UIT DE ME WERELD JS5 ™*r. "e VOOR DE VROUWEN. fl cl ai o} A b s n s babbeluurtje over mode. Het zal vele mama's wel hetzelfde ver gaan: bh -het te voorschijn halen van t aomergüed, hetwelk t vorig jaar gedra gen is door onze doehteren, blijken heel veel stukjes te klein te zijn De jonge da mes zHn een stuk gegroeid in dat ver- loopen jaar. Voor baar die alleen in de lengte opschoot is er nog wei „een mouw" te passen aan de te kort© jurk: een zoom er uit, een breede ceintuur er tusschen of een breede entredeux dwars tusschen het blousetje gezet, altijd is er nog wel hebben, aan den anderen kant een paar nog jonge mannen, die in zwijgende ge bogen houding terneer zitten. Ze zitten hier misschien al dagen, ze hebben nauwelijks ©enig© spijs tot zich genomen, want hun eenig doel is stil te wachten tot een der goden zijn dal, rijn dynastie in de hunne zal storten. Maar er zjjn nog andere minder gemak- kelijke middelen om dit te verkrijgen. Volgen wij slechts onzen gids naar die saamgedrongen menigte, die zich hier vol verwachting opeenpakt om te zien, wat er gebeuren gaat Aler blikken zijn gericht naar een groot en waterketel, die over een hei-laaiend vuur hangt Ze hebben in papier gewikkelde staven in de hand, de zoogenaamde gohel's, die ook overal in de tempels te vinden zijn Vaak vonden wij deze gohsl'a midden in de rijstvelden liggen en wel juist op die tijden als de aren begonnen te zwellen, want dan verdreef de gohoi die booze machten der onvruchtbaarheid. En ook zagen wij vaak prooessies de tempels uittrekken en op de ruggen der paarden lagen dan eenig© van die staven. Maar ras vernamen wij de reden van dit zonderling© gebruik. In deze staven, in deze gohei's heeft de godheid zich gema nifesteerd en de eer aan deze voorwerpen bewezen komt hem dus eigenlijk toe. En ook nu bewegen zich de priesters rondom dit vuur en onder het zwaaien van eahftE's i«"«vel«n w» aediirl s g*- bedsformulesL Maar opeens komt uit den kring een nog jonge priester te voor- Bobjn, die recht op het vuur aanloopt Hij heeft zout in de hand en dit strooit hij naar alle kanten uit Hij is nu het vuir genaderd en zuigt met een rietje dbp het gloeiende water op om het dan w$er krachtig uit te blazen, zoodat hij de gheele omgeving besproeit En het tempo van zjjn bewegingen ■ordt sneller en sneller. Aanvankelijk scheen hij de ritushand e- Itogen te beheerschen, maar nu beheer- jchen zij hem, totdat zijn wilde spron gen ham zoo overmannen, dat hij be wusteloos op de aarde neervalt De priesters verklaarden Lowell, dat de lucht vod' is van de fijnste arterieSn der goden hier stroomt koud water door en dit vermag den invloed van het warme water te neutraliseeren, zoodat de pries ter in quaestie niets daarvan voelt Lastiger nog is de tweede proef, waar aan zich de geloovigen onderwerpen. Men stelle zich voor een stellage onge veer achttien voet lang en drie tot zes voet breed. Op de bamboestangen liiggen in de volle lengte brandende kolen en op "n wenk van den Jongen priester beginnen zij, die het aandurven, een lange wandeling (hard loopqn is verboden) over deze kolen En als de priesters het voorbeeld heb ben gegeven, dan ontwaakt ook bij het publiek een zelfde verlangen om op deze wijze de goden terwffle te zijn en vele verdringen zich om aan de beurt te ko men. Onder hen bevinden zich bevallige jonge meisjes en oude gerimpelde matro