Reisbrieven uit de Tsjecho-Siowaaksche Republiek. IL 1D© geboorte van deni Tsjech »-Slowa ak- schen Staat in zijn tcgenwoordigeni vorm ia moeilijk geweest. Zij kan gezegd worden gedurende den oorlog te zijn reeds tegen Rusland toondenl de Tsj legioenen, dat zij1 zioh niet langer Lieten ge bruiken ten bate van het centrale bestuur der Donau-monarchie, dat met hun rechten, hun vrijheden in den oorlog minder nog d'an tevoren rekening hield. De uit het land uitgeweken leiders van de herleving van het Tsjechisch zelfbewustzijn, vormden een nationalen Raad, te Parijs zetelend, die contact verkreeg met de Tsjechische legioe nen, welke door den toèmmaligen Russi- schen bondgenoot geenszins naar waarde werden 'behandeld en gewaardeerd. Masaryk, reeds toen de aanvoerder der beweging voor de Tsjechische onafhankelijkheid, heelt van zijn Amerikaamscbe relaties hij was getrouwud met een Amerikaansche vrouw, die gedurende den oorlog moedig in Praag verblijf bleef houden, maar haar al te groote inspanning met een lijden,.dat vroeg tijdig eem einde aan haar leven maakte, moest bekoopen gebruik gemaakt; is daarheen vertrokken en vond Wiison bereid aan zijta, vertoogen en inzichten een open oor te schenken- Men mag aannemen, dat bij het uitbreken van den oorlog de leiders der Tsjechische beweging bereid waren ge weest genoegen te nemen met eene hervor ming van de Donaumonarohie in den zuiver federalistlschen Staat, waarin Bohemen ge- stem zou hebben gehad als Hongarije, ir al spoedig leerden de oorlogservarin- n zelfs aan de minst radicalen onder hem t een dergelijke hervorming niet vol doende zou z(jn; dat men, willens of on willens, moest streven naar een algeheele losmaking van Oostenrljk-Hongarlje. Men. mag dan ook Masaryk's invloed aannemen1 op het antwoord, dat Wiison heeft gegeven aan het afzonderlijk Oostenrijksche vredes aanbod, dat een dergelijke federalistische omvorming van de Donau-monarchie, over welke omvorming de verschillende landen niet waren geraadpleegd, in uitzicht stelde. Amerika is dan ook het eerste land geweest, dat officieel den. nieuwen Tsjecho-Slowaak- schen Staat heeft erkend, en Amerlkaan- sohe soldaten waren de eerste, die aan Maearyki in zijn hotel te New-York eerbe wijzen verleerden! Tsjecho-Slowakije, gelijk het thans is samengesteld, heeft een oppervlakte van 140-852 K.M.', waarvan Bohemen ruim 50.000, Moravië 22.600, Sllezië 4A00, Slo wakije bijna 40.000 en Karpathen-Rusland ruim 12.600 KM.' inneemt. Dit gebied om vat 1.4 van de totaal oppervlakte van het Europeesche contingent, maar 21 van den omvang der voormalige Donaumonar ohie. De vorm van het Tsjecho-Siowaaksche land Is een uit militair oogpunt niet voor- deelige; immers, die vorm is een lang- ■Ü0 van het Weaten naar het Oosten. uiterste West- en Oostpunten zijn om trent 050 KJkl. van elkander verwijderd; op zijn breedst ia Bohemen 280 K7M., terwijl het smalste gedeelte van den Tajecho-ölo- waaksohen Staat, dat in KarpethousRualand wordrt aangetroffen, slechts 72 K.M. Is. De ersailies en grenzen door gebergten i in het Noorden en Noord grenzen van Tsjecho-Slowakhe zijn gesteld bij de traotaten van Yersfülh van Sk Qermain, terwijl afzonderlijke trao taten met Polen en Roemenië de grenzen Jegens deze belde landen hebben afgeba kend. Tajecho-Siowakije wordt aan ver schillende deser omsloten. Daar Is Westen van Bohemen het Reuzengebergte met verschillende uitloopers, dat Tgfecho- Blowakije van