Tweede Blad. BINNENLAND GEMENGD NIEUWS VAN ZATERDAG 18 SEPTEMBER 1926. J. J. G. baron van Voorst tot Voorst Donderdag vierde de voorzitter van de Eerste Kamer, de heer J. J. G. baron van Voorst tot Voorst, zijn 80eten verjaardag. Nederland lid van den Baad van den Volkenbond. De verwachtingen, die dienaangaande werden gekoesterd, zijn verwezenlijkt. De zevende Assemblée van den Volkenbond, die reeds in den aanvang van haar bij eenkomst besloot tot eene reorganisatie van den Röad van den Volkenbond, gelijk deze door de daartoe ingestelde commissie was voorgesteld, heeft Nederland tot Raadslid gekozen. Het treedt den Raad binnen, min of meer als opvolger van Zweden, dat bij de uitbreiding van den Raad in 1922 waartegen Nederland zich verzette werd aangewezen om de groep der Scandinavische en andere in den oorlog neutraal gebleven landen te vertegenwoordigen. Zweden heeft dat, enkele jaren achter een, met grooten tact, met groot beleid gedaan; Branting eerst, zijn opvolger Unden daarna hebben getoond te beseffen welke verpliohtingen op hen rustten. De moedige tegenstand, door Unden in Maart 1926 geboden aan den op hem geoefenden druk om toe te geven in aangelegenhe den, welker beslissing hij verderfelijk achtte, is ongetwijfeld nog niet vergeten. Nederland treedt nu, tegelijk met an dere landen, die voor het eerst tot het Raadslidmaatschap worden geroepen, in het belangrijk ooilege, waartoe de Raad zich in den loop der jaren heeft ontwik keld. Duitsohland behoort tot de nieuwe permanente leden van den Raad; Polen tot de nieuwe semi-permanente leden, en Nederland tot de nieuwe niet-permanente leden. De arbeid, die, vermoedelijk reeds in de eerstkomende jaren, voor den Raad ter afdoenipg ligt, is niet gering. Immers, met de uitbreiding van zijn ledental is de Nederlandsche delegatie wees er in 1922 reeds op ook zijn karakter gewijzigd. Mocht men aanvankelijk den Raad beschouwen als het lichaam, dat den gang van zaken bij den Volkenbond had te regelen; dat eigenlijk geroepen was om beslissingen te geven, die ver volgens door de Assemblée zouden wor den gehomologeerd of geregistreerd in den loop der jaren heeft men de eigen positie, die de Assemblée zich verwierf, leeren erkennen. Maar desondanks is de Raad gebleven een der belangrijkste lichamen in het raderwerk van den Vol kenbond, vooral reeds daarom wijl hij periodiek samenkomt. Niet alleen bestuurt hij in den eigenlijk gezegden zin het werk van den Bond; niet alleen is het onder zijn direct toezicht, dat Sir Eric Drummond en zijn staf te Genève werken, maar de Raad behandelt bijkans immer ln eerste instantie alle de groote vraag stukken, die aan het oordeel van den Volkenbond worden onderworpen. Toen einde 1925 het plotseling uitgebroken Grieksch-Bulgaarsche conflict een spoe dige bijeenkomst van den Raad wensche- lijk, neen noodzakelijk maakte, leverde de Raad onder leiding 'van Briand zijn proefstuk. In nauwelijks tweemaal 24 ureD tijds waren de heeren bijeen; hun een stemmig advies tot Griekenland en Bul garije gericht, heeft een verdere uitbrei ding van het conflict voorkomen, en heeft ertoe geleid, dat. spoedig de atmosfeer was geschapen, waarin een onpartijdige commissie van onderzoek kon waken om erger te voorkomen 1 Ook de Nederlandsche gedelegeerden in dien Raad zullen zich op plotselinge vergaderingen als er toen een te Parijs gehouden werd, voorbereid moeten hou den. Het lidmaatschap van den Raad brengt als elke eervolle functie rechten naast Slichten met zioh. Rechten in dezen zin, at nu Nederland als lid van den Raad optreedt, zonder zijn voorkennis, voor een groot deel «elfs zonder zijn instem ming, in den Volkenbond zioh niets kan ontwikkelen. In tal van gevallen is Voor een beslissing van den Raad eenstemmig heid vereischt; het veto van slechts één der leden kan veel verhinderen. Maar leder lid is zoo verstandig om van dit vetorecht een uiterst beperkt gebruik te maken. Anderzijds rust de plicht op Ne derland om zich over elke aangelegenheid van belang, die in den Raad een onder werp van