GEMENGD NIEUWS. GEMEENTERAAD VAN TEXEL, BCHAGEN. De Vereeniging tot ontwikkeling van den Landlbouw in Hollands Noorderkwartier Arrestaties van kooplieden. Dezer diagen zijn te Kief een vijftigtal particuliere kooplieden gearresteerd. De reden voor deze arrestaties wordt niet gemeld. De ontvluchte apen. Een der drie apen, over wier escapade wij Dinsdag bericht hebben ls dloor een witkiel van het station gevangen. De beide anderen hebben zdch in den nacht uit de voeten gemaakt, en ook de eige naar, een Italiaan, Franco genaamd, bleek Dinsdagmorgen onvindbaar. De Uzervoorraad. vooruitgeloopen op splitsing of samenvoeging. Inzake de reorganisatie van den vliegdienst zegt spr. zeer uitvoerig met de autoriteiten van land- en zeemacht de kwestie te hebben besproken van het behoud der watervliegtuigen. Zelfs al zou spr. deze hebben, dan moet 9pr. daar aan toch ettelijke tientallen landvliegtuigen aan toevoegen om de komende vloot te bestoken. Spr. heeft echter niets aan een verken ning van de vloot op grooten af9tand maar alleen om tijdig het lan- dingspunt te kennen. En dat kan men evengoed met landvliegtuigen verkennen. De landvliegtuigen zijn ook veel soepeler in het manoeu vreeren. Voor ons land zijn dus die zeevliegtuigen niet noodig. Hoe deze zaak voor Indië moet worden opgelost, is een zaak van later zorg. Bij de samenstelling van de commissie voor de Rijkswerven heeft spr. willen vermijden dat werkgevers of werknemers van de werven er in zaten. Wèl zit er een oud-directeur van de werf te Batavia in. Het betreffende personeel zal worden gehoord indien de commissie voorstellen doet die de belangen van het personeel raken. De Q. XII is een boot, die volkomen voldoet aan de eischen van onze kustverdediging. Deze boot kan ook in Indië goed worden ge bruikt. Voteert de Kamer dezen post, dan zullen we er een uitstekend wapen bij hebben gekregen. De boot is in staat op eigen kracht naar Indië te gaan. Spr. meent, dat hij den heer Snoeck Henkemans, wat het personeel betreft, bevredigend heeft beantwoord'. Spr. gelooft in den geest van de Kamer te handelen de onderwerpen van samenvoe ging der departemententen en van splitsing der marine nu niet aan te roeren. Alleen verklaart hij, overtuigd te blijven, dat de samen voeging zeer goed mogelijk is en dat dit het best een oordeelkundige verdeeling der gelden, voor de defensie toegestaan,, waarborgt. Aan de voorbereiding der samenvoeging wordt hard gewerkt. Het gaat echter niet aan twee heterogene departementen samen te voegen al vorens deze gereorganiseerd zijn. Zitting van Woensdag 24 November. De heeren K. ter Laan, Brautigam, Van Dijk, Van der. Bilt, Oud en Snoeck Henkemans repliceeren. Voortgezet worden de algemeene beschouwingen. De heer Marchant (v.-d.) wenscht iets te zeggen over de be strijding van de motie-Oud. Het is goed, dat men een motie bestrijdt, maar dan moeten de argumenten den toets der critiek kunnen door staan. De heer Deckers heeft gezegd, dat als we deze mensohen recht doen er anderen zullen komen, die dat ook vragen zullen. Dat is een dooddoener. Als er anderen zijn, die hetzelfde recht kunnen doen gel den, dan moet hun recht gedaan worden. De heer Snoeck Henkemans achtte het verkeerd verband te leggen tusschen de pensioenen der oud-gepensionneerden en de nieuwe pen sioenwet. Nu begrijpt spr. den heer Snoeck Henkemans niet, die zegt, dat als het ware onize handel, ons economisch bestaan, onze welvaart op de veiligheid van de Koloniën drijven. De menschen, die ons land dien dienst bewezen, worden met schandelijke pensioenen naar huis gestuurd en de heer Snoeck Henkemans had moeten zeggen, dat deze menschen, die geen recht hebben, een recht krijgen. eD wijze waarop in het lot van deze menschen voorzien wordt is beneden de waardig heid van het parlement. De heer Van G ij n (v.