jaar, 3 karjongens ben. 18 jaar, 2 land arbeiders, 11 losse-werklieden, 3 loop jongens ben. 18 jaar, 1 loodgieter, 4 metse laars, 8 opperlieden, 1 steenbikker, 1 slager, 2 scheepmakersleerlingen ben. 18 jaar, 1 stoker, 1 stoker-machinM, 1 smid-bank werker, 4 smid-bankwerkers ben. 18 jaar, 62 transportarbeiders, 6 timmerlieden, 5 timmermansleerlingen ben. 18 jaar, 1 tele grambesteller ben. 18 jaar, vliegtuigmaker (houtbewerker). Totaal 131 personen. Geplaatst werden: 8 bankwerkers, 1 chauffeur, 6 grondwerkers, 1 incassseerder, 2 kleermakers, 3 karjongens ben. 18 jaar, 1 letterzetter, 6 losse-werklieden, 2 landr arbeiders (in Nd. Frankrijk), 1 leerling ketelmaker; ben. 18 jaar, 8 leerling werk tuigmakers ben. 18 jaar, 4 metselaars (voor uitzending naar Curagao), 1 opper man, 1 steenbikker, 1 schilder, 2 timmer lieden, 1 timmerman-halfwas, 3 timmer mansleerlingen ben., 18 jaar, 1 tuinman, 62 transportarbeiders. Totaal 105 personen., Aanvragen van werkgeefsters kwamen in om: 2 breistersleerlingen ben. 18 jaar, 7 dagdienstboden, 12 dagmeisjes ben. 18 jaar, 2 dienstboden intern, 2 hulp in de huishouding, 1 huishoudster, 2 huisnaai sters, 1 huisnaaister ben. 18 jaar, 1 kan toorbediende, 1 waschvrouw, 16 werksters, 1 winkeljuffrouw. Totaal 48 personen. Aanbiedingen kwamen in van: 2buffet juffrouwen, 2 dagdienstboden, 3 dagmeisjes ben. 18 jaar, 1 huishoudster, 2 huisnaaisters, 1 huisnaaister ben. 18 jaar, 1 waschvrouw, 1» werksters, 2 winkeljuffrouwen. Totaal SS personen. Geplaatst ^erden1 breistersleerling ben. 18 jaar, 2 dagdienstboden, S dag meisjes ben. 18 jaar, 2 huisnaaisters, 1 huisnaaister ben. 18 jaar, 1 kantoorbe diende, 1 waschvrouw, 12 werksters. Totaal 23 personen. FINANCIEELS EN ECONOMISCHS BERICHTEN. Conversie Indische leening. Ingediend is een wetsontwerp tot con versie der 6 leening 1919, 61/» lee ning 1921b en der 7 leening 1921a Ned.- Indië. De zaak-MOiler. Hoe de smokkelpoging bij Kamperduin mislukte. De Telegraaf beeft nog een uitvoerig relaas van de poging tot smokkelen van 4000 L. spiritus. Zooals men weet is de spiritus in beslag genomen; be schip zelf is ontkomen. De nieuwe inspecteur van de Directe Belastingen, de beer J. Köldenhof, kende den leider van de smokkelonderneming, den 22-jarigen G. V., die reeds bad sa mengewerkt met den bekenden smokke laar Ernst Bol, uit Hamburg. Als inspec teur bad de beer Koldenhof van beiden het vorige jaar te Hoogezand reeds een partij van 11.000 en 100 L. spiritus in be slag genomen en toen hy, in Alkmaar komende, ontdekte, dat V. zich in zyn inspecie bad gevestigd, begreep hy alras, dat een smokkelonderneiming op onze kust op til was. Hy liet de gangen van den smokkelaar nagaan en toen hy vernam, dat deze de vorige week naar Duitschland was ver trokken, begreep hij, dat binnen enkele dagen een smokkelaffaire voltrokken zou worden. Na drie nachten waken werd waarge nomen, dat een Duitsohe botter de kust verkende. Van het schip ging een bootje naar het strand en spoedig daarop keerde dit bootje naar bet schip terug, om weer te keeren met een aantal kisten spiritus door een Bjn achter aan het bootje 'beves tigd. De kisten werden door de branding gebracht en daarna losgelaten om door de golven op het strand te worden ge worpen. Helpers brachten de kisten op het erf van het in de omgeving alleen- stanade café. Des morgens vonden de kommiezen op 20 minuten afstand van de plek, waar het gebeurde, de