Tweede Blad. Let op onze prijzen! BINNENLAND VAN ZATERDAG 17 JULI 1926. De Koningin. Het Zwitsersche TeL-Agentschap seint uit Beatenberg d<l. 23 Juli dat Koningin Wilbelmina bijna geheel hersteld is. H. M. bracht eenige uren op het balcon door. •Del fcolen verschepingen over Botterdam. De kolenverschepingen over de Rotter- damsche haven vertoonen ook over het tot dusver verstreken gedeelte van Juli het zelfde beeld als over de beide vorige maan den. Zoo lang de staking in Engeland blijft voortduren, zal daarin ook geen ver andering komen. Het aantal ledig binnen komende schepen en het aantal schepen, dat met kolen vertrekt, blijft iedere week tusschen de 100 en 200 bedragen. Dikwijls is het dichter bij het laatste ,dan bij het eerste cijfer. De overladings-installaties werken alle nog steeds onafgebroken op volle capaci teit. De hoeveelheid, die wekelijks wordt overgeslagen, ligt steeds tusschen de 400.000 en 500.000 ton en het cijfer van de maand beweegt zich altijd om en nabij de twee millioen ton. De buitengewone drukte in het kolenvervoer manifesteert zich reeds op de rivier ver boven Rotterdam. Onophoudelijk ziet men er de afvarende sleepen, bestaande uit met kolen geladen schepen. Aan de vrije ankerplaatsen boven de Maasbruggen ligt het vol met Rijn schepen met kolen. Het aantal nadert soms de 500. Waar het in deze periode ook ooit aan gemankeerd moge hebben, nooft is er gebrek geweest aan RJjnschepen. De waterstand is de laatste maanden boven dien altfjd hoog geweest, zoodat de sche pen steeds geheel konden worden afgela den. Het teekent eenigszins de verhouding tusschen voorhanden scheepsruimte en aanvraag naar laadruimte op den Rijn, dat zelfs in deze dagen, nu de kolentranspor- ten, bij het volstrekt niet geringe vervoer over 1925 vergeleken, tot een drievoudi- gen omvang zijn gestegen, de Rijnvaart steeds voldoende scheepsruimte beschik baar heeft. De uitgaande ladingen gingen weer naar velerlei havens. Er is zelfs deze maand uit Rotterdam een lading naar Canada verscheept. De Fransche havens waren weer de grootste afnemers. Er z|jn daarheen over deze maand, waarvan, nu wij dit schrijven, nog maar twee-derde deel verstreken is, reeds een 120-tal ladingen verscheept. In verband met de verschepingen van repa ratiekolen gingen er de laatste jaren steeds veel kolen naar de Noord-Fransche ha vens. De Fransche Middellandsche Zee havens echter, die veelal haar kolen uit Engeland ontvingén, zijn nu ook op ver schepingen van Duitsche kolen via Rot terdam aangewezen. Engeland ontving over Juli reeds meer dan een 70-tal ladingen kolen. Het doet vreemd aan, plaatsen als Newcastle en Oardiff vermeld te zien als havens waar heen kolen verscheept worden. Het spreek woord: „to bring coal to New Castle" drukt niet langer een onnutte bezigheid uit. Behalve de genoemde transporten naar Engelsche, werden er nog een 25-tal la dingen naar Iersche havens verscheept. („Hbl."). De „P. G Hooft" aangekomen. Gistermiddag ongeveer twee uur is het nieuwe mailschip van de Stoomvaart- Maatschappij „Nederland", de „Pieter Corneliszoon Hóóft", in de Amsterdam- sche haven aangekomen. Van het schip woeien de Nederlandsche vlag en de maat schappij-vlag. Statig voer het^roote mo torschip het Noordzeekanaal op, verwel komd door het stoombootje, met den ha venmeester, den heer Van de Poll, aan boord. Van het havenbootje klonk als begroe ting de stoomfluit, beantwoord door de luchtfluit van de „Hooft". Op de De Ruyterkade stonden tal van belangstellenden, die het nieuwe schip begroetten. De eerste indruk van de „P. C. Hooft" was: een minder slank schip dan de oudere vaartuigen van de „Nederland". Dit komt door het breede achterschip, kruiservorm. Bovendien, het schip was ongeladen, lag daardoor zeer hoog. e -Het schip was gemeerd aan de Java- kade. De heer Oderwald, directeur van de „Nederland", was de eerste, die aan boord ging. Hij drukte zijn mede-directeuren, de heeren Koning en Van Hengel, de hand. Wederkeerige gelukwenschen. En te recht, want dit schip is een mooie aan winst voor de maatschappij en v00r Amsterdamsche haven. „Ik vaar nu 85 jaren bij de maat schappij, alle schepen waren goed, maar zoo n prachtschip heb ik nog nooit gehad Wij voeren met 100 toeren, ruim 17 mij' len. Er stond een stevige bries, maar van slingeren was niets te bemerken. Dit schip is geweldig". De „P. O. Hooft" is het grootste schip van de Amsterdamsche haven (21.200 tons waterverplaatsing) en het eerste motor schip. Het schip wordt gedreven door twee series vah 8 Diesel-motoren, een aan stuur- en een aan bakboord. Van elke serie is de capaciteit op de as 4008 P.K. Aan boord werkt nagenoeg alles elec- trisch: de ankerspil-inrichting, de stuur- machine, de winches, het geheele koks- bedrijf. Iets nieuws op dit gebied zijn de thermotanks voor de ventilatie in het on derschip; ze blazen door een buisleiding de versche lucht door het heele schip heen; deze pijpen kunnen met stoom verwarmd worden, zoodat zij zoo noodig de lucht ver warmd door de verschillende comparte- menten voeren, en dan dus dienst doen als verwarmings-installatie. De „P. O. Hooft" kan vervoeren 528 le en 2e klasse-passagiers, 57 8e en 54 4e klasse, gezamenlijk 689 passagiers. De equipage bestaat uit 262 man. De in het schip aanwezige ruimte is veel grooter dan die van de „J. P. Coen", maar ze is voor een zoo groot gedeelte tot verhooging van het confort voor de passagiers aangewend, dat de laadruimte in verhouding slechts weinig grooter dan Öie van de „Ooen" is. In alle opzichten overtreft de „P. O. Hooft" al de vroegere schepen van de M|i. „Nederland". De le klasse-salons zijn weer met smaak en luxe ingericht door Lion Cachet; de tweede-klasse salons door een Fransche firma. Op den technischen proeftocht heeft het schip 17 mijl geloopen; we liepen in het Kanaal alle andere schepen glad voorbij, verzekerde kapitein Schippers met groote voldoening. De officieele proeftocht zal vermoede lijk op 27 en 28 Augustus plaats vinden. Incidenten ln dien raad van Botterdam- De corresp. van „De Telegraaf" te Rot terdam meldt: Zelfs een zomersche raadszitting schijnt niet te kunnen eindigen zonder incident. Ditmaal waren het de publieke tribune bezoekers, wien een langer verblijf in de raadszaal werd ontzegd De heer G. van Burink voerde het woord sij de ingekomen adressen van werkloo- zen. H|j drong op spoed aan. En om te llustreeren wat gebeuren kan, wanneer die spoed niet betracht wordt, gaf hij een treffend verhaal van het dramatische ein de van den werklooze G. Kwak. Tot dusver was deze droeve geschiedenis üiet publiek gemaakt. De werklooze G. Kwak, wonende in de Schoonderloosstraat 49a, gehuwd en vader van drie kinderen, jonger dan 5 jaar, was aldus de heer Van Burink geduren de 6 weken te werk gesteld bij de Gemeen telijke Werkverschaffing. Hij verdiende dien tijd van 24 .tot '28 per week. Toen hij echter ^p 12 Juni ontslagen werd, heeft men hem zijn voorschot afgetrokken, zoo dat hij dien dag met 12.naar huis ging. De man kwam op 19 Juni, op 26 Juni en op 8 Juli bij Maatschappelijk Hulpbetoon om steun, doch steeds werd hem te kennen gegeven, „dat op zijn/ver zoek afwijzend was beschikt". De werk looze, een overigens kalm en oppassend man, was toen hem voor de derde maal steun geweigerd werd, wanhopig