. Deze legde
zijn condusies te dien aanzien neder in een
.rapport van vj Augustus 1925, nader aan
gevuld i9 .Augustus.
De Directeur geeft in deze rapporten als
zijn meening te kennen, dat het Koegras
op een afdoende manier van water zal wor
den voorzien, wanneer in de volgende we
gen waterleidingbuizen worden gelegdweg
langs Schoolvaart van Julianadorp tot het
NoordhoMandsch Kanaal, weg Middenvliet-
Korte Vliet-Doggersvaart, weg langs het
Noordhollandsch kanaal tot aan het vlieg
kamp, weg langs Schoolvaart van Juliana
dorp af tot den duinrand, weg langs Mid-
derwliet van Lange Vliet af tot den duin
rand! weg langs Callantsoogervaart van
Langevliet af tot den duinrand. De kosten
van dezen aanleg zouden bedragen
f 70.633.
De Commissie voor de Water- en Licht
bedrijven achtte volledige aansluiting van
het Koegras, blijkens haar advies van 6 Oc
tober 1925, vooralsnog niet gewenscht. Zij
kon zich echter met de aansluiting van de
,perceelen langs de Schoolvaart gelegen ver
eenigen, terwijl zij voorts een jaarlijksche
uitbreiding op basis van het plan van den
Directeur in overweging gaf. Ten slotte
achtte de Commissie het gewenscht, dat de
bewoners van de Schoolvaart en eventueel
later de overige bewoners van het Koegras
zouden worden verplicht tot aansluiting
aan de waterleiding en tot afneming van
water, daar zij vreesde, dat bij gebreke van
deze verplichtingen, de aanleg niet rendabel
zoude zijn.
Intusschen zijn de hierbedoelde verplich
tingen reeds door Uwe vergadering opge
nomen in de gewijzigde artikelen 29 en 74
der Verordening op het bouwen en op de
bewoning voor deze gemeente.
Tengevolge van een vraag van Uw me
delid, den heer J. van der Veer, bij het
onderzoek der gemeente-begrooting voor
,1926 gedaan, nopens deze zaak, bracht de
Directeur bij zijn schrijven van 25 Novem
ber 1925 een nader rapport uit, waarbij hij
thans van oordeel was, dat, zulks in ver
band met de koeten, voorloopig kon worden
volstaan met het leggen van buizen langs
de Schoolvaart van Julianadorp af tot aan
het Noordhollandsch Kanaal en langs Mid-
denvlietKorte Vliet en Doggersvaart.
Hiervoor zou een uitgaaf noodig zijn van
j 47.104.50. Dit plan, naar de Commissie
voor de Water- en Lichtbedrijven om ad
vies gezonden, werd door haar in de verga
dering van 1 December d.a.v. aangehouden,
totdat het door de Commissie in overweging
gegeven onderzoek, nopens het aantal wo
ningen, waarvan.het vast is, dat het aan de
waterleiding zal' worden aangesloten, zou
zijn afgeloopen.
Dit onderzoek heeft tot resultaat gehad,
dat 61 woningen, welke echter verdeeld zijn
over het geheele Koegras, bij de totstand
koming der leiding, aangesloten zullen wor
den. (In het Koegras zijn in totaal, volgens
de laatste woningtelling, 355 woningen,
waarvan reeds 80 zijn aangesloten aan de
bestaande hoofdaanvoerbuis, welke door
Julianadorp loopt. Zoodat voor niet minder
dan 214 woningen althans voorloopig geen
aansluiting aan de waterleiding werd ge
wenscht).
In zijn schrijven van 6 Maart 1926 geeft
de Directeur der YVater- en Lichtbedrijven
aan de hand van dit onderzoek verschillen
de becijferingen, waarbij hij tot de con
clusie komt,» dat, tengevolge van de zoo
even genoemde omstandigheid, dat bij lange
na niet voor alle woningen leidingwater ge
wenscht wordt, geen enkele leiding in Koe
gras zonder verlies zal kunnen worden ge
ëxploiteerd. Voorts deelt de Directeur
mede, dat, bij cfp uitvoering van zijn plan,
neergelegd in het bovenaangehaald schrij
ven van 17 Augustus 1925, in welk plan
sindsdien enkele wijzigingen zijn aange
bracht, waardoor de totaal-kosten zijn ge
daald van f 70.63^ op f 65.330, het verlies
het eerste bedrijfsjaar zal bedragen 3500.
Deze berekening van het verlies is echter
gebaseerd op slechts 61 nieuwe aansluitin
gen, zoodat dat verlies belangrijk lager zal
zijn, wanneer de aansluitingsplicht een feit
zal zijn geworden.
