Een Liefde in de Wildernis
PUROl
NIEUWSBLAD VOOR
HELDER, KOEGRAS, TEXÉL, WIERINGEN EN ANNA PAULOWNA
Ruwe,Schrale Huid
r
Eerste Blad.
Nr. 6256
ZATERDAG 6 NOVEMBER 1926
64ste JAARGANG
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag
Redacteur-Uitgever: O. DE BOER Jr., HELDER
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: -50 en 412
DE ECONOMISCHE
BETEEKENIS VAN HELDER.
Het wordt vervelend, steeds weêr te wij
zen op de beteekenis van de gemeente
Helder als centrum van handel en nijver
heid, vooral in de toekomst, wanneer nog in
geen jaren de wenschen op dit gebied in
vervulling gaan
Toch is dit noodig en goed. Helder ver
keert thans in een overgangstijdperk en die
zijn altijd het moeilijkst door te komen.
Onze nazaten pas kunnen en zullen waar-
deeren, hetgeen door ons is gedaan en ge
offerd, om de Toekomst, die aan hen la, beter
te maken.
Deze overgang, waarin we reeds eeniger-
inate de lijnen kunnen waarnemen, waar
langs de ontwikkeling der gemeente vermoe
delijk zal gaan, moet warden benut voor een
nooit tanende propaganda naar binnen en
naar buiten.
Geloof aan en vertrouwen in eigen zaak
Is het, dat de bevolking zelve steeds moet
worden bijgebracht, aandacht van den bui
tenstaander -dient voortdurend bij elke ge
legenheid te worden gezocht. Steeds waak
zaam, klaar om toe te grijpen, altijd maar
weer aan den boer op, om de belangen der
gemeente te bepleiten bij ieder, die daaraan
door positie of invloed kan meewerken, zie
hier de schoone, hoewel moeizame taak van
heb, die thans geroepen zijn do gemeente
Helder te besturen.
De beteekenis dér Economische Com
missie schijnt nu nog niet groot, doch zal
later blijken zieer groot te zijn geweest.
Het is mogelijk, dat zij eenige jaren
schijnt te zijn ingeslapen, hoewel toch in
dien tijd door verzameling van gegevens
nuttig werk kan worden gedaan, cm dan
plotseling, indien de kans schoon is, alt den
hoek te kamen en het gemeentebestuur op
een of andere wijze behulpzaam te zijn in
eene poging tot ontplooiing of tot verkrij
ging van economische voordeelen of Invloed.
Daarom is het dwaasheid, de belangrijk
heid dezer Oommissie geheel en al af te
nieten naar hetgeen van dit soort lichamen
naai buiten treedt.
Waarom ik dit alles schrijf?.
Onlangs werd ik vereerd1 met een ge
schenk. Ter gelegenheid van het 50-iarig
bestaan van het Noordzeekanaal bood de
gemeente Amsterdam aan verschillende
autoriteiten een prachtig gedenkboek aan:
„De haven van Amsterdam en haar verbin
ding met de-Zee", door Dr. M. G. de Boer.
Op de hem bekende boelende wijze geeft
deze geleerde historicus een levendige en
gedocumenteerde geschrijving van het Am
sterdamsehe havenbedrijf en wat daarmee
annex is.
En al zoo lezende en doorbladeronde viel
mdjn oog op een der kantschriften op blz.
149: „Gevaar van Den Helder".
Natuurlijk trok dit mijn meer dan gewone
„Wij hebben vroeger gezien", aldus Dr.
de Boer, dat Amsterdam slechts noode
zijn medewerking had verleend bij het
graven van het Noord-Hollandsch Kanaal,
en allerlei waarborgen had gevraagd om
dm de nieuwe voorhaven geen concurrent
te krijgen".
Op bladzijde 10 e. v. van zdjn werk vinden
we nu iets over de plannen tot het graven
van het Noordhollandsch Kanaal, waartegen
Amsterdam zich zeer lang heeft verzet.
„In de hoofdstad", zoo lezen we dan,
FEUILLETON.
Roman van HULBERT FOOTNER.
Voor Nederland bewerkt door
W. J. A. ROLDANUS Jr.
„Waar woon je?"
Zij keek hem weer door haar oogwim
pers aan. „Dat zal ik je misschien vertél
len, als ik je beter ken."
