NIEUWSBLAD VOOR HELDER, KOEGRAS, TEXEL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA lEMËlJCITS Eerste Blad. BUITENLAND. VOLLE-MELK-REEP BeterdanGoed DE BESTE Nr. 6223 ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1926 64»te JAARGANG Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag Redacteur-Uitgever: O. DE BOER Jr., HELDER Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412 WEEKOVERZICHT. (Binnenland.) Het Nederlandseh-Belgisch Vcrdrag.- Nog steeds blijft de kwestie van het Neder 1 andsoh-Belgische verdrag groote belangstelling ondervinden. Vooral de te genstanders hebben zich in de pers en openbare vergaderingen heftig geuit. De stem der voorstanders wordt baast niet geboord, wat ten deele wel verklaard zal moeten worden uit bet feit, dat deze niet, zooals de tegenstanders, zijn georgani seerd En minister Van Karnebeek moet uit hoofde van zijn hooge functie zwijgen, totdat bet parlementair gebruik, als de beantwoording van een of ander verslag van de Commissie van Onderzoek, het hem mogelijk maakt om zijn meening te kennen te geven. Zoo als bekend: is, loopt het Verdrag over vraagstukken van eoonomischen en van politieken aard. De economische betreffen in hoofdzaak de Schelde en de kanalen, terwijl de poli tieke vraagstukken liggen op bet gebied der handelspolitiek en voorts verband houden met de vraag hoever Nederland kan gaan zonder schade san zijn souve- reine rechten op zijn grondgebied. Het Protocol, dat thans het Verdrag vergezelt en dezelfde rechtskracht heeft, is feitelijk een nota van wijzigingen van het verdrag. Maken wij nu de rekening op, dan be vangt ons een gevoel van onbevredigd heid en onrust. Onbevredigd moet men zijn, wanneer men ziet, hoe bitter weinig bet nader overleg tusschen beide regeeringen heeft uitgewerkt, om althans eenigszins tege moet te komen aan de groote bezwaren, die aan Nederlandsche zijde worden ge voeld. Dat thans Nederland weet, waarmee 't af is ten aanzien van de bijdrage voor de kosten van de Schalde, is een groote verbetering, maar tevens de eenige van belang. Onrust maakt zich van ons meester, wanneer wij opmerken, hoeveel er blijft zweven, op hoeveel punten derhalve er aanleiding kan komen voor nieuwe ver wikkelingen met België. België zit thans in groote zorgen, die het verplichten aan andere dingen te den den dan aan uitbreiding van grondgebied ten koste van Nederland. Maar de groep, die zulks wil, is niet uiteengeslagen; de omstandigheden kunnen anders worden. En dan zal het van onberekenbaar belang zijn, dat de verdragen tusschen Neder land en België glashelder zijn en geen ruimte laten voor uitleggingen, die Ne derland in internationale moeilijkheden kunnen brengen of zijn belangen, op welk gebied ook, kunnen schaden. Aan deze eischen voldoet het Verdrag van 1926 niet, ook niet met het additioneel Protocol. Het is aannemelijk, dat Minister van Karnebeek in de gegeven omstandigheden niet anders kon handelen, maar de Ka mers staan geheel vrij; men mag hopen, dat zij voor de nationale waardigheid en Ingezonden Mededeellng. de veiligheid! van den Staat zullen opko men en zullen voorkomen, dat de econo mische belangen meer worden geschaad dan noodig is om 't België mogelijk te maken zonder ongezonde concurrentie middelen zijn wenschen te bevredigen. De oplossing zal gezocht moeten wor den in aanvulling van het Protocol (Buitenland.) De staking bQ de Engelsche mijnen. De Engelsche mijnwerkersstaking is aan het verloopen; de arbeiders hervat ten in vele mijnen het werk en de leiders der staking, voelèhde diat de teugels aan hun handen ontglippen, hebben getracht nog op het laatste moment dopr het aan- knoopen van onderhandelingen ©enige voordeelen te verwerven. Intusschen zijn de onderhandelingen, die Donderdag gevoerd zijn tusschen de vertegenwoordigers van de mijnwerkers en mijneigenaars weer op niets uitgeloo- pen .Men had alle hoop, dat tot ©en over eenkomst zou worden gekomen, doch bei den blijven onverbiddelijk