UIT OE WIJDE WERELD
NATUUR EN TECHNIEK
VOOR OE KINDEREN
de toekomst brengt gij bet verder en daar
gaat het maar om. Onze raad ls: neem ge
rust dAe nieuwe betrekking aan en we ver
trouwen, dat gtf daarin veel succes zult
hebben.
Aan onderstaande personen is persoon-
'lijk antwoord gezonden, aangezien de be
antwoording te uitvoerig was voor plaat
sing in dit blad. Mevr. li. te H.; Mej. S. te
H.; Mej. A. te H.; P. G. te H.; Musicus
te H.; Werkman te H.
DE SCHILDERKUNST BIJ DE OUDE
EGYPTENAREN.
Handleiding voor het begrtfpen
van oude kunst
De oude bewoners van het Nijldal wa
ren 6000 jaren geleden vrooljjke menschen
zij hielden van muziek, kwamen 's avonds,
als de grootste hitte van den dag voorbij
was, bij elkaar, op welke gezellige bijeen
komsten gezongen en gedanst werd. Wel
dansten zij niet zeiven, maar lieten dit
doen door slaven en slavinnen, in de
danskunst bekwaam.
De dames hadden onder elkaar kransjes,
evenals nu nog zooveel duizend jaar
emakkelijk onder den bulk der dieren
adden kunnen doorloopen. Voorwerpen
op eenigen afstand van elkaar verwijderd
werden niet in perspectief achter elkaar,
maar boven elkaar gezet. Het aanbrengen
van schaduwen kende men niet. Kwamen
op een schildering zaken of personen
voor van eenzelfde kleur, die elkaar lich
telijk bedekten, dan werd het eene voor
werp van een donkerder kleur dan het
andere voorzien.
Nergens treffen wij eenig perspectief aan.
Tafels en stoelen met vier pooten heb
ben er maar twee. Van een huis, tempe
of pyramide krijgen wij slechts een zijd*
te zien. Het is juist dit absolute gebrek
aan perspectief, dat vooral bij de teeke-
ning van een landschap zoo bijzonder
eigenaardig aandoet.
Kreeg een schilder de opdracht om een
vijver met palmboomen er om heen te
schilderen, dan ging hij daarbij als volgt
te werk.
hoog aanzien. De muurschilderingen in
later. De schilderkunst stond bij hen in
ïrii
ip
tuigen er van. Juist door die liefhebberij
de Tempels van Thebe en Memphis ge
van het volk om niet alleen de daden
hunner koningen, episoden uit hun goden
leer, maar ook alles wat met de dage
lljksohe gebeurtenissen ln verband stond
met het penseel te vereeuwigen, is ge
lukkig voor ons uit het leven van dit
hoogst beschaafde en intelligente volk
der grijze oudheid zooveel bekend ge
worden. Daardoor ls het mogelijk, ons
nu nog een helder denkbeeld te vormen
hoe het ln het land der Pharao toeging.
Niet alleen werden muren en zullen van
tempels en paleizen, van de woningen
der rijken beschilderd met voorstellingen
van allerlei aard, maar elk meubelstuk
dat er maar eenlgszlns voor in aanmer
king kwam, kreeg een verfje. Het volk.
zooals nu nog elk Oostersch volk, hlela
van levendige kleuren.
Een witte kamerdeur vond men ner-
flens. Rood met geel moest die zijn, met
otosbloeAen of papyrus versierd.
meubels waren
waren deze
met stukjes ivoor en plaatjes goud rijke
lijk Ingelegd.
In de paleizen der koningen schitterde
het van goud en van verguldsel.
Dagelljksohe gebruiksartikelen waren
met heldere kleuren versierd, waarbij
rood, geel en blauw sterk domineerden.
Een eenvoudig zitbankje blauw met roode
pooten. Een ronde tafel met een poot,
zooals nog wel wordt gebruikt, helder
geel met roode streepjes en blauwe en
roode noppen. Een houten rustbank, die
als bed werd gebruikt, rood en blauw
met gele pooten, het houten trapje om
er op te klimmen, donker blauw.
Effen glad gepolitoerde men
niet ln gebruik. Bij de rijken
I Als er od een muurvlak een sohlldering
moest worden aangebracht, werd de on
dergrond eerst grijs of lichtblauw aan-
ezet om de figuren later des te beter
doen uitkomen.
Voor zijn figuren gebruikte de kunste
naar meest zwart, wit, blauw, vuurrood
en roodbruin.
