BINNENLAND 2W0 soldaten verdronken. Twee barkassen, die ongeveer een do zijn booten vol noordelijk* soldaten op sleeptouw hadden, trachtten don zuide- 1 ijken oever van de Jangtse bij het fort van Nanking te bereiken, imaar bun na dering word door middel van zoeklicht bemerkt. Er werden tachtig granaten uit het fort afgeschoten. Alle booten Bonken; alle soldaten ten getale van 2000 verdron ken. Er heerschen chaotische toestanden bui ten Swatou, in de ChLnqeache provincie Kwarttoeng, waar „roode" boerentroepen, gesteund door de overblijfselen van het leger van TgjenHtsjian-imin, Kantonmeeeche troe pen hebben afgemaakt. Volgens ingekomen 'berichten is In de buurt van Kloekiang de Aimerikaansch© tor pedojager „Peaiy" beschoten. Soen-tsjoean-fang, een der generaals var de Noordelijken, eni de aanvankelijke verde diger van Sjanghai, heeft aangeboden zich over te geven aan Tsjang-kei-ajek, den' lei der der gematigde Kantonneezen. De troe pen van Tsjang-kei-ajek hebben weei^ een nieuw aantal „radioalenl" in hechtenis ge nomen. De tweespalt In de Koemlnbmg. 27 tegen 17 divisies. De oorrespondent van de Information meldt, dat na de scheuring in de Koeomin- tang 27 divisies zich onder bevel van Tsjang-kei-sjek geschaard hebben, ter wijl 17 divisies aan Borodin en de macht hebben te Hankou trouw zijn gebleven. Communistische brandstichters. De communisten te Kanton worden er van verdacht, den brand ln het gebouw van de munt te hebben aangestoken. Een berucht bolsjewistisch leider, Tai Sjoek Man, wiens naam te Hongkong welbekend is, is gearresteerd. Eiken nacht worden er te Kanton communisten geëxecuteerd. De MarlneHustwacht x Van Leiden naar Amsterdam. De Marine-Kustwacht is thans van de Kweekschool voor Zeevaart te Leiden naar Amsterdam overgeplaatst Dinsdag middag zijn de laatsten van het personeel, behoorende tot de vaste bemanning, dit Lelden vertrokken. Het vertrek van de Marine-Kustwacht geschiedde zonder eenig officieel vertoon. Na da Tsrwerpisg van het verdrag met België. In een Dinsdag gehouden ministerraad heeft, hoewel het officieele communiqué zulka geheel verzwijgt, de minister van bul- tenJanasche zaken, Vandervelde, een uit eenzetting gegeven van de huidige Belgiach- Nederlanasche betrekkingen en onder meer ook de mogelijkheid van een hervatting dei onderhandelingen met Nederland ondei oogen gezien. De ministerraad bleek gene gen te zijn tot een herneming der directe besprekingen zonder tusschenkomat vai vreemde mogendheden. Voorwaarde sou echter zijn, dat niet alleen de eerste stap van Nederland kome, maar ook dat na eer, eerste corta< t door de Nederlandoche regee ring vooi" ellen zouden worden gedaan waarvan vrijwel zeker zou mogen worden geacht, dat zij niet moer door een der Ka mers van de Staten-Generaal zouden ver worpen *\rden. De ministers hadden het ook over de Bel gische incidenten ln Nederlandsoh Limburg, welke door allen, Hymans Inbegrepen, wer den afgekeurd. Het telegraafaj, ntschap Belga is gemach tigd te verklaren, dat het berioht van een Brusselach blad, dat de ministerraad zich Dinsdag zou hebben uitgesproken' voor de hervatting van de directe onderhandelingen met Nederland,'allen grond ontbreekt. Wsnschen van het personeel in rijksdien« Onderhoud met minister De Geer De beeren F. Perdok Hzn., voorzitten en J. J. Faro, secretaris van de Centrale van Vereenigimgen van personeel in 's Rijks dienst, hebben een onderhoud ge had met den minister van Financiën. Bij dit onderhoud werd allereerst ter sprake gebracht de uitbreiding van het korps tijdelijke ambtenaren, ten koste van hei; aantal vaste ambtenaren. De delegatie be pleitte opheffing van het besluit en zij verzocht den tijde lij ken ambtenaren, die thans de functie van voste ambtenaren