Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 1 OCTOBER1927. Tob Nooit Hoek)*. 297. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). 't Juttertje VAN MOEKDEN NAAR MOSKOU. Een Engelsohe reizigster, Dorothea Lady Hosie, heeft de reis met den trans- Siberischen spoorweg van Moekden naar Moskou gemaakt en verhaalt daarvan in de Contemporary Review. Uit haar leven dige beschrijving nemen wij een en ander over, dat onze lezers kan interesseeren. Mantsjoerije, vanwaar mijn moeder en ik vertrokken voor de lange reis naar Berlijn, is een vreemd en verwarrend mengelmoes. De Chineesche boerenstand is in het bezit van den grond en de stra tegische positie. De Japanners zijn win keliers, mannen met groote zaken, en le veren de ambtenaren. Verder zijn er Rus sen van Iedere verscheidenheid, oude be delaressen en vorstelijke vluchtelingen, vroegere officieren en nieuwe Sowjet- ambtenaren, maar allen dragen een stem pel van zorg op hun gezicht en weinigen zien er welgesteld uit. Boven hen verrijst de figuur van den Chineeschon Directeur der drie provincies van Mantsjoerije, Maarschalk, Tsjang-Tso-Lin. Hij waar-* deert veel van hetgeen het moderne le ven biedt Zijn paleis is een kolossaal baksteenen huis, zijn arsenaal levert nieu we ammunitie, zijn katoenfabrieken wer ken met Engelsche spoelen. Maar hij ver- eenigt een vaderlijke en Mussollni-achtlge autocratie op de meest bevreemdende wijze met zijn modernisme. De trein door Siberië wordt beheerd door de Internationale maatschappij der Wagon-llts, die op zich neemt iemand te vervoeren van Harbln naar Ostende; en het gezelschap in hun treinen is inder daad Internationaal. Met ons reisden Chi- neezen, Japanners, Duitschers, Zwwlen, een Italiaan, een Noor, een Roemeen, daarenboven nog z«s jonge Engelsche zee-officieren, die met een kort verlof van Weihauwei naar huis gingen. t Later in Moskou voegde een troepje Perzen, van wie de dame in Perzische kleeding was. een prikkel toe aan ons gezelschap. Zij bezochten Moskou op weg naar Parijs van Teheran, een beteekenlsvol teeken van leven in het nieuwe naburige Oosten. In den trein bevond zich bovendien een Wit-Rus, vroeger officier in het Groote Leger, en thans handelsreiziger in leder waren. Hij vertelde van de meer liberale behandeling van hem en züns gelijken, die nu in Rusland heorscht. Wanhopig eworden door gebrek aan werk, hun iloedverwanten dood, hebben enkelen van hen gewaagd, terug te keeren; en tot dus ver zijn zij met vrede gelaten. Zij hebbon geen burgerlijke rechten of stand; maar zij durven gaan hopen, dat de niet over eengekomen gunsten zich zullen bestendi gen. Duizenden mijlen lang reden wij door velden vol haver en hooi, genoeg haver en hooi om al de paarden van de wereld te voederen. Berkenlanen liepen langs de ruwe wagensporen, die men over de af geronde glooiingen zag. Er wuren geeD wegen. Herfst en lente zijn de beste jaarge tijden, om door de steppe te reizen. In den winter zijn de spoorwagons verhit tot een graad, die een Eugelschman niet verdra gen kan, en de dubbele ramen zitten vast geschroefd. In den zomer zijn de hitte, en dientengevolge de stof en vliegen even zeer onverdraaglijk. Maar in de lente snelt de trein door honderden mijlen, zou der onderbreking van lelies, campanula's, anemonen, vergeet-mij-nietjes, irissen; en in den herfst wordt het gele graan over schaduwd door de gouden bladeren der berkeboomen, die hun rijkdom op de aar de laten neervallen in een windstille at mosfeer. De trein gaat kalm met een snel heid van vijf en twintig mijlen per uur. Deze gemakkelijke beweging maakt, dat men de tien dagen van Harbin naar Mos kou kan uithouden, de zenuwen