Stedelijk Muziekcorps.
Het Stedelijk Muziekoorps geeft Don
derdag 17 Maart een concert, met mede
werking van eenige dames en heeren
tooneel isten. Het programma bestaat ge
heel uit nieuwe nummers. Zoo heen ae
directeur, de heer Ter Hall, verachtende
motieven uit een concert van Beethoven
(es-dur-oonoert) gearrangeerd tot een
feestmarsóh, waarmede het programma
geopend wordt, ook een ooncertwals van
Julius Tuck. Belangrijk is een fantasie
over de bekende opera „Paljas" van Leon-
^Leoncavallo (geb. in Napels 1858—1920)
heeft den tekst van de opera Paljas sa
mengesteld naar een gebeurtenis tijdens
zijn jeugd in zijn woonplaats voorgeval
len en waarbij een knecht van zijn vader
betrokken was, doch de geheele vertoo
ning en de moord op het tooneel heeft
hij zelf ontworpen.
De fantasie bestaat uit enkele mooie
fragmenten van deze opera, uit de pro
loog, het beroemde smartlied enz.
Het stuk speelt in Calabrië (het zuid
westelijk schiereiland van Italië) op het
feest van Maria Hemelvaart.
Het zal dus een belangrijk oonoert wor
den. dat aan de leden en donateurs wordt
aangeboden.
Duizendste voorstelling van „Rooi® Sten".
Indien een stuk voor de 1000ste maal
op het repertoire van een tooneelgezel-
schap prijkt en nog altijd van genoegzame
bekoring is voor het groots publiek om
de veronderstelling te wettigen, dat ook
nog wel een 1001ste en volgende opvoe
ringen zijn te verwachten, dan moet zoo'n
stuk eigenschappen bezitten, die het boven
vele andere, minder suooesvolle, doen uit
steken.
Bezit het stuk van M. Spree, dat bekend
is als het driestedenstuk „Rooie Sien",
deze eigenschappen Zonder eenigen
twijfel. En wij willen hier al aanstonds
amende honorable doen tegenover het
gezelschap Joh. Langenaken van Amster
dam, dat Donderdagavond met dit stuk
wederom voor het voetlicht kwam, en het
zelfde gezelschap was, dat de vorige week
xmet den „Voddenraper van Parijs'kwam.
Wij hebben ons bij die gelegenheid eenige
grapjes veroorloofd, die, althans wat het
ezelschap betreft, Ietwat onbillijk waren,
[aar onze beschouwing betrof meer dan
Voddenraper zelf dan de vertolkers, en in
ieder geval heeft de heer Langenaken
schitterend revanche genomen.
Wij hoorden in de pauze de opmerking:
„Als dit stuk een anderen titel had, kon
het best op het repertoire van een groot
gezelschap komen". Daar is veel van w^ar.
„Rooie Sien" heeft uitstekende eigen
schappen; er is spanning in, emotie,
tooneel, en met groote bekwaamheid heeft
de auteur M. Spree het instrument der
volksconscientie bespeeld, waaraan hij
ontroerende accoorden weet te ontlokken.
Spree is man van de praktyk en van het
vak, en hij beeft een greep gedaan mid
den in het groote stadsleven, en plaatst
dit voor ons. Wij beleven dit alles, hier
is realisme, smaakvol gelardeerd met
romantiek en'daartegen is geen toonee1
liefhebber bestand. Dat wil men zien en
ondergaan, en daaraan is dan ook het
groote succes te danken.
Wij zullen over het stuk zelf niet ui£l
wijden; het is bekend genoeg. Naar men
ons mededeelde, is het reeds acht maal
te Helder opgevoerd. Weliswaar was
Donderdagavond de zaal niet vol, maar
dat is tegenwoordig geen maatstaf meer.