vervullen, een vaste aanstelling te geven. Jhr. de Geer sprak als zijn oordeel uit, dat het aantal tijdelijke ambtenaren z. i. niet te groot mocht zijn, waarop de dele gatie er nogmaals op aandrong het be treffende besluit van December 1921 in te trekken. Daarop kwam ter sprake het instituut van ambtenaar op arbeidscontract. De Minister deelde mede, dat in die kort Bieden gehouden vergadering van den inisterraad was besloten een onderzoek in te stellen naar den omvang van de groepen ambtenaren op arbeidscontract en de voorwaarden, waarop dezen bij on- derooheidene diensten waren aangesteld. ZJ2. was van oordeel, dat gezocht moest worden naar een oplossing van het vraag stuk, door zoo weinig mogelijk tijdelijk personeel in dienst te hebben, maar een kern van vast personeel, aangevuld met een aantal werknemers op privaatrechter lijke arbeidsovereenkomst. De Minister achtte dit ook ln het belang van het per soneel zelf. vooral Inzake oe bezoldiging. De deicgatle gaf te kennen, dat zij voor elk dienstvak een zoo groot mogelijks karn van vast psraonaal wanaohta. Daar aan dient toegevoegd te worden een ^Poep i tijdelijk personeel, waaruit de vaste kern naar behoefte aangevuld en zoo noodlg vermeerderd wordt. Komt daarna in eenige dienstvakken arbeid van tijde- ijken aard voor, dan heeft zij geen be- 1 zwaar deze personen aan te stellen op een i arbeidsovereenkomst. De minister nam van deze zienswijze nota. De delegatie verzocht nog den ministerraad te doen besluiten, om, zoolang nog geen beslis sing is genomen in dit vraagstuk, het aantal aanstellingen op privaatrechter lijke arbeidsovereenkomst geen voortgang te doen hebben. Voorts werd nog dé schrijverskwesrtle 'besproken. Gewezen werd op het feit, dat velen dezer ambte naren ui 1926 reeds gehoopt hadden, tot schrijver eerste klasse te worden bevor derd'. De minister zegde toe, deze aange legenheid1 te onderzoeken en nader te zul len bespreken. overleg/ In een Zaterdag te Utrecht gehouden ver gadering van het hoofdbestiur van den Centralen NeÜeri. Ambtenaarsbonid met de vertegenwoordigers van' dien Bond in de verschillende bijzondere commissies van overleg is de volgende motie aangenomen: De vergadering, eniz., overwegende, dat verschillende vraagstukken ten opzichte van de regeling van de arbeidsvoorwaarden van het rijkspersoneel, zooals: rechtspositie, sa- la rieering en classificatie, dringend om op lossing vragen; constateerende, dat de regeering alles na laat te doem, wat het brengen van die op lossing kan bevorderen, en zelfs het centraal georganiseerd overleg door niet bijeenroe ping practisch buiten werking stelt; protesteert tegen deze tactiek der regee ring, waardoor aan de organisatie rechtma tige invloed op de regeling van de arbeids voorwaarden van het rijkspersoneel wordt onthouden, en het door de regeering zelf ingestelde oentrale overleg wordt genegeerd; juicht toe, dat het algem. comité ter be hartiging van de belangen van overheids personeel thans het initiatief heeft genomen tot het bijeenroepen van de centrale com missie van overleg; besluit een krachtige actie te voeren om in den voor het personeel zoo nadeeligen toestand ten spoedigste verandering te bren gen, en gaat over tot de orde van den dag. Demonstratie met een reddingboot Een nieuw systeem van zelf- richting. Gioteren werd te Delfzijl een demon stratie gegeven van de nieuwe motorred dingboot „Insullnde". De boot is gebouwd' op de werf van de Gebr. Nlestern. Zij is 18.80 M. Lang en 4.06 M. breed. Het systeem voor „zelf-richting", dat gisteren gedemonstreerd werd en dat een vinding is van den heer J. Niest ern, den oudsten der gebroeders en directeur van de werf, komt ongeveer hierop neer: Aan stuurboord-zijde is over bijna de geheele