Tweede Blad.
Let op onze prijzen!
BINNENLAND
VAN ZATERDAG 17 JULI 1926.
De Koningin.
Het Zwitsersche TeL-Agentschap seint
uit Beatenberg d<l. 23 Juli dat Koningin
Wilbelmina bijna geheel hersteld is. H. M.
bracht eenige uren op het balcon door.
•Del fcolen verschepingen over Botterdam.
De kolenverschepingen over de Rotter-
damsche haven vertoonen ook over het tot
dusver verstreken gedeelte van Juli het
zelfde beeld als over de beide vorige maan
den. Zoo lang de staking in Engeland
blijft voortduren, zal daarin ook geen ver
andering komen. Het aantal ledig binnen
komende schepen en het aantal schepen,
dat met kolen vertrekt, blijft iedere week
tusschen de 100 en 200 bedragen. Dikwijls
is het dichter bij het laatste ,dan bij het
eerste cijfer.
De overladings-installaties werken alle
nog steeds onafgebroken op volle capaci
teit. De hoeveelheid, die wekelijks wordt
overgeslagen, ligt steeds tusschen de
400.000 en 500.000 ton en het cijfer van de
maand beweegt zich altijd om en nabij de
twee millioen ton. De buitengewone drukte
in het kolenvervoer manifesteert zich
reeds op de rivier ver boven Rotterdam.
Onophoudelijk ziet men er de afvarende
sleepen, bestaande uit met kolen geladen
schepen. Aan de vrije ankerplaatsen boven
de Maasbruggen ligt het vol met Rijn
schepen met kolen. Het aantal nadert
soms de 500. Waar het in deze periode ook
ooit aan gemankeerd moge hebben, nooft
is er gebrek geweest aan RJjnschepen. De
waterstand is de laatste maanden boven
dien altfjd hoog geweest, zoodat de sche
pen steeds geheel konden worden afgela
den. Het teekent eenigszins de verhouding
tusschen voorhanden scheepsruimte en
aanvraag naar laadruimte op den Rijn, dat
zelfs in deze dagen, nu de kolentranspor-
ten, bij het volstrekt niet geringe vervoer
over 1925 vergeleken, tot een drievoudi-
gen omvang zijn gestegen, de Rijnvaart
steeds voldoende scheepsruimte beschik
baar heeft. De uitgaande ladingen gingen
weer naar velerlei havens. Er is zelfs deze
maand uit Rotterdam een lading naar
Canada verscheept.
De Fransche havens waren weer de
grootste afnemers. Er z|jn daarheen over
deze maand, waarvan, nu wij dit schrijven,
nog maar twee-derde deel verstreken is,
reeds een 120-tal ladingen verscheept. In
verband met de verschepingen van repa
ratiekolen gingen er de laatste jaren steeds
veel kolen naar de Noord-Fransche ha
vens. De Fransche Middellandsche Zee
havens echter, die veelal haar kolen uit
Engeland ontvingén, zijn nu ook op ver
schepingen van Duitsche kolen via Rot
terdam aangewezen.
Engeland ontving over Juli reeds meer
dan een 70-tal ladingen kolen. Het doet
vreemd aan, plaatsen als Newcastle en
Oardiff vermeld te zien als havens waar
heen kolen verscheept worden. Het spreek
woord: „to bring coal to New Castle" drukt
niet langer een onnutte bezigheid uit.
Behalve de genoemde transporten naar
Engelsche, werden er nog een 25-tal la
dingen naar Iersche havens verscheept.
(„Hbl.").
De „P. G Hooft" aangekomen.
Gistermiddag ongeveer twee uur is het
nieuwe mailschip van de Stoomvaart-
Maatschappij „Nederland", de „Pieter
Corneliszoon Hóóft", in de Amsterdam-
sche haven aangekomen. Van het schip
woeien de Nederlandsche vlag en de maat
schappij-vlag. Statig voer het^roote mo
torschip het Noordzeekanaal op, verwel
komd door het stoombootje, met den ha
venmeester, den heer Van de Poll, aan
boord.
Van het havenbootje klonk als begroe
ting de stoomfluit, beantwoord door de
luchtfluit van de „Hooft".
Op de De Ruyterkade stonden tal van
belangstellenden, die het nieuwe schip
begroetten.
