stelcP? Die gegraaid heeft in de zakkeni van de NederJandsche bevolking. Hebbeni de samenstellers van de brochure de magistrale rede van den heer Wibairt gelezen? Thans de ■beeuiniigingskwestie. Sociale maatregelen, weg. Het eenige wat niet weg moet, ie de steunverleenilng. In den Raad) althans niet» Er is wel aanmerking gemaakt, dat het Armbestuur met 6000 verhoogd is. Nu moet Zwembad, Beroeps keuze, etc, weg. In het Uto,. Dagblad heeft spr. onlangs geiiezen, dat een gemeente, die ln financ. nood verkeert, zich de luxe van opheffing van de Beroepskeuze niet kan veroorloven. Het ie een paradox, maar zij düe van ophef fing spreken, wetten' er niets van. Zelfs de beer Van Dam niet. Of staat hem dé biblio theek etc. van pater Van GHnnekien met aan? Het is niiet waar, dat men er zoo ont wikkeld voor moet zijn. Ook de eenvoudigste menschen fcunnen er bun voordeel mee doen. Het nut van deze instelling is buiten gewoon en het spijt spr., dat zoo weing raadsleden er notitie van nemen. Niet één jongen van de Ambachtsschool loopt meer fon-a, zij' krijgen adrvlee van de Beroeps keuze en worden geplaatst. Vóór dien tijd waren ze in allerlei functies. En is die onge lukkige 2000 daarvoor overbodig? In den Utaechtschen Raad1 wilde men het ook weg hebben en daar werd het door den a.-r. weth. De Waal Malefijt ernstig verdedigd. Er Is gebrek aan geschoolde krachten; de marine kan niet eens voldoende metaalbe werkers krijgen. Spr. geeft enkele voor beelden van het werk van de Beroepskeuze. De Voorzitter: Ook onderwijs- mattregall De heer V a n O sIs dat niet wat be- fenketyfc? De heer Verstegen: Daarover zult u de onderwijeau tori tel ten moeten raad plegen. Alle schoolkinderen zijn thans in de gelegenheid zwemmen te leeren. Binnen kort zal het ook hier een verplicht leervak op de scholen worden. In het afgeloopen jaar hebben 82 kinderen zwemmen geleerd. Het is waar, dat wij rondom ln het water zittenii maar het zwemonderwijs is een fichaa-ms- en geestesoeferJng. Het is boven dien buitengewoon gezond Het geld uitgegeven aan het Zwembad moet men helt allerlaatst schrappen. Er is gezegd: we moeten een klein Co- iijmttje hebben! Voor duizenden arbeiders Ié het CoiUn-b-wind een groote jammer ge weest, speciaal voor onze gemeente door Het intrekken van de nooduitkeering. De heé? Van Dain loopt niet hoog met sociale maatregelen. In Meppol is de in komstenbelasting met 60 verhoogd, thans is voorgesteld de Zweminrichting te bou wen» De heer Biersteker: Daar hebben ze geen waterl De heer Verstegen: Het zal wel een beetje anders zijn dan de heer B. zegt, ze zijn daar óók niet mal! De loonsverminderingen. Het zijn onze economen in dien Raad, die daarop aansloe gen. Spr. begrijpt, dat men uit een bepealc milieu redeneert en niet altijd in tien zin van crbe.dersbeiangen. Ik neem het een arbeider niet kwalijk ais hij later zijn begin selen ontrouw wordt. Het historisch mate- naiism-- leert, dat bet maatschappelijk be wustzijn het maatschappelijk, zijn bepaalt Er zijn leden ln den Raad, die weten, dat zij van bet loon van een gemeente-werkman Dlet kunnen leven. Nochtans willen zij dit veriagen. 6 penslenstorting is geen loonsverla ging, zegt men, dloch bet ontnemen van een fenolument. Spar. staat op het standpunt van ir. Kuyper, dat pensioen uitgesteld loon is. Zonder den betrokkene er eerst in te ken nen» mogen wij moreel niet verder gaan. De Raad mag van ben niet eischen aan een tekort bij te dragen. Het betreft geen ver mindering van uitgaven, doch een vermeer dering van inkomsten. „De Nederlander", ohn-iiiartorisch blad, hield eene beschouwing over de Haagsche gemeenltebeg rooting, waarmede spr. het eens is, in tegenstelling met den ehr.