gewor den. Hij ging Zaterdag 4 Juli naar het Gebouw van Maatschappelijk Hulpbetoon en gaf den dienstdoenden ambtenaar te jennen: „als ik nou geen steun krijg, snij ik je aan riemen". Na deze bedreiging is hij naar het politiebureau aan de St. Jan straat gebracht, waar men er hem op wees, dat bedreiging tegen het leven met jaar gevangenisstraf kan worden ge straft. De man is daarop naar huis gegaan en in zijn wanhoop heeft hij in den nacht van Zondag op Maandag door ophanging een eind aan zijn leven gemaakt. En 's Maan dags kwam een huisbezoeker van Maat schappelijk Hulpbetoon de treurende we duwe drie rijksdaalders brengen...." Het verhaal verwekte emotie onder de raadsleden en nog meer onder de bezoe kers der publieke tribune. Een reeks in terrupties daalde neer op de onschuldige hoofden der raadsleden: „Jullie bent allemaal moordenaars!" „M|jn vrouw en 5 kinderen crêpeeren van den hongerl", zoo riep men dooreen. Burgemeester Wytema schorste de zit ting en liet de publieke tribune ontruimen. Nadat onder protest, en rumoer aldus geschied was, kreeg de heer Van Burink opnieuw het woord om zijn rede te beëin digen. In de avondzitting heeft wederom een incident plaats gehad. Bij de debatten over de gestie van het bestuur der Wo ningstichting had de heer Ooremans her haaldelijk op beleedigende wijze "geïnter rumpeerd. Wethouder De Jong dreigde den heer Ooremans wegens deze beleedi- gingen voor de rechtbank te zullen dagen. Toen de heer Ooremans daarop het woord kreeg over dit „persoonlijk" feit en hij deze gelegenheid aangreep, om den voorzitter faire" te nemen over vorige verwijderingen, sloot deze de discussie. De heer Ooremans sprak verder, ondanks het voortdurende gehamer van den voor zitter, waarop déze ten einde raad weer voorstelde, het raadslid Ooremans voor deze zitting van de beraadslagingen uit te sluiten. Nadat dit voorstel was aangeno men, werd de zitting geschorst en toen 10 minuten later de debatten werden her opend, was de heer Ooremans door den sterken arm verwijderd. N Het overschot van kapitein Paris. Ate hulde aan die heldendaden van ka pitein Paris heeft de Stoomvaartmaat schappij „Nederland* het stoffelijk over schot van den gesneuvelde per sa JBin- tanlg" kosteloos deen overbrengen van Sabarug naar Engeland, waar het, overeen komstig den wensah dier weduwe, te Bas- tdngs is begraven. Aanvrage om vacantle van werkloozen. Te Zaandam is bij den gemeenteraad een verzoek ingekomen van de werk lieden, werkzaam in z.g. Werkverschaf fing, om in aanmerking te mogen komen I sleten materieel, dat eerlang aan den voor Tscootlv en voca.t r;. Eigen bemaling van Waal en Burg op TexeL Nog geen kon. goedkeuring van het besluit der Staten. Naar de Telegr. verneemt, is nog steeds niet de koninklijke goedkeuring verleend op het besluit der Provinciale Staten van Noord-Holland!, van Maart jL, tot invoe ring van een eigen bemaling voor den polder Waai en Burg op Texel, en betaling van een afkoopsom door den polder Eier- land van 40.000 voor afvloeiing van het water uit Waal en Burg op Eierland. De koninklijke beslissing is onlangs ver daagd, tien einde de tegen het besluit in gebrachte bewaren nader te kunnen on derzoeken, inzonderheid die van den pol der Eierland, tegen betaling der afkoop som. De Nedlertamdbche ReiKvereenlgtag. Feest op den Bigt De Nederlandsohe Reisvereeniging heeft Donderdag haar 20-jarig bestaan gevierd op den Rigi, in het Rógikulmhótel, waar aan 1000 Nederlanders deelnamen. Woens dag waren ongeveer 600 leden der ver- eeniging uit alle deelen van Nederland met vacantie in Zwitserland aangekomen. Vóór den aanvang van het feestbanket