GEMENGD NIEUWS.
GEMEENTERAAD VAN TEXEL,
BCHAGEN.
De Vereeniging tot ontwikkeling van den
Landlbouw in Hollands Noorderkwartier
Arrestaties van kooplieden.
Dezer diagen zijn te Kief een vijftigtal
particuliere kooplieden gearresteerd. De
reden voor deze arrestaties wordt niet
gemeld.
De ontvluchte apen.
Een der drie apen, over wier escapade
wij Dinsdag bericht hebben ls dloor een
witkiel van het station gevangen. De
beide anderen hebben zdch in den nacht
uit de voeten gemaakt, en ook de eige
naar, een Italiaan, Franco genaamd,
bleek Dinsdagmorgen onvindbaar.
De Uzervoorraad.
vooruitgeloopen op splitsing of samenvoeging. Inzake de reorganisatie
van den vliegdienst zegt spr. zeer uitvoerig met de autoriteiten van
land- en zeemacht de kwestie te hebben besproken van het behoud der
watervliegtuigen. Zelfs al zou spr. deze hebben, dan moet 9pr. daar
aan toch ettelijke tientallen landvliegtuigen aan toevoegen om de
komende vloot te bestoken. Spr. heeft echter niets aan een verken
ning van de vloot op grooten af9tand maar alleen om tijdig het lan-
dingspunt te kennen. En dat kan men evengoed met landvliegtuigen
verkennen. De landvliegtuigen zijn ook veel soepeler in het manoeu
vreeren. Voor ons land zijn dus die zeevliegtuigen niet noodig. Hoe
deze zaak voor Indië moet worden opgelost, is een zaak van later
zorg. Bij de samenstelling van de commissie voor de Rijkswerven
heeft spr. willen vermijden dat werkgevers of werknemers van de
werven er in zaten. Wèl zit er een oud-directeur van de werf te
Batavia in. Het betreffende personeel zal worden gehoord indien de
commissie voorstellen doet die de belangen van het personeel raken.
De Q. XII is een boot, die volkomen voldoet aan de eischen van
onze kustverdediging. Deze boot kan ook in Indië goed worden ge
bruikt. Voteert de Kamer dezen post, dan zullen we er een uitstekend
wapen bij hebben gekregen. De boot is in staat op eigen kracht naar
Indië te gaan. Spr. meent, dat hij den heer Snoeck Henkemans, wat
het personeel betreft, bevredigend heeft beantwoord'. Spr. gelooft in
den geest van de Kamer te handelen de onderwerpen van samenvoe
ging der departemententen en van splitsing der marine nu niet aan
te roeren. Alleen verklaart hij, overtuigd te blijven, dat de samen
voeging zeer goed mogelijk is en dat dit het best een oordeelkundige
verdeeling der gelden, voor de defensie toegestaan,, waarborgt. Aan
de voorbereiding der samenvoeging wordt hard gewerkt. Het gaat
echter niet aan twee heterogene departementen samen te voegen al
vorens deze gereorganiseerd zijn.
Zitting van Woensdag 24 November.
De heeren K. ter Laan, Brautigam, Van Dijk, Van der. Bilt, Oud
en Snoeck Henkemans repliceeren.
Voortgezet worden de algemeene beschouwingen.
De heer Marchant (v.-d.) wenscht iets te zeggen over de be
strijding van de motie-Oud. Het is goed, dat men een motie bestrijdt,
maar dan moeten de argumenten den toets der critiek kunnen door
staan. De heer Deckers heeft gezegd, dat als we deze mensohen recht
doen er anderen zullen komen, die dat ook vragen zullen. Dat is een
dooddoener. Als er anderen zijn, die hetzelfde recht kunnen doen gel
den, dan moet hun recht gedaan worden.
