jaar, 3 karjongens ben. 18 jaar, 2 land
arbeiders, 11 losse-werklieden, 3 loop
jongens ben. 18 jaar, 1 loodgieter, 4 metse
laars, 8 opperlieden, 1 steenbikker, 1 slager,
2 scheepmakersleerlingen ben. 18 jaar, 1
stoker, 1 stoker-machinM, 1 smid-bank
werker, 4 smid-bankwerkers ben. 18 jaar,
62 transportarbeiders, 6 timmerlieden, 5
timmermansleerlingen ben. 18 jaar, 1 tele
grambesteller ben. 18 jaar, vliegtuigmaker
(houtbewerker). Totaal 131 personen.
Geplaatst werden: 8 bankwerkers, 1
chauffeur, 6 grondwerkers, 1 incassseerder,
2 kleermakers, 3 karjongens ben. 18 jaar,
1 letterzetter, 6 losse-werklieden, 2 landr
arbeiders (in Nd. Frankrijk), 1 leerling
ketelmaker; ben. 18 jaar, 8 leerling werk
tuigmakers ben. 18 jaar, 4 metselaars
(voor uitzending naar Curagao), 1 opper
man, 1 steenbikker, 1 schilder, 2 timmer
lieden, 1 timmerman-halfwas, 3 timmer
mansleerlingen ben., 18 jaar, 1 tuinman,
62 transportarbeiders.
Totaal 105 personen.,
Aanvragen van werkgeefsters kwamen
in om: 2 breistersleerlingen ben. 18 jaar,
7 dagdienstboden, 12 dagmeisjes ben. 18
jaar, 2 dienstboden intern, 2 hulp in de
huishouding, 1 huishoudster, 2 huisnaai
sters, 1 huisnaaister ben. 18 jaar, 1 kan
toorbediende, 1 waschvrouw, 16 werksters,
1 winkeljuffrouw. Totaal 48 personen.
Aanbiedingen kwamen in van: 2buffet
juffrouwen, 2 dagdienstboden, 3 dagmeisjes
ben. 18 jaar, 1 huishoudster, 2 huisnaaisters,
1 huisnaaister ben. 18 jaar, 1 waschvrouw,
1» werksters, 2 winkeljuffrouwen.
Totaal SS personen.
Geplaatst ^erden1 breistersleerling
ben. 18 jaar, 2 dagdienstboden, S dag
meisjes ben. 18 jaar, 2 huisnaaisters, 1
huisnaaister ben. 18 jaar, 1 kantoorbe
diende, 1 waschvrouw, 12 werksters.
Totaal 23 personen.
FINANCIEELS EN ECONOMISCHS
BERICHTEN.
Conversie Indische leening.
Ingediend is een wetsontwerp tot con
versie der 6 leening 1919, 61/» lee
ning 1921b en der 7 leening 1921a Ned.-
Indië.
De zaak-MOiler.
Hoe de smokkelpoging bij Kamperduin
mislukte.
De Telegraaf beeft nog een uitvoerig
relaas van de poging tot smokkelen van
4000 L. spiritus. Zooals men weet is de
spiritus in beslag genomen; be schip zelf
is ontkomen.
De nieuwe inspecteur van de Directe
Belastingen, de beer J. Köldenhof, kende
den leider van de smokkelonderneming,
den 22-jarigen G. V., die reeds bad sa
mengewerkt met den bekenden smokke
laar Ernst Bol, uit Hamburg. Als inspec
teur bad de beer Koldenhof van beiden
het vorige jaar te Hoogezand reeds een
partij van 11.000 en 100 L. spiritus in be
slag genomen en toen hy, in Alkmaar
komende, ontdekte, dat V. zich in zyn
inspecie bad gevestigd, begreep hy alras,
dat een smokkelonderneiming op onze
kust op til was.
Hy liet de gangen van den smokkelaar
nagaan en toen hy vernam, dat deze de
vorige week naar Duitschland was ver
trokken, begreep hij, dat binnen enkele
dagen een smokkelaffaire voltrokken zou
worden.