Voor zoo geringen entréeprijs is hiér een
uitstekende opvoering gegeven, die waar
lijk een beter succes verdiend had
Schitterende decors kan men voor zoo
weinig geld niet verlangen, maar overigens
was alles in orde; de spelers waren er
goed in en gaven uitstekend spel, de
costuums der dames waren keurig, en
alles was goed verzorgd. Al dadelijk kre
gen we in liet eerste bedryf spannende
tqoneelen en ook het tweede bedrijf gaf
vlot en goed spel. De hoofdrol was in
handen van Mies Peyters, een artiste, die,
naar wij vernamen, als gast bij dit gezel
schap was verbonden, en die, ook in het
meer tragische van de latere bedrijven,
loonde geheel voor haar taak berekend
te zijn. Haar tragisch spel was waarlijk
subliem, eu ook als cabaretière voldeed zij.
V alk van Spiegel stond haar terzijde als
Jan Meyer, den variété-artisthij is de
booze geest vanRooie Sien", de dochter.
Ook Job. Langenaken als Ko Breman, den
vader van Sien, voldeed goed. De beide
oudjes Breman waren sober in gebaar en
dictie, zooals de rol dat voorschreef.
Daar dit tooneelstuk wordt afgewisseld
met zang, heeft men gelegenheid nieuwe
lied'es in te lasschen. Aardig was het
liedje van den Kangoeroe, dat Sien (de
dochter) en haar partner in het tweede
bedrijf zongen; een poging van Valk van
Spiegel om het publiek tot meezingen te
bewegen, had maar matig succes. Verder
waren er nog allerlei andere, aardige
coupletten, die vlot werden gezongen.
Waarlijk, voor dezen lagen entréeprijs
was dit een uitstekende uitvoering, waar
voor het gezelschap Langenaken alle lof
toekomt.
Wlnkelnieuws.
Uit de advertentie in dit nummer zien
de lezers, dat de sigarenzaak van de
weduwe Driessen, die haar meer dan 60
Jaar in de Weststraat heeft gedreven,
thans in andere handen is overgegaan,
en gedreven zal worden door den voor-
maligen chef van van Andel's filiaal, den
heer M. de Groote.
He Spoorstraat is wederom verrijkt
met een fraai, modern winkelpand, n;l.
zichten Is hier een modern bedrijf ver
kregen. Het schilderwerk werd verricht
door de firma Kok, terwijl de firma Stee
man het geheel heeft uitgevoerd. De heer
Puinbroek zorgde voor verlichting.
De nieuwste machines zijn door den
heer van Berkum aangeschaft, een elec-
trische gehakt-machine, alsmede een
vleeschsnijmachine, systeem William Klep
Rotterdam. Voorts leverde de firma Zuup
den. winkelopstand. De zaak is
voorzien van een ingebouwde koelkast
en voldoet ook daarbij aan de eischen
der hygiene. Donderdagmiddag is zij,
onder groote belangstelling geopend, en
de tallooze bloemstukken en sierlijke en
'kunstzinnige werkstukken, die tentoon
gesteld zijn, trokken zeer de aandacht
■van het publiek.
Wij feliciteeren den heer van Berkum
met zijn mooien winkel en wenschen hem
gaarne alle succes toe.
Jb. ter Hall. 1887—1927.
In «Musica», tijdschrift ten dienste der
harmonie- en fanfare-gezelschappen van
1 Maart vinden wij het volgend artikel
over onzen plaatsgenoot, den heer Jb.
ter Hall.
Er moeten een massa sporten van den
militairen rangladder worden opgeklom
men eer men het brengt van gewoon
soldaat tot kapitein la suite. Als oud
schutter kan menige burger daarover een
oordeel vellen. In den gouden tijd van
Napoleon voerde elk soldaat den maar
schalkstaf mede in zijn ransel. Dank zij
de vijandelijke kogels was men spoedig
van nieuwbakken luitenant gemetamor-
phoseerd tot generaal. In onze rustige
dagen geldt echter het gezegde: „geduld
ls een schoone zaak" en wanneer einde
lijk het heugelijke oogenblik aanbreekt,
dat een militair dezelfde satisfactie kan
hebben als de poes in van Alphbn, en dat
het „doelwit" is „uitgevoerd'dan verra'
den grijze haartjes op hoofd en in knevel,
dat zoo'n „gepensionneerde" niet meer
onder de jongelui kan worden geteld. En
al geeft de civiele kleeding door eeij zeker
embonpoint getuigenis v^n den nazomer,
toch blijft een oud-militair, als 't ware,
'de afspiegeling van „deszelfs" soliditeit.