lengte een tank gebouwd, die acht ton water kan bevatten. Kantelt nu de boot, dan vult die tank zich automatisch en be ïnvloedt het zwaartepunt van de omge slagen boot zóódanig, dat zij langzaam weer terugkan telt. Door zelfloozlng vloeit de tank dan weer in korten tijd leeg. Ventilatie en de uitlaat van den motor worden bij kantelen automatisch door een kogelventiel gesloten, terwijl bij een hel ling van méér dan 120 gr. de motoren door een kwikcontact vanzelf afslaan, doch zóó, dat zti bedrijfsklaar blijven. Door een drijvenden bok wend thans, ter demonstratie, de boot omgetrokken. Langzaam maakte zij meer en meer slag zij, en toen de boot even meer dan 90 gr. gekanteld was, sloeg tij vanzelf verder door. Wij zagen de tank spuiten", door dat de lucht eruit ontweek, en ongeveer anderhalve minuut later sloeg de boot uit zichzelf wéér om, tot haar normale posi tie. De heer J. Niestern, die zelf de „proefduikeling" meemaakte, werd, toen hij uit de kajuit kwam, door het vrij tal rijke publiek met luid applaus ontvangen. Oiider de aanwezigen bevonden zich de heer De Booy, van de N. en Z.-H. Red ding Mij., en de heer Melleman, inspec teur van de Scheepvaart 8e sectie. (Telegr.) Een afbeelding van deze boot is in onze platenkast geëtaleerd. Vereenlging van Petten en Zljpe. Thans is aan de gemeentebesturen van Petten en Zijpe een voorloopig wetsontwerp tot vereenlging van de beide gemeenten toegezonden. De nieuwe gemeente zal den naam dragen van Zijipe eni de vereenlging zal ingaan 1 Januari 1928. Alle bezittingen, lasten, rech ten en verplichtingen der opgeheven ge meenten gaan over op de vereenigde ge meente Zijipe. Voor de vaststelling van de rh'fcsuitkeering ingevolge de wet van 24 Mei 1897 aan de vereenigde gemeente geldt ais grondslag het bedrag voor iederen* in woner door Ged. Staten van Noord-Holland te bepalen. Deze uitkeering zal echter niet, dalen beneden de som van de bedragen, die de opgeheven gemeenten over 1927 tezamen zullen hebben genoten. Gedurende den tijd, dat de burgemeesters en secretarissen van de opgeheven gemeen ten wachtgeld genieten, zal de verenigde gemeente alsnog jaarlijks van het Rijk 600 voor elk der opgeheven gemeenten ontvan gen als bijdrage. Voor verschillende gedeelten van de ver eenigde gemeente kunnen ten aanzien van de te heffen opcenten op de Rijkslnkom- stenbelasting of van een belasting naar hel Inkomen telken» voor hoogstene één Jaar verschillende regel# worden vastgesteld. Aan den burgemeester en de vaste ambte naren, die ontslagen zullen worden, wordt een wachtgeld toegekend, uiterlijk tot 1 Ja nuari 1088. Het wachtgeld zal verleend wor den tot esn bedrag, gelijk aan de wedde of de som der wedden, welke laatstelijk voor de vereenlging werd genoten. 'In de vereenigde gemeente zal een ver kiezing voor leden van den mad moeten plaat» hebben. De dag der oandldaiitstelllng en stemming zullen alsdhn bepaald worden door Ged'. Staten van NóoirdJHolland. Vóór het tot stand komen van de veree nlging zullen het Rijk en de provincie door bijdragen de schulden delgen, die op de ge meente 'Petten1 rusten wegens nadeeLige saldi, geleden op vroegere dienstjaren. Personeel Kustverllchtlng. Een delegatie udt den Bond van Perso neel bij de Betonnlng en Verlichting, ver gezeld van een bestuurslid van de cen trale van vereenigingen van personeel ln 's Rijks dienst, waarbij de Bond is aan gesloten, had Maan dbg 26 April jl. een onderhoud met den Minister van Finan ciën ter bespreking van de lage bezoldi ging en den zeer langen diensttijd' van het personeel werkzaam bij Betonning en Verlichting. De delegatie drong ann op spoedige herziening der salarieering. Van het gesprokene werd den Minister een schriftelijk relaas ter hand gesteld, waarvan dé Minister beloofde, kennis te zullen nemen en met de wensohen van het personeel rekening ie houden. EERSTE KAMER. Vergadering van Woensdag. Staatsbegrooting voor 1927. Hoofdstuk VI (Departement van Marine). Aan de orde is Hoofdstuk VI der Staats- begrooting voor 1927. 