-hist» heer Van Dam zelf. «Er moeten redenen aanwezig zijn, dat de sala rissen boog zijn. Maar men make er de be groot! ng niet mee sluitend'", schreef dit biati. Spr. ontving dezer dagen een werkje: „Het geheim van een hoogen loonstan- daard", dat van sociaL smetten vrij is. Er staan dingen in van groote economische be- teekenis. De schr. zijn twee Engelsche liberale ingenieurs. Er komen tihans hooge toonen, grooter koopkracht, meer productie, en ais gevolg, weer hooger loonen, betoo- gen deze schrijvers. De lieer Van Os Interrumpeert De heer Verstegen; Hier ln Helder -■«geert men de wereld niet wel ln Amerika en Engeland Duidelijk staat in deze bro chure, dat ondanks hooger loonen de prij zen der producenten dalen. En de HolL Inleider betoogt dat de Hollandache Indus trie daar wel eens nota van mag nemen. Interrupties! AIS een arbeider minder loon krijgt werkt hjj minder, dat is zeer verstandig van hem. Er is hier een vergelijking gemaakt met I het rijkspersoneel enz. Spa*, heeft, een lijstje (van dezelfde steden die ln de Waar schuwende cijfers voorkomen) van de loo nen. Onze gemeente staat niet het laagste, maar lang met het hoogst» Ten opzichte van d« rijkswerküeden verkeert onze gemeente «rtaoiUiLn gunstige positie, aooais spr. met cijfers uiteenzet. Men wil de loonen van de gtuiL-werkiieaen vergelijken met die van de arbeiuere in het vrije becirijf. Waarom werkt gij niet mede deze laatste loonen op peul te bi ringen van de gemeenteioonen? roept spr. ue heeren toe, c-.e wiiilen verminderen'. De arbeiders in den Raad1 zijn het erover eens, dat de loonen niet te hoog zijn; het zijn oe niet-arbeiders, die. het tegendeel beweren. De heeren kunnen toch niet loochenen, nat men van 83 per week zich geen luxe per- mifiteeren kan? Waarom moeten de vak organisaties van de werklieden altijd hooger loonen afdwingen van de vakorganisaties der werkgevers? Geroep: Het kan niet!.... Als ze maar sterk genoeg zijn, kan het wel! Het is een 'verkeerdé voorstelling van zaken, diie men doet. Wat ie het voor een werk in het particulier bedrijf met ieder oogenibliik ontslag boven liet hoofd? De heer V a n O sBedroevend! De heer Verstegen: Help ons dan mee, meneer Van, Os. De gemeente heeft tot taak een voorbeeld te zijm voor particu lieren, Over de rijkswerklieden bereikte spr. de mededeeling, dat men tot de conclusie was gekomen', diat de loonen te laag wnren (Oomm. De Wilde). Men wil ze mu met 3 et per uur verhoogen» De a.-r. heer De Wilde zal ddt persoonlijk bij de regeering bepleiten. Thans de heet Biersteker met zijn waar schuwende cijfers. Wij staan hier niet on bevlekt schild, hetgeen van de tegenover- de zijde niet gezegd kan worden. De Biersteker heeft natuurlijk behoorlijk zich van zijn cijfers op dé hoogte gesteld. De heer B. heeft eveniwel tweeërlei cijfers gebruikt, die van de Maatsch. voor Nijver heid en dde van het Cenitr. Bur. van de Statistiek. In die laatste brochure staat cursief gedrukt aan t begin, „dat men zon der nader onderzoek geen conclusies uit die cijfers mag trekken. Het zijn uitsluitend belastingcijfers". Daarmee heeft de heer B. evenwel de Waarsch. Oijfers vergeleken, waarin als toelichting staat, dat alle belas tingen er