Tweede Blad.
GEMENGD NIEUWS.
Hoofdhuid
PUROL
hmk
■■■■■Ml
VAN ZATERDAG 11 SEPTEMBER 1926.
DE PROVINCIALE BEDRIJVEN.
L
De uitvoerige ea keurig verzorgde ver
slagen over hst jaar 1925 van het Prov.
ELectrisch- en het Waterleidingbedrijf zijin
verschenen. De alarmkreten tegen deze be
drijven zijn ieeds lang verstomd en de tijd,
dat imen de joeknmst voor de provincie op
zijn somberst af toekende, is reeds lang
voorbij.
Tot nu tce heelt er trouwens op de pro
vinciale begrooting' geen ander bedrag voor
die twee bedrijven gestaan dan de verstrekte
leeningen en terugontvangen renten en af
lossingen daarvan. -
Tekort» zijn er dus tot op den hu.eigen
dag niet >p de schouders der belastingbeta
lers geleed en het standpunt, dat oeze in-
stellingei zich zelf moeten bedruipen, wordt
streng x>lgehouden.
Slechs met één geringe uitzondering. Op
het P.Ï.N. wordt sinds eenige jaren een
bedrag van f 240.000 toegelegd wegens ver
liezen die dit bedrijf ljjdt door de gemeen
ten, Me hun oude contracten stevig zijn
blijven vasthouden en véél te lage tarieven
betahn. Die f 240.000 zullen echter juist
dooi die onwillige gemeenten, zoodra hun
oonract wordt vernieuwd, worden terug-
behald, en die ten onrechte aan het P.E.N.
onhouden sommen dan ln de nieuwe
taieven worden verdisconteerd.
Wat de Waterleiding betreft, hoewel de
Drecteux, toen hij' ln 1921 een financieel
Cpectief over dit bedrijf gaf, had gere-
1 in de jaren 1925 en volgenden in de
tgun. „verüeakulT te zitten, (overigens bij
liit soort bedreven eon normaal verschijnsel),
uüt nu toe levert ook deze provinciale instel
ling nog steeds geen tekorten op.
Dit alles kan ons tot groote vreugde
stemmen.
Zoowel de levering van electricltelt als
van water geschiedt door de provincie niet
in de best te exploiteeren gebieden van het
gewest. Het was een heele onderneming, om
zulk een gebleekte voorzien en zij, die daar
toe het initiatief namen, verdienen voor deze
kloeke daad zeker alle hulde, Zij' zouden dit
niet minder verdienen, wanneer de toestand
minder gunstig was en er dus wel verliezen
werden geleden. Dit geldt vooral voor de
levering van goed drinkwater, hetgeen een
bijzonder belang voor de algemeen® volks
gezondheid, maar ook voor den landbouw
en de veeteelt en het zuivelbedrijf beteekent.
Nu dit alles nog met zulke bijzonder gun
stige finanoieele resultaten geschiedt, pleit
dit bovendien voor het goede bedrijfsbeheer.
Men kan prlncipiéel voor- of tegenstander
van het overheidsbedrijf zijn, voor de ver
zorging van de 'beide belangen, door de twee
provinciale bedrijven beheerscht, zou een
particulier bedrijf niet te verwachten zijn
geweest, omdat dit uit den aard der zaak,
ie daaraan verbonden risico niet bad kunnen
dragen.
Maar wie ook kritiek op de geste van
overheidsbeheer zou willen uitoefenen, hij
zal daarvoor zijn bouwstoffen elders moeten
zoeken eventueel dan bij1 deze Noordholland-
sche bedrijven.
Men beweert, dat zulke groote overheids
bedrijven noodwendig log moeten werkpn,
omdat zij vast zitten aan een omslachtig
administratief bestuur. De provincie Noord
bolland heeft bewezen, dat daarvan niets
waar is. Voorzoover dit soort bedrijven log
zou moeten werken, zit dat niet in het over
heidskarakter, doch in den omvang en zou
een particulier bedrijf van die grootte zeker
niet soepeler zijn.
