papierlinnen
Derde Blad
Nieuwe modellen
Ingezonden Mededeellng.
VAN ZATERDAG 6 NOVEMBER 1926^
EQBTE BERICHTEN.
In den boortoren op Mijnweg te Vlodrop
zijn even beneden 600 Meterde eerste
kolen aangeboord.
Verwacht wordt, dat de begrootings-
debatten in de Tweede Kamer op 16 No
vember zullen aanvangen.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Het verdrag met België.
Mussollni ook minister van Binnen-
landsche Zaken.
Eha den draadloos beridht uit Rome
usawlliü In dien ministerraad, meo-
Ingaand^ medefoeUng,
Bij het begin van de zitting wordt het
wetsontwerp tot wijziging van de Suc
cessiewet met o5 tegen 31 stemmen en
de wegenbelasting z. h. s. aangenomen.
Bij de voortgezette behandeling van het
Belgisch verdrag betoogt minister Van
Karnebeek, dat hij niet achter de regee-
ringstafel zou staan, indien waar was,
dat onze welvaart wordt bedreigd en onze
vrijheden worden aangetast. De beheers
commissie tast onze souvereiniteit niet
aanzij heeft alleen betrekking op door
gaande vaart. Ook volgens wijlen prof.
Struycken is de taak der commissie za
kelijk, niet territoriaal. De. beheerscom
missie voor de Schelde is niet onnatuur
lijk. Spr. wijst op de groote bevoegdheden
der Donau- en Elbe-commissie. De Schelde
is de eenige internationale rivier, waarop
geen vreemde mogendheid beheer heeft.
Het nieuwe Schelde regime is voor Ne
derland aanvaardbaar en brengt de rivier,
die steeds aanleiding gaf tot veel opspraak,
terug tot het belang van Nederland en
België alleen.
De bedoeling van de bepaling aangaan
de doorgaande schepen, was aan Antwer
pen den statuste geven van een zeehaven.
De loodsregeling betreft slechts een kwes
tie van werkverdeeling en beteekent geen
afstand van souvereiniteit. Het doel van
de bepaling aangaande Belgische oorlogs
schepen is, te voorkomen, dat een verbods
bepaling van oorlogsschepen tegen België
zou kunnen worden uitgespeeld. Opne
ming van zoodanige bepaling zou wan
trouwen hebben kunnen wekken.
De minister leest een brief voor van
den minister van buitenlandsche zaken
van België aan onzen gezant te Brussel,
waarin volkomen overeenstemming werd
te kennen gegeven met het standpunt der
Nederlandsche regeering ten aanzien van
de kwestie der Belgische oorlogsschepen
en rechten van belligerenten en neutralen
in tijden van oorlogsgevaar.