dreos-avond een appel onder haar tussen
te leggen, dezen daar tot den eersten
Kerst te laten liggen en dan met de vrucht
ln de hand voor de huisdeur te gaan.
staan. De eerste man dien rij nu zien, ver
raadt haar de familie, ■waaruit die bruide
gom stamt
Ook over de gestalte van den toekom-
atigen heer en meester willen vele jonge
meisjes iets weten.
In de Alpenlanden la het gebruikelijk,
dat zij daarom in een donkeren St Tho
masnacht (21 Deo.) uitgaan en een vooruit
bepaald aantal wegpaaltjes aftellen. Is de
laatste van dit aantal een dikke en lange,
een korte of een dunne, dan heeft bun
aanstaande wederhelft zéker een diergelijk
postuur.
De St Thomas-nacht wordt hiervoor
gekozen, omdat dan de zon z.g. omkeert en
een blik ln de toekomst gemakkelijker te
werpen is, dan in den Johannisnacht, die
echter ook ©en bijzonder geschikte datum
s. Zeer prazaiaah gaan de molkmeis-
es in Engeland te werk, die in den eersten
,ongen man, die zij op den Valentynsdég
vóór zonsopgang ontmoeten, haar echtge
noot zien.
Daarom houden de trouwlustige jonge
mannen op dien dag vanaf middernacht de
wacht in de dichtsbijgélegen straten en
huizen, waar hun vlammen wonen of voor
bij moeten komen. Nog een zeer eenvou
dig orakel voor meisjes, die voel vereer
ders hebben, ia de namen van allen in den
Kerstnacht op stukjes papier te schrijven
en deze onder haar hoofdkussen te leggen.
Het papiertje dat zij 's morgens bij het
wakker worden het eerste grijpt is dat
van haar echtvriend.
EEN GESTOLEN KUSL
Satomo's oordccL
De justitie ia wel beminnelijk in
Amerika.
■Ziehier het geval van een jongmensoh
dia in New-York voos den rechter kwam,
beschuldigd van zich schandelijk vergre
pen te hebben aan een jonge dame, die
een groote schadeloosstelling eiecht
[Weldra blijikt het dat hij geen andere
misdaad heeft gepleegd, dan het lieve
kind een kus te geven.
De eerste getuige, die géhoord wordt,
is de jonge dame zelve die het feit een
voudig meedeelt, natuurlijk al blozende.
De president van het gerechtshof heeft
baar al dien tijd mat de oogen verslon
den.
Eindelijk la het rijn beurt oui wat te
zeggen.
„lieve meid/' zoo spreekt h& „ik heb Je
nu ai' een heelen tijd gadegeslagen; maar
Dm je de gulle waarheid' te zeggen, je bent
zoq verduiveld mooi, zoo verleidelijk, dat
als je niet heel gauw maakt, dat je weg
komt, dan bega ik dezelfde mioHnnrt qj]b
de beschuldigde."
(Bijigevolg werd deze vrijgesproken.
De Yankee's zijn soms galaat!
EB IN GELQOPHN.
In Monte Carlo stendien een heer en een
dame, te midden- van die overige speler»*
voor de bank.
De heer won en juist wilde hij de be
haalde winst opnemen, toen die danfö hem
tegenhield en beweerde dat het haar num
mer en inleg was geweest, die gewonnen
hadden.
„Ge vergist u mevrouw,'' was het ant
woord beleefd; „de inlog was van1 mij1."
„Neen," antwoordde dé dame, „die was
van mij."
„Wat zullen wij lang twisten," sprak de
heer, na even te hebben nagedacht; Ja en
neen is een lange strijd. Neem een kwar
van fle winst, en laat het daarmee uit
zijn."
„Aangenomenl" riep de dame verheugd,
maar de ander stak ladhend al het gele
ln den zak en zeide: „Nu zult gij toch wel
erkennen, dat het uw geld niet is, want
dan zoudt gij u met geen vierde gedeelte
tevreden gesteld hebben!"
Zijn beroep op de aanwezigen, die een
kring gevormd hadden, welken hij zego-
vierend rondzag, werd met een luid ge
lach beantwoord en de gefopte be
driegster haastte zich een goed heenko
men te zoeken.
GEOGRAFISCH OPSTEL VAN KUTV
SCHOOLJONGEN.
Moderne kennis.