'Mevr. Pothuis—Smit zegit, dat de meening van haar fractie over de Marine bekend is. Het vlagvertoon kan evengoed door handelsschepen gebeuren. Het bestaat meestal ln geanimeerde danspartijtjes. Ook de .jSumatra" heeft te Sjanghai leest ge vierd, waarhij champagne is gedronken. Spr. bepleit de belangen van het marinepersoneel beneaon den rang van officier. Het CA.M. B.O. is zeker niet overbodig, zooals de Mi nister beweert. Het behartigt de algemeene belangen, die niet in het Georganiseerd Overleg komen. Het minder marinepersoneel mag zich toch vereenigen, zooals het wil, mits binnen de perken der krijgstucht blij vende. De Minister van Marine alleen schijnt het CA.M.B.O. te negeeren. Het heef -el contact met den Minister van Fi- nanc t en Koloniën. De Minister wil toch nietcontinuïteit handhaven, nu Minister Weeterveld het contact met het CA.M.B.O. heeft verbroken. Het CA.M.B.O. Is ook lp het belang van het minldere marine-perso neel, welks voogdijregeling niet ln het Ge organiseerd Overleg komt. Niettemin heeft de commandant der mariniers te Rotterdam de manschappen verboden een vergadering te bezoeken, door het C.A.M.B.O. belegd. Vat is de eigenlijke reden, dat de Minister van Marine geen contact meer wil hebben met het CAÏM.B.O.? Spr. dringt verder aan op verbetering van den toestand der oud-gepenslonneerden. Deze worden niet voldoende geholpen door de te hunnen behoeve aangenomen wet. Spr. gelooft, dat ddt thana reeds hij de uitvoer*ng van die wet is gebleken. De lage pensioenen van die menscnen zijn een schande. .Spr. heeft ln een hoekje in een achterbuurt van .Amsterdam vijf maanden na aanneming van die wet twee oude menochen aangetroffen van boven de 70 Jaar, die ontzaglijk vrees den voor armoeUJuer» te worden aangezien. Die menochen moesten van 600 leven. Zij hebben de marine gediend en de kastanjes uit het vuur gehaald. Als spr denkt aan dc wijze, waarop de aanvoerders worden ge- eerd en als tij denkt aan de bijzetting van het stoffelijk overschot van Van Heutaz, dan doet het armoe-lijden van zulke men- schen des te pijnlijker aan. Dit ia een voor beeld uit velen. De bedoelde man draagt de Kraton-medaille en het Expeditie-kruis. De heer L1 n d e ij e r (s.-d.) sluit zich aan hij den wenach naar 'n regeling van arbeid»- voorwaardeq voor den dienst van het loods- personeel De Minister merkte op, dat een nadere regeling der arbeidsvoorwaarden in het reglement niet wel mogelijk is, met het oog op de zeer moeilijke omstandigheden, waaronder de loodsen bun dienst moeten verrichten. Spr. (lacht echter niet aan de zee- en rlvlerloodsen, doch aan die, welke werkzaam zijn bij de betonninf en' de ver lichting. Een ander punt betreft de belood- sing van het Oostgat. Ook na de verw erping van het verdrag met België is de verdeeling der beloodsing op de Schelde gehandhaafc gebleven. Is nu voor de beloodsing van de Wester-Schelde geen andere verdeeling te vinden tusschen het Nederlandsoh en het Belgisch loodswezen? De tegenwoordige regeling is voor Nederland niet de voordee- ligste. De Minister van Maïine a.L, de heer L a m b o o y, zegt, dat het streven der regeering ik, de gelcen voor de marine zoo economisch mogelijk te besteden. Maar de marine is van zeer groote waarde, vooral voor Indië. In Nederland speelt de landmacht bij de verdediging de grootste rol, doch heeft dat bezit van een kleine, doeltreffende vloot veel beteekenis, zij het alleen reeds om haar preventieve werking tegenover een' troepen