-b.) betoogt, dat van een recht geen sprake is en dat, als men de oud-gepensionneerden meer geeft, dit een royali teit is. Het gaat er maar om of de royaliteit en masse of individueel zal geschieden en spr. acht het laatste het beste. De Minister van Marine a. i., de heer Lambooy, dupliceert. Spr. houdt vol, dat van armenzorg niet gesproken kan worden en dat de regeling, voor zoover hem bekend, voldoet. Spr. ontraadt aan neming der moties en wenscht af te wachten hoe de regeling volgens het hier aangenomen wetsontwerp werkt. Spr. verdedigt de onderzeeboot als een zeer bruikbaar wapen en be strijdt het denkbeeld van een politievloot, die hij beschouwt als haze- peper zonder haas. Hij betoogt, dat watervliegtuigen niet noodig zijn om de landing van een vloot te verkennen en dat zij aan den IJssel, in Noord-Brabant of elders niet bruikbaar zijn. Wat de duikbooten be treft zijn groote booten in de ondiepe Noordzee niet geschikt. Betreffende de verdediging van den archipel zegt spr., dat men voor neutraliteitshandharving. zich met de beschikbare middelen met de grootst mogelijke kracht moet verdedigen. Stemmingen. In stemming komt de motie-K. ter Laan tot gelijkstelling van de pensioenen vóór 1920 met de tegenwoordige. De motie wordt verwor pen met 4929 stemmen. Vóór de sociaal-democraten en vrijzinnig democraten. De motie-Oud herziening (herziening pensioenen oud-gepensionneer den zeemacht) wordt verworpen met 4829 stemmen. Voor de soc.- democraten, vrijzinnig-democraten en die heeren Bulten (r.-k.) en v. d. Bilt (r.-k.) De heer Oud stelt een amendement voor om de f 250.000 voor aanbouw van een onderzeeboot, te schrappen, welk amendement, nadat de Minister het amendement onaannemelijk had verklaard, verworpen werd met 48 tegen 28 stemmen. Ook stelt hij voor de gelden voor den aanbouw van twee torpedo- bootjagers, ad f450.000, te schrappen, doch in verband met den uit slag der stemming over het eerste amendement, trekt hij dit voor stel in. Bij art. 21 (personeel rijkswerven en marine-etablissement Amster dam) maakt de heer Van de Bilt eenige opmerkingen. De Minister antwoordt en sluit zich aan bij diens conclusie, dat ten aanzijn van het personeel te Hellevoetsluis het rapport moet worden afgewacht van de desbetreffende vonnissen. Wat betreft het marine-etablissement te Amsterdam wil spr. overwegen of verbetering mogelijk is. Aangaande het marinebad zegt spr., dat hij dit 's Zondags niet kan sluiten, daar verscheidene burgers alleen op Zondag daarvan gebruik kunnen maken. Bij art. 23 betoogt de heer Drop (s.-d.) dat bij den bouw van het vliegkamp De Kooy niet voldoende gezorgd is voor huisvesting van het personeel. De bouw van het vliegkamp stelt eischen, die het niet mogelijk maakten het personeel buiten de gebouwen te huisvesten. De Minister zegt hiervan: er is geen gebrek aan comfort. Doch bij het opengaan van een deur waait men bijna weg. De Minister is het met den spreker eens, dat de inrichting niet mooi is. Het spreekt vanzelf, dat als de menschen er wegwaaien en wegregenen, daar verbetering moet kamen. Bij art. 29 (Marine-luchtvaartdienst) verklaart de heer J. J. C. v a n D ij k, dat het voor hem niet vaststaat, dat verkenningen op grooten afstand niet noodig kunnen zijn. Bij schijmoperaties zijn zij van nut. 