vaten op het srtand. De Inspectie was voornemens geweest niet eerder in te grijpen voor de auto's, die de spiritus naar Amsterdam moesten vervoeren, ter plaatse waren. Het ©ogen blik van ingrijpen werd echter verbaast, doordat een smokkelpost ia het duin on vermoed in gezelschap van zyn fiond op een post van de inspectie liep. Direct werden een paar revolverschoten in de ludht gelost De man liet zioh zonder meer arresteeren, evenals V., die om 't oafó heen trachtte te ontkomen, doch zidh tegenover de revolver tan kommies Ros zag geplaatst. De andere hlepsrs wisten echter te ontkomen. 't Erste werk was nu den caféhouder uit z'n bed te halen en in het café werd V-» nadat hem gelegenheid was gegeven om zich van drooge kleeren te Voorzien, een: verhoor afgenomen. Een zekefe S. te Bergen schijnt deze zaak te hebben gefinancierd. Het blad had een onderhoud: omet den getrresteerden smokkelaar V., waaraan wh het volgende ontleenen: De jonge man deelde mede, dat hy in den nacht van Donderdag op Vrijdag met den kotter „Do Stormvogel" uit Bremer- havero in Duitschland was vertrokken. De kotter had 4000 liter spiritus in en slagen zou de affaire een winstje opleve ren van 20.000, waarvan hy 6000 zou ontvangen. Eerst Dinsdagavond werd' een gunstig sein ontvangen en met de lossing begon nen. v- vertelde hierop hoe hij gearresteerd was en constateerde met groote voldoe ning dat het vaartuig ontsnapt was. Een levende groet nan de familie in Infflg. ,Pe Willy Mullens van de firma Albert Frères, gaat in opdracht van de voornaamste oultuurmaatschappyen en Industrieën hier te lande, in het begin van Juni een reis ondernemen naar de Oost, voor het maken van een film. De heer Mullens zal onzen heelen Indiaohen archi pel doorkruisen, en da&rby zeker een on- noemeiyk aantal interessante opnamen maken. De heer Mullens is daarby, op het vol gende origineele idee gekomen. Hy wu by ieder, die familie in Indië beeft, aan huis komen en een filmpje opnemen, dat hy dan aan de familieleden, die hy in in dië een bezoek" zal brengen, zal vertoonen. Men kan zich indenken welk een verras sing dit vöor de Indische familieleden zal zyn, als zij zich zoo plotseling in den hui- Beiyken kring geplaatst zien en het gebeu ren van alle dag weer even mee kunnen leven. Ieder die dus familie in het verre oos ten heeft en sympathiseert met het idee van den heer Mullens, schrijft even een kaartje aan zyn adres in den Haag, Joan Maetsuykerstraat 21, en de heer Mullens komt over. De pronkschepen van Callgula. Mussolini gaf den Italiaanschen minis ter van Onderwijs opdracht eene commis sie te vormen voor het onderzoek en het omhoog brengen van Caligula's pronk schepen, die liggen op den bodem van het meertje van Nemi ten zuiden van Rome. Er zyn in den loop der tyden al meerma len pogingen gedaan om ze naar boven te krijgen. Het onderzoek, dat daarvoor ia ingesteld bracht aan het licht, dat er twee schepen zyn, een van 150 voet lengte en een van 234 voet. Verschillende ornamen ten en beelden van deze pronkschepen af komstig, die reeds vroeger naar boven zyn gebracht, geven een denkbeeld van de kostbaarheden op den bodem van het meertje. Wederom een treinongeluk. Vrijdagmorgen omstreeks kwart voor elf is op het rangeerterrein naby Feyen- oord wederom een treinongeluk gebeurd. De 51-jarige seinhuiswachter J. de Nooyer is door een achteruitrijdende rangeerloco motief gegrepen, ter hoogte van het in