't Juffertje
UIT DE OUDE
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 21 MEI 1927.
VAN 'S LEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
278. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN)
STRAATNERINGEN
LY DE ACHTTIENDE EEUW.
I>at er vroeger op straat heel -wat meer
verkocht werd dan thans, is algemeen be-
icemi. Tot zelfs de branden ijnvericoopenB
of verkoopsters zaten met stalletjes langs
de straten en op de bruggen of liepen op
de niHnen ronn met dm fles9c.her-.bal:
voor 't lijf.
Ln de achttiende eeuw was die straat
verkoop van sterke drank echter heel wat
minder geworden, en bij de plaatjes, die
J. O. Philips op koper graveerde, en die
verschillende straatneringen voorstellen,
is er ook geen van aoo'n ambuLapten
tapper.
i>eae plaatjes, dertien in aantal, komen
voor in een kléin almanakje voor het
janr 17H». Onder elk plaatje steat een
ierregolig versje.
Het eerste is van een oesterverkooper
en er staat het volgende rijmpje onder:
Hier heb je nou de frissche waar:
Komt, Meisjes, houdt Uw emmers klaar.
"NV. ar biijf je nou, Jou Aaschepoesters?
Frissche Engelsche versche Gespeende
oesters.
Hier heb je mooie diroog© Turf,
Dat zweer ik bij mijn ruige miurt
Tc Ben wel een smous, imaar *k handel
zuiver,
Acht groot» turven voor een stuiver.
Dan komen i'« g-oentevrouwTtn hun
koopwaar aanprijzen:
Koop jonge sla of heldre vet,
Eet lustig eer je gaat naar bet,
Kom schielijk volkje, waar blijf je?
Wie moet er Seldry of Andyfje?
Een boterboertje, een bak op zijn hoofd
dragende, Is bang voor de ooncurrentie
en waarschuwt zijn klanten:
Dat ziet er net en MoxBtyk uit,
Ik kom zo pasjes van de Schuit.
Loop na geen Oommency noch Grutter,
Koop variohe Leddsche graasde Butter.
(grusboter.)
Pruimen zijn gezond, dat weten we en
wanneer we het nist wisten, dan zal
de koopvrouw het ons eerst in haar dich
terlijke taal vertellen:
Wie wil er nu zijn darmen ruimen?
Hier heb je mooie witte pruimen.
Wat hoeft het dat je verder loopt?
Als Ey eren, proef fter je koopt
De lof der druiven wordt aldus be
zongen:
Verdryf Uw droefheid1 met genucht,
Hier heb Je baochus eelste vrucht
Wie wil er nu een trosje kluiven
Drie stuivers een pont zoete druiven.
Th de nppcler rijn ooi" Tiet 1» vormer-
den want:
Nooit van Uw leven zag jo er grooter,
EL, vrienden, kom toch aan de deur,
Hst vierdevat Is mwtr er** ri «ter,
Goezjooten, mooye Bellefleur.
Een groenteman, die er genoeg van
heeft, roept:
*k ben moe van «foor de stad te sokken,
Wie maakt ine los? Hel. holla, hol
M'tyo IUktuXOOJ, Aert^^kien;
Wie koopt er nou mijn leste zoo?
Dan komt er een, die het wker niet
voor tien wind gaat en medelijden wil op
wekken met hom en zijn kool.
Wil Iemand my dan handguft geven?
fee© jk r"'H my1' wsgeu doof,
Straatloopera moeten immers leven:
Savooikool, Slakooi, rooye kooll
En het laatste versje is van een nering,
cBe tot de historie 'behoort Die koopwaar
hebben we thans niet meer. Tot slot dus
de tof der zwavelstokken:
Zwavelstok is goeye waar.
Met zwavelstokken ben je klaar,
Ontbreekt Je geld, verkoop je rokken.
Een oortje een bos zwavelstokken.