discussie uitmaakt, uit te spre ken. Ook al spreekt men zich in een redevoering niet uit, dan toch legt de Btem, die men uitbrengt, vanzelf een uit spraak in den mond. Trouwens, een der gelijke ver'plichting is de consequentie van het lidmaatschap eener organisatie als de Volkenbond vormt. Nederland heeft het de Memorie van Toelichting van Minister van Karnebeek is daarvan het bewijs van den aanvang af geweten, dat het, door toetreding tot den Volken bond, principieel prijs gaf zijn vroeger recht om zich in elk conflict neutraal te houden. Doet zich op een gegeven dag een conflict tusschen den Volkenbond en een zijner leden voor, dan bevat het Grondverdrag mogelijkheden in zich, die ook Nederland kunnen verplichten om zijn houding, los van elke neutrale ge dachte, te bepalen. Totnutoe kon in ana- logen zin Nederland zich onthouden van een uitspraak of een oordeel over elk internationaal conflict dat zich voordeed. Lid van den Volkenbond geworden, kon Nederland dit reeds niet, wijl t.g.t. een In Groningen wordt gedurende deze week het 8ste Internationale Psyohologencongres gehouden. Boven een foto van de deelnemers op de trappen van het Universiteitsgebouw. vraag aan de Assemblée van den Volken bond kon worden voorgelegd. Lid van den Raad geworden, moet Nederland met zekerheid onder de oogen zien, dat het in tal van vraagstukken van internatio naal belang geroepen zal worden tot zulk een oordeel. Dergelijke gelijktijdige rechten en plich ten brengen bezwaren en voordeelen te gelijkertijd met zich me<}e. Op de bezwaren zal door voorzichtigen bijvoorkeur de aandacht worden gevestigd; op de voor deelen door degenen, die minder zwaar oordeelen over zekere consequenties van verantwoordelijkheid. Dat de bezwaren zwaarder zullen tellen bij degenen, die zich ver van den Volkenbond gevoelen dan bij degenen, die Nederland's lidmaat schap daarvan een voordeel achten,spreekt wel vanzelf. Dat de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat, althans oogenschijn- lijk, de Nederlandsche buitenlandsche politiek zich door dit nieuwe Raadslid maatschap zal doen beïnvloeden, is even eens duidelijk. Er zijn In ons land velen, die aan onze buitenlandsche politiek ver wijten geen oonsequente lijn te volgen. Tooh kan men die cohsequente lijn zien in den stilzwijgenden wensch om zich niet te mengen in internationale aange legenheden, die niet rechtstreeks onze belangen of ons bestaan raken. Maar zelfs deze lijn, die velen niet voldoende consequent doorgetrokken achten, zal naar het uiterlijk gebroken moeten wor den, nu Nederland eenmaal lid van den Raad is geworden. Men moge meenen, dat er onderscheid bestaat tusschen het oordeel, uitgesproken door Nederland als onafhankelijke Staat, en uitgesproken door Nederland als lid van den Raad het staat toch te vreezen, dat het buitenland, en vooral het in een bepaalde aangelegen heid geïnteresseerde buitenland, dit onder scheid niet zal kunnen of zal willen voelen. Nadat in 1899 de eerste Vredesconfe rentie hier te lande gehouden werd en Nederland door middel van het „werk van Den Haag" tot een bijkans nieuwe Internationale taak werd geroepen, kon den jaren voorbijgaan, voordat de open bare meening in Nederland zich dit be wust werd. En ook nu nog is het aantal dergenen klein, die beseffen, wat het herbergen, het waarborgen van dit zoo bij uitstek nuttig „werk van Den Haag", met zich medebrengt. Zoo zullen er ook nu zijn, die de beteekenis van het lid maatschap van den Raad van den Vol kenbond voor Nederland nauwelijks be seffen of gevoelen. Er zullen daarentegen anderen zijn, die de beteekenis ervan overdrijven, en zich bij voortduring zullen gevoelen als burgers van een land, dat medespreekt in internationale aangele genheden. Noch de eene, noch de andere categorie zal de Nederlandsche Regeering in de nieuw op haar gelegde taak ver sterken. Slechts diegenen zullen dat doen, die het nieuwe Raadslidmaatschap ge voelen als een voorrecht en een plicht tegelijkertijd. Een voorrecht om zijn krach ten te mogen geven aan den opbouw eener