De eerste indruk van de „P. C. Hooft"
was: een minder slank schip dan de oudere
vaartuigen van de „Nederland". Dit komt
door het breede achterschip, kruiservorm.
Bovendien, het schip was ongeladen, lag
daardoor zeer hoog.
e
-Het schip was gemeerd aan de Java-
kade. De heer Oderwald, directeur van de
„Nederland", was de eerste, die aan boord
ging. Hij drukte zijn mede-directeuren, de
heeren Koning en Van Hengel, de hand.
Wederkeerige gelukwenschen. En te
recht, want dit schip is een mooie aan
winst voor de maatschappij en v00r
Amsterdamsche haven.
„Ik vaar nu 85 jaren bij de maat
schappij, alle schepen waren goed, maar
zoo n prachtschip heb ik nog nooit gehad
Wij voeren met 100 toeren, ruim 17 mij'
len. Er stond een stevige bries, maar van
slingeren was niets te bemerken. Dit schip
is geweldig".
De „P. O. Hooft" is het grootste schip
van de Amsterdamsche haven (21.200 tons
waterverplaatsing) en het eerste motor
schip.
Het schip wordt gedreven door twee
series vah 8 Diesel-motoren, een aan
stuur- en een aan bakboord. Van elke
serie is de capaciteit op de as 4008 P.K.
Aan boord werkt nagenoeg alles elec-
trisch: de ankerspil-inrichting, de stuur-
machine, de winches, het geheele koks-
bedrijf. Iets nieuws op dit gebied zijn de
thermotanks voor de ventilatie in het on
derschip; ze blazen door een buisleiding
de versche lucht door het heele schip heen;
deze pijpen kunnen met stoom verwarmd
worden, zoodat zij zoo noodig de lucht ver
warmd door de verschillende comparte-
menten voeren, en dan dus dienst doen
als verwarmings-installatie.
De „P. O. Hooft" kan vervoeren 528 le
en 2e klasse-passagiers, 57 8e en 54 4e
klasse, gezamenlijk 689 passagiers. De
equipage bestaat uit 262 man. De in het
schip aanwezige ruimte is veel grooter dan
die van de „J. P. Coen", maar ze is voor
een zoo groot gedeelte tot verhooging van
het confort voor de passagiers aangewend,
dat de laadruimte in verhouding slechts
weinig grooter dan Öie van de „Ooen" is.
In alle opzichten overtreft de „P. O.
Hooft" al de vroegere schepen van de M|i.
„Nederland".
De le klasse-salons zijn weer met smaak
en luxe ingericht door Lion Cachet; de
tweede-klasse salons door een Fransche
firma.
Op den technischen proeftocht heeft het
schip 17 mijl geloopen; we liepen in het
Kanaal alle andere schepen glad voorbij,
verzekerde kapitein Schippers met groote
voldoening.
De officieele proeftocht zal vermoede
lijk op 27 en 28 Augustus plaats vinden.
Incidenten ln dien raad van Botterdam-
De corresp. van „De Telegraaf" te Rot
terdam meldt:
Zelfs een zomersche raadszitting schijnt
niet te kunnen eindigen zonder incident.
Ditmaal waren het de publieke tribune
bezoekers, wien een langer verblijf in de
raadszaal werd ontzegd
De heer G. van Burink voerde het woord
sij de ingekomen adressen van werkloo-
zen. H|j drong op spoed aan. En om te
llustreeren wat gebeuren kan, wanneer
die spoed niet betracht wordt, gaf hij een
treffend verhaal van het dramatische ein
de van den werklooze G. Kwak. Tot dusver
was deze droeve geschiedenis üiet publiek
gemaakt.
De werklooze G. Kwak, wonende in de
Schoonderloosstraat 49a, gehuwd en vader
van drie kinderen, jonger dan 5 jaar, was
aldus de heer Van Burink geduren
de 6 weken te werk gesteld bij de Gemeen
telijke Werkverschaffing. Hij verdiende
dien tijd van 24 .tot '28 per week. Toen
hij echter ^p 12 Juni ontslagen werd, heeft
men hem zijn voorschot afgetrokken, zoo
dat hij dien dag met 12.naar huis
ging. De man kwam op 19 Juni, op 26
Juni en op 8 Juli bij Maatschappelijk
Hulpbetoon om steun, doch steeds werd
hem te kennen gegeven, „dat op zijn/ver
zoek afwijzend was beschikt". De werk
looze, een overigens kalm en oppassend
man, was toen hem voor de derde maal
steun geweigerd werd, wanhopig gewor
den. Hij ging Zaterdag 4 Juli naar het
Gebouw van Maatschappelijk Hulpbetoon
en gaf den dienstdoenden ambtenaar te
jennen: „als ik nou geen steun krijg, snij
ik je aan riemen". Na deze bedreiging is
hij naar het politiebureau aan de St. Jan
straat gebracht, waar men er hem op
wees, dat bedreiging tegen het leven met
jaar gevangenisstraf kan worden ge
straft.