worden aldus zoo weinig mogelijk gespannen; en wij genoten van den rit. Toen de ljjn voor het eerst na de revolutie door de Sovjets heropend werd, gebeurden er ernstige ongelukken, want de weg was steeds Blechter geworden. Nu, ofschoon de ma chinist met een slakkengang over som mige bruggen gaat, ziet men telkens werklieden bezig met herstellen. De brandstof is hout. De in Amerika opge voede vrouw van den Minister der Spoor wegen in China vertelde mij, vóór ons vertrek, dat zij nooit naar Siberië zou dur ven gaan, omdat zij bang zou zijn, dat de voorraad brandstof te kort zou schieten, en zij zou blijven steken midden in zulk een vreeseüjke wildernis. Maar reusach tige en overvloedige vademen hout, ge kapt en opgestapeld, staan op verschillen de deelen van den weg klaar. Tegen den middag stopte de trein gewoonlijk een twintig minuten aan sta tions langs den weg, en wij namen de ge legenheid waar, om eten te koopen. Er was wel een restauratie-wagen, maar de inrichting er van hield, typeerend voor het Bolsjewisme, volstrekt geen rekening met het leven. Want het leven, dat meer biologisch dan logisch is, elscht schikkin gen, die in strijd zijn met de leer. Ik ging den eersten morgen koffie halen, en dacht met inwendige dankbaarheid hoe heerlijk die van den Grlekschen kok was, de trots van den Trans-Siberisohen trein in den tijd vóór den oorlog. Een onbeleef de bediende maakte op mijn kloppen den wagon open en wees naar zijn kameraden, 'ie in een rij lagen te slapen in dekens gewikkeld op den vloer van den restau ratiewagen. Hjj liet op zijn armband horloge zien, dat het pas zeven uur was volgens den tijd van Moskou: wij wonnen iederen dag een uur. Ik ging heen, mij verontschuldigend, sloop na een uur weer terug en vond ze nog altijd in slaap. Na nog een uur begonnen ze toilet te maken, en stonden daarna klaar voor de klanten. Maar wij hadden ondertusschen aan een geschikt station zelf voor ons ontbijt ge zorgd. Alle reizigers mogen steeds de Sovjets dankbaar zjjn, dat zij die ukase van hun voorgangers behouden hebben, die beval, dat aan ieder station een vat kokend water gereed moest staan, zoo ko kend heet, dat het dadelijk uit een kraan op de theebladeren geschonken kon wor den. Wij liepen met ketels en trekpotten, en wachtten In een rij op het zoo welkome water. Er werd éénmaal per dag een goede maaltijd in den trein tegen matigen prils verstrekt: en wij namen dien één keer. Het was zuik een reusachtige maaltijd, veel vleeschgangen, dat één inder- en w]j damden met hen belden. Die beide ongelukkige mannen waren de slechtste damspelers, die men zich denken kan. Het was onmogelijk aan hen te verliezen. De Japansche doktoren hadden nog nooit gedamd, maar na ééns het spel te hebben gadegeslagen, wonnen zij het van de Rus sen. De oudste provodnlk verdroeg zijn. verlies met zulk een gelijkmatig fatalis me, dat lk, tot heil van zjjn ziel, mijn beit deed en twee spellen aan h«m verloor. Terwijl hij grinnekte over mijn dwaze zetten, kwam onze Japansche buurman binnen en vestigde dadelijk mijn aan dacht op mijn fouten. Ik moest daarnaar luisteren of lk zou betrapt worden. Maar, toen hij weer tusschenbeide wilde komen, gaf ik hem een flinken, harden kneep en moet nu nog lachen om zijn verbazing vol ergernis. De Japanners hebben een goed ontwikkeld spelinstinct, en mijn zooge naamde helper ging heen, niet ln staat mijn dwaze oneerlijkheid en gebrek aan speelzin te verdragen. Het dambord was een blad schrijfpapier, dat met potlood strepen in lichte en donkere vierkanten verdeeld was; een armzalig hulpmiddel, en tamelijk vuil door het gebruik, maar het dierbaarste bezit van den oudsten