UIT DE WUDE WERELD Uit de Verzenboeken van onze Grootouders. ^fsssa-ari Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, 0ta3To,M: van ZATERDAG 19 MAART 1927. NO. 269 (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN) Staaltjsi van Polzla uit den Oazelllgen ouden Tijd door das te lenen ouaerwetsone Welaan: Het Is van fdgeuneene be- ikendheld, dat wtt tegenwoordig aan een allerverschrikkelijke inconsequentie 1-tJ dert. Aan de eene tijde nemen we oma ela moderne mensdhen de vrijheid om allee ennog wat af te keuren van wat onze var dare en moeders en nog meer onae groot vaders en grootmoeders als goed en be? lanjpijk en mooi aanzagen. Niks moeten we er meer van hébben, van al dat ouderwetachel Hun haren, hun jassen en broeken en weeten, hun rokken en mantels, hun para- plulea, hun taal, hun schrijfwijze, hun kalme manier van doen, hun zekere en aerleuae opvattingen, hun meeningen om trent wat beboontyk waa en wat niet. Weg met dat alleal Oudarwetaoh hope loos uit den tijdl Dat teggen we. Maar aan den anderen kant rijn wa wal aoo vriendelijk om aan meer dan gewone aandacht an zelfs bewond< - g aan den voor al wat <ne hopeloos mensahen soo In hun tijd an sooder de minste ophef.naakten an aan ona achterlieten. Ze waren ouderwetach, die grootvaders en grootmoeders, maar de oude arnsleg- doetken en de koperen fcacheleteüen en de pulletjes en potjes, de chlffonlèrea, de otale vaaen en bordjes, de mahoniehouten meubeltjes en verder alles wat in den tagauwniiiiullgaii antiqulteiteiuwlnfcei aoo gezocht la nou: dat willen we nog wél Achteraf blijkt dat aoo Medht nog niet te wesen, Zoo la er meer. Bijvoorbeeld met hun poëzie. Het la natuurlijk heel gemakkelijk voor een would be modern menaah om af te geven op de literatuur van onae groot ouders. Ti Klein kunstje. Maar grooter kunst la het beter te doen. En 'n groote kunst ook, om over z"n vooroordeel heen te komen en te beseffen, wat er werkelijk toch voor aardigs zat ln die ouderwetsahe verzen. Zooels er aardigs zit in al die ouderwetsahe meubels. Eo soo Bollede se allebei rijn. Neem maar eens wat gewoon bedoelde sBTHMiHiianitsvea'jeD van omen tijd en proef ze op de keur van soliditeit met de oudere. Men aal versteld staan van de Louw floot soms een dsonyiea, wijl1 de anne tueuze Ortrud als een godin der wraak vrw hluM koumnies tegenover Üe ala bruid «ekleede Elsa Maar echt*? om JSSSLi ntoU. Hdj «ou «r rijn loon wel voor fcriW dtagwto een krachtigo hand een reusachtlgen bloemruiker op net too- ZiJ haddien een uurtJen reloopsn omtrent, neel, die tuaschen de bedde partijen op Toen Louw «ei, t leek d' euder wei den grond viel en bijna eene dier ala page* wa<jkt worden tot dat de eotn af geloop on moet mee: - - - - meerdere degelijkheid; die erin zit Eb het lijkt niet meer dan 'n daad van piëteit ooi ze hun eer terug te geven? zooals we de oude meubels en potten en vaaen de oude eerenj roem terug geven? door ze te be wonder*1 n en er onae woningen mee od te pronken. Om aan dit doel tegemoet te komen zul ten we hieronder ln de eerstvolgende we- ^«n. wat oude, gemoedelijke verzen pubnoeeren van de dichters voor onae grootouders. *n Paar ven die echte, dege- 1 Ij k geconstrueerde, huiakamerverlhalen op rijm, zoowel ernst als luim. En uwen uü ondervinden dat ze den toets met Olinge Doarenboa en Jsoob Oatz Jr. en hoe ze meer heeton glansrijk kunnen doorstaan. EN HET LEVEN GING VOORT. In het privé-kantoor van de directie waa het wunn, ontzettend warm, en boe- wel alle ramen tegen elkaar open bleven mijn vingers aan het papier kleven en had ik een gevoel of de woor den, die de chef over me uitgoot, ln mfjn hersenen vloedbaar werden en Oaustio-soda was het verheffend onder werp van het dictaat en ris niet op tijd een Japanner het kantoor I gelaten, die zQde wilde verkoopen, dan bad ik moeten bekennen dat Ik minstens van de twee laatste niets meer ge hoord had. De Jwpanner boog herhaal de malen diep, eerst bty de deur, dan een eindje verder de kwnwy fo, tot mijn chef zuchtend ook opstond en terugboog, op de verkooper, sooals alle Japs steeds hefefljjk, tevreden izesteld, tot de bualnea overging. 