nes, flink gebauwde Jonge mannen en ge bogen grijsaards. Sommigen leggen hun lijdensweg flink en kordaat af, anderen moeten het mid denin opgeven. De derde van deze aankei (de drie hei lig© kunsten) is hfcast nog griezeliger. Ook dit keer is er weer een stellage ge bouwd, maar thans iets hooger. Deze stellage is door middel van een trap te bereiken, maar er is ook nog een andere weg. De sporten van deze tweede ladder zijn vlijmsoherpe zwaarden, waarover men langzaam gaan moet. Eenmaal boven gekomen plaatsen de geloovigen zich weer op dit lemmet en nu begint de wandeling opnieuw, die slechts af en toe wordt afgebroken, doordat dei persoon in quaestie in alle kalmte blijft stilstaan en bedaard een pijl afanhM. bdesdL De jurk, welke onder dit Jasjeg©- dragen wordt, is ook zalmkleurig, het bijpassende hoedje. Men kan natuur lijk ook zeer goed inplaats van zalm- kleur, naturel shantung gebruiken. keuze der kleuren bepaalt men inim dels toch naar haar, die ze dragen moek Het volgende modelletje is dat voor een enkel jasje, hoewel men zeer goed van dezelfde stof ©en aardig jurkje kan bij maken, wanneer men dan aan 't overigens rechte voorpandje ook zoon paar aar dige plooitjes geeft Alfi materiaal werd 'IIHu'h raad te schaffen. Maar wee de „stum pers", die ook in de breedte hun gewlöhts- veermeerdering vonder, zij zijn naar alle kanten uitgegroeid et nu in de „bittere" noodzakelijkheid om geheel nieuwe kleeen te krijgen- - enfin, dat laten we maar in t midden. Gaarne sta ik de mama's zoo ge- wenscht met raad en modelletjes ter zijde. Wanneer uw dochttrkens nu toch iets nieuws noodlg hébben, waarom ze dan dezen keer niet eens 'n gezellig en keurig ensemble aangemeten? Ze staan zoo net en kunnen van 'bijna elk materiaal gemaakt worden. lavendelblauw Popla fcaska en e garneering bestond uit vier hoekjes van zilverleer geborduurd met geel en blauw. Een blauw stroohoedje wordt bij dit ooquette kleedje gedragen. Dan is er nog dat snoeplg jasje van rood peau de piohe. Het model is zeer simpel, maar de biezen en zakjes van donkerrood suede geven er een bepaald fijn cachet aan, terneer waar het leer van de zakjes in grillige figuurtjes uitgesne den is en daardoor het lichtrood komt doorschemeren. Het 'bij te dragen hoedje kan men naar verkiezing licht of donker rood nemen. Ziet u b.v. eens dat eerste dametje. Zij draagt een alleraardigst geheel, wat ge maakt is van lichtgrijs lirmpm met rood© streepjes. Zoowel het model van de jurk als van den mantel is hoogst eenvoudig. De ©enigste versiering is een rood linnen kraagje, rood lakceintuurtje en roode knoopen. Ook het hoedje is van rood lin nen gemaakt Aardig nog is het om bh ddt kleedje roode sokjes te laten dragen. Het tweede nufje ziet er ook keurig uit In haar jasje van donkerbruine ahan- tung, met zalmkleurige shantung garnee ring. De boii clp'voriniige uitsnijding van de garneering ia met donkerbruin ge- Tenakxtte hebben we ook nog een mooi model voor de groot» zus. Voor dit soepele kleedje gebruikt men bij voorkeur een dunne traver of pope- line. Het rokje, het strookje en mantel en dat voor de mouwen is zeer fijn geplis- seerd. De kleur van het origineel was zandkleurig. De kleuren der gameering erop aangebracht waren bleu en geel. Het hoedje kan van stroo zijn maar dient dezelfde kleur en 'gameering te hebben. Dokter: U bent op t randje af ge weest en alleen