'SPr: vraagt of er over de aanschaffing van watervliegtuigen ook het advies is gevraagd van den marineluchtvaardienst en den chef van den generalen staf. De M i n i 8 t e r betoogt, dat men bij de kustverdediging aan ver kenningen op grooten afstand niets heeft, daar een vloot zich kan verplaatsen zonder een spoor achter te laten. Het is voldoende om by het aanbreken van den dag een groot aantal landvliegtuigen uit te zenden over de geheele breedte van de kust. Spr. vraagt de Kamer te willen koersen op de studie, die spr. reeds jarenlang van dit onder- werp heeft gemaakt. Zij heeft ook verschillende autoriteiten geraad pleegd, welke, dat weet hij niet precies meer. Het art. wordt aangenomen z.h.s. Bij art. 30 (personeel actieve zeemacht) klaagt de heer Drop over de trage bevordering en over de slechte bezoldigingsregeling van het personeel. Ook is het verschil in aftrek voor voeding en huisvesting aan gehuwden en ongehuwden volgens de bestaande regeling volkomen verkeerd. De heer van de Bilt zou de faciliteit voor de gehuwden, dat zij minder dan de ongehuwden voor de voeding aan boord hebben te betalen tot de kostwinners willen zien uitgebreid. De heer Weitkamp (c.-h.) vraagt den minister voor de marine binnenlandsch vleesch te verstrekken. De Minister zegt, dat de beantwoording van de vraag wat voor het personeel gunstiger is: een lange of een korte school, afhangt van de wijze waarop de school is tot stand gekomen. De salarissen der verschillende categorieën zijn zeer zorgvuldig overwogen. De matrozen kunnen niet spoedig tot korporaal worden bevorderd, omdat er dan teveel korporaals ntpodig zijn. Bij een beroepspersoneel moet men er rekening mee houden, dat er behoefte is aan matrozen en niet aan korporaals. Er is gestreefd een zekere regelmaat te leggen in de bevordering, zonder dat die bevordering dwingend ia. Wat betreft de voeding en huisvesting meent spr. dat bij het salaris van de ongehuwden rekennng is gehouden met de behoeften. Het is goed, dat het gehuwde personeel niet het volle bedrag betaalt, omdat het huisgezin aan den wal zijn behoeften heeft. De vraag van den heer van de Bilt zal spr. overwegen, doch hij fnerkt op, dat de ambtenaarskwesties in hun geheel moeten worden bezien. Wat de vraag van den heer Weitkamp betreft merkt spr. op, dat ^deze kwestie die aandacht der regeering heeft. Het artikel wordt z. h. s. aangenomen. Bij art. 35 (onderwijs, ontwikkeling, ontspanning) dringt mevr. D e V r i e sB r u i n s aan op sterkere bestrijding van de venerische ziekten. De Minister is het met mevrouw de VriesBruins eens, dat de bestrijding der venerische ziekten een belangrijke overheidstaak is. Hij zal dus nets nalaten om die bestrijding te bevorderen, dooh hij kan aan de gezagsverhouding niets veranderen en deze is zoodanig, dat het departement van manine alleen administratief gezag heeft in Indië en dus bij de bestrijding der infectiehaarden de minister van marine machteloos staat. Spr. sluit zich bij de spreekster aan waar deze een lans brak voor het marinepersoneel en hun vrouwen, waar onder er zeer en zeer velen gevonden worden die een eerepalm ver dienen voor de wijze, waarop zij de