HELDERSCHECGIRAHT
TWEEDE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS.
BINNENLAND
VAN DINSDAG 8 JUNI 1926.
Gereformeerde Kerk.
I>e bij de Geref. Keik alhier beroepen
predikant, Ds. Steen van Zoutkamp, heeft
het beroep aangenomen.
Ministerieel bezoek.
De minister van marine ad-interim, do
heer Lambooy, is Zondagavond, vergezeld
door kapitein-luitenant tbr zee Van Hen
gel, werkzaam aan het departement van
marine, en door den adjudant van den mi
nister, luitenant t. z. Ie klasse Ter Mijte-
len, naar Nieuwediep vertrokken, waar
gisteren een bezoek is gebracht aan den
onderzeedienst en daarna aan de werf.
2e Gent. doneert
te geven door het Stedelijk Muziekkorps.
Directeur J. ter Hall,
op Woensdag 9 Juni 1926,
des avonds van half 9 tot 10 uur,
in de Muziektent Plantsoen.
Programma:
1. L'Entrêe des Gladiateurs
Marche Triomphale, J. Fucik
2.. Ouverture zur Opera
„Der Oalif von Bagdad", Boieldieu
8. Air aus „Renaldo i'ilr,
Hobo-solo, Handel
4. Suite d' Ballet d' 1'Opera
Gomique „Marion", Sam Flossing
1 Prélude, 2 Rigaudon, 3 Badinago,
4 Intermezo, 5 Gavotte, 6 Ronde Finale.
6. Potpourri Sur 1'Operette
„Die LustigeWitwe", Lehar
6. Feestmarsch J. ter Hall
NederL Bond van Abstinent studeerenden
(Men schrijft ons:
Op initiatief van de afdeeling Alkmaar der
Vereeniging NJB.A.S. (Neder! Bond van
abstinent studeerenden!), dus jonge meni-
schen, die de geheelonthouding zijn toege
daan, werd Zaterdagavond ji. in „Musis
Sacrum" alhier een propaganda-avond ge
houden met het doel alhier ook een afdeeling
te vormen.
Een kernachtige toespraak van den heer
Bob Agter, bondsvoorzitter, van Utrecht,
sloeg geweldig in. Zang en "muziek, bene
vens een schimmenspel veraangenaamden
den avond! en na afloop traden negentien
nieuwe leden toe, terwijl zeer waarschijnlijk
meer zullen volgen.
Het bestuur van de afdeeling Helder is als
volgt: Voorzitter de heer Gjjs van der B,ulst;
Secretaresse Mej. Bets Bos, onderwijzeres te
Oudesluis; Penningmeesteres Mei. Janny
Dunk; terwijl de heeren K es van der Kooij
en Willem de Zwijger mede een bestuurs
functie verkregen.
Hoogere Handelsschool.
WiJ verwijzen naar de advertentie in dit
nummer betreffende de* aanmelding van
nieuwe leerlingen' voor de Hoogere Handels
school.
Dep. Helder do- Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
Het Dep. Helder van de Maatschappij
tot Nut van 't Algemeen is buitengewoon
actief. Het was op initiatief van den heer
Kamman, hoofdonderwijzer hier tor plaat
se, dat 8 jaar geleden een cursus in car-
ton werd opgericht, waaraan door 8 leer
lingen werd deelgenomenhet jaar daar
opvolgend kwam een cursus voor hout-
arbeid tot stand met 16 leerlingen en nu
dit jaar was het een pitrietcursus. dio bij
den bestaanden cartoncursus gehouden
werd, met niet minder dan 59 leerlingen»
Het was de heer Dissel, ®io de leiding
van dezen cursus op zich nam en di e uren
en uren van zijn vrijen tijd besteedde om
de kinderen de eerste beginselen, van het
voor hem zelf nog nieuwe vak, te leeren.
Sucoos hoeft de heer Dissel evenwel ge
had, en de opoffering van zijn tijd was
niet tevergeefs, dat konden we op de ten
toonstelling van Zaterdag zien.