De heer Snoeck Henkemans achtte het verkeerd verband te leggen
tusschen de pensioenen der oud-gepensionneerden en de nieuwe pen
sioenwet. Nu begrijpt spr. den heer Snoeck Henkemans niet, die zegt,
dat als het ware onize handel, ons economisch bestaan, onze welvaart
op de veiligheid van de Koloniën drijven. De menschen, die ons land
dien dienst bewezen, worden met schandelijke pensioenen naar huis
gestuurd en de heer Snoeck Henkemans had moeten zeggen, dat deze
menschen, die geen recht hebben, een recht krijgen. eD wijze waarop
in het lot van deze menschen voorzien wordt is beneden de waardig
heid van het parlement.
De heer Van G ij n (v.-b.) betoogt, dat van een recht geen sprake
is en dat, als men de oud-gepensionneerden meer geeft, dit een royali
teit is. Het gaat er maar om of de royaliteit en masse of individueel
zal geschieden en spr. acht het laatste het beste.
De Minister van Marine a. i., de heer Lambooy, dupliceert.
Spr. houdt vol, dat van armenzorg niet gesproken kan worden en
dat de regeling, voor zoover hem bekend, voldoet. Spr. ontraadt aan
neming der moties en wenscht af te wachten hoe de regeling volgens
het hier aangenomen wetsontwerp werkt.
Spr. verdedigt de onderzeeboot als een zeer bruikbaar wapen en be
strijdt het denkbeeld van een politievloot, die hij beschouwt als haze-
peper zonder haas. Hij betoogt, dat watervliegtuigen niet noodig zijn
om de landing van een vloot te verkennen en dat zij aan den IJssel, in
Noord-Brabant of elders niet bruikbaar zijn. Wat de duikbooten be
treft zijn groote booten in de ondiepe Noordzee niet geschikt.
Betreffende de verdediging van den archipel zegt spr., dat men voor
neutraliteitshandharving. zich met de beschikbare middelen met de
grootst mogelijke kracht moet verdedigen.
Stemmingen.
In stemming komt de motie-K. ter Laan tot gelijkstelling van de
pensioenen vóór 1920 met de tegenwoordige. De motie wordt verwor
pen met 4929 stemmen. Vóór de sociaal-democraten en vrijzinnig
democraten.
De motie-Oud herziening (herziening pensioenen oud-gepensionneer
den zeemacht) wordt verworpen met 4829 stemmen. Voor de soc.-
democraten, vrijzinnig-democraten en die heeren Bulten (r.-k.) en v. d.
Bilt (r.-k.)
De heer Oud stelt een amendement voor om de f 250.000 voor
aanbouw van een onderzeeboot, te schrappen, welk amendement, nadat
de Minister het amendement onaannemelijk had verklaard, verworpen
werd met 48 tegen 28 stemmen.
Ook stelt hij voor de gelden voor den aanbouw van twee torpedo-
bootjagers, ad f450.000, te schrappen, doch in verband met den uit
slag der stemming over het eerste amendement, trekt hij dit voor
stel in.
Bij art. 21 (personeel rijkswerven en marine-etablissement Amster
dam) maakt de heer Van de Bilt eenige opmerkingen.
De Minister antwoordt en sluit zich aan bij diens conclusie,
dat ten aanzijn van het personeel te Hellevoetsluis het rapport moet
worden afgewacht van de desbetreffende vonnissen. Wat betreft het
marine-etablissement te Amsterdam wil spr. overwegen of verbetering
mogelijk is.
Aangaande het marinebad zegt spr., dat hij dit 's Zondags niet kan
sluiten, daar verscheidene burgers alleen op Zondag daarvan gebruik
kunnen maken.
Bij art. 23 betoogt de heer Drop (s.-d.) dat bij den bouw van het
vliegkamp De Kooy niet voldoende gezorgd is voor huisvesting van
het personeel. De bouw van het vliegkamp stelt eischen, die het niet
mogelijk maakten het personeel buiten de gebouwen te huisvesten.
De Minister zegt hiervan: er is geen gebrek aan comfort. Doch bij
het opengaan van een deur waait men bijna weg.
De Minister is het met den spreker eens, dat de inrichting niet
mooi is. Het spreekt vanzelf, dat als de menschen er wegwaaien en
wegregenen, daar verbetering moet kamen.