De man is daarop naar huis gegaan en
in zijn wanhoop heeft hij in den nacht van
Zondag op Maandag door ophanging een
eind aan zijn leven gemaakt. En 's Maan
dags kwam een huisbezoeker van Maat
schappelijk Hulpbetoon de treurende we
duwe drie rijksdaalders brengen...."
Het verhaal verwekte emotie onder de
raadsleden en nog meer onder de bezoe
kers der publieke tribune. Een reeks in
terrupties daalde neer op de onschuldige
hoofden der raadsleden:
„Jullie bent allemaal moordenaars!"
„M|jn vrouw en 5 kinderen crêpeeren
van den hongerl", zoo riep men dooreen.
Burgemeester Wytema schorste de zit
ting en liet de publieke tribune ontruimen.
Nadat onder protest, en rumoer aldus
geschied was, kreeg de heer Van Burink
opnieuw het woord om zijn rede te beëin
digen.
In de avondzitting heeft wederom een
incident plaats gehad. Bij de debatten
over de gestie van het bestuur der Wo
ningstichting had de heer Ooremans her
haaldelijk op beleedigende wijze "geïnter
rumpeerd. Wethouder De Jong dreigde
den heer Ooremans wegens deze beleedi-
gingen voor de rechtbank te zullen dagen.
Toen de heer Ooremans daarop het
woord kreeg over dit „persoonlijk" feit en
hij deze gelegenheid aangreep, om den
voorzitter faire" te nemen over vorige
verwijderingen, sloot deze de discussie.
De heer Ooremans sprak verder, ondanks
het voortdurende gehamer van den voor
zitter, waarop déze ten einde raad weer
voorstelde, het raadslid Ooremans voor
deze zitting van de beraadslagingen uit te
sluiten. Nadat dit voorstel was aangeno
men, werd de zitting geschorst en toen 10
minuten later de debatten werden her
opend, was de heer Ooremans door den
sterken arm verwijderd. N
Het overschot van kapitein Paris.
Ate hulde aan die heldendaden van ka
pitein Paris heeft de Stoomvaartmaat
schappij „Nederland* het stoffelijk over
schot van den gesneuvelde per sa JBin-
tanlg" kosteloos deen overbrengen van
Sabarug naar Engeland, waar het, overeen
komstig den wensah dier weduwe, te Bas-
tdngs is begraven.
Aanvrage om vacantle van werkloozen.
Te Zaandam is bij den gemeenteraad
een verzoek ingekomen van de werk
lieden, werkzaam in z.g. Werkverschaf
fing, om in aanmerking te mogen komen I sleten materieel, dat eerlang aan den
voor Tscootlv en voca.t r;.
Eigen bemaling van Waal en Burg
op TexeL
Nog geen kon. goedkeuring van
het besluit der Staten.
Naar de Telegr. verneemt, is nog steeds
niet de koninklijke goedkeuring verleend
op het besluit der Provinciale Staten van
Noord-Holland!, van Maart jL, tot invoe
ring van een eigen bemaling voor den
polder Waai en Burg op Texel, en betaling
van een afkoopsom door den polder Eier-
land van 40.000 voor afvloeiing van het
water uit Waal en Burg op Eierland. De
koninklijke beslissing is onlangs ver
daagd, tien einde de tegen het besluit in
gebrachte bewaren nader te kunnen on
derzoeken, inzonderheid die van den pol
der Eierland, tegen betaling der afkoop
som.
De Nedlertamdbche ReiKvereenlgtag.
Feest op den Bigt
De Nederlandsohe Reisvereeniging heeft
Donderdag haar 20-jarig bestaan gevierd
op den Rigi, in het Rógikulmhótel, waar
aan 1000 Nederlanders deelnamen. Woens
dag waren ongeveer 600 leden der ver-
eeniging uit alle deelen van Nederland
met vacantie in Zwitserland aangekomen.