De visohvrouw met haar manden op
den rug krijgt het volgende te roepen:
Koop Oabbeljauw, koop Bohellevis,
Die van nacht gevangen is.
Hier heb je Roch en versche Tongen
Zoowel voor ouden als voor jongen.
De vruchten worden in manden gedra
gen, alleen de appelen en peren zijn op
kruiwagens.
De dichter laat de dames bet volgende
Aardbeyen groot» volle potten;
Maar eet ze schielijk eer ze rotten,
Met suiker en met roode wijn,
Ddt zal het lest van 't jaar hgt ztyn.
Een lastig geval met Gerard en zijn
verloofde. Geen van beiden is goed genoeg
voor de ander.
Hoe ben Je dat te weten gekomen?
Ik heb een gesprek gehad met de
bedde families over deze aangelegenheid.
Zij: Ik lees hier /tot schijfjes ui, op
verschillende plaatsen in de kamer gelegd,
de verflucht
Hij: t Is best mogelijk. Maar zoo kun
je ook zeggen, dat je geen tost meer hebt
van verkoudheid, wan&uer je den nek
breekt
En de turflboer met zijn kruiwagen
schreeuwt:
Geen beter waar is in de stad,
Een dubbeltje een vierde vat,
Wie wil zijn kinderen nu tracteeren?
Hier heb je oprechte Suikerpeereo.
▲rondb**M (mwt)
Eerlijk is eerlijk.
Het kind heeft, evenals het oervolk, zijn
eigen, niet van volwassenen overgenomen
rechtshandelingen, zoodat men aan Inge
boren rechtsbegrippen zou kunnen ge-
looven.
In menig geval vinden we een parallel
tusschen reolitsinzichten van kinderen en
natuurvolken.
Zoo verliest de bewoner van Nicaragua
het recht op den grond; waarop hij woont,
als hij verhulst.
Hetzelfde vinden wij bij het kind; het
waarborgt evenwel zijn recht op zijn
plaats, door te verklaren dat het weer
terugkomt (het „beleggen" van de plaats
hij volwassenen). Verzuimt het dat, dan
klinkt het: „opgestaan is plaats vergaan";
in Groningen: „dei opafceit zien plaats
vergalt".
Gevonden voorwerpen worden bij kin
deren in heel West-Europa eigendom
van den vinder.
In Vlaanderen zeggen de kindieren:
Al die vindt, die houdt.
Kopere is geen goud.
Heeft een ander kind het oprapen van
de vondst gezien, dan zegt het:
Haf milT'".
Te Brugge en in andere plaatsen:
„Heltens (helften) en deelen.
Te Jette (BelgiB) Paart met tweedn.
Ook de Grieken kenden het vind- en
verdeelingsrecht. Post geeft atn, dat bij
de Afrikaansche volkeren onbekeerd goed
de- eersten vinder toebehoort
Bij de Bechoeanen Is hij, dia den Jacht
buit het eerst wondt, eigenaar, in Ba wo
land eveneens, enz.
Schenkingen kunnen bij kinderen niet
herroepen worden: in Vlaanderen zeggen
ze: „gegeven blijft gegevei"; in andere
streken: eens gegeven blijft gegeven, af
genomen is gestolen.
Evenals bif oervolken is bij het kind
alle handel ruilhandel. ïtJ belde to geld
onbekend (totdat het kind de beteekenis
van het geld heeft geleerd van de vol
wassenen) en ze betalen elkaar in natura.
Een handelsovereenkomst kan bij het
kind niet meer teniet worden gedaan:
„Eens geruild blijft geruild", luidt de
formule.
liet pandr.-cht loeit ook voor bij hot
kind, en overigen* vindt het vele andere
begrippen, die in den handel voor
komen uit.
Zoo worden Inlkkers wel eens als geld
gebruikt, daa* die een tamelijk oonstante
waarde hebten
(Hiermede vergelijkt men de staafjes
zout, waarnee men elkaar betaalt bij
sommige natuurvolken).
