Tweede Blad.
BINNENLAND
GEMENGD NIEUWS
VAN ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1926.
J. J. G. baron van Voorst tot Voorst
Donderdag vierde de voorzitter van de
Eerste Kamer, de heer J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst, zijn 80eten verjaardag.
Nederland lid van den Baad van den
Volkenbond.
De verwachtingen, die dienaangaande
werden gekoesterd, zijn verwezenlijkt. De
zevende Assemblée van den Volkenbond,
die reeds in den aanvang van haar bij
eenkomst besloot tot eene reorganisatie
van den Röad van den Volkenbond, gelijk
deze door de daartoe ingestelde commissie
was voorgesteld, heeft Nederland tot
Raadslid gekozen. Het treedt den Raad
binnen, min of meer als opvolger van
Zweden, dat bij de uitbreiding van den
Raad in 1922 waartegen Nederland
zich verzette werd aangewezen om de
groep der Scandinavische en andere in
den oorlog neutraal gebleven landen te
vertegenwoordigen.
Zweden heeft dat, enkele jaren achter
een, met grooten tact, met groot beleid
gedaan; Branting eerst, zijn opvolger
Unden daarna hebben getoond te beseffen
welke verpliohtingen op hen rustten. De
moedige tegenstand, door Unden in Maart
1926 geboden aan den op hem geoefenden
druk om toe te geven in aangelegenhe
den, welker beslissing hij verderfelijk
achtte, is ongetwijfeld nog niet vergeten.
Nederland treedt nu, tegelijk met an
dere landen, die voor het eerst tot het
Raadslidmaatschap worden geroepen, in
het belangrijk ooilege, waartoe de Raad
zich in den loop der jaren heeft ontwik
keld. Duitsohland behoort tot de nieuwe
permanente leden van den Raad; Polen
tot de nieuwe semi-permanente leden, en
Nederland tot de nieuwe niet-permanente
leden. De arbeid, die, vermoedelijk reeds
in de eerstkomende jaren, voor den Raad
ter afdoenipg ligt, is niet gering. Immers,
met de uitbreiding van zijn ledental is
de Nederlandsche delegatie wees er
in 1922 reeds op ook zijn karakter
gewijzigd. Mocht men aanvankelijk den
Raad beschouwen als het lichaam, dat
den gang van zaken bij den Volkenbond
had te regelen; dat eigenlijk geroepen
was om beslissingen te geven, die ver
volgens door de Assemblée zouden wor
den gehomologeerd of geregistreerd
in den loop der jaren heeft men de eigen
positie, die de Assemblée zich verwierf,
leeren erkennen. Maar desondanks is de
Raad gebleven een der belangrijkste
lichamen in het raderwerk van den Vol
kenbond, vooral reeds daarom wijl hij
periodiek samenkomt. Niet alleen bestuurt
hij in den eigenlijk gezegden zin het
werk van den Bond; niet alleen is het
onder zijn direct toezicht, dat Sir Eric
Drummond en zijn staf te Genève werken,
maar de Raad behandelt bijkans immer
ln eerste instantie alle de groote vraag
stukken, die aan het oordeel van den
Volkenbond worden onderworpen. Toen
einde 1925 het plotseling uitgebroken
Grieksch-Bulgaarsche conflict een spoe
dige bijeenkomst van den Raad wensche-
lijk, neen noodzakelijk maakte, leverde
de Raad onder leiding 'van Briand zijn
proefstuk. In nauwelijks tweemaal 24 ureD
tijds waren de heeren bijeen; hun een
stemmig advies tot Griekenland en Bul
garije gericht, heeft een verdere uitbrei
ding van het conflict voorkomen, en heeft
ertoe geleid, dat. spoedig de atmosfeer
was geschapen, waarin een onpartijdige
commissie van onderzoek kon waken om
erger te voorkomen 1
Ook de Nederlandsche gedelegeerden
in dien Raad zullen zich op plotselinge
vergaderingen als er toen een te Parijs
gehouden werd, voorbereid moeten hou
den.