De personen werden steeds ln tweeërlei
kleuren geschilderd. Mannen roodbruin,
vrouwen matgeel. Toch moet men hier
niet uit afleiden, dat de huidskleur der
mannen destijds roodbruin en die der
vrouwen geel was, maar de oude kunste
naars stonden voor een moeilijk geval,
daar wat de kleeding en de haardracht
betreft, mannen en vrouwen destijds wei
nig ondersoheid vertoonden en men het
in de kunst nog niet zoover had gebracht
om in de gelaatstrekken het verschil te
leggendus loste de kunstenaar de kwestie
op door een flink en duidelijk verschil
in de kleur der huid.
Voor den besohouwer was nu een ver
gissing niet meer mogelijk. Bijaldien de
muurschilderingen ln de tempels soms
op dertig meter van den grond moesten
worden aangebracht en de toeschouwer
dus een heel eind van de voorstelling af
stond, was een duidelijk zlohtbaar onder
soheid te meer noodig.
Later in den loop der eeuwen leerde
men de vleeschkleur kennen en gebrui
ken, maar paste haar alleen toe, wanneer
men vreemdelingen van lichte huidskleur
wilde uitbeelden. De kunstenaar, die nu
eenmaal gewoon was om Egyptenaren
roodbruin of geel te sohllderen, week
van deze oude gewoonte niet af.
Bij het bezien van de oude teekeningen
diene men vooral te bedenken, dat het
den kunstenaars van toen er niet om te
doen was een artistiek kunstwerk vol
gens onze hedendaagsche opvatting te
leveren, maar slechts een duidelijke ver
luchting en verklaring te geven uit het
leven der goden en godinnen, uit de ge
schiedenis of uit het gewone dagelijksche
leven van het volk.
Hierin slaagden zij uitstekendvooral
in de decoratie hunner figuren waren zij
meesters. Het bereiden en mengen der
verven kenden zij in de perfectie, zoodat
na zooveel duizenden jaren de kleuren
nu nog helder en levendig zijn gebleven.
Van verhoudingen hadden de oude
meeBters niet veel begripzij gingen van
de veronderstelling uit, dat do beschou
wer die toch wel begreep. Koningen wer
den altijd grooter geschilderd dan gewone
menschen. Ging de heerscher uit, dan
werd de wagen reusachtig groot afge
beeld evenals de paarden, die zoo hoog
waren, dat de begeleidende slaven met
hun lange waaiers van pauwenveeren,
Een lange vierhoek, vijfmaal zoo lang
als breed, werd blauw geverfdhet water
Daaromheen werd een breede gele rand,
alles even hoekig en scherp, geteekend
de zandige oevers. Op den blauwen grond
werden evenwijdig aan elkaar donker
blauwe lijnen gezetde kabbelende golfjes.
De vijver was dus in optlma forma ge
reed. Nu nog de stoffeerlng van het land
schap. Drie palmen staan op den eenen
oever, twee op den anderen.
Natuurgetrouw zet de kunstenaar dus
drie palmen voor den blauwen vierhoek
en twee er achter.
De palmen staan eohter op een zandl
gen bodem, die nogal steenachtig schijnt
Ïeweest te zfin. Ook dit beeldt de sohll
erij uit. Onder de palmen plaatat h(j een
hreeden atrakken gelen band: het zand.
Het geel ls zwart gespikkeldde ateenen.
Zien wij nu een dergelijke teekenlng, dan
maakt die op ons den Indruk van een
geel geranden blauwen lap, tuaaohen vijf
palmenboomen opgehangen.
Voor de oude Egyptenaren was een
irgelijk schilderstuk volkomen duidelijk.
Een vijver met vijf palmen er om heen.
PUIMSTEEN.
Product van vulkanische uit
barstingen.
Bij Vulkanische uitbarstingen komen
geweldige massa's van allerlei gassen met
de diverse gesmolten gesteenten mee naar
de aardoppervlakte. Als die gassen in de
gesmolten massa doordrongen zijn en er
in bevat blijven, tot ze vast geworden is,
ontstaat de poreuze en daardoor zeer lichte
puimsteen, die meestal vezelig van bouw
schijnt en zeer licht gekleurd is. Over de
geheele wereld komt bfi de vulkanen
puimsteen voor, maar de voornaamste af
zetting, waar deze steen geëxploiteerd
wordt, ligt op het eilandje Lipari, een der
Aeolisohe eilanden bfi de Noordkust van
Söciliö. Verder vindt men ook afzettingen
in Hongarije, b.v. Neuwied, in Californë,
Kansas, Nebraska etc. Het tractytpuim-
steenzand van het Neuwieder bekken
wordt met kalk gevormd tot de lichte
dr]jfsteenen, die voor dunne tusschen-
muren gaarne gebruikt worden.