onder zijn begrepen (bruto zonder aftrek van kwade posten, enz.). In het eene boekje dus alleen de lek .belasting, In het andere alle belastingen tezamen, Daardoor zijn we tot een onjuist beeld gekomea De IflSt, dde B. en W. ter visie legden, is niet misleidend, noch eenzijdig. De indruk is gewekt, dat door het Ooilege maar alleen de Ink-belasting is genoemd. In het boekje waar alleen de Ink.belasting staat komt ie gem. Hallier in ongunstig licht, in het andere boekje ln gunstig licht. De heer Biersteker: U weerspreekt d» juistheid der cijfers niet! De heer Verstegen: Ik zeg, dat U met valsche cijfers werkt en daardoor een verkeerden indruk wekt. De bedoeling van ien staat van B. en W. was te laten zien, dat de gemeente niet luxueus leeft en ook niet kèn leven. SDr. noemt de cijfers op» 81.91 is de volle financieele druk, dde op de gemeentenaren ligt en onze gemeente Is op één na de laagste. Maar dat was niet eens de bedoeling van dien staat. In en Duiten' den Raad zegt men, dat wij luxueun ieveni, en dat is onjuist -■ De heer Biersteker: De voorlich ting is eenzijdig. De heer Verstegen. De heer Bier steker moet dan zijn alzijdigheid straks maar aantoqpen. De spr. gaat de verstrekte cijfers na, zooals wij die hebben vermeld in ons blad. De. zaak voor onze gemeente is, dal wjj niet nieer belasting kunnen heffen en men moet spr dan eens aautoonen, da, 36 ct. voor volkshuisvesting per inwoner te veel is. De heer Biersteker interrumpeert herhaaldelijk. U moet weerleggen dat de cijfers onjuist zijn. De heer Verstegen: De cijfers zijn juist, maar U vergelijkt twee ongelijke grootheden waardoor een verkeerden indruk gewekt wordt. Jarenlang is aldus een hetze gewekt tegen onze gemeente die ons heeft benadeeld, maar als er geleend moet worden, krijgen wij wel geld, tegenover andere gemeenten die het niet krijgen. Dat is het gevolg van onze sobere levenswijs. De heer B. heeft het boekje Sanders aangehaald, die echter geen voorman van ons is. Het is eigen aardig, dat de heer B. er niets anders weet uit te halen dan dat de toestand van de gemeente zorgwekkend is. De heer S. heeft evenwel gezegd dat de toestand „zeker zorgwekkend is". Dat woordje „zeker" vergat de heer B. te oiteeren, dat maakt de beteekenis ver dacht het citaat was toch wat al te mager tot Rtaving van een serieus betoog. De heer B. heeft nog al afgegeven dat onze belasting met 600 pCt gestegen is (het is 659 pCt). In zijn laatste hoofdstuk wijst S. er op, dat het getal pessimisten in onze gemeente zeer talrijk is. Hij spreekt daarin over de Econ. Commissie. In een flnantieel aanhangsel zegt S. dat de gemeenten in nood verkeeren, waaruit zij dopr betere verhouding tusschen rijk en gemeente worden verlost. Wij komen thans terug op dien prettigeu tijd van de Liberale partij, toen de bedoelden met een emmertje snert gingen halen van het wachtschip. De heer Bok Interrumpeert herhaal delijk. Wij hielpen ze 1 De heer V erstegen: Waarmoe P De heer Bok: Met kleeren De heer Verstegen: Ja, daarvoor moesten ze schaatsenrijden, of U gaf ze twee kwartles ultkeering. In die dagen evenwel schroef men 2 pCt. af op de bedrijven en hield den hoouLomslag laag. En de hoofd,omslag Bteeg desondanks met 518 pCt. Toen kwamen de hooge afschrijvingen. De heer Bok: Op wiens voorstel? l)e heer \erstegen: Van onzen partijgenoot Michelsl De heer Bok: Neen, van mijl De heer Verktegen: Ik heb hier toen als eenling gezeten en men wilde er niet aan. In