9 Ik droomde voor me uit, terwffl vaag de onbegrijpelijke keelklanken en de drukke gesticulaties van den Japanner tot me doordrongen. De «wn transpireerde hef tig, maar het scheen hem niets te hinde- ren en vasthoudend trachtte hl) zijn zin door te drijven, totdat bij, ais gewoonlijk het privé-kantoor werd uitgedrongen en naar de groote zaal verwezen- IntuHsahen vm bet kwart voor twaalf geworden en de vrije Zaterdagmiddag wachtte me. Ik besloot bet laatste kwar tier in gepaste droomerijen door te bren gen en had ine daartoe juist aan mijn lessenaar gezet, toen ltuggie Diwnfleld zijn hoofd door de deur stak en zne toe riep af hij binnen mocht komen. „geheim" der Europee- Japensche stad waar ik woonde, met i zwaarmoedige o> jen, zijn enlsven. A kom je straks ln bel Oriental lunchen, toe doe het maar, lk ben vandaag weer soo bang alleen te ktyn, hou me maar geselschap." Ik knikte hem bemoedigend toe. „Graag hoor. om half een dan." „Yea, right, obve, bye," en itoggto at Êöor Reggie, dacht ik, wat had WJ toch dat hem rijn tonga leven soo ^or- had. Hl) sprak nooit over rich *11, rij «ajn hart maar eens, bet aou Reggie was bet ohe kolonie in de Jopanscne maa waar O gold, rijn oouwlg Mr. J1. VAN LENNEP Eene ring ln .GijJoop* ln het net, en dat vaetjen le prlja. Breng het maar fluka naar d' out- ■Wijl - Er ikasSoar, voor hem zooveel beter riju AMes ln je zelf opsluiten gaf toch ook niets; waarom was hjj niet getrouwd, sou een aardige jonge vrouw hem niet hei- verdriet pen om rijn te vergeten? Zoover was lik met mijn peinzen Reggie, toen de groote kantoorklok twaalf uur sloeg. Ik stond haastig op om naar buis te gaan, me te vericleeden en dan te lunchen in het Orientel HoteL Na bet personeel een sedonara (goeden middag) te hebben toegeroepen, liep ik naar bulten en riep imiju rickshaw aan. Lachend kwam de jongen aanhollen, rijn tweewielig wagentje hobbelend over den ongelijken weg. HU bracht me altijd van kantoor naar huis en omgekeerd, steeds goed gehu meurd, een rij hei-witte tanden vertoo- nend ala hij lachte, nooit moe en altQd trachtend met ine te conveiseeren. Hij moest me den berg optrekken en waar de helling te steil werd, riep hij van een rickahawgtacd onderweg een anderen Jon gen aan, dde mijn wagentje van achteren opduwde? Zoo arriveerden wij dan op de Ytenmamata Dori, waar lk woonde. Ben kwartier later stond ik na een op- trhöohend bad to friaache kleuren, weer voor de deur van het huls, stapte in de rkkahaw, die gewacht bad, en waa bin nen tien minuten ln het hotel, waar Reg- Me 111# ln de hal wachtte. Geruisohloos Hepen de Japansche boys ■heen en weer, opdienend een geheel Buropeesch diner- dinerboy had de tafel voor die In vol t slechts een uit man. rrOUir lklotl&" W^^^M^Xhutog«tin had zMn klano- ^SwoS^mdarklaaran. ma hurkte op da OBTBUD EN ELSA. Aan het tooneel van eene bekende, groote stad had onlangs de volgende ver makelijke historie plaata: Het opera-seizoen U^p ten einde. Op al gemeen verlangen werd de opera Lonen- grln van Rlohajrd Wagner nog eenlge ma len gegeven. De belde zangeressen, die dé belangrijke rollen van Elsa en Ortrud voor naar rekening hadden, wedijverden met elkaar om het publiek in geestdrift te brengen. Belden waren geroutineerde ar- tieten, rij bewogen rioh gemakkelijk op de planken en konden over sohoone stem- middelen beschikken. Belden oogstten veel böval en ontvingen