Vóór den aanvang van het feestbanket
sprak prof. Van Baren uit Wagéningen
een rede uit, waarin hij een en ander
omtrent de Alpen en de Rigi vertelde.
Om 5 uur begon de feestmaaltijd.
Als vertegenwoordiger van de Zwit-
sersche regeering was de regeeringsraad
Ridler aanwezig. Voorts waren aanwezig
de president van de gemeente Arthgoldou,
de heer Roemer en in de plaats van den
Neder.landsohen gezant, die wegens ziekte
verhinderd was, jhr. Van Lennep, legatie
secretaris te Bern. Verder de heer Junod,
secretaris van de Zwitsersche Verkeors-
centrale, Riflei en Besiger, vertegenwoor
diger van de Zwitsersche Spoorwegen
van de hótelhoudersvereeniging en van
de Zwitsersche en Nederlandsche pers.
Het geheele bestuur van de Nederland
sche Reisvereeniging was tegenwoordig.
Telegrammen met huldebetuiging wer
den gezonden aan Koningin Wilhelmtea
in Sint Beatenberg en aan den Zwitser-
schon Bondspresident te Bern.
Aan den feestmaaltijd sprak de heer
Bastiaan, uit Den Haag, voorzitter van
de feestcommissie, een welkomstwoord
en hield de president van de Nederland
sche Reisvereeniging, mr. VanderFlier.
een feestrede, waarin hij onder, groot
enthoesiasme mededeelde, dat een tele
gram uit Nederland binnengekomen was,
meldende: 50.000ste lid ingeschreven.
De vertegenwoordiger van de Zwitser
sche regeering, die van den Nederland-
schen gezant en nog vele anderen spraken
gelukwenschen uit.
Des avonds half 10 werd op den Rigi
vuurwerk afgestoken, dat door den Son-
nenberg in Luzern beantwoord werd. Om
10 uur vond een rondgang op den Rigi
plaats met fakkels, hetgeen een sprook-
jesachtigen aanblik gaf. Het feest duurde
den ganschen nacht tot zonsopgang.
zal hemen te ontvallen. Het was
den Minister aangenaam, te ontwaren, dat
tegenover de opmerking, dat de aan aan
bouw te besteden sommen beschouwd moe
ten worden als nutteloos uitgegeven, van
andere zijde met kracht werd opgekomen
voor het op peil houden van de vloot in
Indië en dat de voorgestelde aanbouw van
de torpedojagers werd toegejuicht.
Ingezonden Mededeellng.
WIJ zijn 20 °/o floedkooper dan elders.
Srootste keuze Hesren- en Jongenskleedlng
hier ter plaatse.
m.» Keizerstraat
Hl ELEaiaW) 62-68-44.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Vacantie-tlJd, logeer-tjjdTfld
van zorgen-vrijheid en van verheuging.
Behalve voor de Nurkschen, die niet al
leen in de Haarlemmerhout rondloopen,
waar Hildebrand destijds een typisch ver
tegenwoordiger van hen op rijn literair
vizier nam, maar die men in deze we
ken ook in diverse buiten-pensions, villa's
en landhuisjes aantreft.... Het zijn, on
getwijfeld, meestal onaangename men-
schen, maar soms kan men hen een hu-
moristischen kijk op menschen en toe
standen niet ontzeggen.
Hier is een staaltje van één van hen:
„Tot de niet geheel volkomen en onver
mengde genoegens van de vaoantie be
hoort het uit logeeren zijn bij goede ken
nissen, het doorbrengen van een week
end in het buitenhuisje van vrienden, met
wie je op voldoenden intlemen voet bent
om te mogen verwachten, dat ze je recht
streeks zullen laten deelen in de dagelijk-
schp huiselijkheid van hun leven.
Onder de nadrukkelijke verzekering, dat
je ten allen tijde welkom bent en dat er
niet de minste drukte voor je gemaakt zal
worden, heb je afgesproken, dat je eens
zult komen, en gedurende al den t|jd dat
je er bent wordt je met kleine buitennis-
sigheden en luttele attenties zachtmoedig
gefolterd en er van overtuigd, dat ze het
goed met je meenen. Je krijgt voortdurend
iets waarvan de geheele familie doet of ze
nooit anders gewoon zijn en waardoor je
de obsessie krijgt, dat je bezoek in den
grond toch min of meer onbescheiden is,
dat je gastheer derangeert en de gast
vrouw dwingt tot buitengewone werk
zaamheden.
