Stedelijk Muziekcorps. Het Stedelijk Muziekoorps geeft Don derdag 17 Maart een concert, met mede werking van eenige dames en heeren tooneel isten. Het programma bestaat ge heel uit nieuwe nummers. Zoo heen ae directeur, de heer Ter Hall, verachtende motieven uit een concert van Beethoven (es-dur-oonoert) gearrangeerd tot een feestmarsóh, waarmede het programma geopend wordt, ook een ooncertwals van Julius Tuck. Belangrijk is een fantasie over de bekende opera „Paljas" van Leon- ^Leoncavallo (geb. in Napels 1858—1920) heeft den tekst van de opera Paljas sa mengesteld naar een gebeurtenis tijdens zijn jeugd in zijn woonplaats voorgeval len en waarbij een knecht van zijn vader betrokken was, doch de geheele vertoo ning en de moord op het tooneel heeft hij zelf ontworpen. De fantasie bestaat uit enkele mooie fragmenten van deze opera, uit de pro loog, het beroemde smartlied enz. Het stuk speelt in Calabrië (het zuid westelijk schiereiland van Italië) op het feest van Maria Hemelvaart. Het zal dus een belangrijk oonoert wor den. dat aan de leden en donateurs wordt aangeboden. Duizendste voorstelling van „Rooi® Sten". Indien een stuk voor de 1000ste maal op het repertoire van een tooneelgezel- schap prijkt en nog altijd van genoegzame bekoring is voor het groots publiek om de veronderstelling te wettigen, dat ook nog wel een 1001ste en volgende opvoe ringen zijn te verwachten, dan moet zoo'n stuk eigenschappen bezitten, die het boven vele andere, minder suooesvolle, doen uit steken. Bezit het stuk van M. Spree, dat bekend is als het driestedenstuk „Rooie Sien", deze eigenschappen Zonder eenigen twijfel. En wij willen hier al aanstonds amende honorable doen tegenover het gezelschap Joh. Langenaken van Amster dam, dat Donderdagavond met dit stuk wederom voor het voetlicht kwam, en het zelfde gezelschap was, dat de vorige week xmet den „Voddenraper van Parijs'kwam. Wij hebben ons bij die gelegenheid eenige grapjes veroorloofd, die, althans wat het ezelschap betreft, Ietwat onbillijk waren, [aar onze beschouwing betrof meer dan Voddenraper zelf dan de vertolkers, en in ieder geval heeft de heer Langenaken schitterend revanche genomen. Wij hoorden in de pauze de opmerking: „Als dit stuk een anderen titel had, kon het best op het repertoire van een groot gezelschap komen". Daar is veel van w^ar. „Rooie Sien" heeft uitstekende eigen schappen; er is spanning in, emotie, tooneel, en met groote bekwaamheid heeft de auteur M. Spree het instrument der volksconscientie bespeeld, waaraan hij ontroerende accoorden weet te ontlokken. Spree is man van de praktyk en van het vak, en hij beeft een greep gedaan mid den in het groote stadsleven, en plaatst dit voor ons. Wij beleven dit alles, hier is realisme, smaakvol gelardeerd met romantiek en'daartegen is geen toonee1 liefhebber bestand. Dat wil men zien en ondergaan, en daaraan is dan ook het groote succes te danken. Wij zullen over het stuk zelf niet ui£l wijden; het is bekend genoeg. Naar men ons mededeelde, is het reeds acht maal te Helder opgevoerd. Weliswaar was Donderdagavond de zaal niet vol, maar dat is tegenwoordig geen maatstaf meer. Voor zoo geringen entréeprijs is hiér een uitstekende opvoering gegeven, die waar lijk een beter succes verdiend had Schitterende decors kan men voor zoo weinig geld niet verlangen, maar overigens was alles in orde; de spelers waren er goed in en gaven uitstekend spel, de costuums der dames waren keurig, en alles was goed verzorgd. Al dadelijk kre gen we in liet eerste bedryf spannende tqoneelen en ook het tweede bedrijf gaf vlot en goed spel. De hoofdrol was in handen van Mies Peyters, een artiste, die, naar wij vernamen, als gast bij dit gezel schap was verbonden, en die, ook in het meer tragische van de latere