(De vorm, die Noordholland zich als be
stuur van baar bedrijven koos, ni. een Di
rectie, gesteund door een deskundigen Raad
van Toezicht, (die op den duur zelfs ruimte
biedt, ook de in t bedrijf werkende arbei
ders er in te doen vertegenwoordigen), en
onder het oppertoezicht van het aan de Sta
ten verantwoordelijke Ooilege van Gedepu
teerde Staten, waarvan een zijner leden het
Voorzitterschap van den Raad van Toezicht
bekleedt en een ander als Vice-Voorzitter
optreedt, terwijl de Staten zelf een hunner
leden als gedelegeerd oommlssaris aanwe
zen, die vorm heeft uitstekend voldaan. De
zelfstandigheid van de bedrijfsleiding Is ge
waarborgd en de resultaten zijtn daar, om te
bewijzen, .dat het goed gaat.
Nog eens, we mogen daarover verheugd
zijn, nl valt er natuurlijk nog wel een en
ander te verbeteren. De bedrijven staan op
gezonde basis, en dat is al een voornaam
ding. Maar daarnaast behartigen zij het be
lang van het grootste deel dier provinciale
bevolking, voorzoover dit voor eenige jaren
nog geheel verstoken was van eenige voor
ziening op het gebied van electriciteit en
water.
De verslagen over 1923 bieden als van
ouds weder «en schat van gegevens en we
zouden een veel te overmatig gebruik van
de krant moeten maken, om die hier geheel
voor den lezer ,te gaan uitspreiden. Wij
volstaan dus met hier en daar een greep
uit de meest belangwekkende; en beginnen
dan met het Verslag van het P.E.N.
De strcomveikoop steeg van 561/» mdl-
lloenKW.U. ln 1924 tot 63 millioen in
1926, dat Is met rondi 18 Deze toeneming
was in 1024 slechts 9 en is dus van
grooter beteekenia, omdat, naarmate bet
verbniil grooter wordt, elk percentage
grooter beteekenis verkrijgt.
Van moeilijkheden bleef het P.E.N. ook
ditinaa.' niet verschoond. Een geschil met
de Mratachappij Zaanland over de toepas
sing der kolenolausule (deze Maatschappij
is eei der grootste afnemers en vertegen- -
woorllgt, op Zaandam na, de geheele Zaan-
sfcreA) werd bij arbitrale uitspraak ten gun
ste van het P.B.N. opgelost, waardoor de
7*>nlfi,nd een bedrag van rond 240.000
moest bijbetalen.
In strijd met de usance, om zich in ge
schillen) bij de beslissing van arbiters neer
te leggen oiydat dit juist ten doel heeft
gerechtelijke prccessen te v jekomen, tee-
kende de Maatschappij caarteaen verzet aan
en zal hetzelfde geschil toch nog voor den
rechter komen. De waarde van uri trage
wordt daarmede wel zeer erg geseha.u. en
het is te Lopen, dat deze onwillige de ge
volgen van haar houding aanstonds terdege
voelt
Deze zelfde Maatschappij kondigde voorts
aan, dat zij den sinds 1920 vrijwillig betaal
den toeslag op den "prijs der maximale be
lasting zal intrekken, zoodat uit dit eene
feit reeds blijkt, dat de weg van dit provin
ciale bedrijf nog lang niet over rozen gaat.
De stroom werd in 1925 door middel van
de bekende P.E.G.EJM. door de gemeente
lijke Centrales te Amsterdam en Haarlem
en door die van het Hoogovenbedrjjf te Vel-
sen geleverd. De eigen centrale van het
P.E.N. te IJmuiden is reeds lang stal ge
legd1 en dient eventueel nog voor reserve.
Van de 65.648.254 K.W.U. leverde Amster
dam er 30.463.515, Haarlem 4.578.380 en de
Hoogovens 30.574.Ö4Ö K.W.U., waaruit de
beteekenis van dezen nieuwen leverancier
voldoende blijkt.