huwelijkstrouw bewaard hebben. Spr. streeft er naar de bezwaren, verbonden aan een langdurige schei ding, op te heffen en hij zou gaarne de gezinnen mee laten gaan naar Indië. Men moet echter de zeggenschap van de|Indische regeering niet onderschatten. Deze heeft voor de huisvesting te zorgen en heeft reke ning te houden bijrv. met het gevaar dat de gezinnen naar de kampong verzeilen. Het art. wordt z. h. s. aangenomen. Bij art. 80 (loodswezen) bespreekt de heer J. J. C. van Dijk de vraag of het loodswezen bij waterstaat of bij marine behoort te worden ondergebracht. Spr. wenscht het bij marine te houden en verbaast er zich over, dat de minister niet op dit standpunt staat, doch dat hij, hoewel men van oordeel is dat het loodswezen volkomen aan de be hoefte voldoet en zelfs uitblinkt, meent, dat het aanbeveling verdient het bij waterstaat onder te brengen. Het departement van waterstaat geeft de regelen voor het verkeer, maar dat sluit niet in, dat het beheer over -alles moet hebben. Voor de beloodsing is noodig nautische en hydrografische kennis en die heeft men bij het dept. van marine. Het verdient geen aanbeveling dezen tak van dienst bij een niet-deskundig departement onder te bren gen. Het argument, dat de loodsdienst niet behoort bij een militair departement kan spr. niet aanvaarden. Waarom zou een militaire de partement niet evengoed als een ander een tak van dienst kunnen beheeren? De Voorzitter verdaagt d evergadering tot Donderdag I uur. (Ongecorrigeerd). gehouden op 23 November 1926. Aanwezing alle (18) leden. Voorzitter de heer Oort, burgemeester. De voorzitter opent de vergadering, wijst er op, dat het programma niet groot is, dat het punt omtrent lager landbouw onderwijs wel gewichtig is en wenscht, dat de vergadering een goede mag zijn. De notulen worden gelezen en onge wijzigd goedgekeurd. Mededeellngen. Ingekomen stukken waren er niet. De voorzitter gaf eenige mededeelingen aam gaande de electrische aangelegenheden. Met de vergunningen voor het aanleggen van het net door verschillende landerijen was men nu bijna geheel klaar gekomen, met een tweetal personen werd nog onder handeld, Voor het houden der vergaderingen van de T. E. M. en andere aangelegen heden zal een kamer in het Raadhuis in gereedheid gebracht worden, terwijl tele fonische verbindingen zullen aangebracht worden tusschen raadhuis, electrische centrale, terwijl ook telefonisch verbonden zullen zijn directeur, lynwerker, brand meester en gemeente-opzichter. De bestekken voor aanlegging van het net zijn verzonden en tot 1 December worden de aanbiedingen ingewacht. Men meene evenwel niet, dat daarna onmid dellijk met het aanleggen begonnen kan worden, daar nog heel wut voorbereidingen vooraf moeten gaan. Goedkeuring begrooting Alge meen Armbestuur. De commissie, bestaande uit de heeren De Draaf, J. Boon en J. Kikkert heeft geen aanleiding tot op- en aanmerking gevonden, zoodat de begrooting voor 1927 wordt vastgesteld met een eindcijfer van f 18.061.76. Vaststelling Rooilijn. Dit betreft het erf van den heer J. O. Drijver, te Oosterend, die tegen den weg eenige gebouwen wil plaatsen. Er zullen daar boomeD gerooid worden, wat een vrij uitzicht zal geven voor het verkeer. Wordt alleszins aannemelijk geacht. Restauratie toren te Den Burg. Dit punt is niet nieuw. Rijk en Pro vincie kunnen voor de restauratie, zooals de Vereeniging van Natuurmonumenten dit verlangt, 45 bijdragen, 't