Na drie nachten waken werd waarge
nomen, dat een Duitsohe botter de kust
verkende. Van het schip ging een bootje
naar het strand en spoedig daarop keerde
dit bootje naar bet schip terug, om weer
te keeren met een aantal kisten spiritus
door een Bjn achter aan het bootje 'beves
tigd. De kisten werden door de branding
gebracht en daarna losgelaten om door
de golven op het strand te worden ge
worpen. Helpers brachten de kisten op
het erf van het in de omgeving alleen-
stanade café.
Des morgens vonden de kommiezen op
20 minuten afstand van de plek, waar het
gebeurde, de vaten op het srtand.
De Inspectie was voornemens geweest
niet eerder in te grijpen voor de auto's,
die de spiritus naar Amsterdam moesten
vervoeren, ter plaatse waren. Het ©ogen
blik van ingrijpen werd echter verbaast,
doordat een smokkelpost ia het duin on
vermoed in gezelschap van zyn fiond op
een post van de inspectie liep. Direct
werden een paar revolverschoten in de
ludht gelost De man liet zioh zonder meer
arresteeren, evenals V., die om 't oafó
heen trachtte te ontkomen, doch zidh
tegenover de revolver tan kommies Ros
zag geplaatst. De andere hlepsrs wisten
echter te ontkomen.
't Erste werk was nu den caféhouder
uit z'n bed te halen en in het café werd
V-» nadat hem gelegenheid was gegeven
om zich van drooge kleeren te Voorzien,
een: verhoor afgenomen.
Een zekefe S. te Bergen schijnt deze
zaak te hebben gefinancierd.
Het blad had een onderhoud: omet den
getrresteerden smokkelaar V., waaraan
wh het volgende ontleenen:
De jonge man deelde mede, dat hy in
den nacht van Donderdag op Vrijdag met
den kotter „Do Stormvogel" uit Bremer-
havero in Duitschland was vertrokken. De
kotter had 4000 liter spiritus in en
slagen zou de affaire een winstje opleve
ren van 20.000, waarvan hy 6000 zou
ontvangen.
Eerst Dinsdagavond werd' een gunstig
sein ontvangen en met de lossing begon
nen.
v- vertelde hierop hoe hij gearresteerd
was en constateerde met groote voldoe
ning dat het vaartuig ontsnapt was.
Een levende groet nan de familie in Infflg.
,Pe Willy Mullens van de firma
Albert Frères, gaat in opdracht van de
voornaamste oultuurmaatschappyen en
Industrieën hier te lande, in het begin van
Juni een reis ondernemen naar de Oost,
voor het maken van een film. De heer
Mullens zal onzen heelen Indiaohen archi
pel doorkruisen, en da&rby zeker een on-
noemeiyk aantal interessante opnamen
maken.
De heer Mullens is daarby, op het vol
gende origineele idee gekomen. Hy wu
by ieder, die familie in Indië beeft, aan
huis komen en een filmpje opnemen, dat
hy dan aan de familieleden, die hy in in
dië een bezoek" zal brengen, zal vertoonen.
Men kan zich indenken welk een verras
sing dit vöor de Indische familieleden zal
zyn, als zij zich zoo plotseling in den hui-
Beiyken kring geplaatst zien en het gebeu
ren van alle dag weer even mee kunnen
leven.
Ieder die dus familie in het verre oos
ten heeft en sympathiseert met het idee
van den heer Mullens, schrijft even een
kaartje aan zyn adres in den Haag, Joan
Maetsuykerstraat 21, en de heer Mullens
komt over.
De pronkschepen van Callgula.
Mussolini gaf den Italiaanschen minis
ter van Onderwijs opdracht eene commis
sie te vormen voor het onderzoek en het
omhoog brengen van Caligula's pronk
schepen, die liggen op den bodem van het
meertje van Nemi ten zuiden van Rome.
Er zyn in den loop der tyden al meerma
len pogingen gedaan om ze naar boven te
krijgen. Het onderzoek, dat daarvoor ia
ingesteld bracht aan het licht, dat er twee
schepen zyn, een van 150 voet lengte en
een van 234 voet. Verschillende ornamen
ten en beelden van deze pronkschepen af
komstig, die reeds vroeger naar boven
zyn gebracht, geven een denkbeeld van de
kostbaarheden op den bodem van het
meertje.