provodnlk, die het met liefde behandelde. De damschijven waren kleine bordpapie ren schijfjes die met krijt gekleurd wa ren. Deze mannen ontvingen de tachtig roebels per maand, die de Sovjet aan de „handarbeiders" als loon uitbetalen; het dubbele er van ontvangen de „hoofd-ar- beiders" van den rang van den stations chef. En zoowel de provodniks als de sta tionschefs langs de geheele lijn van Mansjoeli tot de Poolsche grens, kregen maanden lang twee procent van hun sala ris minder, zonder dat hun toestemming gevraagd werd, ten gunste van de Engel sche mijnwerkers. van daad voldoende voor een dag was. Maar twaalf uur was de tijd er van, en dit be- teekende twaalf uur, 's middags volgens den tijd van Moskou. Dit was zeven uur 's avonds in Harbin; ongeveer vijf uur 's middags te Omsk; drie uur ln Tonisk, enz. Daarover schenen de restaurant-be dienden zich niet druk te maken, maar onze magen lieten zich niet regeeren door het middaguur van Moskou, ofschoon ons gezegd werd, dat het Mekka der Sovjets, als de belangrijkste stad der wereld, voor de geheele wereld tijd en uur van het dé jeuner moest vaststellen. Daarom volgden wij het voorbeeld van de Russische passagiers der tweede en derde klasse. Zij liepen aan de verschil lende halten naar tafel op schragen, die bij de perrons klaar stonden, en kochten daar het uitmuntende eten, dat Siberië oplevert De boter ziet goudgeel, de ho ning wordt met reden tegen hoogen prijs ln Moskou verkocht en het land vloeit over van melk. Wij kochten dit laatste artikel gewoonlijk gekookt, waarmede wij blij waren. In de warme maanden zijn reizigers ziek geworden door het voedsel, en dysenterie en typhus zijn ziekten, die men liefst vermijdt. Het brood bestond uit wit meel of donkere rogge, en was goed, hoewel grof. Gekookte kuikens, eenden, worst en hard gekookte eieren waren er in overvloed. Er waren zelfs goedkoope, vleezige druiven, die met ka ravanen en treinen uit de buurt van Bok- hara werden aangebracht zooals ons ver teld werd. Wij vonden het merkwaardig te mer ken, dat de prijzen vrijwel dezelfde waren als die nu in Engeland bestaan, behalve kuikens en eenden, die goedkoop waren. Wij betaalden ongeveer twee shilling voor een pond boter. Wij leidden geen deftig bestaan, want wij waschten onze borden en kopjes in de kleine waschge- legenheden, die netjes ingebouwd waren tusschen elke twee ooupé's. Onze buren aan den anderen kant waren echter twee Japansche doktoren, en hun beleefdheid en manieren waren, zooals wij geleerd hadden, die van hun volk te verwachten. Op het perron zat een groote groep van landverhuizers om de stapels van hun be zittingen. De Sovjetregeering heeft thans besloten de politiek van het Tsaristisch bestuur voort te zetten en boeren naar Siberië te zenden uit andere, minder gun stig gelegen deelen van hun gebied. De vrouwen zagen er zoo uitgeput en ver moeid uit, terwijl zjj voortschrompelden met huilende kinderen en lederen tas- schen met koperen beugels, die zóó vol gepakt waren, dat zij bijna uiteenbarst ten, dat lk een moeder van ongeveer der tig jaar hielp, om haar last te dragen. Zij glimlachte droevig tegen mij: haar dun verbleekt haar hing verward, haar tan man kwam naar ons toe met couranten, den ontbraken of waren afgebroken. Een Toen ik ze bekeek, bleken het alle, zonder uitzondering modebladen. Wij schudden het hoofd; maar toen hij den trein langs ging, bleek zijn waar zeer gezocht, en de Russische vrouwen van de tweede klasse hadden zijn voorraad weldra opgekocht; zij reisden van de eene stad in het bin nenland naar de andere, en deze reis was een gebeurtenis voor haar. Dit is een gunstig teeken. Er bestaat weinig