Zaterdagmiddag werd het werk van do
kinderen, dat ze in de afgeloopen drie
maanden Qp de beide cursussen hadden
gemaakt, tentoongesteld. Op de overdekte
speelplaats van school 5 (Parallelweg)
kwamen de genoodigden en belangstel
lenden bijeen. Wij merkten o. m. op den
burgemeester en mevr. Houwing, het
raadslid, den heer Bok, en de hoofdon
derwijzers, de heeren Avenarius, De Bruin,
Van Heusden, Lunshof en Langhorst e. a.
De heer Kottman, secretaris van het
Dep. Helder, heette de aanwezigen har
telijk welkom. Spr. zei, dat het hem een
bizonder genoegen deed, dat zoovele» aan
de uitnoodiging gevolg hadden gegeven.
De tentoonstelling, een vervolg op die
van den houtsnij-cursus van verleden jaar,
was georganiseerd om te laten zien wat
de kinderen presteerden op het gebied
van cartonnage en pitriot. Dat de cursus
werkelijk in een groote behoefto voor
ziet aldus de heer Kottman bewijst
het aantal leerlingen van 60 voldoende.
Met lust hebben de kinderen den cursus
gevolgd.
Het cartonnagewerk was in handen van
mej. Visser en den heer Kamman; voor
den pitrietcursus was den heer Dissel na
lang zoeken gevonden. Namens de kin
keren (die in hun beste pakjes aanwezig
waren) dankte de heer Kottman mejuffr.
Visser en de beide heeren voor de moeite,
die zij zich getroost hadden.
Het tweede doel van de organisatie van
do tentoonstelling was om de uiet-ledeu
bekend te maken met het werk van de
Maatschappij.
Het Dep. begeeft zich op alle gebied.
Maar vooral ligt het in de bedoeling van
het bestuur om kinderen gedurende de
wintermaanden bezig te houden.
De heer Kottman spoorde ten slotte
aan tot het lidmaatschap van het Dep.
Een contributie van 3 gulden per jaar
kan geen bezwaar zijn, als men ziet hoe
veel er gedaan wordt.
Na den heer Kottman voerde de heer
Kamman het woord. Het deed spr. genoe
gen te zien, dat er zooveel collega'? aan
wezig wören?
Spr. zeide dat het in de bedoeling lag,
indien dit mogelijk was, dit werk op de
lagere school in te voeren. Volgens spr.
waren daar echter nogal bezwaren aan
verbonden. Als „cursus" kon deze proef
geslaagd heeten. Spr. stelde zich gaarne
beschikbaar eventueele inlichtingen te
verstrekken en bezwaren mee te deelen.
Om nu op do tentoonstelling terug te
komen, kunnen we beginnen met te zeg
gen, dat er heel aardig werk bij was, Als
men nagaat, dat het werk gemaakt is
gewordeq door kinderen van p!m. 10-13
jaar en dat er waarlijk leuke portefeuilles,
doosjes, portretlijstjes e. a. dingen ge
maakt waren en dat er vooral knap pi-
trietwerk bij was, kon men concludeeren,
dat de tijd hierapn gegeven, zeer nuttig
besteed was geworden.
De meeste dingen waren 'gemaakt op
eigen initiatief van de kinderen. Het
groote nut van dit werk lijkt ons dan ook
al direct, dat het in hooge mate de zelf
standigheid van de kinderen bevordert
en dat komt hun te pas, ook in de toe
komst. Wij gelooven dan ook, dat bij den
volgenden cursus de deelname zoo groot
zai zijn, dat er wellicht te veel kinderen
zullen zijn voor één cursus.
Weck-demonstratle.
in do kloine zaal van „Casino" zal
blijkens een in dit nummer voorkomende
advertentie een Weck-demonptratie
plaats hebben op Donderdagmiddag a.s.
Voor het vrouwelijk deel van onze ge
meente zal deze zeker wel van hplang zijn.
Wij verwijzen naar de advertentie.
De Oosterscho feesten.