Wederom een treinongeluk.
Vrijdagmorgen omstreeks kwart voor
elf is op het rangeerterrein naby Feyen-
oord wederom een treinongeluk gebeurd.
De 51-jarige seinhuiswachter J. de Nooyer
is door een achteruitrijdende rangeerloco
motief gegrepen, ter hoogte van het in
aanbouw zijnde viadukt by HiUeslula. Den
man zyn beide beenen afgereden.
Niemand had het ongeval bemerkt.
Eerst eenigen tyd later is de man gevon
den. WaarschynUjk was hy op weg om
geld te halen en is hy toen plotseling ach
ter een van de peilers van het viaduct ge
komen, waarna hy door de machine ge
grepen werd.
Met een auto van den geneeskundigen
dienst is het slachtoffer in hoogst ern-
stigen toestand naar het ziekenhuis aan
den Ooolsingel gebracht.
Kort na aankomst in het ziekenhuis is
de man aan de bekomen verwondingen
overleden.
Emelten-bestryding.
Het bestuur van Stad en Lande heeft
by wyze van proef een aantal stellages
geplaatst op dé Oostermeent naby Eem-
nes en Blaricum; waaraan elk 36 nest
kastjes voor spreeuwen bevestigd zyn.
Dezer dagen zijn dev kastjes gecontroleerd
en is gebleken, dat meer dan 50 der
kastjes bezet zijn.
De proef was belangwekkend, omdat
spreeuwen niet gemakkeiyk ertoe worden
gebracht om ver van huizen en holle boo-
men, waarin ze gewoon zqn te nestelen,
tot broeden te brengen. Waar deze uitge
strekte boomlooze vlakte zeer besmet was
met emelten, was 't van groote waarde om
de spreeuwen, de grootste emelten-bestry-
ders, daarheen te lokken. Deze proef,
waarby ook de kastjes op eenige K.M. af
stand van de bebouwing tameiyk goed
bezet zyn, mag dus wel geslaagd geacht
worden, vooral omdat bleek, dat de emel-
tenplaag zeer was verminderd. Zeer te be
treuren is, dat de jeugd van Eemnes een
achttal kastjes heeft afgestooten, waarvan
de meeste met nesten.
Zes Jaar wegens een zedendelict
De 60-jarige H. O. K. B., ontslagen ge
meente-arts te Oisterwyk, die 29 April j.1.
voor de rechtbank te Breda in een ern
stige zedenzaak terechtstond, werd Don
derdag veroordeeld tot zes jaar gevange
nisstraf. De zaak werd 29 April j.L met ge
sloten deuren behandeld en toen luidde de
eisch 8 jaren gevangenisstraf.
Electrolux-Relletjes.
De stakers van „Electrolux", te Rotter
dam, voeren nog steeds heftig actie. Wan
neer te ongeveer 6 uur de werkwilligen
het gebouw verlaten, worden zy opge
wacht door stakers, die hen omringen en
hen al fluitend en met fietsengebel naar
huis brengen. Toén Donderdagavond be
kend werd, dat een vertegenwoordiger van
„Eleotrolux", genaamd B. zich in café
restaurant Loos bevond, verzamelden zich
een aantal stakers voor het café en toen
B. verscheen, gaf een der stakers hem
een klap voor het hoofd. Dit scheen men
gfenoeg te vinden, want daarop liepen alle
stakers weg. De politie heeft het onder
zoek in handen.
De trelndlefstallen te Roosendaal.
Het „D. v. N.Br." verneemt, dat de di
rectie der Ned. Spoorwegen geen genoe
gen neemt met de uitspraak van het
scheidsgerecht. In de gevallen, waarin de
spoorwegen in het ongeiyk zyn gesteld, is
den betrokkenen verzocht voor een nieu
we onderzoek-eommissie te versohynen.
Eenvoorgewende beroering.
Twee kinderen verdronken.
Gisteravond ongeveer halfzeven waren
by de zeesluis naastjhet Ververschings-
kanaal te Scheveningen twee jongetjes
aan het spelen, hetgeen men eerst heeft
opgemerkt, toen het reeds te laat was.