aanbouw zijnde viadukt by HiUeslula. Den man zyn beide beenen afgereden. Niemand had het ongeval bemerkt. Eerst eenigen tyd later is de man gevon den. WaarschynUjk was hy op weg om geld te halen en is hy toen plotseling ach ter een van de peilers van het viaduct ge komen, waarna hy door de machine ge grepen werd. Met een auto van den geneeskundigen dienst is het slachtoffer in hoogst ern- stigen toestand naar het ziekenhuis aan den Ooolsingel gebracht. Kort na aankomst in het ziekenhuis is de man aan de bekomen verwondingen overleden. Emelten-bestryding. Het bestuur van Stad en Lande heeft by wyze van proef een aantal stellages geplaatst op dé Oostermeent naby Eem- nes en Blaricum; waaraan elk 36 nest kastjes voor spreeuwen bevestigd zyn. Dezer dagen zijn dev kastjes gecontroleerd en is gebleken, dat meer dan 50 der kastjes bezet zijn. De proef was belangwekkend, omdat spreeuwen niet gemakkeiyk ertoe worden gebracht om ver van huizen en holle boo- men, waarin ze gewoon zqn te nestelen, tot broeden te brengen. Waar deze uitge strekte boomlooze vlakte zeer besmet was met emelten, was 't van groote waarde om de spreeuwen, de grootste emelten-bestry- ders, daarheen te lokken. Deze proef, waarby ook de kastjes op eenige K.M. af stand van de bebouwing tameiyk goed bezet zyn, mag dus wel geslaagd geacht worden, vooral omdat bleek, dat de emel- tenplaag zeer was verminderd. Zeer te be treuren is, dat de jeugd van Eemnes een achttal kastjes heeft afgestooten, waarvan de meeste met nesten. Zes Jaar wegens een zedendelict De 60-jarige H. O. K. B., ontslagen ge meente-arts te Oisterwyk, die 29 April j.1. voor de rechtbank te Breda in een ern stige zedenzaak terechtstond, werd Don derdag veroordeeld tot zes jaar gevange nisstraf. De zaak werd 29 April j.L met ge sloten deuren behandeld en toen luidde de eisch 8 jaren gevangenisstraf. Electrolux-Relletjes. De stakers van „Electrolux", te Rotter dam, voeren nog steeds heftig actie. Wan neer te ongeveer 6 uur de werkwilligen het gebouw verlaten, worden zy opge wacht door stakers, die hen omringen en hen al fluitend en met fietsengebel naar huis brengen. Toén Donderdagavond be kend werd, dat een vertegenwoordiger van „Eleotrolux", genaamd B. zich in café restaurant Loos bevond, verzamelden zich een aantal stakers voor het café en toen B. verscheen, gaf een der stakers hem een klap voor het hoofd. Dit scheen men gfenoeg te vinden, want daarop liepen alle stakers weg. De politie heeft het onder zoek in handen. De trelndlefstallen te Roosendaal. Het „D. v. N.Br." verneemt, dat de di rectie der Ned. Spoorwegen geen genoe gen neemt met de uitspraak van het scheidsgerecht. In de gevallen, waarin de spoorwegen in het ongeiyk zyn gesteld, is den betrokkenen verzocht voor een nieu we onderzoek-eommissie te versohynen. Eenvoorgewende beroering. Twee kinderen verdronken. Gisteravond ongeveer halfzeven waren by de zeesluis naastjhet Ververschings- kanaal te Scheveningen twee jongetjes aan het spelen, hetgeen men eerst heeft opgemerkt, toen het reeds te laat was. Men zag de kinderen, nadat men had ge spuid; zy werden toen door de groote kracht van het water het verval was ongeveer 1.70 M. naar zee getrokken. Onmiddeliyk ingestelde pogingen om hen nog te redden, mochten helaas niet baten, zoodat het vermoeden voor de hand ligt, dat de beide knapen den dood In de golven vonden. Tot 10 uur gisteravond was by de po litie nog geen