„LIEFHEBBEN ZULT Ell MIJ" KWAl"M"5d NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA JAViVREKP Eerste Blad. BUITENLAND. Beter dan 6oed: DE BEST E Nr. 6195 DONDERDAG 17 JUNI 1926 54ste JAARGANG Zij, die zich van heden af voor min stens drie maanden op dit blad abonneeren, ontvangen het tot 1 Juli GRATIS. VOLKENBOND. Senator Borah over den Volkenbond. De Ver. Staten en het uittreden van Brazilië uit den Volkenbond. ENGELAND. Het debat over het kol en conflict ln het Lagerhuis. Ingezonden Mededeellng. FEUILLETON. Het debat Het conflict in de kolenmijnen. Langer werktijd de oplossing? Het nieuw ontdekte kolenveld. Werkhervatting. Het Russische gebt Het antwoon n Moskou. Geen ministerie van landsverdediging. DUITSCHLAND. Het referendum. Een botsing. Relletjes te Berlijn. FRANKRIJK. De minister van financiën Péret is afgetreden. Het kabinet-Brland treedt si. Het ontslag aanvaard. Ingezonden mededeellng. De ministerieel© crisis. Briand kabinetsformateur. Staking bij de weverijen. BELGIE. Verklaringen van Francqnl over de stabilisatie van den franc. POLEN. Uitvindingen van den president van Polen. RUSLAND. De Engelsche mijnwerkersstaking. NELDERSCHECOURANT ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING: Heldwreche Courant 11.60; fr. p. p. binnenland f2.—, Ned. Q en W lndlë p. zeepoét f 2.60; id. p. mail en overige landen f 3.20. Zondagsblad reep. f 0.60, f 0.70, f 0.70, f 1.—Modeblad reep. f 0.95, f 1.25, f 1.26, f 1 35 Loese oummere der Courant 4 ct; fr. p. p. 6 ct Verschijnt Dinsdags Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur-Uitgever: O. DB BOER Jr„ HELDER Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412 Poet-Gdrorétoenijn® No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. p. regel (galjard) Ingea. meded. (kolombreedte nlB redaction. teket)dubbel tarief. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te buur)v. 1 t/m 8 regele 40 ct, elke regel meer 10 ct. bi] vooruitbetaling (adres: Bureaa v. d. blad en met br. ondier no. 10 ct. pi adv. extra). Bewljeno. 4 et De Administratie. Naar luid van ©en ontvangen be richt heeft senator Borah de verklaring afgelegd, dat het geschil tusschen Brazi lië en den Volkenbond heeft bewezen, dal d© politiek© praktijken van Europa onmo gelijk in overeenstemming kunnen wor den gebracht met die der Amerikaansche mogendheden. Het zal meent Borah niet lang meer duren of de Volken bond' zal tot een uitsluitend Europeesch lichaam zijn gereduceerd, hetgeen ook be ter zou zijn voor Europa zelf. Waar er een gerucht heeft geloopen, dat de Amerikaansche gezant in Brazilië dit land ermee heeft gelukgewenscht, dat het uit den Volkenbond is getreden, spre ken hooge ambtenaren aan het departe ment van buitenlandsche zaken te Wash ington fcategorisch tegen, dat zij; zelfs in direct betrokken zijn geweest bij het con flict te G-enève, naar aanleiding waarvan Brazilië uit den Volkenbond is getreden. Baldwin heeft Dinsdagmiddag ln het Lagerhuis belangrijke verklaringen af gelegd over den stilstand in de kolen- industrie. Hij zelde, dat zij zonder wer kelijk gerechtvaardigden grond was. De kolencommissie had verklaard, dat er voor de kolenindustrie een ramp te ver wachten was, tenzij zekere dingen gedaan werden. In plaats van ganscher harte mede te werken, om deze dingen te doen, hadden de partijen verkozen te vechten. Hij zou zich zelf opnieuw voor de taak spannen, om wegen aan de hand te doen om uit dezen strijd te geraken en om terug te keeren tot het gezond verstand, hetwelk alleen den toestand kan redden. Laat men onmiddellijk erkennen, dat de mijnindustrie beter georganiseerd zou kunnen zijn. Maar niettegenstaande alle aanbevelingen van de kolencommissie waarschuwt het rapport zélf het publiek tegen overdrijving. De toestand in de industrie is zoo slecht, dat de minimumloonen voor een werktijd van zeven uur, als die volgens een algemeen minimum werden vastge steld, zoodanig zouden zijn, dat men de industrie onmogelijk zou kunnen vragen, die te betalen. „Daarom", verklaarde Baldwin, „zijn