Men zag de kinderen, nadat men had ge
spuid; zy werden toen door de groote
kracht van het water het verval was
ongeveer 1.70 M. naar zee getrokken.
Onmiddeliyk ingestelde pogingen om
hen nog te redden, mochten helaas niet
baten, zoodat het vermoeden voor de hand
ligt, dat de beide knapen den dood In de
golven vonden.
Tot 10 uur gisteravond was by de po
litie nog geen aangifte van vermissing
gedaan.
Inbreker gepakt
Donderdagavond hoorde de caféhouder
Adams te Tilburg gestommel op de 'boven
de gelagkamer gelegen slaapkamer. Hy
ging naar boven en verraste op die kamer
een inbreker, die hem een handvol peper
in het gelaat wierp. De onthutste kapitein
wist den inbreker echter te grijpen en
kon 'heim imet behulp van een bediende
overmeesteren. Het bleek te zyn een iman
uit Keulen. By zyn fouilleering werd een
ploertendooder op hem gevonden. Met
twee medeplichtigen was hy uit Duitsch
land naar Tilburg gekomen. Terwyi een
van deze twee in het café den kastelein
aan de praat (hield en de ander bulten
stond te wachten, klom de inbreker langs
een laddertje naar boven en kon op de
slaapkamer doordringen. Tydens de wor
steling zyn de metgezellen gevlucht Zy
rijn nog niet opgespoord.
NIEUWE UITGAVEN.
DE VOGELSCHRIK.
Een Pinkstergeechiedenls
door H. G. GANNEGIETER.
(Nadruk verboden.)
HIJ gtond er al, toen de krookjes w&ren
gaan bloeien, en nu de gouden regen was
opengegaan, stond hy er nog. Het was een
droge oude vogelverschrikker, zonder
eenige zwier of oorspronkelijkheid. Zyn
vaalgroene lor van een jas hing slap neer
by den stok en zyn deukhoed, uit het
model gezakt, druilde daarboven. Een boa
half vergaan stroo prikte uit zyn mou
wen en stak door de gaten van zyn ver
schoten broek.
Sinds lang trokken de vogels zioh van
dezen .boeman geen zier meer aan. Ze zet
ten zich op zyn schouders en decoreer
den met het bewys van hun minachting
zyn hoed.
Ook de kinderen, die langs het veld des
morgens naar school gingen, bemoeiden
zich niet imet dén vogelverschrikker. Ze
wierpen hem piet met steenen, trokken
hem niet omver en (behingen hem niet
met spot. Ze zagen heon nief, omdat er
niets aan deze fantasie-looze verschijning
te zien was. Hy was niet polsieriyk of ro
mantisch, zooals andere vogelverschrik
kers wel kunnen zyn. Hy1 bestond voor
hen niet.
De eenige die hem in eere hield was
zyn baas, die hem daar opgesteld had als
hét bewys van zyn macht. Met een goed
keurenden blik gaf boer Adriaanse op
zyn morgenwandeling te kennen, dat hy
tevreden was over zyn vogelverschrikker.
Adriaanse mocht den vogelverschrikker
wel; het was de eenige onder het perso
neel, over wie hy tevreden kon zyn. De
rest was elgeniyk niets gedaan. Het wa
ren niet imeer de degeiyke, brave werklui
van vroeger; over die oude getrouwen, die
hy had gekend, toen zyn vader nog op de
boerdery was, raakte Adriaanse nooit uit
gepraat. Maar het tegenwoordige
werkvolk, wat was het? Lyntrekkers wa
ren het, oproerkraaiers, doorbrengers, die
wel veel wilden verdienen, maar er zoo
weinig mogeiyk voor wilden doen.
Eiken dag als hy op zyn Inspectie-wan
deling zyn akkers en weiden langs ging,
stemde het werkvolk hem kregel. De
eenige, by wien hy ln zyn humeur bleef,
was de vogelverschrikker. De vogelver
schrikker sprak hem nooit tegen; de vo
gelverschrikker klaagde nooit over de te
lange dagen; de vogelverschrikker vroeg
nooit om meer loon. Nooit behoefde Adri
aanse zich iby den vogelverschrikker te
ergeren over een fyne sigaar, die hy
rookte of een duur pak, dat hij droeg. De
vogelverschrikker was altijd eenvoudig,
altijd stilzwijgend, altyd nederig, geiyk
het een ondergeschikte van den rijken
boer Adriaanse betaamt
Daarom kon Adriaanse soms met een
gevoel van vriendschap by den vogelver
schrikker opkyken. De vogelverschrikker
deed zijn plicht Hij stond daar, dag en
nacht op zyn post, om musschen en men
schen té beduiden: „Hier biyf je af! Dit
is het veld van boer Adriaanse en daar
heb je niets te maken."