macht, die hier landen wil. De ervaring om trent het vlagvertoon staat lijnrecht tegen over die van mevr. Pothuis-—Smit. Alge meen was men gesteld op de komst van onzen kruiser ln het belang van onze han delsbetrekkingen. Van onze Departemen ten, die met onzen internationalen handel te maken hebben, gaat de meeste aandrang op vlagvertoon uit. De vorige Minister van Bui- tenlandaehe Zaken stelde buitengewoon prijs op het uitzenden van de „Sumatra" en had gewild, dat de tocht van de Sumatra" zich nog verder had uitgestrekt, Indien de kosten daarentegen geen bezwaar hadden gevormd. Wat het CA.M.B.O. betreft, wijat spr. er nogmaale op, dat ln het Georgamlaeerd Over leg de bonden reeds vertegenwoordigd zijn. Spr. hseft niet bet minste bezwaar van deze werkwijze ondervonden. Er Is geen sprake van, dat het CAjMiB.O. andere zaken be handelt dan het Georganiseerd Overleg. Men kan ln het Georganiseerd Overleg met alle zaken-komen) aandragen en ln overleg met den. Minister wordt dan uitgemaakt, of deze zullen worden behandeld. De quaestie der oud-gepenslonneardeni Is op sympathieke wijze door mevr. Pothuis- Smit voorgedragen en spr. heeft waardee ring voor hun vroeger werk; maar deze lie den «taan met hun gering inkomen naast tal van andere gepenaionneerden. Om deze te helpen is de bekende stichting gevormd. Als er klachten zijn, dan make men deze aanhangig bij het bestuur dr stichting of 'bij den Minister van Financiën, die de wet ver dedigd heeft. Men kan echter voor het oud- glepenBlonneerde, militaire personeel geen andere regeling treffen dan voor het bur gerlijke. 'Wat het loodswezen' betreft, het 1b niet mogelijk een regeling te treffen voor de arbeidsvoorwaarden der loodsen, die soms eenige weken buiten zijn en dan eenlgen tijd aan den wal rusten. Een groot deel van hun diensttijd bestaat in afwachten, d. w. z. vrijen tijd aan boord van hun schip. Wat de beloodsing op de Schelde betreft, heeft men zich beholpen tot het votum over het Bel gisch Verdrag. De dienst zal thans geheel gebaseerd worden op de tijdelijke regeling met België, m. a. w. dus een consolidatie van die Tegeling, waarbij aan de gemaakte op merkingen aandacht zal worden geschonken. Na repliek van mevr. Pothui s—S m i t en dupliek van den Minister wordt de stemming bepaald op heden voor de pauze. Hoofdstak VTH (Departe ment van Oorlog). Mevrouw Pothuis—Smit (s.-d.) me moreert, dat zij bij het optreden van dezen Minister den Indruk had, dart er een andere toon zou worden gehoord,'doch zij heeft be grepen, zich absoluut te hebben vergist. Bij de indiening van het wetsontwerp tot regeling van de vergoeding aan de mobili satie-slachtoffers bleek, dat de Minister geen regeling wilde. Er is voorts al bitter weinig gekomen van de versobering op de weermacht, waarvan de regeeringsverkla ring sprak. Er is hier en daar bezuinigd op onaendeelem, maar als dit versobering be- teekenen moet, dan doet dat wel zonderling aan. Met enthousiasme heeft de Minister zijn voorraad wapenen en munitie uitgestald. Vervolgens behandelt spr. de particuliere wapenfabricage hier te lande. Op vragen van den heer D a n z over het dwingen van arbeiders aan de rubberfabriek Hevea" tot overwerk voor den aanmaak van gasmas kers, heeft de Minister geantwoord, dat dit noodlg was, omdat de maskers moesten kiaar komen. Maar waarom moesten die zoo snel gereed zijn? Spr. heeft den indruk, dat de particuliere wapenfabricage eer toe- dan afneemt en dat gaat tegen de bedoeling van den Volkenbond in. Spr. vraagt voorts boe het staat met de opruiming der vestingwerken bij Utrecht, die bet verkeer zoo zeer belemmeren. Ook wijst spr. op den toestand van het vlieg kamp Soesterberg, waar lands gelden al lerminst economisch beheerd worden. Eenig licht over. die zaak acht spr. wel gewenocht. De heer Van der Hoeven (c.