UIT DE WUDE WERELD
Uit de Verzenboeken van onze Grootouders.
^fsssa-ari
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
0ta3To,M:
van ZATERDAG 19 MAART 1927.
NO. 269 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
Staaltjsi van Polzla uit den Oazelllgen ouden Tijd
door
das te lenen
ouaerwetsone
Welaan: Het Is van fdgeuneene be-
ikendheld, dat wtt tegenwoordig aan een
allerverschrikkelijke inconsequentie 1-tJ
dert. Aan de eene tijde nemen we oma ela
moderne mensdhen de vrijheid om allee
ennog wat af te keuren van wat onze var
dare en moeders en nog meer onae groot
vaders en grootmoeders als goed en be?
lanjpijk en mooi aanzagen.
Niks moeten we er meer van hébben,
van al dat ouderwetachel
Hun haren, hun jassen en broeken en
weeten, hun rokken en mantels, hun para-
plulea, hun taal, hun schrijfwijze, hun
kalme manier van doen, hun zekere en
aerleuae opvattingen, hun meeningen om
trent wat beboontyk waa en wat niet.
Weg met dat alleal Oudarwetaoh hope
loos uit den tijdl
Dat teggen we.
Maar aan den anderen kant rijn wa wal
aoo vriendelijk om aan meer dan gewone
aandacht an zelfs bewond< - g aan den
voor al wat <ne hopeloos
mensahen soo In hun tijd
an sooder de minste ophef.naakten
an aan ona achterlieten.
Ze waren ouderwetach, die grootvaders
en grootmoeders, maar de oude arnsleg-
doetken en de koperen fcacheleteüen en de
pulletjes en potjes, de chlffonlèrea, de
otale vaaen en bordjes, de mahoniehouten
meubeltjes en verder alles wat in den
tagauwniiiiullgaii antiqulteiteiuwlnfcei aoo
gezocht la nou: dat willen we nog wél
Achteraf blijkt dat aoo Medht nog niet
te wesen,
Zoo la er meer. Bijvoorbeeld met hun
poëzie.
Het la natuurlijk heel gemakkelijk voor
een would be modern menaah om af te
geven op de literatuur van onae groot
ouders. Ti Klein kunstje. Maar grooter
kunst la het beter te doen. En 'n groote
kunst ook, om over z"n vooroordeel heen
te komen en te beseffen, wat er werkelijk
toch voor aardigs zat ln die ouderwetsahe
verzen. Zooels er aardigs zit in al die
ouderwetsahe meubels. Eo soo Bollede
se allebei rijn.
Neem maar eens wat gewoon bedoelde
sBTHMiHiianitsvea'jeD van omen tijd en
proef ze op de keur van soliditeit met de
oudere. Men aal versteld staan van de
Louw floot soms een dsonyiea, wijl1 de anne tueuze Ortrud als een godin der wraak
vrw hluM koumnies tegenover Üe ala bruid «ekleede Elsa
Maar echt*? om JSSSLi ntoU.
Hdj «ou «r rijn loon wel voor fcriW dtagwto een krachtigo hand
een reusachtlgen bloemruiker op net too-
ZiJ haddien een uurtJen reloopsn omtrent, neel, die tuaschen de bedde partijen op
Toen Louw «ei, t leek d' euder wei den grond viel en bijna eene dier ala page*
wa<jkt worden tot dat de eotn af geloop on
moet mee: - - - -
meerdere degelijkheid; die erin zit Eb het
lijkt niet meer dan 'n daad van piëteit ooi
ze hun eer terug te geven? zooals we de
oude meubels en potten en vaaen de oude
eerenj roem terug geven? door ze te be
wonder*1 n en er onae woningen mee od te
pronken.
Om aan dit doel tegemoet te komen zul
ten we hieronder ln de eerstvolgende we-
^«n. wat oude, gemoedelijke verzen
pubnoeeren van de dichters voor onae
grootouders. *n Paar ven die echte, dege-
1 Ij k geconstrueerde, huiakamerverlhalen
op rijm, zoowel ernst als luim. En uwen uü
ondervinden dat ze den toets met Olinge
Doarenboa en Jsoob Oatz Jr. en hoe ze
meer heeton glansrijk kunnen doorstaan.