aangifte van vermissing gedaan. Inbreker gepakt Donderdagavond hoorde de caféhouder Adams te Tilburg gestommel op de 'boven de gelagkamer gelegen slaapkamer. Hy ging naar boven en verraste op die kamer een inbreker, die hem een handvol peper in het gelaat wierp. De onthutste kapitein wist den inbreker echter te grijpen en kon 'heim imet behulp van een bediende overmeesteren. Het bleek te zyn een iman uit Keulen. By zyn fouilleering werd een ploertendooder op hem gevonden. Met twee medeplichtigen was hy uit Duitsch land naar Tilburg gekomen. Terwyi een van deze twee in het café den kastelein aan de praat (hield en de ander bulten stond te wachten, klom de inbreker langs een laddertje naar boven en kon op de slaapkamer doordringen. Tydens de wor steling zyn de metgezellen gevlucht Zy rijn nog niet opgespoord. NIEUWE UITGAVEN. DE VOGELSCHRIK. Een Pinkstergeechiedenls door H. G. GANNEGIETER. (Nadruk verboden.) HIJ gtond er al, toen de krookjes w&ren gaan bloeien, en nu de gouden regen was opengegaan, stond hy er nog. Het was een droge oude vogelverschrikker, zonder eenige zwier of oorspronkelijkheid. Zyn vaalgroene lor van een jas hing slap neer by den stok en zyn deukhoed, uit het model gezakt, druilde daarboven. Een boa half vergaan stroo prikte uit zyn mou wen en stak door de gaten van zyn ver schoten broek. Sinds lang trokken de vogels zioh van dezen .boeman geen zier meer aan. Ze zet ten zich op zyn schouders en decoreer den met het bewys van hun minachting zyn hoed. Ook de kinderen, die langs het veld des morgens naar school gingen, bemoeiden zich niet imet dén vogelverschrikker. Ze wierpen hem piet met steenen, trokken hem niet omver en (behingen hem niet met spot. Ze zagen heon nief, omdat er niets aan deze fantasie-looze verschijning te zien was. Hy was niet polsieriyk of ro mantisch, zooals andere vogelverschrik kers wel kunnen zyn. Hy1 bestond voor hen niet. De eenige die hem in eere hield was zyn baas, die hem daar opgesteld had als hét bewys van zyn macht. Met een goed keurenden blik gaf boer Adriaanse op zyn morgenwandeling te kennen, dat hy tevreden was over zyn vogelverschrikker. Adriaanse mocht den vogelverschrikker wel; het was de eenige onder het perso neel, over wie hy tevreden kon zyn. De rest was elgeniyk niets gedaan. Het wa ren niet imeer de degeiyke, brave werklui van vroeger; over die oude getrouwen, die hy had gekend, toen zyn vader nog op de boerdery was, raakte Adriaanse nooit uit gepraat. Maar het tegenwoordige werkvolk, wat was het? Lyntrekkers wa ren het, oproerkraaiers, doorbrengers, die wel veel wilden verdienen, maar er zoo weinig mogeiyk voor wilden doen. Eiken dag als hy op zyn Inspectie-wan deling zyn akkers en weiden langs ging, stemde het werkvolk hem kregel. De eenige, by wien hy ln zyn humeur bleef, was de vogelverschrikker. De vogelver schrikker sprak hem nooit tegen; de vo gelverschrikker klaagde nooit over de te lange dagen; de vogelverschrikker vroeg nooit om meer loon. Nooit behoefde Adri aanse zich iby den vogelverschrikker te ergeren over een fyne sigaar, die hy rookte of een duur pak, dat hij droeg. De vogelverschrikker was altijd eenvoudig, altijd stilzwijgend, altyd nederig, geiyk het een ondergeschikte van den rijken boer Adriaanse betaamt Daarom kon Adriaanse soms met een gevoel van vriendschap by den vogelver schrikker opkyken. De vogelverschrikker deed zijn plicht Hij stond daar, dag en nacht