Bij art. 29 (Marine-luchtvaartdienst) verklaart de heer J. J. C. v a n
D ij k, dat het voor hem niet vaststaat, dat verkenningen op grooten
afstand niet noodig kunnen zijn. Bij schijmoperaties zijn zij van nut.
'SPr: vraagt of er over de aanschaffing van watervliegtuigen ook het
advies is gevraagd van den marineluchtvaardienst en den chef van den
generalen staf.
De M i n i 8 t e r betoogt, dat men bij de kustverdediging aan ver
kenningen op grooten afstand niets heeft, daar een vloot zich kan
verplaatsen zonder een spoor achter te laten. Het is voldoende om by
het aanbreken van den dag een groot aantal landvliegtuigen uit te
zenden over de geheele breedte van de kust. Spr. vraagt de Kamer
te willen koersen op de studie, die spr. reeds jarenlang van dit onder-
werp heeft gemaakt. Zij heeft ook verschillende autoriteiten geraad
pleegd, welke, dat weet hij niet precies meer.
Het art. wordt aangenomen z.h.s.
Bij art. 30 (personeel actieve zeemacht) klaagt de heer Drop over
de trage bevordering en over de slechte bezoldigingsregeling van het
personeel. Ook is het verschil in aftrek voor voeding en huisvesting
aan gehuwden en ongehuwden volgens de bestaande regeling volkomen
verkeerd.
De heer van de Bilt zou de faciliteit voor de gehuwden, dat
zij minder dan de ongehuwden voor de voeding aan boord hebben te
betalen tot de kostwinners willen zien uitgebreid.
De heer Weitkamp (c.-h.) vraagt den minister voor de marine
binnenlandsch vleesch te verstrekken.
De Minister zegt, dat de beantwoording van de vraag wat
voor het personeel gunstiger is: een lange of een korte school, afhangt
van de wijze waarop de school is tot stand gekomen. De salarissen
der verschillende categorieën zijn zeer zorgvuldig overwogen.
De matrozen kunnen niet spoedig tot korporaal worden bevorderd,
omdat er dan teveel korporaals ntpodig zijn. Bij een beroepspersoneel
moet men er rekening mee houden, dat er behoefte is aan matrozen
en niet aan korporaals. Er is gestreefd een zekere regelmaat te leggen
in de bevordering, zonder dat die bevordering dwingend ia.
Wat betreft de voeding en huisvesting meent spr. dat bij het salaris
van de ongehuwden rekennng is gehouden met de behoeften. Het is
goed, dat het gehuwde personeel niet het volle bedrag betaalt, omdat
het huisgezin aan den wal zijn behoeften heeft.
De vraag van den heer van de Bilt zal spr. overwegen, doch hij
fnerkt op, dat de ambtenaarskwesties in hun geheel moeten worden
bezien.
Wat de vraag van den heer Weitkamp betreft merkt spr. op, dat
^deze kwestie die aandacht der regeering heeft.
Het artikel wordt z. h. s. aangenomen.
Bij art. 35 (onderwijs, ontwikkeling, ontspanning) dringt mevr. D e
V r i e sB r u i n s aan op sterkere bestrijding van de venerische
ziekten.
De Minister is het met mevrouw de VriesBruins eens, dat
de bestrijding der venerische ziekten een belangrijke overheidstaak is.
Hij zal dus nets nalaten om die bestrijding te bevorderen, dooh hij
kan aan de gezagsverhouding niets veranderen en deze is zoodanig,
dat het departement van manine alleen administratief gezag heeft in
Indië en dus bij de bestrijding der infectiehaarden de minister van
marine machteloos staat. Spr. sluit zich bij de spreekster aan waar
deze een lans brak voor het marinepersoneel en hun vrouwen, waar
onder er zeer en zeer velen gevonden worden die een eerepalm ver
dienen voor de wijze, waarop zij de huwelijkstrouw bewaard hebben.
Spr. streeft er naar de bezwaren, verbonden aan een langdurige schei
ding, op te heffen en hij zou gaarne de gezinnen mee laten gaan naar
Indië. Men moet echter de zeggenschap van de|Indische regeering niet
onderschatten. Deze heeft voor de huisvesting te zorgen en heeft reke
ning te houden bijrv. met het gevaar dat de gezinnen naar de kampong
verzeilen.