Nu is het eene waarheid, dat niet elkeen
in de luren is gelegd om later sterretjes
op zyn kraag te dragen; voor hen, die
door de ruischende tonen van een opwek
kende marsch, of den doffen treurgalm
bij 't geleide van een superieur of kame
raad naar^zljn laatate rustplaats, aan d<
instrumenten van een goed bezette kapel
vreugde of smart moesten ontlokken, was
het al een heele toer om op te klimmen
van Jongen" tot „kapelmeester"
Had men het ddor ijver en studie zoo
ver gebracht, dan kon men aanspraak
maken op den adjudants^titel. Bij het
stafmuziekkorps der Koninklijke Marine
was dit o. a. het geval, waar het nieuwe
reglement voorschreef, dat de kapelmees
ter slechts den rang van. adjudant zou
bekleeden.
Constantijn Huijgens heeft zoo iets ge
zegd als:
„Een goed visser vangt niet altijd vis.
Een ministèren een schutter, schieten
(soms wel mis!'
Wij kennen bij ons leger mannen, die
soldaat zijn geworden voor hun land, of
uit liefde voor het doel, waarvoor gestre
den- wordt, maar een vreedzame gedachte
bezielde hen, die zich w-ydden aan deri
dienst van vrouw Musica en hdlaas, nu
successievelijk zullen verdwijnen, omdat...
in ons kikkerlandje muziek geen regee-
ringszaak is!
Een van die muzenzonen wil ik U voor
stellen, geachte lezers, nameUjk Jaeob ter
Hall, oud-kapelmeester der Kon. Marine
kapel, die op 1 April a.s. zijn veertigjarig
jubileum als musicus hoopt te herdonken.
Vanaf den zaligen tijd, dat de jongens-
kiel nog om de schouders glijdt, woonde
bij in den Helder, waar hij tot zijn 18e
jaar als „proefkonijntje" fungeerde om
zijne onderwijzers te doen beslissen of hij
letterkundige, schilder of beeldhouwer
moest worden. Maar de kleine Jacob
toonde meer voorliefde te bezitten voor
omgang met de Marinemannen, bij wie zijn
broer, onze revue-koning Henri, musi
ceerde als trompettist.
Het levenslustige baasje had het daar
zoo best, dat hij liever het wachtschip
beklauterde dan de treeplanken der wa
gens te Anna PauloWna, waar zyn vader
stationschef was en zijn broers Jan en
Hein voorbeen wedijverden om achter den
trein te loopen, een geplaagd lichaams
deel betastend, dat vader kort geleden
met een eindje henneptouw bewerkt bad,
omdat zijn telgen iets hadden uitgevoerd
dat een specialiteit van bengels is.
Dat Jacob als jongste bij het klaverblad
behoorde, hinderde niets in zijn artistieke
opleiding, waarvan de kapelmeester der
Kon. Marine Bernard, den grondslag legde
en aan welker voltooiing later meewerk
ten de onder-kapelmeester Schouten, ka
pelmeester Hazebroek en de muziekon
derwijzer Sprinck te Rotterdam.