DuitschJand; daar ls het eenzame majestueuze Tatragebargto, onder deel van den keten der Karpathen, dat het van Polen en Roemenië scheidt. Daar is het Doheemsohe Woud In het Zuid, dat het van Beleren en het Ertsgebergte, dat het, aan den Sakaischen kant, opnieuw van Duitech- land scheldt. Daar zijn de gebergten^ die Bohemen en Moraviö onderling soheilden, en daar ia, om van kleinere bergruggen niet te spreken, het Boheemsohe (Middenge- bergte, dat, evenwijdig loopend mei het Ertsgebergte, het Zuid-Westen van 'het meer Noordelijk gelegen gedeelte van Bo hemen scheidt. Deze verschillende geberg ten verleenen niet alleen aan het Boheem- sche landschap een uiterst belangwekkend karakter; maken het niet alleen voor den toerist een genoegen daar rond te dwalen, maar hebben het in een in het algemeen aan ertsen en mineralen rijken bodem ook gelegenheid tot rijke ontwikkeling gegeven. Niet minder dan een vjjiftal rivieren van beteekenüs doorstroomen Bohemen; de Elbe, die in het Boheemsche gedeelte van het Reuzengebergte ontspringt; de Moldau, dlie aan het Boheemsche woud haar ontstaan dankt; de March, de Oder en tenslotte de Donau, die van Presburg af over een af stand van niet minder dan 200 KjM. de Zuidgrens van Tsjecho-Slowakij© vormt, voor een klein deed jegens Oostenrijk, voor een grooter deel jegens Hongarije. Reeds geographisch kan Tsjecho-fllowakije een rijk land worden gerekend, dat bronnen tot grooter ontwikkeling in zich bergt. Daartegenover mag niet uit het oog worden verloren, dat uit een oogpunt van bevolkingspolitiek Tsjeoho-Slowakije moeilijkheden in zich bergt. Immers van de totaal bijna 14 millioen inwoners, die het land telt, behooren er ongeveer 9 mil lioen tot de Tsjechen en Slowaken, ter wijl de Duitsche minderheid op ruim 3 millioen; de Magyaarsche minderheid op een kleine 800.000 moet worden geschat, en de Roethenen, Joden en Polen bevol kingen van ongeveer 460.000, 180.000 en 76.000 kennen. Dit brengt met zich, dat de Tsjechen bijna 481/», de Slowaken 16, de Duitschers 22*/«, de Magyaren 61/», de Russen 81/*, de Joden 1,81 en de Polen 0,56 pet van de TBjeotfo-Slowaaksche be volking uitmaken. Cijfers, die er wel op duiden, Att men, spottende met histori sche en andere overleveringen, de landen, die thans Tsjeoho-Slowakije vormen, in den loop der eeuwen heeft bevolkt met uiteenloopende volksstammen, Tsjeoho- Slowakije zoowel als Polen en Yougo- Slavië heeft dan ook met de groote Mo gendheden te Versailles een tractaat ge sloten, waarbij besoherming der minder heden wordt toegezegd. Die nationale minderheden bestonden in het voormalig Oostenrtjksch grondgebied Bohemen evenzeer als zij thans in het onafhankelijk Tsjecho-Slowakjje bestaan; de zaak is al leen deze, dat thans de rollen tusschen beide partijen zijn omgekeerd, hetgeon wel meer dan eens door de partij, die thans de minderheid vormt, wordt ver geten. Wellicht wordt dit in de hand ge werkt door het feit, dat vooral de Duit sche minderheid in Bohemen niet ver spreid is geheel het land door, maar af zonderlijke gebiedsgedeelten vormt, waar in zij, èn wat de taal èn wat het voorko men betreft, overheerschend is. Zoo zal wel niemand ontkennen, dat de omge ving om en nabij het interessante Rei- chenberg een Duitsch karakter vertoont; zoo zal niemand hetzelfde ontkennen ten aanzien van de plaatsen in de vlakte van het' Ertsgebergte met name de bekende Boheemsche badplaatsen Karlsbad, Ma- riënbad, Franzensbad, Teplitz