De Oostersche feesten behooren weer
tot het verleden. Wie er nog aan twijfelt
of zij wel een succes geweest zijn, zal
hier zeker van genezen zijn, als wij hem
mcedoelen, dat het bezoek, in de enkele
dagen dat de feesten plaats hadden, ruim
7000 personen bedroeg.
In den nacht van Zondag op Maandag
moet het bezoek vooral overweldigend
groot geweest zijn.
Onze politie.»
De kleeren maken niet de
mannen.
Zaterdagmiddag zag ik den eerste
loopen. 't Was, zoo uit de verte beschouwd,
een kranig offleiertje. Donkerblauw laken-
sche tuniek, elegante, pet naar Duitsch
modelwat krijgen we nu dacht ik bij
mezelf Een officier van het Duitsche leger,
dat niet meer bestaat?...
Naderbij, gekomen bleek het agent
te zijn in nieuwe uniform. Hij glunderde
toen hij me zag. Ik bekeek hem van
onderen naar boven en van boven naar
onderen, en zeide toen bewonderend
„Nou, nou!" Hierbij doet de toon alles;
je kan met dit woordje van drie letters
velerlei gemoedsaandoeningen weergeven.
Mijne intonatie was die van oprechte be
wondering, hij voelde het ook als zoodanig
en als een achttienjarige jongenmet-een-
nieuw-pak-aan keek hij me aan, zeggende
„Netjes, meneer, he?"
Alle dienstmeisjes, die we passeerden,
lieten de glazenwasscuerij en stoepschoon-
makerjj in den steek. Natuurlijk, neem
het ze eens kwalijk. Erger was, dat er bij
waren, die tegen ons lachten. Ik laat in
het midden of dat geschiedde tegen
agent dan wel tegen uw onderdaniger;
dienaar, constateer alleen, dat we allebei
getrouwd zijn. Niet, dat ik in 't algemeen
iets tegen lachende meisjes heb, maar je
weet nooit of ze tegen of om je lachen,
dn dat irriteert wel een beetje.
Een dikke moeke, dio wat verder op
straat stond, sloeg de handen in elkaar
van verbazing. „Kijk nou toch eens aan I"
riep ze, „daar heb je agent in een
nieuw pakkiel" We glunderden allebei
tegen het dikke moeke. Een bejaard man,
vermoedelijk ietwat conservatief, bleek er
minder goed over te spreken. „Wat een
geldweggooierij 1" riep hij uit, en keek
agent een beetje boos aan. „Maar oude
heer", was mijn antwoord, u hebt toch
zoker ook wel eens een nieuw pak noodig?
En vindt u dit niet veel.eleganter dan die
ouderwetscho lange soepjassen en die
leelijke petten?"
„Heeren binnen het, effectieve heeren",
zei de oude baas. „Nou dan „Nou dan
Het mankeert er maar aan, dat ze een
korte broek met bloote knieën krijgen,
dan zijn het heelemaal sjieke lui!"
„Voel je er niets voor, oude heer, dat
we in onze zich meer en meer moderni-
seerende stad een politiecorps hebben
gekregen, dat er wat „steedscher" uitziet
en in kleeding zich aan den modernen
tijd heeft aangepast Maar hij was
al doorgeloopen, luisterde niet meer. Een
hopeloos goval van conservatisme.
Gelukkig waren er ook, dio or anders
oyer dachten. Er klonken bewonderende
uitroepon uit veler mond, ook wel
want niet ieder heeft den euvelen moed
zich te familiariseeren met den heiligen
Hermandad verstolen blikken van ter
zijde, maar die alle de nieuwe uniform
prezen
Agent deed verder zijn plicht en
surveilleerde.
Zondag kwam ik den tweede tegen.
Hij zat op de flets en kwam ergens in
het Tuindorp uit een straat. „Wat is dat
zei mijn vrouw, toen zij de-Duitsche pet
zag. „Het is niet wat, het is wi e", school
meesterde ik; „en hef is agent van de
Prins Hendriklaan in zijn nieuwe uniform".