van hare vereerden talrijke g<-s<-henken, in den vorm van blot-inrulkera, oorbellles, ena. Het vl moeilijk uit te maken op wie de toehoor ders het meeste gesteld waren. Doch elk der belde vrouwen meende, dat rij de voorkeur had: de sopraan stelde rich bo ven de alt, en de alt achtte rioh boven de sopraan verheven. Elaa en Ortrud waren niet alleen voor het voetlicht, maar over al en ten allen tijde geoworen vijandinnen. Z)J konden, eooals men het noemt, elkan der niet luchten of zien. Men aal begrij pen, dat deze Jaloezie den voorstellingen van Lohengrin zeer ten goede kwam. BU de laatste opvoering dezer opera ge beurde er Iets, dat veel «tof tot lachen gaf en dat de oorzaak waa, dat de beide zan geressen naar een engagement aan een anderen schouwburg moesten ounzlen, zeer tot spijt van de Inwonen der stad. De tweede acte van de Lohengrin Uep ten einde. Koning Hendrik de Vogelaar wilde Elsa en den rwanenrldder met het talrijke gevolg de kerk doen binnen tre den, toen Ortrud te voorschijn trad en rich, sooals voorgeschreven is, voor het bruidspaar plaatste, omdat haar den voor rang toekomt, daar haar echtgenoot, al la die dan ook door snood bedrog geval len, toch naam en afkomst durft te noe men, wat met den onbekenden Lohengrin niet het geval is. Op dit oogenbUk, Juist toen de majf waa. Eindelijk viel het gordijn. Als hyena's vielen belden op den ruiker aan en ieder meende, dat de welriekende kinderen van Flora haar toegeworpen waren. Zoo ston den rij te kijven, zander het voorwerp een oogenbUk los te laten, toen ten gevolge van het warme applaus het gordijn weer opgehaald werd. Het publiek schoot ln den lach, toen hét Elaa en Ortrud zoo te genover elkaar zag staan. Da directeur snelde woedend toe en nam de oorzaak der ruzie ln beslag. Nu hleek, dat ln den ruiker een fraai en armband verborgen was en op een strookte papier, dat aan de kostbare hulde gehecht was, stond met duidelijk lettors te lezen: Voor de schoon» blondine. Nu waa imen nog even wij» als een oogenbUk te voren. Wie waa die sohoone blondine? Ortrud had van nature blond baar, doch ln haar rol droeg rij een zwarte pruik; Elsa waa een knappe bru nette, maar ln Lohengrin hinget de haren haar tot op net mlddei rug. Wie had de milde gever nu bedoeld? Was hij op de blonde naren van Ortrud verliefd of op dén valaohen haartooi van Elsa? Het spreekt van zelf, dat elke dame voor haar goed recht opkwam. „Hoe kan het pubUék weten, dat gij blond ziJt?" sg de vorstendochter. „Denkt ge. dat reoteur de belde voorwerpen aan de ver raste page en gaf toen onmiddellijk het sein tot voortzetten der voorst aling. De geschiedenis meldt niet, welke ge zichten de sopraan en de alt trokken. Men wil dat belden ln het derde bedrijf met minder vuur dan gewoonlijk acteerden. Een ding ia aeker; het was voor het laatst, dat riJ ln deze stad als Elsa en Ortrud op- raden. De een vertrok naar X, en de an der naar IJ. Het ia niet waarschijnlijk, dat rij ooit ln dezelfde plaats een engage ment zullen Sluiten? (Naar het Duitsch.) men aan uw coiffure hulde brengt?7' spot te de gemalin van Telramund. Zoo keef men, omringd door het geheele theater- personeel, wel een kwartier lang. bank, haar kimono zoo veel mogelijk op- gesohort en de kinderen deden haar na en keken belangstellend, met open mond. Ben der kinderen fluisterde zijn moe der iete ln, waarop ma een krant nam, het kind op deze krant leta zeer natuur lijks liet verrichten, dit netjes inpakte en naast rich neerlegde om streks bij het uitstappen weg te gooien. Dit werd odb te bar. Ik sleurde Reggie bij een arm naar het adhterbaloon, waar wa niet lettend op stof of formidabele snelheid, waarmede de tram naar Osaks reed, bleven staan tot ln Korofin, waar de verlossing kwam. Belangstellend