BINNENLAND
De Koningin-Moeder naar Schiwarawald.
De Koningin-Moeder is Dinsdagochtend
ruim halinegen inet gevolg per auto aan
hot centraal station te Utrecht aangeko
men. Toen zij uit de auto stapte en naar
de wachtkamer ging, heeft het publiek
haar luide toegejuicht. Met den trein van
8 uiur 47 min. is H. M. naar het Scharz-
waid vertrokken.
Voorzitter van die Tweede Kamer.
Bij Kon. toesluit van 22 Sept. is tot voor
zitter van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal voor het tijdvak der tegenwoor
dige zitting ibenoemd' jhr. mr. Ch. J. M.
Ruya de Beerenlbrouok, lid van die Ka
mer.
STAATSBEGROOTING 1927.
'De zoogenaata.de ^mMoeneninota" is we
derom door den 'Minister van Mnanciën bi;
de Kam>er 'ingediend, -tot eeni bedrag van
603.901.717 in ontvangsten, enl in uitgaven
591.868.646, voor wat betreft den gewo
nen dienst. Op dezen dienst wordt alzoo
een batig saldo geraamd van 12.033.071.
Voor de buitengewone ontvangsten wordt
geraamd 7.906.588, voor buitengewone
uitgaven daarentegen 55.098.050, een te
kort alzoo van 47J.91.462.
Omtrent de cijfers van de vorige dienst
jaren, alsook, voor zoover reeds bekend; van
den dienst 1926, wordt medegedeeld, dat het
geraamde tekort op 1924 van 28j652.409.38
is overgegaan' in een overschot van
1.197.922.475.
Dit gunstig verschil is toe te schrijven aan
de meerdere opbrengst' der zegelrechten, der
inkomsten van gewone domeinen, voorts
van hetgeen meer werd ontvangen wegenis
rente van volgens de Woningwet verleende
voorschotten, pensioenbijdragen van het
personeel, ressorteerende onder Onderwijs
en wegens winst van1 Posterijen, Telegrafie
en Telefonie.
(Op den dienst 1925 werd aanvamkeJiijik een
'tekort verwacht van' 6.833.783.08. Thans
wordt een voorloopig overschot 'becijferd,
dat een gunstiger uitkomst geeft van
48.428.776.586. Ruim 9 mihioen komt hier
van op de oorlogswin'stbelasting, die, na de
opheffing van den crisisdienst^ ten goede is
gekomen aan dien gewonen dienst. De ver
mogensbelasting leverde ruim l1/, millioen
meer op dan was geraamd, dividend1- en tan
tièmebelasting 6000, invoerrechten 61/.
müilioeni, bieraccijns bijna 2 millioen, suiker-
accijns bijna 3 millioen, tabaksaccijns juim
2 mMoen, rijwielbelasting bijna l1/, mil
lioen, zegelrechten ongeveer 7 millioen,
registratierechten 2.7 millioen, successie 2 J,
domeinen -648.000, loodsgelden 1 millioen
(.meer dan1 de resp. ramingen'). Daarentegen
bleef de inkomstenbelasting 3.4 millioen
achter, het gedistilleerd 2.7 milioen. Van de
verdere meerdere inkomsten moeten nog
worden genoemd die uit de Posterijen 5.7
milioen1 meer. 'Beneden de raiming bleven
o. a. de bijdragen voor pensioen van het per
soneel ressorteerende onder Onderwijs, K.
en W. met 4.7 millioeni, en de 'baten uit 'het
Staatsmijnbedrijf met 9r6 millioen.
De begrooting van hoofdstuk X (Arbeid)
werd met bijna 16 mdJMoen overschreden,
voornamelijk wegens bijdrage aan het
Ouderdomsfonds en bijdragen in de annuï
teiten van voorsohotten volgens de 'Wo
ningwet.
Voor 1926 wordt in geen geval een tekort
verwacht. Blijkens de maandélijfcsche mid-
delenstaten overschreed1 de opbrengst van
de in die staten genoemde middelen over de
eerst© 8 maanden de raming met rond 17.9
millioen.