„Kranig 1" beweerde mijn vrouw. „Niet
waar?" vroeg ik, „let eens op die twee
borstzakken, daar komen de processen-
verbaal in I" ,,'t Zou zonde wezen", meende
mijn vrouw, „als ze in zoo'n mooie uni
form nu een vechtpartjjtje"moesten mee
maken". „O", zei ik, „daarvoor hebben ze
de oude uniform nog, die trekken ze aan
als er een knokpartij in 't zicht is.. Maar
dat komt hier weinig voor, gelukkig I"
„Je krijgt nu langzamerhand een groot-
steedsch idee hier", merkte mijn vrouw
weer op. „Zeker", was mijn antwoord,
„jammer maar, dat er nog te veel gras
tusschen al die mooie steenen van het
trottoir groeit. In ee'n rechtgeaarde stad
heeft het gras geen tijd om tusschen de
steenen te groeien".
Wij waren inmiddels op den Polderweg
gekomen en stonden vol bewondering te
kijken naar het fraaie plantsoen bij den
watertoren." Dat is er, sinds dit plantsoen
weder voor het publiek gesloten is, wel
op verbeterdonze ?tadstuinman, Elinga,
heeft met veel kennis van zaken en liefde
voor zijn vak, hier een border aangelegd,
die er zijn mag. Daar bloeien thans sier
lijke lupinen in velerlei kleuren, en ele
gante irissen naast felle papavers, en
heele bedden staan er van bloemen, waar
van ik den naam niet weet... Wel ge
lukkig zijn de bewoners van dit deel van
den Polderweg, die daar het gratis en
onbelemmerd gezicht op hebben.
"Nabij het Koningsplein zagen wij
agent***** ook in gloednieuwe uniform.
„De stad knapt er heelemaal van op",
meende mijn vrouw. „Was dat Borkert,
die de politie halveeren wilde?" vroeg
ze. „Borkert of Zondervan", was mijn
antwoord, „maar toen kenden ze de
nieuwe uniform nog niet. Als ik wat te
zeggen heb, wordt het politiecorps ver
dubbeld. Allemaal in de nieuwe uni
form. En door de heele binnenstad'wil
ik ze verspreiden, enkel als decoratie,
bij wijze van donkerblauwe irissen of
paarso lupine. Maar helaas, ik ben maar
oen krantenmannetje en heb dus geen
invloed 1"
„En 't geld is op ook!" voegde ik er
bij. Toen waren we thuis en deed ik er
verder het zwijgen toe.
Uit het Politierapport
Zaterdagavond werd er door een bewo
ner van de Balistraat aangifte gedaan van
vermissing van een paar klompen van zijn
erf. Een naast hem wonende jongen had
dien morgen vroeg, toen hij dé achterdeur
opende, iemand achter het kippenhok zien
wegvluchten.
Zaterdagavond werd er aangifte gedaan
door een jongen, wonende in de Vosstraat,
dat hij een oogenblik tevoren, toen hü in
de Koningstraat reed door een anderen
wielrijder was aangereden, waardoor het
voorwiel van zijn rijwiel werd vernield.
Zaterdagavond werd per telefoon kennis
gegeven dat in een verlofzaak aan den
Kanaaiweg gevochten werd tusschen twee
marine-schepelingen. Een agent begaf
zich er heen en vernam dat de schepelin
gen, die de inventaris wilden stukslaan,
vertrokken waren.
Zaterdagavond werd telefonisch kennis
gegeven dat er op den zeedijk ter hoogte
van den Kruisweg een man lag. Een bri
gadier en een agent begaven zich erheen
en troffen er een zeemilicien aan, die on
der drankinvloed verkeerde. Hij werd
door eenige andere schepelingen naar de
Marinewerf overgebracht.
Zaterdagavond werd door ee nrijwielhan-
delaar aangifte gedaan dat hij dien mor
gen aan een hem onbekend man een rij
wiel had' verhuurd, hetwelk nog niet was
teruggebracht, zoodat bedoelde man zich
vermoedelijk aan verduistering heeft
schuldig gemaakt Aan het adres dat de
man had opgegeven bleek hij niet bekend
te rijn.