„Vertel het me nul" drong hij aam
Zij' knikte van neen.
Sam trok een boos gezicht. „Er steekt
gewoonlijk niets goeds in geheimzinnig*
held," zeide hij.
„Best mogelijk. Maar ik ben niet van
plan alles wat ik weet te vertellen."
Er was iets prikkelends voor een jon
gen man in haar koele, glimlachende ma
rnier van doen.
Plotseling keende zij zich om, om te
luisteren. „Zij staan op," zeide zy vlug.
„Ga je wasschenl"
„Ga je wassohen?" herhaalde zjj'. ,Jk
wil niet meer onaangenaamheden."
Saim 'haalde zijn schouders op en liep
stijf weg. Hij had genoeg om over 'te den
ken, terwijl hij' zich schoor. Zijn gevoelens
waren heel gemengd. Op de een of andere
wijze trok het meisje hein aan, verbijs
terde en maakte hem boos tegelijk. Boos
heid had het laatste woord.
Ingezonden Mededeeiing.
„vonden deze plannen geen onverdeelden
bijval; het stond te vreezen, dat bij' het tot
stand komen van dergelijk kanaal de ge-
heele handel van Amsterdam zich naar de
zooveel gunstiger gelegen voorhaven zou
verplaatsen; in de achttiende eeuw had
men daarom het stichten/ van werven daar
ter plaatse steeds belet. Alleen dan achtte
men een kanaal aannemelijk, als dit de
grootste zeeschepen in staat stelde met
ongebroken lading naar de hoofdstad op
te varen".
Deze actie heeft op de capaciteit van en
de voorwaarden, waaronder het Groot
Noord-Hollandsch Kanaal werd gemaakt, dan
ook grooten invloed1 gehad
„Op 18 Maart 1819", schrijft Dt. De
(Boer, „kwam een schrijven van den' Ko
ning in, waarin werd' verklaard, dat de
aanleg van het Kanaal bij Amsterdam zou
aanvangen, terwijl het getal werven In
Den Helder niet zou worden uitgebreid".
Nu was voorts in die jaren volgens de
bestaande wetgeving de geheele Noordspits
van Noordholland verboden territoir, d w. z.,
dat daar geen lossing en opslag van goede
ren mocht geschieden.
Zelfs werd in 1822 het oprichten van fa
brieken varf allerlei aard daar verboden.
De plaats Helder nam echter, niettegen
staande al deze kwellende bepalingen ge
stadig in beteekenis toe na de totstandko
ming van het Noordhollandsch Kanaal in
1825, en men trachtte dus steeds om daar
van verlost te worden.
„Alle verzoeken .tot het mogen uitbrei
den dier bestaande noodwervon, het stich
ten van een droogdok en van pakhuizen
tot 'berging van lading van schepen, dde
schade hadden beloopen, werden echter
afgewezen" (blz. 60).
In 1846 werd voor het eerst eene poging
gedaan, om het verbod van laden en lossen
opgeheven te krijgen,
„Overeenkomstig heit advies dér Am
sterdamsehe Kamer van Koophandel werd
ook dit verzoek dOor de Regeering afge
wezen".
Men zat eohter toen te Helder niet bij
de pakken neer, maar bleef aandringen op
de zoo begeerde vrijheid. Het aan het bewind
komen der liberalen bracht echter verande
ring in den .toestand. Wy lezen althans, dat
de Gouverneur van Noordholland aan Am
sterdam mededeelt op 18 Mei 1848,
„dat een nieuw verzoek was ingeko
men en ook, dat het dit keer veel kans
had1, om ingewilligd' te wordeni, daar het
niet aanging sommige gemeenten boven
andere te' begunstigen".
Weer adviseerde die Kamer van Koop
handel te Amsterdam tot afwijzing en weer
kreeg Amsterdam haar zin.
'Maar Helder gaf den moed' niet op en
bleef steeds maar verzoeken en had het
voorrecht, ook in de Sta ten-Generaal' steun
te ondervinden.