hoop on herleving voor een volk, welks vrou wen onverschillig voor haar kleeren wor den. Siberië geeft niet alleen om zijn uiter lijk zijn geest wordt ook gevoed. Wij kochten dikwijls onze kuikens verpakt in keurig geschreven bladen uit school schriften. Twee provodniks, of treinbeambten, hadden de zorg voor onze wagon, de een was op zijn post, terwijl de ander sliep. Zij damden ieder vrij oogenblikje. Ik twij fel er aan, of de oudste van de twee in al die tien dagen zijn handen of gezicht ge- wasschen heeft: en hij droeg dag en nacht zijn laken pet. Het was een goed hartige, eenvoudige kerel. De andere, een blonde, jonge man, begon met zich belee- digd te toonen over ons bestaan, maar na oeuigen tijd waschte hij zich iederen dag; LUCULLISCHE FEESTMALEN. Nabootsing uit Hero's TUd. Het valt vbd de nouveaux riches niet te verwachten, dat ze origineel zullen zijn. Wanneer ze verkwistend willen wezen dan moeten ze anderen imiteeren. En zoo nu en dan zoeken ze het daarbij wel vér, Zoo werden dezer dagen door de O.W.-ers te Aix-les-Bains feestmalen georgani seerd, welker menu's waren ontleend aan die der feestmalen uit den Romelnschen decadentietljd. Men wilde zloh verbeelden aan te zitten bij Lucullus, Messaina. Héliogabaius. Enfin, men vond het naar behooren afschuwelijk, bekwam een in digestie, juist zooals de Romeinen en be taalde zwaar voor wansmakelijke vertoo ning. Een soortgelijke gril overviel eens de eerste vrouw van den grooten Napoleon, keizerin Josephine. Op een goeden dag liet ze den eersten maitre d'hotel van het keizerlijk hof voor zich verschijnen en droeg hem op haar den volgenden dag een dejeuner te bezorgen bestaande uit gebraad van flamingo's en struisvogels, pauwentongetjes, nachtegaaltongetjes en hersens van papegaaien en goudfazanten. Ze herinnerde zich daarbij, al» vermake lijk grapje, hoe eenmaal de keizer, niet wetend dat de Phoenix slechts een fabel vogel is, zijn koks had opgedragen, toen van die vogels te koopen om ze voor hem te braden. Harer Majesteits maitre d'hotel had eenige bezwaren tegen dit menu uit de oudheid. Waar moest hij de struisvogels, de ibissen, de roze flamingo's vandaan halen? Zulk soort dieren vindt men niet in de Hallen van Parijs. Waarop de kei zerin hem opdroeg uit den Jardin des Plantos al het noodige te gaan halen. Dienzelfden avond was de maitre d'hotel Laguipeierre in het bezit van een struis vogel, drie flamingo's, drie ibissen, drie en twintig papegaaien, vijf en twintig fazanten, dertig pauwen en zeventig nachtegaaltjes. Die laatste waren uit alle deelen van Parijs aangebracht en kwa men op twintig francs per stuk.... Het déjeuner verscheen op tafel en. smaakte afschuwelijk. De hofdames had den de grootste moeite hun afkeer te ver bergen. En Napoleon was woedend. Want onder de papegaaien die de Jardin des Plantes had geleverd voor deze „aardig heid" was er ook een geweest, waarop de keizer erg gesteld was. Dit dier had n.1. de kunst verstaan om in drie talen te zeg gen „Leve de Keizer". Het had 60 louis d'or gekost en zijn eerste eigenaar was door den keizer gedecoreerd. En nu wu ren de hersens van dit phenomenale dier verwerkt tot.... beignets, die op den koop toe nog slecht smaakten. Aan dit eigenaardig déjeuner zaten achttien per sonen aan en het kostte de keizerlijke gastvrouw 1100 francs per ©ouvert. Een der O.W.-ers feestmalen te Aix- les Bains waar we het hierboven over hadden en waaraan 24 gasten deelnamen kostte 36.000 francs of 1500 francs per couvert. Waaruit blijkt dat een nouveau- riche een keizerin van het ancien régi me al zeer gemakkelijk kan slaan. Maar voor het O.W.