wachtte de jeugd ons op. WIJ Hopen naar het strand, waar niet, zooals een degelijke Hollander gewend is, badkoetsjes stonden? (maar een groote houten schuur, waar mannen en vrouwen rich gezamenlijk uitkleedden, heel ge moedelijk Ik kende de situatie, wees Reggie een plaata aan de heel andere rijde van de loods, veroverde mezelf een schut, waar achter ik me verbergen kon en in den kortst mogelijben tijd stond ik in inijn zwempak, klaar om in het haktere water te «een- Wij waren de eendge Europeanen tua- sohen de Japanners, allen min of meer ln badpak gestoken; de vrouwen zonder bad mutsen, hun zwart haar ingevet en kun stig opgemaakt, plassend vooraan, de mannen ln fantastebadpakkon of zwem broeken verder in zee. Ik had! veel bekijks, omdat ik een vrouw was en.zwemmen, kon? dus ook verder ln zee ging. Ben paar Japanners volgden, bleven am me bwu rwemmen, riepen elkaar din gen toe, die lk niet verstond, waarschijn lijk wachtten ze er op im» te zten zinken. Door de groote hitte is het water zeer zout, en wanneer het zeebad genomen la, is het een absolute noodzakelijkheid zich met zoet water na te spoelen. Ook daartoe bestond gelegenheid in een huisje, dat niets bevatte dan een kenner met een grooten bak water middenin, waar mannen en vrouwen rioh heel ge noeglijk ln af te wassohen zaten. Reggie als typisch Etngelsdhiman uitte kreten van afschuw, .maar gelukkig waa er in de nabijheid een regenput, dde den toestand redde. Ik gooide ten paar «mmers over mij uit, kleedde mif achter mijn aohutje haas tig aan en waa toeneven warm als te voren. Eindelijk besloot de chef een einde aan het spoktakri te maken. „Een Jonamensoh die ln de eerste loge rechts rit, heeft den rui ker geworden", sprak hij. „We sullen hem vragen, voor welke zangeres de ruiker en armband bestemd zijn." Zoo gezegd, zoo gedaan. De directeur begaf rich naar de loge en kwam vijl mi nuten later met een van vreugde stralend gericht op bet tooneel. „Bloemruiker en armband zijn voor de blonde page, die ln hemelsblauw atlas go- kleed is," verklaarde htj, terwijl aller oogen op hem gevestigd waren. „De schenker, een zekere heer Kurt 8., eige naar van een uitgestrekt riddergoed ln Pommeren, vindt dat die kleine page er allerliefst uitziet en hU meent, dat rij ook wel eens eene onderscheiding mag heb ben." „Ieder houdt er een bijzondere smaak op na," vervolgde de directeur, „en de zijne is wezenlijk zoo steoht niet En wat d" prachtige armband met edelgesteenten betreft, onze landjonker la rijk genoeg, om rich die uitgave te getroosten. Bovendien bedoeld hij er niets mede, want morgen vertrekt hfj weder naar rijn landgoed. Het ia dus maar een gril van hemt" Met deze woorden overhandigde de dl- hotelletje, het R men mdiumbaden Rokko- ne- berg stonden berg, waarop een hotel staat, waar men men en thee drinken kan- Aan den voet van dien twee kleine Fordjes klaar, oud en ramme lig, met touwen bij elkaar gehouden, die ons den tamelijk stellen berg moesten op brengen. Reggie zag deze voertuigen van terzijde aan, trok gnbuwéi-tanri rijn neus op en meende, dat het sportiever was, den berg te beklimmen. Zonder te antwoorden steeg lk met doodsverachting ln een der Ford- jee. waar al zes Japanners, vier mannen en twee vrouwen, in hadden plaats ge nomen. Een der vrouwen had haar baby In een aardig kleurig kknonotje op haar rug. Ik drukte mij er nog tuaschen en hoe wel er zitplaatsen waren voor vier, hoogstens vijf personen, ging het mei zeven en Reggie als achtste ook nog weL De Japanners schenen het niet onaan genaam te vinden en trachtten ln hun grappig Engelsoh onderstreept met druk ke gebaren, met ons ln conversatie te ko men, totdat wij eindelijk na een kwartier tje rijden boven waren- Het hotel 'bezit een waranda