en de nabij behoorende grootere en kleine plaatsen. Te zeggen, dat het minderhedenvraagstuk in Tsjecho-Slowakije een afdoende rege ling gevonden heeft, zou onjuist zijn, zou ook niet te gelooven zijn, want zoodanige afdoende regelingen zijn wel op papier, maar niet in de praktijk in slechts een luttel aantal jaren tot stand te brengen. Neen, om dat te hereiken moeten eerst de wederzjjdsche gevoelens tot rust zijn ge bracht; moet de juiste, door de tijden ge- effende vorm zijn gevonden, waarin de wederzijdsohe pretenties kunnen worden opgelost. De cijfers op ziohzelf doen wel zien, dat het in Tsjecho-Slowakije aan na tionale tegenstellingen niet ontbreekt, al mag daartegenover gesteld worden, dat het no'odlge gedaan wordt teneinde deze tegenstellingen te verzachten. Een geluk kige factor is daarbij zeker deze, dat niet meer als in de geschiedenis van Bohe men de godsdienstige scheidingslijn loopt parallel met de politiek. Integendeel reeds in de achttiende eeuw viel te oonstateeren, dat tot de meest Duitsche gezinde ele menten behoorde familiën met een zuiver Boheemsche afkomst, terwijl de Tsjechi sche elschen van onafhankelijkheid meer dan eens zijn ondersteund door vooraan staande persoonlijkheden, wier Duitsche afkomst zich niet liet verloochenen. Zoo is het ook nu nog, en moge dit eenerzljds de politieke strijd, die er ook een is van de nationaliteiten onderling, meer inge wikkeld maken, anderzijds draagt het b«r grljpeltjkerwjjze tot verzachting van de nu eenmaal beataande tegenstellingen bijl Bohemen ls wie cal bet ontkennenP voor en boven alles industrieland. Het draagt dit karakter èn eoonomisch èn his torisch ln zich. Want dezelfde streken, die om en nabil Iielchenberg thans de groot ste spinnerijen, weverijen en andere tex tielondernemingen der wereld bevatten, zijn die, waarin de toen heel wat primitie ver lngeriohte fabrieken werkten, die het eigendom waren van den grooten veld heer Wallenstein en die zooveel tot zijn onmetelijk fortuin bijdroegen. Andere in dustrieën van Bohemen, ook die nabij het Ertsgebergte en nabij het Reuzengeberg te, mogen zioh al niet ln aoo hooge ouder dom kunnen verheugen, toch zijn lerminst nieuw gevestigd te noemen® dan ook de Tsjecho-Siowaaksche onaf hankeNMBM bleekjV tonrijk aanwezige industrie haar verliet Van de bietsuikerindustrie waa dit niet minder dan 92 reeren hoe een geestig vreemdeling, van den kant van Bodenbach, het Duitsch- Tsjechlsch grensstation, naderend het in- dustrierijke Relchenberg, vol verbazing zeide, dat het hier gold een industrie plaats met den hemel tot dak. Inderdaad, zoo ver het oog reikt ziet men hier de fa brieken; in het bijzonder de textielfabrie ken, maar die van glaswaren niet uitge zonderd. Op velerlei gebied is Bohemen's nijverheid specialiteit De betrekkingen met Duitschland, dat een groot afnemer, maar zeker niet minder groot leverancier van Tsjecho-Slowakije is, zijn sedert de eerste jaren van het bestaan aanmerkelijk verbeterd. Men merkt het aan groote en aan kleine dingen. Aan de groote voor zoover aangaat de cijfers van den uitvoer; aan de kleine dat men thans ongestoord hetgeen vijf jaren geleden nog niet volkomen het geval was ook in Praag Duitsch kan spreken en in het Duitsch in lichtingen kan vragen. Inderdaad, wie zou ontkennen, dat Tsjecho-Slowakije en Duitschland gelijke belangen hebben bij monarchie bestemd, voldoende afzetge- lijk gezegden Balkan, maar