Voor den 16-jarigen musicus was het
een -ware feestdag toen hij in 1887 examen
mocht afleggen voor kapelmeester Koning
en waardig werd gekeurd als pistonnist
te worden aangenomen.Mei hooge rijg
laarzen en korte broek moest hij naar bet
kleedingmagazijn en kwam er als groote
jongen vandaan. Veertien dagen verlof
maakten hot zyn moeder, met behulp van
eenige naaisters, mogelijk het heele equi-
pementsboeltje te verkleinen, want de
kleeren maken immers den man en zeer
zeker den militairen musicus, wiens eerste
reis naar Amsterdam was, waar de stal-
muziek tydens het KoninkUJk bezoek
dinèr-oonoerten moest geven. By die ge
legenheid mochten de rousioi de
zelfbeheersching en plichtsbetrachting
veel kan bereiken. Na verloop van lö jaar
werd hij aangesteld als stafmuzikant, ln
dien tusschentijd had hij door aanvulling
van „koper" verschillende instrumenten
geblazen, totdat de tymbalist met pen
sioen ging en hij kleine trom en pauken
leerde, die zijn instrumenten bleven tot
aan zijn aanstelling als kapelmeester.
Het is éen eigenaardig iets, dat zoovele
componisten debuteerden als tamboers in
orkesten. Ik noem slechts Auber, 'ffen-
bach en Peter Benoit. De maatvastheid
kennend, die speciaal van trorabespelers
geëischt wordt, moet men er zich niet
over verwonderen dat de rhythmiek van
dergelijke toonkunstenaars zoo goed ver
zorgd is, vooral in hunne marschen.
Dit wil ik memoreeren omdat Jacob
ter Hall vooral naam beeft gemaakt als(
componist, naast zijne arrangementen,
door zijne marschen. Het »Juttorje», de
Volksliederenmarsch» met tamboers, zijn
even populair geworden ais de «Winnubst-
marsch», door hem gecomponeerd tijdens
zijn 19-jarig directeuraschap dier bekende
muziek vereeniging, en zijn laatste marsch,
opgedragen aan het met roem beladen,
90 leden tellende, Stedelijk Muziekcorps
te Helder, waarvan hij sinds 1 Oct. 1919
directeur is en dat onder de bescherming
staat van den burgemeester der stad en
tot Eerevoorzitter heeft de heer L. v. Loo.
De muzikale schepping van ter Hall werd
zelfs door de Radio rondgezonden.
Zooals bij jubilea gebruikelijk zou ik nu
met een staat van dienst moeten komen
aandragen, |maar dat zijn van die zaken,
welke gewoonlijk moeten vergoeiyken wat
ontbreekt aan artisticiteit.
Niettemin mag ik niet verzuimen mede
te deelen dat ter Hall bij het bezoek van
den Zweedschen Koning te Amsterdam
begiftigd werd met het Eere-kruls met de
zwaarden der Wpsa-Orde, het z.g. »geel
groene lint», dat hij was de oudste hoofd-
onderoffleier van de Marine, een unicum
by dat corps; dat bij het afscheid aan
boord van Hr. Ms. Wachtschip hij als
een voorbeeld werd gesteld; dat hy op
1 April 1924, de datum van pensioen
neering, voor de Eerewacht uit de Marine
kazerne te Amsterdam gehuldigd werd
door den toenmaligen Overste Groen.
Jacob ter Hall is de muziek niet ontrouw
geworden. Zijne talenten als dirigent zijn
met goud bekroond; dat zegt genoeg en
evengoed als hy, zoowel als militair .en
burger heel wat kunstbroeders en kunst
zusters op alle gebied hielp huldigen, zal
hij nu op zijne beurt ondervinden, dat de
godin Musica meer aanhangers(sters)
heeft dan de krijgsgod Mars.
Daarvoor zal het Huldigings-Comité,
dat geconstitueerd is, wel zorgen.
Eere, wien eere toekomt l
A'dam, Febr. '27. Frans Sagera.
Naar aanleiding van dit bericht, waarin
gezinspeeld wordt op een eere-comité, dat
hem bij gelegenheid van zijn jubileum zal
huldigen, kunnen wij mededeelen, dat
gisterenavond in Casino een vergadering
plaats had om tot oprichting van een zoo
danig comité te komen. Omtrent de wijze
van huldiging kunnen nog geen defini
tieve mededeelingen worden gedaan; de
medewerking van de plaatselijke muziek-,
zang- en gymnastiekverenigingen is ge
vraagd voor de samenstelling van een
programma voor een eere-avond.