Op Hoofdstuk I der begroot'ng voor 1927
komt een bedrag voor van 133.888.89 als
inkomen van 'prinses Juliana, die op 30
April 1927 den achttienjarigen leeftijd 'be
reikt en Ingevolge de Grondwet' dan inkomen
geniet. Voor een nieuw gezantsohapsgebouw
te Tokio (het oude is tengevolge van de aard
beving verwoest) wordt 400.000 uitgetrok
ken. (Hoofdstuk UT).
Hoofdstuk VI (Marine).
Betreffende de reorganisatie van de Ma
rine is het overleg met Indië geopend-. In de
onderwerpelijke begrooting is 'in geen enkel
opzicht vooruitgeloopen op den uitslag van
dat overleg.
Versobering van het bedrijf der Marine
in Nederland is krachtig aangevat; daarbij
wordt op meer doeltreffende wijze gebruik
^gemaakt van- de zeemilitie.
Door al deze maatregelen is het mogelijk
geworden voor het dienstjaar 1927 de
sterkte van' het 'beroepspersoneel in Neder
land op circa 250 man minder 'te ramen. In
werkelijkheid' wordt deze vermindering ver
moedelijk grooter. Ben ontwerp tot wijzi
ging van de Dienstplichtwet, waardoor ook
kader voor het -bemannen van de vloot in
vredestijd) uit de militie zal bunnen worden
betrokken, zal' weldra worden ingediend.
Ben commissie is werkzaam om het be
drijf der rijkswerven te bestudeeren, met
het doel na te gaan of Inkrimping mogelijk
is. De interne reorganisatie van het depar
tement is in bewerking en zal;, naar verwacht
mag worden; oo 1 Januari 1927 voltrokken
zijn. Bjj het opmaken der begroeting kon
hiermede nog niet volledig rekening wor
den -gehouden-. Ook door dezen maatregel
wordt niet vooruitgeloopen op de samenvoe
ging der departementen van oorlog en van
marine, waaromtrent te zijner tijd voorstel
len aan de volksvertegenwoordiging zullen
worden voorgelegd.
De uitwerking van verschillende der hier
boven- bedoelde maatregelen blijkt reeds dui
delijk uit de betrokken begrootingscljfers;
de eindtoestand ds uiteraard nog niet bereikt.
In verband met de voorgenomen Interne
reorganisatie van het departement zijn onder
art. 4 ntat meer uitgetrokken fondsen voor
de betrekking Tan kapitein ter vee, chef
van de afdeeiing personeel, inspecteur van
het korps mariniers, inspecteur van den ge
neeskundigen dienst, officier van gezond
heid, toegevoegd1 aan den inspecteur van den
geneeskundigen dienst
De proeftochten van- den kruiser „Su-
matra" hebben voor een groot deel in De
cember 1925 plaats gehad, doch konden toen
niet geheel worden voleindigd-, omdat bleek,
dat het water in de ketels zout bevatte. In
Mei 1926 hadden de nog resteerende proef
tochten met zeer goeden uitslag plaats,
waarna het schip 26 Mei in dienst werd
gesteld'.
Het uitgetrokken bedrag dient voor beta
ling voor hetgeen bjj' de eindafrekening nog
noodig zal blijken te zijn.
Wat aangaat do eindafrekening van de
„iCelebes", deelt de Minister -nog mede, dat
de door den Minister Westerveld na het ont
vangen van het rapport der commissie van
dading nog onder de aandacht vani die com
missie gebrachte punten, haar aanleiding
gaverrde zaak nader in studie te nemen'.
Op welk tijdstip de definitieve uitspraak
der commissie zal vallen is -thans nog niet
te voorzien, in verband waarmede in- 'het
artikel voor nieuiwen aanbouw (16) voor de
„Celebes" wederom een memoriepost is
opgenomen.
Voor 4© torpedöbootjagers 1924, torpedo-
bootjagers 1925 en- torpedobootjagers 1926
zijn de -bedragen uitgetrokken, welke ver
moedelijk in 1927 aan die vaartuigen ver
werkt zullen worden. De eerstgenoemde
vaartuigen zullen hoogstwaarschijnlijk in
1927 'in dienst komen en naar Oost-Indië
vertrekken; ook wordt verwacht, dat een der
jagers 1925 in 1927 in dienst zal komen.