in hun eischen. De verhouding tusschen werkgevers en werknemers is er begrijpelijkerwijs niet op vooruit gegaan en als straks het werk weer ter hand genomen zal moeten wor den (de staking kan toch niet blijven du ren) zal men met ontevreden arbeiders moeten werken, wier arbeidsprestaties na tuurlijk niet zoo groot zijn als die van te vredengestelde werkers. Het HJk van lord Kltchener. Weerzinwekkend is de mystificatie met het lijk van lord Kitchener, waarvan men elders in dit nummer een en ander vindt meegedeeld. Op een dorps-kerkhof aan de Scandinavischekust heette het door ze kere Power ontdekt te zijn en naar En geland overgebracht. In tegenwoordigheid der politie is de kist geopend en.bleek toen leeg te zijn. Het onderzoek wees uit dat de kist uit Schotland was aangevoerd. De persoon die deze schandelijke mystificatie op touw heeft gezet, beweert toch ten stelligste, dat hét lijk in Scandinavië gekist zou zijn. Men twijfelt echter aan de waarheid van zijn beweringen. Intusschen zijn vele Europeesche. en Amerikaansche bladen met dit geval „beetgenomen". De N. R. Crt. ten onzent heeft vele kolommen aan de overbren ging van Kitchener's lijk gewijd, de pro cessen-verbaal, opgenomen van de verhoo- ren der personen, die omtrent het vinden van het lijk, tien jaar geleden, konden getuigen, enz. De onveiligheid van Duitschland's spoorwegen. De veiligheid van de Duitsche spoor wegen laat den laatsten tijd wel wat te wenschen over. Kort geleden werd door de spoorwegdirectie te Ohemnitz medege deeld, dat de sneltrein B erlij n- Ohemnitz midden in het open veld tot staan werd gebracht, doordat langs de lijn met een rood licht werd gezwaaid. Van de week werd een dame in den nachttrein beroofd, de bandiet moest echter zijn misdaad met den dood bekoop en, daar hij bij het uit springen van den trein onder een trein, die uit tegenovergestelde richting kwam, werd overreden, en letterlijk onthoofd. En nu in den nacht van Woensdag op Donderdag het ontzettende spoorweg ongeluk bij Leiferde, dat aan misdadig opzet te wijten iö en dat gisteren reeds aan 19, menschen het leven had gekost- De blzonderhedftn ervan vindt men elders in dit nummer. Het is verschrikkelijk, als men daarbij! denkt, dat het feit gepleegd is door twee jeugdige personen. Spaansche #>iuf Spanje eisoht Tanger op! 't Klinkt niet mis. Met zoo'n eisch tracht de Spaansche dictator zeker te be wijzen, dat Spanje een eerste rangs- mogendheid is en dus recht geeft op een vaste raadszetel. Tanger is de geïnternationaliseerde stad (met omgeving) in Marokko en om den eisch kracht bij te zetten, zou Spanje het tegen verschillende mogendheden, o.a. Engeland en Frankrijk, moeten opnemenl Daarom klinkt de eisch wel dwaas, vooral uit den mond van den dictator uit een land, dat niet in staat bleek om het deel van Marokko, dat het ter besturing is toevertrouwd, ook werkelijk te regee- ren. Hadden de Franschen niet geholpen, dan zou nu vermoedelijk geen Spanjaard meer op Moorschen bodem rondloopen. Ingezonden mededeellng. FEUILLETON. Uit het Engelsoh van GARDNER HUNTING. „Randall, zij waren er, in Salveris han den onder zijn vuile duimen cn toen dokter Graham hem fouilleerde wa ren zij verdwenen." „O," zei ik, „heeft Graham hem ge fouilleerd?" „Ja," antwoordde Philibrlo. „De dokter was de eerste en eenige persoon die hem aanraakte 'behalve Ik zelf." „Zou Grahami debrieven over het hoofd gezien kunnen hebben?" vroeg ik langzaam. lihiïbrics 'blikken gleden scherp over mijn gezicht. „Dan!" riep hij! verwijtend. „Niemand is onfeilbaar!" „Dat weet ik. Maar dat was niet je be doeling. Hij is natuurlijk niet meer onfeil baar dan' ik. Maar, Randall, ik stond naast hem, terwijl hij' met Salver bezig was. Ik stond erbij toen hij en de lijkschouwer met Salver bezig waren. Ik hielp bij het onderzoek van de kamers. De documenten zijn niet gevonden. „Hij heeft ze toch niet opgegeten," zei ik. „Neen, dat kon hij niet. Er waren wel zes of zeven stuks. Ze zouden een