In Dekker's Ontwikkelingsgeschiedenis
en beschrijving dier Gemeente Helder" lezen
we daaromtrent op blz. 106:
„By de behandeling der wet op de mid
delen in de zitting van 19 Dec. 1849 wer
dén door de heeren Sloet tot Oldhuis en
S. A. de Moraaz, de laatste volksvertegen
woordiger van het district Alkmaar, rede
voeringen gehouden in het belang der ge
meente Helder, waarna de Minister ver
klaarde, dat hy eerkng aan het verzoek
van den Helder hoopte .te voldoen".
Natuurlijk verlevendigde dit de actie der
gemeente en een comité werd gevormd, dat
dan ook tenslotte de overwinning heeft mo
gen vieren.
Amsterdam zat ln 1849 echter geweldig
in de put. De bekende Scheepvaartwetten
kweekten in reederskringen reeds groote
ongerustheid en de ontwikkeling der voor
haven maakte die'onrust nog grooter.
Door den Raad werd op 27 Dec. 1849 eene
commissie benoemd, om te overwegen, wel
ken invloed dit alles op den handel zou kun
nen hebben en welke maatregelen genomen
dienden .te worden.
En nu is het merkwaardig te liezen, welk
oordeel deze commissie in haar rapport over
onze plaats gaf:
„Geen enkele plaats in West-Europa
is zoo goed gelegen om als stapelplaats te
dienen voor de waren, waarmee Engeland
het vasteland' zal overstroomen. Met zyn
nooit dichtvriezende haven, voor de groot
ste schepen bereikbaar, zal het de plaats
worden, waar alle verkeer van dé Noord
oostelijke deelen der lands met Engeland
zich zal conoentreeren; de Zuiderzeevaart
van Amsterdam zal daardoor groote
schade ïyden. De Rijnschepen zullen op
varen naar den Helder, om dan over den
IJsel den Rijn te bereiken. Het Noorde
lijk deel van NoonSioliand, dat zelf geen
koren produceert en dit vam Amsterdam
V
Ingezonden Mededeeiing.
Hij wilde 'haar toonen, dat er met hem
niet te spelen viel, al was hij dan ook de
kok maar. Hy had een gevoel alsof er in
de wereld niets belangrijkere bestond dan
het mysterie, dat 'haar omhulde, op te
lossen. Maar de prikkelende aanraking j
met koud water bracht een reactie. Ter-
wyi hy zich flink met zyn baddoek af
wreef, redeneerde hij tot zichzelf:
„Je gaat de verkeerde richting uit,
oude jongen. Je moet eerst wat meer be-
teekenen voor je naar een meisje kan kij
ken. Zy is verbazend mooi. Je mag er niet
aan denken. Vergeet het! Trouwens een
meisje als zy neemt natuuriyk een man
als Big Jack of Shand. Het dient nergens
voor je in moeilijkheden te steken. Zet het
zaakje uit je hoofd. Kijk den anderen kant
uit. Wees flink!"
De jonge Joe zwaaide zyn zwaar
lichaam de hut om. Toen hy Bela alleen
zag, kon hy zyn goed geluk nauweiyks
galooven. Grinnikend en 'buigend, om
haar zoovéél mogelijk te behagen, 'ging hy
naar haar toe.
„Allo! jy bent ook vroeg op," zeide hy-.
Bela kéék hem op haar meest ondoor
grond eiyke wyze aan.
„Hoe gaat het?" vroeg zij, terwyi zy
hem volgens landsgewoonte haar hand
to6st&k«
Joe streelde die hoffelijk. „Jou te zien
is goed' voor slechte oogenl" riep hij uit,
terwyi hy haar verliefd aankeek. „Ik imag
door den- grond zakken, als jy er niet
mooier uitziet dan de zonsopgang!"
Bela rukte haar hand los. „Onzin!"
zeide zy hooghartig. „Maak de andéren
wakker en laten we gaan eten!"
„Wat wou je zeggen?" vroeg zy. „Nog
meer kletspraat zeker?"
,Hè, wees nou wat lief tegen me," drong
Joe aan.
„Zeg het noul" beval zij.
Joe's gevoel was oprecht genoeg. De
veroveraar van het schoone geslacht wist
niet wat hy zeggen moest.
„Als men jou ziet, is het alsof je tong
verlamd wordt," stamelde hy. „Ik kan het
niet precies zeggen. Je bent zoo'n wonder-
UJfc wezem Ik had nooit gedacht hier iets
als jy 'bent te zullen vinden. Ik zou hier
den heelen dag kunnen bUjwen staan om
naar jou te kyken."