Het lidmaatschap van den Raad brengt
als elke eervolle functie rechten naast
Slichten met zioh. Rechten in dezen zin,
at nu Nederland als lid van den Raad
optreedt, zonder zijn voorkennis, voor
een groot deel «elfs zonder zijn instem
ming, in den Volkenbond zioh niets kan
ontwikkelen. In tal van gevallen is Voor
een beslissing van den Raad eenstemmig
heid vereischt; het veto van slechts één
der leden kan veel verhinderen. Maar
leder lid is zoo verstandig om van dit
vetorecht een uiterst beperkt gebruik te
maken. Anderzijds rust de plicht op Ne
derland om zich over elke aangelegenheid
van belang, die in den Raad een onder
werp van discussie uitmaakt, uit te spre
ken. Ook al spreekt men zich in een
redevoering niet uit, dan toch legt de
Btem, die men uitbrengt, vanzelf een uit
spraak in den mond. Trouwens, een der
gelijke ver'plichting is de consequentie
van het lidmaatschap eener organisatie
als de Volkenbond vormt. Nederland heeft
het de Memorie van Toelichting van
Minister van Karnebeek is daarvan het
bewijs van den aanvang af geweten,
dat het, door toetreding tot den Volken
bond, principieel prijs gaf zijn vroeger
recht om zich in elk conflict neutraal te
houden. Doet zich op een gegeven dag
een conflict tusschen den Volkenbond en
een zijner leden voor, dan bevat het
Grondverdrag mogelijkheden in zich, die
ook Nederland kunnen verplichten om
zijn houding, los van elke neutrale ge
dachte, te bepalen. Totnutoe kon in ana-
logen zin Nederland zich onthouden van
een uitspraak of een oordeel over elk
internationaal conflict dat zich voordeed.
Lid van den Volkenbond geworden, kon
Nederland dit reeds niet, wijl t.g.t. een
In Groningen wordt gedurende deze week het 8ste Internationale Psyohologencongres gehouden.
Boven een foto van de deelnemers op de trappen van het Universiteitsgebouw.
vraag aan de Assemblée van den Volken
bond kon worden voorgelegd. Lid van
den Raad geworden, moet Nederland met
zekerheid onder de oogen zien, dat het
in tal van vraagstukken van internatio
naal belang geroepen zal worden tot zulk
een oordeel.
Dergelijke gelijktijdige rechten en plich
ten brengen bezwaren en voordeelen te
gelijkertijd met zich me<}e. Op de bezwaren
zal door voorzichtigen bijvoorkeur de
aandacht worden gevestigd; op de voor
deelen door degenen, die minder zwaar
oordeelen over zekere consequenties van
verantwoordelijkheid. Dat de bezwaren
zwaarder zullen tellen bij degenen, die
zich ver van den Volkenbond gevoelen
dan bij degenen, die Nederland's lidmaat
schap daarvan een voordeel achten,spreekt
wel vanzelf. Dat de mogelijkheid niet
uitgesloten is, dat, althans oogenschijn-
lijk, de Nederlandsche buitenlandsche
politiek zich door dit nieuwe Raadslid
maatschap zal doen beïnvloeden, is even
eens duidelijk. Er zijn In ons land velen,
die aan onze buitenlandsche politiek ver
wijten geen oonsequente lijn te volgen.
Tooh kan men die cohsequente lijn zien
in den stilzwijgenden wensch om zich
niet te mengen in internationale aange
legenheden, die niet rechtstreeks onze
belangen of ons bestaan raken. Maar
zelfs deze lijn, die velen niet voldoende
consequent doorgetrokken achten, zal
naar het uiterlijk gebroken moeten wor
den, nu Nederland eenmaal lid van den
Raad is geworden. Men moge meenen,
dat er onderscheid bestaat tusschen het
oordeel, uitgesproken door Nederland als
onafhankelijke Staat, en uitgesproken door
Nederland als lid van den Raad het
staat toch te vreezen, dat het buitenland,
en vooral het in een bepaalde aangelegen
heid geïnteresseerde buitenland, dit onder
scheid niet zal kunnen of zal willen voelen.