bedrijven, loonde geheel voor haar taak berekend te zijn. Haar tragisch spel was waarlijk subliem, eu ook als cabaretière voldeed zij. V alk van Spiegel stond haar terzijde als Jan Meyer, den variété-artisthij is de booze geest vanRooie Sien", de dochter. Ook Job. Langenaken als Ko Breman, den vader van Sien, voldeed goed. De beide oudjes Breman waren sober in gebaar en dictie, zooals de rol dat voorschreef. Daar dit tooneelstuk wordt afgewisseld met zang, heeft men gelegenheid nieuwe lied'es in te lasschen. Aardig was het liedje van den Kangoeroe, dat Sien (de dochter) en haar partner in het tweede bedrijf zongen; een poging van Valk van Spiegel om het publiek tot meezingen te bewegen, had maar matig succes. Verder waren er nog allerlei andere, aardige coupletten, die vlot werden gezongen. Waarlijk, voor dezen lagen entréeprijs was dit een uitstekende uitvoering, waar voor het gezelschap Langenaken alle lof toekomt. Wlnkelnieuws. Uit de advertentie in dit nummer zien de lezers, dat de sigarenzaak van de weduwe Driessen, die haar meer dan 60 Jaar in de Weststraat heeft gedreven, thans in andere handen is overgegaan, en gedreven zal worden door den voor- maligen chef van van Andel's filiaal, den heer M. de Groote. He Spoorstraat is wederom verrijkt met een fraai, modern winkelpand, n;l. zichten Is hier een modern bedrijf ver kregen. Het schilderwerk werd verricht door de firma Kok, terwijl de firma Stee man het geheel heeft uitgevoerd. De heer Puinbroek zorgde voor verlichting. De nieuwste machines zijn door den heer van Berkum aangeschaft, een elec- trische gehakt-machine, alsmede een vleeschsnijmachine, systeem William Klep Rotterdam. Voorts leverde de firma Zuup den. winkelopstand. De zaak is voorzien van een ingebouwde koelkast en voldoet ook daarbij aan de eischen der hygiene. Donderdagmiddag is zij, onder groote belangstelling geopend, en de tallooze bloemstukken en sierlijke en 'kunstzinnige werkstukken, die tentoon gesteld zijn, trokken zeer de aandacht ■van het publiek. Wij feliciteeren den heer van Berkum met zijn mooien winkel en wenschen hem gaarne alle succes toe. Jb. ter Hall. 1887—1927. In «Musica», tijdschrift ten dienste der harmonie- en fanfare-gezelschappen van 1 Maart vinden wij het volgend artikel over onzen plaatsgenoot, den heer Jb. ter Hall. Er moeten een massa sporten van den militairen rangladder worden opgeklom men eer men het brengt van gewoon soldaat tot kapitein la suite. Als oud schutter kan menige burger daarover een oordeel vellen. In den gouden tijd van Napoleon voerde elk soldaat den maar schalkstaf mede in zijn ransel. Dank zij de vijandelijke kogels was men spoedig van nieuwbakken luitenant gemetamor- phoseerd tot generaal. In onze rustige dagen geldt echter het gezegde: „geduld ls een schoone zaak" en wanneer einde lijk het heugelijke oogenblik aanbreekt, dat een militair dezelfde satisfactie kan hebben als de poes in van Alphbn, en dat het „doelwit" is „uitgevoerd'dan verra' den grijze haartjes op hoofd en in knevel, dat zoo'n „gepensionneerde" niet meer onder de jongelui kan worden geteld. En al geeft de civiele kleeding door eeij zeker embonpoint getuigenis v^n den nazomer, toch blijft een oud-militair, als 't ware, 'de afspiegeling van „deszelfs" soliditeit. Nu is het eene waarheid, dat niet elkeen in de luren is gelegd om later sterretjes op zyn kraag te dragen; voor hen, die door de ruischende tonen van een opwek kende marsch, of den doffen treurgalm bij 't geleide van een superieur of kame raad naar^zljn laatate rustplaats, aan d< instrumenten van een goed bezette kapel vreugde of smart moesten ontlokken, was het al een heele toer om op te klimmen van Jongen" tot „kapelmeester" Had men het ddor ijver en studie zoo ver gebracht, dan kon men aanspraak