achter het huls, net aan den rand van den berg, waar imen een heerlijk uitricht heeft op de omgeving. Het was la i aml donker gewor den en overal ln het dal kwamen de lich ten te voorschijn, veel lichten van Kobe en heel ln die verte die van Osaka, daar- tuasohen die van de kleine dorpjes in de omgeving. Vlak voor ons op de helling van den berg stond een tempeltje en af en toe luidde een Japanner daar de bel am aan dacht te trékken van de Godheid? waarop hij dan zijn gebeden zegde? Het was alles hoed vrt-.ig en stil- Ik had een tijd niet op Reggie gelet, he rig irnet mijn eigen gedachten, die ver weg vlogen naar Holland, naar mijn ouders, dan naar Sjanghai, waar mij mijn verloofde wachtte en waar lk over drie maanden trouwen zou Plotseling schrok lk op en zag hem aan, rijn oogen waren zoo wanhopig ge worden, dat lk er angstig van werd, en In eens nflim lk een besluit: ik zou hem aan het praten zien te krijgen, hij moest zijn hart uitstorten voor Iemand; waarom niet voor mij, waar het veilig was, rijn ge heim? „Reggie," zei ik zacht, „wat ls er toch, rie een» om je heen? hoe vredig en le verdriet DB KLEUREN VAN PAJAOOMBQ. Naar Fajaoambo gaat men om tabak te koopen, om de mooie Maleisohe vrouwen dezer oontrtjen te bewonderen en om da kloof van Harau te zien. Over de tabak mag ik kort zijn. Ze la fijn, geurig en licht: men krijgt ze in lang» bossen en pruiken en steekt z'n neus er ln als in goudblond vrouwenhaar. Deze tabak, die er lokkend uitziet ala dicht gewonden Gretchenvlechten, heeft een bitteren nasmaak, ala van oude ver boden herinneringen. Ala proever koopt men ze dan ook alleen om ze cadeau te geven. Men kan te Pajaoombo tabak koopen en tegelijkertijd de vrouwen van het land de verschuldigde aandacht schenken. Want de tabak koopt men op de paastr en op deze stille kermds staat men tua schen duizenden en nog eens duizenden van jonge vrouwen, die alle mogelijke ge legenheid voor vergelijkende studie me den. Men schat het aantal marktbezoeken daar op een drukken marktdag op veertig duizend soo ongeveer. Negentig prooent daarvan zijn vrouwen. En Jonge vrouwen. Want de vermoeiende mareohon, die deze vrouwen moeten ma ken om van hun negorijen de hoofdstad te bereiken nachts al op pad ln groe pen, die bf) elk dorp vermeerderen en tot troepen aanzwellen; allen met een mand Shet hoofd waarin een vijf en twintig ogram vruchten of koopwaar deze marachen schakelen als vanzelf de oude dorre beenen uit en zorgen voor een aeathetisah zeer gunstige selectie? DE JAPANNERS EN DB KATTEN. De Japanners hebben steeds getracht de die in hun vollen groei pas een hoogte van twintig centimeters hadden bereikt, en die, de bewijzen werden geleverd, drie eeuwen vroeger werden geplant In Japan vindt men ook katten, maar vreemd genoeg riet men ze met en zonder staart, en nog vreemder: met gespleten staart De laatste katten, die hebben doen goed doen Je eens uit te praten? Wil je van mij niet je vertrouwde maken? zou het je niet goed doen? Werkelijk niet? Het doet heel goed als men rijn hart1 kan luchten." eena Bijna woest keek hy ml) aan; ik hean recht in de oogen en dan warden de zijne zachter, schenen ze rich met tranen te vullen. Ik wachtte. Toen begon bi) en vertelde het me in een paar woorden? het vreceeiijke wat hy SS voor mij geheim gehouden „Jij bent de eerste," zei hij, met wie ik zoo er over spreek nadat het gebeurd ben ik weggegaan en heb nog niemand ooit om troost gevraagd? het nog niemand gezegd. Het ls heel eenvoudig. Waarom ik niet trouw, vraag je? Vandaag ls het een half jaar geleden dat lk trouwde." Ik imaakte een onwillekeurige bewe ging, doch zei niets- irZc was het liefste meisje van de we reld, blond en slank, pas 28 jaar, en we hielden zooveel van elkaar. Het was heel