In de stad Lipari leven van de 10.000
inwoners zeer velen van de puimsteen-
Industrie en daar de stad 90 van alle
groeven in haar bezit heeft, ontvangt de
gemeensohap jaarlijks een aardig somme
tje aan een soort uitvoerrecht, dat ln nor
male tijden 800.000 lire (frs.) per jaar op
brengt.
Vandaar dat Lipari een dier meest wel
varende steden van geheel Italië is. De
puimsteen wordt uit de heuvels gegraven
in zeer primitieve gangen, die niet volgens
de principes der mijnbouwkunst gestut
worden en daardoor steeds gevaar opleve
ren voor aardstortingen; dit gevaar is oor
zaak, dat er lang niet uit den grond' ge
haald wordt wat er ln zit, hetgeen met
doelmatige stutting door middel van mijn-
hout wel te bereiken was.
Voor den oorlog was het eiland een de
portatieplaats voor gestraften, die er
groote vrijheid hadden, tenjninste overdag.
Des nachts werden de heeren opgesloten,
zoodat hun toestand eenigszins te vergelij
ken was met dien in Sing-Sing. Alleen be
staat in deze Amerikaansche gevangenis
door de week werkdwang en op Lipari wa
ren de heeren eigenlijk geheel vrij. Ze
tregen eohter zoo weinig voor hun onder
houd, dat ze vrijwillig ln het puimsteen
vak gingen. Vooral bij t slijpen der stuk
ken vonden ze werk, maar aangezien zelfs
de gewone Italiaan in Italië heel wat luier
is dan de werkman uit de noordelijke lan
den, deden ook deze gedeporteerden liefst
zoo weinig mogelijk, en leverden boven
dien nog zeer slecht werk.
Tijdens den oorlog werden de heeren
naar een ander eiLand overgebracht en leg
den de vrije inwoners zich met grooten
Ijver op het vak toe; ze verkregen dien
tengevolge beter resultaten. Toch is ook
hun werk nog vrij inferieur en de beste
klanten koopen veel liever de brokken
ruwe puimsteen om ze in eigen land te
laten slijpen en ook een prima ffln slfip-
poeder te verkrijgen, dan dat ze die ge
slepen stukken en hét afvallende poeder
in Lipari nemen.
De kleine stukjes die naast de groote
brokken gewonnen worden, dienen voor
een groot deel voor het vermalen in spe
ciale molens, die echter op Lipari niet zoo
goed' gebouwd zijn ais de moderne indus
trie mogelijk maakt.
Puimsteen vindt toepassing voor aller
lei doeleinden. Wegens de lichtheid zijn
indertijd groote brokken gebruikt voor het
bouwen van den koepel der Aaya Sofia te
Oonstantinopel en als de aanvoer niet zoo
duur was, zou voor lichte bouwwerken
puimsteen in beton vermoedelijk eep
groote kans hebben. De reeds genoemde
drijfsteenen zijn een bewijs, dat de toe
passing ervan zeer wel mogelijk is. De
grootere brokken worden vooral gebruikt
bfi allerlei slijpwerk, zooals het bewerken
van marmer, hout, dat mooi gepolitoerd of
glimmend gelakt moet worden, lithogra
fische steenen, het slijpen van den achter
kant van leer, dat tot peau de suède ge
maakt moet worden enz., terwijl het fijne
poeder der slijperijen en malerijen wel
voor het maken van schuurpapier en
-linnen1 gebruikt wordt
De poreusheid, gepaard aan het groote
isoleerende vermogen tegen warmte, ma
ken puimsteen zeer geschikt voor sterk
isoleerende wanden of als vulling voor ijs-
kisten en brandkasten.
De onaantastbaarheid voor de meeste
öhemikallën heeft gemaakt, dat absorptle-
torens van vele chemische fabrieken met
puimsteen gevuld zijn, terwijl het ook ala
filter-materiaal ln ohemisohe laboratoria
en fabrieken bruikbaar ls.
ke-
tigst voor de reis. Men kan deze
Ijk o]> zij slaan of rustig neer laten han-
BABBELUURTJE OVER MODE.
Voor het atrand of de rel*.
