VARIA
VOOR DE VROUWEN.
VAN DE GROOTEN DER
AARDE.
BABBELUURTJE OVER MODE.
DICTATORS DER HEERENMODE.
Geschiedenis van twee mode
koningen.
In de geschiedenis van het Engelsche dan
dyisme staan de namen van Nash en Brummell
1d de eerste rij. Belden waren afkomstig alt
den middenstand. Nash hervormde de gezel
schapsmanieren, Brummell bracht een revolutie
teweeg In de mannelijke dracht door deze te
vereenvoudl
Richard
die ln 1674 geboren werd,
was de zoon van een welgestelden glasfabrikant
te Swansea in Wales, wiens geldmiddelen hem
veroorloofden zijn zoon naar goede scholen
te zenden, waar de jonge Nash weldra toonde
dat, ofschoon er van zijn genie misschien veel
te verwachten viel, er van zijn Ijver niets was
te hopen. Hij nam dienst in het leger, doch
zijn zakgeld was zoo gering, dat hij naar zijn
meening niet kon meedoen met zijn collega's
officieren en mitsdien het zwaard aan den
kapstok hing.
Hij werd nu student aan den Mlddle Temple;
het valt te betwijfelen of hij ooit een boek
opendeed, maar het Is zeker, dat hij nooit
een hoofdstuk over het recht las.
waarbij hij een wonderbaarlijk
In dezen tijd, toen hij over weinig of geen
middelen beschikte, werd hl) het slachtoffer
van een hartstocht voor kleederen en hij be
steedde al zijn geld, juister gezegdveel meer
dan dat, aan zijn kleeding. Hij geraakte ln den
beer en toen zijn schuldeischers hem niet langer
crediet wilden verleenen, trachtte hij zijn in
komsten te vermeerderen door het spel. waarbij
hij echter voorzichtig te werk ging.
Ook met weddenschappen was hij vaak
nogal gelukkig.
Nash's prachtige kleeding, zijn air van auto
riteit en zijn gereede humor maakten hem
weldra befaamd, en zijn medestudenten aan
den Mlddle Temple kozen hem voor den
optocht te organiseeren. welken zij in 1695
voor koning Willem hielden. Hij gaf zich hier
met hart en ziel aan.
Onbewust had hij ln deze richting zijn
métier gevonden.
En het zou niet lang meer duren of hij
werd ceremoniemeester te Bath.
In het begin van de achttiende eeuw was
Bath een modebadplaats geworden, waar men
kon dobbelen en dansen.
Het begin van de populariteit van Bath
valt samen met de Instelling der openbare
speelgelegenheid.
De speelzucht nam er met den dag toe.
Er werd voorts zwaar gedronken en dit hac
weer tengevolge een reeks van duels en der-
lkeedinageb
succes had.
's Morgens droeg hij een lange broek en
hooge laarzen, of kaplaarzen en een bukskin
broek, met een blauwe jas, en een licht en
zeemkleurig vesten ln den avond een blauwe
jas, wit vest, zwarte lange broek van stocld-
nette, nauw dichtgeknoopt om den enkel, zijden
kousen en een chapeau bas.
Het poederen van het haar raakte reeds ln
onbruikdoordien hij het niet deed stierf daze
mode geheel uit.
Hij maakte den hemdkraag hoog er en droeg
er van voren een plooisel opdoch zijn roem
was ln de allereerste plaats gebaseerd op de
das, die tot dusverre los en slap gedragen
was en welke hij gesteven en ln fraai gelegde
plooien droeg.
Brummell toonde zich artlst door zijn aan
dacht voor het detail.
Stoutmoedigheid en „durven optreden", gren
zend aan onbeschaamdheid, waren Brummell s
wapens, evenals Nash's. Hij was de opperste
arbiter der Clubs en zijn woord was wet.
Met algemeene stemmen was hij tot levens
resident van de Dan dies Club benoemd
ack en soortgelijke plaatsen had hl
de opperste leiding.
Wegens zware speel- en andere schulden
vluchtte hl) ln 1816 naar Calals, waar hij vele
jaren, financieel gesteund door zijn vrienden,
leefde.
Barbey d'Aurévilly schreef van hem o. a.
