NATUUR EN TECHNIEK OP VACANTIE-REIS IN HET BUITENLAND. S' Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 20 AUG. 1927. HET MUISJE DAT EEN STAARTJE HAD. Uitgekomen waarzegging. „En zooals ik U zei, mijnheer, zie ik vlak bij uw gelukskaart een klein diertje met een langen staart. „Een muisje waarschijnlijk," onderbrak Kees Schuurman het vrouwspersoon, het- welk in de gedaante van „koopvrouw in kantoorbenoodigdheden" hem had overge haald, zich de toekomst te laten ont sluieren. „'t Kan ook een rat zijn," sprak „het" nadrukkelijk. „Natuurlijk", natuurlijk," zei Kees mee gaand. „maar dat zal wel geen verschil uitmaken," en daar hij iemand de stoep van zijn kantoor zag opgaan, betaalde hft haastig de bedongen gulden en verdween achter zijn lessenaar. Kees Schuurman was verliefd, het woord is heusch niet sterk, op een meisje natuur lijk, maar dan ook op een meisje, dat bui tengewoon lief en mooi was. Dat ze lief was, zag men aan de hel dere blauwe oogen, aan het glanzende krullende haar, aan het oolftke mondje, waar lichte spot om school. Dat ze mooi was, zag men in één oog opslag. En het droevige was, dat ze Kees, die zijn kamers had in hetzelfde pension, het welk zij met haar zonnige aanwezigheid zegende, nog nooit anders dan „op een afstand" behandeld had en hij zulks in het geheel niet verdiende. Hij had zijn groote lichte voorkamer aan haar afgestaan, voor een op het Noorden, alleen omdat zij de zijne zoo gezellig vond. 's Morgens liep hij op zijn teenen voorbij haar slaapkamer, om haar vooral niet te wekken, enoh, hij deed zooveel om het haar naar den zin te maken. Haar dank uitte zich echter niet warmer dan: ,Jk ben U zeer verplicht, mijnheer Schuurman," en dan ontweek ze zijn blik ook nog. Kees was heusch een beetje hopeloos ge worden en onder het naar huls gaan peins de hij, zooals altijd, vruchteloos, hoe hij toch nader tot zijn doel zou geraken. Hij bemerkte niets van het schitterende lente weer, van den helderen blauwen hemel, niets van de opgewekte mensehen, die hij voorbij snelde, hij moest zich haasten, wilde hij vanuit den sigarenwinkel aan den overkant, haar geheele aantrekkelijke persoonlijkheid op zijn gemak zien voor bijgaan. Aanvankelijk ontmoette hij haar toeval lig op de stoep maar de laatste maal had zij zich geërgerd afgewend en daarom was dat de laatste maal gebleven. Dus snelde Kees voort, als iemand, die alleen een einddoel ziet en er stormachtig op afgaat. In den winkel van den praatgragen si garenman hoorde hij, dat het prachtig weer was mi meer dingen, welke hij met klem beaamde. Totdat de vraag, „of de juffrouw, die bij hem in pension was, soms ziek was," hem met een schok weer in die werkelijkheid plaatste. „Ziek?" vroeg hij met een achteloos air, „hoezoo? oh, dat weet ik niet, U begrijpt, hk hen van 's morgens al weg. Dag meneer Ouderman." Kees snélde den winkel uit de straat over naar huis, klom ijlings de trap op en stond een oogenblik voor haar deur, die even aanstond. Plotseling ging deze open, en „zij" stond voor hem, mooier en liever dan ooit te voren. „Mijnheer Schuurman, wat scheelt er aan?, U kijkt zoo verschrikt," zong haar stem. W as het Kees Schuurman die antwoord de, wiens stem met beheerschte onrust uit bracht „Neemt U mij niet kwalijk juffrouw, maar ik zag een muis uw kamer binnen vliegen." „Oh!".de kreet was vol angst en de ontsteltenis op het lieve gezichtje was zoo buitengewoon aanbiddellijk, dat Kees er op liet volgen: „Misschien was het wel een rat, lk weet het niet, het vloog langs mij