Zaterdagavond trof een agent op de Bot-
brug een tweetal personen aan, die met
elkaar aan het vechten waren. De agent
scheidde do vechtenden, waarna do orde
hersteld was.
'Zondagmiddag viell een stoker van de ma
rine, die ondei drankinvloed.verkeerde, door
een winkelruit op den Kanaaiweg. De man
weigerde met een kameraad' mee te gaan, die
hem naar boord' wilde brengen. Een paar
.uur later werd er kennis gegeven door een
bewoner van den Kanaaiweg, dat er een
dronken schepeling op rijn erf lag.
Een tweetal agenten begaf zich er heen
en trof daar denzelfden man aan, die tevo
ren door het ruit gevallen was qji eenigen
tijd: op het erf had gelegen
De man werd door de agenten van het erf
verwijderd, waarna hij in staat bleek te zijn
behoorlijk zijn weg te kunnen vervolgen
Gisterochtend werd er door een bewoner
van de Breewaterstraat aangifte gedaan, dat
hij even tevoren door een bewoner van' de
Keizerstraat mishandeld! was.
Hoogere Handelsschool en H.B.S.
litt econ. afdeeling.
II.
In de laatste zinsnede van bovenstaand!
artikel, opgenomen in ons nummer van Za
terdag, komen twee zinstorende drukfouten
voor. Deze zin moet aldus luiden:
„Het diebat kan dan verder op reëele
basis gevoerd worden, terwijl hetr nu
dreigt te ontaarden In een vaag geredeneer
en bet lanceeren van algemeenheden, die
bitter weinig tot verduidelijking der
kwestie bijdragen".
Correspondentie,
(Wegens plaatsgebrek moesten ©enige
ingezonden stukken tot liet volgend num
mer blijven liggen.
Bezoek van oorlogsschepen aan
Amsterdam,
De groote Amerikaansche kruiser
„Pittsburg" die ook verleden jaar een
bezoek aan Amsterdam heeft gebracht,
kwam Zondag weer in de haven van de
hoofdstad om daar tot 17 Juni verblijf
te houden.
De belangstelling van de zijde van do
Amsterdammers was buitengewoon groot,
niettegenstaande do regen een verblijf
aan den waterkant nu juist niet bizonder
aangenaam maakte. De menigte van eenige
duizenden menschen groeide aan, toen
ter begroeting van den kruiser saluut
schoten van de in de haven liggende
„Gelderland" en de beide Zweedsche
oorlogsschepen klonken, die door de
„Pittsburg" beantwoord werden.
Door de Ned. Amerikaansche Kamer
van Koophandel, in verband met het
verblijf van de „Pittsburg" een uitvoerig
programma met sportdemonstraties,
feestelijkheden en bezichtigen van musea
en bezienswaardigheden, opgesteld.
Rotterdam ln eer hersteld.
BIJ de Belgische carcas&en be
smetting aangetroffen.
Rotterdam is volkomen gerehabiliteerd
wat betreft de beschuldiging, als zouden
met mond- en klauwzee besmette, in En
geland ingevoerde varkens van Rotterdam
afkomstig zijn.
Toen bet s.s. „Schokland" in de Rotten-
damsche haven arriveerde, waren er 261
varkens, die men via België ingevoerd bad
en daarbij beeft men besmetting aange
troffen. De pooten der dieren waren ver
wijderd. Men weet niet, of de afzenders
dit hebben gedaan dan wél of zulks in En
geland is geschied, opdat men een bewijs
in banden heeft Aan den kop heeft men
echter geconstateerd, dat de dieren lijden
de zijn geweest aan mond- en klauwzeer.
Mocht het invoerverbod langen tijd ge
handhaafd blijven, dan.acht men dat voor
Nederland een groote ramp. Eigenlijk
vond men het onbillijk, dat Nederland
door een invoerverbod is getroffen, wijl
immers de besmetting afkomstig is Belr
giscihe varkens. Wij zijn het slachtoffer
van onze eigen welwillendheid.