uw sterk gestel heeft U gered. Patiënt: Ik hoop, dat U daaraan den- ten auM wanneer de rekening uit- BCurijift. DE ELEGANTE VROUW IN NAPOLEON'8 DAGEN. Eigenlijk was zelfs de elegantste vrouw in de dagen van den grooten Napoleon op menigen dag een allerminst bekoorlijke verschijning. Ze kon het niet helpen: de mode was er regelrecht op uit van de da mes een vogeiverschrikster te maken. Men kende bespottelijke korte tailles, be spottelijk lange onderlijven, dat iedereen een zeldzaam bouten-klazig aanzien gaven. werd dan nog eens op dwaze manier in de breedte uitgezet door bolle pofmouwtjes. Met het décolleté was men niet zuinig, vestigde daarop nog eens «xtra de aan dacht door het dragen van mfddeleeuwsche kragen. Een kraag van kanten ruches was in haar tijd genoemd naar good Queen Bess. Omstreeks 1801 dook ze weer op en intro duceerde zich in Europa onder den naam van „Betsle". Toen zö aldus in de mode kwamen, maakten zij zich van den heelen hals mees ter, die se Lu dikke ruches ontgaven. Het geheele tollet kreeg neigingen, voor de mouwen en pofte lichaamsverbreedlngen gavOT- den mooisten vrouwen een belachelijk zien. De ruches-manie maakte het natuurlijk wel wenschelijk, dat men voor het toilet slechts zeer licht© stoffen gebruikt». Daar kon geen wintersche kou de vrou wen afschrik van doen krijgen. De doktoren hieven jammerend de han den ten hemel en doorleefden gouden da gen, want alle mogelijke ziekten waren bet gevolg van het te dun gekleed gaan. Een zeker soort van katarrhalen aanval, die omstreeks 1800 in Parijs heerschte, noemde men dan ook de „mousseline- ziekte" In 1808 regeerde een influenza-epidemie in de Ville Lumière. Men telde dagelijks een 60.000 zieken, en een groot gedeelte daarvan was ook alweer slachtoffer van de „mousseline". Intusschen als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Deze verscheen ditmaal in de gedaante van de sjaal. Zij was een Engelsche van geboorte maar deed reeds sedert 1796 pogingen het Continent haar weldaden te schenken. Begin 1800 begon zij echter ©en heer schappij te krijgen, die vorsten haar zou den kunnen benijden. „Men", dit is de elegante „men", had het dragen van mantels vrijwel afgezworen en de sjaal daarvoor in de plaats aanvaard. Het was ook ©en alleszins aantrekkelijke kleederdraoht, van zachte warme casimlr, In mooi© kleuren en patronen. Alleen pe perduur! De eerste sjaals, die men zag, waren zes el lang en twee el breed en kostten in Lon den ©enige honderden guldens per stuk. Madam© la Francaise was meer dan en thousiast over de Engelsche sjaal en tegen over haar verrukking stond zelfs een ge weldenaar als Napoleon machteloos. Er stonden weliswaar hooge boe ten op het invoeren van Engelsche oasl- mirstoffen, maar dat verhinderde dien in voer volstrekt niet Integendeel de dames vonden het pikan met verboden waar te pronken. Groote Keizer moest óf hij wilde aanzien hoe Keizerin Josephine een verzameling van eventjes 800 tot 400 sjaals er op na hield, welke een waarde verte genwoordigd© van 16.000 tot 20.000 francs. «lik M "D"1 al dl» »PSt te Mj *at I* dacht, dat jullie me geroepen had. iNee Elfje," antwoordde Loes. Ja, de e of niet ik nu. hierheen g©- „Ludster nu heel© week De niet Flip Huisvrouw: Die daghit is een nacht merrie voor mij." Moderne Jeugd. Zeg, ik heb een cent van pa gekre gen. Ga je mee 'm verbrassen? Melkboer (filosofisch): „De melk is echt en het water is echt en als ik ze bij elkaar doe, word ik wegens vervalsching beboet!" Waar heb jij je vrouw leeren kennen? Thuis, toen de wittebroodsweken voor bij waren. Huisheer (woedend): Nu is mijn ge duld ten einde. U is nu al drie maanden huur schuldig. Als je dan geen geld hebt om de huur te betalen, koop dan zelf een huis! Hij (diep in de schulden): Juffrouw Amalia, ik aanbid u. Amalia (zeer gefortuneerd): Ja, dat begrijp ik, nood leert bidden. Hij: Wat is dat, een varkens- of lams- cotelet? Zij: Kun je dat niet proeven? HIJ: Nee. Zjj: Wat kan het je dan schelen? En ik hoor, dat je zoontje naar een opvoedingsgesticht is gestuurd1 hè. Wat een schandelijke streek. Ja, en hij was zoo'n goeie jongen. Alles wat ie stal bracht ie altijd direct bij me thuis. Mevr. A.: Wat een taal slaat uw papa gaai uit! En vloeken. Mevr. B.: Ja, mijn man heeft het beestje, toen hij het gekocht had, in zijn auto thuis gebracht, en nu houd ik het er voor, dat hij onderweg een mankement aan den motor gehad heeft. Slaapt jouw vrouw ook zoo vast. Dat hangt er heelemaal van al 25e slaapt als een os, als ik uren achtereen met onze brullende zuigeling rondsjouw. Maar kom Ik eens wat laat uit de. soos thuis, en al loop ik ook op m'n Bokken de trap op, dan wordt ze wakker, zoo vast ais een huis. vroeg nu het elfje. ^a," antwoordde Flip. „Ik geloof dat we dat vaak zeggen .Juist, daarom ben stuurd," zei het elfje goed. Jullie moogt nu «en nee» ang precies doen, wat je zeif elfen hébben je Moeder van ons plan ver teld en zij vindt het best. Dusmorgen be gint de pret Dag Loes, dag Flip! Nog vóór Loes en Flip terug konden groeten was het elfje „Doe wat Je wiir verdwenen. De kinderen wisten niet of ze waakten of droomden en gingen vlug ln huis, om aan Moeder te vragen, of ze werkelijk bezoek van de elfen gehad had. Moeder glimlachte om de opgewonden ge zichtjes en bevestigde wat „Doe wat je wilt" verteld had. De kinderen waren dol en konden; toen ze naar bed moesten, haast niet in slaap komen van Den volgenden ochtend, toen Moeder hen wekte, waren ze nog niet erg ultg£ slapen en hadden geen zin om op t» staan. Nog eens vroegen ze: „Mogen we nu heusdh alles doen, wat we willenr _ja zeker", antwoordde Moeder. „Nu, dan gaan we maar •obool, hè Flip," ml Loea, wat prachtig plan vond. Toen het tweetal eindelijk lust had, om op te staan, gebeurde dat, maar de bedjes bleven natuurlijk onafgehaald staan. Zon der ontbijten stapten ze den tuin ln, want die boterhammen vonden ze ook altijd zoo akelig, vooral 'a ochtends, als ie meestal haast hadden, om naar school te komen. Ze sleepten allerlei speelgoed in den tuin en hadden natuurlijk des mid dags geen lust om het op te ruimen. Aan tafel aten ze alleen, wat ze graag lustten en 's avonds gingen ze zoo kat naar bed, als ze zelf wilden. Het viel bun niet mee, dat hun bedjes nog even slordig lagen als 's ochtends, maar ze begrepen wel, dat Amn», het dienstmeisje hun bed jes niet behoefde op te maken, als se rriet afgehaald waren. Den volgenden ochtend vonden se hun speelgoed in den tuin, kletsnat geregend en voor een deel bedorven. Weer gingen ze niet naar school Weer aten ze precies even weinig als ze graag lusten en weer gingen ze heel laat naar bed. Zoo ging het den volgenden dag en den daarop volgenden. Maar langzamerhand begon nen ze zich moe en landerig te voelen. De rommel in hun speelkamer, die ze na tuurlijk niet opruimden, werd steeds grooter en alles begon hen te vervelen en aan het eind van de week zuchtte Loes: „O, Moeder, wat ben ik toch blij dat mor gen alles weer gewoon is." Moeder lachte en antwoordde dat ze heel bifj was, dat Loes dat zoo eerlijk erkende, waarop Flip zei, dat hij het ook niet prettig vond, altijd te doen, wat hfj wilde. 