De e« komt ook bij kinderen voor, in
Zwolle maakte het kind ter bevestiging
©ener Oewering, met de rechterhand een
baer van zich het hoofd af te snijden.
#ude Carthagers zwoeren, door hun
hani te leggen op een offerlam, op een
alttar liggend, of wel, door in de linker-
hmd een steen, wanneer ze te kennen
vilden geven, dat Juptter hen op dezelfde
wijze dooden mocht bij onwaarheid spre
ken, ais zij het 't offerlam deden.
Een jeel gebruikte formule is: de hand
er op geven, wat bij kinderen ook wel
voorkomt, (de verkoop op handslag is een
der oudste vormen van koopcontract).
TOB NOOIT HOEKJE.
Bezuinigen.
De bijl in huto spaart den
timmerman uit.
Friedrich von Schiller.
(Wilhelm Teil).
Bezuinigen ls de leus, die men overal
hoort. Bezuinigen ls een verkiezingsleus,
waarvan in de practijk gebleken ls, dat
er niets van tereebt komt. Met bezuini
gen worden heele dagen in de Kamer
en in den Raad verkletst. Voor bezuini
gen worden baantjes geschapen, die nog
meer verslinden dan zij bezuinigen. Ons
goedmoedig volk leest erover, eenzijdig
en partijdig voorgelicht in het »lhfblad«
en blijft even wijs.
Het was in den duursten nijpendsten
tijd van den oorlog, toen wij op bezoek
waren bij een onzer kennissen. De man
was arm geweest en had door harden,
eerlijken arbeid een vermogen verwor
ven, waarbij ook de fortuin hem gunstig
was geweest. In dien duren tijd waren
wij er getuige van, dat de oudste dochter
den behanger ontving, om een schilderij
\an den eenen kant der kamer naar den
anderen te verhangen. Nu is het prachtig,
dat menschen elkaar wat willen laten
verdienen, maar wij vragen ons af: »Ho«
bet mogelijk is, dal een vader, die harü
gewerkt heeft, die weet wat sukkelen is,
zijn dochter niet opmerkzaam maakt op
dergelijke dwaasheden».
De »Arbeitsschule« van Kerstschen-
steiner, (ie sjlöd, en zooveel andere pae-
dagogische middelen leeren de jeugd hoe
zij van ha er »tvres lamme liukerhuud u4
moeten afkomen, maar is de school ach
ter den rug, dan moet het achttienjarige
dochtertje een man laten komen, om eeu
spijkertje te laten inslaan.
Dit is een trefTend staaltje, dat met
ontelbare minder sterke gevallen kan
worden vermeerderd. Wie werkelijk b
zuinigen wil in huis, gebruike de uren
van ontspanning voor het verrichten van
die kleine huiselijke bezigheden, die hij
zelf kan verrichtên. Voor de groote
dingen kan hij dan den kundigsten hand
werksman laten komen en hem duur be
talen voor zijn prima arbeid, want dan
bezuinigt h|j op den duur toch, ook al
Laat U nooit wijsmaken, dat Uw afge
vaardigde in, den Raad voor U bezuinigt.
Hij
-Nu
(op den avond van den grooten dag):
Nu, hoe vond je onze receptie?
Zij: Heerlijk, heerlijk! Ik heb nog
nooit zoo'n mooie verloving»-receptie
ff*1*1
houdt hij geen cent over.
U n
tiy
Dat moet gijzelf doen in Uw eigenhuis!
Dr. Jos. de Cock.