maken op den adjudants^titel. Bij het stafmuziekkorps der Koninklijke Marine was dit o. a. het geval, waar het nieuwe reglement voorschreef, dat de kapelmees ter slechts den rang van. adjudant zou bekleeden. Constantijn Huijgens heeft zoo iets ge zegd als: „Een goed visser vangt niet altijd vis. Een ministèren een schutter, schieten (soms wel mis!' Wij kennen bij ons leger mannen, die soldaat zijn geworden voor hun land, of uit liefde voor het doel, waarvoor gestre den- wordt, maar een vreedzame gedachte bezielde hen, die zich w-ydden aan deri dienst van vrouw Musica en hdlaas, nu successievelijk zullen verdwijnen, omdat... in ons kikkerlandje muziek geen regee- ringszaak is! Een van die muzenzonen wil ik U voor stellen, geachte lezers, nameUjk Jaeob ter Hall, oud-kapelmeester der Kon. Marine kapel, die op 1 April a.s. zijn veertigjarig jubileum als musicus hoopt te herdonken. Vanaf den zaligen tijd, dat de jongens- kiel nog om de schouders glijdt, woonde bij in den Helder, waar hij tot zijn 18e jaar als „proefkonijntje" fungeerde om zijne onderwijzers te doen beslissen of hij letterkundige, schilder of beeldhouwer moest worden. Maar de kleine Jacob toonde meer voorliefde te bezitten voor omgang met de Marinemannen, bij wie zijn broer, onze revue-koning Henri, musi ceerde als trompettist. Het levenslustige baasje had het daar zoo best, dat hij liever het wachtschip beklauterde dan de treeplanken der wa gens te Anna PauloWna, waar zyn vader stationschef was en zijn broers Jan en Hein voorbeen wedijverden om achter den trein te loopen, een geplaagd lichaams deel betastend, dat vader kort geleden met een eindje henneptouw bewerkt bad, omdat zijn telgen iets hadden uitgevoerd dat een specialiteit van bengels is. Dat Jacob als jongste bij het klaverblad behoorde, hinderde niets in zijn artistieke opleiding, waarvan de kapelmeester der Kon. Marine Bernard, den grondslag legde en aan welker voltooiing later meewerk ten de onder-kapelmeester Schouten, ka pelmeester Hazebroek en de muziekon derwijzer Sprinck te Rotterdam. Voor den 16-jarigen musicus was het een -ware feestdag toen hij in 1887 examen mocht afleggen voor kapelmeester Koning en waardig werd gekeurd als pistonnist te worden aangenomen.Mei hooge rijg laarzen en korte broek moest hij naar bet kleedingmagazijn en kwam er als groote jongen vandaan. Veertien dagen verlof maakten hot zyn moeder, met behulp van eenige naaisters, mogelijk het heele equi- pementsboeltje te verkleinen, want de kleeren maken immers den man en zeer zeker den militairen musicus, wiens eerste reis naar Amsterdam was, waar de stal- muziek tydens het KoninkUJk bezoek dinèr-oonoerten moest geven. By die ge legenheid mochten de rousioi de zelfbeheersching en plichtsbetrachting veel kan bereiken. Na verloop van lö jaar werd hij aangesteld als stafmuzikant, ln dien tusschentijd had hij door aanvulling van „koper" verschillende instrumenten geblazen, totdat de tymbalist met pen sioen ging en hij kleine trom en pauken leerde, die zijn instrumenten bleven tot aan zijn aanstelling als kapelmeester. Het is éen eigenaardig iets, dat zoovele componisten debuteerden als tamboers in orkesten. Ik noem slechts Auber, 'ffen- bach en Peter Benoit. De maatvastheid kennend, die speciaal van trorabespelers geëischt wordt, moet men er zich niet over verwonderen dat de rhythmiek van dergelijke toonkunstenaars zoo goed ver zorgd is, vooral in hunne marschen. Dit wil ik memoreeren omdat Jacob ter Hall vooral naam beeft gemaakt als( componist, naast zijne arrangementen, door zijne marschen. Het »Juttorje», de Volksliederenmarsch» met tamboers, zijn even populair geworden ais de «Winnubst- marsch», door hem gecomponeerd tijdens zijn 19-jarig directeuraschap dier bekende muziek vereeniging, en