Zoo was het goed; zoo moest het zyn.
En tevreden sukkelde Adriaanse op zijn
groote gele klompen weer naar zyn boer
dery. Daar lag de krant klaar en stond,
de koffie gereed. Moeizaam trok 'de oude
boer zyn stijve leden uit de veel te wijde
jas, waarin hy zich op zyn morgen-tour-
née tegen kouvatten béschermde. Hy zette
zyn voeten met de grove sokken op de
plaatstoof, haolde zyn 'bril uit den koker
en begon te lezen.
Maar spoedig lel hy de krant neer. Het
zinde hem weer niet vandaag. De krant
was hem langzamerhand1 een ergernis ge
worden. 't liep mis met de wereld. De rust
was er uit. De eene nieuwigheid volgde
de andere op. En wat voor onzinnige din
gen de menschen zich wel in den kop
haalden! Niets deugde meer; alles moest
veranderd. Elken_dag las je van een nieu
we vereeniging, die ze hadden opgericht
om de wereld te hervormen; zelfs in zyn
vredig dorpje hielden ze vergaderingen
en liepen ze naar meetings. Alsof ze met
al die drukte de wereld konden verbete
ren 1 Nee, 't was eenmaal zooals 't was,
naar God's bestel, en daar kon geen
mensoh wat aan doen. Oorlog en armoede
en dronkenschap was er altyd geweest en
zou er altyd wel biyven, hoe hard de
volksmenners sohreeuwden. Dan waren ze
vromer geweest ln zyn jongen tijd; toen
legden ze zioh by God's bestel rustig
neer. 't Was wel niet alles even mooi in
de wereld, maar je leefde toch niet voor
je plelzier, zooals ze tegenwoordig sche
nen te meenen.
Wat was dat? Daar lag tusschen Ié
kranten een brieft Adriaanse hield het
papier dicht by zyn oogon en met opeen-
geknepen lippen volgde hy in spanning
de letters. Steeds wreveliger werd zijn
gezicht.
„Nee, maar, nóu1 wordt het nog mooier!
Dèt moest er nog bykomen!" barstte hy
uit, en met een hoonend lachje schoof hy
den brief op zy. „Dat moest er no® bil
komen 1"
Doch, terwfjl hy hoofdschuddend na
dacht over den Inhoud van den brief
kwam er iets van weemoed ln zyn oogenl
De harde trekken van zyn gezicht werden
zachter en het was, of hy, met Zyn vin
gers op het tafelblad trommelend, zioh
aan mymerlng overgaf.
Zyn kleinzoon! Wat was hy Iblö geweest
met den jongen! Toen zyn zoon was ge
storven en dé weduwe met het kind zioh
in het dorp vestigde, stelde Adriaanse
zich voor, dat hy nu op zyn eenzamen
ouden dag iets van aanspraak zou krij
gen. /Ai mochten hem hier op t dorp niet;
ze noemden hem' hard en vrekkig, maar
dat was niets dan nayver, omdat hij de
rijkste man was in de gemeente. Zyn
kleinzoon zou hem vergoeden, wat hy aan
Vrouwen.
Ernstige beschuldigingen.
Zooais men weet, is onlangs bij den Raad
van Tucht van het Nederlandsch Instituut van
Accountants een klacht ingediend op grond
van de onderteekening door den heer Burg-
mans, accountant, prof. Molengraaff, plaats
vervangend voorzitter van bovengenoemden
Raad en lid van den Raad van Advies der
Comm. Venn. Müller Co., van beweerde on
juiste balansen van de firma Wm. H. Müller
Co.
In afwachting van nadere motiveering is,
zooal* reeds gemeld, de klacht voorloopig niet
ia behandeling gekomen.