internationale gemeenschap, welke in het bijzonder voor een klein land van beteekenis is. Een plicht tegelijkertijd, aangezien de uitoefening van dit voor recht moeilijkheden te over in zich bergt. Maar een plioht, waaraan, daartoe ge roepen, zeker het land van Grotius zich het allerlaatst kan onttrekken. Wenschen wij den Minister van Bui tenlandsche Zaken of degenen, die in zijn lidmaatscha tact en beleid en geduld toe M. De troonrede en de radio. Afwtyzende beschikking op een verzoek tot radlographlsche uit zending. De Avondpost meldt, ln antwoord op aan de Koningin gerichte adressen van den voorzitter van den raad van ministers de mededeeling te hebben ontvangen, dat de regeering meent niet aan het verzoek van genoemd bladi tot radlographische uitzending van de troonrede te moeten voldioen. Staking te Schiedam. Donderdagmorgen Is wegens een toon verschil een staking uitgebroken onder de arbeiders, bezig met het verbouwen van de Rijks H. B. S. aldaar. Het aantal stakers bedroeg om 12 uur ongeveer 20. De schilderijen voor die „Sumatra". Aan boord van Hr. Ms. kruiser „Suma- tra" heeft Woensdagmiddag ter gelegen heid van de „At Home" aan boord een kleine plechtigheid plaats gehad. Nadat de commandant, jhr. Schorer, de officieren van het Engelsche eskader, die op bezoek kwamen, een hartelijk welkom Maats effectief het Nederlandsche Raads- ip vervullen, sterkte en kracht, el<~ had toegewensoht, richtte hij zich tot de Amsterdamsche schilderessen, LizzyAn- slngh, Ans van den Berg, CobaRitsema, Jacoba Surie, Betsy WestendorpOsieck en Marie van Regteren Altena (die, ver hinderd aanwezig te zijn, zich door mevr. Marius Bauer heeft doen vertegenwoor digen), die ter versiering van het kap- teinsverblflf van de „Sumatra" zes schil derstukken hebben aangeboden. De commandant dankte voor deze mooie sohilderijen en noodigde de officieren uit een driewerf hoera ter eere van de talent volle schilderessen uit te brengen. Nadat aan dit verzoek krachtig gevolg was gegeven, werden aan de schilderessen door de officieren fraai o <»k „lukken aangeboden, waarna men ouder leiding van den kapitein-luitenant ter zee A. Vos het prachtige schip bezichtigde, om ten slotte op het keurig versierde achterdek onder de onmilitaire tonen van een Jazz band met een dansje te eindigen. Binnenland. De Culemborgsche moordzaak. Men zal zich herinneren, dat op Tweeden Kerstdag 1923 twee bejaarde menschen, een landbouwer en zijn zuster, die een boerde rijtje in de nabijheid van het stadje Culem- borg bewoonden, vermoord werden gevon den. Verschillende personen werden aan gehouden, doch moesten na korter of langer tijd weer losgelaten worden. Het had de aandacht getrokken, dat een gewezen re chercheur van politie, een zekere Haveman, die wegens wangedrag oneervol uit den po litiedienst ontslagen was, bij dezen moord weder recherchediensten verleende. Hier over ontstond bij de bevolking een groote ontstemming en achterdocht. Het voormalig s.-d. raadslid O. de Beus, sigarenfabrikant te Culemborg, schreef in een Geldersch partij blad' „De Arbeid" een heele serie artikelen, waarin hij de gevoelens der burgerij ver tolkte. Deze publicatie geschiedde met geen ander doel dan de aandacht op de zaak te vestigen teneinde die tot klaarheid te bren gen. Dat de commissaris van politie Blok zich van al deze artikelen, die dikwijls in krasse termen waren gesteld, -niets aantrok, wekte groote bevreemding. In den zomer van 1924 werd op last van den substituut-officier van justitie der Tiel- sche rechtbank door den inspecteur van po litie te Culemborg een ohderzoek ingestele naar ce toestanden in het Culemborgsche politiecorps en tevens naar de gegronche.d van de tegen commissaris Blok geuite be schuldigingen. Tot eendg resultaat heeft dit onderzoek niet geleid. Terwijlydit onderzoek plaats had, werd- de gewezen rechercheur Haveman aan een verhoor onderworpen. Hij werd weer op vrije voeten gesteld en eenige weken later opnieuw gearresteerd. Den och tend' na zijn arrestatie vond' men hem dood in de oei, hij had een