„Hij was tot niets méér, maar ook niets minder
in staat dan te zijn de grootste Dandy van
zijn tijd en van alle tijden
bij
gelijke ongeregeldheden.
Nash I
jash nam aan de door den dood van Kapi
tein Webster ontstane vacature van ceremonie
meester te vervullen en hij werd door den
gemeenteraad als zoodanig benoemd.
Weldra bleek hij the Right Man on the
Right Place te zijn. De beaux waren zeer op
hem gesteld vanwege zijn kleeding; hij was
geestig genoeg om amusant te zijn en zoo fel
ad rem, dat men zich terdege voor hem ln
Bcht moest nemen. Na korten tijd beschouw,
den „de deftige kringen" hem als een der
hunnen, de anderen als iemand dien men moest
eerbiedigen, en voor allen trad hij op als
arbiter. Hij gedroeg zich niet louter als Cere
moniemeester (dus een dienaar van den Ge
meenteraad), doch als een koning van Bath,
en hij deed dit op een wjjze alsof hij ervoor
geboren was.
Als een wijs heerscher besefte hij, dat hij
zijn onderdanen „panem et drcenses" moest
geven en hij legde er zich daarom op toe de
stad aantrekkelijk te maken.
Hij stelde ook een „wetboek" samen, be
staande uit elf korte en bondige artikelen,
waaraan een ieder zich te houden had, op
straffe van door Nash op de meest meedoogen-
looze wijze te worden gelaakt of belachelijk
gemaakt te worden.
Ook het dragen van degens of andere wa
pens wilde Nash op zijn domein niet gedoog en,
waardoor menig haastig duel werd afgewend.
Nash's roem verspreidde zich over net land
en hij werd het voorwerp van vele lofredenen.
Tunbridge Wells was jaloersch op Bath om
haar dictator en daar de seizoenen ln eerst
genoemde en laatstgenoemde plaats niet samen
vielen, nam Nash op zich de badplaats Tun
bridge Wells eveneens te organiseeren.
Bij de opening van het seizoen ln 1732
maakte hij zijn officleele entree ln een door
zes paarden getrokken karos met twee lakeien.
Hij was gekleed ln een met vele broderieën
bewerkt costuum met kostbare kant zijden
kousen, schoenen met gespen en den witten
beverhoed, dien hij steeds droeg.
Ook te Tunbridge Wells heerschte hij ver
standig en goed. Met het stijgen der jaren
verminderde echter zijn energie, ofschoon
eenszins zijn autoriteit, tot hij ten slotte van
et tooneel verdween en van de liefdadigheid
zijner vele vrienden moest leven, welke, om
den schijn te vermijden, bestond ln het koopen
van exemplaren van zijn boek over Bath en
Tunbridge Wells, waar hij zelf echter nooit
een letter van geschreven had.
DIT GOOILAND.
De Tafelberg.
Als je uit Hilversum, langs een prach
tig fietspad rijdt naar Laren en je neemt
daar op den Brink den Noorderstraatweg,
dan krijgt ge, na een minuut rijden aan
uw rechterhand den Tafelbergerweg en
als ge dien inslaat en volgt, komt ge aan
een fietspad ter breedte van een meter,
dat geheel tusschen twee boomgroepen
loopt, zoodat daar een schitterend laantje
is. Steeds gaat, zachtkens de helling op,
het pad en ge komt langs zand- en heide
wegen en rondom geboomte. Hier en daar
nog woest en ongerept. Ge blijft stijgen,
totdat ge, na een tien minuten fietsen,
een drietal villa's passeert en plotseling
staat op een prachtig stuk heide, rijk
gestoffeerd door allerlei boomsoorten, die
toch niet beletten, dat ge een grootsch
uitzicht verkrijgt over de omgeving.
Ge staat op den Tafelberg en even
verder gaand, weggedoken nog achter
hoornen, ziet ge een verhevenheid, die
ge langs een balkentrap kunt beklimmen.
Deze heuvel is omringd door een hek
werk en het talud is beplant met spar.
Vanaf dien heuvel is het uitzicht nog
weidscher en schitterender. Een juweel
van een panorama ontrolt zich. Het 1b
moeilijk een juisten indruk daarvan weer
te geven. De blauwwazige gloeiing do
mineert, vooral voor ons noorderlingen,
die bosch en heide en boomgroepeering
niet zoo kennen.