Op grond van gekregen inlichtingen meent
de „Nieuwe Fin. en Kap." thans te kunnen
mededeelen, dait de kern van de onjuistheid
der balanscijfers is gelegen in, de landgoederen.
Het blad geeft on, dit punt en over de finan-
cieele geste van de firma het volgend relaas,
dat wij uit den aard der zaak voor rekening
der redactie van de Fin. en Kap. laten:
In de oorlogsjaren heeft de firma voor mil-
lioenen guldens aan gronden en landhuizen
aangekocht. Deze aankoopen zijn het, die in
hoofdzaak de legende van de fabelachtige rijk
dommen van den heer Krölier hebben doen
ontstaan. De bezittingen werden ondergebracht
in Wm. H. Müller Co.'s Exploitatie Maat
schappij, een vennootschap met een kapitaal
van 3 millioen en met een onbeperkt krediet
van de commanditaire vennootschap, welker
vordering op deze maatschappij gedurende ja
ren schommelde tusschen io en 15 millioen
gulden. De landhuizen waren bestemd voor
privé-gebruik der familie Krölier en van den
heer Van Deventer, en ze werden ibewoond op
een vorstelijke wijze. Huur werd niet betaald.
De landgoederen verslonden geld, alles wat
daar werd gebouwd en aangelegd gebeurde
vorstelijk en kostte duur. Men begon zelfs met
de uitvoering van het befaamde museumplan,
die intusschen niet verder gekomen is dan het
leggen van een monumentale fundeering.
De verhouding tusschen de commanditaire
vennootschap en de Exploitatie Maatschappij
is tot voor een paar jaar in balansen en jaar
verslagen verborgen gehouden en men heeft
het nooit noodig geacht mede te deelen, dat
de bezittingen der Exploitatie Mij. voor zeker
70 pCt. niet-rendabel whren. Ook verzuimde
men de noodige afschrijvingen erop te doen.
Men moet dan ook constateeren, dat de voor
stelling van zaken, die in de prospectussen
werd gegeven bij gelegenheid van de uitgifte
der preferente aandeelen, te eenenmale onjuist
was. Volgens die prospectussen moesten de
van het publiek gevraagde millioenen dienen
om de noodzakelijk geworden uitbreidingen
van de handelsondernemingen en van de firma
te bekostigen. In werkeliikheid had men de
millioenen noodig om te trachten de geheel
onhoudbaar geworden situatie te redden, voor
zoolang dit ging. En het publiek verblind door
een illusie van rijkdommen, die niet bestonden,
gaf zijn geld. En niet zuinig ook.
In het geheel heeft men aan aandeelen voor
verschillende ondernemingen losgekregen on
geveer 100 millioen en aan obligatiën circa
20 millioen; voorts nog enorme bedragen van
banken in binnen- en buitenland, tot ongeveer
75' millioen, en bovendien nog de noodige
millioenen aan deposito's, enz. Indien men den
juisten toestand had gekend, zou niemand een
cent hebben gegeven.
Van de 'bestaande schulden aan banken Is al
mede uit de balansen nooit iets gebleken, tot
dat men eindelijk in de jongste balans een
bankschuld van ruim 5 millioen bekent, wel
ke som overigens slechts' een zeer gering ge
deelte vormt van de werkelijke schuld.
De gevoerde afschrijvingspolitiek is reeds
min of meer aan het publiek bekend geworden,
doordat men althans over de geschiedenis der
Compania Mercantil Argentina wat meer weet.
Wen keerde in de Compania zooveel mogelijk
winst uit en schreef nagenoeg niets af, wat de,
ook overigens door den opzet reeds moeilijk
te ontwijken, catastrophe geheel onafwendbaar
maakte. In het Müller-concern is dezelfde po
litiek gevoerd. Zoowel in de Commanditaire
Vennootschap als in de onder-maatschappijen
en met name in de Mijnbouw Maatschappij,
hield men jarenlang allerlei reeds lang vol
komen waardeloos geworden activa als vol
waardig In de boeken. Dit deed mén natuurlijk
om de winsten te kunnen uitkeeren, hoewel het
een eerste eisch was geweest af te schrijven of
reserves te vormen.