heen, bij U binnen." „Oh.oh. Kees wendde, met den wil van een sterk mensch, de oogen af en vroeg of hft haar van dienst kon zijn. „Ach als U even mevrouw zoudt willen roepen.maar ik ga zelf even!" Kees vond dat het laatste geen tegen bevel van het eerste inhield en zoo ge- beurde het, dat zij samen de gang door liepen en aan de deur klopten van de dame, wier moederlijke zorgen zich over zooveel lieflijkheid en hopeloosheid uitstrekte. Op het kloppen opende mevrouw de deur en Kees liet de geagiteerde aange bedene langs zich naar binnen gaan, zelf bleef hij in de deuropening staan en wachtte at „O mevrouw, er is een muis in mijn ka mer," bracht Truus de Wilde, zoo was de onvergetelijke naam van haar, uit. „Ik vind het heusch verschrikkelijk, lk ben niets banger dan voor een muls en het kan zelfs wel een rat zijn, zegt mijnheer Schuurman!" Mevrouw sprak bedarend: „We zullen een val plaatsen, me dunkt, morgenoch tend zullen we de kleine deugniet wel ge vangen hebben." „O Ja, dat is 'n idee, maar ik durf voor geen geld vanavond in mijn kamer, geluk kig is m]jn slaapkamer dichtl" „Welnu," sprak mevrouw vriendelijk, „het zal mij een groot genoegen doen, wanneer U den avond bij mij wilt door brengen." „O, dat wil ik graag doen, en ik dank U voor Uw vriendelijkheid." Kees stond nog altijd in de deuropening en hoopte en vreesde. „Mijnheer heeft misschien ook zin een kopje thee bij mij te drinken?" „Heel graag," antwoordde Kees vol maakt kalm. Die avond was een onvergetelijke. Me vrouw, weduwe van een zee-officier had veel gereisd en bezat een album vol kiek jes uit alle deelon van de wereld. Zij had een aller-prettigst# manier haar jeugdige gasten aan 't praten te krijgen en Kees kwam dien avond te weten, dat de ouders van Truus sinds lang overleden waren en zij redactrice was aan een damesblad. De avond verliep allergenoeglijkst en hieldi een belofte in voor een volgende visite. De dag daarop werd de val geïnspeo- teerd en scheen geen muigje te hebben' kunnen verschalken. De heele week bleef men wachten op het beestje, dat verstan diger bleek; en al die avonden bracht Truus door bft mevrouw, wat voor beiden een prettige voortzetting was van de eer ste kennismaking. Kees, die al een kleine drie jaar in pen sion was bij mevrouw en als kind des hui zes werd behandeld, kwam wel eens even aanwippen en vooral de laatste dagen was dit terloopsche bezoekje uitgesponnen tot een bezoek. Het was Zaterdagmiddag. Truus had van mevrouw toestemming gekregen wat in den tuin te gaan zitten en daar een dankbaar gebruik van ma kend, had zij het zich met een boek en een luien stoel gemakkelijk gemaakt. Maar zé had geen zin in lezen nu, het was zulk verrukkelijk weer, de hemel was zoo blauw en de kastanjeboom, waaronder zij zat, stak feestelijk zijn witte kaarsen in de lucht. Heerlijk was het zoo te droomen, de muren en huizen weg te denken, en daar voor sappige groene weiden, met die leuke torenspitsjes aan den horizon. .En dat er een groot, sterk iemand zich over haar heen zou buigen en zijn arm beschermend om haar heen zou slaan.Ze had de oogen gesloten, doch verschrikt sloeg ze de oogleden op, toen ze een donkere schaduw over zich heen- voelde. Zij zag in het ontroerde gelaat van Kees Schuurman, die zioh vol teeder- held over haar heengebogen had. ,Jk dacht dat U sliep," stotterde hij, on verschillig pogende te kijken. „Ik wou U voorstellen mee te gaan roeien, ik heb een heel aardige boot en het is zulk een prach tig weer." Zij lachte in-eens hel-op, doch keek