eind aan zjj-n leven gemaakt. Dat door d«ze gebeurtenissen de bevol king niet geruster werd, ligt voor de haind. Algemeen beschouwde men dan ook Have man als de dader, te meer, daar deze zich had uitgelaten, dat hij, als hij weder ln hech tenis werd genomen, een eind aan zijn 1 ven zou maken. In Maart 1926 werd bekend, dat de Inspecteur van de centrale recherche te Amsterdam de zaak ln handen had. Opnieuw werden drie verdachten aangehouden, van wie er één nu nog in het huis van'bewaring vertoeft en een tweede sedert veroordeeld is tot een gevangenisstraf van 8 jaar wegens abortus provocatus. In de tweede week van April Is commissaris Blok als getuige op geroepen, en nog versch ligt het in het go- heugen, dat hjj' eene week in gijzeling is gezet. Na zijn invrijheidstelling kreeg hij een maand verlof; thans is hij! weder in functie als commissaris van politie te Cu lemborg. De heer Dé Beus, wiens eenig doel was verwijdering te verkrijgen van commissaris Blok, heeft -thans ophieuw twee artikelen gepubliceerd in de te Leerdam verschijnende „Nieuwe Culemborgsche Oourant", voor welke artikelen hij thans terechtstaat. In deze stukken betoogt De Beus, dat commis saris Blok ook na het plegen van dien moord op de Van Wiggen's met rechercheur Have man is omgegaan, en dat het door de zwakke en verkeerde leiding van dezen commissaris mogelijk is geweest, dat in de jaren vóór den moord tal van misdaden te Culemborg onopgehelderd zijn -gebleven. Het tweede stuk is getiteld: „Wat voor inddvidn staat aan het hoofd der Culemborgsche politie?" Hierin wijst de schrijver er op, dat er, toen de heer Blok in hechtenis was genomen, een gevoel van rust over de bevolking kwam hetwelk weer plaats maakte voor onrust toen Blok ontslagen werd. Voorts, dat een chef van een politiecorps, die in de griebus heeft gezeten, ge-en respect meer kan afdwingen, terwijl De B. zegt, dat hij niet zal rusten voor de oommissaris weg is. „Culemborg- is door den heer Blok in opspraak gebracht, ingezetenen worden verdacht van diefstal, roof en moord, waaraan zij part noch deel hadden". Voor deze zaak, die Donderdag voor de Tielsche rechtbank werd behandeld, was de belangstelling groot. Niet -minder dan 23 ge tuigen décharge zijn opgeroepen; er zijn slechte twee getuigen charge. Als advocaat voor den heer De Beus treedt op mr. Th M-uller Massis uit Amsterdam; commissaris Blok heeft als raadsman mr. E. G. S. Bour Mer uit Den Haag. Mr. Baiurlier stelde zich namens commissaris Blvk civiele partij en eischte een schadevergoeding van 150. wegens aantasting van den goeden naam en de eer van den getuige, alsmede betaling der kosten van het geding. De beide advocaten hebben nogal eens eenige schermutselingen; mr. Muller Massis verwijt aan commissaris Blok met zichzelf ln tegenspraak te zijn, waarop deze aan mr. Muller Massis verwijt zijn woorden te verdraaien, en -tenslotte aan de reohtbank vraagt hem mr. M. M. tot de orde te roepen. Blok ontkent frère- oompagnon met Haveman te zijn geweest; wel stond hij op goeden voet met hem. Eveneens ontkent hij na den moord met Haveman op de hoeve te zijn geweest. Op een zeker oogenblik constateert de advocaat van'De Beus, dat commissaris Blok tracht op glibberige wijze aan de vragen te ontko men, waarna de heer Blok woedend opstuift en dit ontkent. Bij het getuigenverhoor décharge ver klaarde Melis de Smale, eenige besprekingen met Haveman te hebben gehad over inbra ken, die hij en een paar kameraden wilden plegen, en daarbij zou Haveman gezegd hebben» dat commissaris Blok wel zou zor gen, dat hem (Haveman) het onderzoek zou worden opgedragen, net als in de stations zaak. De Culemborgsche agent Jelle Roode was belast met de bewaking van de moordhoeve. Op een avond na den moord kwamen Blok en Haveman samen aanwandelen, waarop getuige aan Haveman den toegang ontzegde, omdat hij niet meer tot de politie behoorde; tenzij de commissaris de verantwoordelijk heid wilde dragen. Daarop zijn commissaris Blok en Haveman weggegaan. In een gesprek, dat Haveman kort vóór zijn arrestatie