de notulen van 1916 kan meh het- lezen dat de heer Biersteker het niet eens was met die afschrijvingen. De heer Biersteker: En nu gaat gij de reserve opfuiven, die gij overigens niet hebt! De heer Verstegen: Wij schrijven af volgens de regeling van de Ver. van Ned. Genieenten. Waarom gingen toen ook de hooge inkomens weg? De heer Biersteker: In die dagen gingen ze niet weg I De heer Verstegen noemt notaris Baas, enz. In alle plaatsen is de belas ting thans gestegen. Spr. haalt het geval aan van den kleermaker te Soestduinen, die met een tuberculeus kind op straat werd gezet. Spr. komt op de Econ. Cie., die in een bijvoegsel van de Avondpost vertrouwen vraagt. Is het teveel als wij ook vertrou wen vragen van een lid der Kerncom missie. Wjj geven ook vertrouwen. Gaat het dan aan op zoo'n onware en on waardige manier het gemeentebestuur aan te vallen De Voorzitter hamert. De heer Verstegen kan er geen ander woord voor vinden. Op geweldige manier heeft de heer B. het College aangevallen. Hij heeft de Vlotbrug bij De Kooij voor de E. C. opgeëischt, de weg Call. voor den polder. Toen alles in krui ken en kannen was, heeft het polder bestuur er zich mede bemoeid. De heer B. sticht verwarring, doordat hij een anderen weg bedoelt. Het polderbêstuur heeft al die jaren geen letter er over geschreven. De heer Biersteker: De eer ervan komt aan den heer De Jongh toe. De heer Verstegen: De heele ge schiedenis is na te gaan uit bet dossier. De tentoonstelling is voordeel voor de gemeente geweest. Voor „Helder's Be lang" evenwel ook. Wat bad „H. B." zonder 't gem.best. en de Marine gedaan Havenplan. De heer B. weet toch, dat deze zaak door het gem.bestuur is aangevangen en er toen de E, C. bij ehaald Is. Hoe kan hij dan het gem.best. eschuldigen? De laatste brief van den dir.-gen. der Zuiderzeewerken wijst er op, dat onze havenplannen er beter voor staan dan vroeger. Het had protesten moeten regenen in Den Haag, zegt spr. Waar is „H. B." dan gebleven met zlln protesten? Het gem.best. ontving d« meest geruststellende berichten omtreut de haven. De motie. Spr. hoopt zeer sterk, dat de motie niet aangenomen wordt. Ga niet met deze heeren mee, roepen de min. de heeiyn Sch. en Geurte. toe. Zij willen ;tl!es ongedaan waren, wat wjj opbouwden. Ik misgun die heeren hun positie niet, niet den heer Bok, niet den heer Van Os, niet de echte haringschuit van den heer Biersteker. Hoort nu, democraten, zegt spr. De heer Biersteker weet net zoo goed als ieder ander, dat de elgemeeue ontwa pening niet van Helder uitgaat. Die Kwestie doet niets ter zake. De regeering luistert niet naar zulke woorden, als zou de democratie ons de das omdoen. Het is voor Helder een defencievraagstuk en dat wordt niet op gelost door de geesteshouding eener be volking. Als de regeering zoo batig was voor de ontwapening, zou zij dan nu weer een werk van een paar ton ondernemen op den steenen dam? Met den beroep op de democraten om zich aaneen te sluiten, eindigt spr. zijn betoog. De Voorzitter behoeft niet veel meer op het gesprokene te antwoorden, met uitzondering van den heer Biersteker. De Burgemeester merkt allereerst op, d&t de heer Biersteker, toen hij begon te aftreken, zeide geen politieke beschouwin gen te zuileni houden. Maar wie een korte, zakedjke bespreking van dien heer ver wacht hadden, werden teleurgesteld. En hoewel de heer Biersteker ons op meester- •ijke wijze heeft beng gehouden, moest spr. bij zijn betoog