sprak prof. Van Baren uit Wagéningen een rede uit, waarin hij een en ander omtrent de Alpen en de Rigi vertelde. Om 5 uur begon de feestmaaltijd. Als vertegenwoordiger van de Zwit- sersche regeering was de regeeringsraad Ridler aanwezig. Voorts waren aanwezig de president van de gemeente Arthgoldou, de heer Roemer en in de plaats van den Neder.landsohen gezant, die wegens ziekte verhinderd was, jhr. Van Lennep, legatie secretaris te Bern. Verder de heer Junod, secretaris van de Zwitsersche Verkeors- centrale, Riflei en Besiger, vertegenwoor diger van de Zwitsersche Spoorwegen van de hótelhoudersvereeniging en van de Zwitsersche en Nederlandsche pers. Het geheele bestuur van de Nederland sche Reisvereeniging was tegenwoordig. Telegrammen met huldebetuiging wer den gezonden aan Koningin Wilhelmtea in Sint Beatenberg en aan den Zwitser- schon Bondspresident te Bern. Aan den feestmaaltijd sprak de heer Bastiaan, uit Den Haag, voorzitter van de feestcommissie, een welkomstwoord en hield de president van de Nederland sche Reisvereeniging, mr. VanderFlier. een feestrede, waarin hij onder, groot enthoesiasme mededeelde, dat een tele gram uit Nederland binnengekomen was, meldende: 50.000ste lid ingeschreven. De vertegenwoordiger van de Zwitser sche regeering, die van den Nederland- schen gezant en nog vele anderen spraken gelukwenschen uit. Des avonds half 10 werd op den Rigi vuurwerk afgestoken, dat door den Son- nenberg in Luzern beantwoord werd. Om 10 uur vond een rondgang op den Rigi plaats met fakkels, hetgeen een sprook- jesachtigen aanblik gaf. Het feest duurde den ganschen nacht tot zonsopgang. zal hemen te ontvallen. Het was den Minister aangenaam, te ontwaren, dat tegenover de opmerking, dat de aan aan bouw te besteden sommen beschouwd moe ten worden als nutteloos uitgegeven, van andere zijde met kracht werd opgekomen voor het op peil houden van de vloot in Indië en dat de voorgestelde aanbouw van de torpedojagers werd toegejuicht. Ingezonden Mededeellng. WIJ zijn 20 °/o floedkooper dan elders. Srootste keuze Hesren- en Jongenskleedlng hier ter plaatse. m.» Keizerstraat Hl ELEaiaW) 62-68-44. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Vacantie-tlJd, logeer-tjjdTfld van zorgen-vrijheid en van verheuging. Behalve voor de Nurkschen, die niet al leen in de Haarlemmerhout rondloopen, waar Hildebrand destijds een typisch ver tegenwoordiger van hen op rijn literair vizier nam, maar die men in deze we ken ook in diverse buiten-pensions, villa's en landhuisjes aantreft.... Het zijn, on getwijfeld, meestal onaangename men- schen, maar soms kan men hen een hu- moristischen kijk op menschen en toe standen niet ontzeggen. Hier is een staaltje van één van hen: „Tot de niet geheel volkomen en onver mengde genoegens van de vaoantie be hoort het uit logeeren zijn bij goede ken nissen, het doorbrengen van een week end in het buitenhuisje van vrienden, met wie je op voldoenden intlemen voet bent om te mogen verwachten, dat ze je recht streeks zullen laten deelen in de dagelijk- schp huiselijkheid van hun leven. Onder de nadrukkelijke verzekering, dat je ten allen tijde welkom bent en dat er niet de minste drukte voor je gemaakt zal worden, heb je afgesproken, dat je eens zult komen, en gedurende al den t|jd dat je er bent wordt je met kleine buitennis- sigheden en luttele attenties zachtmoedig gefolterd en er van overtuigd, dat ze het goed met je meenen. Je krijgt voortdurend iets waarvan de geheele familie doet of ze nooit anders gewoon zijn en waardoor je de obsessie krijgt, dat je bezoek in den grond toch min of meer onbescheiden is, dat je gastheer derangeert en