met getuige had, heeft hr ge tocht, iets aan de weet te komen over het moordonderzoek. Getuige had niets willen zeggen, waarop Haveman zeide: „Voor mij s er geen hoop meer, alies is verloren". Hij .oegie er woordelijk aan toe:' ,J)e commis saris heeft mij ongelukkig gemaakt". (Be weging onder het publiek; de president hamert). Hierop kwalificeert de heer Blok den agent Roode als hoogst onbetrouwbaar. Hij is verdacht geweest, zeide hij;, als penning meester gelden verduisterd te hebben van een vereehiging. Verschillende personen hebben na den moord den oommissaris met Haveman zien wandelen. Het Openbaar Ministerie meende, dat in de artikelen' wel degelijk sprake is van be- leediging. Het kan nooit in 't algemeen be lang zijn iemand beleedigingen in t gezicht te slingeren. Woorden bijvoorbeeld als „bandiet" en „individu" kunnen niet door den beugel. Hét vroeg twee geldboeten leder van 60, subs. voor ieder 10 dagen hech tenis. Mr. BourMer, de verdediger van den heer Blok, noemde de beleedigingen niet grof; doch ondefinieerbaar vies en goor. Hij meent, dat commissaris Blok zijn plicht deed', na den moord niet heeft stilgezeten en zelfs de hul-p dera Amsterdamsche recherche heeft ingeroepen. Zelfs noodigde de heer Blok een politie-expert uit Lyon uit, die hem Blok later alen lof toezwaaide voor zijn deskundig optreden. Laat de heer De Beus schrijlven over dingen waar hij verstand van heeft, over sigaren bijvoor beeld, zoo zeide m-r. BourMer. egen) com missaris Blok is niets bewezen;, geen atoom van bewijs. Alleen dat bijl gesproken heeft met Haveman, maar niet dat hij opzettelijk en stiekum met hem omging, wetend dat de moord bedreven was. Blok vertrouwde Ha veman, dat deze zelfmoord pleegde, pleit tegen hem, maar -men moet niet vergeten, dat hij ontslagen was en overal uitlag. Bekl. (d. i. De Beus) doet het voorkomen alsof hij ann is; hij opent eeni inschrijving te Culem borg» doch hij is rijk, zegt spr., hij houdt er zelfs een vriendinnetje op na, waaraan hij geschenken geeft. De advocaat van den heer De Beus wijst er op, dat zijin tegenpleiter zoover gaat in zijn requisitoir tegen1 De B., dat hij dien in bedekte tennen van den moord' beschuldigt. Hij staat hoog boven de lasterpraatjes, al mogen die hem onaangenaam zijn (applaus op de publ. tribune); De Beus heeft te veel geschreven, doch hjj kon niet langer zwij- in» De verdediger constateert, dat het zen- erling is, dat commissaris Blok, na alies, wat over de zaak geschreven was» nog met Haveman bleef omgaan, en dat'diens zeif- moora genoeg zegt. Hij citeert het in-terv.ew u.t „De Tel.", dat z. I. bewijst, dat de heer B.ok meer van d'e zaak weet. Dat er voort durend onschuldige menschen werden aan gehouden, griefde het rechtvaardigheidsge voel van den heer De Beus» Welke commis saris van politie in Nederland, behalve de heer Blok, zou niet een verdachte als Have man hebben laten arresteeren, die in het bezit was van zooveel geld en bovendien bekend was met de sloten, aangebracht op de hoeve van de .Van Wdggens? Onverklaar baar is het»'dat.de heer Blok al dat geschrijf van den heer De Beus maar langs zich heen iet gaan. De gijzeling van Blok heeft toch ook beteekenis gehad. Het is toch in de ge schiedenis der politie een buitengewone ge beurtenis en de houding van den betrokken rechtercommissaris is niet afgekeurd. Tenslotte drong spr. op vrijspraak aan, daarvan opzettelijke beieediging geen sprake is. Mocht de rechtbank toch sommige uit drukkingen beleedigend vinden, dan vroeg h-ij in het vonnis tot uiting te doen komen ie algemeene opvatting, d'e te Culemborg over deze zaak heerscht. Na het onnoodig scherpe requisitoir van zijn tegenpleiter heeft De Beus rehabilitatie nooddg. Uitspraak 80 September a.s. Tegen een Hotelroover anderhalf Jaar geëlscht. In het begin van dit jaar werd bekend, dat twee bedienden der Centrale Suiker- maatschappij zich hadden schuldig gemaakt aan verduistering van een vrij groot bedrag ten nadeele dier instelling. De 'daders wer den spoedig gearresteerd en legden een vol ledige