EN HET LEVEN GING VOORT.
In het privé-kantoor van de directie
waa het wunn, ontzettend warm, en boe-
wel alle ramen tegen elkaar open
bleven mijn vingers aan het papier
kleven en had ik een gevoel of de woor
den, die de chef over me uitgoot, ln mfjn
hersenen vloedbaar werden en
Oaustio-soda was het verheffend onder
werp van het dictaat en ris niet op tijd
een Japanner het kantoor I
gelaten, die zQde wilde verkoopen, dan
bad ik moeten bekennen dat Ik minstens
van de twee laatste niets meer ge
hoord had. De Jwpanner boog herhaal
de malen diep, eerst bty de deur, dan een
eindje verder de kwnwy fo, tot mijn chef
zuchtend ook opstond en terugboog,
op de verkooper, sooals alle Japs
steeds hefefljjk, tevreden izesteld, tot de
bualnea overging.
9
Ik droomde voor me uit, terwffl vaag de
onbegrijpelijke keelklanken en de drukke
gesticulaties van den Japanner tot me
doordrongen. De «wn transpireerde hef
tig, maar het scheen hem niets te hinde-
ren en vasthoudend trachtte hl) zijn zin
door te drijven, totdat bij, ais gewoonlijk
het privé-kantoor werd uitgedrongen en
naar de groote zaal verwezen-
IntuHsahen vm bet kwart voor twaalf
geworden en de vrije Zaterdagmiddag
wachtte me. Ik besloot bet laatste kwar
tier in gepaste droomerijen door te bren
gen en had ine daartoe juist aan mijn
lessenaar gezet, toen ltuggie Diwnfleld
zijn hoofd door de deur stak en zne toe
riep af hij binnen mocht komen.
„geheim" der Europee-
Japensche stad waar
ik woonde, met i
zwaarmoedige o>
jen, zijn
enlsven. A
kom je straks ln bel Oriental
lunchen, toe doe het maar, lk ben
vandaag weer soo bang alleen te ktyn, hou
me maar geselschap."
Ik knikte hem bemoedigend toe.
„Graag hoor. om half een dan."
„Yea, right, obve, bye," en itoggto at
Êöor Reggie, dacht ik, wat had WJ
toch dat hem rijn tonga leven soo ^or-
had. Hl) sprak nooit over rich *11,
rij «ajn hart maar eens, bet aou
Reggie was bet
ohe kolonie in de
Jopanscne maa waar
O gold, rijn oouwlg
Mr. J1. VAN LENNEP
Eene ring
ln
.GijJoop*
ln het net, en dat vaetjen le prlja.
Breng het maar fluka naar d' out-
■Wijl
- Er
ikasSoar,
voor hem zooveel beter riju
AMes ln je zelf opsluiten gaf toch ook
niets; waarom was hjj niet getrouwd, sou
een aardige jonge vrouw hem niet hei-
verdriet
pen om rijn
te vergeten?
Zoover was lik met mijn peinzen
Reggie, toen de groote kantoorklok twaalf
uur sloeg. Ik stond haastig op om naar
buis te gaan, me te vericleeden en dan te
lunchen in het Orientel HoteL
Na bet personeel een sedonara (goeden
middag) te hebben toegeroepen, liep ik
naar bulten en riep imiju rickshaw aan.
Lachend kwam de jongen aanhollen,
rijn tweewielig wagentje hobbelend over
den ongelijken weg.
HU bracht me altijd van kantoor naar
huis en omgekeerd, steeds goed gehu
meurd, een rij hei-witte tanden vertoo-
nend ala hij lachte, nooit moe en altQd
trachtend met ine te conveiseeren. Hij
moest me den berg optrekken en waar de
helling te steil werd, riep hij van een
rickahawgtacd onderweg een anderen Jon
gen aan, dde mijn wagentje van achteren
opduwde? Zoo arriveerden wij dan op de
Ytenmamata Dori, waar lk woonde.