.Een losse mantel ls altijd het prei-
mak:
an h
gen als men zit, ln tegenstelling met een
gealoten mantel of manteltje, wat altijd
nijging tot opkruipen vertoont. Maar ook
aan 't atrand ls een losse mantel verruk
kelijk en niet alleen om te dragen, maar
ook op te zien. Het geeft iets vlugs, iets
luchtigs aan de draagster, zeker als hfi
maar zoo losjes omgehangen ls. Ziet U
b.v. eens ons eerste modeL
Wat al mogelijkheden zitten daar niet
n. Voor het strand kan men het kiezen in
innen, shantung, zachte crème wollen stof,
casha, crêpe de chine, etc., eto. Het bor
duurwerk kan men naar verkiezing nemen
n leuke bonte kleuren, maar kan het ook
n de eigen kleur der stof nemen. De jurk
s op zichzelf zeer eenvoudig. De rechte
mouwlooze kiel geeft een lenig slank ef
fect en vlot staat het geplisseeide rokje
daarbij. De mantel is het zoogenaamde
driekwart modeL Alles aan deze jas is
even royaal: de manchetten, de kraag, de
zakken, ja, de geheele vorm zelfa
Wil men dit zelfde model voor op reis
gebruiken, dan make men het van een
weinig stof-vangende stof en kleur. Des
noods neme men de jurk van crêpe-de-
chine en den mantel van een dunne pope-
line in dezelfde kleur.
Op reis drage men bovendien 't liefst
een klt&i model hoedje.
Ook nog zeer geliefd voor strand- en
reisdracht is de cape. Het tweede figuur
geeft hiervoor een mooi modeL Dit is een
zeer elegante vorm en dient heelemaal uit
één lap gesneden. Wil men hem dragen
voor chique mantel dan is hiervoor zeer
mooi te gebruiken sa tin-de-luxe, dit is
een zijde die aan twee kanten even mooi
is.
orde gekozen was. Dat dit een prachtig
geheel vormde is van zelf sprekend. Moet
het ensemble echter dienst doen voor de
reis, dan doet men verstandig een gladde,
dunne stof te gebruiken, die niet te snel
stof en vuil aanneemt.
Voor de zelfde doeleinden kan men ook
het derde model nemen. Over de eenvou
dige, sportieve Jurk van witte crêpe-maro-
cain draagt men een mosgroene crêpe-
marocain mantel gegarneerd met breede
shawl van zwart satin. De mantel ia keu
rig bestik t met ruiten vormende koord-
plooitjes. Het spreekt van zelf dat er alle
mogelijke variaties denkbaar zijn voor het
te gebruiken materiaaL Het zal immers
even goed mooi zijn, wanneer wij de jurk
van fijne ootton-crépe maken en den man
tel van deze zelfde stoffage ln de kleuren
van het dure model (of de kleuren waar
men meer voorkeur voor heeft!). Dit zelf
de geldt natuurlijk ook allemaal voor het
geval men het model voor reiskleeding wil
gebruiken. Als men voor dit laatste doel
maar altijd rekening houdt met het feit,
dat de stoffen geschikt en bestand zijn
voor en tegen stof en. veel zitten.
Elsje ls oen expert in sentimenteel©
anatomie.
Hoe meen je?
Ze maakt dat een man zijn hoofd ver
liest, zij neemt zijn hand en dan breekt
zij zijn hart.
Nu je bulten woont heb je zeker
lederen dag de melk versch van de koe.
Gisteren niet
Hoe kwam dat?
De trein uit de stad was twee uur
te laat
Pessimist: Allebei mijn voeten staan
krom van de Jicht
Optimist: Wees blij dat je geen dui
zendpoot bent
Hoe heb Je nu zoo'n kleine woning
kunnen huren?
Dat moest ik wel, m'n gezin is groo
ter geworden. f
Heeft Je man met zijn tuinieren nog
al geluk gehad?
O Ja, hij liep een zonnesteek op en
kreeg toen 400— van de verzekering.
Is die dame daar, die tegen Je lacht,
Je schoonmoeder niet?
Ik heb m'n lorgnet niet bfi me, maar
ik kan Je wel zeggen, als ze tegen me lacht,
is t m'n schoonmoeder niet
Onder vriendinnen: Heb je de tanden
van Mary wel eens goed bezien? t Zjjn
net paarlen.
Ja, maar dan moot je haar andere ge-
bit zien, dat is nog mooier.
Mevrouw Jansen: Doe geen moeite
om me uit te laten, mevrouw Smit!
Mevrouw Smit: 1 Is geen moeite
maar een genoegen, lieve mevrouw I
Moeder (tot spilzieke dochter): Je
grootmoeder stopte haar geld in oude wol
len kousen.
Dochter: En ik steek het ln nieuwe
zijden. Dat ls slechts een klein verschil.
Kellner: Wat wenscht mijnheer te go-
bruiken?
Professor: Mfl H zelfde. Als Je maar
zorgt dat lk 66 gram vet, 180 gram eiwit
en 480 gram koolhydraten krijg.