Nadat in 1899 de eerste Vredesconfe
rentie hier te lande gehouden werd en
Nederland door middel van het „werk
van Den Haag" tot een bijkans nieuwe
Internationale taak werd geroepen, kon
den jaren voorbijgaan, voordat de open
bare meening in Nederland zich dit be
wust werd. En ook nu nog is het aantal
dergenen klein, die beseffen, wat het
herbergen, het waarborgen van dit zoo
bij uitstek nuttig „werk van Den Haag",
met zich medebrengt. Zoo zullen er ook
nu zijn, die de beteekenis van het lid
maatschap van den Raad van den Vol
kenbond voor Nederland nauwelijks be
seffen of gevoelen. Er zullen daarentegen
anderen zijn, die de beteekenis ervan
overdrijven, en zich bij voortduring zullen
gevoelen als burgers van een land, dat
medespreekt in internationale aangele
genheden. Noch de eene, noch de andere
categorie zal de Nederlandsche Regeering
in de nieuw op haar gelegde taak ver
sterken. Slechts diegenen zullen dat doen,
die het nieuwe Raadslidmaatschap ge
voelen als een voorrecht en een plicht
tegelijkertijd. Een voorrecht om zijn krach
ten te mogen geven aan den opbouw
eener internationale gemeenschap, welke
in het bijzonder voor een klein land van
beteekenis is. Een plicht tegelijkertijd,
aangezien de uitoefening van dit voor
recht moeilijkheden te over in zich bergt.
Maar een plioht, waaraan, daartoe ge
roepen, zeker het land van Grotius zich
het allerlaatst kan onttrekken.
Wenschen wij den Minister van Bui
tenlandsche Zaken of degenen, die in zijn
lidmaatscha
tact en beleid en geduld toe
M.
De troonrede en de radio.
Afwtyzende beschikking op een
verzoek tot radlographlsche uit
zending.
De Avondpost meldt, ln antwoord op
aan de Koningin gerichte adressen van
den voorzitter van den raad van ministers
de mededeeling te hebben ontvangen, dat
de regeering meent niet aan het verzoek
van genoemd bladi tot radlographische
uitzending van de troonrede te moeten
voldioen.
Staking te Schiedam.
Donderdagmorgen Is wegens een toon
verschil een staking uitgebroken onder
de arbeiders, bezig met het verbouwen
van de Rijks H. B. S. aldaar. Het aantal
stakers bedroeg om 12 uur ongeveer 20.
De schilderijen voor die „Sumatra".
Aan boord van Hr. Ms. kruiser „Suma-
tra" heeft Woensdagmiddag ter gelegen
heid van de „At Home" aan boord een
kleine plechtigheid plaats gehad.
Nadat de commandant, jhr. Schorer, de
officieren van het Engelsche eskader, die
op bezoek kwamen, een hartelijk welkom
Maats effectief het Nederlandsche Raads-
ip vervullen, sterkte en kracht,
el<~
had toegewensoht, richtte hij zich tot de
Amsterdamsche schilderessen, LizzyAn-
slngh, Ans van den Berg, CobaRitsema,
Jacoba Surie, Betsy WestendorpOsieck
en Marie van Regteren Altena (die, ver
hinderd aanwezig te zijn, zich door mevr.
Marius Bauer heeft doen vertegenwoor
digen), die ter versiering van het kap-
teinsverblflf van de „Sumatra" zes schil
derstukken hebben aangeboden.
De commandant dankte voor deze mooie
sohilderijen en noodigde de officieren uit
een driewerf hoera ter eere van de talent
volle schilderessen uit te brengen.
Nadat aan dit verzoek krachtig gevolg
was gegeven, werden aan de schilderessen
door de officieren fraai o <»k „lukken
aangeboden, waarna men ouder leiding
van den kapitein-luitenant ter zee A. Vos
het prachtige schip bezichtigde, om ten
slotte op het keurig versierde achterdek
onder de onmilitaire tonen van een Jazz
band met een dansje te eindigen.
Binnenland.
De Culemborgsche moordzaak.