Ben kwartier later stond ik na een op-
trhöohend bad to friaache kleuren, weer
voor de deur van het huls, stapte in de
rkkahaw, die gewacht bad, en waa bin
nen tien minuten ln het hotel, waar Reg-
Me 111# ln de hal wachtte.
Geruisohloos Hepen de Japansche boys
■heen en weer, opdienend een geheel
Buropeesch diner-
dinerboy had de tafel voor
die
In
vol t
slechts een
uit man. rrOUir lklotl&"
W^^^M^Xhutog«tin had zMn klano-
^SwoS^mdarklaaran. ma hurkte op da
OBTBUD EN ELSA.
Aan het tooneel van eene bekende,
groote stad had onlangs de volgende ver
makelijke historie plaata:
Het opera-seizoen U^p ten einde. Op al
gemeen verlangen werd de opera Lonen-
grln van Rlohajrd Wagner nog eenlge ma
len gegeven. De belde zangeressen, die dé
belangrijke rollen van Elsa en Ortrud
voor naar rekening hadden, wedijverden
met elkaar om het publiek in geestdrift te
brengen. Belden waren geroutineerde ar-
tieten, rij bewogen rioh gemakkelijk op
de planken en konden over sohoone stem-
middelen beschikken. Belden oogstten veel
böval en ontvingen van hare vereerden
talrijke g<-s<-henken, in den vorm van
blot-inrulkera, oorbellles, ena. Het vl
moeilijk uit te maken op wie de toehoor
ders het meeste gesteld waren. Doch elk
der belde vrouwen meende, dat rij de
voorkeur had: de sopraan stelde rich bo
ven de alt, en de alt achtte rioh boven de
sopraan verheven. Elaa en Ortrud waren
niet alleen voor het voetlicht, maar over
al en ten allen tijde geoworen vijandinnen.
Z)J konden, eooals men het noemt, elkan
der niet luchten of zien. Men aal begrij
pen, dat deze Jaloezie den voorstellingen
van Lohengrin zeer ten goede kwam.
BU de laatste opvoering dezer opera ge
beurde er Iets, dat veel «tof tot lachen gaf
en dat de oorzaak waa, dat de beide zan
geressen naar een engagement aan een
anderen schouwburg moesten ounzlen, zeer
tot spijt van de Inwonen der stad.
De tweede acte van de Lohengrin Uep
ten einde. Koning Hendrik de Vogelaar
wilde Elsa en den rwanenrldder met het
talrijke gevolg de kerk doen binnen tre
den, toen Ortrud te voorschijn trad en
rich, sooals voorgeschreven is, voor het
bruidspaar plaatste, omdat haar den voor
rang toekomt, daar haar echtgenoot, al la
die dan ook door snood bedrog geval
len, toch naam en afkomst durft te noe
men, wat met den onbekenden Lohengrin
niet het geval is.
Op dit oogenbUk, Juist toen de majf
waa. Eindelijk viel het gordijn. Als hyena's
vielen belden op den ruiker aan en ieder
meende, dat de welriekende kinderen van
Flora haar toegeworpen waren. Zoo ston
den rij te kijven, zander het voorwerp een
oogenbUk los te laten, toen ten gevolge
van het warme applaus het gordijn weer
opgehaald werd. Het publiek schoot ln
den lach, toen hét Elaa en Ortrud zoo te
genover elkaar zag staan. Da directeur
snelde woedend toe en nam de oorzaak
der ruzie ln beslag. Nu hleek, dat ln den
ruiker een fraai en armband verborgen
was en op een strookte papier, dat aan de
kostbare hulde gehecht was, stond met
duidelijk lettors te lezen: Voor de schoon»
blondine.