Dasrbij werden dtn dikwijls ook nog win
sten uit het niet gecreëerd, eenvoudig door
overdracht van bezittingen der Commanditaire
Vennootschap aan onder-maatschappijen, het
geen al mede noodig was om de uitkeeringen
te kunnen volhouden. Zoo droeg de Comman
ditaire Vennootschap indertijd de Algarrobo-
mijnen in Chili met een milldoenen-winst aan
de Mijnbouw Maatschappij over. Men 'had deze
mijnen gekocht van een paar avonturiers, die
later bleken niet eens tot dien verkoop gerech
tigd te zijn geweest. Van deze heele geschie
denis is dan ook slechts het resultaat geweest
de verdwijning van een viiftal millioenen uit
de Mijnbouw Maatschappij.
Volgens een becijfering moei worden aange
nomen, dat reeds in 1917, toen de preferente
aandeelen der Commanditaire Vennootschap
werden uitgegeven, het kapitaal en de reserve
der vennootschap als geheel verloren konden
worden beschouwd. Men heeft dat echter in het
prospectus niet medegedeeld....
Als een zeer opmerkelijk staaltje van de
wijze, waarop men het publiek bij den neus
nam, moge hier nog het volgende worden me
degedeeld:
In 1921 werd de maatschappij Vianda, die
in normale tijden een bron van verlies voor
de firma was, aan het publiek afgeschoven.
.Volgens het prospectus was het een bloeiende
maatschappij en genoot de Commanditaire
Vennootschap geen winst bij den inbreng. Deze
verklaring maakte een gunstigen indruk; men
vond de houding der Commanditaire Vennoot
schap hoogst edelmoedig. Het publiek wist
echter niet, dat de Commanditaire Vennoot
schap haar aandeelen Vianda-oud aan de Ex
ploitatie Maatschappij had overgedragen en bij
deze transactie een winst had opgestreken van
2 millioen.
Het is, onder deze verhoudingen, zeer moei
lijk de vraag te beantwoorden, of het den aan
deelhouders ooit zal gelukken iets terug te zien
van de millioenen, die zij in de zaak hebben
gestoken. Zeker is wel, dat hun dat nooit zal
gelukken, wanneer zij zich geen grooten in
vloed weten te verschaffen bii de leiding der
reorganisatie, opdat zij daar voor hun eigen,
in den loop der jaren zoo schandelijk verwaar
loosde belangen met kracht kunnen opkomen.
Eén ding echter kan niet meer ongedaan wor
den gemaakt: het feit namelijk, dat in ihet Ne
derland van onze dagen dergelijke wandaden
in het beheer van vennootschappen kunnen
gebeuren, zonder het ingrijpen van wettelijk
daartoe bevoegde autoriteiten.
Voor den Haagschen politierechter mr.
Bommezijn stond o. a. terecht een 20-jarige
man uit Delft, wegens verduistering. Ver
dachte bekende. Als penningmeester van
een muziekgezelschap heeft hij zich een be
drag van ongeveer 140, dat hij voor de
vereeniging onder zich had, toegeëigend.
Uit het verhoor van verdachte bleek nog,
dab deze, toen hij de verduistering niet lan
ger kon verbergen, een aanslag op zichzelf
heeft gefingeerd. Hij gaf zichzelf een klap
met een steen en is toen, alsof hij bewuste
loos was, op den weg gaan liggen. Toen
men hem vond, wendde hij voor, beroofd
te zijn.
Mr. Bommezijn veroordeelde verdachte
tot drie maanden gevangenisstraf voor
waardelijk, met een proeftijd van drie jaren
en onder bijzondere voorwaarden, 0. a. dat
hij de schade zal moeten vergoeden en
voorts dat hij, waar veel bioscoopbezoek
een der voornaamste oorzaken is geworden
voor het lnisdrijf, gedurende twee jaren
geen bioscoop mag bezoeken.
Zakwoordenboek Nederiandsch-espe-
ranto, bewerkt door A. Blok.
Prijs 45 ct.
Esperanto-Zakwoordenboek, bew.
door A. Blok. Prijs 75 ct.