voortdurend dienken aan het spreekwoord: een vos verliest wei zijn haren, maar niet zijn streken. Dat hü daarhij de E. C. in geding bracht en die uitspeelde tegen het Ooilege van B. en W., was niet goed van dien heer. De heer B. ia lid van de E. O. en kan dus weten, dat dit lichaam Met aan politiek doet. Spr. wil dan ook uitdrukkelijk verklaren dlat de heer B., wanneer hij het College verwijt, dat het geen eigen initiatief heeft bij het verbete ren van den economiscben toestand der ge meente, doch daarbij slechts volgt wat de E. O. en anderen uitdenken en adviseeren, hjj nie( spreekt namens de E. C, noch de bedoeling die Commissie weergeeft. De heer Biersteker merkt op, dat hij hier inderdaad uiteiuitend als raadslid gesproken heeft. De Burgemeester* voortgaande, bespreekt vervolgens de door den heer B. bedoelde opmerkingen over de spuialuis (niet de schutsluis), doch hjj kan het College daarvoor geen lakschheid verwijten Zelfs kon de heer B. weten, dat het College is moeten zwichten voor de meeniing van den Dir.-Gen. der Zuiderzeewerken, dat de nieuwe uitmonding van- dit kanaal ent de nieuwe ligging van de sluis geen afbreuk doen aan de havenipiannen van Helder bjj evemtueele doorvoering, integendeel, in het voordeel daarvan zijn, en dat de Regeering hen trouwens opgedragen had de Zuiderzee droog te leggen en niet de Heldersche ha ven te verbeteren. Slechte voor zoover dit kon geschieden zonder belangrijke kosten voor het groote werk, zouden daarbij bixon- dere belangen van eene gemeente kunnen worden behartigd. Aan de verlegging van het pontveer ls, dank zij het energiek optreden van het ge meentebestuur, door de Zuiderzeewerken een belangrijke finantleele bijdrage gegeven voor de nieuwe pontonbrug. Spr. zou het luerbij kunnen laten, doch wenacht» ais nlst-pohtisk lid van het Ooi lege, toch ook. nog iets te zeggen» Dat de tegenwoordige finant.ee!e -toestand niet rooskleurig ia, al mag hjj dan niet zoo zorgwekkend zijn als hier is afgeschilderd, is waar. Dit is echter naar spr. meeniing noch de schuld van het Collega noch die van dén Raad, dloch vindt zijm oorzaak in de groote wereldramp en de daaruit voortge komen verandering van de algemeene denk beelden. Het is dan ook niet alleen de ge meente Helder en het zijm niet uitsluitend de 7.g. democratisch bestuurde gemeenten, d!ie In moeilijkheden zitten. Bij vrijwel alle gemeentem,#ook die in het geheel niet demo cratisch bestuurd w order}» komen die voor. In het algemeen hebben die gemeenten, waar een kapitaalkrachtige burgerij is, het 't best uitgehouden, hetgeen klopt met een sinds eeuwen opgedane ervaring, dat oor logen, zoowel militaire ais economische, altijd degenen, die er het minst weerstand aan kunnen bieden, het meest dóen lijden. Het Ligt volkomen in de lijn van het Rijk gemieénten ais de onze te steunen, temeer daar het Rijk ze in vele gevallen den plicht oplegt ze in dén geest van de rijkswetten ie besturen. Dat ons gemeentebestuur niet alleen de daarbij gepaste zuinigheid betracht maar zelfs groote zuinigheid, geeft heit aan ie leden verstrekte staatje duidelijk te zien. Van verschillendé zijden is het „eenzijdig" en „misleidend'' genoemd. De bedoeling ervan was evenwel geen ander dlan te doen zien, dat het gemeentebestuur voor alles, wait in de tegenwoordige tijdén geacht wordt voor het bestuur eener gemeente noodig te zijn, over zeer weinig te beschik ken heeft en daarmede ook toekomt» Dat het gemeentebestuur