Bedoeld comité bestaat uit de navol
gende heeren (alpbabetisch): Brak hoven
(mandolineclub »Ars et Labor»,) van
Dok (moed, volharding, zelfopoffering),
Gratama (Commissaris van Politie), Toon
de Hoogb, muziekdirecteur, L. van Loo,
lid van den Raad, Lugtenburg (Held.
Fanfarecorps), M. P. Polak, directeur
Casino, F. Schellinger (Tavenu), F. v. d
Meij (Zangver. Morgenrood), B. Meijer,
Kanaal weg. De burgemeester en de schout-
by-nacht, de heer Quant, zullen worden
uitgenoodigd zitting te nemen in het eere-
oomité. Binnenkort zullen nqjlere mede
deelingen hieromtrent volgen.
rullere organen, steun! verleent en
verleenen daar waar die het meest nut Ig
effect sorteert, en zóó, dat een weg o
gebaand naar blijvend betere toestanden.
Met deze regeling heeft voornoemde
Minister zich vereenigd.
In verband met het|bovenstaande heeft
zich >de Centrale Vereeniging voor den
opbouw van Drente» tot het College van
Burgemeester en Wethouders, alhier,
gericht met verzoek, in voorkomende
«avallen rekening te houden met de
wenscheiykheid, dat nïet dan in overleg
en zooveel doeniyk ln samenwerking met
die Vereeniging pogingen worden onder
nomen om steun aan Drente, daar waar
die noodig is, te brengen. Genoemd College
leeft hierop liesloteu de in het vervo g
nkomende verzoeken om vergunning tol
het houden eener collecte of iets van
dien aard, om advies te stuken aan boven
genoemde Vereeniging, welke dan maat
regelen zou kunnen nemen om de eerder
genoemde bezwaren goeddeels te onder
vangen.
Door deze wijze van werken zal, naar
de meening van het Gemeentebestuur op
de meest juiste wijze met Rijks- en 1'ro-
vinoiale overheid kunnen worden mede
gewerkt tot het verkrijgen van blijveDd
jetere toestanden in de bedoelde streken
Drente, welke provincie allerminst
integendeel groote
de toekomst biedt.
j wi^wnui ÖTIT TUJiVU(3lZ6Q1
w*u?A I -Vian .deQ heer vau bezichtigen, en getroffen door de pracht
fcif-mnri f® ®el opgetrokken, een en praal, schreef Jucob
sieraad is geworden van deze straat. Het
was de heer Ammerdorffor
a- 7de arohlteot
van de seizoenwonjngen té Huisduinen,
.lel"I"ü'kv0l,,aïU d0 ®isch«» des
tijde voldoend geveltje wist te ontwerpen.
een
aan «yn oudera
brief, waarin hy verklaarde, dat „er
wel voor honderd gulden zilver op tafel
stond". De gouden tijd was voor hem toen
nog niet aangebroken,wantbhdeMarine
was het nog heel iets andera als nu. Maar
Steunverleenlng aan Drente.
Men schrijft ons:
Op verschillende wijzen en langs ver
schillende wegen tracht men hier en daar
in den lande de taak van de overheid en
van de Drentsche belangstellenden te
verlichten by hun werkzaamheid tot het
verbeteren der in sommige streken van
Drente speciaal de veenstreken
min-gunstige toestanden.
Die pogingen worden met de beste
bedoelingen ondernomen een geval
Verschoor bUjft gelukkig uitzondering
maar desondanks zqn aan dit vry stelsel
loos optreden groote bezwaren verbonden:
somtijds wordt steun verleend, daar waar
steun niet of minder dan elders noodig
isteveel wordt by de bedoelde pogingen
uit het oog verloren het feit, dat men
met een gift hier of daar op den duur
niets bereikt en dat wil men den toe
stand blyvend verbeteren het kwaad
aan den wortel moet worden aangetast
groote verspilling van krachten'en van
geld hebben plaats bij dergehjk afzon
derlijk optreden; elke controle van bovenaf
over beheer en besteding der verzamelde
bedragen ontbreekt.