Nu waa imen nog even wij» als
een oogenbUk te voren. Wie waa die
sohoone blondine? Ortrud had van nature
blond baar, doch ln haar rol droeg rij een
zwarte pruik; Elsa waa een knappe bru
nette, maar ln Lohengrin hinget
de haren haar tot op net mlddei
rug. Wie had de milde gever nu bedoeld?
Was hij op de blonde naren van Ortrud
verliefd of op dén valaohen haartooi van
Elsa? Het spreekt van zelf, dat elke dame
voor haar goed recht opkwam. „Hoe kan
het pubUék weten, dat gij blond ziJt?"
sg de vorstendochter. „Denkt ge. dat
reoteur de belde voorwerpen aan de ver
raste page en gaf toen onmiddellijk het
sein tot voortzetten der voorst aling.
De geschiedenis meldt niet, welke ge
zichten de sopraan en de alt trokken. Men
wil dat belden ln het derde bedrijf met
minder vuur dan gewoonlijk acteerden.
Een ding ia aeker; het was voor het laatst,
dat riJ ln deze stad als Elsa en Ortrud op-
raden. De een vertrok naar X, en de an
der naar IJ. Het ia niet waarschijnlijk,
dat rij ooit ln dezelfde plaats een engage
ment zullen Sluiten?
(Naar het Duitsch.)
men aan uw coiffure hulde brengt?7' spot
te de gemalin van Telramund. Zoo keef
men, omringd door het geheele theater-
personeel, wel een kwartier lang.
bank, haar kimono zoo veel mogelijk op-
gesohort en de kinderen deden haar na
en keken belangstellend, met open mond.
Ben der kinderen fluisterde zijn moe
der iete ln, waarop ma een krant nam,
het kind op deze krant leta zeer natuur
lijks liet verrichten, dit netjes inpakte en
naast rich neerlegde om streks bij het
uitstappen weg te gooien. Dit werd odb
te bar.
Ik sleurde Reggie bij een arm naar het
adhterbaloon, waar wa niet lettend op
stof of formidabele snelheid, waarmede
de tram naar Osaks reed, bleven staan tot
ln Korofin, waar de verlossing kwam.
Belangstellend wachtte de jeugd ons op.
WIJ Hopen naar het strand, waar niet,
zooals een degelijke Hollander gewend is,
badkoetsjes stonden? (maar een groote
houten schuur, waar mannen en vrouwen
rich gezamenlijk uitkleedden, heel ge
moedelijk
Ik kende de situatie, wees Reggie een
plaata aan de heel andere rijde van de
loods, veroverde mezelf een schut, waar
achter ik me verbergen kon en in den
kortst mogelijben tijd stond ik in inijn
zwempak, klaar om in het haktere water
te «een-
Wij waren de eendge Europeanen tua-
sohen de Japanners, allen min of meer ln
badpak gestoken; de vrouwen zonder bad
mutsen, hun zwart haar ingevet en kun
stig opgemaakt, plassend vooraan, de
mannen ln fantastebadpakkon of zwem
broeken verder in zee.
Ik had! veel bekijks, omdat ik een vrouw
was en.zwemmen, kon? dus ook verder
ln zee ging.
Ben paar Japanners volgden, bleven
am me bwu rwemmen, riepen elkaar din
gen toe, die lk niet verstond, waarschijn
lijk wachtten ze er op im» te zten zinken.
Door de groote hitte is het water zeer
zout, en wanneer het zeebad genomen la,
is het een absolute noodzakelijkheid zich
met zoet water na te spoelen.
Ook daartoe bestond gelegenheid in een
huisje, dat niets bevatte dan een kenner
met een grooten bak water middenin,
waar mannen en vrouwen rioh heel ge
noeglijk ln af te wassohen zaten.
Reggie als typisch Etngelsdhiman uitte
kreten van afschuw, .maar gelukkig waa
er in de nabijheid een regenput, dde den
toestand redde.
Ik gooide ten paar «mmers over mij
uit, kleedde mif achter mijn aohutje haas
tig aan en waa toeneven warm als te
voren.