daarmee nog zooveel heeft gedaan, dat het ndet alleen op goede wijze de sociale noodem heeft gelenigd, doch ook nog belangrijke maatregelen voor verbete ring van den economischen toestand heeft kunnen nemen en daarbij belangrijk meer dan vroeger gedaan heeft, valt naar spr. mening te prijzen. Heit College heeft dit gedaan gewoonlijk in overeenstemming met de overgroote meerderheid van den Raad, en <Jit College nu uit den Raad verwijter, te maken, is naar mijne meendng niet billijk. Natuurlijk kunnen zich omstandigheden voordoen, dat men niet voort kan gaan, al !b dan ook op de zuinigste manier bestuurd, doordat de burgerij de lasten niet meer kan opbrengen. De meerderheid van het College was reeds verleden Jaar van meening, dat fle tijd naderde en voorzorgsmaatregelen moesten worden genomen» De Raad kon er zich toen nog Met mede vereenlgen en noodgedwongen heeft hët College er zich bij neergelegd, dat de afschrijvingen werden aangesproken, hetgeen niet bevorderlijk was aan een gezonde finantieele politiek. Het College stelt thans verhooging voor van de lasten en is hierin homogeen. Geen homogeniteit bestaat evenwel omtrent de wijze van lasten» Ais dé Raad van meening s, dat (Se lasten niet moeten- worden ver hoogd, laat hij dat dan duidelijk zeggen. Eenigszins wordt dit ln de motie be schaamd. maar het !s duidelijk, dat deze motie peen meerderheid zal vinden, althans geen meerderheid, die de volle consequen ties daarvan aanvaardt. Wordt deze taak 'oor dé meerderheid aanvaard, dan zal het reheele tekort moeten worden gevonden door bezuinig'ngen op zaken, die het hart van ons gemeentelijk leven raken. Ge'et op ie omstand'ghe'd, dat hulp van het Rijk ir het vooruitzicht !s en daarou. volgens uit- 'ate'ngen van den Min. In 1928 kans bestast. acht spr. het n'et verantwoord tot zaïike wanhoopsmaatreve'en over te paan. Men kan eraan ontkomen door de dekking var het tekort te zceken in dé richt ng rooe'e reeds verleden jaar door de meerderhe'd ve- vet College is aangegeven, d. w. z. in de •»erste plaats te streven naar v-enm'ndernff van uitgaven voor zoover deze niet het hart van het gemeente'ijk leven raken» en ver der. voor zoover noodig de lasten nog wat te verhoogen» Benigsztns belangrijke resultaten zijn bij venmindering der uitgaven slechte te verkrijgen door op het onderwijs te be zuinigen en- door pensioenbijdragen en salarisvemrindering ven het personeel. Het eerste is niet andere mogelijk dan door afschaffing der boventallige onder wijzers, hetgeen het onderwijs ten zeerste zou scheden. (De dertij k er kracht t« Huisduinen zou het eenige zijn wat kon worden bezuinigd.) Ons lager onderwijs is goed, maar er heersoht volstrekt geen tfeeldte; we hebben geen buitengewoon onderwijs, om ven openlucht- en Montes sorischolen maar gtheel te zwijgen Ook het gymnasiaal onderwijs wordt een ei sch voor een gemeente van onzen omvang. Pensioenheffing enz. zijn maatregelen, die uitsluitend op het personeel drukken, en tnen- kan dan hoogstens gnau tot de volle pensioenbijdrage. Gehoord de uit latingen in den Raad, la daarvoor thans de tijd niet'gekomen, meent spr. Spr. be veelt voorts de straatbetasting aan. Wij kunnen daaraan tooh in de toekomst niet ontkomen er dekking van het verlies op het Grondbedrijf. In de meeste gemeen ten is een dergelijke belasting op het Grondbedrijf, en vrijwel door iedereen wiordt hieraan bijgedragen. Spr. Is hH niet eens met hen, dde meen en, dat dit op oe