Verder zijn gelden aangevraagd als eer
sten termijn voor den -bouw van 2 jagers en
van een onderzeeboot.
De aanvraag voor de jagers geschiedt in
verband met den toestand'der -thans nog in
dienst zijnde oude jagers. Voorloopig
wenscht de minister niet verder te gaan dan
vervanging van de 8 oude jagers, terwijl dit
jaar geen gelden zijn aangevraagd voor den
houw van een onderzeeboot voor Oost-Indië.
Het aantal onderzeebooten bedraagt thans
13. Een van die -booten, n.1. de „K 1", zal
'binnen niet al te langen tijd zoodanig ver
ouderd1 zijn, dat hier niet meer voor oorlogs-
gebuik op gerekend mag worden; het over
blijvende aantal van 12 booten zal voors
hands niet worden' uitgebreid In elk geval
moet -in de eerste plaats het aantal jagers
tot 8 worden opgevoerd.
Vervanging van de O 2 t/m O 5 is in ver
band' met den ouderdom van die booten,
dringend' noodig en hiertoe zal geleidelijk
worden overgegaan, De eerste termijn voor
den bouw van- een onderzeeboot O 12 is
daarom thans aangevraagd.
Voor de torpedobootbewapening van de
O 9 t/m' O 11 wordt voor 1927 nog noodig
geraamd 57.700. Voorts is als eerste ter
mijn voor 1 onderzeeboot, bestemd- voor den
dienst in Nederland, uitgetrokken 250.000.
Totaal' 307.700, welke som geheel komt ten
laste der Staatsbegrooting.
Verder Wordt aangevraagd voor: Kruiser
„Sumatra", stottermijn bouwkosten 600.000
gulden, 3 onderzeebooten, K XI t/m K XIII,
aanvullingstorpedobewapening .80.000,2
torpedobootjagers (1924) 2.231j200, 2 tor
pedobootjagers (1925) 2.923.300, 2 torpedo
bootjagers (1926) 3.622.0QQ, 2 torpedoboot
jagers (1927) 450.000, totaal 9.906.500,
van welke som- de helft, ad 4.953.250, komt
ten laste der Staatsbegrooting en de weder
helft uit de begrooting van Nederlandsch-
Inmë aan de middelen in Nederland wordt
gerestitueerd.
De totale kosten van nieuw- en aanbouw,
bedragen, 10.214.200.
Van deze som wordt uit de Indische mid
delen aan die -in Nederland vergoed
4.953.250, zoodat ten laste der Staatsbe
grooting blijft 6.260.950.
In de memorie van- toelichting tot de ma-
rinebegrooti-ng 1926 waren vermeld als -to
taalsommen, van: nieuwen aanbouw
12.136.620, restitutie uit de Indische mid
delen 5.807.510, hetgeen ten laste der
Staatsbegrooting bleef 6-329.110.
Door de aangebrachte vermindei'ingen
werden deze cijfers teruggebracht tot res
pectievelijk 9.736J02Q, 4.607.610 en
5.1-29.110.
Tengevolge van- verhoogingen stegen' zij
weder tot respectievelijk 11.936.620,
6.707.610 en 6229J10.
'Vergeleken dus met hetgeen bij de oor
spronkelijke -begroeting 1926 werd1 toege
staan en -bij suppletoir wetsontwerp voor
jaar nog werdi aangevraagd, wijst de
raming 1927 van het -tien laste der staats
begrooting 'blijvende bedrag een verschil in
minder aan van 968.160.
Sedert de mededeeling in de memorie van
toelichting op de marinebegrooting 1926
werd voor afvoering uit de sterkte der zee
macht in aanmerking gebracht de tot het
Nederlandsch eskader in Oost-Indië behoo-
nende torpedobootjager „Hermelijn". Het
schip zal- in Indië worden verkocht.