(TeL)
Proeftocht van die „P. O. Hooft".
Het nieuwe stoomschip „P.O. Hooft"
van de Stoomvaart Mij, „Nederland", dat
te SI Nazaire gebouwd wordt, zal eind
Augustus zijn proeftocht doen.
De vermiste Ioodsschoener niet gevonden.
Men meldt aan de N. R. Crt, van Ter
schelling:
Een Terschelllnger visscher ha<I gerap
porteerd, dat hij het wrak van den Ioods
schoener no. 2. had gevonden. Het Zater
dag ingestelde duikeronderzoek heeft ech
ter aan het licht gebracht, dat het niet
was dé Ioodsschoener, doch het wrak van
de lang geleden daar gezonken stoomboot
„Otto", die geladen was met straatkeien.
De Sumatra.
Fotowedstrijd.
Naar aanleiding van het aanstaande
eerste bezoek aan deRotterdamsche haven
van Hr. Ms. nieuwen kruiser „Sumatra",
heeft de afdeeling Rotterdam van de Kon.
Neder! Vereeniging „Onze Vloot", in
overleg mot de Amateur-Fotografen-
Vereeniging Rotterdam, een fotowedstrijd
voor amateurs uitgeschreven. Voor de
beste ingeleverde amateur-opname van de
Sumatra bij aank omst, verblijf of vertrek
to Rotterdam stelt de vereeniging Onze
Vloot oen voorwerp op fotografisch gebied
naar keuze, tot een maximum bedrag van
f 40, teiy beschikking.
Dultsch-Nederlandsch handelsverdrag.
Actie tegen de Duitsche
valorisatiewet
De vereeniging Effeotenbescherming te
's-Gravenhage heeft zich tot den minister
van buitenlandsohe zaken gewend en ver
der tot de roomsch-katholieke, antirevo
lutionaire, chr.-historische, vrijheidsbond-
sche en vrijrinnig-democratische Kamer
fracties met het dringende verzoek, bij het
Duitsch-Nederlandsohe handels-verdrag
geen credietverlenging aan Duitschland
toe te staan, tenzij een betere valorisee-
ring van de vóóroorlogsschulden, in han
den van Nederlanden, verkregen ia
De beer Van Urk heeft In zijd vervolgartikel
gesproken van allerlei idealen die groeiende zijn,
en die roepen om hervorming van het M. O.
Dat zijn grootendeels moeilijke problemen, die
niet alleen de H.B.S.A. raken, maar het geheele
onderwijs, in al zijn geledingen. Door in een
artikel, dat de H.B.S.A. verdedigt, die proble
men ter sprake te brengen, kan de indruk ge
wekt worden, dat die school nu eens de oplossing
zal brengen Dat is natuurlijk niet zoo. Ik pro
testeer ook tegen de afkammende critiek op aas
onderwijs. De Nederlandsche ingenieur, de
Neder! rechtsgeleerde, de Neder! econoom, de
Neder! industrie en handel, de Neder! kunst,
het Neder! Zeemanschap en de Neder! vak
arbeider staan in het buitenland in zeer hoog
aanzien. Men moet ook eens een woord van
waardeering voor ons werk laten hooren, dat
hebben wij hard noodig; dat zou ons goed doen,
en ons idealisme sterken. Dat voortdurende ge-
critiseer maakt vele leerkrachten moedeloos 'en
koudl
Ik geef den heer Van Urk de verzekering, dat
de genoemde onderwijsproblemen de volle be
langstelling van het personeel der handelsscho
len hebben. Initiatief, zelfwerkzaamheid, ver
dieping en Jiet aankweeken van 'n idealistische le
vensbeschouwing, dat zijn juist de principes van
ons handelsonderwijs. Wij weten o, zoo goed,
dat daarvan het succes onzer leerlingen in het
maatschappelijk leven afhangt, en ook hun ge
luk. Juist, omdat wij voeling houden met de
maatschappelijke practijk, weten wij, dat de
middelmatige leerling, die werklust, initiatief en
verantwoordelijkheidsgevoel heeft, het zeer dik
wijls verder brengt, dan de intelligente, die ge
noemde eigenschappen mist, of slechts in geringe
mate bezit, en juist daarom weten wij ook den
middelmatigen leerling te waardeeren, helpen
hem op en steunen hem. Want wie weet, welke
groote maatschappelijke deugden in hem slapen?