Het art. wordt z. h. s. aangenomen.
Bij art. 80 (loodswezen) bespreekt de heer J. J. C. van Dijk de
vraag of het loodswezen bij waterstaat of bij marine behoort te worden
ondergebracht. Spr. wenscht het bij marine te houden en verbaast er
zich over, dat de minister niet op dit standpunt staat, doch dat hij,
hoewel men van oordeel is dat het loodswezen volkomen aan de be
hoefte voldoet en zelfs uitblinkt, meent, dat het aanbeveling verdient
het bij waterstaat onder te brengen.
Het departement van waterstaat geeft de regelen voor het verkeer,
maar dat sluit niet in, dat het beheer over -alles moet hebben. Voor
de beloodsing is noodig nautische en hydrografische kennis en die
heeft men bij het dept. van marine. Het verdient geen aanbeveling
dezen tak van dienst bij een niet-deskundig departement onder te bren
gen. Het argument, dat de loodsdienst niet behoort bij een militair
departement kan spr. niet aanvaarden. Waarom zou een militaire de
partement niet evengoed als een ander een tak van dienst kunnen
beheeren?
De Voorzitter verdaagt d evergadering tot Donderdag I uur.
(Ongecorrigeerd).
gehouden op 23 November 1926.
Aanwezing alle (18) leden.
Voorzitter de heer Oort, burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering,
wijst er op, dat het programma niet groot
is, dat het punt omtrent lager landbouw
onderwijs wel gewichtig is en wenscht,
dat de vergadering een goede mag zijn.
De notulen worden gelezen en onge
wijzigd goedgekeurd.
Mededeellngen.
Ingekomen stukken waren er niet. De
voorzitter gaf eenige mededeelingen aam
gaande de electrische aangelegenheden.
Met de vergunningen voor het aanleggen
van het net door verschillende landerijen
was men nu bijna geheel klaar gekomen,
met een tweetal personen werd nog onder
handeld,
Voor het houden der vergaderingen
van de T. E. M. en andere aangelegen
heden zal een kamer in het Raadhuis in
gereedheid gebracht worden, terwijl tele
fonische verbindingen zullen aangebracht
worden tusschen raadhuis, electrische
centrale, terwijl ook telefonisch verbonden
zullen zijn directeur, lynwerker, brand
meester en gemeente-opzichter.
De bestekken voor aanlegging van het
net zijn verzonden en tot 1 December
worden de aanbiedingen ingewacht. Men
meene evenwel niet, dat daarna onmid
dellijk met het aanleggen begonnen kan
worden, daar nog heel wut voorbereidingen
vooraf moeten gaan.
Goedkeuring begrooting Alge
meen Armbestuur.
De commissie, bestaande uit de heeren
De Draaf, J. Boon en J. Kikkert heeft
geen aanleiding tot op- en aanmerking
gevonden, zoodat de begrooting voor 1927
wordt vastgesteld met een eindcijfer van
f 18.061.76.
Vaststelling Rooilijn.
Dit betreft het erf van den heer J. O.
Drijver, te Oosterend, die tegen den weg
eenige gebouwen wil plaatsen. Er zullen
daar boomeD gerooid worden, wat een
vrij uitzicht zal geven voor het verkeer.
Wordt alleszins aannemelijk geacht.
Restauratie toren te Den Burg.
Dit punt is niet nieuw. Rijk en Pro
vincie kunnen voor de restauratie, zooals
de Vereeniging van Natuurmonumenten
dit verlangt, 45 bijdragen, 't Past Texel
tegenwoordig, nu de opbrengst van den
veestapel f 836.000.minder is, dan het
vorig jaar, niet best, 55 °/0 der kosten te
betalen. Er gaan stemmen op, om de zaak
op dè lange baan te schuiven en de zaak
aan te houden tot betere tijden voor de
gemeente. Gevraagd wordt, of de toren
gevaar kan opleveren voor de omgeving,
wat door niemand bevestigend, noch ont
kennend beantwoord kan worden. Wie het
zegt, moet het kunnen verantwoorden.