X. te H. U is, wat men gewoonlijk
noemt voorbarig, verschrikkelijk voor
barig. Dat valt een grapholoog uit Uw
handschrift onmiddellijk op. Daardoor
komt U natuurlijk een oogenblik in con
flict, want voordat oen ander heeft uit
gesproken, voordat U eigenlijk goed weet,
wat men U te zeggen heeft, valt gij hem
in de rede en dwingt hem óf U te zeg
gen, dat U hem moet laten uitspreken
óf om U te vertellfcu, dat gij zijn bedoe
lingen totaal misverstaat, omdat U hem
half hebt gehoord. U moet leeren af te
«achten en IIw woorden en oordeel «p
te schorten, dan zult gif minder voorba
rig zijn en heel wat onaangenaams ver
mijden. Het ligt dus aan U en niet ain
anderen, die volgens U zoo weinig flirk
zijn en zoo weinig wilskracht hebbel.
Het uitvoeren van krachttoeren in vooi
barigheid is nog iets anders dan betgeei
w(j onder wilskracht verstaan.
Door zelfbedwang en voortdurende
zelfverbetering moet gij trachten van
deze onaangename eigenschap af te komen
Voor de lezers van ons blad geeft onze
DE BIEFSTUK.
Artia ten-liefde.
De oogen half-gesloten, alsof de blauwe
rookwolkjes van zijn sigaret hem hin
derden, het penseel rustend in de hoogte
gehouden, beschouwde Lortot een laatste
maal het voor hem poseerend Chineesch
afgodenbeeld, onbeweeglijk in zijn rood
kleed met gouden belegsels.
~Ben J® n°g niet klaar? vroeg het
beeld. Ik heb er genoeg van zoo stijf te
zitten, t ls ook zoo'n gek idee van Jou,
een Chineesche godin te willen
schilderen I 'k Begin waarachtig te ge-
1 ooven, dat je 't hebt gedaan om mij te
plugen 1 Ik noem het een marteling I
liet beeld keek naar het klokje op den
schoorsteen en sprong schielijk op.
Twaalf uurMijn beertje begint te
brommen. Ik heb lust in een biefstuk 1
Lortot keek boos.
Wacht nog een beetje, sprak hij
verstoord. Stoor mij niet in mijn kunst-
roes. Je hebt er zoo'n handje van me te
ontnuchteren. Nog een poosje I Ga zitten,
Bengali 1 Zoo ia 't goed I Een beetje ver
miljoen ln de neusholtenZie zoo 1
Een tikje 1 Nu, wat zeg Je er van ls 't
effect bereikt?
Ze bleef eventjes voor de schilderij
«taan.
Nu, dat heb Je netjes gedaan, be
wonderde zij. Nu zie ik voor 'teerst,dat
een dot van een neusje heb, en er
mtzie, als een voorname dame. Jammer,
2®} Je er maar zoo weinig geld voor
Mjgtl
Lortot keek door het venster op de
daken. Hooge schoorsteenpijpen zag hij
en zeer ver, koepels van kerken.
Nu ja, bekende hij met een zucht,
maar 't zal beteren, zoodra ik naam zal
hebben verworven.
Bengali schudde haar speelsche lokken,
en voor zij het atelier verliet, sloeg zij
haar armen rond haar vriend en kuste
hem.
'k Kom spoedig terug hoor, riep ze.
Stook het vuur maar een beetje op I
Allemaal dezelfde, bromde Lortot,
toen ze verdwenen was. Plagerig en toch
lief!
Hij pookte in 't vuur en stak een pijp op.
Tien minuten verliepen.
Waar toch bleef Bengali Aan 't klet
sen natuurlijk in de buurt 1 O die vrou
wen 1 Echte eksters I
Weer tien minuten verliepen, en Lortot
werd angstiger.
De slager woonde in de onmiddellijke
nabijheid. Was zij soms verder geloopen,
naar een fritjeskraam of naar den krui
denier om mosterd te halen
De schilder trommelde een driftigen
marsch op de ruiten.
Zoo'n gek ding 1 mopperde hij. Ik
ben er bijna zeker van, dat zij een vrien
din zal hebben ontmoet, en nu aan 't
vertellen is, dat zij als Chineesch beeld
voor mij poneert, en een rood kleed draagt
met draken er op en slangen 1 Te duiker 1
Ik zal haar een standje geven en haar
vertollen, dat ik met die grapjes niet
gediend ben.