de gast vrouw dwingt tot buitengewone werk zaamheden. Het begint bij de koffietafel, waar je een botervlootje wordt toegeschoven, waarin met minutieuse zorg een figuurtje Ik wil U, bij wflze van vacantie-divertis- sement, enkele voorschriften, die ik tegen kwam, meedeelen. Meestal vindt men ze bij de betrokken familie nog opgeteekend in een nagelaten boek van een of andere voorvader Daar heeft U, om te beginnen, b.v. het „middel" tegen een hond, die U met zijn voortdurend blaffen hindert. „Men neemt het hart van eenen hond (liefst van een zwarte kleur) en steekt in deszeifs midden eenen tand van eenen hond, houdt daarop alleB in de linkerhand den hond voor, die men wil doen stom worden." Bent U bevreesd voor verlies van uw vee, „neem (dan) van de zwamaohtige zelf standigheid die op de lindenboomen groeit; doe daarvan dagelijks onder het drinken van het vee, dan zal U geen koe of ander stuk vee sterven; en is een of ander dier ziek geworden, wrijf dan een stukje van deze zwam tot poeder en geeft het met water ln; het helpt". De laatste twee woorden stonden op het oude, vergeelde papiertje, waarvan ik dit afschreef. Ze zijn niet van mij; ik wasch in dezen mijn handen ln onschuld, al zou ik evenmin de even pertinente uitspraak: het helpt niet, voor m||n verantwoording will en nemen.... Thans één in verband, met paarden. „Om een wild en ontembaar paard tam te maken, 1b het voldoende, dat men het bij het oor grijpt, het liefkoost en een klein steentje ongemerkt in het oor legt". En dat er waarlijk niets nieuws onder de zon is; dat onder de eenvoudige lieden van eertijds, waarvan het volgende recept stamt, ook al aan hypnose van dieren werd gedaan, laat zioh conoludeeren uit het vol gende: „Ik laat het, reeds door zweep te de boter is gemaakt van stervormige I binden en het opzetten van eenen streepen en in het midden een roosje. Dit1 nijper op den neus, zeer beangstigde dier EERSTE KAMER. Zuidorzoefonds. In de memorie van antwoord inzake de wetsontwerpen tot wijziging van de be- grooting van het Zuiderzeefonds voor 1926 en van het IXde en VHde hoofdstuk B der Staatsbegrootteg 1926 deelt de Mi nister van Waterstaat omtrent den proef- polder mede, dat inderdaad aanstonds de noodige maatregelen zijn getroffen ter voorbereiding van de werken voor den aanleg van een proef polder bij Andijk, terwijl te overweging is een plan om te geraken/tot de keuze en den opzet der proeven, tot de contróle van haar resul taten en tot de conclusies, welke daaruit zullen mogen worden getrokken. Wijziging Marlnebegrootlng 1926. Blijkens de memorie van antwoord in zake het wetsontwerp tot .wijziging van het Vide hoofdstuk der Staatsbegrootteg 1926 zal de Minister van Marine met de aanstelling van een raadsadviseur niet praejudicieeren op de samenvoeging van de departementen van Marine en Oorlog, noch op de reorganisatie van het beheer der Marine. De Minister geeft ook gaarne de ver zekering, dat de te het voorlooplg verslag besproken overplaatsing der opleiding van jonge schepelingen van Gorcum naar Vlissingen door hem van alle kanten is bezien, gewikt en gewogen vóórdat hij te deze aangelegenheid zijn standpunt be paalde. Eerst nadat hem stellig was gebleken, dat de overplaatsing niet nadeelig voor de opleiding zal zijn, doch zelfs voordeelig, heeft do Minister gemeend, daartoe te moeten besluiten, waar deze overplaatsing met beduidende besparing op 's lands uit gaven gepaard Kaa^ Nog tijdig voor de indiening dezer me morie deed de uit leden der Volksverte genwoordiging samengestelde Vlootcom- missie den Minister haar zienswijze no pens de overplaatsing kennen. Het ver heugt den