Eindelijk besloot de chef een einde aan het
spoktakri te maken. „Een Jonamensoh die
ln de eerste loge rechts rit, heeft den rui
ker geworden", sprak hij. „We sullen hem
vragen, voor welke zangeres de ruiker en
armband bestemd zijn."
Zoo gezegd, zoo gedaan. De directeur
begaf rich naar de loge en kwam vijl mi
nuten later met een van vreugde stralend
gericht op bet tooneel.
„Bloemruiker en armband zijn voor de
blonde page, die ln hemelsblauw atlas go-
kleed is," verklaarde htj, terwijl aller
oogen op hem gevestigd waren. „De
schenker, een zekere heer Kurt 8., eige
naar van een uitgestrekt riddergoed ln
Pommeren, vindt dat die kleine page er
allerliefst uitziet en hU meent, dat rij ook
wel eens eene onderscheiding mag heb
ben."
„Ieder houdt er een bijzondere smaak
op na," vervolgde de directeur, „en de
zijne is wezenlijk zoo steoht niet En wat
d" prachtige armband met edelgesteenten
betreft, onze landjonker la rijk genoeg, om
rich die uitgave te getroosten. Bovendien
bedoeld hij er niets mede, want morgen
vertrekt hfj weder naar rijn landgoed. Het
ia dus maar een gril van hemt"
Met deze woorden overhandigde de dl-
hotelletje, het R
men mdiumbaden
Rokko-
ne-
berg stonden
berg, waarop een
hotel staat, waar men
men en thee drinken kan-
Aan den voet van dien
twee kleine Fordjes klaar, oud en ramme
lig, met touwen bij elkaar gehouden, die
ons den tamelijk stellen berg moesten op
brengen.
Reggie zag deze voertuigen van terzijde
aan, trok gnbuwéi-tanri rijn neus op en
meende, dat het sportiever was, den berg
te beklimmen. Zonder te antwoorden steeg
lk met doodsverachting ln een der Ford-
jee. waar al zes Japanners, vier mannen
en twee vrouwen, in hadden plaats ge
nomen.
Een der vrouwen had haar baby In een
aardig kleurig kknonotje op haar rug.
Ik drukte mij er nog tuaschen en hoe
wel er zitplaatsen waren voor vier,
hoogstens vijf personen, ging het mei
zeven en Reggie als achtste ook nog weL
De Japanners schenen het niet onaan
genaam te vinden en trachtten ln hun
grappig Engelsoh onderstreept met druk
ke gebaren, met ons ln conversatie te ko
men, totdat wij eindelijk na een kwartier
tje rijden boven waren-
Het hotel 'bezit een waranda achter het
huls, net aan den rand van den berg,
waar imen een heerlijk uitricht heeft op
de omgeving.
Het was la i aml donker gewor
den en overal ln het dal kwamen de lich
ten te voorschijn, veel lichten van Kobe
en heel ln die verte die van Osaka, daar-
tuasohen die van de kleine dorpjes in de
omgeving.
Vlak voor ons op de helling van den
berg stond een tempeltje en af en toe
luidde een Japanner daar de bel am aan
dacht te trékken van de Godheid? waarop
hij dan zijn gebeden zegde? Het was alles
hoed vrt-.ig en stil-
Ik had een tijd niet op Reggie gelet, he
rig irnet mijn eigen gedachten, die ver
weg vlogen naar Holland, naar mijn
ouders, dan naar Sjanghai, waar mij mijn
verloofde wachtte en waar lk over drie
maanden trouwen zou
Plotseling schrok lk op en zag hem
aan, rijn oogen waren zoo wanhopig ge
worden, dat lk er angstig van werd, en In
eens nflim lk een besluit: ik zou hem aan
het praten zien te krijgen, hij moest zijn
hart uitstorten voor Iemand; waarom niet
voor mij, waar het veilig was, rijn ge
heim? „Reggie," zei ik zacht, „wat ls er
toch, rie een» om je heen? hoe vredig en
le verdriet
DB KLEUREN VAN PAJAOOMBQ.