De omvang van een bedrijf als het onder;
havige blijkt ook uit de volgende cijfers:
Op 31 Dec. 1925 waren over de provincie
ten behoeve van het bedrijf aanwezig 558
gebouwen en schakelruimten, waarin 645
transformatoren van diverse capaciteit zijn
opgesteld.
De totale lengte van het net was op het
einde van 1926 niet minder dan 1163 lLM.,
waarvan 831 K.M. bovengrondsch en 832
ondergrondsch.
Verdeeld naar de capaciteit is dit 10 K.M.
5000 Volts, 1055 KM. 10.000 Volts en 98
K.M. 50.000 Volts leidingen.
Hoe de beweging, om de levering aan "huls
aan het P.E.N. over te dragen, toeneemt,
blijkt uit het feit, dat-reeds ruim 20 ge
meenten hun- eigeni bedrijf ophieven en
overdeden.
Voorts zijn er nog 22 gemeenten, die te
zamen bijna 26 van den totaal geleverden
stroom betrekken, die het oude contract met
het veel te lage tarief handhaven, waarvoor
de provincie dus elk jaar 21./» ton voor
schiet.
Het zijn meest kleine gemeenten, doch
lang niet de arme gemeenten. We vinden er
één grootere onder, nJ. Alkmaar, die de pro
vincie nu al jaren voor duizenden tekort
doet, niettegenstaande zij zelf belangrijke
winsten maakt. Voorts gemeonten als
Beemster, Bergen, 's-Graveland, Groote
broek, Heer Hugowaard, Heiloo, die heele-
maal geeni krimp hebben.
Wat de afname van den 9troom betreft,
bedroeg die in 1925 alleen aan de groot
industrie bijna 83 millioen K.W.U. tegen
30 millioen in 1924.
Een toeneming dus van 10
Ook de polderbemaling wordt meer en
afname ruim 5 millioen K.W.U. tegen ruim
3 millioen in 1924. Toename dus 40
'De overige afnemers, nJ. gemeenten en
de laagspanningsgebieden (waar dus bet
P.E.N. stroom aan huis levert) stegen van
211/, tot 241/, millioen K.W.U. of met 14%.
Het aantal ambtenaren bij het P.E.N. in
dienst was op 31 Dec. *25 234 tegen 248
op 1 Jan. '25. Op 1 Jan. 1921 was dit getal
bijna 600, doch toen was het bedrijf midden
in den nabouw over de geheele provincie.
Toch is er buitendien sterk ingekrompen,
betgeen blijkt uit het aantal op 1 Jam 1923
toen die nethouw gereed was, nJ. 349.
Wat de financieele resultaten betreft, blijkt
er in 1925 een winstsaldo van f 499.728.365
te zijn. De verliezen van vroeger, ten be
drage van 2.691.072.80, daalden'derhalve
tot 2.191.344A35. waarvan 1.235.896.956
uit oorzaken vóór 1921, waar echter een
reserve voor dit doel van 236.447.78 tegen
over staat.
Niet te ontkennen valt, dat er dus nog
heel wat is in te halen. Maar als we zien,
dat op de balans per 31 Dec. 1922 nog
f 8.117.161.29 verlies staat, schieten we .toch
op, want zelfs al blijft het bedrijf op de
hoogte van 1925, dan is het verlies in 5 jaar
geheel weggewerkt.
Natuurlijk rit in de bijna 5 ton winst over
1925 de 240.000 van de provincie, zoodat
het bedrijf zelve 260.000 winst maakte,
maar die 240.000 zouden er eveneens zijn,
indien de 23 nalatige gemeenten hun plicht
als overheidsorganen naleefden. Zij zijn het,
die het overige deel der gemeenschap te
kort dóen-
Slechts nog een enkel cijfer. Het totale
kapitaal in dit bedrijf gestoken, bedroeg op
81 Dec. "25 17.826.609.28, waarvoor het op
dien datum aan de provincie te betalen had
voor 1925 f 476.168.88 aflossing en
1.U0J.88.65 rente.