zij hebben bied te geven. Nadat men daarin slaagde,wellicht nog meer dan het overgebleven vertoonde de balans een saldo, dat op de Yougo-Slavië J>elang bij een stabielen Bal valuta den gunstigst dankbaren invloed De voorraad van Tsjecho-Slowakije is ongetwijfeld te verklaren door zijn gun stige ligging; dóór de omstandigheden, waaronder het land uit den oorlog kwam, maar ook door de bekwaamheid, de nauw gezetheid en de volledige toewijding zij ner eerste regeerders. Tsjecho-Slowakije heeft in de acht jaren der onafhankelijk heid al menig parlementaire crisis door- kantoestand. Gevaren van den Balkan be dreigen èn Roemenië èn Tsjecho-Slowa kije wel het allereerst. De Kleine Entente heeft haar aanvankelijk uitsluitend tegen Hongarije gericht karakter verloren; de dood van Keizer Karei, de even stoutmoe dige als weinig tactvolle laatste telg der Habsburgers heeft daartoe niet weinig bijgedragen. Directe gevaren van de heersohers der Hongaarsche Monarchie behoeft de Kleine Entente niet meer te gemaakt, maar dat neemt niet weg, dat vreezen. Toch blijft zjj samen, blijft zij enkele figuren vooraan zijn gebleven in paraat, omdat ten allen tijde moeiiykhe- op elke internationale conferentie die ge houden wordt. Maar Benesj is bovenal de leider van de z.n. Kleine Entente, het verbond, dat Tsjecho-Slowakije, Roemenië en Yougo-Slavië met elkander hebben kan ln deze omstandigheden niet - gevormd, teneinde verandering In de machtsverhouding op den Balkan te voor komen. Twee der drie leden van de klei ne Entente behooren niet tot den eigen een goede verstandhouding, gelijk über haupt alle landen zich het best bevinden bij onderlinge goede en vredelievende be Het verwonderen ,dat een telling van de be woners van Tsjecho-Slowakije naar de be roepen brengt tot de conclusie, dat ruim V, der bevolking rechtstreeks in nijver heid en handel werkzaam is. Maar dit aantal wordt met ruim 110 pet vermeer derd voor handelszaken, banken en ver keer, waartegenover toch 40 pet. der be volking staat, die in den landbouw werk zaam is. De landbouw speelt dan ook ln Tsjeoho-Slowakije zeker geen onderge schikte rol. Men behoeft het land van West naar Oost maar door te gaan om het waar te nemen. Zeker, de Tsjecho-Slo- dien parlementairen strijd. Rasjin was de Minister van Financiën, die de Tsjecho- Siowaaksche financiën in goede banen leidde; Benesj, de bekwame Minister van Buitenlandsche Zaken, die niet slechts ln het land zelf, maar ook ver daarbuiten vertrouwen verwierf. Benesj is een der vooraanstaande figuren in den Volken bond; een element van groote beteekenis waaksche bovolkin landbouwende, ge i zij al- Toen »Ujkheld kon worden verklaard, dat gemiddeld 80 pot van de lnOoa- den van dien kant kunnen genaken. Benesj Ib de onuitgesproken, maar niette min algemeen erkende leider van deze Kleine Entente en hij heeft de niet ge ringe kunst verstaan om haar tijdig van haar aanvallend karakter te ontdoen en in een defensief Verbond te veranderen. Hij behoort ongetwijfeld tot de meest be langwekkende persooniykhedn, die Euro pa op internationaal gebied thans kent en, waar hij jong Is, en arbeid noch ver moeienis vreest, kan men in de toekomst veel van hem verwachten. Kan ook veel van hem verwachten; kan ook tieke werkzaamheid een vooraanstaande plaats innemen onder de overige Staten van Europa! M. OP EN OM HET BINNENHOF. Oude en nieuwe „lintjes". Ministers van Staat De troon van Buitenzorg. Wat ons