zijn laatste marsch, opgedragen aan het met roem beladen, 90 leden tellende, Stedelijk Muziekcorps te Helder, waarvan hij sinds 1 Oct. 1919 directeur is en dat onder de bescherming staat van den burgemeester der stad en tot Eerevoorzitter heeft de heer L. v. Loo. De muzikale schepping van ter Hall werd zelfs door de Radio rondgezonden. Zooals bij jubilea gebruikelijk zou ik nu met een staat van dienst moeten komen aandragen, |maar dat zijn van die zaken, welke gewoonlijk moeten vergoeiyken wat ontbreekt aan artisticiteit. Niettemin mag ik niet verzuimen mede te deelen dat ter Hall bij het bezoek van den Zweedschen Koning te Amsterdam begiftigd werd met het Eere-kruls met de zwaarden der Wpsa-Orde, het z.g. »geel groene lint», dat hij was de oudste hoofd- onderoffleier van de Marine, een unicum by dat corps; dat bij het afscheid aan boord van Hr. Ms. Wachtschip hij als een voorbeeld werd gesteld; dat hy op 1 April 1924, de datum van pensioen neering, voor de Eerewacht uit de Marine kazerne te Amsterdam gehuldigd werd door den toenmaligen Overste Groen. Jacob ter Hall is de muziek niet ontrouw geworden. Zijne talenten als dirigent zijn met goud bekroond; dat zegt genoeg en evengoed als hy, zoowel als militair .en burger heel wat kunstbroeders en kunst zusters op alle gebied hielp huldigen, zal hij nu op zijne beurt ondervinden, dat de godin Musica meer aanhangers(sters) heeft dan de krijgsgod Mars. Daarvoor zal het Huldigings-Comité, dat geconstitueerd is, wel zorgen. Eere, wien eere toekomt l A'dam, Febr. '27. Frans Sagera. Naar aanleiding van dit bericht, waarin gezinspeeld wordt op een eere-comité, dat hem bij gelegenheid van zijn jubileum zal huldigen, kunnen wij mededeelen, dat gisterenavond in Casino een vergadering plaats had om tot oprichting van een zoo danig comité te komen. Omtrent de wijze van huldiging kunnen nog geen defini tieve mededeelingen worden gedaan; de medewerking van de plaatselijke muziek-, zang- en gymnastiekverenigingen is ge vraagd voor de samenstelling van een programma voor een eere-avond. Bedoeld comité bestaat uit de navol gende heeren (alpbabetisch): Brak hoven (mandolineclub »Ars et Labor»,) van Dok (moed, volharding, zelfopoffering), Gratama (Commissaris van Politie), Toon de Hoogb, muziekdirecteur, L. van Loo, lid van den Raad, Lugtenburg (Held. Fanfarecorps), M. P. Polak, directeur Casino, F. Schellinger (Tavenu), F. v. d Meij (Zangver. Morgenrood), B. Meijer, Kanaal weg. De burgemeester en de schout- by-nacht, de heer Quant, zullen worden uitgenoodigd zitting te nemen in het eere- oomité. Binnenkort zullen nqjlere mede deelingen hieromtrent volgen. rullere organen, steun! verleent en verleenen daar waar die het meest nut Ig effect sorteert, en zóó, dat een weg o gebaand naar blijvend betere toestanden. Met deze regeling heeft voornoemde Minister zich vereenigd. In verband met het|bovenstaande heeft zich >de Centrale Vereeniging voor den opbouw van Drente» tot het College van Burgemeester en Wethouders, alhier, gericht met verzoek, in voorkomende «avallen rekening te houden met de wenscheiykheid, dat nïet dan in overleg en zooveel doeniyk ln samenwerking met die Vereeniging pogingen worden onder nomen om steun aan Drente, daar waar die noodig is, te brengen. Genoemd College leeft hierop liesloteu de in het vervo g nkomende verzoeken om vergunning tol het houden eener collecte of iets van dien aard, om advies te stuken aan boven genoemde Vereeniging, welke dan maat regelen zou kunnen nemen om de eerder genoemde bezwaren goeddeels te onder vangen. Door deze wijze van werken zal, naar de meening van het Gemeentebestuur op de meest juiste wijze met Rijks- en 1'ro- vinoiale overheid kunnen worden mede gewerkt tot het verkrijgen van blijveDd jetere toestanden