Egypte ligt aan d'en equator rechts,
waardoor men in de geographie hitte ver
staat Het ia er zoo heet, dat de Egypte-
naren er opzettelijk kneéhts op na hou
den, om hun zweet af te drogen, en die
kneéhts dragen den naam van klimaat; als
wij er naar toe gaan, smelten de centen
en rijksdaalders ons lni den zak. Egypte is
zeer vruchtbaar. Men.vindt er amandel
en rozijnenboomen, Hollandsche kaas, ju
jubes, kreeften-salade, varkenskarbona
den en andere zuidelijke vruchten.
Het voornaamste vrootbrengsel is rtfst-
pap, die de Egyptenaren zeer gaarne eten.
Er zijn ook dieren van allerhande soort,
die er vliegen, loopen of kruipen; men
vindt erook den hyena, die als inspecteur
der begraafplaatsen rondloopt, maar er
niet voor betaald wordt Verder vindt men
er don krokodil, die een zoo grooten snoet
heeft, dat hij do kleinste visohjefl kan in
slikken, verder haaivisschen, zijdewor
men, en andere roofdieren.
Het talrijkst vindt men er den kemel,
dien de Egyptenaren als karavaan ge
bruiken omdat hij nooit dorst heeft, en bij
gevolg noodt geen drinkgeld verlangt
De natuurkundigen zijn van idee, dat
de kemel ln zijn ledige oogenblikken, zich
zelf bezig houdt met eieren te leggen.
Egypte isjlaarenboven nog merkwaardig
om de piramides die daar uitgevonden
zijn. Als die Egyptenaar dood is, dan noe
men ze hem een mummie, en men ver
koopt hem aan een of ander museum.
ROTSCHILD EN SAPHUk
^Geestige" zet
Sapfhiü kwam eens bij (Rotschild. Nadat
zH een poosje over onverschillige dingen
gepraat hadden, zeide SaphirJ „Hoor eens
Rotschild, 'tziet er treurig met mijn fi
nanciën uit, je moest me eens honderd du-
caten leenen."
„Nu, dat is nog wel te doen," was het
antwoord," onder voorwaarde, dat ge een
of anderen geestigen zet weat te verzin
nen."
,jNu« dat Is ook wel te doen," zeide
Saphir. „Morgen kom ik ze halen."
„Zoo," zeide Rotschild den volgenden
morgen, „kom je om mijn (honderd duca-
tan?"
„Neen," antwoordde deze. „Ik kom om
m ij n honderd ducaten, want 't zal tot den
jongsten dag niet bij mij opkomen, ze
ooit terug te betalen.'"
Kermisklant: En dit, dames en heeren
is de beroemde alligator. Let op zijn
lengte, vijf meter van zijn neus tot het
eind van zijn staart en v ijf meter vau het
eind van zijn staart tot zijn neus, da's in
't geheel tien.
Acteur (na de voorstelling); Heb je ge
hoord, hoe het publiek tijdens mijn sterf
scène zat te snikken?
Collega: Ja, maar dat was blijkbaar
omdat zij beseften dat het alleen maar
spel was en geen werkelijkheid.
BABRELUURTJB OVER MODE.
Dunne romortolietjea
Zoo nu en dan worden we eens op een
aangename wijze herinnerd, dat we in den
heerlijken, lieven lentetijd leven en we
al zeer dicht bij den zomer zijn.
Zoo'n enkel dagje, af en toe, kunnen
we volop genieten van de zonnewarmte.
t Is of op zoo'n zonnedag iedereen plotse
ling opleeft en zich ter afwisseling eens
fijn in die dunne Moeren steekt k Zag er
zelfs, zoo dén, dat dé draagsters, ondanks
het lékkere zonnetje, het toch wél niet
buitengewoon warm gehad zullen hebben.
Die dunne japonnetjes zijn erg in trek.
Dun en druk bebloemd en bedrukt
Zo zijn er al een paar jaar de bedrukte
voile ninon'fl en crêpe georgette's en
vodle's. Maar heel erg druk gedragen
werden ze niet Dezen zomer echter zul
len ze „en vogue" zijn. Men kan ze nu
overvloedig bewonderen ln de etalages en
gedragen op straat En ze zijn het waard.
Want ze zijn mooi deze stoffen en ze
staan beeldig en.echt vrouwelijk."De
modelletjes voor deze jurken zijn soms
zeer bewerkelijk en druk, maar heel dik
wijls ook zeer eenvoudig. Dit laatste la
wel het meest aan te bevelen, daar de
stof voor zichzelf al druk genoeg is. Zoo'n
paar eenvoudige modedlatjea vertoonen
do tadkoningen.
gébruikt De Stof van bet afgebeelde mo
dél had aan belde kanten een effen rand.