Een schrijven van Ged. Staten kan wel
neergelegd worden, doch de verantwoor
ding blijft. De Voorzitter acht 't wel
noodig, dat tot herstelling wordt overge
gaan.
De heer A. Boon vraagt, of 't van des
kundige zijde bekend is, dat de toren
slecht is. De heer Kikkert meent, dat er
alle jaren f 100 aan verbetering besteed
wordt, wat de Voorzitter lang niet vol
doende acht. De heer Pisart wil een paar
jaar wachten en dan opnieuw zien. De
heer Roeper acht het gevaar in de spits
en wil deze afbreken, zoodat de toren dan
een stompe wordt.
Wethouder Vlaming meent, dat de ge
meente een te groot percentage moet
betalen en wil nog eens bij Rijk en Pro
vincie aankloppen. De Voorzitter vraagt
machtiging van den Raad, om nog eens
bij Rijk en Provincie aan te kloppen en
over een paar maanden het onderwerp
opnieuw ter sprake te brengen, waartoe
besloten wordt.
Verzoek Bestuur waterschap E Ier
land om ontheffing JaarUJksche)
bijdrage onderhoud straatweg.
In de vorige vergadering was in handen
van B. en W. om praeadvies gesteld een
adres, waarin verzocht wordt genoemd
waterschap te ontslaan van de jaarl. ver
plichting tot betaling aan de gemeente
van een bedrag, groot f 72.in de kosten
van onderhoud van den straatweg te De
Oocksdorp. Dit verzoek steunt op de over
weging, dat in oe overige dorpen der
gemeente de straten van gemeentewege
worden aangelegd en onderhouden.
Nu hebben de concessionarissen van
den polder bepaalde lasten op zich ge
nomen; daartoe behoort ook het onder
houden van de in den polder gelegen
wegen. De lasten rusten dus feitelijk van
den aanvang af op den grond, zoodat de
tegenwoordige eigenaren, die de rechten
en verplichtingen van de ooDcessionaris-
sen hebben overgenomen, de gronden
hebben verkregen, bezwaard met bedoelde
lasten en waarmede derhalve bij de be
paling der koopsom rekening kan worden
fehouden. Op grond daarvan gaat een
eroep op het onderhoud, dat inde andere
dorpen geldende is, niet op. B. en W.
meenen dan ook, dat er geen termen aan
wezig zijn het destijds ingenomen stand
punt te verlaten en adviseeren dus op het
adres afwijzend te beschikken.
De heer De Graaf vraagt of B. en W.
van plan zijn ook de andere dorpen door
de polderbesturen te laten bestraten,
waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit
geheel gemeentewerk is en blijft.
De heer Keesom meent, dat beproefd
moet worden de weg Haven, Den Burg,
De Oocksdorp een primaire weg te doen
zijn en dan wachten.
Het Praeadvies van B. en W. wordt
aangenomen.
Wijziging Gemeentebegroottng 1926.
Het betreft hier posten van af- en over
schrijving, die door den Seeretaris worden
voorgelezen en daarna worden goedge
keurd.
Voorstel tot het nemen van maat
regelen om te komen tot oprlchttng\
eener lagere landbouwschool.
Het heeft de aandacht van B. en W.
getrokken, dat op hoofdstuk V van de
ontwerp-Staatsbegrooting voor het jaar
1927 een bedrag van f 50.000.Is uit
getrokken voor meerdere kosten van
lagere land- en tuinbouwscholen, welke
post als volgt door den Minister is toe
gelicht:
„In verband met het door de Oommissie
van advies in zake het lager land- en
tuinbouwonderwijs uitgebracht gunstig
advies over de tot dusver verkregen
resultaten met de bij wijze van proef in
verschillende dealen van ons land ge
stichte lagere landbouwscholen, wordt
voor 1927 een bedrag van f 50.000
aangevraagd, (ten einde tot uitbreiding
van het aantal dezer scholen met een
tiental op nader te bepalen plaatsen te
kunnen overgaan."