wacht is niet bij uitstek een k in de aangrenzende Poolsche, Duitsche en gedeeltelijk ook de Hongaarsche landen wel het geval is. Maar toch neemt het akkerland ruim 40 pot van geheel den bodem in beslag. Daarnevens staat het gebied der wouden met ruim wel een bewijs, dat Tsjecho- Slowakije niet ten onrechte tot de be langrijkste der houtvoortbrengende lan den van Europa, nevens Duitschland en Finland, wordt gerekend. De Boheemsche1 trok het toekennen van ridderorden aan landbouw staat dan ook op in het alge- marante figuren op het terrein van meen hoogen trap en dit mag te meer Kun8t en Wetenschap. Van minister H°.r. s-ï ïf Waszink, - die mevrouw Mann-Bouw- In den avond van 80 Augustus ls los gekomen de gebruikelijke lintjes-regen. In vroeger dagen, in de periode van Koning Willem III, stroomde die re gen op den 18en Februari. In nóg veel vroeger tijdperk (men denke even aan De Genestet's gedicht over den lustlgen Koning van Kokanjel), wero op den dag vóór Sinterklaas uitgedeeld de stroom van officieele onderscheidingen, ter eere van 's Konings geboortedag. Dat was on der Willem H, die den 6en Deoember het lovenslicht had aanschouwd. De lintjesregen van 80 Augustus Jl was niet extra-overvloedig. De aandacht meester voor het officiers-kruis van de Oranje Nassau-Orde voordroeg en de on- kun- ze denkt dat voor den oorlog het grootgrond bezit in Bohemen en Moravlë zeker niet onbekend was. Een groote 200 eigenaren alleen al bezaten ruim 2l/i millioen H.A.1 De grondhervorming, die men spoedig na xri'tsf h""tt 11 m daaraan een einde gemaakt en heeft eon^® 7 S ïl nS» totaal oppervlakte van l'/« millioen HA.. landbouwgebied onder kleine eigenaren w i gebracht De vraag ls nu intusschen deze, Waszink, de oud-burgemeester van of deze verdeeling van grond zal leiden gfffffv1' ®an^ail«e/ van.z«n tot een grooter opleving van den werke- ,flH *rattio- "}aar a' „excluai- 1 ijken landbouw, te meer ia antwoord op vlstlsch" moet worden genoemd - ln deze vraag niet dadelijk te geven, aange- "torren, engen zin, la hem totaliter zien ook hier landbouw en veeteelt nauw samenhangen .Maar dat is wel zeker, en een ieder, die Tsjecho-Slowakije bereist kan het waarnemen: de landbouw speelt daar geen ondergeschikte, geen bijkom- vreemd. We zijn atnds B0 Augustus 1027 twee Ministers van Staat rijker, oud-mlnls- G1#"*1®11» waarop ter Van Karnebeek, en oud-premier dr. gevestigd. Als men t nu eenma, met velen vooralsnog „gezocht" vin den. Ik meen, dat voor senator OoliJn „de kansen" voorloopig nog grooter z^jn Dat mr. Ruys de Beerenbrouok Minis ter van Staat is geworden, moet men op vatten als een volkomen begrijpelijk blijk van hoffelijkheid van den bekwamen en voljjverigen staatsman, die gedurende een reeks van jaren „op de commando brug van Staat" heeft post-gervat. En vervolgens nog moed en lust vond om zich te laten vinden voor de extra- afmattende functie van Tweede Kamer- praeses. De heer Ruys de Beerenbrouck is een te eenvoudig „plichtmenaoh" om verdacht te worden van zucht naar be houd van den Excellentie-titel, welke hem nu wederom en nu voor-goed ls te beurt gevallen. Maar t ls (merk ik even op) wel zeer eigenaardig, dat in Ne derland manpen-van-Staat, die geduren de een reeks van jaren Excellentio wa ren, deze titulatuur verliezen, zoodra zij „ex" zijn geworden. De vloe-president van den Raad van State, om iets te noemen feitelijk toch „de onder-koning des Rijks", waar de Itaad van State