moeilijk geweest. ZijJ was katholiek, maar wilde niet dat ik het am haar worden zou. Van godsdienst veran deren? zei ze, moet je alleen uit overtui- 3doen.Wij hebben een langen bittoren moeten strijden? die haar gezond- die toch al niet sterk was, een knak heeft gegeven. Maar eindelijk hadden we overwonnen. We bepaalden den trouw dag, we zouden reizen in warmere landen, waar ze haar geschokte gezondheid zou terug krijgen. We zijn getrouwd? zij ln och, zoo het wit, zoo'n teer wit bruidje. Maar we weren zóó gelukkig, zóó waan zinnig gelukkig, dat li angstig werd om zooveel geluk, teveel voor imensahen. Zie Je Ldlly, het was een groote liefde, mooi het la. Kun Je Je niet over Je heenzetten? Reggie, hoor eens, waarom trouw je toch met, je <bent soo eenzaam en verlaten in de wereld en met «1 je geld Vlak bet) de badplaats bevindt rich «an toch aoo diep ongelukkig. Zou het ja niet zooals maar weinig stervelingen gegeven wordt, en toen. Is ze aan net eind van onze „Wedding-nlght" ln imijn armen ge storven Het geluk had haar hart ge broken. Ik zei niets meer, kon ook niets imeer zeggen; het verschrikkelijke had im]t ge slagen; ln volkomen onbewegelijkneicL Wat kon lk zeggen, was daarvoor troost? Gaf het iets, als ik een paar zlnlooze woorden stamelde? Tenslotte reikte lk hem over de tafel mijn hand, waar hij zijn hoofd oplegde, en liet hem zoo snikken? terwijl lk, hem over zijn haren strijkende, uitstaarde over de donkere bergen? die daar lagen onder den met sterren bezaai den hemel, naar de lichtjes ln het dal, en trachtte te begrijpen het groote levens raadsel. 't Juttertje droomen dienende medajea aan het hoofd raakte. „Zet neer meer uw rrarih*, want ds reis la Voor wie was hfj bestemd? Onze twee ten end: zangeressen hielden er dadelijk de oogen v» l^ir^r^r^^r, °P aefveMtl«|d, doch met oprapen moest ge- Ik mes u volstrekt niet vsrsohoonen." „Odh vriend," hernam Louw: „laat het fusfcjen Ik aal het biljet u vertoooen!" „1 BiljetI en waarom dat woo etreks niet gedaan?" ,JWel vrtendlllefl waarom het veraweoen? Ik meende, toen ik aan den dijk u «eer staan? Ge waart om een vraohtden verlegeni En «te, lk wee Julet met een helper gediend, Dat fuet viel *00 ewaar te behandlen. Heb dank voor de moeite en lk wenmh, goede vriend!! verder plelslerla te wandlen." DB AANHALING. Het avontuur van 1 in Kommies aan den 1 rond: 0» Maae neem ael lk llefet n verewljgen) Hij dacht, eoo hij hier eene een smoikkelaar vond, Wal lof en wel loon hit son krijgen. er geweeet van dee morgen* al vroeg, toneer htl Louw Hendriks ontmoette, Die, ewoegend, een fuetjea met brandewijn droeg, Xb dien hij doe mlnetam begroette: „Vriend Louwl ln dll fuwtjen Is meer dan één kant Kunt gij het biljet ar vao tooaen?" „Wal aeker," aprak Lovw: „maar gij ault mij, goé manl Daarvan, vooralenog, veraoboonen." „Heil heil" riep nu de ander: „er wordt met de wet, Zoo makklljk den draak niet geetokenl OUboo gij uw dag maar. Gij hebt gaan blije*: Die drank le voorzeker gealoken. „Wat aou lk? wel dan wara ik Kei Hg niet wijn Ie T prije dan draag 1 k het riet langer. Zoo «prak hij en «ette bet neer ln bet aand, de ander niet lang aioh beraadde, bier noch kruier noob kar bij da En t fuM op etjn Nu kuierden beiden de wellanden door: De aon Het wee nog twee uur 1 Ek> hobbelig waren de In de oetaaal van het Orientel Hotel waa bet betrekkelijk koel en zeer druk, I r was pas een Amerlkaansche boot aan- vekomen en de nieuwste Amarikaansche iiodes weiden er ten toon gespreid. twee gedekt, druiven la bet «s gezet, icad-toa gebracht en nlettegenaaande ai (lie ljaellj'khodorK Ihad lk net hopélooa warm en kan lbiggies vrlendHuh: begroeting slechts met een mi»p beantwoorden. s vroeg B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 7