Blijkens het voorloopig verslag Is het
plan van den Minister in de afdeelingen
van de Tweede Kamer zeer toegejuicht,
zoodat er alle redeuen bestaan om aan
te nemen, dat de gelden door de Staten-
Generaal ter beschikking zullen worden
gesteld.
B. en W. meenen redenen te hebben,
om aan te nemen, dat bij de plannen voor
oprichting eener lagere school voor land
bouw op Texel op voldoende medewerking
mag worden gerekend, waarom zij ge
meend hebben de onderwerpelljke aan
gelegenheid bij den Raad aan de orde
te moeten stellen.
Het belang van een dergelijke onder
wijsinrichting voor de bevolking dezer
gemeente behoeft nauwelijks nader in
het lioht te worden gesteld. In landbouw
en veeteelt tooh vindt het grootste deel
van de bevolking de hoofdbron van be
staan. Daarbij komt de geïsoleerde lig
ging der gemeente, welke het voor bijna
alle betrokkenen te kostbaar maakt,
elders landbouwkundig onderwijs te ont
vangen.
Gelet op het vorenstaande is het zeker
alleszins begrijpelijk, dat de zaak ook
de aandacht van het Bestuur der plaat
selijke afdeeling van de Hollandsohe
Maatschappij van Landbouw niet ontgaan
is en dit, naar de Voorzitter mededeelde,
in de vergadering van dat Bestuur een
onderwerp van bespreking zou uitmaken.
Voorgesteld wordt B. en W. te mach
tigen tt et de verschillende organisatiën,
op het gebied van landbouw en veeteelt
in de gemeente werkzaam, met betrek
king tot de onderwerpelljke aangelegen
heid ln overleg te treden, en, zoo zulks
wenschelijk blijkt, bij de Regeering stap
pen te doen, om tot de oprichting van
een lagere landbouwschool op Texel te
geraken.
De Heer Pisart zegt een stukje in het
landbouwblad gelezen te hebben, waarin
men meent, dat er meer heil te verwach
ten ls van landbouwcursussen, dan van
lagere landbouwscholen.
De Voorzitter zegt, dat dit hem be
vreemd, daar de schrijver van dat stuk
juist de gangmaker is geweest voor een
lagere landbouwschool.
De Heer Vlaming, die bedoeld blad bij
zich had, las hiervan een gedeelte voor
en nu bleek het, dat de Heer Pisart ver
keerd gelezen had, daar juist het tegen
overgestelde bedoeld werd.
De meeste leden spraken zich met
vreugde uit over de daarstelllng van een
lagere landbouwschool, waarbij de Ge
meente alleen voor de lokalen behoefde
te zorgen, zoodat de gevraagde maohtiging
aan B. en W. werd verleend.
Vaststelling Gemeentebegroottng.
De Oommissie van onderzoek was hierbij
niet eenstemmig. De Heeren A. Boon en
Vonk stelden voor de begrooting te ver-
hoogen met f7000 voor werkverschaffing,
daar er stellig veel werkeloosheid zou
komen ln dezen winter. De Heer Keesom
wilde dit niet. Hij wilde wel geld geven,
maar 't mocht niet op de begrooting ge
bracht worden. Verschillende leden noem
den het een memoriepost, doch de Heer
Keesom was niet te overtuigen. Tenslotte
stelde de Heer Keesom voor hierover te
stemmen, doch zijn voorstel viel met 12
stemmen tegen sn een voor, die van den
Voorsteller.
Voorstel tot Pensioenbijdrage.
Hiermede was de agenda af, doch er
was nog een voorstel ingekomen van den
Heer Pisart, met het voorstel van de Ge
meente-ambtenaren een pensioenbijdrage
van 8'/a te heffen, wat een belangrijke
besparing voor de Gemeentekas zou zijn.
De Voorsteller had evenwel geen ple
zier van zijn bezuinigingsvoorstel.