Die aan de kleine bloempjes-bant werd er
afgeknipt en gébruikt voor het blosje
langs de bals en voor het oeintuurtje.
De kleurcombinatie van bedrukte mou-
saline de soio wssi op ogb witfco Honu
roede motieven en zwarte randen. De
mouwen zijn van zwarte nnouselsino c.e
«ode.
De tweede Japon la er een van ahan-
tung. De chique ruit is op naturel in por-
oeledn blauw gedrukt De bloemen hierin
zijn tango en de blaadjes ln 't zelfde
blauw als de ruit Ook de effen shantung
Is in ditzelfde blauw, 't La een vlot en
chique jurkje, terwijl bet toch betrekkelijk
eenvoudig ia
Bovenstaand' model is gemaakt van een
afgepaste stof, cLwjz. aan dien eenen zelf
kant bevindt zich de effen rand en aan
den anderen zelfkant de kleinste bloem
of figuurtjes, die naar den effen rand toe
•teedS grooter worden. Van deze soort
stoffen wordt dé breedte voor de lengte
Voor wie niet van een geheel bedrukte
Jurk houdt, zijn de zoogenaamde sweaters
zeer aardig. Het hangt (geheél van het
materiaal of, of deze sportief of gekleed
zullen staan. Maar wanneer deze, zooals
bij de teekening, van crêpe georgette is
'gemaakt, op een effen geplisseerd geor
gette rokje, dan staat heb zelfs zeer ge-
kleed.
(Bovenstaand modelletje was b.v. van
grijs crêpe georgette, het geplisseerde
rokje en de sweater van met (bonte bloe
men bedrukt grijs georgette. De zomen,
de das en eventueel de mouwen zijn weer
van de effen georgette.
liedje van de week.
EEN UITNOODIGING.
Piet van Dalen was do grootste
Tafelschuimer uit het land.
Waar wat lekkers viel te bikken
Was le altijd bij de hand.
En Jan DJrksen kon zich erg'ren
Om zoo'n mispunt van een mnn,
Maar zegt toch: „kom1 bij me eten.
Morgenmiddag als je kan."
Daags daarop, zoo tegen zessen.
Heeft Piet zioh ook aangemeld,
Maar de deur was vast gesloten.
Piet van Dalen heeft gebeld.
Heeft gebeld en heeft getrokken
Heeft gebonsd, gebombardeerd),
Ben parademarsoh getrommeld,
Op de deur en ziek bezeerd.
Kijk, daar gaat een venster open
Dirksen roept: „dat 's vast abuis!
Waarom is diaar zulk een herrie,
Zoo'n spektakel aan mijn huis?"
En van Dalen zegt: „Maar Dirksen,
Zie toch, i k sta hier op straat."
„Zoo? Wat heb je dan, van Dalen?"
Roept nu Dirksen schijnbaar kwaad.
„Wat lk (heb? Een flimken honger,
Aan t diner héb lk veel zin,
'kBen hier toch gevraagd ten eten,
Maar ik kan uw huis niet in.
Zei je niet: kom bij me eten,
Kom bij me eten, als Je kan,
En nou ben ik hier vriend Dirksen,
Maak de deur dan' open man."
Dirksen roept weer naar benedien:
„Is de grendel heuséh ervoor?
"t Spijt me werkelijk Van Dalen,
(Mnnr (kan t niet helpen hoor.
Ja, ik heb je uitgenoodigdL
Maar wat zei ik ook weer, Piet?
Als je k a n, kom bij me eten,
Kan je? Nou, je kan toch niet!"
Het rook naar gas.
Mevrouw (tot nieuwe meid, pas van he
land gekomen): Trui, met het gas moet je
zoo omgaan. Je draait het kraantje om,
zóó en dan strijk je ln lucifer aan en
houdt die boven het gas. Begrepen?
Nieuwe meid 'Ja mevrouw, dat kan ik
ook.
Mevrouw (den volgendon morgen): Wat
ruikt 't overal vreoselijk naar gas. Waar
kan dat vandaan komen - we zullen stik
ken:
Nieuwe meid (zelfgenoegzaam)Wat
moot ik nou doen, mevrouw, "k Heb de
bedden opgemaakt; geveegd, stof afge
nomen en al de kraantjes opengezet voor
vanavond eni.
Verkeerd begrepen.
Een vader onderhield zijn zoon met het
oog op zijn toekomst en zeide: „Spoedig
zal je zelf je weg in de wereld moeten
vinden. Weet ge wel, wat dan energie en
ondernemingsgeest beteebent? Een van
de rijkste mannen is tder gekomen zonder
oen heimd aan zijn lijf en nu heeft hij mil-
lioenen.