De stroomlnkoop kostte 1.636.482.885,
de stroomdistrlbutie 1J575.692.845, de
overige kosten van het stroombedrijf
247.553.52°, totaal 8.469.629.205. De
stroomverkoop plus kabel-, meter- en trans-
fonnatorenhuur was 8.666.780.19. Hierop
werd dus ruim 2 ton winst gfemaakt.
De stroom-aan-diuis-verkoop leverde
1791518.28 op. Dit zou dus totaal bijna 4
ton winst rijn zonder de bijdrage der pro
vincie, terwijl, zooals we boven zagen, de
netto winst I 260.000 was. Het verschil van
140.000 wordt opgeslokt door diverse las
ten, voorzoover deze niet het algemeen
stroombedrijf 'betreffen, waartegenover ech
ter ook weer bijzondere baten staan' ten be
drage van ruim 1 ton.
Wanneer we nu nog in aanmerking ne
men, dat het P.EN. 4V, millioen tegen 7
heeft geleend en dat dóór conversie van
geldleeningert aanstonds alle leeningen to
gen 41/, zullen loopen, dan is het bedrijf
hiervan alleen nog een verlichting van
245.000 te wachten.
Er is dus alle reden de toekomst van het
P.E.N. hoopvol tegemoet te zien.
In, een volgend' artikel zullen we een
overzicht over het Waterleidingbedrijf
geven.
Haarlem, 6 Sept. 1026.
A. W. MICipLS.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
De drang tot redden kent ieder mensch
die van binnen nog niet geheel is afge
stompt of versleten. Gebeurt er in onze
nabijheid een ongeluk, verkeert een me-
demensch plotseling in gevaar, dan wil
deze drang, die in den gewonen gang
van het leven meestal in een donker
hoekje staat weggestopt, zich direct in
daden uitenen 't is dan dikwijls alsof
deze gewoonlijk onderdrukte en weg-ge-
houden drang zoo blij is dat hij eindelijk
eens gelegenheid krijgt „los te komen"
dat de door hem veroorzaakte daden zon
derling onbeheerscht en ondoeltreffend
worden uit pure vrijheidsdrang
Nu je in deze dagen voortdurend de
verslagen van het Groningsche psycho
logen-congres, onder voorzitterschap van
den ver buiten onze grenzen als psychisch-
monist beroemden professor Heijmans,
onder oogen krijgt, kan 't wel haast niet
anders of je begint met een psyohologie
van den dilettant gelegenheids-redder, als
je enkele woorden wilt gaan wijden aan
het Internationaal Congres voor Reddings
wezen en Eerste Hulp bij Ongelukken,
dat hier deze week bijeenkwam. Want
uit dit dilettantisme en zijn tekortkomin
gen en gevaren is langzamerhand de
systematisch georganiseerde E. H. B. O.-
beweging gegroeid bijwijze van een tot
zelfbeheersching en efficiency voerende
vak-opleiding. Als zoodanig is het na
tuurlijk een goed ding en men kan er
sympathie voor gevoelen, al zag men m.i.
wel eens teveel over het hoofd, dat een
spontane daad van het hart, ook op dit
gebied, in meerdere gevallen meer waarde
had dan de bedaohtzaam-georganiseerde
hulpMaar, tochsinds den oorlog,
tooh zeker wel het grootste ongeluk
en de zwaarste ramp kon die sym
pathie voor de Eerste Hulp-beweging niet
meer zoo groot zijn. Als we eerst met
z'n allen, ai onze krachten en organisee-
rende talenten nu maar eens gingen wij
den aan hervormingen, volkeren-toena
dering, enz. enz., die in de toekomst het
weder optreden van dezen grootsten ramp
kunnen verhinderen of althans db kansen
daarvoor tot een minimum kunnen be
perken, zouden we dan niet beter doen
dan nu maar weer als vanouds geld- en
hersen-energle te gaan schenken aan
dingen die, tegen den achtergrond van
1914'18 gezien, wel iets krijgen van
aardige tijdspasseering voor eerzuchtige
genoesheeren, sociaal werk eneen
lintje begeerende vermogende particulie
ren en naar goede daden zoekende pad
vinderstroepen P
Kom, ik wil me hier niet gaan ver-
toonen alseen onaangenaam mensch
in het Koloniaal Instituut, waar dit Derde
meer electrisch gedreven. In 1926 was de. Internationaal Reddingcongres j.1. Maan-
We gebruiken ronde getallen.