-ers maal had men ook la ten aanrukken visschen uit het aquarium van den Jardin d'Acclimatation en Kore- aansche eenden uit den Londensohen Die rentuin. Desondanks was het „klassieke" feestmaal niet lekker 1 B. HET VROUWELIJK ELEMENT IN DE IIEERENMODE. Hel zijn niei allen vrouwen, die ln den spiegel kijken.... Op het Nieuwjaarsbal van den Russl- schen gezant te Berlijn, in 1801, bevond zloh onder de gasten een Fransoh offi cier, monsieur de Dorville, stijf ln een oorset gesnoerd en ook aan hals en knieën sterk geregen. Dit werd hem noodlottig, want terwijl hij met Frl. Emille van Zeuner walste, stortte hij plotseling levenloos ter aarde. Hij had zich uit IJdelheid letterlijk door- gesnoerd. De dames uit dien tijd wnren verstandiger: zij hadden het oorset afge schaft. Lang konden zij het er echter niet buiten stellen. De sterkste prikkel om de wespen-taille weer in eere te brengen, kwam van een zijde vanwaar men hem niet zou verwachten: uit het leger. De Russische officieren verschenen er name lijk ln 1818 medo op het oorlogstooneel. De Franschen volgden en nu konden dc dames natuurlijk niet achter blijven. De heeren-vesten en -jassen worden in de taille zóó nauw, dat een corset onmisbaar blijkt, en wie daar niet van gediend is, moet dan toch minstens op het bloote lijf den Baskischen gordel dragen, die om streeks 1830 in gebruik komt. Gelijk sommige dames in 1796 onder haar lange handschoenen valsohe armen droegen te Londen waren in 1798 zelfs volledige wassen bustes verkrijgbaar corrigeerden ln den tijd der nauwe pan talons vele heeren de natuur door zich een stel valsche kuiten aan te sohaffen. Ook de sleep vond in het heerencostuum een tegenhanger. Al in 1791 bereikten te Parijs de panden van de redingote, oor spronkelijk van de Engelsche riding-coat, den grond, en daar men in het buitenland de Fransche mode gaarne overdrijft, dra gen de heeren te Hamburg zulke lange jassen, dat ze bij regenweer genoodzaakt zijn de panden van hun jas, in de hand te houden, evenals de dames haar sleep. Mantels waren in het begin der 19de eeuw weinig ln gebruik, on nis ln den strengen winter van 1809 te Parijs pels jassen te voorschijn komen, worden de dragers op straat lastig gevallen, Dooh meer en meer raken ze in zwang, en ir. 1880 zijn ze langer dan de japenrokken der dames. Geeft de trompeuse aan de vrouwen het voorkomen alsof zij aan een kropgezw9l Hjden, de mannen bootsen de mode na door dikke halsdoeken to dra- ?;en. In 1798 hebben deze de kin bereikt, Sr over heen draagt men een mouasoll nen dos. B. VAARDIGHEID. Vaardigheid ln het handden Is de moeder van het vertrouwen en geeft credlet O. B. Marden. De twee schuldigen. Ze hadden den trein gemist: „Als jij maar niet zoo lang werk had gehad met je toilet, zouden we niet te laat gekomen zijn", mopperde hij. „En als jij me maar niet zoo gehaast had, hoefden we nou niet zoo lang te waditen op don volgenden", klaagde zjj. EEN EN ANDER OVER IJSBERGEN. De Poolzeeën zijn, zooals men weet, gedurende het grootste deel van het jaar, en gedeeltelijk zelfs het geheele jaar door, dus onafgebroken, bedekt met zul ke geweldige ijsmassa's, dat zij de scheep vaart in die streken onmogelijk maken. LangeD tijd heeft men gemeend achter de Poolzeeën een open water te vinden, maar Nansen's beroemde Fram-expeditie beeft aan deze illusie een einde gemaakt. Er zijn weliswaar tijdelijk open water vlakten, maar voor de scheepvaart zijn zij van geen nut, omdat hier het ijs ver schijnt en verdwijnt op zeer onregelma tige tjjden. Het ijs der Poolzeeën ontstaat gedeeltelijk in de iee zelf, gedeeltelijk op het land. Het eerste vormt de ijsvelden, het tweede de ijsbergen. Dit kustijs kan als het overjarig