Minister in hooge mate, dat de commissie na een onderzoek ter plaatse tot de conclusie is gekomen, dat zij met den maatregel ten volle kan instemmen, indien aan enkele door haar geformu leerde wenschen wordt voldaan, waartoe de Minister zich gaarne bereid verklaart. In tegenstelling met de meening van verscheidene leden, die van oordeel z|jn, dat de overplaatsing nog eens degelijk moet worden onder de oogen gezien, acht de Minister het vraagstuk thans ven alle zijden belicht en kan hij niet inzien, welke nadere gegevens hij nog verder ter voor lichting aan de Kamer zou kunnen ver schaffen. De thans aangevraagde gelden betreffen alleen vervanging van verouderd en ver ter eere van je aankomst ontworpen en uitgevoerde stukje huisvlijt moet je ver nielen zonder een spoor van spijt. Dan is er een blikje, dat geen uur geleden nog bij den kruidenier vertoefde en dat door den heer des huizes niet zonder moeite is ge forceerd, op een moment dat z'n vrouw hem zooveel mogelijk zonder argwaan te verwekken, apart heeft geroepen. Er wordt ongemerkt naar je gekeken wanneer je dit blikje entameert, en er wordt gelet of je de juiste en gepaste hoeveelheid ervan peemt. Bij geval van te groote beschei denheid wordt je toegevoegd, dat je je gedragen moet of je thuis bent, en wordt er een vriendelijke en zachte aandrang op je uitgeoefend, om nog een beetje te ne men.. Dan nemen de anderen, doch laten van alles ontdoen, plaats mij rustig voor het paard, zie het een halve tot een mi nuut lang sterk in de oogen, zonder den blik van hetzelve af te wenden, strijk het dan een weinig op den kop en hals en het blijft als een lam staan en laat zich be daard beslaan". Hierbij kan worden opgemerkt, dat vol gens het volk menig hoefsmid in den ouden tijd de macht tot het betooveren van paarden had. Hij fluisterde dan b.v. het onrustige dier eenige geheimzinnige woorden te het oor en ziet.... 't werd volkomen gedwee. Bewust of onbewust menschkundig werden de gebruikte woor den dan natuurlijk door den „toovonaar" geheim gehouden. In allerlei variaties gol den, en gelden hier en daar, naar ik een restje te het blikken doosje achter, opmerken, nog wel, daarbij voor- oonnflnn nla» A'ï nn rra nriAmna hfiflflArfi waarover een gebruikelijk combat de géné- rosité gehouden moet worden. Op gelijke w|jze wordt je behandeld aan den hoofdmaaltijd met dingen, die osten tatief feestelijk zijn, maar met schijnhei lige alledaagschheid worden voorgediend. Ook wordt er van alle gerechten weer een kliekje overgelaten, dat je onder zachten dwang te verorberen krijgt. 's Avonds wordt je het pijnlijke stuk voorgelegd, van den tijd te schatten, waarop de familie gewend is naar bed te gaan. Als je er eerlijk naar vraagt, zeggen ze, het sphinx-achtige „gaan nooit zoo erg vroeg" en tenslotte weet je niet of je zelf laat opblijft voor de familie, of dat de familie het uur van slapen gaan wat ver laat om den gast te gerieven. Bij het naar bed gaan, komt het vraag stuk van het uur van opstaan op de prop pen, dat met gelijke achterbaksheid wordt behandeld. De familie is „ook nooit zoo vroeg", en je moet tenslotte maar een con junctuur maken, die gewoonlijk zoo uit valt, dat den anderen ochtend het gezin al aan de ontbijttafel zit te wachten, ver moedelijk uit overdreven ijver om je voor te zijn om te ieder geval beneden te wezen voor je verschijning. Zoo wordt je feitelijk den heelen dag minzaam en geraffineerd gekweld en 't is heel gelukkig, dat er zoo hier en daar nog wel eens spontane kinderen zijn, die het onbewust voor je opneihen en je wreken op de gastlieden door ze te verlegenheid te brengen door buitengewone vreugde