bekentenis af. De een bleek een be drag van 0000 aan zijn moeder te hebben gegeven, eni de ander had een vriendinnetje met een even groot bedrag verblijd. De moe der, die van de herkomst van het geldelijk geschenk niets af wist, gaf het -later, toen hét opgeëischt werd, onmiddellijk -terug. Het vriendinnetje deed' dit evenwel niet, kon dit niet doen, omdat naar zij zeide men haar het geld ontstolen had, toen ze in een hoteUetje aan den Amstel logeerde. Natuur lijk hechtte de politie aan deze mededeeling aanvankelijk geen geloof. Later - omstreeks JuM evenwel meldde zich aan het politie bureau Singel een 25-jarig behanger aan, die zeide in een hotelletje aan den Amstel, waar hij als huisknecht werkzaam was, 9000 te hebben gestolen. De mededeelin- gen van de jongedame bleken dus juist. Zij had voorts den knecht gevraagd een bedrag van 1000 voor haar. te wisselen en bij die gelegenheid had hij ontdekt, dat ze haar geld in een doosje onder haar hoofdkussen be waarde. Hij had toen in den nacht van 20 op 21 April zijn slag geslagen en zich met het geld uit de voeten gemaakt. Het dehet heeft zich afgespeeld' in een ware wereld van ongerechtigheden. De substi-officier van Justitie Mr. Mas- sink eischte veroordeeling van verdachte tot een gevangenisstraf van één jaar eni zes maanden. Nog een geval van vergiftiging op groote schaal. In den nacht van Zaterdag op Zondag hebben zich te Haarlem in een groot aantal gezinnen vergiftigingsverschijnselen voor gedaan. De menschen hadden den avond te voren- garnalen gegeten, die door een Za-nd- voorter te Haarlem waren- gevent. -Bij een onderzoek is thans gebleken, dat de man deze garnalen had gekookt in een ketel, waarin ook de vuile wasch van de familie werd' behandeld. Alle personen, zeker 40 in getal, die van de garnalen gegeten hebben, zijn zeer ernstig ongesteld geworden. Het juiste aantal vergiftigden kon niet worden opgegeven, omdat velen geen medische hu p ha "den 'rgeroepen. De meeste zieken waren den volgenden dag zoo gced als hersteld. De politie -te Zandvoort heeft de zaak in onderzoek. AutobnsongevaL Donderdagmorgen! omstreeks 7 uur -reed een autobus, bestuurd door een chauffeur van de firma H. K„ uit Sint -WiUebrord, in den bocht bij dien ingang van "3e Baesbosch aan den Bieschboschweg tegen een telefoon paal, slingerde daarna naar de overzijde van den weg en kwam vervolgens tegen een boom terecht. De deur der autobus sloeg over den weg en alle glasruiten werden vernield. Nog ongeveer 70 -meter reed' de autobus door. Zij1 was deerlijk gehavend. Er bevon den zich in de bus 19 arbeiders, allen werk zaam op de Hollandsche Kunstzijdefabriek te Breda. Vier van hen kregen snijwonden aan het hoofd', doch konden na door dokters verbonden te zijn, hun weg vervolgen. De bus was met groote vaart door de bocht gereden. Zij; is door dén burgemeester in beslag genomen en -na een deskundig onderzoek, waarbij bleek, dat de handrem niet functiionneerde en er een veel te groote speMng ln het stuur zat, aan den eigenaar teruggegeven. Proces-verbalal is opgemaakt. (Buitenland.) De Monte Arblno ln beweging. De Monte Arbino aan dén voet waar van Bellinzona ligt, is sedert eenigen tijd in beweging. Groote aardmassa's dreigen omlaag te storten. Voor Bellinzona be staat nog geen gevaar, d'aar de stad) door een kleine granietrots wordt beschermd. Een avontuur van Obregon. De voormalige president van Mexioo. Alvaro Obregon maakte dezer dagen een treinreis in den staat Sonora, waar hij feitelijk thuis hoort. Obregon, die zijn landgenooten goed blijkt te kennen had een ferme lijfgarde bij zioh; maar d'at gaf hem niets. De trein werd n.L aangehou den door een bende van 1000 gewapende Yaqui-Indianen. De aanval geschiedde in de buurt van de plaats Lencho, en de lijf garde moest het na drie uur vechtena, af leggen tegen de Yaqui's, die den oud president uit den trein haalden en mee namen naar hun schuilhoek ln het ge bergte. De Indianen namen ook de sol daten van Obregon gevangen, brachten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5