Zijn pijp was uitgegaan, en nog geen
Bengali 1
Hij ging eventjeB aan de trap luisteren
en toen hij niets hoorde, greep hij zijn
hoed en liep naar beneden.
De conciërge had het meisje niet ge
zien, de slager evenmin.
Maar jandorie 1 zei Lortot. Ze is 'n
half uur geleden uitgegaan om een bief
stuk te koopen, en nog niet terug I
Dan heeft mejuffrouw haai klandizie
aan een anderen slager gegeven, sprak
de man. Ik vind dat niets vriendelijk van
haar, en zal 't haar zeggen ook 1
Lortot liep spoedig naar huis terug,
wachtte nog een poosje, ea besloot dan
in een restaurant een hapje te gaan eten.
Het coteletje smaakte hem niet en de
gebakken aardappelen evenmin
Zoo'n ondeugd 1 H(j zou het haar
eens geduoht aan baar verstaiid brengen i
Waarom ook was hij zoo goed voor zoo'n
mal schepBel I
's Avonds was Bengali nog niet terug
en zijn angst niet langer meester, berichtte
hij de verdwijning aan den politiecom
missaris der wjjk.
Mejuffrouw Jeanette Roitelet, bij
genaamd Bengali Niets van gehoord I
Lortot had best kunnen builen!
De ontrouwe I Daarom had ze hem
gekust, en hem zoo vurig aan het hart
gedrukt. Zoo'n huichelaarster 1 Zoo'n
Blangl Uren lang bad ze voor hem ge
zeten met het onschuldigste gezicht van
de wereld 1 Ze was niet waard dat een
goedzak van een jongen om haar treurde 1
Drie dagen verliepen, 't Werk wilde
niet vlotten. Dat zoo'n schepsel zoo snood
kon handelen.
Hij zat bij zijn schilderij te droomen.
Hij had het land aan alles en had niet
eens lust in zijn pijp-
Er werd eventjes op de deur getikt en
zijn vriend Palathan, een beeldhouwer,
trad met uitgestoken hand binnen.
Wat nu? vroeg hij. Je ziet er uit
als iemand die acht dagen geboemeld
heeft 1
Lortot antwoordde niet.
Palathan stopte zijn pijp en naderde
de schilderij.
Prachtig I prees hij. Bengali met
haar ondeugende neusje.
Lortot zuchtte.
Ik heb ze gisteren ontmoet, ver
volgde Palathan. Ze dineerde in een stu
denten-restaurant, in de Cujasstraat.
Alleen
Neen, met een kereltje....
Mooi gekleed
't Kereltje? Ja piekfijn 1
Wat kan mij die vent schel ep 1 Zij,
bedoel ikl
Als een prinses, en voornaam, zeg
ik je!
Weet je, dat ze mij heeft laten zitten
Ja, ze heeft het mij verteld, maar
denk nu niet amice, dat zij alleen schuld
heeft Twee maanden lang heeft ze de
verzoeking weerstaan, maar 9tel je eens
in de plaats van zoo'n mooi jong ding!
Zwijg Palathan 1 Ze heeft zich ver
kocht, en daarmee basta I
Nu ja kerel, als je 't zoo opneemt.
Moet ik je nu nog zeggen, dat ze mij
met een boodschap belast heeft?
Jou?
Ja. Ze stelde mij zes frank ter hand.
't Geld van de biefstuk, zei ze.
Nu dat bewijst ten minste, dat ze
eerlijk is op haar manier, mopperde Lor
tot, maar in afwachting, zit ik leelijk in
de rats. Hoe kom ik aan een model
ik kun je dikke Maud warm aan
bevelen, maar misschien ben je er op
gesteld iemand te vinden die wat slanker is.
Maud heeft een mooi gezichtje,
meende de schilder. Laat ze maar komen.