Men zal zich herinneren, dat op Tweeden
Kerstdag 1923 twee bejaarde menschen, een
landbouwer en zijn zuster, die een boerde
rijtje in de nabijheid van het stadje Culem-
borg bewoonden, vermoord werden gevon
den. Verschillende personen werden aan
gehouden, doch moesten na korter of langer
tijd weer losgelaten worden. Het had de
aandacht getrokken, dat een gewezen re
chercheur van politie, een zekere Haveman,
die wegens wangedrag oneervol uit den po
litiedienst ontslagen was, bij dezen moord
weder recherchediensten verleende. Hier
over ontstond bij de bevolking een groote
ontstemming en achterdocht. Het voormalig
s.-d. raadslid O. de Beus, sigarenfabrikant te
Culemborg, schreef in een Geldersch partij
blad' „De Arbeid" een heele serie artikelen,
waarin hij de gevoelens der burgerij ver
tolkte. Deze publicatie geschiedde met geen
ander doel dan de aandacht op de zaak te
vestigen teneinde die tot klaarheid te bren
gen. Dat de commissaris van politie Blok
zich van al deze artikelen, die dikwijls in
krasse termen waren gesteld, -niets aantrok,
wekte groote bevreemding.
In den zomer van 1924 werd op last van
den substituut-officier van justitie der Tiel-
sche rechtbank door den inspecteur van po
litie te Culemborg een ohderzoek ingestele
naar ce toestanden in het Culemborgsche
politiecorps en tevens naar de gegronche.d
van de tegen commissaris Blok geuite be
schuldigingen. Tot eendg resultaat heeft dit
onderzoek niet geleid. Terwijlydit onderzoek
plaats had, werd- de gewezen rechercheur
Haveman aan een verhoor onderworpen. Hij
werd weer op vrije voeten gesteld en eenige
weken later opnieuw gearresteerd. Den och
tend' na zijn arrestatie vond' men hem dood
in de oei, hij had een eind aan zjj-n leven
gemaakt.
Dat door d«ze gebeurtenissen de bevol
king niet geruster werd, ligt voor de haind.
Algemeen beschouwde men dan ook Have
man als de dader, te meer, daar deze zich
had uitgelaten, dat hij, als hij weder ln hech
tenis werd genomen, een eind aan zijn 1 ven
zou maken. In Maart 1926 werd bekend, dat
de Inspecteur van de centrale recherche te
Amsterdam de zaak ln handen had. Opnieuw
werden drie verdachten aangehouden, van
wie er één nu nog in het huis van'bewaring
vertoeft en een tweede sedert veroordeeld
is tot een gevangenisstraf van 8 jaar wegens
abortus provocatus. In de tweede week van
April Is commissaris Blok als getuige op
geroepen, en nog versch ligt het in het go-
heugen, dat hjj' eene week in gijzeling is
gezet. Na zijn invrijheidstelling kreeg hij
een maand verlof; thans is hij! weder in
functie als commissaris van politie te Cu
lemborg.
De heer Dé Beus, wiens eenig doel was
verwijdering te verkrijgen van commissaris
Blok, heeft -thans ophieuw twee artikelen
gepubliceerd in de te Leerdam verschijnende
„Nieuwe Culemborgsche Oourant", voor
welke artikelen hij thans terechtstaat. In
deze stukken betoogt De Beus, dat commis
saris Blok ook na het plegen van dien moord
op de Van Wiggen's met rechercheur Have
man is omgegaan, en dat het door de zwakke
en verkeerde leiding van dezen commissaris
mogelijk is geweest, dat in de jaren vóór
den moord tal van misdaden te Culemborg
onopgehelderd zijn -gebleven. Het tweede
stuk is getiteld: „Wat voor inddvidn staat
aan het hoofd der Culemborgsche politie?"
Hierin wijst de schrijver er op, dat er, toen
de heer Blok in hechtenis was genomen, een
gevoel van rust over de bevolking kwam
hetwelk weer plaats maakte voor onrust toen
Blok ontslagen werd. Voorts, dat een chef
van een politiecorps, die in de griebus heeft
gezeten, ge-en respect meer kan afdwingen,
terwijl De B. zegt, dat hij niet zal rusten
voor de oommissaris weg is. „Culemborg- is
door den heer Blok in opspraak gebracht,
ingezetenen worden verdacht van diefstal,
roof en moord, waaraan zij part noch deel
hadden".