heele hap zijn geweest om in te slikken." „Ik geloof vast, Hal, dat zij1 thans in deze kamer zijn." De knaap zat nog steeds in zijn stoel biji het raam. Plotseling wierp hij den de ken, die hem bedekte, opzij. „Ban," zy 'hij-, „laten wij! samen gaan kijken alleen jij! en ik terwijl nie mand anders hier is." Wij! stelden een nauwkeurig onderzoek in, maar zonder eenig resultaat. „Hal," zei ik, terwijl ik weer plaats nam in een stoel bij den haard1. „Is het wel eens in je opgekomen dat het voor den' buiten staand alleen een kwestie is tusschen jou en Graham?" Ik vroeg dit plotseling en hij' kreeg een zenuwachtigen schok. Zoodra ik had ge sproken, 'had ik er spijt van, want ik zag dat hij mij verkeerd begreep. Ik had niet zijn geestestoestand bedoeld, maar -hij' nam het als zoodanig op. „Dan!" riep hij' uit Hij leunde voorover in' zijn stoel en bracht zijn handen aan zijn hoofd; leunde toen weer achterover en Memdle zijn vin gers ineen. „Ik dacht," zei hij heesch, „dat jij in mij geloofde. Dan Dan, ben ik bezig krank zinnig te worden?" Ik sprong overeind en een woeste vloek om imijn eigen monsterachtige domheid kwam mij op de lippen. „Hal, ndjn jongen!" riep ik uit. „Ik ver denk niet jou maar Graham I" Ik liep op hem toe, legde mijn handen op zijn schouders en voelde dat zij trilden als van koude. Anne, arme kerel! Hij was toen even tenger als een meisje en even overgevoelig. Ik voelde neiging hem als een kind In. mijn armen te nemen en hem zoo te houden tot zijn angst was geweken. Tk keek hem recht in de oogen. „Hal, er is voor dit alles een natuur- De strijd in China. In China zijn d'e Tsengen en Tsangen weer slaags geraakt. Het „nationale" leger, dat den steun der Russen heeft, schijnt het niet erg goed te gaan en nu is Rusland ineens zoo vriendelijk geworden om te gaan „bemid delen". Ze doen net als andere imperialistische mogendheden: ze stoken zoo lang moge lijk in het brandje, maar als de wind om- Slaat en de vlammen in de verkeerde richting trekken, dan eerst moet er ge- bluscht worden. VOLKENBOND. De samenstelling van dien raad. De commissie, belast met de bestudee- ring van de kwestie van de samenstelling van den Volken/bondsraad, is thans offi cieel door den secretaris-generaal tegen 30 dezer te Genève bijeengeroepen. ENGELAND. De mijnwerkersstaking. Het onderhoud van Donderdag beeft geen resultaat opgeleverd. Op de bijeenkomst van het mljnwer- kersbestuur met de centrale commissie van de eigenaars is men Donderdag niet verder gekomen. Het was voor het eerst sinds twee maanden, dat beide partijen bij elkaar kwamen en na anderhalf, uur scheidden zij; zonder eenige afspraak voor een verdere bijeenkomst gemaakt te hebben. Beide partijen hebben nadien een offi cieel© verklaring afgelegd. Die van de eigenaars herinnert eraan, dat het ver zoek tot het houden1 van de bijeenkomst van de mijnwerkers is uitgegaan en zegt dan: „Evan Williams, de voorzitter van het mijnverbond, verzocht de mijnwerkers de punten aan te geven, die zij besproken wilden hebben. Uit het antwoord van den heer Srnith bleek, dat de eenige defini tieve meedeeiing, die hij in staat was te doen, was dat het mJjnwerkersverbond zijn eisch handhaafde van een nationale overeenkomst zonder verlenging van werktijd en met. geen nadere bespreking van de loonen zoolang geen onderzoek tot reorganisatie was ingesteld', en van een verzoek aan de regeering om subsidie. Williams, die het woord voerde voor die eigenaars, maakte het volkomen duide lijk, dat 'het nutteloos zijtn zou voort te gaan; zoolang er zoo'n verschil van mee ning heerscht over wat de eigenaars de hoofdpunten achten. Inzake den werktijd zei hij, dat de eigenaars de verlenging volstrekt noodzakelijk achten voor bet voortbestaan van de industrie en dat zij voornemens zijn de onlangs aangenomen achturenwet toe te passen en ten volle ge bruik te maken van haar bepalingen. In zake de loonen zei Williams, dat het mijn- verbond niet kon uitmaken welke loonen er betaald