snel beschaamd en blozend voor zich, dan hem met een blik aanziend, die hem deed ju belen, zei ze: „Ik wil heel graag gaan roeien, ik ben binnen een kwartiertje ge reed," en nagestaard door Kees, wiens hart niet bedaren wilde, snelde zi) naar binnen. Zij hadden „aangelegd" en waren aan land gesprongen; zij eenigszins verward door de warme teedere blikken, waarmede Kees haar ruimschoots bedeelde. Hij was vastbesloten. Toen hij haar lang begeerde belofte had en zij droomerig tegen hem aangeleund, zoo veilig in zijn sterken arm naar hem opkeek, zag zij zijn oogen tintelen van snaakschheid, „Zeg, meisje-mijn," fluisterde hij, „waar om zou mevrouw toch geen poes genomen hebben, om dat muisje, je weet wel van toen, te vangen?" „Mevrouw heeft natuurlijk aan haar sijsje gedacht." „Maar waarom heb jij het dan niet voor- I gesteld, Truusje-lief?" „Ik, wel, ik heb natuurlijk aau dat arme muisje gedacht, zoo'n gewelddadige dood! Maar," mi Truus keek Kees een oogen blik doordringend aan, terwijl haar mond hoeken trilden, „maar waarom heb jij dat niet gezegd, Kees, deedt jij het ook terwille van het muisje?.' Maar Kets bleef onverstoorbaar en sprak: „Terwille van het staartje van het lieve dier, heb ik een val geprefereerd 11" j EEN ELECTRISCHE LOODS. Een Duitache uitvinding. Gedurende den oorlog bedachten de Duitschers een zeer eenvoudige methode om hun eigen schepen veilig door hun mij nenveld in de havens te loodsen. De En- gelschen kwamen er na eenlgen tijd ach ter en later pasten ook de Amerikanen ze toe. Die methode bestaat in het leggen van een kabel in die veilige vaargeul. Die kabel is aan de eene zijde verbonden met een krachtige wisselstroommachine, die er de afwisselende sterke stroomstooben in zendt, welke op gevoelige in expres daar voor gebouwde instrumenten een inducee- rende werking uitoefenen, zoodat bedoelde toestellen met zekerheid aanwijzen, wan neer zij in de buurt zijn van dien kabel en door de maximale werking, dat zij er recht boven staan. De kapiteins der Engelsche schepen leerden zoo op deze electrische seinen ver trouwen, dat zij met volle kracht stoomen- de dé geul konden volgen. Er zijn kabels gelegd voor dit doel tot 100 K.M. lengte toe en ze worden nu in vredestijd gebruikt voor het veilig in- en uitbrengen der schepen. De haven van Portsmouth heeft er een voor de binnen komende en een voor de uitgaande sche pen. Deze kabel is echter niet dag en nacht in gebruik, doch wordt eerst onder stroom gebracht, als de electrische cen trale, die den stroom levert een draadloos telegram heeft gekregen hoe laat en hoe lang een schip van deze loodsinriohtlng wenscht gebruik te maken. Doordat die kabels in kaart zijn ge bracht, kan een schip, dat zijn eigen vaart natuurlijk precies kan regelen, ook steeds bepalen, op welk punt van de vaargeul het zich eigenlijk bevindt, zoodat zelfs bij mist en in den nacht met vrij groote snel heid in- en uitgevaren kan worden. De verzekeringsmaatschappijen wijden hare speciale aandacht aan deze nieuwe metho de, daar ze het veilig binnenkomen der schepen in moeilijke havens zeer kan be vorderen, terwijl de installatie- en be drijfskosten zeer laag zijn, in vergelijking met de schade, die ontstaat, als een groot zeeschip vergaat of zware averij beloopt. Het is niet al te moeilijk om de schepen, die van dien kabel gebruik maken ervoer te laten betalen, terwijl het zelfs mogelijk Is, dat de verzekeringsmaatschappijen, die zee-verzekeringen sluiten, dergelijke sta tions zonder eenige betaling beschikbaar