Past Texel tegenwoordig, nu de opbrengst van den veestapel f 836.000.minder is, dan het vorig jaar, niet best, 55 °/0 der kosten te betalen. Er gaan stemmen op, om de zaak op dè lange baan te schuiven en de zaak aan te houden tot betere tijden voor de gemeente. Gevraagd wordt, of de toren gevaar kan opleveren voor de omgeving, wat door niemand bevestigend, noch ont kennend beantwoord kan worden. Wie het zegt, moet het kunnen verantwoorden. Een schrijven van Ged. Staten kan wel neergelegd worden, doch de verantwoor ding blijft. De Voorzitter acht 't wel noodig, dat tot herstelling wordt overge gaan. De heer A. Boon vraagt, of 't van des kundige zijde bekend is, dat de toren slecht is. De heer Kikkert meent, dat er alle jaren f 100 aan verbetering besteed wordt, wat de Voorzitter lang niet vol doende acht. De heer Pisart wil een paar jaar wachten en dan opnieuw zien. De heer Roeper acht het gevaar in de spits en wil deze afbreken, zoodat de toren dan een stompe wordt. Wethouder Vlaming meent, dat de ge meente een te groot percentage moet betalen en wil nog eens bij Rijk en Pro vincie aankloppen. De Voorzitter vraagt machtiging van den Raad, om nog eens bij Rijk en Provincie aan te kloppen en over een paar maanden het onderwerp opnieuw ter sprake te brengen, waartoe besloten wordt. Verzoek Bestuur waterschap E Ier land om ontheffing JaarUJksche) bijdrage onderhoud straatweg. In de vorige vergadering was in handen van B. en W. om praeadvies gesteld een adres, waarin verzocht wordt genoemd waterschap te ontslaan van de jaarl. ver plichting tot betaling aan de gemeente van een bedrag, groot f 72.in de kosten van onderhoud van den straatweg te De Oocksdorp. Dit verzoek steunt op de over weging, dat in oe overige dorpen der gemeente de straten van gemeentewege worden aangelegd en onderhouden. Nu hebben de concessionarissen van den polder bepaalde lasten op zich ge nomen; daartoe behoort ook het onder houden van de in den polder gelegen wegen. De lasten rusten dus feitelijk van den aanvang af op den grond, zoodat de tegenwoordige eigenaren, die de rechten en verplichtingen van de ooDcessionaris- sen hebben overgenomen, de gronden hebben verkregen, bezwaard met bedoelde lasten en waarmede derhalve bij de be paling der koopsom rekening kan worden fehouden. Op grond daarvan gaat een eroep op het onderhoud, dat inde andere dorpen geldende is, niet op. B. en W. meenen dan ook, dat er geen termen aan wezig zijn het destijds ingenomen stand punt te verlaten en adviseeren dus op het adres afwijzend te beschikken. De heer De Graaf vraagt of B. en W. van plan zijn ook de andere dorpen door de polderbesturen te laten bestraten, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit geheel gemeentewerk is en blijft. De heer Keesom meent, dat beproefd moet worden de weg Haven, Den Burg, De Oocksdorp een primaire weg te doen zijn en dan wachten. Het Praeadvies van B. en W. wordt aangenomen. Wijziging Gemeentebegroottng 1926. Het betreft hier posten van af- en over schrijving, die door den Seeretaris worden voorgelezen en daarna worden goedge keurd. Voorstel tot het nemen van maat regelen om te komen tot oprlchttng\ eener lagere landbouwschool. Het heeft de aandacht van B. en W. getrokken, dat op hoofdstuk V van de ontwerp-Staatsbegrooting voor het jaar 1927 een bedrag van f 50.000.Is uit getrokken voor meerdere kosten van lagere land- en tuinbouwscholen, welke post als volgt