Daar overziet ge heel het Gooiland
van Bussum en Naarden, Hulzen en Hil
versum, Eemnes en de Vuurschen. Overal
haast in het landschap ziet ge den uit
zichttoren van het paviljoen Larenberg,
die ietwat scheefgezakt schijnt te zijn.
Van daaruit kunt ge per flets al die
plaatsen gemakkelijk bereiken. Overal
voeren de fietspaden heen en vol variatie
is het landschap.
Ook wanneer ge langs het uitgebreide
landgoed »'t Witzand* den straatweg
volgt. Dan daalt ge af naar Blaricum en
kunt ge gaan naar de Meent, waar de
erfgooiers een duizendtal koeien scharen,
doch die ge niet moogt betreden.
Rond Blaricum is het ook alles even
mooi en ik heb den indruk gekregen,
dat wat ongereptheid van natuur betreft,
het daar sehooner is te vinden nog dan
te Laren.
Echte heihutten met de ruwe en knoes
tige omgeving heb ik daar gezien en ik
kan me voorstellen, dat schilders daar
hun hart kunnen ophalen.
Voor hoe laDg nog! Want ook Blari
cum ontplooit zich meer en meer. Villa's
verrijzen; pensions komen ln grooter
aantal en dan wordt de eerst waarde-
looze grond waardevol en weer een brok
landerijen, een brok idyllisch schoon
verdwijnt.
Wat er aan te doen P
del! Ijk na Mack's begrafenis werd ge
draald.
Dorotihy Oummings, die voor Maria in
Cecdl de Millete „Koning der Koningen'
speelt, vertolkte de scène, waarin zij aan
den voet van het kruis dien dood van haar
zoon beweent, op dien dag dat haar vader
stierf.
Is Morgens otm half ariht bles de oude
man den laatsten adem uit, om negen uur
was Miss Oummings in het atelier. De
regisseur stelde voor, dien dag niet te
spelen, maar de diva wilde ar niet van
hooren. I
„Dat zou te veel onkosten meebrengen."
Dua speelde zij.
„Klaar? Draaien!"
Én ln haar diep-gevoelde eigen smart
gaf zij een vertolking van de Maria-figuur,
zooals geen ander het ooit nog had ge
daan
In1 een dranna, waarin de moederliefde
verheerlijkt wordt, liet men een en dertig
actrices „proefspelen". Een van de gega
digden was Belle Mennet, een totaal on
bekende grootheid in Los Angeles. De
proeven boden weinig fraai's, maar de
regisseur Henlry King, scheen 'n vrij goe
den dunk van Belle's talent te hebben en
stond haar toe, nog eens „proef te
draaien".
Terwijl zij zich schminkte werd1 haar die
vreesdij ke tijding gebracht, dat haar zoon
door een auto was overreden.
Langen tijd later vertelde de artiste,
dat zij absoluut niet wist hoe en wat zij
dien dag heeft moeten spelen. Talrijke
spelmomenten ln de film kon zij zich met
den bosten wil niet intoneren. En toch
was haar optreden in „Stellfl Dallas" zóó
uitstekend, dat zij op slag beroemd was.
„Hotel Stad' Lemiberg" werd Pöla Ne-
gri's beste Amerikaansche film. Tijdens
de smartelijkste en meest vertwijfeldeude
spelmomenten die de groote diva moest
aooentueerenv lag Rudolph Valentino on
geneeslijk ziek in New York. En Pola, die
dè filimstad niet kon verlaten, liet tijdiens
elke pauze het ziekenhuis in Nerw York
opbellen om eindelek te hooren, dat
haar held op sterven lag. Haar spel on
derging den invloed van het droef go-
buren en zoo ontstond haar sterkste roL
Ollve Brook, die in die Vereenigde Sta
ten vele satellieten telt, moest in een blij
spel optreden, terwijl zijn zoontje in het
vitaal lag. Drie weken lang duurden
'ilmopnamen en drie weken1 streed het
kind met den dood. Op den diag, dat de
film klaar was, had' dè jongen den eri
doorstaan.