Het begint bij de koffietafel, waar je
een botervlootje wordt toegeschoven,
waarin met minutieuse zorg een figuurtje
Ik wil U, bij wflze van vacantie-divertis-
sement, enkele voorschriften, die ik tegen
kwam, meedeelen. Meestal vindt men ze
bij de betrokken familie nog opgeteekend
in een nagelaten boek van een of andere
voorvader
Daar heeft U, om te beginnen, b.v. het
„middel" tegen een hond, die U met zijn
voortdurend blaffen hindert.
„Men neemt het hart van eenen hond
(liefst van een zwarte kleur) en steekt in
deszeifs midden eenen tand van eenen
hond, houdt daarop alleB in de linkerhand
den hond voor, die men wil doen stom
worden."
Bent U bevreesd voor verlies van uw
vee, „neem (dan) van de zwamaohtige zelf
standigheid die op de lindenboomen
groeit; doe daarvan dagelijks onder het
drinken van het vee, dan zal U geen koe
of ander stuk vee sterven; en is een of
ander dier ziek geworden, wrijf dan een
stukje van deze zwam tot poeder en geeft
het met water ln; het helpt".
De laatste twee woorden stonden op het
oude, vergeelde papiertje, waarvan ik dit
afschreef. Ze zijn niet van mij; ik wasch
in dezen mijn handen ln onschuld, al zou
ik evenmin de even pertinente uitspraak:
het helpt niet, voor m||n verantwoording
will en nemen....
Thans één in verband, met paarden.
„Om een wild en ontembaar paard tam
te maken, 1b het voldoende, dat men het
bij het oor grijpt, het liefkoost en een klein
steentje ongemerkt in het oor legt".
En dat er waarlijk niets nieuws onder
de zon is; dat onder de eenvoudige lieden
van eertijds, waarvan het volgende recept
stamt, ook al aan hypnose van dieren werd
gedaan, laat zioh conoludeeren uit het vol
gende: „Ik laat het, reeds door zweep
te de boter is gemaakt van stervormige I binden en het opzetten van eenen
streepen en in het midden een roosje. Dit1 nijper op den neus, zeer beangstigde dier
EERSTE KAMER.
Zuidorzoefonds.
In de memorie van antwoord inzake de
wetsontwerpen tot wijziging van de be-
grooting van het Zuiderzeefonds voor
1926 en van het IXde en VHde hoofdstuk
B der Staatsbegrootteg 1926 deelt de Mi
nister van Waterstaat omtrent den proef-
polder mede, dat inderdaad aanstonds de
noodige maatregelen zijn getroffen ter
voorbereiding van de werken voor den
aanleg van een proef polder bij Andijk,
terwijl te overweging is een plan om te
geraken/tot de keuze en den opzet der
proeven, tot de contróle van haar resul
taten en tot de conclusies, welke daaruit
zullen mogen worden getrokken.
Wijziging Marlnebegrootlng 1926.
Blijkens de memorie van antwoord in
zake het wetsontwerp tot .wijziging van
het Vide hoofdstuk der Staatsbegrootteg
1926 zal de Minister van Marine met de
aanstelling van een raadsadviseur niet
praejudicieeren op de samenvoeging van
de departementen van Marine en Oorlog,
noch op de reorganisatie van het beheer
der Marine.
De Minister geeft ook gaarne de ver
zekering, dat de te het voorlooplg verslag
besproken overplaatsing der opleiding van
jonge schepelingen van Gorcum naar
Vlissingen door hem van alle kanten is
bezien, gewikt en gewogen vóórdat hij te
deze aangelegenheid zijn standpunt be
paalde.
Eerst nadat hem stellig was gebleken,
dat de overplaatsing niet nadeelig voor de
opleiding zal zijn, doch zelfs voordeelig,
heeft do Minister gemeend, daartoe te
moeten besluiten, waar deze overplaatsing
met beduidende besparing op 's lands uit
gaven gepaard Kaa^
Nog tijdig voor de indiening dezer me
morie deed de uit leden der Volksverte
genwoordiging samengestelde Vlootcom-
missie den Minister haar zienswijze no
pens de overplaatsing kennen. Het ver
heugt den Minister in hooge mate, dat de
commissie na een onderzoek ter plaatse
tot de conclusie is gekomen, dat zij met
den maatregel ten volle kan instemmen,
indien aan enkele door haar geformu
leerde wenschen wordt voldaan, waartoe
de Minister zich gaarne bereid verklaart.