Het eerste werkje bevat 3400 der meest
voorkomende Nederlandsche woorden met
de vertaling in esperanto; het tweede deze
zelfde woordenlijst met! daarenboven 2600
woorden esp.-Nederlandsch. Een paar we
ken geleden noemden wij op deze plaats
een esp. Ned. boekenlijstje, zoodat deze
uitgave als volgt verkrijgbaar is: esp.-Ne-
derlandsch afzonderlijk 35 ct-, Ned.-espe-
ranto afzonderlijk 45 cent, beide tezamen
75 cent. Deze kunsttaal heeft blijkbaar nog
steeds een aantal beoefenaars, getuige de
diverse aankondigingen van esp. vereeni-
gingen, bladen, enz., en dus zullen deze
woordenboekjes ongetwijfeld aan menig
beoefenaar welkom zijn en in een bestaande
behoefte voldoen. Uitgever is de firma W.
Zwagers te Rotterdam.
Verschenen: het Mei-nummer van „Zon
neschijn". Op den omslag een aardige plaat
van H. Verstijnen. Jammer, dat het wat
wazig lijkt door het onnauwkeurig over
elkaar drukken der verschillende kleuren.
De andere gekleurde plaat is ook van
Verstijnen en behoort bij een sprookje, dat
door den teekenaar zelf geschreven is.
Elly Abeleven schreef een heel aardig
verhaaltje voor de kleintjes: „Wim", dat
Nelly Heyligers illustreerde.
We vinden weer zeer bijzondere avon
turen van Motor Münchhausen.
In dit nummer begint „Het meisje", vrij
verteld door A. A. M. HorstingBoerma
met plaatjes van Nelly Heyligers. (Uit
„De Lantaarnopsteker" van Miss Cum
mins).
W. Geertssen van de Wijk begint hier
een serie vertellingen „Van vreemde en
verre Menschen en Dingen", geïllustreerd
door David Tomkins, terwijl H. E. Kuyl-
man over een ooievaarsgezin schrijft en
U. G. Dorhout over „Bijen".
„Noord-Holland in Woord en Beeld" van
22 Mei. De motorraces, te Alkmaar j.k
Zondag gehouden, nemen een aanzienlijk
deel van dit'nummer in. Op den rondtocht
door de provincie is ditmaal de Schermer-
meer in beeld gebracht; het blijkt, dat ook
hier tal van aardige panorama's zijn te vin
den. Verder is aan roei- en zeilsport een
dubbele pagina gewijd. In Helder heeft de
photograaf het binnenkomen van de „Z. 8"
en het scharrenvisschen door jongens op de
gevoelige plaat vereeuwigd; in Schagen is
men druk bezig met wegverbetering. Mu
ziekconcours te Zaandijk, draverijen te
Purmercnd, en, last not least, feestep te
Wieringen volgen. Niet minder dan acht
opnamen zijn hiervan gemaakt, gymnastiek-
en sportdemonstraties werden gehouden,
een optocht, enz. Nog meer sport is er, n.1.
uit Enkhuizen en „de Lila japon" is een
recht genoegelijk Pinksterverhaaltje, waar
in ze mekaar krijgen.
„De Stad Amsterdam" van Vrijdag 21
Mei bevat een mooi portret van den burge
meester van Haarlem, den heer C. Maar
schalk. Uit Noord-Holland vinden we na
tuurlijk de feesten op Wieringen, den sport
dag te Enkhuizen, en den Alkmaarschen
Keuringsdienst gekiekt. Willem Men
gelberg in Brussel, pijprookende dames in
Amerika, de poolscne maarschalk Pils-
oedski, de doodsche, van alle leven ge
speende Theems tijdens de stakingsdagen,
dat is een en ander uit de rubriek buiten
land. J. Schuitemaker Cz. schrijft over de
Amsterdamsche Ulniversiteits-Bibliotheek,
die, na de verbouwing, thans weder is open
gesteld, en verder over de dorpjes {lauwert
en Nibbixwoud, 'wier oude mannen zijn
Oude en Nieuwe Boxwoude. Een derde ar
tikel is over Pinkstervreugd, ook van den-
zelfden auteur. Erg veel verscheidenheid in
schrijvers is in deze aflevering dus niet.