Een werkelijke Paljasixagedle heeft dè
populaire, schele Ben Turprn doorge
maakt. Hij meest zijn groteske streken
en malle gevallen vertoonen, terwijl zijn
vrouw op geen vijf iminuten afstand van
iet atelier stierf. Toen dè scène gedraaid
was, veranderde het grijnzen van den ko
miek ln hartstochtelijk snikken.
Ziedaar tragedies waarvan de bioscoop
bezoeker onkundig blijft Een scène, die
uitgesteld wordt, kost geld, handenvol
geld. En daarom klinkt ondier alle om
standigheden:
„Klaar? Draaien I"
moed U te pas en een standvastige
borst." „Dit nu sprak zij en sprong als
een bezetene in den gapenden afgrond.
Aeneas volgt haar met manlijken moed
Aldus Vergilius,
De
ook b:
enoemde gedachtenwereld
de Joden voor.
kwam
Er leefde onder hen een voorstelling
dat er ook in Palestina een paar van die
„putten van den afgrond" waren. Volgens
het Talmoedtractaat Erubin was er een
vlak bij Jeruzalem.
In tractaat Berachoot folio 18 b komt
een van die vele Talmoed verhal en voor
waarin een verbluffend directe omgang
van levenden en dooden wordt voorge
steld.
De zaak ls deze. Een zekere Zeeraj
had aan zijn kostjuffrouw geld ter be
waring gegeven. Op zekeren dag komt
hij uit de school (de synagoge) en zie:
de kostjuffrouw was plotseling gestorven.
Niemand wist waar zij het geld had
weggestopt. Maar Zeeraj wist raad. Hij
ging tot haar op de begraafplaats en
riep haar toe: „Waar is het geld?"
En zij antwoordde hem.
Hoe men zich de zaak moet voorstel
len? 'sNachts? Zat Zeeraj daar dan
einzend en halfdroomend neer In
rance? Of hoe anders? Ik weet het
P'
T
niet Hoe het zij, de kostjuffrouw ant
woordde hem. Er staat: „Zij antwoordde
hem: Ga, haal het onder den deurpost
vandaan." Of hij het daar later ook
werk dijk gevonden heeft meldt de Tal
moed niet
Maar hij voegt er nog Iets bij dat ik
allermerkwaardigst vind. Toen de reeds
in do onderwereld verkeerende kostjuf
frouw aldus de belangen van baar ge
wezen commensaal had behartigd, dacht
zij ook aan zichzelf. Zij zeide: „Zeg ook
aan mijn moeder dat zij mij mijn kam en
myn blanketseldoos toezende door middel
van diegene die morgen hierkomt." Ja
dat staat er letterlijk I
En de gedachte van Zeeraj s verhaal
is dat men zoo dom ls geweest en ver
geten heeft om in de doodkist der kost
juffrouw haar toiletartikelen mede te
geven.
Wat te doen? Welnu heel eenvoudig:
men heeft het gewenschte voorwerp
slechts mede te geven aan de eerstvol
gende vrouw die begraven wordt, in baar
kist, dan bereikt met dezen postdienst
de zaak het goede adres.
Van het aardoppervlak via het graf
naar de Onderwereld.
Zoo dachten de Ouden I
B.
Met Nash eindigde ln Engeland het tijdperk
der lange geborduurde jassen en groote pruiken.
Na eenlgen tijd trachtte de prins van Wales,
de latere koning George IV, de mode te leiden,
doch ofschoon hij zijn maatschappelijke positie
ten zijnen gunste had en zich bij verschillende
gelegenheden vertoonde in een kostbare kleedij,
welke zeer de aandacht trok, slaagde hij er
niet in zich als modedictator een eerste plaats
te verwerven. De lust tot praal was aan het
tanen en het was voor Brummell weggelegd
om deze te vervangen door fraaien eenvoud.
George Brummell |starnde uit een doodge
wone familie.
Zijn vader kwam door protectie en geluk
kige speculatie tot aanzien en liet bij zijn dood
65.000 na, die gelijkelijk tusschen zijn drie
kinderen verdeeld werden.