Zijm- Excellentie de Minister van Bin-
nenlandsche Zaken en ^Landbouw beeft
voor eenigen tyd tot het Provinciaal
Bestuur van Drente het verzoek gericht
de centralisatie en organisatie van de
steuuactie waar noodig voor de
Drentsche Veenstreken te willen bewerk
stelligen en het College van Gedeputeerde
Staten heeft overleg gepleegd met »de
Centrale Vereéniging voor den opbouw
van Drente», welke ouder voorzitterschap
van den voorzitter van het College staat
en in walker Dagelijkse!) Bestuur onder
meer de leden van dat College, de bearen
K. Brok en-B. Schuurman, zitting hebben,
Dat overleg leidde tot bet resultaat, dat
da bedoelde *Vereeuiging bereid en thans
ook volkomen in staal ls de gevraagde
oontraiisutie te uffectueeren. Hare, orga
nisatie ls van dien aard, dut zij, ln samen
werking o.u. met de op het tetrein van
van
stervende is, doch
mogelijkheden voor
Uit het Politierapport
Jeugdige boefjes.
Woensdagmiddag werd door een Juf
frouw een jongen aan het Hoofdbureau
gebracht die met eenige andere Jongens,
twee pakjes kauwgom uit haar winkel
had gestolen. De andere Jongens waren
gevlucht doch werden opgepikt
De boefjes, allen pl.m. 11 Jaar oud,
werden door de politie ernstig onderhou
den, terwyi hun ouders met het gebeur
de ln kennis werden gesteld.
Diverse diefstallen.
Een bewoner van de Vyzeistraat deed
aangifte, dat uit zyn, botter een bedrag
van 2.— was ontvreemd.
Donderdagmorgen deelde een bewoner
van de Binnenhaven mee, dat Woensdag
avond van zyn fiets, die voor een café
op den Kanaalweg stond, een oarbldlan-
taarn waa ontvreemd.
Een andere bewoner van de Binnenha
ven deed aangifte, dat uit een hem toebe-
hoorende vlet 2 riemen waren ontvreemd.
Een verloren zoon, die ge
vonden ls
Door een bewoner van de Basadngmoht
werd Donderdagmorgen opsporing ver
zocht van zijn minderjarigen zoon, die
Woensdagmorgen de ouderlijke woning
had verlaten en daarin niet meer
teruggekeerd.
Donderdagavond deelde de vader van
den Jongen mee, dat hy uit Amsterdam
een telegram van zyn broer had ontvan
gen, met de mededeeling, dat de Jongen
daar was aangekomen.*
Gistermiddag werd de knaap, door tus-
schenkomst van de politie, aan de oudera
teruggebracht.
Aanranding.
Een 14-jarig meisje deed gistermorgen
aangifte, dat zij om kwart voor tien, op
den Strooweg, door een pLm. 18-J. Jon
gen was aangerand
Het kind moest bij een bewoner op den
Strooweg een boodschap doen en vroeg
aan den jongen, dien zy op den Midden
weg tegenkwam, naar het adres.
De jongen liep een stuk met haar op.
Op eenigen afstand van den Duinweg,
wierp hy plotseling het rijwiel van hei
meisje op den grond, greep haar vast en
wierp haar eveneens op den weg.
Toen het meisje om hulp riep liet hy
haar onmiddeliyk loa en vluchtte in de
richting van de stad.
Schoorsteenbrandje.
Door een bewoner van den Strooweg
werd Donderdagmiddag politiehulp inge
roepen voor een schoorsteenbrand, die in
zijn woning plaats had.
Twee agenten begaven zioh naar. het
betrekken perceel, waarna de brand met
eenige emmers zand werd gebluseht.