te toonen over een bescheiden opgediend feestgerecht, of door openhartig te ver klaren, dat ze bit) zijn, dat je komt, want dat ze dan altijd zoo extra lekker eten. Zulke kinderen zijn waard, dat je halve koffers vol speelgoed en lekkers voor ze meebrengt, want ze reinigen tenminste eventjes de lucht van de benauwende walm der burgerlijke beleefdheid en conventie." Zoo zou men zich ook een dergelijk kritikaster kunnen voorstellen die, niet bij kennissen in landhuis of villa logoerend, maar dieper het land ingetogen, bij boe ren onderdak, zijn venijnigen angel van kritiek uitsteekt naar de toestanden en gebruiken, die hij om zich heen ontwaart. Hij zou b.v. nijdige sarcasmen kunnen luchten over de vele volksmiddeltiee en geneesmethoden, die onder de landelijke bevolking in omloop zijn en opgeld doen, waarbij hij natuurlijk tevens niet zou na laten de noodige hekelwoorden te luchten over het recente geval van het „behekste dikke mellje" in Sliedrechtl Tijdens een vacantie-uitstapje, dat ik dezer dagen maakte, had ik de gelegenheid ten platte- lande een kleine enquête te houden over de z.g. sympathetische of geheim-mid delen. x schriften als: „Men ga driemaal bedaard rechts om het onrustige paard heen, staat voor deszeifs kop telkens een oogenblik stil, maakt daarbij het teeken des kruises op den kop van het paard en zegt de vol gende Latijnsche woorden: Caspar te tenet, Balthasar te ligat, Melchior te ducat (Dat Oaspar U houde, Balthasar U binde en Melchior U lelde)". En mochten er onder U, geachte lezers, veohtlustigen zijn, dan kan het volgende merkwaardige middel tegen verbloedin- gon („het- helptl") U misschien van dienst zijn: „Men neemt een versch gelegd hoen derei, opent hetzelve aan een der uitein den, laat er een gedeelte eiwit uitvloeien en eenige droppels bloed van den bloe dende te de opening vallen, vervolgens zet men het ei rechtop te heete asch, zonder er het geringste te laten uitvloeien en roert met een zuiver stukje hout voor zichtig in het ei rond, tot het min of meer stolt, waarna men het ei op een matig ver warmde plaats brengt. Met het stollen van den inhoud van het ei zal ook het bloed van den bloedende schielijk stollen en op houden te vloeien...." Maar als U het probeert, zou ik toch eerst maar even een verbandje leggen. 't Mocht eens wat lang duren, dat „stol len"! U wilt, omdat dit nu eenmaal een Am sterdamsche brief is, ook nog hoofdstede lijk nieuws, een hoofdstedelijk praatje? 't 8p|jt me, dat ik U moet teleurstellen. Nieuws 1b er niet. En onze praatjes, de praatjes van de Amsterdammers gingen deze week over niets anders dan over uit logeeren en met vacantie gaan en.over vaoantle-liefhebberijen Zoo is dan, waar ook ik het dezen keer over beide dingen had, dit tenslotte toch dubbel en dwars een wasch-echte Amster damsche brief! OOST-INDIE. De Nleuw-Guteea-expeditie overvallen. Batavia, 28 Juli Omtrent de Nieoiw- Guinea-expedltie wordt uit het Pioniers- bivalk geBednd, dat zeventig Papoea's met gevelde pijl en boog dansende eni schreeu wende het bivak omsingelden. Ben ser geant gelastte den Papoea's zesmaal zich te verwijderen en1 vuurde schoten ln de lucht, doch dit was vruchteloos. Ben be schieting niet pijlen volgde, waarop de sergeant vuur gaf, één Papoea doodde en één ernstig verwondde. Onzerzijds zijn geen verliezen. De Papoea's zijn gevlucht. „Een prachtig schip". Kapitein Schippers verklaarde: Het tragisch einde van een werklooze. De heer Coremans wederom verwijderd. Zondags tot 12.16 uur geopend. Logeer genoegens. Het Boek der geheimen, stordamsatie briefI Tóch een Am-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5