In tegenstelling met de meening van
verscheidene leden, die van oordeel z|jn,
dat de overplaatsing nog eens degelijk
moet worden onder de oogen gezien, acht
de Minister het vraagstuk thans ven alle
zijden belicht en kan hij niet inzien, welke
nadere gegevens hij nog verder ter voor
lichting aan de Kamer zou kunnen ver
schaffen.
De thans aangevraagde gelden betreffen
alleen vervanging van verouderd en ver
ter eere van je aankomst ontworpen en
uitgevoerde stukje huisvlijt moet je ver
nielen zonder een spoor van spijt. Dan is
er een blikje, dat geen uur geleden nog bij
den kruidenier vertoefde en dat door den
heer des huizes niet zonder moeite is ge
forceerd, op een moment dat z'n vrouw
hem zooveel mogelijk zonder argwaan te
verwekken, apart heeft geroepen. Er wordt
ongemerkt naar je gekeken wanneer je
dit blikje entameert, en er wordt gelet of
je de juiste en gepaste hoeveelheid ervan
peemt. Bij geval van te groote beschei
denheid wordt je toegevoegd, dat je je
gedragen moet of je thuis bent, en wordt
er een vriendelijke en zachte aandrang op
je uitgeoefend, om nog een beetje te ne
men.. Dan nemen de anderen, doch laten
van alles ontdoen, plaats mij rustig voor
het paard, zie het een halve tot een mi
nuut lang sterk in de oogen, zonder den
blik van hetzelve af te wenden, strijk het
dan een weinig op den kop en hals en het
blijft als een lam staan en laat zich be
daard beslaan".
Hierbij kan worden opgemerkt, dat vol
gens het volk menig hoefsmid in den
ouden tijd de macht tot het betooveren
van paarden had. Hij fluisterde dan b.v.
het onrustige dier eenige geheimzinnige
woorden te het oor en ziet.... 't werd
volkomen gedwee. Bewust of onbewust
menschkundig werden de gebruikte woor
den dan natuurlijk door den „toovonaar"
geheim gehouden. In allerlei variaties gol
den, en gelden hier en daar, naar ik
een restje te het blikken doosje achter, opmerken, nog wel, daarbij voor-
oonnflnn nla» A'ï nn rra nriAmna hfiflflArfi
waarover een gebruikelijk combat de géné-
rosité gehouden moet worden.
Op gelijke w|jze wordt je behandeld aan
den hoofdmaaltijd met dingen, die osten
tatief feestelijk zijn, maar met schijnhei
lige alledaagschheid worden voorgediend.
Ook wordt er van alle gerechten weer een
kliekje overgelaten, dat je onder zachten
dwang te verorberen krijgt.
's Avonds wordt je het pijnlijke stuk
voorgelegd, van den tijd te schatten,
waarop de familie gewend is naar bed te
gaan. Als je er eerlijk naar vraagt, zeggen
ze, het sphinx-achtige „gaan nooit zoo erg
vroeg" en tenslotte weet je niet of je zelf
laat opblijft voor de familie, of dat de
familie het uur van slapen gaan wat ver
laat om den gast te gerieven.
Bij het naar bed gaan, komt het vraag
stuk van het uur van opstaan op de prop
pen, dat met gelijke achterbaksheid wordt
behandeld. De familie is „ook nooit zoo
vroeg", en je moet tenslotte maar een con
junctuur maken, die gewoonlijk zoo uit
valt, dat den anderen ochtend het gezin
al aan de ontbijttafel zit te wachten, ver
moedelijk uit overdreven ijver om je voor
te zijn om te ieder geval beneden te wezen
voor je verschijning.
Zoo wordt je feitelijk den heelen dag
minzaam en geraffineerd gekweld en 't is
heel gelukkig, dat er zoo hier en daar nog
wel eens spontane kinderen zijn, die het
onbewust voor je opneihen en je wreken
op de gastlieden door ze te verlegenheid
te brengen door buitengewone vreugde te
toonen over een bescheiden opgediend
feestgerecht, of door openhartig te ver
klaren, dat ze bit) zijn, dat je komt, want
dat ze dan altijd zoo extra lekker eten.