Overal in de stad ziet men, datje dien
de opvatting la veranderd, want
SS? Sn de"dakkapellen", die de lufr
ït? laren op ,de laaggebouwde huisjes zyn
f«nS«St en dat zeker uitsluitend wel
meDhet dool om de slaapgelegenheid van
Stoof en bedstede te ontvluchten om die
in ruimer mate »>oven ln den opgebouw-
het dakkapellen-
bouwen la nog lang niet uit, want overal
X Let mei! die veranderingen op de
huizen aanbrengen.
Het aspect van aommlge utraten la
daardoor geheel gewijzigd en de lange
eentonige gootrlchel, die, als lang. een
liniaal getrokken, aoon straat een
doodech en vervelend aanzien gaf, ls nu
gebroken en al kan men nu nog niet ver-
nikt geraken door den aesthetiaohen aan
blik het oog wordt toch 60 meer ge-
Soeid en de geweldig* verlatenheid. 3le
Sfids scheen te hangen in zoo'n straat
schijnt plaats te hebben gemaakt voor
wat meer blijheid.
Maar aan den zelfkant zelf la de aan
blik heel wat hndera geworden. Het na
tuurleven, dat je daar vroeger kon waar
nemen. wordt langzaam maar zeker weg-
^aar'waar, nog niet zoo lang geleden,
de meeuwen hun klepponnarachwi Mel
den op den bodem om de wormen boven
den grond te drijven, zet men nu de spade
druk in den grond om de fundamenten te
graven voor weer nieuwe reeksen wonin
gen.
Daar kon men, nog niet aoo lang ge
leden, de bonte kraaien zwaarwichtig zien
stappen en ruziën met de meeuwen om
een lekkere hap. Daar anetterden en
kwetterden de spreeuwen eertyda met
hun glanzende pakjes in groote aantallen
eu zaten de houtduiven in haar prach
tige kleed by tientallen byeengekilt of
stegen de leeuweriken ln Jubelzang om
hoog.
Ook welfden daar de molehobpen als
een toeken, dat er ook ondergronds nog
voldoende gelegenheid waa voor wezens
om aan den kozl te komen.
Dat alles verdwynt zoo langzamerhand
uit de buurt der geplaveide trottoirs,
waar we de laatste jaren al dat natuur
leven ln zyn ongedwongenheid nóg kon
den waarnemen.
Wel tUn echter gebleven de straatjon
gens onder de vogela: de mussohen. Dia
schynen tloh overal thuia te gevoelen en
waar te zich ook bevinden, ae doen nat
alsof ze overal de baas zijn en je moet
ze al heel dicht naderen alvorens as aan
stalt. maken op te vliegen.
Zoo was er by den nieuwbouw een
groote plas ontstaan, die grensde aan het
trottoir. De musschen hadden die plas
uitverkoren tot zwembassin en. ze waren
zóó verdiept in hun bad of wel ae hadden
zoo'n lak aan de menacheiyke schepsel»,
dat re je op een halven meter afstand
oorby lieten gaan zonder hun reiniging»-
kuur te staken.
Ze golfden het water soo lekker over
zich heen »n ze schudden zich de veeren
zoo heerlijk in de plas, flat je lust kreeg
ook een bad te nemen.
Doch aan dien fèlfkant ging dat niet
en de temperatuur waa nog niet geschikt
voor ons koudkleumen.
-AAN DEN ZELFKANT.
as het vroeger een algemeen ver-
acnjjnsel, dat aan den zelfkant der steden
de krotjes en armoedige woningen wer
den gevonden, thans is dat geheel anders.
,yerdringen van burgerwoonhuizen
in de binnenstad door winkelhuizen heeft
menig huisgezin een toevlucht doen zoe
ken naar de buitengedeelten der stad
waar beter ingerichte woningen waren
gebouwd. Ook velen, die zich met de in
richting der oude woningen in de stad
niet meer konden vereenigen, zochten de
practischer gebouwde huizen, die de laat
ste jaren overal aan de buitenste gren
zen der steden waren verrezen.
Zou men thans een wooid moeten uit-
dfn,ken Joot den buitensten richel der
.ÏÏfSVdafiïou vermoedeiyk het woord
zelfkant niet meer worden genoemd, om-
heeft l nu niet zoo'n besten klank
hler doet dat veraohynsel zich voor
-LJ? r?1 gwe«d' dat UQ dien buiten-
richel heel wat aardige woningen verre-
2©n zijn.