Voor deze zaak, die Donderdag voor de
Tielsche rechtbank werd behandeld, was de
belangstelling groot. Niet -minder dan 23 ge
tuigen décharge zijn opgeroepen; er zijn
slechte twee getuigen charge. Als advocaat
voor den heer De Beus treedt op mr. Th
M-uller Massis uit Amsterdam; commissaris
Blok heeft als raadsman mr. E. G. S. Bour
Mer uit Den Haag. Mr. Baiurlier stelde zich
namens commissaris Blvk civiele partij en
eischte een schadevergoeding van 150.
wegens aantasting van den goeden naam en
de eer van den getuige, alsmede betaling der
kosten van het geding. De beide advocaten
hebben nogal eens eenige schermutselingen;
mr. Muller Massis verwijt aan commissaris
Blok met zichzelf ln tegenspraak te zijn,
waarop deze aan mr. Muller Massis verwijt
zijn woorden te verdraaien, en -tenslotte aan
de reohtbank vraagt hem mr. M. M.
tot de orde te roepen. Blok ontkent frère-
oompagnon met Haveman te zijn geweest;
wel stond hij op goeden voet met hem.
Eveneens ontkent hij na den moord met
Haveman op de hoeve te zijn geweest. Op
een zeker oogenblik constateert de advocaat
van'De Beus, dat commissaris Blok tracht
op glibberige wijze aan de vragen te ontko
men, waarna de heer Blok woedend opstuift
en dit ontkent.
Bij het getuigenverhoor décharge ver
klaarde Melis de Smale, eenige besprekingen
met Haveman te hebben gehad over inbra
ken, die hij en een paar kameraden wilden
plegen, en daarbij zou Haveman gezegd
hebben» dat commissaris Blok wel zou zor
gen, dat hem (Haveman) het onderzoek zou
worden opgedragen, net als in de stations
zaak.
De Culemborgsche agent Jelle Roode was
belast met de bewaking van de moordhoeve.
Op een avond na den moord kwamen Blok
en Haveman samen aanwandelen, waarop
getuige aan Haveman den toegang ontzegde,
omdat hij niet meer tot de politie behoorde;
tenzij de commissaris de verantwoordelijk
heid wilde dragen. Daarop zijn commissaris
Blok en Haveman weggegaan.
In een gesprek, dat Haveman kort vóór
zijn arrestatie met getuige had, heeft hr ge
tocht, iets aan de weet te komen over het
moordonderzoek. Getuige had niets willen
zeggen, waarop Haveman zeide: „Voor mij
s er geen hoop meer, alies is verloren". Hij
.oegie er woordelijk aan toe:' ,J)e commis
saris heeft mij ongelukkig gemaakt". (Be
weging onder het publiek; de president
hamert).
Hierop kwalificeert de heer Blok den
agent Roode als hoogst onbetrouwbaar. Hij
is verdacht geweest, zeide hij;, als penning
meester gelden verduisterd te hebben van
een vereehiging.
Verschillende personen hebben na den
moord den oommissaris met Haveman zien
wandelen.
Het Openbaar Ministerie meende, dat in
de artikelen' wel degelijk sprake is van be-
leediging. Het kan nooit in 't algemeen be
lang zijn iemand beleedigingen in t gezicht
te slingeren. Woorden bijvoorbeeld als
„bandiet" en „individu" kunnen niet door
den beugel. Hét vroeg twee geldboeten leder
van 60, subs. voor ieder 10 dagen hech
tenis.