'Het eindcijfer van dit hoofdstuk is ge
raamd op een bedrag van 40.982.965,
waarvan 4.963.250 bomt ten laste van het
le hoofdstuk der begrooting. van uitgaven
m Ned.-Indië.
Het eindcijfer van het VIdle hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1926
>edroeg 41.901,683, waarvan '4.607.510
komt ten laste van het le hoofdstuk dier be
grooting van uitgaven in Ned.-Indië, zoodat
voor 1927 minder wordt geraamd' dlan oor
spronkelijk voor 1926 is toegestaan
918.718.
In aanmerking moet echter worden geno
men, dat de bedragen, welke bij nota van
wijziging van de begrooting 1926 zijn afge
voerd, later -bij suppfetoire begroeting weder
zijn toegestaan, zoodat in totaal het eind
cijfer voor 1926 tot 44102.908 is gestegen,
waaruit -blijkt, dat de raming voor 1927
3.119.948 minder bedraagt
Voor amortisatie der vlottende schuld
wordt ruim 4 milioen aangevraagd!, waar
door dit hoofdstuk (Vila) kan worden ver
laagd.
Hoofdstuk VIII (Oorlog). Verschillende
versoberingen worden voorgesteld, zooaie
vermindering van den genenden staf en de
intendance, terugbrengen van de vredes-
sterkte der eskadrons cavalerie van 130 tot
110 paarden, en met een aantal officieren
en manschappen te verminderen, opheffen
van de functie van plaatselijk commandant
der residentie, opheffing van één school-
oompagnie en de opleidingsoompagnie per
regiment 'infanterie, vermindering van serg.-
tamboer en .trompetters, opheffen detr func
tie van inspecteur vrijw. landstorm, ophef
fen mil. gymnastiek- en sportschool, van het
bureau voor psycho-techniech onderzoek bij
de landmacht, en afvloeiing van het thans
nog overcomplete personeel' beneden den
rang van officier. Voor aan vulling en ver
betering van de bewapening wordt wederom
4 millioen uitgetrokken, voor herhalings
oefeningen 1.3 millioen. In totaal wordt
thans minder aangevraagd 182.266.
De uitgaven voor 'hoofdstuk IX (Water
staat) worden geraamd op 58.806.708.
Hiervoor is o. a. voor Maaskanalisatie 2
mil. enl voor verschillende andere kanali
satie- en- normalseoriingswerkem. Voor den
afsluitdijk der Zuiderzee enz. wordt 3.5 mil
lioen gulden aangevraagd, Voor verruiming
en verdieping der buitenhaven Ie IJmuiden
326.000, het binnensluishoofd aldaar eischt
nog 300.000, het bovensluishoofd 1.8 rnill.,
de voltooiing der omlegging van het noor-
aèrhoofd' 100.000. Voor aankoop van gron
den ter verbetering van het Noordzeekanaal
wordt 2 miiffioen noodig geacht. Voor d'e
haven) van Vffissingen is 600.000 uitge
trokken.
Op de onderafdeeling Spoorwegen staan
tegenover eeue verhooging met I 4.500.000
van den post tot dekking van het verlies op
de exploitatie van de Nederiandache spoor
wegen als gevolg van de 'tariefsverlaging,
verminderingen van de posten voor aanleg
van spoorwegverbindingen, enz.
In hoofdstuk X kon o. a. de afdeeiing
Volksgezondheid 1240.761 lager worden
geraamd; hoofdzakelijk wegens verminde
ring van d'en post: Bijdragen voor midden-
standswoningbouw en toegekende bouw
premies.
Het op den gewonen dienst geraamde
overschot van rond' 12 millioen moet eveni-
wel worden verminderd met 3.7 rnlMoeni,
zijnde 60 van de opbrengst der rijwielbe-
iastting, welk bedrag zal worden ten goede
geschreven aan het in te stellen Wegen
fonds. Het resteerend overschot zal de re
geering in staat stellen een begin te maken
met de hoogst noodzakelijke belastingver
laging op den gewonen dienst. De regeering
stelt zich voor dit begin eener verlaging het
meest doeltreffend aan te wenden door, on
der handhaving van de voorgestelde vermin
dering der successierechten en personeele
belasting, voorshands niet aan te dringen op
een onverwijlde behandeling der weeldever-
teringsbeiasting. Deze laatste, waarin tevens
eenige ingrijpende veranderingen zijn aan
gebracht, kan dan op een later tijdstip war
den) behandeld, en, mocht rii door die Ka
mera worden aanvaard; dienen om verlaging
van andere, schadelijker, 'heffingen mogelijk
te maken.