„Ik niet," zeide Bela koud. „Daar héb ik
te veel honger voor. Maak de anderen
wakker en ga je wassohen."
Joe keek haar eens goed aan om te
zien of hy voor den gek gehouden werd
of niet
„Je modht me wel eefas een kans geven
om het goed te maken,'' prevelde hy.
„Ik wil het ontbyt /Maarmaken," zeide
Bela. „Ik heb lekkere visoh meegebracht"
„Loop naar de maan met je ontbyt!"
riep Joe uit „Ik bedoel het eeriyk. Maar
jy traoht van my af te komen."
„Als jy de mannen niet wakker maakt
doe ik het," zeide zy: uit de hoogte.
Haar oogen waren helder als het water
van het meer. Joe moest dé zyne neer
slaan. Boos ging hy terug en schreeuwde
in de deur van de hut
ontvangt, zal nu van uit den Hélder be
diend worden, waar een groote handel in
raan zal ontstaan; de vrachten van de
fczee toch zyn voor den Helder circa
3.lager dan voor Amsterdam. Veel
Amsterdamsehe koopheden zullen daar
hun graan opslaan, om vandaar de gun
stigste markt weer te bunnen bereiken".
Ditzelfde wordt dan in het rapport voor
andere massa-artikelen gevreesd. Voor de
steenkool is de vracht meer dan de waarde,
de reis van New Oastle naar Helder is niet
langer dan van Helder naar Amsterdam.
Men vreest zelfs, dat te Helder de bewer
king der ruwe suiker zal geschieden en bier
brouweryen zullen ontstaan.
Ook de scheepswerven dreigt groot
gevaar. t
,Het Noordhollandsch Kanaal Is al het
graf geworden van denl Amsterdamschen
houthandel. Den Helder zal haar voedster
moeder naar de hartader steken".
Het is wel teekenend voor dén toemmali-
gen geest, dat tegen al dezen opgesomden
jammer geen ander middel wordt aangege
ven dan dat „den Helder er onder moet
worden gehouden".
Intiisschen gaan ér ook stemmen op met
en door-Helder en door de ontwikkeling
dezer plaats te bevorderen, tegelijk Amster
dam te dienen.
„iMaar", zoo vertelt Dr. De Boer verder
(blz. 68), „er was nog een betere weg, en
wel deze, om met de hulp der nieuwere
techniek een betere verbinding te schep
en naar de zee. Het is de heer N.
Ingezonden Mededeeiing. J552)
springende lippen
iranen, die deze oplossing voorslaat
Hy eibent de groote gevaren van de
emancipatie van Den Helder, maar, het
liberale beginsel, dat hiertoe leidde, hul
digend, komt het hem voor, dat noch het
Land» noch de handel in het algemeen zul
len te duchten hebben, terwijl het nadeel
zeer zal worden verminderd, als aan de
hoofdstad, nevens de tolvrijheid van het
Noord-Hollandsch Kanaal, een geregelde
en minder kostbare gemeenschap met de
zee gedurende het geheele jaar kan wor
den verzekerd",
De Amsterdamsehe Raad echter meende
het hallmiddel te moeten blijven zoeken in
het onderdrukken der ontwikkelingsmoge-
ïyikheden van den Helder en deed deswege
ook verzoeken aan de Regeering.
Het 18 wel een byzonder staaltje van ge
brek aan moed1 en energie van onze hoofd
stad uit die dagen en het Is eigenlijk ook
ln haar eigen belang maar goed geweest, dat
de Regeer: ng zich er niet aan heeft gestoord.
Nadat de Burgemeester door den Koning
in een mondeling onderhoud op een ongun
stige beslissing was voorbereid, kwam op 11
Januari 1861 de beschikking van den Mi
nister van Financiën van Bosse af en werd
Helder op 20 Januari 1861, No. 288, met de
volgende aanschrijving van hetzelfde Depar
tement verbiyd (zie Dekker's „Ontwikke
lingsgeschiedenis", blz. 104):
„Afdeeling en Uitgaande Rechten".