op zyn post, om musschen en men schen té beduiden: „Hier biyf je af! Dit is het veld van boer Adriaanse en daar heb je niets te maken." Zoo was het goed; zoo moest het zyn. En tevreden sukkelde Adriaanse op zijn groote gele klompen weer naar zyn boer dery. Daar lag de krant klaar en stond, de koffie gereed. Moeizaam trok 'de oude boer zyn stijve leden uit de veel te wijde jas, waarin hy zich op zyn morgen-tour- née tegen kouvatten béschermde. Hy zette zyn voeten met de grove sokken op de plaatstoof, haolde zyn 'bril uit den koker en begon te lezen. Maar spoedig lel hy de krant neer. Het zinde hem weer niet vandaag. De krant was hem langzamerhand1 een ergernis ge worden. 't liep mis met de wereld. De rust was er uit. De eene nieuwigheid volgde de andere op. En wat voor onzinnige din gen de menschen zich wel in den kop haalden! Niets deugde meer; alles moest veranderd. Elken_dag las je van een nieu we vereeniging, die ze hadden opgericht om de wereld te hervormen; zelfs in zyn vredig dorpje hielden ze vergaderingen en liepen ze naar meetings. Alsof ze met al die drukte de wereld konden verbete ren 1 Nee, 't was eenmaal zooals 't was, naar God's bestel, en daar kon geen mensoh wat aan doen. Oorlog en armoede en dronkenschap was er altyd geweest en zou er altyd wel biyven, hoe hard de volksmenners sohreeuwden. Dan waren ze vromer geweest ln zyn jongen tijd; toen legden ze zioh by God's bestel rustig neer. 't Was wel niet alles even mooi in de wereld, maar je leefde toch niet voor je plelzier, zooals ze tegenwoordig sche nen te meenen. Wat was dat? Daar lag tusschen Ié kranten een brieft Adriaanse hield het papier dicht by zyn oogon en met opeen- geknepen lippen volgde hy in spanning de letters. Steeds wreveliger werd zijn gezicht. „Nee, maar, nóu1 wordt het nog mooier! Dèt moest er nog bykomen!" barstte hy uit, en met een hoonend lachje schoof hy den brief op zy. „Dat moest er no® bil komen 1" Doch, terwfjl hy hoofdschuddend na dacht over den Inhoud van den brief kwam er iets van weemoed ln zyn oogenl De harde trekken van zyn gezicht werden zachter en het was, of hy, met Zyn vin gers op het tafelblad trommelend, zioh aan mymerlng overgaf. Zyn kleinzoon! Wat was hy Iblö geweest met den jongen! Toen zyn zoon was ge storven en dé weduwe met het kind zioh in het dorp vestigde, stelde Adriaanse zich voor, dat hy nu op zyn eenzamen ouden dag iets van aanspraak zou krij gen. /Ai mochten hem hier op t dorp niet; ze noemden hem' hard en vrekkig, maar dat was niets dan nayver, omdat hij de rijkste man was in de gemeente. Zyn kleinzoon zou hem vergoeden, wat hy aan Vrouwen. Ernstige beschuldigingen. Zooais men weet, is onlangs bij den Raad van Tucht van het Nederlandsch Instituut van Accountants een klacht ingediend op grond van de onderteekening door den heer Burg- mans, accountant, prof. Molengraaff, plaats vervangend voorzitter van bovengenoemden Raad en lid van den Raad van Advies der Comm. Venn. Müller Co., van beweerde on juiste balansen van de firma Wm. H. Müller Co. In afwachting van nadere motiveering is, zooal* reeds gemeld, de klacht voorloopig niet ia behandeling gekomen. Op grond van gekregen inlichtingen meent de „Nieuwe Fin. en Kap." thans te kunnen mededeelen, dait de kern van de onjuistheid der balanscijfers is gelegen in, de landgoederen. Het blad geeft on, dit punt en over de finan- cieele geste van de firma het volgend relaas, dat wij uit