's Avonds kwam het elfje „Doe, wat je wilt" weer in den tuin. „Wel," vroeg ze, „Helb jullie een heerlijke week gehad? En wil ik nog zoo'n week geven?" „O, nee, nee!" riepen lies en Flip tegelijk haastig uit En glimlachend vloog het elfje heen. Hoeveel jongens en meis jes zou ze nog zoo'n bezoek moeten bren gen als aan Loes en Flip, om hen te laten ondervinden, dat „doen wat Je wüt," niet elüjd zoo prettig is, ais het sohtjnt? RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. HET ELFJE JDOE WAT JE WILT". Loes en Flip liepen in den tuin rond „Ba," mopperde Loes: „Met Jassen aan in den tuin spelen." „Ja," antwoordde Flip: „We mogen ook nooit eens doen wat we willen. Wat vervelend!" »Hé," riep Loes plotseling uit terwijl haar booze gezichtje verhelderde: „Wat ^L?6ar?" ■Het 18 warempel een elfje! Kijk toch Flip, een echt elfje daar naast de duiven op die tak!" Nu zag Flip het Blaasbalg, blaas, bal, balg. IL bom otter botters Rotterdam moertje adder dam m Nieuwe Welke ziekte heerscht ln geen enkel land. Ingez. door Plet v. StrtJen. IL X Op de staande en lig- X gende kruisjeslijneu X komt de naam van een X bloem. XXXXXXXXX Op de le rij een mede- X klinker; op de 2e rö X een getalop de 8e rij X een ander woord voor X wachtwoordop de 4e rQ een soort wegkruislng; op de 6e rij het gevraagde woord; op de 6e rU onmisbare voorwerpen voor abnormale oogen^ op de 7e rij een visoh; op de 8e ij een getalop de 9e rii een medeklinker. Ingez. door Age IJska. Goede oplossingen vun beide ontvangen van: j*n; Q- K': M 06 M<: t v'. P;T- a*> x-6n J- aLa T-; T' W-; M* W-: M- 8. W.; *W. w.; A. U.; 8. en M. v. Z. GODSDIENST IN JAPAN. Pijnlijke liefhebberden. Japan heeft met een schier reuze haast de Westersche beschaving binnengehaald. En toch mogen we ons niet door een op pervlakkige schijn laten verblinden, want de oorspronkelijke zeden en vooral de godsdienstige -gebruiken blijven zich toon nog taai handhaven en evenals in alle Oostersche landen zijn ook hier godsdienst en magie ten nauwste met elkaar verbon den. Het resultaat van waarnemingen en onderzoekingen heeft Lowell ons in zijn „Occult Japan" medegedeeld, een boek, dat door latere publicaties zelden ge ëvenaard' en nooit overtroffen is- x Al dadelijk bestijgen wij in het eerste hoofdstuk met hem een van die vulcanem, waaraan dit land zoo rijk is. Geenvrees hoeft ons te weerhouden, ■want de Ontake heeft WJ mensohenheugenis geen vuur uitgebraakt Het zijn dan ook minder de kratera, die ons naar dit oordlOkken, maar wij volgen de tallooze pelgrims die hierheen gestroomd zijn. En op de hoo- gere toppen treffen wH zonderlinge tegenstellingen aan den eenen kant der wetenschap, die op deze hooge waoht- hun meteorologische laboratoria „Ensembles" voor de kleine meisjes. B. Corrle Breiis. De „tailleeindigde onder de armen en B. R n*: *2 K K'i M- G.; A. 0.; J, O.; ta' n A. ©n M. A. D.; D. «n v- A. K; M. H; A. H.; D. L: P. K.;

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 8