door den Minister is toe gelicht: „In verband met het door de Oommissie van advies in zake het lager land- en tuinbouwonderwijs uitgebracht gunstig advies over de tot dusver verkregen resultaten met de bij wijze van proef in verschillende dealen van ons land ge stichte lagere landbouwscholen, wordt voor 1927 een bedrag van f 50.000 aangevraagd, (ten einde tot uitbreiding van het aantal dezer scholen met een tiental op nader te bepalen plaatsen te kunnen overgaan." Blijkens het voorloopig verslag Is het plan van den Minister in de afdeelingen van de Tweede Kamer zeer toegejuicht, zoodat er alle redeuen bestaan om aan te nemen, dat de gelden door de Staten- Generaal ter beschikking zullen worden gesteld. B. en W. meenen redenen te hebben, om aan te nemen, dat bij de plannen voor oprichting eener lagere school voor land bouw op Texel op voldoende medewerking mag worden gerekend, waarom zij ge meend hebben de onderwerpelljke aan gelegenheid bij den Raad aan de orde te moeten stellen. Het belang van een dergelijke onder wijsinrichting voor de bevolking dezer gemeente behoeft nauwelijks nader in het lioht te worden gesteld. In landbouw en veeteelt tooh vindt het grootste deel van de bevolking de hoofdbron van be staan. Daarbij komt de geïsoleerde lig ging der gemeente, welke het voor bijna alle betrokkenen te kostbaar maakt, elders landbouwkundig onderwijs te ont vangen. Gelet op het vorenstaande is het zeker alleszins begrijpelijk, dat de zaak ook de aandacht van het Bestuur der plaat selijke afdeeling van de Hollandsohe Maatschappij van Landbouw niet ontgaan is en dit, naar de Voorzitter mededeelde, in de vergadering van dat Bestuur een onderwerp van bespreking zou uitmaken. Voorgesteld wordt B. en W. te mach tigen tt et de verschillende organisatiën, op het gebied van landbouw en veeteelt in de gemeente werkzaam, met betrek king tot de onderwerpelljke aangelegen heid ln overleg te treden, en, zoo zulks wenschelijk blijkt, bij de Regeering stap pen te doen, om tot de oprichting van een lagere landbouwschool op Texel te geraken. De Heer Pisart zegt een stukje in het landbouwblad gelezen te hebben, waarin men meent, dat er meer heil te verwach ten ls van landbouwcursussen, dan van lagere landbouwscholen. De Voorzitter zegt, dat dit hem be vreemd, daar de schrijver van dat stuk juist de gangmaker is geweest voor een lagere landbouwschool. De Heer Vlaming, die bedoeld blad bij zich had, las hiervan een gedeelte voor en nu bleek het, dat de Heer Pisart ver keerd gelezen had, daar juist het tegen overgestelde bedoeld werd. De meeste leden spraken zich met vreugde uit over de daarstelllng van een lagere landbouwschool, waarbij de Ge meente alleen voor de lokalen behoefde te zorgen, zoodat de gevraagde maohtiging aan B. en W. werd verleend. Vaststelling Gemeentebegroottng. De Oommissie van onderzoek was hierbij niet eenstemmig. De Heeren A. Boon en Vonk stelden voor de begrooting te ver- hoogen met f7000 voor werkverschaffing, daar er stellig veel werkeloosheid zou komen ln dezen winter. De Heer Keesom wilde dit niet. Hij wilde wel geld geven, maar 't mocht niet op de begrooting ge bracht worden. Verschillende leden noem den het een memoriepost, doch de Heer Keesom was niet te overtuigen. Tenslotte stelde de Heer Keesom voor hierover te stemmen, doch zijn voorstel viel met 12 stemmen tegen sn een voor, die van den Voorsteller. Voorstel tot Pensioenbijdrage. Hiermede