den aard der zaak voor rekening der redactie van de Fin. en Kap. laten: In de oorlogsjaren heeft de firma voor mil- lioenen guldens aan gronden en landhuizen aangekocht. Deze aankoopen zijn het, die in hoofdzaak de legende van de fabelachtige rijk dommen van den heer Krölier hebben doen ontstaan. De bezittingen werden ondergebracht in Wm. H. Müller Co.'s Exploitatie Maat schappij, een vennootschap met een kapitaal van 3 millioen en met een onbeperkt krediet van de commanditaire vennootschap, welker vordering op deze maatschappij gedurende ja ren schommelde tusschen io en 15 millioen gulden. De landhuizen waren bestemd voor privé-gebruik der familie Krölier en van den heer Van Deventer, en ze werden ibewoond op een vorstelijke wijze. Huur werd niet betaald. De landgoederen verslonden geld, alles wat daar werd gebouwd en aangelegd gebeurde vorstelijk en kostte duur. Men begon zelfs met de uitvoering van het befaamde museumplan, die intusschen niet verder gekomen is dan het leggen van een monumentale fundeering. De verhouding tusschen de commanditaire vennootschap en de Exploitatie Maatschappij is tot voor een paar jaar in balansen en jaar verslagen verborgen gehouden en men heeft het nooit noodig geacht mede te deelen, dat de bezittingen der Exploitatie Mij. voor zeker 70 pCt. niet-rendabel whren. Ook verzuimde men de noodige afschrijvingen erop te doen. Men moet dan ook constateeren, dat de voor stelling van zaken, die in de prospectussen werd gegeven bij gelegenheid van de uitgifte der preferente aandeelen, te eenenmale onjuist was. Volgens die prospectussen moesten de van het publiek gevraagde millioenen dienen om de noodzakelijk geworden uitbreidingen van de handelsondernemingen en van de firma te bekostigen. In werkeliikheid had men de millioenen noodig om te trachten de geheel onhoudbaar geworden situatie te redden, voor zoolang dit ging. En het publiek verblind door een illusie van rijkdommen, die niet bestonden, gaf zijn geld. En niet zuinig ook. In het geheel heeft men aan aandeelen voor verschillende ondernemingen losgekregen on geveer 100 millioen en aan obligatiën circa 20 millioen; voorts nog enorme bedragen van banken in binnen- en buitenland, tot ongeveer 75' millioen, en bovendien nog de noodige millioenen aan deposito's, enz. Indien men den juisten toestand had gekend, zou niemand een cent hebben gegeven. Van de 'bestaande schulden aan banken Is al mede uit de balansen nooit iets gebleken, tot dat men eindelijk in de jongste balans een bankschuld van ruim 5 millioen bekent, wel ke som overigens slechts' een zeer gering ge deelte vormt van de werkelijke schuld. De gevoerde afschrijvingspolitiek is reeds min of meer aan het publiek bekend geworden, doordat men althans over de geschiedenis der Compania Mercantil Argentina wat meer weet. Wen keerde in de Compania zooveel mogelijk winst uit en schreef nagenoeg niets af, wat de, ook overigens door den opzet reeds moeilijk te ontwijken, catastrophe geheel onafwendbaar maakte. In het Müller-concern is dezelfde po litiek gevoerd. Zoowel in de Commanditaire Vennootschap als in de onder-maatschappijen en met name in de Mijnbouw Maatschappij, hield men jarenlang allerlei reeds lang vol komen waardeloos geworden activa als vol waardig In de boeken. Dit deed mén natuurlijk om de winsten te kunnen uitkeeren, hoewel het een eerste eisch was geweest af te schrijven of reserves te vormen. Dasrbij