Maud kwam, maar Lortot had weldra
genoeg van haar dom gesnater. Na haar
beproefde hij het met een Frangaiso uit
de buurt van Arles, maar 't kostje dat
zij hem bereidde, was hem te bar.
Ook een Russin deed haar Intrede,
maar die deed zoo voornaam, dat hij het
niet eens aandurfde in haar bijzijn een
pijp te rooken en in zijn hemdsmouwen
te werken. Zijn werk vlotte niet, en lang
zamerhand liet hij zich door de verzoe
kingen van de straat verleiden.
Lortot bezocht dancing'» en bars en
trachtte Bengali te vergeten.
Op zekeren dag kwam Palathan hem
weer varrassen.
De Bcbilder zat voor zijn onvoltooide
schilderij te droomen.
Me dunkt, sprak de beeldhouwer,
dat je nog in 't putje zit.
Tot over de ooren 1 bekende Lortot.
Nu jal lk weet er ook alles van,
en daarom denk ik, dat bet maar beter
is dat je vergeet
Heb je Bengali nog weer ontmoet?
Ja, en ik zal het je maar zeggen.
Zij ook heeft verdriet.
Omdat haar rijkaard er vandoor ia
gegaan
Nee, glad omgekeerd! Zij vond hem
zoo'n vervelend stuk menscb, dat zij haar
boeltje samengepakt heeft. Ze werkt nu
ln een modemagazijn
Bengali
Ja, en ik weet, dat er heel wat man
nen zijn, die het onmogelijke gedaan heb
ben, om haar gunsten te winnen. Zij heeft
er zoo'n Bpijt van, je niet genoeg gewaar
deerd te hebben. Nu eerst begrijpt zij,
dat je voor haar alles bent, en daar ik
weet, dat jij ook om haar treurt, heb ik
geducht, dat een toenadering mogelijk
was. Nu
Laat ze maar terug komen, maar
over niets spreken. Ik zal naar niet het
minste verwijt doen, maar zij moet ook
nooit bet gebeurde trachten goed to praten.
Begrepen I zei Palathan. Ik zal 't
haar zeggen. Tot ziens kerel I
Een uur later werd de deur zachtjes
opengemaakt.
Bengali schoof naar binnenZe
droeg nog steeds het eenvoudig linnen
kleedje, en in de hand hield zij een pakje,
dat zij zwijgend op tafel openmaakte.
Het is een prachtig biefstukje, sprak
zij. Ben ik een beetje te lang weggeble
ven Er was ook zooveel volk in den
winkel I Nooit weer zal lk zoo lang weg
blijven 1
zeggen:
r*» nomen op den dijk.
De sodbel «ook weg mui de bUskbUmre
Ea hulde den avond in paperend rood,
Waardoor bet aauur van den bemei ontvlood.
En t epiaaeleud water ln rimpel* dwd
kabbelend watervlak naderen
achtmanen
Al* cwarte «edaaoten uit aarde rijk* echoot.
Verschijnen ea glijden, onmetelijk groot,
Ek> kleuren de wolken in einde loot klimmen.
De du latere nacht spreidt rijn zwarte gordjaen
Keed* over de aaide en t klotsende water,
Dat swartaahtig xpiegelt <T ontelbare wolken.
De laatste nog blinkende «tralen verdwijnen.
En «weven ln bogen lange 1 altooe geklater,
Of wentelen siob in de krlngende koken.
16 Kei 1927. T. D. (oud 16 Jaar)
RECHTSHANDELINGEN BIJ HET
KIND.
B.
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Cock, Van Merlenstraat li2ü, 's-Gravenhage,
gratis zielkundige adviezen, am. over de
wijze, waarop zij bun geest kunnen verfria-
schen en bun wilskracht en energie kunnen
versterken.
De vragen zuilen in dit blad geregeld
wonden behandeld. Mochten de beantwoor
dingen te uitvoerig worden, dan direct
schriftelijk aan de aanvragers.
B.