in de bedoelde streken Drente, welke provincie allerminst integendeel groote de toekomst biedt. j wi^wnui ÖTIT TUJiVU(3lZ6Q1 w*u?A I -Vian .deQ heer vau bezichtigen, en getroffen door de pracht fcif-mnri f® ®el opgetrokken, een en praal, schreef Jucob sieraad is geworden van deze straat. Het was de heer Ammerdorffor a- 7de arohlteot van de seizoenwonjngen té Huisduinen, .lel"I"ü'kv0l,,aïU d0 ®isch«» des tijde voldoend geveltje wist te ontwerpen. een aan «yn oudera brief, waarin hy verklaarde, dat „er wel voor honderd gulden zilver op tafel stond". De gouden tijd was voor hem toen nog niet aangebroken,wantbhdeMarine was het nog heel iets andera als nu. Maar Steunverleenlng aan Drente. Men schrijft ons: Op verschillende wijzen en langs ver schillende wegen tracht men hier en daar in den lande de taak van de overheid en van de Drentsche belangstellenden te verlichten by hun werkzaamheid tot het verbeteren der in sommige streken van Drente speciaal de veenstreken min-gunstige toestanden. Die pogingen worden met de beste bedoelingen ondernomen een geval Verschoor bUjft gelukkig uitzondering maar desondanks zqn aan dit vry stelsel loos optreden groote bezwaren verbonden: somtijds wordt steun verleend, daar waar steun niet of minder dan elders noodig isteveel wordt by de bedoelde pogingen uit het oog verloren het feit, dat men met een gift hier of daar op den duur niets bereikt en dat wil men den toe stand blyvend verbeteren het kwaad aan den wortel moet worden aangetast groote verspilling van krachten'en van geld hebben plaats bij dergehjk afzon derlijk optreden; elke controle van bovenaf over beheer en besteding der verzamelde bedragen ontbreekt. Zijm- Excellentie de Minister van Bin- nenlandsche Zaken en ^Landbouw beeft voor eenigen tyd tot het Provinciaal Bestuur van Drente het verzoek gericht de centralisatie en organisatie van de steuuactie waar noodig voor de Drentsche Veenstreken te willen bewerk stelligen en het College van Gedeputeerde Staten heeft overleg gepleegd met »de Centrale Vereéniging voor den opbouw van Drente», welke ouder voorzitterschap van den voorzitter van het College staat en in walker Dagelijkse!) Bestuur onder meer de leden van dat College, de bearen K. Brok en-B. Schuurman, zitting hebben, Dat overleg leidde tot bet resultaat, dat da bedoelde *Vereeuiging bereid en thans ook volkomen in staal ls de gevraagde oontraiisutie te uffectueeren. Hare, orga nisatie ls van dien aard, dut zij, ln samen werking o.u. met de op het tetrein van van stervende is, doch mogelijkheden voor Uit het Politierapport Jeugdige boefjes. Woensdagmiddag werd door een Juf frouw een jongen aan het Hoofdbureau gebracht die met eenige andere Jongens, twee pakjes kauwgom uit haar winkel had gestolen. De andere Jongens waren gevlucht doch werden opgepikt De boefjes, allen pl.m. 11 Jaar oud, werden door de politie ernstig onderhou den, terwyi hun ouders met het gebeur de ln kennis werden gesteld. Diverse diefstallen. Een bewoner van de Vyzeistraat deed aangifte, dat uit zyn, botter een bedrag van 2.— was ontvreemd. Donderdagmorgen deelde een bewoner van de Binnenhaven mee, dat Woensdag avond van zyn fiets, die voor een café op den Kanaalweg stond, een oarbldlan- taarn waa ontvreemd. Een andere bewoner van de Binnenha ven deed aangifte, dat uit een hem toebe- hoorende vlet 2 riemen waren ontvreemd. Een verloren zoon, die ge vonden ls Door een bewoner van de Basadngmoht werd Donderdagmorgen opsporing ver zocht van zijn minderjarigen zoon, die Woensdagmorgen de ouderlijke woning had verlaten en daarin niet meer teruggekeerd. Donderdagavond deelde de vader van den Jongen mee, dat hy uit Amsterdam een telegram van zyn broer had ontvan gen, met de mededeeling, dat de Jongen daar was aangekomen.