was de agenda af, doch er was nog een voorstel ingekomen van den Heer Pisart, met het voorstel van de Ge meente-ambtenaren een pensioenbijdrage van 8'/a te heffen, wat een belangrijke besparing voor de Gemeentekas zou zijn. De Voorsteller had evenwel geen ple zier van zijn bezuinigingsvoorstel. De voorzitter noemde bezuiniging een goed ding, maar Btelde de rechtvaardig heid hooger. De salarissen zijn niet groot, er zijn maar 5 ambtenaren die meer dan f 2000 hebben en 45 die er beneden vallen. Heffen we nu 81/» °/0, dan zullen we voor velen salarisverhooging moeten geven. Het bevreemdde den heer Vlaming, dat dit voorstel kwam van den heer Pisart, die nog kort geleden heeft gewild, dat Texel voor de rijks-ambtenaren in een hoogere salarisklasse zou komen. Hij heeft de gevolgen niet voldoende inge dacht, misschien ook moet het bedoeld zijn als een politieke parade. De heef S. Keizer wees er op, dat ook de gemeente Huizen pensioen-bijdragen heeft willen heffen, hoewel deze gemeente er heel wat slechter aan toe is dan Texel. En toch onthielden Ged. Staten de goed keuring hieraan. Texel zal geen kans hebben. De heer Pisart begreep nu wel, dat er salarissen zijn, die er niet voor in aan merking komen, doch Texel geeft hoogere loonen, dan andere gemeenten en daar is men ook niet vry. De wethouder Keijser gaf een overzicht van de salarissen op Texel, waardoor de schriele loonen duidelijk uitkwamen. Neemt men hiervan 87»%, dan zal men tot f 3000 komen, doch als men de lagere salarissen gaat verhoogen, zal men mis schien f400 overhouden. De heer Pisart meende, dat er wel f7000 bezuinigd zou worden. De heer Steepker meende eerst den heer Pisart te moeten steunen, maar door het gehoorde was hij geheel van meening veranderd. Nog klonk er een stem, die Pisart aan raadde, zich in het vervolg vooraf beter op de hoogte te stellen, eer hij met voor stellen kwam. De Voorsteller zag zioh zoo in het nauw gebracht, dat bij zijn voorstel introk. (Applaus). De Rondvraag leverde weinig op. De heeren Kikkert, J. Boon en Vonk vroegen om verbetering van eenige weg gedeelten. De heer Pisart vroeg of er al een deel van het eleotriciteitswerk is aanbesteed, daar zich hier reeds een lijn- werker heeft gevestigd, 't Was niet zoo. Hierna sluiting. „Ver. tot ontwikkeling van den Landbouw". 'hield hare algemeene vergadering op 24 November te Schageni. De heer P. Stapel Oz. van Hoogoarspel, voorzitter, opende die vergadering met de opmerking, diat de uitkomsten van het be drijf, vooral van de veeboeren, dit jaar niet gunstig zijn geweest, doch bi): hoopt, dat de landbouw ook deze malaise, ook zondier mede werking van de regeering te 'boven zal ko men. Uit de mededeellngen bleek, dat die gekozen bestuursleden, de heeren P. Kiste- maker, Waardpolder, K. A. Kaan, Wlerinr gerwaard, Joh. de Veer, Schagen, en D. Schoenmaker, Hoogoarspel, allen hunne ver kiezing hadden aangenomen. De feestelijk heden van het 60-jjarlg bestaan van het land bouwonderwijs zullen döor die Vereeniging met 25 worden gesteund. De hoop wordt uitgesproken, dat de IJseloommlssie zal blij ven bestaan. Het achtte den Regeerings- steun voor de Suikercultuur niet noodig. Algemeen was men tegen de belasting van den landbouw van de kanalisatie. De land bouw 'zou dan dubbel belast worden. In de eerste plaats was dit een belang voor handel en scheepvaart. De rekening van 1926 werd ln handen ge steld van de heeren