De voorzitter noemde bezuiniging een
goed ding, maar Btelde de rechtvaardig
heid hooger. De salarissen zijn niet groot,
er zijn maar 5 ambtenaren die meer dan
f 2000 hebben en 45 die er beneden vallen.
Heffen we nu 81/» °/0, dan zullen we voor
velen salarisverhooging moeten geven.
Het bevreemdde den heer Vlaming, dat
dit voorstel kwam van den heer Pisart,
die nog kort geleden heeft gewild, dat
Texel voor de rijks-ambtenaren in een
hoogere salarisklasse zou komen. Hij
heeft de gevolgen niet voldoende inge
dacht, misschien ook moet het bedoeld
zijn als een politieke parade.
De heef S. Keizer wees er op, dat ook
de gemeente Huizen pensioen-bijdragen
heeft willen heffen, hoewel deze gemeente
er heel wat slechter aan toe is dan Texel.
En toch onthielden Ged. Staten de goed
keuring hieraan. Texel zal geen kans
hebben.
De heer Pisart begreep nu wel, dat er
salarissen zijn, die er niet voor in aan
merking komen, doch Texel geeft hoogere
loonen, dan andere gemeenten en daar
is men ook niet vry.
De wethouder Keijser gaf een overzicht
van de salarissen op Texel, waardoor
de schriele loonen duidelijk uitkwamen.
Neemt men hiervan 87»%, dan zal men
tot f 3000 komen, doch als men de lagere
salarissen gaat verhoogen, zal men mis
schien f400 overhouden.
De heer Pisart meende, dat er wel
f7000 bezuinigd zou worden.
De heer Steepker meende eerst den
heer Pisart te moeten steunen, maar door
het gehoorde was hij geheel van meening
veranderd.
Nog klonk er een stem, die Pisart aan
raadde, zich in het vervolg vooraf beter
op de hoogte te stellen, eer hij met voor
stellen kwam. De Voorsteller zag zioh
zoo in het nauw gebracht, dat bij zijn
voorstel introk. (Applaus).
De Rondvraag leverde weinig op.
De heeren Kikkert, J. Boon en Vonk
vroegen om verbetering van eenige weg
gedeelten. De heer Pisart vroeg of er al
een deel van het eleotriciteitswerk is
aanbesteed, daar zich hier reeds een lijn-
werker heeft gevestigd, 't Was niet zoo.
Hierna sluiting.
„Ver. tot ontwikkeling van den
Landbouw".
'hield hare algemeene vergadering op 24
November te Schageni.
De heer P. Stapel Oz. van Hoogoarspel,
voorzitter, opende die vergadering met de
opmerking, diat de uitkomsten van het be
drijf, vooral van de veeboeren, dit jaar niet
gunstig zijn geweest, doch bi): hoopt, dat de
landbouw ook deze malaise, ook zondier mede
werking van de regeering te 'boven zal ko
men. Uit de mededeellngen bleek, dat die
gekozen bestuursleden, de heeren P. Kiste-
maker, Waardpolder, K. A. Kaan, Wlerinr
gerwaard, Joh. de Veer, Schagen, en D.
Schoenmaker, Hoogoarspel, allen hunne ver
kiezing hadden aangenomen. De feestelijk
heden van het 60-jjarlg bestaan van het land
bouwonderwijs zullen döor die Vereeniging
met 25 worden gesteund. De hoop wordt
uitgesproken, dat de IJseloommlssie zal blij
ven bestaan. Het achtte den Regeerings-
steun voor de Suikercultuur niet noodig.
Algemeen was men tegen de belasting van
den landbouw van de kanalisatie. De land
bouw 'zou dan dubbel belast worden. In de
eerste plaats was dit een belang voor handel
en scheepvaart.
De rekening van 1926 werd ln handen ge
steld van de heeren O. Pok, O. P. Hertog en
J. Schuitemaker, allen te Beemster.
Als voorzitter van. het komende 8->jarlg
tijdperk werd gekozen de heer Kramer
Glijnls, Stompetoren, als vice-voorzitter de
heer J. de Veer te Schagen.