-b.) wenscht na de rede van mevr. Pothuis— Smit zijn hart eene te luchten en sen woord van protest te doen hooren tegen hetgeen over dezen Minister gezegd ie. Het ls on recht, als men zegt, dat :eze bewindsman hij de behandeling van het voorstel-Ter Laan met een zekere wellust de Nederlandoche bewapening heeft uitgestald. Deze Minister ia een tegenstander van den oorlog, maar hij ziet ln, dat eenzijdige ontwapening een groote dwaasheid ls ln dezen tijd, waarin andere landen zich steeds meer wapepen. De heer vanderHoeven citeert de rede van Woroejilof, waarin hij op de ontwikkeling van het roode leger en de de toebereidselen voor den oorlog wees. De dat wij dat wij omringd zijn door bewapende landen en wij moeten op passen, dat wij geen slachtoffer worden van de weerloosheid, zoodat wij onder den voet geloopen worden, ais wij ln bur geroorlog geraken, zooals ze, in Ohina doen. De heer Verkouteren (c.-h.) be spreekt de particuliere wapenfabricage. Wat zou er van Dultsohland zijn gewor den, als het geen bloeiende wapenindu strie had gehad? Het is noodig, dat men naast de rijksfabrieken ook nog particu liere fabrieken heeft. De heer Moltmaker (ad.) sluit zich, wat betreft de vestingwerken, aan bij mevr. Pothuis—Smit Voorts wenscht hij te protesteeren te gen de wijze van debatteeren van den heer va# der Hoeven, die het onderscheid toch wel zal bennen tusschen de soc.-de- mocraten en de ooanmunisten. Tegenover de communisten met hun roode leger staan die sociaal-democraten die ontwape ning willen, internationaal maar ook na tionaal. Men mist het recht imilitairisti- sche partijen tegen de soc.-democraten uit te spelen. De Minister van Oorlog, dé heer Lam'booy, zal niet over de mobillsa- tieslachtoffers spreken. Spr. 'betreurt het, dat mevr. Pothuis—Smit gezegd heeft, dat er geen versoberingen op dé weer macht hebben plaats gehad. Als men de cijfers nagaat, 'blijkt het tegenovergestel de. Spr. wD hiet verder gaan dan met het oog op de veiligheid te verantwoorden is, maar binnen die grenzen zal spr. zoo eoo- nomisch mogelijk de gelden aanwenden. Spr. ia dankbaar, dat mevr. Pothuis- Smit nog eens heeft meegedeeld, wat spr. in de Tweede Kamer heeft meegedeeld, omdat het niet genoeg gezegd kan wor den, dat wij niet zoo weerloos zija Maar als mevr. Pothui»—Snift daarin een be wapeningswellust zjet, dan Ingrijpt spr. er niets van. Hij1 heeft deze dingen mee gedeeld om de meening te bestrijden dat wJJ weerloos zijn. Maar hij ls tegenstan der van den oorlog en het ls zijn vaste overtuiging, dat de vrsda alsohta gehand haafd kan worden ala wij voldoende be- Wïet*wSod van de „Notenkraker" be rust hierop dat, hoewer «pT -wnerMcIit, dat leder de lectuur vindt, die bij zijn op. vnttingen past, hij l^tuur die de kiW tucht ondermijnt, zeer beslist niet kan toelaten. Spr. citeert enkele passages uit het feuilleton, door mevr. Pothuis-- Smit cenowid, waarin uitdrukkingen voorko men nis: ik heb sohijt aan den staat «n waarin een episode staat over het afwe nen van nomen. Ikaar was oen naam bij Bosboom, dezelfde naam nis de oud^md- nister draagt. En daarmee barstte een ru moer los en een geschreeuw van Janv- meling, beroerling, secreet, hang 'hem op, scheur hem aan lappen?" Spr. begrijpt niet, dat een hooggaande vrouw zulk een boek in bescherming neemt Wat de particuliere wapenfabricage aangaat en de overuren bij Hevea merkt spr. op dat de Engelsdhe gasmasker» niet voldeden en dat ze daarom op korten ter» miti> bij Hevea besteld wenden, daar tij dan nog onder den begrootlngspost kon den vallen. Den druk der vestingwerken traent de regeering zooveel mogelijk te vermindo ren, getuige de opheffing van. Na arden