dag geopend werd door Z. K. H. Prins
Hendrik, die er afgevaardigden uit alle
werelddeelen (een 82 landen) kon welkom
heeten. En ik wil daarbij ook gaarne
erkennen, dat omderwille van het grootere,
de oorlog en wat daaraan vastzit, het
kleinere, hulpverleening bij andere ram
pen, nog niet verwaarloosd behoeft te
worden. Laat ik U dan nu maar ook,
zonder verder commentaar, mededeelen,
dat de verschillende voordrachten op dit
Congres gehouden, allen met de grootste
aandaeht gevolgd werden, en men zoo
langzamerhand wel een min of meer vol
ledig overzicht kreeg van do duizend-en-
een-gevaren die ons in huis, op den weg,
in de schouwburg, op het water, in het
gebergte, enz. bedreigen en van de mo
dernste methoden om ons tegen die ge
varen te' beschermen of hun schadelijke
gevolgen te neutraliseeren. Ik vrees alleen
dat, moeten we dit alles in onzen dage-
lijkschen handel en wandel indachtig
blijven, er niet veel tijd voor iets anders
meer zal overblijven I
Woensdag had een der hoofdnummers
van het Congres plaats: het Spoorweg
ongeluk bij Watergraafsmeer. Op het
rangeerterrein d.t.p. liep een lange trein
met militairen uit het hoofdspoor, reed
met een 90 K.M.-vaart door een stootblok
op een zij-lijnGeknars, gekraak
een donderend geweld (schrik niet,
heto waren sleohts enkele donderbussen,
die men voor het inderdaad goedig voort
hijgend rangeer-treintje had neergelegd!)
on de honderden gewonden, benevens
de enkele dooden lagen ingekneld, ver
borgen, begraven tusschen en onder de
hypothetische, verbrokkelde portieren,
verbogen ijzeren staven, glas-scherven,
enz. enz., allen netjes voorzien van een
kaart waarop hun symtomen duidelijk te
lezen stondenDe wisselwachter uit
het naastbijzijnde blokhuis gaf het eerste
telefonische bericht, en, na ongeveer een
kwartier, was Geneeskundigen Dienst,
Brandweer, Politie, Spoor- en Eerste Hulp
Brigade druk in de weer op het
gewonde naar behooren te spelen
Gelukkig kon men hem aanstonds helpen
en bijbrengen, en moest men hem niet,
omdat het niet op het programma stond,
aan zijn lot overlaten (wat onlangs bij
een dergelijke' demonstratie in Berlijn
wèl gebeurde
Dat overigens alles naar wensch slaagde
spreekt vanzelf. De Congressisten appre
cieerden het „nummer" zeer, en z(j die
het weten kunnen getuigen, dat 't uiterst
nuttig en leerzaam was geweest
Weinigen zullen vermoed hebben dat
slechts eenige uren daarna een werkelijk
spoorwegongeluk in ons land zou plaats
hebben, met alle tragisehe gevolgen daar
aan verbonden.
Overigens heeft het Congres, zooals
het een behoorlijk Congres betaamt, na
tuurlijk de aoodige diners en reeeptles
verwerkt. Zou het, in verband hiermee
niet gewenscht zijn aan de agenda van
het volgende congres toe te voegen een
bespreking over het onderwerp„De ge
varen van congres-menu's en middelen
ter voorkoming"?
De spijker met den kop, die er ten
slotte geslagen werd, wasde oprichting
van een Intern. Ver. voor Reddingwezen
en E.H.B.O., die haar permanenten zetel
hier in Amsterdam krijgt.
Hoe vrijwaren we ods tegen de gevaren,
in den vorm van verveling, onvruchtbaar
heid, enz., van eindelooze begrootings-
debattenwas op dit tijdstip, nu de Raad
voor zijn nieuwe campagne weer bijeen
is, ook geen slecht onderwerp geweest.