Mr. BourMer, de verdediger van den heer
Blok, noemde de beleedigingen niet grof;
doch ondefinieerbaar vies en goor. Hij
meent, dat commissaris Blok zijn plicht
deed', na den moord niet heeft stilgezeten en
zelfs de hul-p dera Amsterdamsche recherche
heeft ingeroepen. Zelfs noodigde de heer
Blok een politie-expert uit Lyon uit, die
hem Blok later alen lof toezwaaide
voor zijn deskundig optreden. Laat de heer
De Beus schrijlven over dingen waar hij
verstand van heeft, over sigaren bijvoor
beeld, zoo zeide m-r. BourMer. egen) com
missaris Blok is niets bewezen;, geen atoom
van bewijs. Alleen dat bijl gesproken heeft
met Haveman, maar niet dat hij opzettelijk
en stiekum met hem omging, wetend dat de
moord bedreven was. Blok vertrouwde Ha
veman, dat deze zelfmoord pleegde, pleit
tegen hem, maar -men moet niet vergeten,
dat hij ontslagen was en overal uitlag. Bekl.
(d. i. De Beus) doet het voorkomen alsof hij
ann is; hij opent eeni inschrijving te Culem
borg» doch hij is rijk, zegt spr., hij houdt er
zelfs een vriendinnetje op na, waaraan hij
geschenken geeft.
De advocaat van den heer De Beus wijst
er op, dat zijin tegenpleiter zoover gaat in
zijn requisitoir tegen1 De B., dat hij dien in
bedekte tennen van den moord' beschuldigt.
Hij staat hoog boven de lasterpraatjes, al
mogen die hem onaangenaam zijn (applaus
op de publ. tribune); De Beus heeft te veel
geschreven, doch hjj kon niet langer zwij-
in» De verdediger constateert, dat het zen-
erling is, dat commissaris Blok, na alies,
wat over de zaak geschreven was» nog met
Haveman bleef omgaan, en dat'diens zeif-
moora genoeg zegt. Hij citeert het in-terv.ew
u.t „De Tel.", dat z. I. bewijst, dat de heer
B.ok meer van d'e zaak weet. Dat er voort
durend onschuldige menschen werden aan
gehouden, griefde het rechtvaardigheidsge
voel van den heer De Beus» Welke commis
saris van politie in Nederland, behalve de
heer Blok, zou niet een verdachte als Have
man hebben laten arresteeren, die in het
bezit was van zooveel geld en bovendien
bekend was met de sloten, aangebracht op
de hoeve van de .Van Wdggens? Onverklaar
baar is het»'dat.de heer Blok al dat geschrijf
van den heer De Beus maar langs zich heen
iet gaan. De gijzeling van Blok heeft toch
ook beteekenis gehad. Het is toch in de ge
schiedenis der politie een buitengewone ge
beurtenis en de houding van den betrokken
rechtercommissaris is niet afgekeurd.
Tenslotte drong spr. op vrijspraak aan,
daarvan opzettelijke beieediging geen sprake
is. Mocht de rechtbank toch sommige uit
drukkingen beleedigend vinden, dan vroeg
h-ij in het vonnis tot uiting te doen komen
ie algemeene opvatting, d'e te Culemborg
over deze zaak heerscht. Na het onnoodig
scherpe requisitoir van zijn tegenpleiter
heeft De Beus rehabilitatie nooddg.
Uitspraak 80 September a.s.
Tegen een Hotelroover anderhalf Jaar
geëlscht.
In het begin van dit jaar werd bekend,
dat twee bedienden der Centrale Suiker-
maatschappij zich hadden schuldig gemaakt
aan verduistering van een vrij groot bedrag
ten nadeele dier instelling. De 'daders wer
den spoedig gearresteerd en legden een vol
ledige bekentenis af. De een bleek een be
drag van 0000 aan zijn moeder te hebben
gegeven, eni de ander had een vriendinnetje
met een even groot bedrag verblijd. De moe
der, die van de herkomst van het geldelijk
geschenk niets af wist, gaf het -later, toen
hét opgeëischt werd, onmiddellijk -terug. Het
vriendinnetje deed' dit evenwel niet, kon dit
niet doen, omdat naar zij zeide men
haar het geld ontstolen had, toen ze in een
hoteUetje aan den Amstel logeerde. Natuur
lijk hechtte de politie aan deze mededeeling
aanvankelijk geen geloof. Later - omstreeks
JuM evenwel meldde zich aan het politie
bureau Singel een 25-jarig behanger aan,
die zeide in een hotelletje aan den Amstel,
waar hij als huisknecht werkzaam was,
9000 te hebben gestolen. De mededeelin-
gen van de jongedame bleken dus juist. Zij
had voorts den knecht gevraagd een bedrag
van 1000 voor haar. te wisselen en bij die
gelegenheid had hij ontdekt, dat ze haar geld
in een doosje onder haar hoofdkussen be
waarde. Hij had toen in den nacht van 20
op 21 April zijn slag geslagen en zich met
het geld uit de voeten gemaakt.