Wordt de op het oogenblik 'bij de Kamer
aanhangige belastingverlaging op den ge
wonen dienst, waarvan het offer voor de
schatkist op 18 miiloen wordt geraamd,
aanvaard' en komt daarnaast de nieuwe hotel-
bedastang, met een geraamde opbrengst van
10 millioen, tot stand;, dan zal de positieve
verlichting, voor zoover die den gewonen
dienst betreft, op 8 mMoen zijn te stellen.
Niettemin mag niet uit het oog worden
verloren, dat het peil der uitgaven nog
steeds te hoog is. De minister waarschuwt er
derhalve voor, dat men) niet uit het oog ver
liest, dat nog steeds voortgezette bezuiniging
wenschelijk ia. De thans voorgenomen ver
laging kan alleen gerechtvaardigd zijn, in
dien daarnaast een streng volgehouden be
perking gepaard' gaat.
Enkele nieuwe uitgaven zijn onvermijde
lijk. Vooreerst de saneering der pensioen
lasten. In plaats van het jaariijjiksche volgens
de Pensioenwet verschuldigd bedrag, zou,
ingevolge het rapport der commissie-Van
Vuuren, een annuïteit worden vastgesteld,,
waardoor het tekort to het fonds geleidelijk
zou worden aangevuld. Hierdoor zullen de
uitgaven voor dit fonds in de eerste jaren
met 6 milioen 's jaars stijgen; waartegen^
over het voordeel staat, dat de 'begrooting
niet meer ongunstig door de steeds stijgende
pensioenlasten wordt beïnvloed-.
In de tweede plaats de afschrijving on het
spoorwegkapitaal. De tegenwoordige af
schrijving is onvoldoende om den achterstand
uit vroegere jaren in ite halen, en te minder
tan hierin worden berust nu de spoorwegen
meer en meer uit hun monopolistische posi
tie worden teruggedrongen. De minister
meenit hiervoor voorloopig 5 millioen' per
jaar te moeten ramen.
In de derde plaats de versterkte storting
in het InvalidfiteitSfonds, waardoor ook nog
eene kleine stijging ontstaat, voor 1927 ge
raamd) op 2 milioen, voor 1928 en 1929
resp. op 2 en 42 miffioen.
In de vierde plaats zak teneinde de zui
vere scheiding itiussohen gewone en buiten
gewone uitgaven op de Watersteatsbegroo-
ting volledig door te voeren; de gewone
dienst van deze begrooting kt de eerstvol
gende jaren nog met rond 4 millioen stij
gen, die tot dusver onder buitengewoon zijn
ondergebracht.
Van dit viertal toekomstige verhoogingen
s feitelijk alleen dé tweede (betreffende de
spoorwegen) onzeker. Onzeker wat betreft
het geraamde bedrag, alsook of die afschrij
ving een nieuwen last voor het budgeit zal
medebrengen De mogelijkheid bestaat, dat
de tariefsverlaging een toenemend vervoer
medebrengt (de eerste resultaten doen zelfs
gunstige verwachting koesteren)
waardoor het subsidiebedrag voor het a.s.
aar te hoog geraamd zal blijken Zekerheid
hierover nog niet te krijgen. Ook moet
worden gewaakt tegen het exploiteeren van
n iet-rendabele lijnen
voortgezette bezuiniging. Ondanks de ver
schillende versoberingsrfetteni voor het on
derwijs, vertoont het eindcijfer dezer begroo
ting niet de verwachte daling, maar inte
gendeel, een kleine verhooging 3 rmlU
De regeering wacht thans met vertrouwer
de nieuwe voorstellen der bedde staatscom
missies af.