Ja buurvrouw, ook mijn wmn is een
slachtoffer der wetenschap.
Hoe dat zoo?
Door «'n vingerafdrukken la hij ge
snapt geworden.
Waarom ga Je schelden?
Om dezelfde reden waarom ik trouw
de: om een rustig tehuis te hebben.
MIEKÏTS ZOMERDAG-ELFJES.
Het was zomervacantie en Mleke mocht
heerlijk buiten bij haar grootmoeder
logeeren. Wat genoot ze. als het mooi
neer was in Oma's tuin en ln de wel en
hetboschje daarachter. En ala het regende,
dan had Oma altijd een prettig werkje
in huis voor haar te doen, terwijl Oma.
ook zulke mooie verhaaltjes kon vertellen.
Mleke had heerlfik ln de wel gespeeld,
maar zat nu wat uit te rusten en af te
koelen aan de oever van het heldere
beekje. >Pff, wat was ze warm. Het was
ook zulk heerlfik zonnig weer. Van nacht
zouden vast wel de elfies gedanst hebben.
Oma had gister verteld, dat eiken warmen
zomernacht, als de klok twaalf uur sloeg,
de elfies te voorschijn kwamen en in het
maanlicht dansten op de wel. Wat zou
Mieke dat dolgraag eens
is eens zien. Ze had
□u al iederen a\und geprobeerd, om wak
ker te blijven. Als de klok dan twaalf
uur sloeg, zou ze eventjes gaan kijken.
Maar ja, blijf maar eens wakker als je
den heelen dag in de zonneschijn ge
speeld hebt. Jammer, dat de elfjes over
dag niet durfden komen. Ze konden toch
wel begrijpen, dat Mieke ze geen kwaad
zou doen en ze alleen maar wilde zien.
Wat gonsden die vliegen en wat zoemden
de bijen en... wat was... het warm." En
Mieke's hoofdje lag tegen het zachte
graskantje en Mieke was rustig in slaap
en droomde van de elfjes.
Toen zeeen poosje geslapen had, hoorde
ze een zacht trillend geluidje, nu eens
bij haar eene dan weer b|j haar andere
oortje. En een stemmetje zei: Mieke,
wou je graag elfjes zien elfjes met gazen
wiekjes. Doe dan je oogjes open en 8a
mee met mij 1<
Mieke ontwaakte en zag vlak bij baar
een snoezig vogeltje zitten, dat haar met
verstandige oogjes aankeek en met de
vleugeltjes klapte alsof bet wilde zeggen
Volg me maar.« Mieke stond op en bet
vogeltje vloog een eindje verder naar
een rietboscl
aan den oever van bet
beekje. Hier ging het weer zitten en zong
een zacht trillend liedje. Mieke
ook zitten, terwijl ze zich af vroegl
de elfjes hier zouden komen. Ze Keek
om zich heen en... wat zag ze daar tus-
schen het riet Ademloos keek Mieke
naar de wonderlijke, kleine vlugge we'
zentjes, die daar danBten met uitge
spreide vleugeltjes. En die vleugeltjes
waren het mooiste, wat Mieke ooit gezien
had. Ze schenen gemaakt van het fijnste,
dunne glas en de zon liet ze glanzen in
groen, blauw en goud. Ongelooflijk vlug
trilden die ragfijne wiekjes, terwijl de
slanke lijfjes dansten van de eene riet
stengel naar de andere. Als een van de
wezentjes een oogenblik ging zitten, dan
bleven de wiekjes trillen in de warme
lucht.
Mieke genoot en bleef doodstil zitten,
om de mooie teere schepseltjes niet te
verschrikken. Doch eindelijk vlogen ze
alle tegelijk op en uIb een prachtig glan
zend wolkje verdwenen ze naar den
overkant van het beekje. Een poosje
wachtte Mieke nog, maar de elfjes ver
schenen niet weer. Toen holde ze naar
Oma en vertelde haar opgewonden, wat
ze gezien had. Oma glimlachte en zei
'Je zult libellen of waterjuffers gezien
hebben, kindje.'
Mieke schudde haar hoofdje echter en
antwoordde: »0, nee Oma. Die naam ls
lang niet mooi genoeg voor die beeldig"
heidjes. Ik weet niets mooiers te be
denken en lk zal ze altijd mijn 'Zomer
dag-elfjes noemen
Vijver met Palmen.
B.
Dit model was van grijs satin de luxe,
met dezelfde zijde ln perlgrijs gegarneerd,
terwijl de japon Juist in omgekeerde volg
Corry Brens.
wswsmsm