Door den Minister was het oordeel der
vereeniging gevraagd van de plaats, die het
meest in aanmerking zou komen voor eene
neutrale lagere Landbouwschool in Noordr
Holland'. Het bestuur had geadviseerd, dat
om verschillende reden daarvoor Purmerend
in de eerste plaats in aanmerking kwam.
Afgevaardigden van Hoorn verzetten zich
tegen dit advies. Na veel heen-en weer pra
ten werd het bestuur ln overweging gegeven
Pupmunendl en Hoorn te noemen.
Daarna werden verschillende rapporten
uitgebracht. Prof. M. F. Visser hield eene
interessante improvisatie over het bieten-
rooivraagstuk. Dit werd dloor lichtbeelden
opgehelderd.
Ook sprak de hooggeleerde heer over de
verkregen resultaten met moldraimge. Over
't geheel waren de uitkomsten in den Dolr
larapolder, den polder Waard en Groet en
ln Friesland' bevredigend. Voor de Werk-
tuigenoomimissie voerde de heer P. Visecher,
Wieringerwaard, het woordl Spreker be
paalde zich voornamelijk tot haar vervoer.
De eigenaardige wijze, bij den heer Appel
teJBurgerbrug en den heer Winkel te Scha-
geribrug, vond wegens hare goedkoops en
practische wijze aanbeveling, vond spreker.
De zuiveloonsuient, de heer Zwierstra,
Utrecht, bracht verslag uit over de werk
zaamheden der Zuiveloommissde. Dtr. Sohelji,
Hoorn, sprak over het werk der Melkoom-
missde. Daarna sluiting.
CtorrespanaenÖQ.
Kegens plaatsgebrek moest het verslag
van „Doreas" en eenig nieuws van Wielin
gen blijven liggen tot een volgend nummer.
Dat het keeren van het roestproces
van groot belang ls, blijkt wel het beste
uit het kwantum dat door roest jaarlijks
aan ijzer verloren gaat. Volgens schatting
bedraagt dit 20 millioen ton per jaar.
Voor het produoeeren van ijzer staan
over de geheele wereld gerekend onge
veer 50 milliard ton Ijzererts ter beschik
king. Het gehalte daarvan aan zuiver
ijzer bedraagt 1517 milliard ton. Boven
dien wordt nog geschat aanwezig te zijn
ongeveer 150 milliard, die echter voor
loopig niet voor de ""productie in aanmer
king komen. Bij het steeds stijgende ijzer-
verbruik kunnen de eerstgenoemde hoe
veelheden ongeveer voldoende zijn tot het
einde van deze eeuw. De als waarschijn
lijk aangenomen 150 milliard ton kunnen
dan het verbruik nog 200 jaar dekken.
Dan is echter al het ijzer op en het
einde van het „ijzeren tijdperk" ge
komen.
MARKTBERICHTEN.
PUEMEKEMD, 09 Nov.
6 stapels fabroikakaos per 60 kg. R.M. 63;
22 stapels boerenkaas per kg. R.M. 60; 659
kg. .boter per kg. 1.85—1.96; 677 runderen:
420 vette per kg. 0.70—0.95; 149 melke en
gelde 106860; 8 stieren; 84 paarden f 100
—200; 20 vette kalveren per log. 1.40—1.60;
217 nuchtere idem: voor de slacht 10—87,
voor de fok 1009; 620 vette varkens: voor
de zoute rij per kg. 0.64—0.69, voor de slacht
per kg. 0.680.72; 62 magere varkens 06
46; 280 biggen f 10—00; 1884 schapen en over-
'houders: schapen 24—86, overthou.de ra 14
—04; 60 hokken; 160 ganzen 4—605; 19
zwanen 10; kipeleren per 100 «tuks 10—12;
eendeleren per 100 stuks 7.
Eieren/veiling.
2650 kipeleren A 10.40-ia90, 200 Idem B
7.70—8.60, 806 eendeleren A 7.60, kalkoen-
eieren 17alles per 100 stuks.
(Reeds ln een gedeelte van die oplaag ven
het. vorig no. opgenomen.)