* Gistermiddag werd de knaap, door tus- schenkomst van de politie, aan de oudera teruggebracht. Aanranding. Een 14-jarig meisje deed gistermorgen aangifte, dat zij om kwart voor tien, op den Strooweg, door een pLm. 18-J. Jon gen was aangerand Het kind moest bij een bewoner op den Strooweg een boodschap doen en vroeg aan den jongen, dien zy op den Midden weg tegenkwam, naar het adres. De jongen liep een stuk met haar op. Op eenigen afstand van den Duinweg, wierp hy plotseling het rijwiel van hei meisje op den grond, greep haar vast en wierp haar eveneens op den weg. Toen het meisje om hulp riep liet hy haar onmiddeliyk loa en vluchtte in de richting van de stad. Schoorsteenbrandje. Door een bewoner van den Strooweg werd Donderdagmiddag politiehulp inge roepen voor een schoorsteenbrand, die in zijn woning plaats had. Twee agenten begaven zioh naar. het betrekken perceel, waarna de brand met eenige emmers zand werd gebluseht. Overal in de stad ziet men, datje dien de opvatting la veranderd, want SS? Sn de"dakkapellen", die de lufr ït? laren op ,de laaggebouwde huisjes zyn f«nS«St en dat zeker uitsluitend wel meDhet dool om de slaapgelegenheid van Stoof en bedstede te ontvluchten om die in ruimer mate »>oven ln den opgebouw- het dakkapellen- bouwen la nog lang niet uit, want overal X Let mei! die veranderingen op de huizen aanbrengen. Het aspect van aommlge utraten la daardoor geheel gewijzigd en de lange eentonige gootrlchel, die, als lang. een liniaal getrokken, aoon straat een doodech en vervelend aanzien gaf, ls nu gebroken en al kan men nu nog niet ver- nikt geraken door den aesthetiaohen aan blik het oog wordt toch 60 meer ge- Soeid en de geweldig* verlatenheid. 3le Sfids scheen te hangen in zoo'n straat schijnt plaats te hebben gemaakt voor wat meer blijheid. Maar aan den zelfkant zelf la de aan blik heel wat hndera geworden. Het na tuurleven, dat je daar vroeger kon waar nemen. wordt langzaam maar zeker weg- ^aar'waar, nog niet zoo lang geleden, de meeuwen hun klepponnarachwi Mel den op den bodem om de wormen boven den grond te drijven, zet men nu de spade druk in den grond om de fundamenten te graven voor weer nieuwe reeksen wonin gen. Daar kon men, nog niet aoo lang ge leden, de bonte kraaien zwaarwichtig zien stappen en ruziën met de meeuwen om een lekkere hap. Daar anetterden en kwetterden de spreeuwen eertyda met hun glanzende pakjes in groote aantallen eu zaten de houtduiven in haar prach tige kleed by tientallen byeengekilt of stegen de leeuweriken ln Jubelzang om hoog. Ook welfden daar de molehobpen als een toeken, dat er ook ondergronds nog voldoende gelegenheid waa voor wezens om aan den kozl te komen. Dat alles verdwynt zoo langzamerhand uit de buurt der geplaveide trottoirs, waar we de laatste jaren al dat natuur leven ln zyn ongedwongenheid nóg kon den waarnemen. Wel tUn echter gebleven de straatjon gens onder de vogela: de mussohen. Dia schynen tloh overal thuia te gevoelen en waar te zich ook bevinden, ae doen nat alsof ze overal de baas zijn en je moet ze al heel dicht naderen alvorens as aan stalt. maken op te vliegen. Zoo was er by den nieuwbouw een groote plas ontstaan, die grensde aan het trottoir. De musschen hadden die plas uitverkoren tot zwembassin en. ze waren zóó verdiept in hun bad of wel ae hadden zoo'n lak aan de menacheiyke schepsel», dat re je op een halven meter afstand oorby lieten gaan zonder hun reiniging»- kuur te staken. Ze golfden het water soo lekker over zich heen »n ze schudden zich de veeren zoo heerlijk in de plas, flat je lust kreeg ook een bad te nemen. Doch aan dien fèlfkant ging dat niet en de temperatuur waa nog niet geschikt voor ons koudkleumen. -AAN DEN ZELFKANT. as het vroeger een algemeen ver- acnjjnsel, dat aan den zelfkant der steden