Woensdag kwamen onze vroede vaderen
voor het eerst na de vacantie weer samen;
ditmaal in hun nieuw tijdelijk tehuis: de
oude militiezaal. Waar vroeger de loten-
trommel draaide en vele jongelingen, hun
maag al dan niet gevuld met den geluks-
pannekoek, die bezorgde moeders nog
steeds als een soort vrij-loot-talisman voor
hun kroost plegen te bakken in span
ning de trekking afwaohtten daar zal
in de eerstkomende maanden de politieke
gelukstrommel draalen en zijn nieten (dit
zijnslechte herverkiezings-kansen) en
hooge prijzen (Hit zijnkansen op een
wethouders-zeteltje) rondstrooien. In deze
eerste vergadering werd er eigenlijk nog
maar een beetje proef gedraaid. Midden
stander Weisz deed wel een poging aan
stonds het groote politieke debat te openen,
door te opponeeren tegen de voorgestelde
nieuw aan te gane 15 millioen-leening,
en te beweren dat deze uitgifte moest
behandeld worden in verband met de
begrooting, maar deze poging mislukte,
en wethouder Wibaut kreeg voordat men
aan die begrooting begonnen is, zijn
nieuwe leening er door. Afdeellngen
werden getrokken; voorzitters gekozen
en een serie klein grut agenda-punten
werd afgedaan. Nog even kwam de straat
naam-kwestie op de proppen. We loopen,
het valt niet te ontkennen en het vorige
jaar werd er ook reeds op gewezen, wat
de nieuwe straat-namen betreft, lang
zamerhand vast. Namen van lang ver
geten Staats- es andere groote lieden,
namen die alleen nog maar hier en daar
door een of andere professor in de ge
schiedenis gekend worden, moeten al
dienst doen wil men het systeem blijven
volhouden van de stad in zeehelden-,
schilders-, diohters-buurten te blijven
verdeelen.
Voor zulk een Indeeling is inderdaad
veel te zeggen, maar als die buurten te
groot worden komt men voor dilemna's
te staan. Er ls al eens een voorstel ge
weest om onder de bordjes met él te
onbekende historische namen extra schild
jes te hnngen waarop eenige levensbij
zonderheden van den vergeten grooten
man zouden vermeld worden. Een open
bare, straat-geschiedenis-les, dus.
De heer Wierdels raadde deze keer
aan zich niet al te streng aan de geschie
denis te houden, maar, in deze straat-
school, in het vervolg ook eens wat meer
aan -de aardrijkskunde te gaan deen.
Laten we b.v. eens een handje-vol namen
van wereldsteden uit gaan strooien, stelde
hij voor: Parijs-straat, Londen-straat,
Berlijn-straat, enz. Herinnerde hij zich
niet hoe aangenaam hij destijds te Parijs
gewandeld had in de... rue d' éLmsterdam?
Als tegen-beleefdheid kunnen we hier
wel eens een Fransehman laten wandelen
in de Parijs-straat.
De wethouder zou 't dit jaar nog maar
eens aanzien. In 's hemelsnaam nog maar
eens in zijn geschiedenisboek naar enkele
nieuwe namen zoeken. Maar hij gaf toe:
we loopen vast.
Als we eens, voor dit lastige geval, een
prijsvraag uitschreven P Het publiek zou
er waarschijnlijk pleizier in hebben. En,
om de attractie nog grooter te maken,
zou men b.v. als eerste prijs kunnen
vaststellen
Vereeuwiging van den naam van win
naar of winnares op een van de nieuwe
bordjes 1
(Buitenland.)
De brand te DrumcoMogher.