Het dehet heeft zich afgespeeld' in een
ware wereld van ongerechtigheden.
De substi-officier van Justitie Mr. Mas-
sink eischte veroordeeling van verdachte tot
een gevangenisstraf van één jaar eni zes
maanden.
Nog een geval van vergiftiging
op groote schaal.
In den nacht van Zaterdag op Zondag
hebben zich te Haarlem in een groot aantal
gezinnen vergiftigingsverschijnselen voor
gedaan. De menschen hadden den avond te
voren- garnalen gegeten, die door een Za-nd-
voorter te Haarlem waren- gevent. -Bij een
onderzoek is thans gebleken, dat de man
deze garnalen had gekookt in een ketel,
waarin ook de vuile wasch van de familie
werd' behandeld. Alle personen, zeker 40 in
getal, die van de garnalen gegeten hebben,
zijn zeer ernstig ongesteld geworden. Het
juiste aantal vergiftigden kon niet worden
opgegeven, omdat velen geen medische hu p
ha "den 'rgeroepen. De meeste zieken waren
den volgenden dag zoo gced als hersteld.
De politie -te Zandvoort heeft de zaak in
onderzoek.
AutobnsongevaL
Donderdagmorgen! omstreeks 7 uur -reed
een autobus, bestuurd door een chauffeur
van de firma H. K„ uit Sint -WiUebrord, in
den bocht bij dien ingang van "3e Baesbosch
aan den Bieschboschweg tegen een telefoon
paal, slingerde daarna naar de overzijde van
den weg en kwam vervolgens tegen een
boom terecht. De deur der autobus sloeg over
den weg en alle glasruiten werden vernield.
Nog ongeveer 70 -meter reed' de autobus
door. Zij1 was deerlijk gehavend. Er bevon
den zich in de bus 19 arbeiders, allen werk
zaam op de Hollandsche Kunstzijdefabriek
te Breda. Vier van hen kregen snijwonden
aan het hoofd', doch konden na door dokters
verbonden te zijn, hun weg vervolgen.
De bus was met groote vaart door de
bocht gereden. Zij; is door dén burgemeester
in beslag genomen en -na een deskundig
onderzoek, waarbij bleek, dat de handrem
niet functiionneerde en er een veel te groote
speMng ln het stuur zat, aan den eigenaar
teruggegeven. Proces-verbalal is opgemaakt.
(Buitenland.)
De Monte Arblno ln beweging.
De Monte Arbino aan dén voet waar
van Bellinzona ligt, is sedert eenigen tijd
in beweging. Groote aardmassa's dreigen
omlaag te storten. Voor Bellinzona be
staat nog geen gevaar, d'aar de stad) door
een kleine granietrots wordt beschermd.
Een avontuur van Obregon.
De voormalige president van Mexioo.
Alvaro Obregon maakte dezer dagen een
treinreis in den staat Sonora, waar hij
feitelijk thuis hoort. Obregon, die zijn
landgenooten goed blijkt te kennen had
een ferme lijfgarde bij zioh; maar d'at gaf
hem niets. De trein werd n.L aangehou
den door een bende van 1000 gewapende
Yaqui-Indianen. De aanval geschiedde in
de buurt van de plaats Lencho, en de lijf
garde moest het na drie uur vechtena, af
leggen tegen de Yaqui's, die den oud
president uit den trein haalden en mee
namen naar hun schuilhoek ln het ge
bergte. De Indianen namen ook de sol
daten van Obregon gevangen, brachten