De Commissie voor de Water- en Licht
bedrijven kan zich, in afwijking van haar
vroegere, bovengenoemde, meening, neer
gelegd in haar advies van 6 October 1925,
thans vereenigen met het oorspronkelijke
plan van den Directeur, zooals dat is om
schreven in zijn schrijven van 17 Augustus
n nader uitgewerkt bij zijn brieven van
ugustus d.a.v. en van 6 Maart 1926.
'Wij zijn evenals de Commissie van oor
deel, dat het eerste plan van den Directeur
moet worden uitgevoerd, niettegenstaande
de volledige uitvoering ervan een belang
rijke uitgaaf met zich mede zal brengen en
er in de eerste jaren althans nogal verlies
zal worden geleden. Alleen door voorzie
ning van het geheele Koegras van leiding
water zullen al zijn bewoners gebruik kun
nen maken van dit water, waaraan juist in
dezen polder, waar bijna uitsluitend de vee
teelt wordt uitgeoefend, zoo zeer be
hoefte i».
Qp grond van het bovenstaande stellen
wij voor te besluiten tot uitvoering van
het volledige plan tot voorziening van lei
dingwater van het Koegras, zooals dat hier
boven is medegedeeld en waarvan de kosten
zullen bedragen f 65.330, van welk bedrag
bereids een som van f 50.000 in de onlangs
aangegane geldleening is opgenomen.
Zesde leerkracht School
In de raadsvergadering van 4 Augustus
1925 werd, in afwachting van het voorstel
van B. en W., om met ingang van 1 Sep
tember 1925 aan School No. 1, te Juliana
dorp, besloten de tijdelijke leerkracht aan
die school te bestendigen, totdat na den
aanvang van den nieuwen cursus zou kun
nen worden nagegaan of een andere com
binatie, dan de verdeeling van de leerlingen
van het 4e leerjaar over de klassen 3 en 5,
mogelijk zou zijn.
'Het aantal leerlingen per klasse van
school No. 1 bedraagt thans:
ie leerjaar 17; 2e leerjaar 22; 3e leer
jaar 25; 4e leerjaar 33; 5e leerjaar 23; 6e
en 7e leerjaar 31.
B. ert W. hebben over deze aangelegen
heid het advies ingewonnen zoowel van het
Hoofd der school als van den Inspecteur
van het L. O. en de Commissie van Bij
stand voor het Onderwijs.
Het Hoofd van de school brengt tegen
het denkbeeld van het eerste en tweede leer
jaar geen ernstige bezwaren naar voren.
Hoewel naar zijn meening de combinatie
niet zal strekken tot verbetering van het
onderwijs, acht hij haar wel uitvoerbaar.
We3 stelt hij in zijn advies nog de vraag,
of het wel rechtvaardig is de bedoelde klas
sen zes jaren te laten samengaan, terwijl
de andere klassen alle een kracht voor zich
hebben, doch, zooals de Inspecteur in zijn
advies ook reeds aangeeft, is deze com
binatie gedurende zes jaren niet noodza
kelijk. Indien toch het volgend jaar de aan
gifte van het aantal leerlingen voor het
eerste leerjaar weder gering is, is combi
natie van het eerste en' tweede leerjaar
weder de meest voor de hand liggende.
De Inspecteur vindt de combinatie van
de klassen 1 en 2 zeer goed mogelijk en
acht de bezwaren, uit onder wijsoogpunt
gezien, gering.
Blijkens het advies van de Commissie
van Bijstand voor het Onderwijs, heerscht
in deze Commissie ook thans nog geen
eenstemmigheid. Twee leden kunnen zich
met de combinatie geheel vereenigen, terwijl
twee andere leden van meening blijven, dat
voor elk leerjaar een afzonderlijke leer
kracht beschikbaar moet zijn.
Ook naar de meening van B. en W. kun
nen zonder bezwaar voor het onderwijs de
leerlingen van het eerste en tweede leer
jaar in één lokaal worden ondergebracht.
Waar de 'hier bedoelde leerkracht geheel
voor rekening der gemeente is, achten zij
het, op grond van het vorenstaande, in het
financieel belang der gemeente niet ver
antwoord een zesde leerkracht aan school
No. 1 te handhaven. B. en W. stellen dan
ook voor het aantal leerkrachten van ge
noemde school te bepalen op 5.
B. en W. vestigen er hierbij nog de aan
dacht op, dat de Inspecteur van het L. O.
reeds bij schrijven van 18 Maart j.1. heeft
medegedeeld, dat de tijdelijke leerkracht
aan de onderwerpelijlke school niet langer
kan worden gehandhaafd, omdat hier in
strijd met de wet wordt gehandeld.
Vastrechttarief gas.
