HET NIEUW
RAADHUIS.
Op het oogenblik dat de lezer deze
regelen onder de oogen krijgt, is het
nieuwe Raadhuis reeds officieel geopend
en in gebruik genomen.
Nu het eenmaal zoover is, heeft het
geen zin de critiek gericht tegen den
flnancieelen kant van het plan te
herhalen. Het Raadhuis is er, en thans
is de vraag slechts: wat is er bereikt?
Het antwoord op die vraag is niet moeilijk.
Het uitwendige.
Over het uiterlijke valt weinig te zeg
gen. Het aanbrengen van de fronton, het
balcon en de breede trap hebben veel
van het doodsche van den gevel van het
vroegere weeshuis weggenomen. Voorts
heeft het optrekken van de verbindings
muren tusschen het Raadhuis en het ge
bouw van Gemeentewerken eenerzijds en
tusschen het Raadhuis en de Rodew oning
anderzijds ertoe bijgedragen, dat het ge
heel zich voordoet als een behoorlijk ge
bouwen-complex. Tot zoover wat het
uiterlijke betreft.
Het inwendige.
Over bet inwendige is meer en vrij
wel niets dan goeds te vertellen. Na
tuurlijk doen zich hierbij kwesties voor
van persoonlijken smaak en inzicht, óók
kwesties waarbij de critiek de ontwerper
aan zijn zijde vindt, doch deze laatste
onmiddellijk het doorslaande argu
ment bij de hand heeft, dat de meerdere
kosten een andere uitvoering niet ge
doogden.
Wij willen thans trachten een eenigs-
zins uitvoerige beschrijving te geven van
het inwendige van het Raadhuis.
De entree.
De hoofddeur binnengaande, komt men
in een ruime wachtgelegenheid, waarin
links en rechts flinke breede banken zijn
aangebracht. Boven de rechtsche bank
bevindt zich een gedenkplaat van grijs
marmer, welke in witte letters het vol
gende opschrift draagt:
Deze Raadhuisbouw is uitgevoerd
in 1926/'27, onder bestuur van het
toenmalig College van Burgemees
ter en Wethouders, bestaande uit:
W. Houwing, Burgemeester.
D. H. Grunwald, Wethouder.
W. C. van Breda,
A. G. A. Verstegen,
J. Kamman, Secretaris.
volgens ontwerp en onder leiding
van A. Dokter, Directeur van Ge
meentewerken, door de aannemers
Th. Minneboo en H. Walboon., te
Helder.
Boven de linksche bank bevindt zich
een eveneens in grijs en wit uitgevoerd
tableau, vermeldende de verschillende
diensten en hoe deze zijn te bereiken.
Deze wachtruimte is door twee naar beide
zijden openslaande deuren met spiegel
glas en koperbeslag afgescheiden van
de hal.
De hal.
Deze hal maakt inderdaad een groot-
sclien indruk. Binnenkomende ziet men
ongeveer in het midden voor zich de
breede trap welke naar de bovenverdie
ping voert. Het door de Ambachtsschool
vervaardigde hekwerk vindt aan beide
zijden zijn beginpunt in een tweetal for-
sche pilaren, bekleed met groene tegels.
Beide dragen bronzen lampen van bijzon
der fraai model.
De hal ontvangt links en rechts van
de trap licht door een tweetal glas-in-
lood-ramen, uitkomende op de beide bin
nenplaatsen van het gebouw. Deze ramen
zijn driedeelig en stellen links voor het
Heldersche wapen, geflankeerd door een
visschersvaartuig links en een oud model
zeilschip rechts. Aan de rechterzijde heeft
men het wapen van Noord-Holland, waar
van links een afbeelding van een visscher,
rechts van een redder zijn geplaatst.
Het geschilderd glas-in-lood boven de
entrée der hal is in drieën verdeeld en
stelt voor Jeugd en Hygiëne, Huwelijk
en Gerechtigheid, Handel en Nijverheid.
Trap en bovenhal.
De breede trap in de hal leidt naar
een bordes op ongeveer halve hoogte
van de benedenverdieping. Vandaar voe
ren tw ee trappen naar de traphal. Boven
gekomen zijnde, bevindt men zich tegen
over den ingang van de Raadszaal. Rechts
voert een gang - w aarin de toegang tot
de publieke tribune naar de trouw zaal,
links een naar de kamer van den Bur
gemeester met wachtkamertje, de drie
wethouderskamers en de vergaderkamer
van B. en W. Rond de trap is een gaan
derij, langs W'-lke men weder de verga
derkamer van Burgemeester en Wethou
ders bereikt en waarvan links een gang
voert naar het archief en de kamer van
den Verificateur der Gemeentefinanciën.
De traphal of gaanderij is evenals be
neden met gekleurde tegels bekleed,
waardoor een kleurig en ietwat bont effect
is bereikt. De een zal het zeer mooi, een
ander wat minder mooi vinden, dit is
zuiver een kwestie van smaak, een feit
is evenwel, dat het geheel rustig-voornaam
aandoet. Ter weerszijden van de gang
vindt men zeer mooie gebrandschilderde
glazen. Boven de trap is een z.g. zonne-
klok opgehangen, geschenk van den heer
Wieringa.
(Zie verder derde Blad.)
Bovenhal met gaanderij. De foto is genomen van de zijde van de Raadszaal af.
Lamp van geslagen koper met opaalglas. Tusschen de beide bogen op den achtergrond
de zonneklok, geschenk van den Heer Wieringa.
^Detail van de Raadszaal. Schouwstuk van den Heer Pinkhof.
(Voor beschrijving zie men het overzicht.)
Op de schouw de twee antieke vazen, welke een geschenk zijn van
de gemeente Anna Paulowna. Voor de schouw de Burgemeesterszetel
met het Heldersche wapen, gedragen door twee gestyleerde meeuwen.
(Ontwerp J. Ph. Klapmeyer).
De Raadszaal gezien vanaf de publieke tribune. De beide deuren op den achtergrond vormen
de verbinding met de kamer van den Burgemeester.
TTr Imétgnr
^5
P
De Burgemeesterskamer. De schouw, kasten en meubelen zijn van donker eikenhout,
eiang in donker terra cotta en zwart. Lamp van gebrandschilderd glas in ongeveer dezelfde
kleur in montuur van geslagen ijzer.