Woensdag zijn de laatste slachtoffers
van den brand in de bioscoop te Drum-
collogher begraven. Dinsdag was de
duisternis ingevallen voordat de laatste
kist ten grave was gedaald. Acht en veertig
lijken zijn begrave.n in één gemeenschap
pelijke kuil, waar 20 man een ganschen
dag over gegraven hebben. Zware regen
val maakte Woensdag de pleobtigheid
nog luguberder, dan zij uit den aard der
zaak reeds was. Naarmate de dag ver
streek, hoopten zich meer kranzen en
bloemen op het graf op. Vele verwanten
braehten den gansehen dag biddende op
het kerkhof door.
Toen Zondag de brand woedde, hielp
de veldwachter John Da vis aan het red
dingswerk. Hij droeg een jong meisje uit
de vlammen, toen hij door een troepje
mannen, die het hoofd kwijt geraakt
waren, van de been geloopen werd en
gescheiden van de vrouw, die hij trachtte
te redden. Toen de brand gebluscht was,
vond hij haar verkoolde lijk op de plaats
waar hij haar kwijt was geraakt en her
kende aan een ring, dat de vrouw, die
hij had trachten te redden, zijn bruid
was geweest. Zij is eergisteren begraven,
op den dag, dat zij in den echt verbonden
hadden moeten worden.
Oosgraye, de voorzitter van het par
lement, die Dinsdag de lijkdienst heeft
bijgewoond, heeft verklaard, dat er een
steunfonds voor de nagelaten betrekkin-
Ingezonden Mededeellng.
gen zal worden gevormd. Tim Healy, de
gouverneur-generaal heeft reeds 200 pond
sterling toegezonden aan den pastoor van
Drumcollogher.
Hoewel er 50 menschen vermist worden,
zijn er slechts 48 lijken gevonden, waarvan
er één nog onbekend bleef. Met de lijk
kisten zijn ook 16 kisten begraven met
grond en asch van het tooneel van de
ramp, wéarin zich ook nog mensehelijke
overblijfselen bevonden en welke de be
volking ais gewijd beschouwde.
De eigenaar en de operateur van de
bioscoop, die in hechtenis genomen waren,
zijn weer op vrije voeten gesteld.
De les van Lelferde.
De waarheid in zake het gebeurde met
den D-trein BerlijnKeulen bij Leiferde
heeft met ontzettende duidelijkheid aan
getoond, tot welk een vreeselijke moreele
verwaarloozing werklooze en broodlooze
jonge mensohen kunnen vervallen, con
stateert de „Frankf. Z.". Al mag men ook
met eenige zekerheid aannemen, dat het
hier een uitzonderingsgeval betreft, zoo
wijst de ontzettende ongebondenheid,
welke hier bij beide Jongemannen aan
het lioht is getreden op het ontzaglijk
roote gevaar, dat de jeugd bedreigt,
e geen geregelden arbeid en geregeld
leven heeft en onttrokken is aan het
ouderlijk gezag en toezicht ln het gezin.
Weken en maandenlang hebben zij rond
gezworven, zonder behoorlijk dak boven
het hoofd, zonder voldoende verpleging;
zij zijn lichamelijk en geestelijk geheel
ouder gegaan. Zij hebben tenslotte geld
neodig; zij gaan vergelijkingen trekken
tussehen hun omstandigheden en die van
beterbedeeldenafgunst en hebzucht krij
gen macht over hunne zielende zedelijke
slagboomen vallen en de misdaad volgt
als eindschakel in de fatale keten van de
verwaarloozing.
Natuurlijk, aldus de „F. Z", moeten
beide misdadigers hun schuld boeten.
Maar ook de maatschappij behoort
zich de vraag te stellen, of zij in zoo
danige mate haar zedelijken plicht heeft
gedaan dat zij, vrij van eigen schuld,
voor rechter kan spelen.
Ronduit verklaart het blad dan, dat
men te kort schiet in maatregelen tot af
weer van het gevaar, dat het moreel
bedreigd van de jeugd, die buiten werk
verkeert. Hier en daar wordt sporadisoh
wat in die richting gedaan. Doch van
een algemeene, weldoordachte en goed
geordende regeling ter zake is geen
sprake. Over het algemeen wordt de
jeugdige werklooze geheel gelijk behan
deld met zijn volwassen lotgenoot: men
schrijft hem in het register in, laat hem
gaan „stempelen", betaalt hém de voor
geschreven ondersteuning uit gedurende
bepaalden tijd en laat hem verder aan
Armenzorg over.