huiseigenaren zal drukken. Dé huren zij hier laag en maen aal het op den huur der wed verhalen. Bovendien heeft deze belasting nog het volgend* voordeel. Bij de discussies uv de Eerste Kalmer oevr verbetering van de finantieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten heeft de Eerste Minister ge zegd, dta die verhouding niet vóór 1Ö28 verbeterd kon worden, en daerb- laten doorschemeren, dat 'het hem noodzakelijk voorkwam* bij de invoering dier verbete ring oen ümlet te stollen aan de pL la- komstenbeslasting, vermoedelijk omdat Ri,ik en gemeente daarbij aan één dtooh zitten. In deze gemeente zal dde ümlet wel overschreden zijn en waar nu even tueel» vertioogirig van het vermenigvul dig! ngBcijter aan de goedkeuring van die kroon is onderworpen, zal se vermoede lijk reeds thans voor deze gemeente niet verder willen gaan. Een straatbolusMng doet echter geen concurrentie aan het het Rijk en aal allicht genade vladen. Het Rijk voert toch zelf ook een wegenbelas ting in voor zijn wegen. De heer B o r k e r t: Voor de replieken blijft niet veel meer over, vandaar dat spr. in telegramstijl even wil antwoorden. „Zijn stem was mat, zijn blik was dof", zeide de heer van Cs. Dat is juist, maar de laatste jaren heeft de heer van Os altijd over mij gesproken als de feest redenaar. Er zijn ook jaren geweest dat hij spr. vergeleek met Kokadorus e. a. Spr. was de eerste spreker op zijn eigen verzoek, als woordvoerder van de grootste fractie en moest dus nog afwachten wat zou worden gezegd. Ik verwacht hier niet een beoordeeling van den heer van Os alsof ik hier school- meester. Spr. acht de politieke bespre kingen van groot belang. Tegenover hen die de democratische lijn niet willen, staan de democraten. Zij hooren bij ons, de heeren van Loo en Smits En onze motorische kracht zal de reactie in den Raad breken. Dat is in alle gemeenten doorgedrongen. Als de democraten in het parament 't zelfde standpunt innemen als de hesr Smits, is voor onze gemeente deze toe stand spoedig voorbij, 't Rijk.is door en door onoprqcht, in zijn bezuinigingen zijn nieuwe belastingen, zijn millioenen over schot. Daardoor blijft een laag belasting- 9ijfer behouden. De legende van de hooge belastingen hier dateert van de dagen van demo craten die duidelijk uitstippelden wat gebeurpn moest, om onze gemeente om hoog te brengen. Als het Rijk maar eenB op de belastingen al die indirecte hef fingen, accijnzen, eto. uitdrukken zou, zou men wat anders zien 1 En nu zeggen zijden Helder naar den Kelder. Zoolang wij er zijn niet. Helder is mooier geworden de laatste jaren, groote winkels zijn gekomen enz. Wegloopen uit Helder? Een enkeling. Al die kleine pensioentjes blijven hier. Over den heer Biersteker sprekend, heeft spr. diens duizelingwekkende spron gen in beeldspraak bedoeld. Vroeger waren de heeren Biersteker en Verstegen de meest democratische elementen in ueo Raad, en toen er hulptroepen kwamen, retireerde de heer B. De heer van Os stuit altijd op de ellendede meesten onzer hebben een zware jeugd gehad. Wie wil dien tijd terug? Toen de arb. klasse baar lot zelf ln handen nam, is dat veranderd. Wie de demos wil tegenhouden zullen er door verpletterd worden. Kapitaal en arbeid hooren bijeen, niet gescheiden I Zoo beziet men de maatschappij reëel en moeten wij dan nog geluiden hooren zooals hier al jaren lang niet meer ge hoord werden Maar zjj die alles moeten opbrengen, hoort men nietzij weten wel dat er geld wezen moet voor alles Wat hebben we de laatste jaren al niet gekregen? Alge meen kiesrecht, Staatspensioen, 8 urendag, gelijkstelling van het onderwijs, dal alles is veroverd door de democraten met de sociaal-democraten als motor. Neemt een voorbeeld aan wat de heer Smits zei, zegt spr., deze speech was ons uit het hart gegrepen 1 Nadat wij ons hadden afgescheiden van de v.