wij tot de weloverwogen conclusie ge komen, dat wij moeten terugkeeren tot Naar het Engelsch 42) van DOLF WYLLARDE. een langoren werktijd". (Geschreeuw van „neen" bij labour en toejuichingen bij de conservatieven). De premier voegde er aan toe, dat hij deze vorm v$n opoffering beschouwde als een alternatief, dat te verkiezen was boven een grooter opoffering van loon. Hij was tot deze conclusie gekomen onder den invloed in de eerste en voor naamste plaats van de belangen van de mijnwerkers, omdat er zulk een nadruk gelegd was, en terecht, op handhaving van hun levensstandaard. Hij zeide verder, dat hij positieve ver zekeringen van de mijneigenaars ontvan gen had, dat op een grondslag van den achturendag er zekere districten waren, die ongeveer de helft van de productie van het land voortbrachten, waar zij aan de mijnwerkers het voortbestaan van hun bestaande loonen in de rest van het land zouden aanbieden. De loonsvermindering, die gedurende dat tijdperk gevraagd zou worden, indien zij al gevraagd zou worden, zou minder dan tien procent reductie zijn op het reeds gedane aanbod. Dit waren, naar hij meende, de hoofdlijnen, waarop onderhandelingen waarschijnlijk gevoerd zouden kunnen worden, wanneer onderhandelingen mogelijk waren. De regeering was#bezig met een wets ontwerp, dat zij binnen een paar dagen hoopte te kunnen indienen, om uitvoering te geven aan die aanbevelingen der kolencommissie in zake reorganisatie, welke wettelijke regeling behoefden. Wat betreft tijdelijke steun, indien een regeling tot stand zou komen op de aangegeven grondslagen, er zou geen district kunnen zijn, waar de loonsverlaging van zoo ernstigen aard zou zijn, dat een beroep van de regeering op de belastingbetalers gerechtigd zou zijn. De drie millioen pond, die door den kanselier van de schatkist als beschikbaar aangegeven waren, zouden ter beschikking van de industrie zijn als steun ter tegemoetko ming van de behoeften van mijnwerkers, die van mijn verplaatst waren. In het debat zeide de eerste spreker, de arbeidersafgevaardigde Hartshorn, dat de rede van den premier maar één ge volg kon hebben, n.1. een verscherping van de tegenstellingen en een toeneming van de moeilijkheden. Spr. bezwoer den premier en de ministers de ongelukkige beslissing, die wij zoo juist gehoord hebben, nogmaals in rijp beraad te over wegen. Sir Robert Horne, sprekende namens de conservatieven, zeide, dat niemand na de woorden van Baldwin langer kon twijfelen of een ramp, ernstiger dan wij ooit beleefd hebben, staat onmiddellijk voor de deur. Spr. juichte de door de regeering voorgestelde maatregelen van harte toe. Sir John Simon zeide namens de libe ralen, dat zijn partij in principe mee kon gaan en het zelfs toejuichte, dat de re geering eindelijk, na al het geschipper van de laatste maanden, met een vast omlijnd voorstel kwam. Ten aanzieü van den aard der voorgestelde maatregelen had spr. echter groote bedenkingen; zij waren een klap in het aangezicht van het eerst zoo hoog geprezen rapport, en de na veel overwegen verkregen over tuiging van de leden van de bevredigings commissie. Clynes, de vroegere labour-minister van arbeid, sprak zijn bittere teleurstel ling uit over de rede van Baldwin. Hij vreesde, dat de vrede door het besluit van de regeering nog verder zou zijn uitgesteld. Ook andere labour-leden pro testeerden tegen wat zij noemden de ongeschikte voorstellen van de regeering. Het' debat werd gehouden naar aan leiding van een labour-motie tot vermin dering van de begrooting van het mini sterie van het mijnwezen. Deze motie werd met 299 tegen 138 stemmen ver worpen. De regeering is geneigd in de rede voeringen die Herbert Smith en Oook op het einde van de week gehouden hebben, minder onverzettelijkheid te zien. Waarschijnlijk zal de oplossing ten slotte gezocht worden in een verlenging van den werkdag, die in de meeste ge- gevallen verhooging en geen verlaging van het loon zou meebrengen. Verklaard wordt dat de eerste-minister Dinsdag misschien bekend zal maken dat de regeering