Naar Fajaoambo gaat men om tabak te
koopen, om de mooie Maleisohe vrouwen
dezer oontrtjen te bewonderen en om da
kloof van Harau te zien.
Over de tabak mag ik kort zijn. Ze la
fijn, geurig en licht: men krijgt ze in
lang» bossen en pruiken en steekt z'n
neus er ln als in goudblond vrouwenhaar.
Deze tabak, die er lokkend uitziet ala
dicht gewonden Gretchenvlechten, heeft
een bitteren nasmaak, ala van oude ver
boden herinneringen. Ala proever koopt
men ze dan ook alleen om ze cadeau te
geven.
Men kan te Pajaoombo tabak koopen
en tegelijkertijd de vrouwen van het land
de verschuldigde aandacht schenken.
Want de tabak koopt men op de paastr
en op deze stille kermds staat men tua
schen duizenden en nog eens duizenden
van jonge vrouwen, die alle mogelijke ge
legenheid voor vergelijkende studie me
den.
Men schat het aantal marktbezoeken
daar op een drukken marktdag op veertig
duizend soo ongeveer.
Negentig prooent daarvan zijn vrouwen.
En Jonge vrouwen. Want de vermoeiende
mareohon, die deze vrouwen moeten ma
ken om van hun negorijen de hoofdstad
te bereiken nachts al op pad ln groe
pen, die bf) elk dorp vermeerderen en tot
troepen aanzwellen; allen met een mand
Shet hoofd waarin een vijf en twintig
ogram vruchten of koopwaar deze
marachen schakelen als vanzelf de oude
dorre beenen uit en zorgen voor een
aeathetisah zeer gunstige selectie?
DE JAPANNERS EN DB KATTEN.
De Japanners hebben steeds getracht de
die in hun vollen groei pas een hoogte van
twintig centimeters hadden bereikt, en
die, de bewijzen werden geleverd, drie
eeuwen vroeger werden geplant
In Japan vindt men ook katten, maar
vreemd genoeg riet men ze met en zonder
staart, en nog vreemder: met gespleten
staart De laatste katten, die hebben doen
goed doen Je eens uit te praten? Wil je
van mij niet je vertrouwde maken? zou
het je niet goed doen? Werkelijk niet?
Het doet heel goed als men rijn hart1
kan luchten."
eena
Bijna woest keek hy ml) aan; ik
hean recht in de oogen en dan warden de
zijne zachter, schenen ze rich met tranen
te vullen. Ik wachtte.
Toen begon bi) en vertelde het me in
een paar woorden? het vreceeiijke wat hy
SS voor mij geheim gehouden
„Jij bent de eerste," zei hij, met wie ik
zoo
er over spreek nadat het gebeurd
ben ik weggegaan en heb nog niemand
ooit om troost gevraagd? het nog niemand
gezegd. Het ls heel eenvoudig. Waarom
ik niet trouw, vraag je? Vandaag ls het
een half jaar geleden dat lk trouwde."
Ik imaakte een onwillekeurige bewe
ging, doch zei niets-
irZc was het liefste meisje van de we
reld, blond en slank, pas 28 jaar, en we
hielden zooveel van elkaar.
Het was heel moeilijk geweest. ZijJ was
katholiek, maar wilde niet dat ik het am
haar worden zou. Van godsdienst veran
deren? zei ze, moet je alleen uit overtui-
3doen.Wij hebben een langen bittoren
moeten strijden? die haar gezond-
die toch al niet sterk was, een knak
heeft gegeven. Maar eindelijk hadden we
overwonnen. We bepaalden den trouw
dag, we zouden reizen in warmere landen,
waar ze haar geschokte gezondheid zou
terug krijgen. We zijn getrouwd? zij ln
och, zoo
het wit,
zoo'n teer wit bruidje.
Maar we weren zóó gelukkig, zóó waan
zinnig gelukkig, dat li angstig werd om
zooveel geluk, teveel voor imensahen.