stellen. FEUILLETON Naar het Zuiden. Vol van het geuotene in het Beroer Oberland gaan we nu naar het Zuiden met de beroemde Lötschbergbaan. We genieten telkens meeekepend schoons uitzichten; het heerlijke land neemt ons op alsof hei ons niet meer wil loslaten. Gansch in de diepte zien we de Blaueee, dat aardige niiiSatiuurmeertje; de koremvekiéD in de dalen iftken ais even zoovele lappen op een veelvuldig verstelde pantalon. Het gaat de hoogte in met een vaart, die alleen een electrische locomotief zioh op zoo'n helling kan veroorloven. Waarde neisgenooten, even attentie voor dit heerschap, met z'n levensdraad vlak boven) Z'n metalen boddy; hij staat voor niets, en rustig als een ren tenier trekt hij ons over diien wonderbaar- £en ijzeren weg, dit knappe stuk inge- urskunst; trekt hij ons door den .tunnel in het hart van. dé Alpenwéreld; voert hij ons over verheven landschappen, die nooit uit onze heugenis zullen gaan. Te Brig. stappen wij over in het kleine treintje, dat ons naar Zermatt voert door hreede valleien), die allengs overgaan in enge kloven. Dat sterk bruisende riviertje, dat telkens kreten van' bewondering uitlokt, is de Visp. Het is zoo nu en dan een zwaar stukje werk voor ons looomotiefje, welks witte stoomwolken bij wijze van herinne ring eenigen1 tijd blijven hangen langs de bergwanden met hun tallooze afdruipende watervallen In Zermatt maken wft gedurende eenige dagen eerst kleine uitstapjes, teneinde ons voor te bereiden op den belangrijksten tocht Dokter X, sprak met een patiënt, een koopman, wiens zaken niet ai te best ston- j den. —Vooral moet ik U volkomen rust aan bevelen: geen zorgen, geen bemoeiingen. Een uitstekend recept, dokter. Maar bi) welken apotheker moet ik het laten klaar maken? naar den Goi nergrat, waar wij in het Kulmhotel zullen overnachten. Het is eerst ■til Ld het steil klimmende bergtreLnUe»uug zoo kort geleden Europa's eerste mi- maar spoedig komen de uitroepen van ver rukking over de gigantische bergwereld aan bedde zijden! Steeds duizelingwekkender wordt de diepte; de forsohe wouden van ptijnboomen, die zich aan die rotsen vast klemmen, beginnen nu geheel op te hou der;, de sneeuwtoppen in onverwelkbare majesteit domineeren thans. Eindelijk zijn we op het punt waar „geen land meer bo ven ia". Het ia moeilijk onze verrukking meester te Wijven in dien wingerd van bergkammen en ftsplateaux. Die zondvloed van vragen, hoe die tachtig sneeuwtoppen wel heetem, is heviger dam de aneeuiwla- wlnea, die nu en dan worden vernomen. Onze fotografen hebben hier een passenden achtergrond; onze pose tegenover die be sneeuwde berggevaarten en gapende af gronden krijgt een vleugje van heroïsme. iDen volgenden dag, die ons eerst den prachtigen zonsopgang brengt, besteden wft voor den terugtocht te voet Wft. dalen af met het gevoel van hemelbestormers, langs een pad met gletsohers ais randver siering, en met een onvolprezen udtizicht over het daL „Geen al te elastische tred bft het afdalenl, waarde lezer, anders bekomt de lange bergwandeling U wellicht minder goed in déze ijle lucht". Op dén terugtocht worden waarlijk plannen gesmeed1 om, niet tegenstaande onze late thuiskomst, aan den avond nog een verlengstuk je te zetten in den vorm van een gezellig samenzijn, waar in dé gedachten nog eens zuilen gaan' over dezen gedenikwaardigen dag. Naar Italië. Wft verlaten nu Zermatt en door den Simp Ion-tunnel bereiken wft Italiaansch grondlgebied; wft bemerken dit terstond aan kleinigheden, b.v. aan het groote kleurige