werden dtn dikwijls ook nog win sten uit het niet gecreëerd, eenvoudig door overdracht van bezittingen der Commanditaire Vennootschap aan onder-maatschappijen, het geen al mede noodig was om de uitkeeringen te kunnen volhouden. Zoo droeg de Comman ditaire Vennootschap indertijd de Algarrobo- mijnen in Chili met een milldoenen-winst aan de Mijnbouw Maatschappij over. Men 'had deze mijnen gekocht van een paar avonturiers, die later bleken niet eens tot dien verkoop gerech tigd te zijn geweest. Van deze heele geschie denis is dan ook slechts het resultaat geweest de verdwijning van een viiftal millioenen uit de Mijnbouw Maatschappij. Volgens een becijfering moei worden aange nomen, dat reeds in 1917, toen de preferente aandeelen der Commanditaire Vennootschap werden uitgegeven, het kapitaal en de reserve der vennootschap als geheel verloren konden worden beschouwd. Men heeft dat echter in het prospectus niet medegedeeld.... Als een zeer opmerkelijk staaltje van de wijze, waarop men het publiek bij den neus nam, moge hier nog het volgende worden me degedeeld: In 1921 werd de maatschappij Vianda, die in normale tijden een bron van verlies voor de firma was, aan het publiek afgeschoven. .Volgens het prospectus was het een bloeiende maatschappij en genoot de Commanditaire Vennootschap geen winst bij den inbreng. Deze verklaring maakte een gunstigen indruk; men vond de houding der Commanditaire Vennoot schap hoogst edelmoedig. Het publiek wist echter niet, dat de Commanditaire Vennoot schap haar aandeelen Vianda-oud aan de Ex ploitatie Maatschappij had overgedragen en bij deze transactie een winst had opgestreken van 2 millioen. Het is, onder deze verhoudingen, zeer moei lijk de vraag te beantwoorden, of het den aan deelhouders ooit zal gelukken iets terug te zien van de millioenen, die zij in de zaak hebben gestoken. Zeker is wel, dat hun dat nooit zal gelukken, wanneer zij zich geen grooten in vloed weten te verschaffen bii de leiding der reorganisatie, opdat zij daar voor hun eigen, in den loop der jaren zoo schandelijk verwaar loosde belangen met kracht kunnen opkomen. Eén ding echter kan niet meer ongedaan wor den gemaakt: het feit namelijk, dat in ihet Ne derland van onze dagen dergelijke wandaden in het beheer van vennootschappen kunnen gebeuren, zonder het ingrijpen van wettelijk daartoe bevoegde autoriteiten. Voor den Haagschen politierechter mr. Bommezijn stond o. a. terecht een 20-jarige man uit Delft, wegens verduistering. Ver dachte bekende. Als penningmeester van een muziekgezelschap heeft hij zich een be drag van ongeveer 140, dat hij voor de vereeniging onder zich had, toegeëigend. Uit het verhoor van verdachte bleek nog, dab deze, toen hij de verduistering niet lan ger kon verbergen, een aanslag op zichzelf heeft gefingeerd. Hij gaf zichzelf een klap met een steen en is toen, alsof hij bewuste loos was, op den weg gaan liggen. Toen men hem vond, wendde hij voor, beroofd te zijn. Mr. Bommezijn veroordeelde verdachte tot drie maanden gevangenisstraf voor waardelijk, met een proeftijd van drie jaren en onder bijzondere voorwaarden, 0. a. dat hij de schade zal moeten vergoeden en voorts dat hij, waar veel bioscoopbezoek een der voornaamste oorzaken is geworden voor het lnisdrijf, gedurende twee jaren geen bioscoop mag bezoeken. Zakwoordenboek Nederiandsch-espe- ranto, bewerkt door A. Blok. Prijs 45 ct. Esperanto-Zakwoordenboek, bew. door A. Blok. Prijs 75 ct. Het eerste werkje bevat 3400 der meest voorkomende Nederlandsche woorden met de vertaling in esperanto; het tweede deze zelfde woordenlijst met! daarenboven 2600 woorden esp.