onder zeker omstandig heden het Konlklijk gezag waarneemt, mist den Excellentie-titel. Zeker, t betreft hier slechts futiliteiten, waarover figuren va* waarachtigen ernst zich al bitter weinig zullen bekommeren. Toch zijn t Nederlandsche eigenaar digheden, waarop wel eens aandacht ma Ruys de Beerenbrouck, thans „speaker" 2 pot; van de poroeleinny- verheid volle 100 pet en vnn de glasnij- verheid 92 pet, van de handschoenen en de juteindustrie 90 pet, van de ohemlsoha en de katoenindustrie 76 pot; van de bierindustrie 57 pot., van de splritualn- duBtrle 46 pot; terwijl branches van In dustrie als daar z delen, het lecrwer] 3° voor de levensmid- de aohoolbehoeften e.d. tot cijfers van tuaaohen de 60 en 60 pet boekten. Het kan niet verwonderen, dat een der grootste problemen, die de leiders van den Tsjecho-Slowaakscheu Staat bezighielden, daarin was gelegen, dat men zocht naar afzetgebieden voor alle die industrieën. Zij vonden die afzet gebieden vroeger vanzelf in de uitgebrei de markten van het vereenigd Oostenrljk- Hongarlje; die markten werden grooten- deels, zoo niet geheel voor de Tsjecho- Siowaaksche voortbrengselen gesloten, en deze moest zioh op nieuwe afzetgebie den orienteeren. Men ls daarin geslaagd, en dat men resultaten heeft bereikt bin nen betrekkelijk korten tijd, heeft meer dan wat ook bijgedragen tot de saneering van de Tsjecho-Siowaaksche financiën, die zich in den aanvang waarlijk niet zoo gunstig deden aanzien. Daarbij komt, dat Tsjecho-Slowakije is gezegend hetgeen voor een land met dergelijke industrieën ook niet kan ver wonderen met tal van grondstoffen, die van groote waarde zijn. Zoo is er in Tsjecho-Slowakije een groote voorraad van steenkolen en bruinkolen; zoo vindt men er ijzer, mangaan, koper, zink, tin, nikkel en andere metalen, ja zelfs, zij het ook in beperkten omvang, goud en zil ver. Zoo vindt men er wat petroleum en wat zout, zij het ook niet in voldoende hoeveelheid om de naburige Poolsche aanvoeren te kunnen missen. Zoo is er de hop, die de grondstof voor de groote brou werijen de wereldberoemde te Pilzen vooraan levert; zoo zijn er de suiker bieten, die de prachtige nieuwe suikerfa brieken, welke voor die van het nabijge legen Duitschland niet behoeven onder te doen, in beweging stellen; zoo zijn er ver schillende industrieën v. levensmiddelen- producten» die aandacht vragen, terwijl de zeer uitgebreide ijzer-, machine- en tex tielnijverheid heel wat getouwen, en daar door handen in beweging stellen en hou den. Zoo straks komen wij; aan de hand stige rob Men zou Tsjecho-Slowakije in van onw> Tweede Kamer. Men weet, zooverre bijna tot de zeldzame landen!de verheffing van een Nederlander tot de kunnen rekenen, aangezien het door zijn Industrie eenerzljds, door zijn landbouw anderzijds wellicht ln staat ls ziohzelf bij na geheel te helpen. Het zou dan natuur lijk een groot overzohot van uitvoer be houden, maar het zou, wat waarlijk niet aan leder land gegeven ls, althans kun nen leven. Een kenmerk van de Tajecho-Slowaak- ache samenleving ia het demooratlaoh ka hooge eere-posltie van Minister van Staat la „Iets zeer bijzonders". De allereerste sinds het, in Patria, Oranje-boven werd (ln den Jare 1818) was: GHsbert Karei van Hogendorp. Toen hij,— die be- in de sfeer van „lintjesregen" c.a. heeft over dlnslgheden van titulatuur en wat daarmee samenhangt Bij de viering van Hr. Ms. 47sten ge boortedag op 81 Augustus J.1. heeft de