bereid is de wet van 1921 te wijzigen en de mijnwerkers in staat te stellen acht in plaats van zeven uur te werken. Daar echter reeds volgens een verordening van 1908 bepaald is dat de eigenaars het recht hebben den werk tijd twee maanden leng met een uur daags te verlengen, is er niets wat ver hindert reeds nu voor den tijd van 60 dagen tot den achtuurswerkdag terug te keeren. De wetswijziging heeft dus niet zoo'n haast. De wedloop naar concessies op het nieuw-ondekte kolenveld1 bij Dudiey Is Dinsdag tot staan gekomen, doordat alle terreinen afgepaald waren. Vele van de gegadigden hebben hutten uit leem opge richt of wonen onder een stuk zeil, met een paar palen in den grond] geslagen, om hun terrein geen seconde te behoeven te verlaten, voor de officieel© toeewijzing heeft plaats gehad. In den omtrek van Dudiey is gisteren in elf mijnen het werk hervat op de loons voorwaarden van 30 April, maar met den 8-urigen werkdag. Men verwacht, dat vooral in Stafford-, Warwick- en Notting- hamshire, waar de stakers over de ge ringste middelen beschikken, in de eerst volgende dagen een vrij groot aantal mij1- nen op dezelfde voorwaarden heropend zullen kunnen worden. Ook bij Oanterbury in Kent ls het werk gisteren in één mijn, doch slechts gedeelr teUjk, hervat. „De schurk? En dat verlangen zelve, opende u dit niet de oogen, voor wat hij was?" „Ik heb hem dadelijk doorzien," Ant woordde ze fier. „Ik wist, dat het. instinct van den1 slavenhandelaar was!" ,/Eu tóch zei u Ja"?" „En tóch zei ik: „ja". En ik zou het wéér doen, onder dezelfde omstandighe den. Bovendien: ik hem hem inijn woord gegeven en ik zal het houden." En toen, ineens, met buitengewone kracht, trad ze op hem toe en keek hei» in de oogen t /Majoor Aginoourt," sprak ze. „U heeft imij'altijd verkeerd begrepen en verkeerd •beoordeeld. Maar tóch bezit ik twee deug den. Als ik liefheb, geef ik mij ook volko men en stel niet mijzelve voorop. Omdat ik mijn broer liefhad was ik bereid, hem een offer te brengen, dat erger beduidde dan de dood. En dèn, wanneer ik eenmaal mijn woord .gegeven heb, houd ik het ook; dós zal Prins Staid krijlgen, wat hij1 ver langt." Aginoourt wendde zich af en zeide toen, met onvaste stem: In antwoord op het Britscue memoran dum wijst de Soyjetregeering er op dat er in de Sovjet-Unie geen verbod bestaat van het overmaken van geld naar het buiten land. De eenige beperking is de verplich ting dat men er een vergunning voor moet krijgen. De Sovjebregeering kon niet verbieden dat de vakvereenigingen geld; naar het buitenland) zonden tot steun van vakvereenigingen: in een ander land. De Sovjet-regeering ontkent dat het geld) door haar werd gezonden. Dit ge schiedde door den Centralen Raad der vakvereenigingen. Lord Balfour heeft gisteren in het Hoo- gerhuls in antwoord op een vraag gezegd, dat de regeering er niet over dacht, een enkel ministerie van landsverdediging te vormen, in plaats van de drie departemen ten, oorlog, marine en luchtstrijdkrachten. Behalve de technische en de interne be zwaren zou er geen man in Engeland te vinden zijn, die tegelijk als hoofd' van drie zoo veelomvattende departementen zou kunnen optreden. Naar het W. B. uit Hamborn meldt, is het daar tot een bloedige botsing geko men tusschen rechts- en linksradicalen, waarbij eenige personen zwaar gewond werden. De politie scheidde ten slotte de vechtende partijen. Na afloop van de Maandagavond in de Lustgarten gehouden groote en drukj bezochte sociaal-democratische betooging voor de onteigening van de vorsten, hebben er toch nog een paar relletjes plaats gehad. Toen een officier van de schupo een pop, die Wilhelm II voor stelde, ln beslag wilde nemen, ging de menigte den officier te lijf. Bereden po litie moest er bij te pas komen, eer de officier uit zijn netelige positie kon worden bevrijd. De agenten moesten met gummi stokken op de menigte losslaan. Twee betoogers werden zwaar en een 80-tal licht gewond. 