O, wat een wanbegrip is er toch ten opzichte van
dat mooie handelsonderwijs, wat een vooroor
deel, wat een verkeerd inzicht 1
De heer Van Urk noemt de handelsschool
weer de economische schoolt Ik zeg daartegen
over, dat dit niet zoo is, aan de litteraire vor
ming wordt zeer veel tijd besteed; wij wen-
schen te zijn en te blijven, wat het maatschap
pelijk leven eischt, litterair en economisch. De
heer Van Urk keurt deze combinatie als onlo
gisch af. Waarom? Ik begrijp dat niet. Wel
meen ik uit zijn artikel te mogen opmaken, dat
hij zeer gaarne zou wenschen, dat aan de
H. B. S. A. het litteraire onderwijs domineert,
en het economische teruggedrongen wordt, ten
minwte tot het allernoodzakelijkste beperkt. Ook
dit standpunt acht ik onverdedigbaar. Want
men mag van een onwikkeld mensch in den te
gen i»-oord!pen tiid toch wel maatschappelijk in
zicht. vorderen. De economische problemen spe
len tegenwoordig een overheerschende ro! De
verhouding van onderneming en organisatie,
(trusts, kartel9, vakvereenigingen) producentcn-
en consumentencoöperaties, geld- en credietpro-
blemen, medezeggingschap, goede, betrouwbare
administratie, en vooral alle factoren, die de ef
ficiency dér onderneming beïnvloeden, dat alles
staat in het middelpunt der belangstelling. Voor
duizenden is diep economisch en bedrijfhuis-
houdkundig inzicht en de daaruit onvermijde
lijk voortvloeiende gemeenschapszin onontbeer
lijk noodig, voor ambtenaren, bedrijfsleiders,
journalisten enz. enz. De maatschappij is tegen
woordig een organisatie van organisaties. Tan
gevolge daarvan zijn de vroegere individneele
belangenconflicten uitgebreid tot belangenconflic
ten tusschen groote vakvereenigingen en dit
heeft eei^ goeden, maar ook een zeer gevaarlij
ken kant, want het kan voorkomen, dat een
machtige vereeniging haar belang wil doorzetten
ten koste van de gemeenschap en een ernstig
conflict dreigt de welvaart van duizenden.
Slechts het inzicht, dat ons aller welvaart het
product van allen is, dat vernietiging van wel
vaart van de eene groep, van het eene volk, "on
vermijdelijk de armoede van de andere groep,
van het andere volk na zich sleept, kan tot
maatschappelijken vrede leiden. Noodig is ge
meenschapszin, waardeering voor eikaars arbeid,
"belangstelling voor de publieke zaak. En dat is
groeiende, dat voelt men. En als nu in Tiet han
delsonderwijs de maatschappelijke vérhoudingen
worden onleed, en aan de moraal getoetst, tot
in de cel van het maatschappelijke productie
apparaat, n.1. het bedrijf toe, dan verricht die
'school daarmee een prachtig idealistisch werk. Ik
zeg, tot in het bedrijf zelf, want daar wordt het
lot der duizenden beslist
Om dit artikel niet te Jang te maken, laat ik
hieronder nog eenige korte opmerkingen volgen:
De heer Van Urk schrijft: „De 3 eerste ja
ren zijn op de H.B.S. gelijk ze thans zijn, pas in
de 4e en Se klasse heeft de splitsing plaats. In
de eerste drie jaren moeten de toekomstige
H. B. S. A.'ers hun aanleg dus maar geweld
aandoen." Ik vermoed', dat de wiskundige eischen
in die drie klassen te hunnen behoeve niet ver
minderd kunnen worden, want de eischen van
het eindexamen t. d. o. blijven dezelfde. Tijdige
overgang naar een handelsschool is dan veel
aanbevelenswaardiger,
„Men behoeft eerst op 15-j. leeftijd te beslis
sen over de te volgen studie-richting." Ook voor
de leerlingen van de 3-j. en 5-j. handelsschool
staan vele andere scholen open, als kweekschool
voor onderwijzers, techn. scholen, suikerschool,
middèlb. landbouwschool, koloniale landbouw
school, textielschool, tooneelschool, opleidings
scholen voor leerares bij het meisjes vakonder-
wijsc, Academie voor lich. oef. enz.