Heel wat andere eischen worden
INGEZÓNDEN.
Radiodistributie.
Mynheer de Redacteur. Gaarne zag ik
onderstaande regelen opgenomen Jun uw
veel gelezen blad.
Naar aanleiding van het schrijven van
B. en W. aan den Raad der gemeente Hel
der, hetgeen voorkomt in uw blad van
Zaterdag J.L, zou ik beleefd willen op
merken, dat ondergeteekende, als één der
aanvragers om vergunning tot het exploi
teren van een radio-oentrale in genoem
de gemeente het niet geheel eens kan zyn
met het standpunt, hetwelk B. en W/ln
deze zaak Inqamen, en wel om de volgen
de redenen:
In bovenaangehaald schrijven worden
d:-.,' gevallen genoemd, en wel a. b. en o.
en auhten B. en W. het genoemde in
punt <x, het alleenrecht dus, te verkiezen
bov en het oniauhrevene in punt a. en b.
Dat B. en W. aan de wijze ais omschre
ven ii; punt a., het maar door elkaar apan-
nen van toevoerleidingen van veraohii-
lende centrale-houders, geen goedkeuring
kan geven, is zeer goed te begrijpen.
gemoderniseerd en vrngroot^ü^ahe oui nebouden "i»!^lö" de^ies Y001" °°gen het »niauischuppeiyk werk» werkzaam
ergroot, in alle op-1 gehouden, dat men door yverige studie, rijnde belangrijkst* overheid»- en
parti-
T-x gvou w ^6'VrUU4
Doen over de wy*e omschreven ln punt b.,
aus het verdeelen van de atad in gedeelten
en net verleenen van een vergunning aan
meerdere exploitanten, dat la wel dege
lijk waard om eens nader te bezien.
uaar in de gemeente Zaandam, dus een
gemeente van soortgelijke grootte als de
gem Helder, ongeveer tien radio-centra-
les bestaan, waarvan de helft met wei-
ng aboniié's doch de overige vyf oentra-
es gemlddeid 4Ö0 a 600 abonné's bezitten,
w het m l heel gued mogeiyk ln Helder
^dio-tentraies in de verschillende
g eelten der stad zoowel rendabel als
winstgevend te exploiteeren.
oigens mijn meening sou de stad ook
el prsctiaoh in de volgende vier ge-
i u yerd®eW kunnen wordenen.
ïo. Het zg. centrum, begrensd door het
e deruche kanaal van I'ostbrug tot da
laatate bnig aan het eind der Binnenha-
Baaaingracht, en van Postbrug
a®1 de Parallelweg en Ruj
,®®deelte, begrenad doorl'Qldsr-
7 ^rk*r**t met de Oude Helder.
Be geheele Binnenhaven. Zuidatr.,
de woningen gesteld dan^vroeaer' Voorn! Hoofdgracht en kanaalweg
wat betreft drriaapgele^e^VsiSS Vr "^.ogten HJrtrstsn.
men andere verbiyvwi dan vroeger toen Vf!rf/iJ rp *n de woningen aar
alkoof en bedstede werden beschouwd
kwart LT vrbuJven daar^eeilnf op goed geluk,
er wel
koof
niemand meer
bedstede
die zweert bij al-
oon «en waarmede met vser prsctlsche
f^a,r®n rekening gehouden.
rfu h^reft het motief van B. en W„
heer H. A. Menalnk de voorkeur te
geven, daar
*oor en bedstede al moet hij dan som» w.Tw"' r d#w da eenige inwoner ls,
uog wel tegen wrii en dank daarin krui 7i» ministerieels machtiging be-
Pea-, "Ui' °P g* weien worden, da* ge
noemde heer met die ™**httgtng net aoo
liet inwendige van de slagerij is geheel
r,i lofni oaax/J
Robtnaon