18 personen werden gear resteerd. Péret heeft verklaard, dat zijn aftreden verband hield' met den onvoldoenden steun dien hij ondervond bij de verdediging van den frank, daar zijn opvattingen princi pieel verschillen met die van de leiders der Banque de Franoe. Brdand verzocht Péret op zijn besluit terug te komen, deze verklaarde echter dat het onherroepelijk was. Parijs, 16 Juni. De kabinetsraad, die een hervorming van het kabinet in verband met het aftreden van Péret van de hand heeft gewezen, heeft tot collectief ontslag besloten, hetgeen Briand! hedenavond aan president Doumergue heeft overhandigd. President Doumergue heeft het ontslag van het kabinet aanvaard en den aftreden- den ministers verzocht die loopende zaken af te doen. „Denk niet, dat hij' edelmoedig zal zijn: Hij eisohit, wat hij verlangt, wees daar ze ker van!" „Ja; dat weet ik." Nog een oogenbllk genoot hij van haar schoonheid; trad toen op haar toe en vatte haar handen in de zijne. Ze deed geen poging tot verzet; ze voel de zich, onverbiddelijk, gevangen lm zijn Ijzeren greep. JDiait künt u niet doen", riep hij ontstui- nrJg. „Al was het alleen daarom dat ik u liefhéb en dit niet wil toelaten. Mag lk nu de zaak voor u ter hand nemen en zo tot een einde brengen? Zoo noodig, kan ik het uitvechten met Ahnned en hem neer schieten laag dat hij is, in zijn begee- renl" „Is het mogelijk?" vroeg ze zacht, „dat u deze dingen zegt tegen de vrouw, die u niet goed genoeg achtte, dat uw verloofd© met haar zou omgaan?" „Wat bedoelt u daarmee?" /Heeft u Miss Palkner niet verboden, om met mij om te gaan!" Maar hij liet zich niet makkelijk uit het veld slaan. /Misschien dééd ik dit," zed hij. „Maar in ieder geval heb ik dan nu toch al lang mijn onrecht erkend en u heeft gezegd, dat u het mij: vergaf?" „Vergeven kèn ik het maar daarom niet vergeten, dat Majoor Aginoourt kort ge leden nog zoo onverschillig voor mij' was, zoodat het mij nu wat onwerkelijk schijnt, dat hij' zóóveel om mij' zou geven!" „Onverschillig was ik toch niet, Brito- mart! Maar eigenlijk meer droef eni te leurgesteld dat je gelaat zoo slecht ln overeenstemming was met het karakter, dat ik meende dat je bezat. En die misvat ting was het gevolg daarvan dat ik onbe kend was met den aard van betrekking, die er bestond tusschen Murison en jou. „Eigenlijk is dit alles ©en noodelooze bespreking; want ik heb mijn woord ge geven en ik zal het houden. Daar kan je m© onmogelijk van afbrengen!" „Zeg mjj nog één ding," drong hij, haar zwaar de hand op den schouder leg gend: „Als u die belofte nu niet hadt ge sproken, zou ik dan eenige kans hebben gehad?" Ze schrikte of dl© gedachte haar nog nooit was ingevallen. Jk weet het niet; hoe zou ik dit nu kunnen zeggen, antwoordde ze toen, op wel wat verontwaardigden toon. „Vergeet niet, dat u altijd een lastige, om niet te zeggen onaangename kennis voor mij is geweest Neen, ik geloof niet dat ik ooit om u gegeven zou hebben"! „Ook niet, als ik bescheiden imljn beurt had afgewacht?" „Dit geloof ik niet! Mijn toewijding toch zou zoo groot zljh geweest dat ze wel tot eenige teruggave zou hebben gedron gen." „Daar kan ik niet» van zeggen. Waar om nu zulke nuttelooze gissingen te ma ken?" „Uw bevestiging zou mij alleen van ©enigen troost zijn geweest Mag ik u niet even de hand kussen?" „Neen, dat mag niet." „U is hard! Maar één ding blijft er dan toch, dat ik voor u mag doen," sprak hij nu, heel vastbesloten. „U gaat dus bul- President Doumergue is met het raad plegen van politieke persoonlijkheden be gonnen. Hij' hoeft d© voorzitters van Ka mer en Senaat en andere politici ontvan gen. Doumergue heeft den géheelen dag po litici geraadpleegd, o.a. Polncaró en Le Trocquer. Daarna ontbood hij Briand, die om 7 uur 10 op het Elysée aankwam. Briand heeft op zich genomen een kabi net te vormen. Briand zal trachten een proef te nemen met ©en breedere groepeering van poli tieke partijen. Hij zal de partijen verzoe ken met het oog op den ernst van den toestand de onderlinge twisten te verge- ten, zich alleen het nationaal belang voor oogen te stellen en te streven naar het herstel der financiën. Een