George, die in 1776 geboren was, werd naar
Eton gezonden en ging later naar het Oriel
College te Oxford, waar hij zich onderscheidde
door zijn keurige kleeding, beminnelijkheid en
geestigheid. Na een paar Jaar, als cornet en
kapitein, in het leger gediend te hebben, had
ook hij er genoeg van en begon zich bezig
te houden met een omwenteling op heeren-
LAGH DAN PALJAZZOl
De pMcht van Paljas: lachen als het
hart heim breekt, is ook den film-speler
niet vreemd. De lens kent geen door ver
driet ter neer geslagen, door smart ge
broken mensohen.
Tijd ia geld) in het land van dien schijn,
en iedere traan, die buiten het soenario
oan in het atedder wordt geplengd, kost
handenvol dollars. Daarom treden de al
tisten onder allerlei omstandigheden op
zij hebben gecontracteerd om te spelen!
Waarom dan terug krabbelen als Fortuna
zich plotseling schuil houdt?
Neii Hamiilton, een bekende Amerikaan-
scbe kracht, bracht eenigen tijd geleden
ztjn 'besten vriend naar het kerfhof. Ja
renlang waren Charles Mack en hij boe
zemvrienden geweest. Samen haddien zij
zich door het leven geslagen en toen Nel!
in Hollyiwood carrière maakte, haalde hij
CharMe ook naar de flimstad en rustte
niet, voor zijn kameraad eveneens „un
homme arrivé" was. Als Pola Negri's
partner in „Eten vrouw van de wereld"
oogstte Mack suooes en al spoedig had hij
een contract afgesloten met Warner Bros.
Hij had, jammer genoeg, slechts korten
tyd pledzier van zijn promotie.
Een uur, nadat Neil Hamilton zijn
vriend had begraven, knielde hij in het
gedempte licht van de schijnwerpers voor
een kartonnen heuvel om de treurige ge
beurtenis nog eens te doorleven. In de
fum, waarin hij speelde, moest hij den
dood van zijn besten vriend beweenen en
het noodlot wilde, dat deze scène onmid-
DE OUDEN EN DE ONDERWERELD.
Vergilius en Danta.
De poederdoos van de kostjuffrouw.
De Ouden meenden dat in de aarde
schachten bestonden, waardoor men in
de onderwereld belandde.
De beroemdste is die welke Vergilius
n bet 6e boek zijner Aenaede vermeldt
De schacht wordt daar gedacht bij
Cumae, iets ten noorden van Napels. Het
is daar een vulcanisch terrein dat in den
loop der eeuwen van vorm is veranderd
zoodat wij niet weten meer weten hoe
het in Vergilius' tijd was.
Maar wij moeten ons voorstellen een
uitgebluschten krater, half vol water
staande, een bergmeertje waar zwavel
dampen boven zweefden, zoodat er geen
dier leefde, geen vogel vloog.
Het meertje heette daarom het Lacus
avernus (letterlijk het lacus a-ornos is
vogellooze meer).
Dit griezelige water was door zwarte
cypressen omgevenen ln den kraterrand
waa een hal, dat de Ouden zich als den
ingang van den ijzingwekkende schacht
tot-de-onderwereld dachten.
Prins Aeneas nu ls, verhaalt Vergillus,
uit het brandende Troje gevlucht en met
zijn schip bij Cumae aangekomen. Hij
hoort daar van den toegang.
Schoone gelegenheid om nog eens te
spreken met zijn vader Anchises.
Hij bezoekt daartoe de Cumaische
sybille, een oude profetesse die als
priesteresse van Apollo en diens zuster
Artemis, den ingang bewaakt.
Er doen zich allerlei moeilijkheden voor.
De sybille zegt o.a.: „Gemakkelijk is
de toegang tot de onderwereld.'s Nachts
en daags staat open de deur van den
zwarten Pluto. Maar terug te keeren dat
geeft arbeid en moeite I Slechts weinigen,
van goden gesproken, of wier deugd
hen ten hemel verhief, vermochten het".
Gelukkig is Aeneas een zoon van de
godin Venus, en na allerlei voorberei
ding, te lang om hier te verhalen krijgt
hjj toegang tot de onderwereld.
Hjj offert vier zwarte vaarzen enz.
voor Proserpina, de koningin der onder
wereld.
En dan: „brulde het land diep onder
den voet. En door de (onderaardsche)
duisternis brulde hondengebrul (van den
hellehond Cerberus)". De sybille ver
jaagt de makkers van Aeneas: „Weg,
maakt U weg! gij ongewijden! Doch gij
Aeneas, sla den weg in, en haal
zwaard uit de scheede. Nu, Asneas, komt
Veel kantversiering aan Japonnen.