als vesting. Maar ten Oosten van Utrecht moet spr. de verboden kring handhaven, daar dit het minst sterke deel van de wa terlinie la Inzake den toestand te Socstcrbepg wordt een onderzoek Ingesteld en spr. zai niet rusten voordat het volle licht erover kan schijnen. Aan het roode leger heeft de heer Moltmaker tijm rede gewijd. Spr. consta teert, dat de heer Moltmaker zelf be vreesd is voor het roode leger. Mevr. Pothuls-Bmit repliceert.ZJj komt er tegen op, dat de minister met een paar citaten dit boek voorstelt ai» een boek, vol dergelijke taaL Wat hij zeide over spr„ die dit boek ln besr'.^rming nam, zou hij niet durven zeggen tot een der heeren leden. De kerkelijke pen heeft nu weer stof voor ophitsende ortt keltjes. De Minister antwoordt, dat het ver bod is afgekomen nadat pag. 16 versohe- iy n waa Toen waren er dingen versche nen, die die krijgstucht ondermijnen en dat kan spr. niet ged oogen. Hoofdstuk UI 'Bultenlar 'leh'e Zaken). Bij de behandeling van buitenlandaohe Zeken spreekt de heer van Lanschot (oh.) o.a. over het verworpen verdrag met België. Hij zou voor dergelijke kwes ties de regeering willen doen bijstaan door zakenmenschen, die vaak een andere mentaliteit hebben als regeer!ngs&mbte- né ren. Ook moeten we niet te veel geheim houden, meent hij. Oe heer V er kout er en (c--h.) bepleit de aanstelling van een gezant in Zuid- A r ka. Minister Beelaertsvan Blokland mr ent, dat er voldoende economlacke voor- tic ïtlng ls aan bet Departement. Maar de re eering 1# zelf ook van meenlng, dat de zaak der voorbereiding van bultenlandsche verdragen verandering behoeft en tiJ heeft den wü daarin verandering te brengen. Aangaande onze betrekking tot België meent apr-, dat hst niet de bedoeling kan zijn terug te reden in het debat over hst verdrag. Dat sou niet goed tijn. Kr tijn zoo wel door tegen- alt door voorstanders din gen gezegd, die beter nist gezegd waren. Het ls dan ook beter bet oog gerlcnt te hou den op de toekomst en er is geen reden die toekomst niet met vertrouwen tegemoet te treden. Een goede betrekking tusschen Ne derland en Be la voor be de van belang» het la ook een Eu.-L pwoth belang. Nederland ls nlst tekort geschoten !n zijn verplichtingen, voortvloeiende uit de schel- dingsregellng van 1889 en er ls geen reden om van Nederland meer te vorderen dan waartoe bet gehouden ia Hieruit volgt ech ter geenazlna, dat Nederland niet bereid sou zijn tegemoet te komen aan deelderata van België, verband houdende met eijn ligging. Aannemende, dat België van dezelfde gevos- en» is bezield, ls de regeering ervan over tuigd, dat hen vriendschappelijk overleg zal lelden tot een bevrediging en recht aoet wedervaren aan de politiek van tegemoet koming en toenadering, die door beide lan den wordt nagestreefd. Nog andere kwesties worden in deze ver gadering ter sprake gebracht, doch wij kun nen ze rustig overslaan. Heden de financieele wetten. Advertentiên. t mSP. Den 12en Mei hopen onze geliefde Oudere en Groot- ouders LAMBERTUS BROEKHUIZEN eu AKKE BIJL hunne 40-Jarlge Echtvsreenl- glng te herdenken. Dat zij nog lang gespaard mogen bleven is de wensch van hunne liefhebbende Kinderen en |j Kleinkinderen. Ondertrouwd: DIRK ANDRIES LAVELL en CLA8INA VAN BERKUM. Huwelijksinzegening Donder dag 6 Mei 1937, door Ds. W. Bljieveld, van Haarlem. Helder 20 April 1937. W. VAN KLAVEREN. E VAN KLAVEREN-LASTDRAGER, Wlmmy sn Llssjs. a/b. „Prins der Nederlanden", t.a. Ontweien en krijgsbedrijven. Soen-tsjoean-fang wfl zich overgeven. Uil den Belgischen ministerraad. Een tegenspraak. De regeering en het georganiseerd Een motte. De positie van het C.A.M.B.O. De oad-gepenslonneerden. De betrekking tot Mglë. t' te. in 'g*t

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 2