(Benige uitgaven worden van buitenge-
woon naar gewoon en omgekeerd gebracht,
hierbij is 3.6 milioen voor de marine,
waardoor voor deze begrooting de laats,e
buitengewone uitgaaf verdwenen is en der
halve de toestand, zooals die door verschil
lende omstandigheden sedert een tiental
jaren was ingetreden, ten volle gesaneerd is.
De begrooting voor Koloniën is op rond
80.000 lager geraamd, zijnde 13.000 voor
kosten' van het Departement en f 87.000
voor 'bijdrage in d-e geldmiddelen' van Suri
name, waartegenover een hoogere raming
staat van 13.000 voor militaire uitgaven
voor Suriname, en eenige kleinere bedragen.
Aan de Staatsbegrooting voor 1927 wordt
nog ontleend1:
Voor 1927 is gerekend op het in dienst
zijn van twee booten als teildere van het
wachtschip te Willetasoord.
Voor 1927 moet gerekend worden op vier
booten in dienst; tegenover twee in 1926.
Er is ook gerekend, dat van de voor O.-I.
bestemde torpedobootjagers in Nederland in
dienst aanwezig zullen zijn een jager gedu
rende vijf maanden en twee jagers gedu
rende twee maanden.
Er wordt gerekend op een derde poMtie-
vaartuig tot bescherming der visscherjj.
Voor een nieuwen hangar is 50.000 uit
getrokken. Voorts zijin gelden uitgetrokken
voor verbetering van het vliegkamp.
CoiL arbeidscontracten.
.Door de regeerin" is ingediend het wets
ontwerp, houdende regeling van de collec
tieve arbeidsovereenkomst.
Blijkens de Memorie van Toelichting be
paalt dit wetsontwerp zich tot de burger
rechtelijke regeling. Daarmede is niet 'be
slist, dat de publiekrechtelijke regeling ach
terwege bliift. De regeering heeft haar
standpunt te dien aanzien nog1 niet bepaald,
doch de burger rechtelijk© regeling heeft
bestaansrecht, ook afgezien van een wette
lijke regeling der verbindendverklaring; en
dit is geen redien de burgerrechtelijke rege
ling langer uit te stellen. De regeling zooals
ziji is ontworpen) vormt in geen geval een
beletsel tegen een pubüekrechtelijken uit
bouw.
De staking bfj de Heemaf.
Tengevolge van de staking aan de
Heemaf te Hengelo, is de Twentsche Me
taal- en Ijzergieterij te Amsterdam ge
noodzaakt, doordat deze fabriek in hoofd
zaak gietwerk van Heemaf ontvangt,
haar werktijd voorloopig in te krimpen
tot 40 uur per week.
De huurconmnlssla
Gedeputeerd» Staten van Utrecht
kennen de opheffing goed.
Gedeputeerde Staten hebben hun goed
keuring gehecht aan het beeluit van B.
en W. van Utrecht om binnenkort over
te gaan tot opheffing van de huurcom-
missie.
Een datum voor die opheffing la nog
niet bepaald, doch het zal uiterlijk 1 Ja
nuari 1927 zijn.
Het lO.MOe schip te Rotterdam binnen.
Een recordjaar.
Dinsdagmiddag is in de Rotterdam-
sche haven het tienduizendste schip bin
nengekomen. Het tienduizendste vaar
tuig is dit jaar heel wat vroeger binnen
dan andere jaren. In 1924 kwam het eerst
in de laatste week van December binnen
en het vorig jaar had dit feit plaats op
24 Novmeber. 1926 'beloofd dus wed een
recordjaar voor de Rotterdamsohe 'haven
te worden.
dat
heeft
de
ge-
dat
UIT DE PERS.
Over de troonrede.
De Standaard (A. R.) zegt,
Troonredë weinig verrassing
bracht. Van het intermezzo-Kabinet^
thans het bewind voert, zijn geen prin-
cipieele hervormingen te verwachten.