kunnen worden; daar de dis tricten; waaruit het is samengesteld, in ondubbelzinnige termen -geweigerd heb ben wie ook toe te staan die voorwaarden vast te stellen, waarop het werk in de districten hervat kan worden, 'anders dan door redhtstreeksche onderhandelingen miet de vertegenwoordigers van hun eigen werkvolk in de districten." De uitslag van' de conferentie werd' 'lijke, redelijke, gewone, alledaagsche ver klaring. Je bent evenmin gek als ik, of Graham, of King, of je zuster èn zij! is het verstandigste meisje dat ik ken." De oogen van den knaap waren vol on uitgesproken angst en zijn blik ver scheurde mij het hart En eensklaps stiet ik uit: „Hal, wij zullen bier die verwenschte omgeving verlaten. Wij zullen vluchten! Wij zullen naar de bossohen gaan naar de bergen, en iemand anders dit 'geheim laten ontwarren. Ik zal je meenemen en voor je zorgen en je zult genezen, terwijl Barnaby en 'anderen dit geval aan het licht brengen. Je wordt bier doodgemar teld. Laten wij heengaan en het trach ten te vergeten." Hij rilde, maar hij ging langzaam over eind zitten en schudde het hoofd, Hij snikte hulpeloos. Toen zakte hij eensklaps in zijin stoel ineen en word be wusteloos. Verschrikt sprong ik naar de bel en schelde woest om John. De oud© man kwam zoo snel aanloopen dat ik overtuigd was dat 'hij op wacht stond om ons van dienst te zijn. Ik zei hem dat hij Graham moest halen. Toen begon ik te' trachten den knaap weer tot 'bewustzijn te brengen en dit gelukte mij; weldra. Ik legde hem op de sofa en zat naast ham nadat hij een slokje cognac had ge dronken, welke de oude John had ge bracht. Geen van ons sprak, en ik wachtte vol spanning op de komst van den dokter. Maar Graham was uit en John zond om Ingezonden mededeellng. aan Baldwdn medegedeeld, die daarna langdurige 'besprekingen hield met ver schillende regeerinigsambtenaren, die mat het geschil te iinaben hebben. De mislukking van de conferentie heeft weinig verwondering gebaard, in poli tieke kringen, ofschoon men die misluk king algemeen betreurde. Het Kltchenermysterie. De correspondent van de N. Roti Ort te Oslo schrijft d.d. 14 Aug.: Hetr heeft er veel van weg, dat Ameri can Newspaper Alliance door mr. Pojver in het ootje genomen! is, en daarmede tegelijk de lazers der bladen, die op die nieuwtjes der A. N. A. geabonneerd zijn. Wat 'de A. N. A. over het Kitohener-My- sterie publiceerde, zal per slot van reke ning slechts dienst doen als een schitte rende reclame voor een film die mr. Power in de wereld lanoeeren wil. De menschen willen nu eenmaan bedragen worden en mr. Power schijnt er de man naar te zijn, om daarvan te profiteeren. De oorrespondent van Aftenposten in Stavanger meldt, naar aanleiding van wat A. N. A. over Powers mededleelingen over het vinden van Kitchenera lijk publiceert, het volgende. Directeur Lund van Victo ria Hotel in Stavanger bevestigt dat Frank Power 14 dagen in zijn hotel ge woond heeft, te samen met een zeer werk zaam filmtoestel en een fotograaf. Power verliet Zondag 1 Augustus Victoriahotel, na daags te voren een begrafenis te heb ben gearrangeerd. Voor den lijkwagen liepen twee sneeuwwitte Stavanger paar den, langzaam voortstappend, en met de gewone ceremonies werd „het lijk" naar de route-boot „Samdnes" gebracht. Power fungeerde bjj de begrafenis als geeste lijke en had blijkbaar veel moeite, dat zijn gevolg een begrafenisgerioht behield', toen de kist aan boord werd' gebracht. Toen de geheele onsmakelijke optocht af- geloopen was, werd! de kist naar den tim merman teruggebracht, die die kist gele verd had, en IVank Power betaalde zijn figuranten ruimschoots. Power heeft nooit getracht Lord Kit chener's graf te vinden, schrijft de oorres pondent; doch hij had zich voorgenomen diens begrafenis, graf en aankomst in Engeland te filmen. Hij heeft voor deze film de geheele vertooning op de kade van Stavanger op brutale wijze gebruikt, en bovendien een werkelijke begrafenis op het kerkhof van Engenaes in