^De -Minister van Financiën, gelet op
het verzoek door C. Bakker Bz. en andere
ingezetenen van den Helder aan Zyne
Majesteit gedaan-, om die plaats tot los- en
laadplaats voor zeeschepen aan te wyzen,
brengt namens den Koning ter kennisse
van adressanten, dat de gemeente Helder,
voor zooverre zy 'binnen zoodanigen kring
der vesting, als nader van punt tot punt
zal worden aangewezen!, gelegen is, door
Hjne Majesteit onder de los- en laadplaat
sen by 'in- en uitvoer ter z^e, zal worden
aangewezen, zoodira de -verschillende ge
bouwen, Inrichtingen en schikkingen,
welke door de administratie noodig geoor
deeld worden, zullen zyn daargesteld en
tot stand gebracht".
Hiermee was aan den handel op Helder
dus alle tot nu toe bestaande beperkingen
ontnomen en scheen een schoone tpekomst-
zich voor de gemeente te ontplooien.
De bevolking vermeerderde, snel breidde
de stad zich uit In 1867 werd aan het nieu
we dok begonnen, dat 1866 gereed' was. In
dienj tijd werd1 de waterleiding en gasfabriek
gesticht.
In 1860 kwamen dé" Spoorwegwetten, de
eerste lijn was die van Helder naar Amster
dam. Het spoorbassin kwam daarna tot
stand. In 1868 telde de gemeente ruim 18000
Inwoners tegen 9000 in 1846, dus een ver
dubbeling ln 22 jaar. Het aantal Inklaringen
was in 1872 418 zeil- en 167 stoomschepen,
metende 262688 ton of 1/8 van alle inkla
ringen in Nederlandsohe havens.
Op 10 Juni 1861 benoemden B. en W. van
Amsterdam' eene commissie van deskundi
gen, teneinde een onderzoek ln te stellen
naar de mogelijkheid van doorgraving van
.Holland op zijn Smalst". Want, aldus B.
en W.:
„door het aan Den Helder toegestane
regt om onder de ladings- en lossLngs-
plaatsen te worden opgenomen, zal de
minder gunstige ligging van Amsterdam
zich meer en meer dioen gevoelen^.
Ingezonden Mededeeiing.
Wajirsohuwingsslgnaljen.
- Ais uw organisme zelf u door plfn en
kwalen, een duizelig gevoel, oorsuizingen
on andere stoorisson waarschuwt, dat de
nieren het urinezuur en andore vergiftige
stoffen niet behoorlijk uit het bloed fil-
i treeren, dient gij u fn acht te nemen. Gij
kunt het spoedig genoeg zelf uitmaken:
Let er op of gy last hebt van rugpyn,
rheumatisone pijnen, Ischias of spit, een
prikkelbaar, zenuwachtig, afgemat gevoel,
een gevoel of uw ooien suizen of gonzen,
te vaak of te weinig aandrang tot urinee-
ren, troebel, te donker of te licht gekleurd
water. Bradend en pyniyk bi} do loozing,
Zanderig, gruisachtlg of draderig be
zinksel.
Elk dezer verschynselen kun beteeke-
nen, dat uw nieren hulp behoeven. Ge
bruik dan onmlddeliyk Fosteris Rugpyn
Nieren Pillen. Zy worden aanbevolen als
bet middel, dat de verzwakte nieren op
wekt, de urimeloozing regelt en*u 'bevrijdt
van' rugpyn, rheumatlek en die andere
ellendige verschynselen van nieraamdoe-
ning.
Verkrijgbaar (in glasverpakking met
geel etiket let hier vooral op) by apo
theken en drogisten 1.75 per flacon.
HOOFDSTUK VIL
De dag begon goed: Jack, Shand en Joe
gedroegen zich uitstekend.- Maar ten slotte
werd het te goed. Terwyi ztt naar Beia's
gracieuse bewegingen voor bet vuur ke
ken en het lekkere voedsel, dat zij hen
voorzette, aten, dachten zy allen hetzelfde.
Wat een schat om de hut van een een
zamen pionier te verrijken! Wat betee-
kenden hard werken en teleurstellingen,
wanneer een man zoo'n vrouw bad dm
hem, als zyn daktaak afigéloopen was,
thuis te verwelkomen. Hoe zou een man
het kunnen uithouden alleen te leven, als
hij zoo'n vrouw had leeren kennen? Hoe
zou hy kunnen verwachten te slagen zon
der haar hulp?