-d. kwam een moment, dat zich alles schaarde rondom het monster verband, dat evenwel uiteenviel met de salarisvoor- stellen. Nu is het weer zoo. Tqdens de rede van den heer Smits trachtte men van democratische zgde te igmen. Doe het dan openlijk, zegt spr„ zooais Ver stegen het doet! Spr. Komt nu op de Straat belas ting. Wjj hadden liever belastingverboo- giug, rnaur meenden, dat straatbelasting de onbillijkheden eener ink. belasting zou compenseeren. Bij de belasting-rege- liug is er iudertyd heftig verzet gekomen tegen de door ons ontworpen goede rege ling, waardoor eeq slechtere ontstond, ook voor den Middenstand, 't Heeft niet aan ons gelegeu dat die zoo gedrukt wordt. Straatbelasting achtten wjj billijker nu gedeeltelijk het gal al gevonden w&s. Liever is ons de ink. beL omdat dat sluitpost moest zjjn. Straatbelasting vallen vrijgezellen bui- '.tn en tal van kleine eigenaars erin! De bela^tingverhooging is overigens niet g root. De heer Eylders heeft in 1928 ver schillende dingen al willen schrappen, niet omdat de begrooting niet sluitend kou worden gemaakt, maar omdat hij reactioiiair is. Spr. wijst tenslotte nog op de fabriek van Gebr. Meyer waar hooge loonen worden uitbetaald, terwijl de werk tijd kort is. Daar voor hedenavond de s.-d. raads fraotie verhinderd is, wordt hedenmiddag 2 uur de vergadering voortgezet. De belangstelling van de zijde van het publiek was buitengewoon groot, zeer velen verdrongen zich nog oin een staan plaats te bemachtigen. In de rede van dem heer G r u n w a 1 d ter beantwoording van de gemaakte opmer kingen zjjn tot ons leedwezen bij de op- imikem van het zetsel enkele regels en alinea's op een verkeerde plaats gek urnen» Naar aanleiding van het geschrifte van den heer Nieuwbuurt haalde de heer Grunr weid de enquête onder den vorigen directeur der güüfabr.ttK aan, waarin alleen gesproken wordt van den te hoogen kapitaal-last der fabriek, doch overigens geen technische fouten werden aangewezen ln de leiding. Daarop Liet de spr. volgen: „Ik geloof, dat na dit betoog bij niemand nog dé gedachte bestaat aan den ernst van dat ding (nl de brochure), enz. Deze alinea ia, ln plaats van. achteraan, naar voren gekomen en hoort ln dat verband niet thuis. Over den heer Biersteker sprekende, >«ide de heer Grunwald: „Deze heeft ge zegd: „Het zijn niet de slechtste vruchten, waaraan de vruchten knagen. Zeer terecht, M. dé V. Er sjjtn heeil wat wespen, die aan ons Ooliege knagen, dat mag ons ook tot dankbaarheid stemmen". Doordat hierin een verkeerde regel geslopen i% ls de be teekenis ervan teioorgegaain. Zwembad. Het is meer eeni hygiënische maatregel.... Ophaaldienst. De burgerij moet dat zelf beoordeelen. Voor een massa menschen is het een uitstekende inrichting. Arbeidsbeurs. De heer Bok meent, dat we 't met de districtsbeurs af kunnen. Da: kan niet; enkele gemeenten hadden een correspondentschap opgeheven^ maar van hooger hand w rcf dit weer ongedaan ge maakt, Het behoort in de organisatie van het Rijk. Rectificatie.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 6