Stavan ger gefilmd. DUITSCHLAND. De loonjen bij die mijnen. De onderhandelingen tusschen het mijn- verbond en de mijnwerkersbonden over de loonregeling hebben niet tot overeen stemming geleid en zijn afgebroken. Men mag aannemen, dat de vakbonden de hulp van den rijkabemiddelaar zullen inroepen. een anderen dokter, een jongen man in de buurt, die onmiddellijk kwam. Zijn ern stige blik stelde mij niet gerust. Wij 'brachten Hal naar rijn kamer. De dokter gaf hem een geneesmiddel, een krachtig slaapmiddel. Hij liet verscheidene poeders achter voor later gebruik en ging heen, belovend Graham op de hoogte te Stellen en hier heen te zenden. Ik wachtte tot de knaap in slaap viel en sloop toen naar de biblio theek, waar ik een ellendigen middag doorbracht. Toen Donna en King terugkwamen^ verwelkomde ik ze haastig. Ik vertelde hun alles wat er was voorgevallen en uit Kings oogen trof mij een minachtend© 'be schuldigende blik. Donna verbleekte en snelde naar Hals kamer, waar zij 'bleef waken naast den nog steeds slapenden knaap. King en ik lazen de kranten; en ik wist dat wij' ruzie zouden krijgen als ik in zijn gezelschap (bleef. Ik ging dus paar de stallen, waar ik om een rijpaard' vroeg. En daar de schemering begon te vallen, galoppeerde ik den weg af om mijn her sens weer tot kalmte en klaarheid te bren gen. Het was donker toen ik terugkeerde. Ik hoorde dat Graham er geweest was. Hij had goedgekeurd wat de andere dok ter had gedaan en Hal sliep nog steeds onder den invloed van het slaapmiddel of den natuurlijken slaap die volgde op de kalmeerende uitwerking. Ook King was vertrokken, en Donna en Tante Charlotte waren vriendelijker dan ik had durven verwachten, „Alleen heeft beloofd vanavond om tien uur thuis te zijn," sprak Donna, „zou je ook lust hebben haar te ondervragen." „Alleen?" vroeg ik, voor het ©ogenblik mij, niet herinnerend wie zij' bedoelde. „Het meisje, in wier kamer het plan van het park is gevonden,' 'antwoordde zij, mij: het papier brengend, dat ik al vroeger had gezien. Ik keek op mijn horloge. Het was laat toen ik van mijn rit was teruggekeerd. Het was nu half tien. „Zou het niet verstandig zijn dit ding weer neer te leggen waar het is gevon den?" vroeg ik, „en dan een 'gelegenheid af te wachten om het meisje te bespieden of te ondervragen?" Ha," gaf Donna snel toe. Zij ging naar de bel bij den igrooten haard' in de bibliotheek en schelde de huishoudster. Weldra was die bedaarde, flinke Engelsche vrouw bij de deur. Don na gaf haar dadelijk het papier. „Om dit te weten zou ik 'bij het hek moeten wachten, Miss Donna. De meisjes brengen haar vrienden nooit binnen het hek." ,A" zei Donna en zij keek mij aan om te zien of ik ook een ander voorstel had. „Laat zij' niet merken dat wij haar be spieden," sprak ik. Daten wij een ander middel 'bedenken." (WoHt on I HELDERSCHECOURANT ABONNEMENT PER 8 MAANDEN RIJ VOORUITBETALING: Holdersche Courant f 1.50; fr. p. p. binnenland ƒ2.—, Ned. Q. en W. Indiö p. zoepa&t f 2.60; id. p. mail en overige landen f3.20. Zondagsblad resp. f 0.50, f 0.70, f 0.70, f 1.— Modeblad rosp. f 0.95, f 1.25, f 1.25, f 1.35 Losse nummers der Courant 4 ct.; fr. p. p. 6 ct Post-Gi ro.rokening No. 16066. ADVERTENTIEN: 20 ct. p. regel (galjard) Ingez. ineded. (kolombreedte als redactdon. tekst) dubbel tarief. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te buur) v. 1 t/m 8 regels 40 ct, elike regel meer 10 ct. <bij vooruitbetaling (adres: Bureau v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. p. adv. extra). Bewijsno. 4 ct iilijlöni 26) „Neen, als ik niet gezond van geest ben, wensch ik bet te weten," zei hij met moeite. „Ik wil mij' liever aan het onder zoek onderwerpen." KVVATTAfï „Mts. Griggs, wilt u zoo vriendelijk zijn dit weer neer te leggen waar u het hebt gevonden snel, vóór het meisje thuis komt. Laat u ons weten hoe laat zij komt en of u 'hebt kunnen zien of zij alleen is thuis gekomen."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 1