Dat de Regeering onnoodlge beperkin
gen van de vrijheid op het gebied van het
Lager Onderwijs wil wegnemen, zal ze
ker in onzen kring, zoo wordt gezegd, met
groote instemming vernomen worden.
Als geheel opent de Troonrede, besluit
het blad, het vooruitzicht op een zitting
zonder schokkende gebeurtenissen; een
zitting die, al is zij rustig, toch niet on
vruchtbaar behoeft te zijn.
De inhoud van de Troonrede stemt De
Nederlander (O. H.) tot gerustheid en
hoop. Het trof echter het blad, „dat in de
veelszins uitvoerige troonrede over de be
langen van nationale defensie, zoowel
wat oorlog als marine betreft, en wat
daarmM© samonliaagt, göhööl wordt go-
zwegen."
Inderdaad! betoogt het blad het
is nuttig werk, dat de regeering aankon
digt, maar het blijft klein werk. Dat is de
algemeen© teleurstellend© indruk van
deze troonrede.
D e T ij d (R. K.) wijst er ook op. dat
de rede geen nieuwe gezichtspunten
brengt.
„Men behoeft zich hierover niet te ver-
wonderen. Immers, sedert zijn optreden
ln Maart JJ., heeft het KaMnetDe Geer
too goed ais niet® kunnen tot stand bren
gen. De Tweede Kamer had nog allerlei
min of meer belangrijk werk te doen. Be
halve instelling der Staatscommissie voor
het Lager-Onderwijs is er van het toen
gepubliceerde regeeringsprogram hoege
naamd niets verwezenlijkt. In de gege
ven omstandigheden kan de Troonrede
dan ook niet anders zijn dan wat zij is:
een schrale aanvulling van het program
uit de Regeeringsverklaring van 11 Maart
jongstleden."
Het blad wijst er dan op, dat de mili
taire paragraaf in de rede geheel ont-
Ij rook t»
De Minister van Onderwijs, naar het
blad ten slotte opmerkt, heeft een hèel
sober program.
Minister De Geer heeft het niet noo
dig geacht, aldus De Maasbode
(R. K.) om de lijn, die het Kabinet op
11 Maart j.1. heeft uitgestippeld, nog eens
door H. M. die Koningin te laten aange
ven.
Daar herhaling is uitgesloten en het
nog af te werken program groot genoeg
is om er jaren aan te arbeiden, is het be
grijpelijk, dat deze Troonrede zoo goed
als niets nieuws bevat, maar is gewor
den een aaneenschakeling van stellingen
en gemeenplaatsen, die weinig zeggen of
voor zich zelf spreken.
In elk geval, zoo besluit het blad, blijft
tegenover deze Troonrede afwachten, de
boodschap en hebben wij dus ons oordeel
over haar inhoud en beteekenks voorloo
pig op te schorten.
Het Volk (S. D. A. P.) acht de
Troonrede tamelijk kleurloos, ook in den
zin, „dat zelfs omtrent de punten van
wetgeving, die de regeering toezegt aan
te snijden, men uit de bewoordingen
waarin dat geschiedt, weinig wijzer
wordt"
„Op die wijze heeft men weinig aan de
troonrede. Zelfs omtrent wat de regee
ring, naar wel schijnt vast te staan, zeker
van plan is, wordt gezwegen. Zoo verluid
de reeds, dat ln de begrooting niet on
belangrijke militaire bezuinigingen aan
hangig gemaakt zullen worden. De troon
rede zegt er geen woord van. Het schijnt
wel het oogmerk der samenstellers te rijn
geweest zoo weinig mogelijk vat te ge
ven."
De katholieke staatspartij, die een koa-
litie-kabinét onmogelijk heeft gemaakt en
ook. aan een demokratisch kabinet niet
wil meewerken is in dè eerste plaats, al
dus Het Volk, verantwoordelijk voor de
politiek van onvruchtbaarheid, waarvan
deze troonrede getuigt
HetVaderla n*d (Lib.), komt in zijn
beschouwing over de troonrede tot de
conclusie:
De Troonrede is een bescheiden stuk,
dat van zelfkennis getuigt van het Inter
mezzo-kabinet wat zijne positie betreft,
en ze zal bij velen het verlangen verster
ken, dat de Kamer dit ministerie voors
hands rustig zijn gang zal llten gaan.