De Commissie van Bijstand van B. en
W. voor de Water- en Lichtbedrijven ves
tigt er de aandacht op, dat het gewenscht
is om de regeling voor het leveren van gas
volgens het vastrechttarief, die thans voor
gesteld wordt aan den Raad zoodanig te
wijzigen, dat niet van een bepaalden gas-
prijs wordt gesproken, opdat niet bij toe
komstige wijziging van den gasprijs ook
telkens de regeling van het vastrecht-tarief
moet worden herzien. B. en W. kunnen zich
hiermede vereenigen en brengen in verband
daarmede wijziging aan in de.voorgedragen
regeling.
Verhuren van grond.
Een gedeelte van het als volkstuintjes
verhuurde perceel Sectie E, No. 4039, groot
7 Aren, 50 Centiaren, is momenteel on-
verhuurd.
De heer L. M. Kalfsvel, wonende Bree-
straat No. 52, alhier, is bereid genoemd
stuk voor den prijs van f 15.voor het
loopende jaar te huren.
Tegen verhuring aan Kalfsvel, mits op
nader omschreven voorwaarden, bestaan
bij B. en W. geen bezwaren. Voorgesteld
wordt bedoeld gedieelte aan hem te verhu
ren voor 15.
Wanneer U oen dm gebruikt, dat
altijd even scherp ia, scheert U rich
eiken morgen opnieuw met plezier. Koop
vandaag nog een Valet-Veilighcidsschocr*
met, dat zijn eigen mesjet aanzeL
Importwur» I F, B. MKINDERSMA - DIN HAAS.
Onbewoonbaarverklaring.
Burgemeester en Wethouders stellen, op
advies vande Gezondheidscommissie en
den Directeur van Gemeentewerken, voor
de woning aan de Jodensteeg o, in eigen
dom toebehoorende aan de weduwe M. P.
Polak, geb. Clara Schrijver, onbewoonbaar
te verklaren en den termijn voor ontrui
ming binnen zes maanden na den dag
waarop de termijn van voorziening tegen
dit besluit verstreken zal zijn, te stellen.
De Minister van Marine a. 1. heeft aan
de Tweede Kamer twee memoriën doen
toekomen en wel:
A. eön beknopt overzicht van de op
merkingen, waartoe de bestudeering van
ide „Beschouwingen en conclusiën over
de plannen tot reorganisatie van het be
heer der marine", uitgebracht door de
Vlootcommissie, hem aanleiding geeft;
A. een uiteenzetting nopens de wijze,
waarop h|j zich voorstelt de organisatie
van het personeel der marine te ver
soberen zonder evenwel vooruit te loopen
op het oordeel der Volksvertegenwoor
diging nopens de meer principieele re
organisatie der marine.
Ten einde de kosten der organisatie te
verminderen ligt het in het voornemen
van den minister op veel ruimer schaal
dan tot dusver geschiedde van dienst
plichtigen gebruik te maken, waardoor
de sterkte van het beroepspersoneel zal
kunnen worden verminderd. Hiertoe is
wijziging der Dienstplichtwet noodig;
desbetreffende voorstellen zijn in bewer
king. De huidige organisatie van het
personeel is te kostbaar en kan reeds
om die reden niet worden gehandhaafd.
Voorde geregelde aflossing van in Indië
dienend Europeesch beroepspersoneel
moet ook in Nederland een daarmede
verband houdend aantal beroepsmilitai
ren aanwezig zijn. Aangezien met de In
dische regeering nog overleg moet wor
den gepleegd omtrent de uiteindelijke
samenstelling van het voor den dienst in
Nederl. Indië te bestemmen deel der vloot,
deed de Minister nagaan, welk personeel
noodig is voor het bemannen en in bedrijf
houden van de oorlogsschepen, die in Indië
aanwezig zullen zijn, wanneer het mate
rieel, dat thans in aanbouw, dan wel aan
gevraagd is of aangevraagd zal moeten
worden, om het verouderde materieel te
vervangen en de noodige vliegtuigen
zullen zijn aangekocht. Een en ander kan
omstreeks 1930 het geval zijn. Voor ge
bruik in Nederland is op ongeveer de
huidige materieelsterkte gerekend, waar
bij een zóó ruim gebruik is gemaakt van
dienstplichtig personeel, als de Vloot
commissie zonder schade voor het geheel
mogelijk achtte. Uit deze berekeningen
volgde, welk beroepspersoneel in Indië
en welk in Nederland voor den dienst
noodzakelijk is, zonder dat ergens een
overcompleet ontstaat. Het tegenwoordige
stelsel mag niet worden losgelaten, eer
eventueel nieuw stelsel grondig is onder
zocht en deugdelijk is bevonden.