aandacht getrokken de echt-spontane be wondering voor de schitterende gaven van hart en hoofd, onze Landsmoeder mg rakter, dat de Stuat en de staatalnstellln-1 koppige, gen hebben. De Regeeringavorm ia de uitgesproken republlkeiiiBohe; de Presi dent wordt, gelijk ook in Frankrijk ge schiedt om de zeven Jaren door de beide Kamers, waaruit de volksvertegenwoordi- Ïing bestaat gekozen. Het kiesrecht in sjecho-Slowakije heeft een vérstrekkend karakter, dit zoowel voor het Huis der Af gevaardigden als voor den Senaat Een der groote zorgen van Tsjecho-Slowakije is geweest die voor de sociale wetgeving. Men is erin geslaagd deze tot stand té brengen, niettegenstaande Tsjeoho-Slo-1 wakije, als reeds gezegd, een land is van nijverheid, en sociale wetgeving het aller eerst van toepassing op nijverheidsinrich tingen wordt gerekend. Er zijn er dan ook, die meenen, dat men met deze soci ale voorzieningen té vooruitstrevend is geweest, gezien vooral de houding die het verder Europa totdusver aannam of meende te moeten aannemen. Den gang der Tsjecho-Siowaaksche financiën heeft het intusschen niet te nadeelig beïnvloed. Tsjecho-Slowakije stond krachtens de soheidingsverdragen voor het eigen aan deel in de staatsschuld der Oostenrijksch- Hongaarsche Monarchie, maar het sleepte overigens geen lasten uit den oorlog met zich. Het stond vrij tegenover een niet door schuld gedrukt verleden. Toch heeft het in het ontredderd Europa, waarin Tsjeoho-Slowakije zijn eerste schreden zette, heel wat moeite gekost om tot een stabielen toestand te geraken. Het is de werkt had, allereerst en allermeest, Conoenzie" eigen. Oók het wij! het Napoleontische gevaar nog van_»«6„ Soclaul-democrati- drelgde, dat Oranje hier heer-en-meester Arbeideisparty heeft in sympathlek- rou worden, - in ongenade viel by Ko bulfgende woorden erkend, dat Neder- - - -1 land het voorecht bezit als Hoofd van den Staat te hebben eene vrouw, ln elk opzieht zóózeer te eerbiedigen als Ko ningin Wllhelmina. Onze Landsmoeder vertegenwoordigt aldua de eenheid van ons volk. En ook ning Willem I (hoe kón t anders dan tot botsing geraken tusschen die twee trot- hoog-lntellectuccle figu ren), verloor Van Hogendorp zijn titel, Behield de 10.000 Jaariyksohe uitkee- ring, er toen aan verknocht, en welke som I. Gljsbort Karei den Koning eerbiedigiyk vurigst-gczlnde republikein zal ben aanbood om te gebruiken voor 's landa overtuigd moeten erkennen, dat zioh welzyn, toen na den oorlog met de r,^en voordoet, waarin de mo- Zuideiyke Provinciën, de Nederland- huu' J\aar modern-perlementair model sche schatkist in deplorabelen kwam te verkeeren. Men brengt het schenken van den zeer- hoogen titel van Minister van Staat, waaraan geenerlei „vergoeding*' is ver bonden aan mr. Van Karnebeek in verband met de geruchten, dat hy, kleinzoon van wyien den landvoogd Ro- chussen bestemd zou zyn om eerlang jhr. mr. De Graaff op te volgen als Gou verneur-Generaal van Nederl.