Overheerschend is momenteel de kant-
versiering op de gekleede japonnen.
Er zijn veel soorten, maar 't meest ge
bruikte eu gekozene ls de Valencienne
en blonde kant. Deze toch staan zoo
beeldig en fijn, wanneer ze aan crêpe
georgette of ninon verwerkt zijn. Het
geheel krijgt daardoor iets zóó teers, dat
't een lust is om te drageD eu te zien
dragen.
Natuurlijk staat een linnen japon, ver
werkt met echte kloskant of een voile
japon met geborduurde kant ook prachtig;
maar deze zijn meer bedoeld voor gewone
zomerjaponnen.
losse baantjes op de voorbaan zijn door
kunst-plisseeren aan dit ulterlHk gekomen.
Het volgende kleedje is by uitstek ge
schikt voor een fijne té-dansant of diner
toilet.
Ook hiervoor werd crêpe-Fleurl ge
bruikt plus breede ronde kant en zelfde
smalle entredeux. Alles werd in zwart
gehouden, behalve de sierlijke bandflu-
weelen strik, die in dit geval staal-blauw
was, maar waarvan ieder naar eigen ver
kiezing de kleur kan vaststellen.
Het laatste toilet van onze afbeelding
is weer bestemd voor middag-visite's of
b.v. trouwpartij of iets dergelijks.
a ook de
Evenals de vorige was
ieze japon
De georgette-met-kant japonnen zijn
echter meer bestemd voor diner-toilet,
concert-japon of dans-kleedje in ieder
geval meer voor de „uitgaande afdee-
ling" in ons leven.
Dient U b.v. eens naar een zeer chique
receptie te gaan, wel U kunt niet beter
doen dan zoo'n keurig toilet als onze
eerste afbeelding vertoont aan te schaf
fen, en U zult heusch geen slecht figuur
maken onder al die andere chique dames.
Dit toilet was gemaakt van crêpe-Fleuri
°ver een zacht zijden onderjapon. Een
zijden kant diende voor garneering. Maar
t voornaamste is h o e ze verwerkt was.
Men lette op den eleganten vorm, die het
oorspronkelijk gladde mouwtje verkregen
beeft door de opgezette punten kant. De
van crêpe-Fleuri en zijden kant vervaar
digd. Het middenstuk der japon ls even
als het ondergedeelte der rok zeer fijn
geplisseerd. Aan het middenstuk is de
zijden kant gezet: aan de gladde kant
der crêpe is de gladde kant der gamee-
ring gezet, zoodat wanneer de plissee
terugvalt in den eigen vorm, de zijden
kant als 't ware mee geplisseerd is en
daardoor dan ook zoo overvloedig
neerhangt. De kant van de mouwen
om de pols ingevouwen, maar valt van
boven wijd uit. Ditzelfde is 't geval met
de jabot aan den hals.
De kleur van dit toilet was amandel-
groen, zoo ook het bandfluweel om taille
en hals, maar dan in diepere warmere
tint.
Corry Brem.
ruim
ren is
Hij was een oud koopman, die zijn for
tuin vooral te danken had aan het kundig
adverteeren.
Jan, vroeg zijn vrouw eens, wat wil
je op je grafsteen gebeiteld hebben
Och, luidde het antwoord, de tekst
komt er minder op aan, als de woorden
maar goed verdeeld worden eu het ge-
uw j heel er smakelijk uitziet.
Waarom loop je zoo hard, jongen?
Ik ga naar huis.
Zoo, dat is braaf, daar wacht je
zeker iets prettigs.
Ik krijg een pak slaag van mijn
moeder.
Verlang je daar dan zoo naar?
Nee, maar als ik niet voortmaak,
dan is vader thuis en dan doet die het.
Tante: Omdat je zoo goed hebt opge
past, mag je een hand vol rozijnen nemen.
Jantje: O tante, geeft u ze zelf maar.
TanteDat is heel lief en bescheiden
van je, Jantje, je bent een brave jongen.
JantjeHeelemaal niet tante, maar uw
handen zijn veel grooter dan de mijne.