regenscherm, dat de landman aan een. ban delier over de sohoudörs draagt. In Domo- dosBola stappen wft over op de niéuwe Qentovalli-J'ftn, die ons voert langs „den weg der honderd valleien". Wanneer wij weer op Zwitsersch gebied komen, zijn wft spoedig in Locarno, het vredesoord, waar nieters zich zoowel in de internationale politiek ais op het Lago Maggiore vermei den. Locarno valt over het algemeen zeer in den Hoüaudschen smaak, en wft gevoelen ook, dat wft er gaarne geziene gasten zftn. Natuurlijk gaan wft hier in het meer baden, waarbft ook merkwaardig veel dames de rol van de bekende Suzanna willen vervullen. De autotocht over de Monte Oéneri en de vaart over het meer van Lugano zftn impo sant, en vooral ook de nadering van Lugano, een stad van Italiaansch karakter, vol zon licht en schoonheid, met een betooverenld schoone ligging aan een watervlakte van ongewoon blauwe kleur, die omzoomd ia met palmengazons, en waarop schuitjes met kleine paviljoentjes zich wiegelen Hier ia de Zuideiftke sfeer, in een vriendelijk meer met bergen omkranst, werkelijkheid gewor den Er worden hier interessante studies gemaakt, en voor wieni de oogen niet in den zak heeft, ia het duidelijk, dot de schoon heid hier zich niet tot dé natuur alléén be paalt. Wamt de licht voor indrukken vat baren, die zich 's avonds over het meer naar de wftbkeidérs van Oaprimo laten bren gen Caprino, waar de schuimende Asti zoo uitstekend smaakt en waar „Santa Lucia" zoo diep ontroerend klinkt schen ken diepe aandacht aan1 die donkere kopjes, met vurige groote oogen, ringen als oor bellen en een rooden hoofddoek. Het avon tuurlijke zit nu eenmaal in dén toerist zelfs op een gezelschapsreds. Door den Gotthard terug. Van Lugano gaat het voor het eerst weer naar het Noorden, met de Gotthard-baan. We passeeren onzen derden grooten tun nel, dien door den SL Gotthard. Hoewel een tunnel niet ais waschgoed krimpt, heeft de eleotrische beweegkracht in de practische toepassing dit resultaat bereikt: de Gofct- band-tunnel is korter geworden. En dan komt het wonderlijk reisavontuur vam de Gothard-baan met het kerkje Wassen. Eerst zien we het diep in het dal wegge zonken, maar naarmate de trein in gewel dige spiralen naar benedén rent, verschijnt LIEDJE VAN DE WEEK. hét kerkje steeds hooger, dan rechts en dan weer links totdat hei tenslotte triom fantelijk met ons op gelijke hoogte is ge komen. In Flüeleni bereiken wft het Vierwoud- stedénimeer, het Eden van de pleizierreizi gers. Wft gaan nu een stevigen) wandeltocht ondernemen, langs dé beroemde Axen- atraase, die de meest verrassende uitzichten over het meen biedt. Deze bizarre nabuur- schoonheid) maakt het ons begrijpelijk, hoe de Teil-sage ontstond, die ons dn die herinne ring wordt gebracht ala wft naar de Telis- kapeile afdalen. Wft marcheeren achter een troepje Zwitsers, stoere figuren met zware bepakking op dén rug, die hun marech- tómpo door hun liedéren aangeven. En wanneer een onzer zegt: „Even uitblazen!", dan drinken wft den landwftn in een een voudig herbergje, waar de Zwitsers, van nature teruggetrokken en bescheiden; des avonds hun eigen genoegens beleven; en waar dan- het klaaglied van de klarinet het tegen eenige andere, even misnoegde blaas instrumenten, moet uithouden. We steken een bouquetje Edelweiss in het knoopsgat, en wanneer we een adelaar langzaam zien rondcirkelen; behoeven we dien ditmaal' niet voor een sperwer te houden! lm Brunnen stappen we op een boot en behoeven tijdens den vaartocht slechts telkens het