de krotjes en armoedige woningen wer den gevonden, thans is dat geheel anders. ,yerdringen van burgerwoonhuizen in de binnenstad door winkelhuizen heeft menig huisgezin een toevlucht doen zoe ken naar de buitengedeelten der stad waar beter ingerichte woningen waren gebouwd. Ook velen, die zich met de in richting der oude woningen in de stad niet meer konden vereenigen, zochten de practischer gebouwde huizen, die de laat ste jaren overal aan de buitenste gren zen der steden waren verrezen. Zou men thans een wooid moeten uit- dfn,ken Joot den buitensten richel der .ÏÏfSVdafiïou vermoedeiyk het woord zelfkant niet meer worden genoemd, om- heeft l nu niet zoo'n besten klank hler doet dat veraohynsel zich voor -LJ? r?1 gwe«d' dat UQ dien buiten- richel heel wat aardige woningen verre- 2©n zijn. Heel wat andere eischen worden INGEZÓNDEN. Radiodistributie. Mynheer de Redacteur. Gaarne zag ik onderstaande regelen opgenomen Jun uw veel gelezen blad. Naar aanleiding van het schrijven van B. en W. aan den Raad der gemeente Hel der, hetgeen voorkomt in uw blad van Zaterdag J.L, zou ik beleefd willen op merken, dat ondergeteekende, als één der aanvragers om vergunning tot het exploi teren van een radio-oentrale in genoem de gemeente het niet geheel eens kan zyn met het standpunt, hetwelk B. en W/ln deze zaak Inqamen, en wel om de volgen de redenen: In bovenaangehaald schrijven worden d:-.,' gevallen genoemd, en wel a. b. en o. en auhten B. en W. het genoemde in punt <x, het alleenrecht dus, te verkiezen bov en het oniauhrevene in punt a. en b. Dat B. en W. aan de wijze ais omschre ven ii; punt a., het maar door elkaar apan- nen van toevoerleidingen van veraohii- lende centrale-houders, geen goedkeuring kan geven, is zeer goed te begrijpen. gemoderniseerd en vrngroot^ü^ahe oui nebouden "i»!^lö" de^ies Y001" °°gen het »niauischuppeiyk werk» werkzaam ergroot, in alle op-1 gehouden, dat men door yverige studie, rijnde belangrijkst* overheid»- en parti- T-x gvou w ^6'VrUU4 Doen over de wy*e omschreven ln punt b., aus het verdeelen van de atad in gedeelten en net verleenen van een vergunning aan meerdere exploitanten, dat la wel dege lijk waard om eens nader te bezien. uaar in de gemeente Zaandam, dus een gemeente van soortgelijke grootte als de gem Helder, ongeveer tien radio-centra- les bestaan, waarvan de helft met wei- ng aboniié's doch de overige vyf oentra- es gemlddeid 4Ö0 a 600 abonné's bezitten, w het m l heel gued mogeiyk ln Helder ^dio-tentraies in de verschillende g eelten der stad zoowel rendabel als winstgevend te exploiteeren. oigens mijn meening sou de stad ook el prsctiaoh in de volgende vier ge- i u yerd®eW kunnen wordenen. ïo. Het zg. centrum, begrensd door het e deruche kanaal van I'ostbrug tot da laatate bnig aan het eind der Binnenha- Baaaingracht, en van Postbrug a®1 de Parallelweg en Ruj ,®®deelte, begrenad doorl'Qldsr- 7 ^rk*r**t met de Oude Helder. Be geheele Binnenhaven. Zuidatr., de woningen gesteld dan^vroeaer' Voorn! Hoofdgracht en kanaalweg wat betreft drriaapgele^e^VsiSS Vr "^.ogten HJrtrstsn. men andere verbiyvwi dan vroeger toen Vf!rf/iJ rp *n de woningen aar alkoof en bedstede werden beschouwd kwart LT vrbuJven daar^eeilnf op goed geluk, er wel koof niemand meer bedstede die zweert bij al- oon «en waarmede met vser prsctlsche f^a,r®n rekening gehouden. rfu h^reft het motief van B. en W„ heer H. A. Menalnk de voorkeur te geven, daar *oor en bedstede al moet hij dan som» w.Tw"' r d#w da eenige inwoner ls, uog wel tegen wrii en dank daarin krui 7i» ministerieels machtiging be- Pea-, "Ui' °P g* weien worden, da* ge noemde heer met die ™**httgtng net aoo liet inwendige van de slagerij is geheel r,i lofni oaax/J Robtnaon

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 14