Het Handelsblad (Lib.) is van
meening, dat de eerste troonrede, die on
der het ministerie-De Geer aan de ver-
eenigde vergadering der beide Kamers
is voorgelezen, een stuk zonder stijl is. De
rede verraadt door haar bouw en door
haar inhoud, hoezeer de oplossing der re-
geeringscrisis in Maart LI. een verlegen
heidsoplossing was.
De Nieuwe Rott. Courant (Lib.)
verklaart, dat dit nu met recht eene troon
rede is, om niet veel van te zeggen. Zij
geeft geen aanleiding tot ernstige cri-
Öek, noch ook tot vroolijken lot Het is
meer een keuvelt-je, een Troonpraatje,
dan eene Troonrede, en men mag vragen,
of de Regeering niet, inzonderheid van
het jaar, nu de Koningin nog als gevolg
van een gelukkig genezen riekte moeite
heeft met Haar stem, een wat bondiger
en pittiger stuk had kunnen ontwerpen.
De Telegr. (Lib.) zegt:
„Dat de Troonrede van dit jaar belang
rijk nieuwe perspectieven zou openen,
was nauwelijks te verwachten. Wel ia
waar is er in de Nederlandsche politiek
veel veranderd, sedert de Koningin de
laatste maal ln de Volksvertegenwoordi
ging verscheen om mededeeling te doen
van de maatregelen die van Hare Regee
ring waren te wachten, maar het Kabinet,
dat uit de politieke'roerselen na den
llden November voortkwam, heeft eerst
enkele maanden geleden zijn plannen
ontvouwd en daarvan pas zoo weinig ten
uitvoer kunnen leggen, dat de Troonrede
niet veel meer dan een uitwerking en
aanvulling van het ln Maart opgestelde
schema van regeerbeleld kon zijn.
De ietwat schrale en vage inhoud van
dit jongste staatsstuk behoeft daarom in
het algemeen geen'reden tot ontevreden
heid te zijn."
Mlllloenendans.
De „Nieuwe Rott Ort." 9chrijft:
In den miljoenenidans van het Rijk
krijgt men) den indruk gaan de figuren
maar uiterst langzaam, en1 het eischt heel
wat gecompliceerd© beweging .in de nota
van van 't jaar wordt ©ene ware Charleston
ten beste gegervenll eer de definitieve
stand is bereikt; en eeni tableau is verkregen
dat het oog kan bekoren;
Intussohen, daar loopt het gewoonlijk toch
bérijferingen over het
dienstjaar 1924, waarop verleden) jaar ten
©zen tijd nog een tekort op den gewonen
düenist was berekend' van ruim 281/, mil-
joeni, blijkt thans, zooveel dien dienst aan-
gaat, een overschot van nfim 1 miljoen te
hebben opgeleverd. Een gunstig verschil
dus van maar eventjes 80 miljoea
ien aanzien van den dienst 1925 is het
van hetzelfde laken een pak, ofschoon hier
de verrassing vanzelf niet zoo verwonderlijk
SÜÏ. i over ■vergelijking nog
slechts kan worden gemaakt tusschen de
Diensten van 1925 en 1926
Dienst van 1927.
Reorganisatie van het beheer
van de Marine.
Nieuwe aanbouw.
Gunstiger vooruitzichten?
Noodzakelijke verlaging der
uitgaven.
Nieuwe uitgaven.
Kanonneerbooten.
Torpedobooten.
Torpedobootjagers.
Vlsscherljbeschermlng.
Vliegveld De Kool).
Voortgezette bezuiniging geboden.
■Hem streven der regeering is gericht op
H e t O e n t r u m (R. K.) is van oordeel,
•dat hoewel de Troonrede verwijst naar
hetgeen „in den loop van dit jaar" werd
aangekondigd, men toch zeker omtrent
belangrijke punten van staatsbeleid' meer
zou hebben verwacht, dan de Rede te le
zen geeft.