hoofd te wenden om vani dé steeds afwisselende ge zichten beide zijden van dé watervlakte te genieten. Nieuwe bergen komen ons hier ln machtige grootheid tegemoet; dé Rigl en de Piiatus geven ons overweldigende in drukken. Een bootreis over het Vierwoud- atedenmeer blijft altijd een van de aardigste tochtjes, die mom kan ondernemen; merk waardig blftft altftd: het passeeren van twee booten, als dé passagiers elkander door het wuiven van zakdoeken teekenen van onder linge hoogachting aanbieden. Halstoe. Cadeautjes. Wft komen nu te Luzern, waar we kuie ren langs de promenade met het oosmopo- ütiache publiek. Nu de thuisreis in het zicht is, begint een kleine dwaaltocht langs de Tob Nooit Hoekje. ZONLICHT IN U. De roos stond bedauwd. Met parels vergrauwd. Maar toen de zon ging schijnen Werden ze tot robijnen. Frledrloh Ruckert In het leven des mensohen komt het zeer dikwijls voor, dat de omstandigheden zftn bestaan vergrauwen en somber ma ken. Zwaar drukken zft op ons en lichtloos en somber sohftnt ons het leven, waarin wft eens behagen schepten. Dit komt, om dat wft onszelf door die omstandigheden laten neerslaan en wft van binnen somber en lichtloos blftven, dat wft de kleur aan nemen van het aschgrauwe lot, dat tijde lijk op ons rust. De grftsgrauwe dauw parels, die 's morgens vroeg nog door geen zon beschenen worden, liggen op de don kerroods roos, wier diepe donkere tint ze nog meer versombert, maar als de zon de kim is ontstegen en haar stralen over de velden en heiden uitgiet, dan wordt de grijze dauwdropparel tot een fonkelend ro bijn. Er hangt zooveel af van de wftze, waar op wft ons leed weten te dragen. Wie smart ondervindt en zich aan de smart overgeeft, zal ten slotte versmarten: zal rioor de smarten tonronder gaan. Maar hij, die wanneer leed en verdriet hem om- grauwen, zftn innerlijk licht door de ne vels der smart, die hem omwolken tracht te doen heenspichten, zal door de droef heidswolken heen het licht van een vroo- lijker leven daarbuiten zien stralen. Hft zal getroost zftn, omdat hft weet, dut een maal de nevels zullen optrekken en het leven om hem heen weer lachen zal ge- lftk weleer. Laten wft toch nooit den moed verliezen, laten wft tooh bedenken, dat ons geheele leven een korte spanne tflds is in het licht der eeuwigheid mi dat daarin ons leed ook slechts een zeer korten tftd duurt. Wft mo gen dien korten tftd door noodeloos tobben niet verlengen, maar moeten woekeren in ons leven met de levensblijheid, die ons van nature is ingeschapen, waardoor wft de somberheid kunnen doen verdwijnen. Dr. JOa DE OOOK. Mevr. J. te H. Zeker kunnen wft ons voorstellen, dat U ongerust wordt, nu uw zoontje weer bleef zitten. Als zoo'n gesuk kel al op de lagere school begint, zouden wft U adviseeren tijdig raad te schaffen. Nog is niets verforen. Probeer U het eens met een andere leermethode, bftv. Monte- sorL In zftn gewone doen, is hft volgens Uw schrijven niet dom. Welnu, dan is er ook wel iets van te maken. U moet maar denken, dat niet altftd een nummer een van de klas het 't verst brengt ln de we reld. Dat hft dlkwftla absent Is met ge dachten wil In het geheel niet zeggen, dat hft heelemaal niet denkt. U moet den Jon en eens veel en nauwkeurig gade slaan. ft moet hem in ieder geval op een andere school doen, daar verandering dikwijls gun stig kan werken. Nooit moet gft hem zeg gen, dat hft dom is, integendeel prent gij hem in, dat gft zeker weet, dat ook hft, die moeilijke lessen zal leeren. Zelfvertrouwen is iets, wat die kleine baas