-Indlë. Ik geloof, dat de Ministerraad, over wegend het voordragen1- van mr. Karne beek voor de eere-positie van Minister van Staat, veeleer gedacht heeft aan het „onderstreepen" van de gedachte om de verhouding met België zooveel moge- ïyk te verbeteren. In die iyn ligt immers ook ten volle het bevorderen van de „intellectueele be trekkingen" tusschen Nederland en België Uitwisseling van leerkrachten, geiyk- stelling van bevoegdheden op 't gebied van hooger onderwys. „Binnen afzien bare» tyd," zooals t in by na-of ficleele toelichting werd uitgedrukt in de jongste dagen. Aan het eind van deze ,4ijn der toestand moet word®n eikend ais het ideaal van re- geeringsvorm. groote verdienste van'Rasjin, dat hy in toenadering" zou dan misschien liggen deze richting onvermoeid is werkzaam een« ontmoeting tusschen onze Korün^n van onze eigen Indrukken, op dit ln- dustrieryk karakter van Tsjeoho-Slowa- kijo terug. Noodlg zy het hier te memo- geweest tot op het oogenblik, dat een laf fe aanslag van een politiek tegenstander hem het leven benam. Rasjin heeft de on dankbare taak van saneering verricht, voordat men ln andere landen daartoe overging; hy heeft met zorg gewaakt voor een te weelderige staatshuishouding; hy heeft wat men zou kunnen noemen op de kleintjes gelet en de uitgaven geregeld in verband met de inkomsten. Zoo heeft Tzjecho-Slowakye ook niet de vorming van een nieuwe munteenheid noodig ge had geiyk omringende landen die wel be hoefden. De groote vraag voor Tsjecho- Slowakye was daarin gelegen of men erin zou kunnen slagen om zyn uitvoer, vroe ger voor het overige gebied der Donau- en den Koning der Belgen?.Waarvan reeds zóó vaak sprake was. en die een eind zou kunnon maken aan de zotte an- nexionlstlsche manifestetlën, welke van uit België nog altyd worden beproefd. Dat oud-minister Van Karnebeek den Buitenzorgschen troon des oonder-konings niet embllëert zou ik evenmin durven be weren' als dat *k betwisten zou dat de po sitie van Landvoogd De Graeff wanl^l is. Zelfs in zéér-ernstige matei. Tk herhaal: het verband zoeken tus schen de jongste, zeer-hooge onderschei ding, den oud-minister van Karnebeek geschonken en de waarsohljniykheld, dat deze eerlang tot Landvoogd van Insu- linde zal worden aangewezen, blijf ik Wy gaan mi het Septembersche werk- seizoen met grooten spoed tegemoet. De jammeriyk-verregende, voor de za- ken-menschen deer 1 ij k - bedorv en midf* zomer heeft plaats gemaakt voor over- heeriyke dagen van nazomer, die voor September najaars-pracht bei oven. Al dus zou 't kunnen wezen, dat Prinsjesdag van 20 dezer zich „baadde" in weelde van zonneschyn. Voor het zittingjaar 1927*28 van de Tweede Kamer is er voorloopig niet veel werk aan dén winkel. Naar ik uit aller beste bron vernam, is er weinig kans, dat we vóór elnd-October of begin-Novembe® „iets byzonders" zullen te zien of te hoo- ren krijgen in de prachtig-gerestaureer- de zaal van ons Lagerhuis, over welks splinternieuw aanzien ik u nog wel nader het een en ander zal hebben te melden. Na de gebruikeiyke formaliteiten, de herkiezing van mr. Ruys de Beeren brouck als voorzitter, de indiening der begrooting, de vernieuwing van oommis siën e.d.m., krygen we onmlddeliyk ufdeelings-onderzoek, waarna „more ma- jorum" volgt: een week respyt, „reoulee pour mieux sauter". Mogeiyk, zelfs waarschyniyk, is, dat byvoorbeeld de communist Louis de Vis ser zal trachten via „Indische interpella tie" nog wat „beweging" te berokkenen alvorens het praat-]M>litiek debat een aanvang neemt.Ook kan 't wezen, dat (by een huldigen wedloop tusschen rood en bloed-rood) vanuit de 8JD.A.P. derge- Ujke poging wordt ondernamen. Wy moeten dat afwachten! t Meest- aannemelijk is mi. dat we eerst begin November of daaromtrent de hoog edelgestreng© dames en hoeren van het Binnenhof weer ,in voile actie" zullen krygen te bewonderen. Mr. ANTONIO. wanf he had.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 2