B.TA_telegram uit Rijssel meldt, dat acht der negen weverijen te Lagorgue het werk hebben neergelegd wegens een loon- oonflict. De depreciatie van dén Belgischen franc, welke van zulken aard1 ls, dat nog steeds vrees voor een financieele ramp bestaat, meendte Francqui voor een groot deel te moeten wijten aan de kapitaalvlucht, welke de Belgische eoonomie thans zoo diep be roert. Tegen het gemis aan vertrouwen in het Belgische betaalmiddel, dat bij een deel den bevolking wordt waargenomen, dient krachtig gereageerd te worden. De bevol king moet echter tot het besef komen, dat de regeering niets vermag zonder dien steun van alle goede burgers. De minister besloot zijn verklaring met de verzekering liever af te zullen treden dan zijn medeburgers te moeten dwingen tegen heug en meug de door hem voorgestelde middelen voor financieele gezondmaking te aanvaarden. Op de tentoonstelling van uitvindingen, die te Warschau op 19 Juni wondt ge opend:, zullen niet minder dan 29 uitvin dingen van prof. Moicioki, den Poolschen staatspresident, worden tentoongesteld. Het zijn meest uitvindingen op scheikun dig gebied. Naar uit Riga aan de Roel gemeld wordt, heeft het centrale comité uit de communistische Internationale een motie aangenomen, waarin voortzetting van de mijnwerkersstaking in Engeland geëischt tenlands om zelve onderzoek in te «tellen naar Prins Said?" „Dit beschouw ik ais mijn plicht Maar wat wild© u dan doen?" „U bijstaan in dit onderzoek, al moest dit ook leiden tot vernietiging van mijn eigen hoop. Dit kunt u mij toch niet ver bieden, en mogelijk dat u mijn diensten >ook wel zéér goed kunt gebruiken!" ,/Het spreekt, dat ik u niet beletten kan, buitenslands te gaan, op denzelfden tijd als ik ga. Maar spreekt u dan ook gewoon tot mij als medereiziger, maar niet op de wijze, zooals u zich bijvoorbeeld vandaag uitliet Ik ben een vrouw mot ©en wil, even sterk als de uwe. Bedenk dat wél, Majoor Aginoourt." Dokter Oorry, die de jongelui Dunsten heelemaal naar huls had' gebracht, keerde nu terug en ofschoon hij' zich Meld, of hij niets bijlzonders opmerkte moest hét hem wel dadelijk opvallen, dat zij; geheel over spannen wias en dat Aginoourt veel van zijn zelflbeheersohing had verloren. De majoor ging nu ook onmiddellijk heen en toen de dokter weer ln de kamer terugkeerde, zed hij.: „Me dunkt nu zou ik maar gauw gaan liggen, Brita. Je kunt niet meer op je beenen staan!" En- toen zij dan ook onmiddellijk gevolg gaf aan zijn raad, vroeg hij!: „Wat had die man je te zeggen?" Ja u boos, dokter?" vroeg zij kleinmoe dig. „Ik kan het toch niet helpen?" „Neen, natuurlijk. Het is noodt jouw schuld! Ik moet je eerlijk zeggen, lk 'ben er den tel wat van kwijt, miaar dit la toch zeker al de zestiende man, dien: je het aandoet, met je «choone oogen! Maar 'be denk, wel, kind, dat Majoor Aginoourt geen kwajongen meer is, dat hij een ijzer- sterken wil 'bezit en zéér groote liefde voor je heeft opgevat als ik mij niet be drieg!" /Heeft u hem dam in observatie geno men?" „Juist Vandaar dat ik het al weken lang zoo heb zien aankomen. Maar 'het is een uitstekende kerel, Brita 1" „Verheugt hij zich in uw gunst?" Jk geloof wel, dat je het zoo noemen kunt. Hij' is Iemand waar je je op verlaten kunt en niet van lederen man zou ik dit durven getuigen. Wil je wel gedooven, dat het imij een heele rust zou wezen, als ik wist dat je zijn gevoelens, al was het dan ook maar met één zestiende, zoudt kun nen beantwoorden?" Ze had het gelaat naar den muur ge wend', maar haar stem trilde van aandoe ning, toen ze sprak: „Het spijt mij' zéér, maar lk vrees, dat ik u moet teleurstellen, dokter Oorry!" De oude heer zei niets meer, nam de courant op en ging zich ijverig in de poli tiek zitten verdiepen. Eens echter keek hij, onwillekeurig, weer .even op met een glimlach, want het zij dan bewust of onbewust, Britomart Miéville neuriede den laatsten regel van Winnie's lievelingslied: „Giji zult mij toch liefhebben!" (Wordt vervolgd) V

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 1