Maar papa, vroeg de zoon, hoeveel
hemden draagt hij dan wel tegelijk?
Zij: Geloof Jij aan dien onzin, dat het
ongeluk brengt, als je met s'n dertienen
aan tafel zit?
Hij Wis en zeker. We zaten eens met
dertien menschen aan tafel en lk zat naast
een allerliefst meisje, waarop lk émfoljjv
verliefd werd.
Zij: En liet ze je ln den steek, of Is ze
gestorven?
Hij: Neen; want ze ls met mfl ge
trouwd.
De vegetariër.
Een vegetariër, die geen gelegenheid
liet voorbij gaan om zijn beginselen te
verkondigen, begon ook weer daarover
te spreken tot een vreemde, tegenover
wien hij in een restaurant had plaats
genomen.
Och, antwoordde deze, ik eet niet
dikwijls vleesoh.
Maar ik heb u toch eieren hooren
bestellen, zeide de vegetariër, en een ei
is eigenlijk ook vleeeoh. went het kan
een vogel worden.
De eieren, die ik eet, kunnen nooit
vogels worden, was het antwoord.
Waarom niet?
Ik eet alleen gekookte eieren.
Vreemdeling: Vannacht moet hier op
drie verschillende plaatsen ingebroken
zijn.
Ingezetene: (met een gevoel van eigen
waarde): Ja, en ook twea vechtpartijen
hebben plaats gehad; als dat zoo voort
gaat, zal het spoedig loonen, hier een dag
blad! op te richten.
en ge
en tjd,"
Md was.
et weitje.
jginntfi en
Daa zou
i, wirem-
jr gezocht
toen zag
vtn vier,
Ou ze nu
en vroeg
oh heuson
vriendinnetjes hadden haar gelaagd, of
ze ook op het plein kwam spein. maar
Tiny had haar hoofdje gesel
zegd: „Nee, ik heb vandaag
waarop ze hard naar huls g
Na het eten ging ze weer naar
Wacht, nu zou ze achteraan b
dan het heolo weiland afzoek
ze er toeh wel een vinden. En
pel. Toon Tiny meer dan een
had en even ging zitten rust
ze vlak naast zien een klaver
Wat was ze blijMaar hoe
sprookjesland vinden Dun) moest z«
•zeker eerst het klavertje vte plukken.
Voorzichtig greep ze het tijk steeltje,
een rukje en... daar kloiu een fijn
stemmetje: „Eindelijk I Ik wi bang,dat
mijn blaadje verdorren zou, jonder dat
iemand het vond I"
Tiny zag een alleraardigstaboutertje
voor zioh staan met een roo pakje aan
en een groen puntmutsje oij
Tiny straalde van vreug
verrukt: „O, is het dan
waar, wat ze van een klavelje vier ver
tellen. lk was nog altijd bég, dat het
maar een grapje was. KomtG me ba'en,
om naar sprookjesland te gftn
Het kaboutertje lachte emntwoordde;
„Ja, lieve kind. Kom maar me. Of wioht,
laat me op jouw schoudei zitter en
breng me dan eerst nuar tot boschje."
Heel voorzichtig tilde Tiir het ventje
op, zette het. op haar sohader eï liep
toen met kleine pasjes naai het b#sohje,
dat achter en op zij van d weke lag.
„Zoo, wacht nu maar," iel de kleine
puntmuts. „Ga maar op it bsuveltje
zitten en kjjk dan goed uif'
Toen Tiny zat riep dekub#uter zoo
hard hij kon„Klavertje ver, klavertje
vier!"
En daar sprong ai het klete tosch volkje
te voorschijn. Onder do stuiten vandaan
en achter do boomen en yt le bloemen
vlogen en dansten en spr^i^on de elfjes
en kaboutertjes, de bloeicnfeetjes met
hun glazen vleugeltjes n de grappige
kobolden.
Tiny zat doodstilze di'fde ternauwer
nood adom te halen vanrerrukking.
„Kijk," zei do kleine(rot nmuta: „dit
ls een meisje dat miji klavertje vier
evonden heeft. Kom aümaal een ronde-
ans 1"
Daar dansten ze al knd aan hand in
een wijde kring om Dy heen, lachend
met
hun zilveren lachjes Jn zingend I
heldere stemmetjes hu elfenliedjes.
Vol vreugde sprongTiny overeind en
danste ln den kring i het rond.