„De H. B. S. A. is zeker ook een groot belang
voor de minder gesitueerden, opdat niet een
dikwijls zeer kostbaar studiejaar verloren ga".
De minder gesitueerden moeten voor de
H. B. S. A., zooals de heer Van Urk die wil,
oppassen. Zij kunnen aan een universiteit zeker
niet verder studeeren. Zij moeten op 18-j. leef
tijd hun brood éaan verdienen, meestal in de
practijk. Dit is trouwens met het overgroote
deel hier in Helder het geval. Slechts een zeer
gering aantal ouders kan een f 1500.of meer per
jaar uitleggen om hun kind naar de universiteit
te sturen I Eenige uuchterheid is hier wel noo
dig.
Groote ondernemingen houden zeer dikwijls
vergelijkende examens, waarbij goed economisch
inzicht, flinke administratieve kenni9 en ook
handelscorrespondentie wordt gevorderd. Ik zou
daaromtrent frappante staaltjes kunnen mcedee-
len. „Indien het aantal leerlingen in de 4e klasse
de 27 overschrijdt, dan komen de kosten voor
rekening van het Rijk. Wij verwachten, dat dit
spoedig het geval kal zijn.., zoodat de Gemeente
alleen de zaak op gang behoeft te maken.''
Ik antwoord! daarop: Dat is nog de vraag.
Voorspellen is gevaarlijk. De bevolking en de
bevorderingen op een school zijn van vele fac
toren afhankelijk. Daaromtrent kan niets voor
uit gezegd worden.
„Nadat bij de K. B.^kan 1923 de instelling der
A.-afdeelingen mogelijk was gemaakt, deed dit
instituut zeer snel zijn intrede en in waarheid
kon men zeggen, dat het in een behoefte bleek
te voorzien."
Een gewaagde bewering: kan de heer Van Urk
ook cijfqrs geven over de bevolking der H.B.S.A.
in den lande? En weet de heer Van Urk, dat
verreweg het grootste gedeelte juist
is georiënteerd? Het gaat werkelijk niet aan,
de eischen van de harde practijk te verwaarloo-
zen; dit leidt onvermijdelijk tot verwaarloozing
van de belangen van de verreweg grootste groep
van jongelui, die op 18-jarigen leeftijd een be
trekking moeten zoeken.
De uitingen van den heer Van Urk omtrent
het gymnasium, kan ik laten loopen. Ze raken
de belangen van de handelsschool *iet. Maar de
H.B.S.A. i9 een sfinx; men weet'niet, wat men
er aan heeft. De heer Van Urk heeft niet de
bedoeling, de handelsschool in de wielen te rij
den, dat weet ik. Maar hij maakt het leerplan
niet; daar zal 'sGravenhage ook nog wel den
noodigen invloed' op uitoefenen. Ze weten daat1
zeer goed, dat de H. B. S. A. slechts dan tot
een bloeiende inrichting kan uitgroeien, als zij
rekening houdt met de eischen der practijk. De
„concurrentie" (het spijt mij, dat ik dit woord
moet gebruiken) op vele plaatsen tusschen
H. B. S. A. en Handelsschool spreekt daarom
trent boekdeelen.
Ik spreek ten slotte van harte de hoop uit, dat
dit artikeltje er toe moge bijdragen, dat veel
wanbegrip, vooroordeel en verkeerd inzichte van
ons mooie handelsonderwijs wordt overwonnen.
A. ZUIDERVLIET.