De „F. Z" meent, dat hier méér moet
geschieden en hoopt, dat thans het moei
lijke, maar dringende probleem op welke
wijze men het gevaar van jeugdige werk-
loozen kan afwenden zal worden aange
pakt en niet meer loslaten vóór dat een
bruikbare oplossing is gevonden.
Een 86-Jarige vrouw vermoord.
In de Rue Git-le-coeur te Parijs woonde
mevr. Ladent, een 80-jarige oude dame,
bij wie af en toe een vriendin uit de pro
vincie bleef overnachten, als zij voor
zaken te Parijs moest zijn. Daar zij soms
laat nog aankwam, had de vriendin een
sleutel van het appartement der oude dame.
Dinsdag had de vriendin haar sleutel ver
geten en op haar kloppen werd niet open
gedaan. Daar zij dien dag reeds des
middags kwam, dacht zij, dat mevrouw
Ladent was uitgegaan en keerde terug.
Woensdag kwam zij weer te Parijs. Nu
had zij haar sleutel bij zich. Toen zij de
woning binnentrad, zag zij kasten over
hoop gehaald en mevrouw Ladent leven
loos op bed liggen. Zij waarschuwde de
conciërge, die op haar beurt de politie
haalde. Mevrouw Ladent bleek met een
scherp voorwerp aan de keel verwond te
zijn en daarna geworgd. Zijmoestaleenige
dagen dood zijn geweest. Wat de beweeg
redenen van den moord betreft, tast men
in het duister. De vermoorde, een ge
wezen conciërge, was arm en genoot een
maandelljksche onderstand van 50 frank.
Zij ontving alleen af en toe eenige be
jaarde kennissen. De conciërge van het
huis, waarin de moord gepleegd is, her
innert zich geen vreemden gezien te
hebbed en ook ia er door geen der bewo
ners van het huis eenig bijzonder geruoht
gehoord.
De doodgewaande voor de rechtbank.
Wij hebben al eens melding gemaakt
van de vrouw, wier dood in 1922 aange
geven was en die verleden Jaar plotse
ling weer was opgedoken en toen meteen
gearresteerd onder verdenking van op
lichting van een verzekeringsmaatschap
pij, die na haar „dood" een bedrag van
ongeveer f 36.000.— had uitgekeerd aan
haar sindsdien overleden zoon.
Bij de behandeling van de zaak voor
den rechter bleek, dat de vrouw ln 1922
door een taxi overreden was, voor her
stel van gezondheid naar Ilfracombe ge
gaan was en daar met haar hoofd op de
steenen was gevallen, waarop zij bewus
teloos naar huis was gebracht. Zij zou
toen haar geheugen kwijt gsraakt zijn.
In 1926 ging zij naar Nieuw Zeeland en
toen later in dat Jaar haar zoon trouwde,
schreef zij hem, wat haar bestaan aan
hei licht bracht tot haar aanhouding.
Zij had toen haar geheugen weer terug
gekregen.
De zaak is uitgesteld.
e
Het P.EJf.
Het Redding-Congres. Het gefingeerde Spoameg-angéhik. De
Raad in de Militie-zaal. Straatnamen.
««Sm C l/ TÏ7 T7 Milm (1ff ffOAn Qtlri uraTxl nnw V "V T-T *D«ivia
j feest-terrein, waarheen de congressisten
zich met opgewekten zin hadden begeven.
Kón fantasie-slaohtoffer kreeg het inder
daad te kwaads een hospitaal-soldaat, die
kwasi moest worden uitgezaagd, ging van
z'n stokje, waarschijnlijk vanwege de
warmte en de inspanning, die het een
gezond mensch kost, de rol van kermende
Uw Hoofdhuid wordt vrij van roos anc
Uw haar wordt zacht en handelbaar
Indien U da gewoonte aanneemt om
er des morgens een weinig
doorheen te wrijven
4