O. Pok, O. P. Hertog en J. Schuitemaker, allen te Beemster. Als voorzitter van. het komende 8->jarlg tijdperk werd gekozen de heer Kramer Glijnls, Stompetoren, als vice-voorzitter de heer J. de Veer te Schagen. Door den Minister was het oordeel der vereeniging gevraagd van de plaats, die het meest in aanmerking zou komen voor eene neutrale lagere Landbouwschool in Noordr Holland'. Het bestuur had geadviseerd, dat om verschillende reden daarvoor Purmerend in de eerste plaats in aanmerking kwam. Afgevaardigden van Hoorn verzetten zich tegen dit advies. Na veel heen-en weer pra ten werd het bestuur ln overweging gegeven Pupmunendl en Hoorn te noemen. Daarna werden verschillende rapporten uitgebracht. Prof. M. F. Visser hield eene interessante improvisatie over het bieten- rooivraagstuk. Dit werd dloor lichtbeelden opgehelderd. Ook sprak de hooggeleerde heer over de verkregen resultaten met moldraimge. Over 't geheel waren de uitkomsten in den Dolr larapolder, den polder Waard en Groet en ln Friesland' bevredigend. Voor de Werk- tuigenoomimissie voerde de heer P. Visecher, Wieringerwaard, het woordl Spreker be paalde zich voornamelijk tot haar vervoer. De eigenaardige wijze, bij den heer Appel teJBurgerbrug en den heer Winkel te Scha- geribrug, vond wegens hare goedkoops en practische wijze aanbeveling, vond spreker. De zuiveloonsuient, de heer Zwierstra, Utrecht, bracht verslag uit over de werk zaamheden der Zuiveloommissde. Dtr. Sohelji, Hoorn, sprak over het werk der Melkoom- missde. Daarna sluiting. CtorrespanaenÖQ. Kegens plaatsgebrek moest het verslag van „Doreas" en eenig nieuws van Wielin gen blijven liggen tot een volgend nummer. Dat het keeren van het roestproces van groot belang ls, blijkt wel het beste uit het kwantum dat door roest jaarlijks aan ijzer verloren gaat. Volgens schatting bedraagt dit 20 millioen ton per jaar. Voor het produoeeren van ijzer staan over de geheele wereld gerekend onge veer 50 milliard ton Ijzererts ter beschik king. Het gehalte daarvan aan zuiver ijzer bedraagt 1517 milliard ton. Boven dien wordt nog geschat aanwezig te zijn ongeveer 150 milliard, die echter voor loopig niet voor de ""productie in aanmer king komen. Bij het steeds stijgende ijzer- verbruik kunnen de eerstgenoemde hoe veelheden ongeveer voldoende zijn tot het einde van deze eeuw. De als waarschijn lijk aangenomen 150 milliard ton kunnen dan het verbruik nog 200 jaar dekken. Dan is echter al het ijzer op en het einde van het „ijzeren tijdperk" ge komen. MARKTBERICHTEN. PUEMEKEMD, 09 Nov. 6 stapels fabroikakaos per 60 kg. R.M. 63; 22 stapels boerenkaas per kg. R.M. 60; 659 kg. .boter per kg. 1.85—1.96; 677 runderen: 420 vette per kg. 0.70—0.95; 149 melke en gelde 106860; 8 stieren; 84 paarden f 100 —200; 20 vette kalveren per log. 1.40—1.60; 217 nuchtere idem: voor de slacht 10—87, voor de fok 1009; 620 vette varkens: voor de zoute rij per kg. 0.64—0.69, voor de slacht per kg. 0.680.72; 62 magere varkens 06 46; 280 biggen f 10—00; 1884 schapen en over- 'houders: schapen 24—86, overthou.de ra 14 —04; 60 hokken; 160 ganzen 4—605; 19 zwanen 10; kipeleren per 100 «tuks 10—12; eendeleren per 100 stuks 7. Eieren/veiling. 2650 kipeleren A 10.40-ia90, 200 Idem B 7.70—8.60, 806 eendeleren A 7.60, kalkoen- eieren 17alles per 100 stuks. (Reeds ln een gedeelte van die oplaag ven het. vorig no. opgenomen.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1926 | | pagina 5