Alvorens een en ander volledig kan
worden uitgevoerd, moet overleg worden
gepleegd met de Indische regeering. Dit
overleg kan nog verscheidene wijzigingen
mogelijk maken van de huidige plannen
des ministers.
Als bijlage is aan den brief van den
Minister toegevoegd éen
baknopt overzicht van de opmerkingen naar
aanleiding van de .Beschouwingen en con-
eluslea over de plannen tot reorganisatie
van het beheer der Marine", ultgebraeht door
de Vlootoommlssle.
Dit overzicht luidt als volgt:
I. Er bestaat geen verschil van meening
omtrent de noodzaak van reorganisatie
van het marinepersoneel met het oog op
de omstandigheid dat het grootste deel
der vloot in Nederlandsch-Indië, het klein
ste deel in Nederland aanwezig ia en tot
bevordering van een ruimer gebruik van
dienstplichtigen en reservepersoneeL
IL Het ligt daarbij niet in de bedoeling,
hetbegrip van een onverdeelde Neder-
landsche marine los te laten.
HL Bij de ten uitvoerlegging van de
regeerlngsvoorstellen zal, in verband met
de evolutie, welke Indië doormaakt en de
ontwikkeling der inzichten betreffende
ontwapening, vrede door recltf, enz., de
noodige voorzichtigheid worden betracht
ten aanzien van het heffen van alle be
langrijke maatregelen.
IV. Uit de bijgaande memorie nopens
de reorganisatie van het personeel moge
blijken, dat, gebruik makende van de ge-
gevens van de Commissie-Sluys, welke
na het verschijnen van de Memorie van
Antwoord nopen?; het Voorloopig Verslag
betreffende het Vide hoofdstuk der Staats-
I begrooting 1926 zijn gepubliceerd, een
stelsel ia opgebouwd, waarbij in de eerst
volgende jaren een splitsing van bet' per
soneel over de geheele linie vermeden
wordt, en waarbij wel zoo goed mogelijk
de nadeelen van het bestaande stelsel zijn
ondervangen.
V. Het ligt in het voornemen in het
algemeen den duur van het verblijf in
Indië te brengen op 8 jaar zonder en 4
jaar met gezin, met gelegenheid zich vrij
willig te verbinden voor een langer verblijf.
1 VI. Met de Vlootcommissie is de Re-
geering van oordeel dat de opleiding der
bilanders voor de verschillende diensten
bij de marine krachtig moet worden voort
gezet.
De oplossing der Commissie kan der
halve zeker niet de meest economische
zijn.
De Memorie nopens de reorganisatie
van het personeel, welke oplossing geeft
voor alle gevallen, is gebaseerd op een
vaste verhouding tusschen den duur
van den verblijftijd in Indië in Nederland,
welke alleen door vrijwillige beschikbaar
stelling in dien zin kan worden gewij
zigd, dat het verblijf in Indië langer dan
normaal is.
III. De bezuiniging, welke bij de ont
worpen reorganisatie wordt verkregen,
is alleen bruikbaar, indien men tracht
met het tot dusver gevolgd stelsel van
personeelvoorziening.
IX. Het is uiteraard juist, dat de toe
loop van personeel nauw verband houdt
met de levensvoorwaarden, die in Indië
worden aangeboden.. Intusschen kan toch
worden verklaard, dat ook bij behoud van
de tegenwoordige salarisschalen de te
.verkrijgen bezuiniging zeer belangrijk
is, indien de ontworpen reorganisatie tot
stand komt.
X en XI. Samenvoegen van de Depar
tementen van Oorlog en Marine is in elk
geval zeer gewenscht, ook afgescheiden
van de voorgenomen reorganisatie.
Die samenvoeging bevordert in hooge
mate een zoo economisch mogelijke op
lossing van het defensievraagstuk in zijn
geheel.
XH. Samenvoegen van daarvoor in aan
merking komende diensten van zee- en
landmacht komt alleen tot stand, als die
diensten onder éón Departement ressor
teeren, zooals ook uit de pract]jk wel ia
gebleken.
De tweede bijlage bevat een
Memorie nopens de versobering en ver
eenvoudiging van de organisatie van het
marine-personeel.
Het is niet mogelijk een reorganisatie
van het personeel te bemerken, indien
niet in hoofdzaak vaststaat, hoe over
eenige jaren de vloot zal zijn samen
gesteld. Daarom is als voorloopig eind
punt aangenomen 1980.
De ma||ne in Nederland is geacht te
zijn samengesteld als aangegeven in het
rapport der commissie-Sluys, met dat
verschil, dat gerekend is op sleohts 1
onderzeebootmijnenlegger en 8 pantser-
schepen. In verband met de voorgenomen
reorganisatie van den marine-luchtvaart
dienst U dit onderdeel voorloopig nog