Zulke kinderen zijn waard, dat je halve
koffers vol speelgoed en lekkers voor ze
meebrengt, want ze reinigen tenminste
eventjes de lucht van de benauwende walm
der burgerlijke beleefdheid en conventie."
Zoo zou men zich ook een dergelijk
kritikaster kunnen voorstellen die, niet bij
kennissen in landhuis of villa logoerend,
maar dieper het land ingetogen, bij boe
ren onderdak, zijn venijnigen angel van
kritiek uitsteekt naar de toestanden en
gebruiken, die hij om zich heen ontwaart.
Hij zou b.v. nijdige sarcasmen kunnen
luchten over de vele volksmiddeltiee en
geneesmethoden, die onder de landelijke
bevolking in omloop zijn en opgeld doen,
waarbij hij natuurlijk tevens niet zou na
laten de noodige hekelwoorden te luchten
over het recente geval van het „behekste
dikke mellje" in Sliedrechtl Tijdens een
vacantie-uitstapje, dat ik dezer dagen
maakte, had ik de gelegenheid ten platte-
lande een kleine enquête te houden over
de z.g. sympathetische of geheim-mid
delen. x
schriften als: „Men ga driemaal bedaard
rechts om het onrustige paard heen, staat
voor deszeifs kop telkens een oogenblik
stil, maakt daarbij het teeken des kruises
op den kop van het paard en zegt de vol
gende Latijnsche woorden: Caspar te
tenet, Balthasar te ligat, Melchior te ducat
(Dat Oaspar U houde, Balthasar U binde
en Melchior U lelde)".
En mochten er onder U, geachte lezers,
veohtlustigen zijn, dan kan het volgende
merkwaardige middel tegen verbloedin-
gon („het- helptl") U misschien van dienst
zijn:
„Men neemt een versch gelegd hoen
derei, opent hetzelve aan een der uitein
den, laat er een gedeelte eiwit uitvloeien
en eenige droppels bloed van den bloe
dende te de opening vallen, vervolgens zet
men het ei rechtop te heete asch, zonder
er het geringste te laten uitvloeien en
roert met een zuiver stukje hout voor
zichtig in het ei rond, tot het min of meer
stolt, waarna men het ei op een matig ver
warmde plaats brengt. Met het stollen van
den inhoud van het ei zal ook het bloed
van den bloedende schielijk stollen en op
houden te vloeien...."
Maar als U het probeert, zou ik toch
eerst maar even een verbandje leggen.
't Mocht eens wat lang duren, dat „stol
len"!
U wilt, omdat dit nu eenmaal een Am
sterdamsche brief is, ook nog hoofdstede
lijk nieuws, een hoofdstedelijk praatje?
't 8p|jt me, dat ik U moet teleurstellen.
Nieuws 1b er niet. En onze praatjes, de
praatjes van de Amsterdammers gingen
deze week over niets anders dan over uit
logeeren en met vacantie gaan en.over
vaoantle-liefhebberijen
Zoo is dan, waar ook ik het dezen keer
over beide dingen had, dit tenslotte toch
dubbel en dwars een wasch-echte Amster
damsche brief!
OOST-INDIE.
De Nleuw-Guteea-expeditie overvallen.
Batavia, 28 Juli Omtrent de Nieoiw-
Guinea-expedltie wordt uit het Pioniers-
bivalk geBednd, dat zeventig Papoea's met
gevelde pijl en boog dansende eni schreeu
wende het bivak omsingelden. Ben ser
geant gelastte den Papoea's zesmaal zich
te verwijderen en1 vuurde schoten ln de
lucht, doch dit was vruchteloos. Ben be
schieting niet pijlen volgde, waarop de
sergeant vuur gaf, één Papoea doodde en
één ernstig verwondde. Onzerzijds zijn
geen verliezen.
De Papoea's zijn gevlucht.
„Een prachtig schip".
Kapitein Schippers verklaarde:
Het tragisch einde van een
werklooze.
De heer Coremans wederom
verwijderd.
Zondags tot 12.16 uur geopend.
Logeer genoegens. Het Boek der geheimen,
stordamsatie briefI
Tóch een Am-