„Mooi, mooi," rlepe alle kleine we
zentjes. „Toe dans Dg eens zoo, maar
dan op Je bloQte voetes."
Dat vond Tiny heelljk. Vlug deed ze
haar schoentjes en kusjes uit en weer
danste ze haar zelf verzonnen dansje.
Het kleine volkje kipte in de handjes
en allen riepen: „7»e, lieve Tiny, lser
ons dat dansje."
Toen Tiny het daisjö nog een paar
maal had laten zien dansten elfjes en
kabouters, feetjes entobolden met haar
mee. Het was me en vreugde in het
bosch I
Maar daar trok <J kleine groenmuts
Tiny aan haar jurje sn zei: „Kom
vriendinnetje, nu met Je naar huis.
Anders zou je moedr ongerust worden."
„Ja," zei Tiny. „liga mee." „Dag lieve
elfjes en kabouters, iag bloemenfeetjea
dag koboldjes. Ik iank Jullie wel voor
de heerlijke middag,'
„Dag Tiny," riepa allen terug. „Zoek
nog maar eens een davertje vier. Din
mag je weer eens her komen. En dank
Je wel voor Je heerljke dansje 1"
Nu bracht de gnenmuts Tiny weer
naar de welde terug Juist riep moecer:
„Tiny, binnen komei voor je boterham"
Tiny holde nu mathuis en toen motder
vroeg wat ze gespeed had verteldi ze
haar alles. Moeder vond Tiny's dmsje
ook heel aardig en ie vond hethea'lijk,
dat haar kleine meisje zooveel vrieidjes
en vriendinnetjes hid in sprookje-laad.
X BAATyWTa
Oplossingen d:«r vorige raadséfc
L 1. Zes dozijn dozijnen is mar daa
een half dozjn dozijnen want zes
dozijn dozijnen is zesmml 144 on
een half cozijn dozijnto is de
helft van 144.
v „KLAVERTJE VIER."
Jullie kent natuurlijk allemaal wel de
klaver, met haar roode en witte bolletjes
en de frissche groene blaadjes, die elk
uit drie kleinere blaadjes bestaan. Maar
wist je ook allemaal, dat de bloemen-
elfjes tusschen al die klaverblaadjes van
drie er wel eens een enkel van vier
zetten.
Kleine Tiny wist het wel. En ook wist
ze, dat, wie zoo'n „klavertje vier" vond,
een kijkje mocht nemen in'sprookjesland.
Hóe dat kon, begreep ze niet goed, maar
ze dacht, dat een van de kleine bewoners
of bewoonsters van sprookjesland haar
wol zou komen halen, als zij een klavertje
vier vond.
Daarom zocht ze eiken middag na
schooltijd in het weiland achter haar huis
of ze tusschen alle klaverblaadjes niet
één „klavertje vier" kon ontdekken.
Maar als moeder haar dan na een uurtje
binnenriep om te eten, dan liep Tiny
langzaam met de oogen naar den grond
gericht, nog steeds uitkijkend naar een
klavertje vier.
Nu was het Woensdagmiddag. Tiny's
Wat hadden d« meesten mn Jallle
daarmee een moeile gehad. Enwastoch
zoo'n eenvoudig «ommetje. Het cerdedeel
van 1000 1b 833'/,-1 884'/» I
Maar je hebt er natuurlijk «en echte
raadsel-strikvraag achter gezocht <n Je
bent er heerlijk ingevlogen. Enln, 11 heb
een foute oplossing van dit raadsel naar
niet fout gerekend.
II. Beter ten halve gekeerd dai ten
heele gedwaald.
Goede oplossingen van beide ratiteli
ontvangen van:
B. B.; W. B.; K. en M. B.; D. enf. D.;
G. en A. D.; A. E.; M. F.; D. G.; H.;
G. H.; G. K.; O. en B. K.; P. *-1
C. F.; W. W.
Nieuwe raadsels.
I. Maak hieruit de namen vai een
vader, een moeder en kind:
nkknphuaalkle
Ingezonden door Gerard Tmeij.
II.
XXXXXXXX Op de staane en
liggende kruijeslijn
komt de na»m *n een
vreemd dier.
Op de le rij iet ge
vraagde w»ord op de
2e de naem «n een
landop de Ie een
schrijfbehoefte op de
4e een ander woord voor z«omaatop
de 6e de naam van een vru«htp de 6e
een bloedvatop de 7e een getal op de
8e een verzoek om stilteap deüe een
klinker.
B.
Corrg Brena.
2. 834'/*