Zie Je Ldlly,
het was een groote liefde,
mooi het la. Kun Je Je niet over Je
heenzetten? Reggie, hoor eens, waarom
trouw je toch met, je <bent soo eenzaam
en verlaten in de wereld en met «1 je geld
Vlak bet) de badplaats bevindt rich «an toch aoo diep ongelukkig. Zou het ja niet
zooals maar weinig stervelingen gegeven
wordt, en toen. Is ze aan net eind van
onze „Wedding-nlght" ln imijn armen ge
storven Het geluk had haar hart ge
broken.
Ik zei niets meer, kon ook niets imeer
zeggen; het verschrikkelijke had im]t ge
slagen; ln volkomen onbewegelijkneicL
Wat kon lk zeggen, was daarvoor troost?
Gaf het iets, als ik een paar zlnlooze
woorden stamelde? Tenslotte reikte lk
hem over de tafel mijn hand, waar hij zijn
hoofd oplegde, en liet hem zoo snikken?
terwijl lk, hem over zijn haren strijkende,
uitstaarde over de donkere bergen? die
daar lagen onder den met sterren bezaai
den hemel, naar de lichtjes ln het dal, en
trachtte te begrijpen het groote levens
raadsel.
't Juttertje
droomen dienende medajea aan het hoofd raakte.
„Zet neer meer uw rrarih*, want ds reis la Voor wie was hfj bestemd? Onze twee
ten end: zangeressen hielden er dadelijk de oogen
v» l^ir^r^r^^r, °P aefveMtl«|d, doch met oprapen moest ge-
Ik mes u volstrekt niet vsrsohoonen."
„Odh vriend," hernam Louw: „laat het fusfcjen
Ik aal het biljet u vertoooen!"
„1 BiljetI en waarom dat woo etreks niet
gedaan?"
,JWel vrtendlllefl waarom het veraweoen?
Ik meende, toen ik aan den dijk u «eer staan?
Ge waart om een vraohtden verlegeni
En «te, lk wee Julet met een helper gediend,
Dat fuet viel *00 ewaar te behandlen.
Heb dank voor de moeite en lk wenmh, goede
vriend!!
verder plelslerla te wandlen."
DB AANHALING.
Het avontuur van 1
in Kommies aan den
1 rond:
0» Maae neem ael lk llefet n verewljgen)
Hij dacht, eoo hij hier eene een smoikkelaar
vond,
Wal lof en wel loon hit son krijgen.
er geweeet van dee morgen* al vroeg,
toneer htl Louw Hendriks ontmoette,
Die, ewoegend, een fuetjea met brandewijn
droeg,
Xb dien hij doe mlnetam begroette:
„Vriend Louwl ln dll fuwtjen Is meer dan
één kant
Kunt gij het biljet ar vao tooaen?"
„Wal aeker," aprak Lovw: „maar gij ault mij,
goé manl
Daarvan, vooralenog, veraoboonen."
„Heil heil" riep nu de ander: „er wordt met
de wet,
Zoo makklljk den draak niet geetokenl
OUboo gij uw dag maar. Gij hebt gaan blije*:
Die drank le voorzeker gealoken.
„Wat aou lk? wel dan wara ik Kei Hg niet wijn
Ie T prije dan draag 1 k het riet langer.
Zoo «prak hij en «ette bet neer ln bet aand,
de ander niet lang aioh beraadde,
bier noch kruier noob kar bij da
En t fuM op etjn
Nu kuierden beiden de wellanden door:
De aon
Het wee nog twee uur 1
Ek> hobbelig waren de
In de oetaaal van het Orientel Hotel
waa bet betrekkelijk koel en zeer druk,
I r was pas een Amerlkaansche boot aan-
vekomen en de nieuwste Amarikaansche
iiodes weiden er ten toon gespreid.
twee gedekt, druiven la bet «s gezet,
icad-toa gebracht en nlettegenaaande ai
(lie ljaellj'khodorK Ihad lk net hopélooa
warm en kan lbiggies vrlendHuh:
begroeting slechts met een mi»p
beantwoorden. s
vroeg
B.