noodig heeft Geen afkammerft dus, maar steeds hem moed inspreken en uw tevredenheid be tuigen bft iedere kleine overwinning, psychologische medewerker Dr. Jos. de Voor de lezers van ons blad geeft onze Oock, Van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage, gmtis zielkundige adviezen o. m. over de wft re, waarop zft hun geest kunnen ver- friaschen en hun wilskracht en energie kunnen verstemen. De vragen zullen in dit blad geregeld worden behandeld. Mochten de beantwoor dingen te uitvoerig worden, dan direct schriftelijk aan de aanvragers. Aan onderstaande personen is persoon lijk antwoord gezonden, aangezien de be antwoording te uitvoerig was voor plaat sing in dit blad. G. 8. te H.; Winkelier te H.; D. J. te H.; Mej. G. te H.; Mevr. M. te N.; P. D. te N winkelramen. O, die cadeautjes! Hoevele verborgen en teedere overwegingen bepa len hier de keuzei Hoe wondt er onder het vrouwelijk element gebloosd als er op wordt gezinspeeld, dat dé gekochte cadeautjes blijkbaar voor een „hij" bestemd zijnl In den namiddag gaan we met de kabel baan naar de Uütech, een fraai terras hoog boven Luaern, waar een strijkje zoete melo dieën speelt. De bergen! rondom zich in mooie lijnen; en in den kleurentoon van het landschap komt dat verzadigd purper, met azuur vermengd, dat gaat domineeren in deze landouwen; op dit uur van afscheid, waarin zooals Daote zegt: te het hart het heimwee opstuwt. En hier leggen wü de plechtige belofte te het hart af, dat wij zul- iun terugkomen n*""1 deze innemende om geving, waarvan het niet gemakkelijk is zich los te maken. Het gaat nu gedecideerd huistoe, om dit maal is Bazel het 'begin van het einde. Een pakje „LeckerlT vormt een der laatste in- koopen, voordat de reiskussenltjes weer tot barstens toe worden) opgeblazen en de kamergymnastiek begint om alle bagage in de daarvoor bestemde netten te persen. Snel gaat nu de terugreis, en opgetogen, volstrekt niét vermoeid, komen we als nieu we wereldburgers in» heit vaderland terug. In Roosendaal vindt het eerste afscheid1 plaats waarvan1 de weemoed! tot een mi nimum herleid wordt door de belofte van een spoedig weerzien. We zftn weer In Nederland terug, waarde lezers, onze gezellige reis is hiermede ten einde. Maar wanneer, U later nog eens uw herinnering terugroept die schitteren sneeuwalpen, die prachtige meren en bos- schen, die heerlijke vaar- en wandeltochten dan zult U weer opnieuw onder den in druk komen van de groote romantiek van het bergland en uitjubelen: tot wederziensl Gillek auf! EENDE. 't Jutte rtje 291. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). B. „ITobatum esT. DE MULDER. De wind waait atevig uit het Wat, Dat lijkt den mulder opperbest Het knerpen van den rwaren as, Dat brengt de -duiten in zijn kas. Wanneer het door de zeilen fluit Galmt hij de dolste deuntjes uit Komt straks de wind van d' anderen kant. De kap gehoorzaamt aan zijn hand. En 't ronst en gonst en ronkt en rilt Zoodat de heele molen trih. Waait ook de wind uit Oost en Zuid, Hij galmt de dolste deuntjes uit Maar alt de wieken stijf en strak Verstarren boven 't rieten dak, En ala geen wolkje boven 't veld Het einde van de stilte meldt. Dan glundert en dan glanst de guit, En galmt de dolste deuntjes uit Hij boent zich en hg wascht en plaat 't Bebloemde vest komt uit de kast De schoenen met verlakte punt, Waarin je zoo je apieglen kunt.... Hij galmt de dolste deuntjes uit, Denkt aan zftn kleine blonde bruid. G. H. PRIEM.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 7