En' toen zy' dezelfde gedachten op ei
kaars gelaat weerspiegeld' zagen, begon
het noodlottige vuur der jalouzie weer op
te laaien. Bang, dat een dér 'anderen een
klein voordeeltje behalen zou, gingen zy
hun kameraden1 na als detectiven. Het
resultaat daarvan was, dat zy, hoewel zy
elkaar haatten, aan elkander bleven han
gen als klitten.
Zy volgden Bela als een troep honden^
die élk aar een lekker kluifje betwisten,
gereed om ieder oogenblik hun tanden te
laten zien en elkaar aan te grommen.
Bela, die haar macht zag en een vrouw
was en bleef, maakte daa# natuuriyk een
beetje misbruik van. Dat zy blanke man
nen, voor wie rij haar geheele leven groo
ten eerbied gekoesterd had, om haar
gunst zag bedelen, maakte haar hoofd wat
op hol.
Zy liet zich alles door hen aanbrengen
en halen, alsof zy vrouwen waren. Op die
wyze was de toestand1 precies omgekeerd
aan dien, welke ontstaan was, toen zy het
eerst in de hut kwam.
/Breng ine naaiwerk," zeide zy. „Ik
houd er niet van om niets te doen."
Een stapel gescheurde kleéren werd
voor haar neergelegd.
„Ik zal er voor iederen man één veretel
len," zeide zy.
Nadat zij Husky verbonden en gehol
pen had, ging zy met haar werk buiten in
het zonnetje zitten. Jack, Shand en Joe
lagen voor haar te rooken en keken ter-
Sluiks naar haar; ieder voor zich besloten
zy zich tot iederen prijs meester te maken
van die bekooriyke naaister.
.Hebben jullie niets te doen?" vroeg
Bela koud.
„Dit ls een feestdlaig," antwoordde Jack.
„De 'stal is vuil," hield zy vol.
„Dat ls Shand zyn werk," zeide Joe.
„Ik denlk er niet aan jullie tweeën hier
te laten," bromde Shand. „Er is nog ander
werk genoeg."
.Jullie gaan met elkaar den stal schoon
maken," beval Bela. „Ik zie graag een
sohoonen stal."
„En nou gaan julie hout hakken, zoadat
ik goed1 kan koken," -beval zy, toen zy
terugkwamen. „Ik heb dennen- of berken
hout noodig, geen populierenhout."
Met Sam ging het andera Wanneer
Bela iets tegen hem zeide, -«as het met
een misschien iets grootere arrogantie,
maar het grootste gedeelte van den tyd
gelukte het hem haar uit den weg te
biyven. 6
(Wordt vervolgd).
HELDERSCHECOURANT
ABONNEMENT PER 8 MAANDEN BIJ VOORUITBETALING:
Heldorsche Courant f 1.60; fr. p. p. binnenland f2.—, Ned. 0. en W.
Indiiö p. zeepost f 2.10, ld. p. mail en overige landen f 8.20. Zondagsblad
resp.f 0.50, f 0.70, f 0.70, fl.—. Modeblad resp. f 0.95, f 1.26, f 1.25, f 1.85
Losse nummers der Courant 4 ot; fr. p. p. 6 ct
Poet-Girorekening No. 16066.
ADVERTENTIEN:
20 ot. p. regel (galjard) Ingea. meded. (kolombreedte als redactdon.
teket) dubbel tarief. Kleine advert. (gevraagd, te koop, te huur) v. 11lm 3
regels 40 ct., elke regel ineer 10 ct. bij vooruitbetaling (adres: Bureau
v. d. blad en met br. onder no. 10 ct. ix adv. extra). Bewijsno. 4 ct
16)
„Kan ik soms niet met Je praten, al ben
lk de kok maar?" vroeg hij.
„Maak toch zoo'n haast niet," smeekte
Joe. „Ik wou met je praten. En zoo'n goe
de gelegenheid zal zich niet zoo gauw
meer voordoen."
Doos 30-60-90ct.Tube80ct.
Bij Apoth.en Drogisten
„En het was dit gevaar", aldus Dr. De
Boer, ,dat prikkelend, maar levenswek-
kend tevens zou werken op Amsterdam's
energie".