-Nederlandsch. Een paar we ken geleden noemden wij op deze plaats een esp. Ned. boekenlijstje, zoodat deze uitgave als volgt verkrijgbaar is: esp.-Ne- derlandsch afzonderlijk 35 ct-, Ned.-espe- ranto afzonderlijk 45 cent, beide tezamen 75 cent. Deze kunsttaal heeft blijkbaar nog steeds een aantal beoefenaars, getuige de diverse aankondigingen van esp. vereeni- gingen, bladen, enz., en dus zullen deze woordenboekjes ongetwijfeld aan menig beoefenaar welkom zijn en in een bestaande behoefte voldoen. Uitgever is de firma W. Zwagers te Rotterdam. Verschenen: het Mei-nummer van „Zon neschijn". Op den omslag een aardige plaat van H. Verstijnen. Jammer, dat het wat wazig lijkt door het onnauwkeurig over elkaar drukken der verschillende kleuren. De andere gekleurde plaat is ook van Verstijnen en behoort bij een sprookje, dat door den teekenaar zelf geschreven is. Elly Abeleven schreef een heel aardig verhaaltje voor de kleintjes: „Wim", dat Nelly Heyligers illustreerde. We vinden weer zeer bijzondere avon turen van Motor Münchhausen. In dit nummer begint „Het meisje", vrij verteld door A. A. M. HorstingBoerma met plaatjes van Nelly Heyligers. (Uit „De Lantaarnopsteker" van Miss Cum mins). W. Geertssen van de Wijk begint hier een serie vertellingen „Van vreemde en verre Menschen en Dingen", geïllustreerd door David Tomkins, terwijl H. E. Kuyl- man over een ooievaarsgezin schrijft en U. G. Dorhout over „Bijen". „Noord-Holland in Woord en Beeld" van 22 Mei. De motorraces, te Alkmaar j.k Zondag gehouden, nemen een aanzienlijk deel van dit'nummer in. Op den rondtocht door de provincie is ditmaal de Schermer- meer in beeld gebracht; het blijkt, dat ook hier tal van aardige panorama's zijn te vin den. Verder is aan roei- en zeilsport een dubbele pagina gewijd. In Helder heeft de photograaf het binnenkomen van de „Z. 8" en het scharrenvisschen door jongens op de gevoelige plaat vereeuwigd; in Schagen is men druk bezig met wegverbetering. Mu ziekconcours te Zaandijk, draverijen te Purmercnd, en, last not least, feestep te Wieringen volgen. Niet minder dan acht opnamen zijn hiervan gemaakt, gymnastiek- en sportdemonstraties werden gehouden, een optocht, enz. Nog meer sport is er, n.1. uit Enkhuizen en „de Lila japon" is een recht genoegelijk Pinksterverhaaltje, waar in ze mekaar krijgen. „De Stad Amsterdam" van Vrijdag 21 Mei bevat een mooi portret van den burge meester van Haarlem, den heer C. Maar schalk. Uit Noord-Holland vinden we na tuurlijk de feesten op Wieringen, den sport dag te Enkhuizen, en den Alkmaarschen Keuringsdienst gekiekt. Willem Men gelberg in Brussel, pijprookende dames in Amerika, de poolscne maarschalk Pils- oedski, de doodsche, van alle leven ge speende Theems tijdens de stakingsdagen, dat is een en ander uit de rubriek buiten land. J. Schuitemaker Cz. schrijft over de Amsterdamsche Ulniversiteits-Bibliotheek, die, na de verbouwing, thans weder is open gesteld, en verder over de dorpjes {lauwert en Nibbixwoud, 'wier oude mannen zijn Oude en Nieuwe Boxwoude. Een derde ar tikel is over Pinkstervreugd, ook van den- zelfden auteur. Erg veel verscheidenheid in schrijvers is in deze aflevering dus niet.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 12