is, meer dan 10 M.dik worden, zelfs nog wel dikker. De ijsber gen zijn het, die van het vasteland afkomstig zijn en dikwijls zeer ver naar het zuiden afdrijven. Dit ijs komt van de vastelands-gletschers, die geleidelijk naar zee afdrijven en daar op een bepaald punt, waar het den vasteu bodem ver liest, breekt en gaat drijven. Dit ijs be vat veel lucht en dientengevolge ontstaat bij dezen val een sissend en bruisend geluid. Doordat het een zeer geringe dichtheid beeft, steekt '/4 tot '/g der massa boven water uit, en dientengevol ge wordt hun drift in de eerste en voor naamste plaats bepaald door de groote zeestroomen. De meeste ijsbergen, die in den Atlantische© Oceaan ronddrijven, zijn afkomstig van de westkust van Groenland. Om een ijsberg van koers te doen veranderen, is een windkracht van 7 noodig, maar de wind kan bovendien zoo'n ijsberg van koers doen veranderen en in andere strooming leiden.. De groote trek der ijsbergen begint in den voorzomer, het gevaar voor de scheep vaart is het grootst van Maart tot Juli; in April en Mei komen zjj het verst naai het zuiden. Zeevaarders kennen onge twijfeld den „kouden muur" ten zuiden van de Newfoundlandbank. Deze ontstaat doordat de Labradorstroom met een ge middelde temperatuur van 40 O. stoot op den warmen Golfstroom (gemiddeld 1ÖO) en door diens grootere kracht in zijn loop wordt gestuit. Het gebeurt somtijds, dat de boeg van een schip zich reeds in het koude water bevindt, terwijl het ach terste deel nog ln het warme van den Golfstroom is. Groote scholen visschen, die met den Labradorstroom meekomen, kunnen dezen „kouden muur" niet over schrijden, en het gevolg is, dat de New Foundlandbank een van de rijkste visch- plaatsen ter wereld is. Een ijsberg, die dezen „kouden muur" overschrijdt, is binnen hoogstens een week gesmolten. Uit de massa's puin en steenen, die hij meevoert, en die op den bodem van den oceaan vallen, is dan ook in den loop der tijden de bank ontstaan. Hoe hoog zijn de ijsbergen, d.w.z. het zichtbare gedeelte? De hoogste gemeten ijsberg stak 137 M. boven bet water uit; van 70 stuks, die gemeten worden, bereiken 6 een hoogte van meer dan 100, 7 van 80-100, en 22 van 60-80 M. Binnen twee maanden is de hoogte aanzienlijk verminderd; hiertoe werkt ook de Groen- Hoeveel menschen zullen door lang zaam handelen hun zaak niet hebbon ver knoeid. Wij meenen niet door uitstellen, door sohuiven van eenen dag op den an deren, maar door niet terstond aan te grijpen en met vaardige hand uit te voeren, wat er wordt verlangd. Wie een zaak vaardig opneemt, haar terstond af wikkelt en dan ln handen stelt van den belanghebbende, geniet allerlei ongo- kende voordeelen. Als iemand op een oogenblik bi] U komt met een geval, dat gij voor hem moet doen, dan beteekent dit, dat hij op dót oogenblik wenscht, dat gij U zult bezig houden met zijn zaak. Op dèt oogenblik verheugt die zaak zich ook in de grootste belangstelling van den man zelf, die bij U komt, terwijl over een week deze zaak misschien niet meer in het brandpunt van zijn interesse staat en heeft moeten wij- ken voor andere dingen. Ook al zegt hij, dat hij den tijd heeft ermee, dan moogt gij er geen gras over laten groeien en terstond arbeidsvaardig zijn, opdat gij jiog gereed zijt, wanneer zijn belangstel ling nog heet is. Ziehier het groote voor deel. Er is echter meer. Gij werkt beter, wanneer gij onder de versche Indrukken van Uw opdracht begint te werken, want gij spaart Uw geheugen, doordat gij U niet meer behoeft in te denken, ln een situatie van weken; gij spaart hersen- kracht, doordat gij Uw denkmachine niet eerst weer ln dezelfde richting behoeft aan te zetten en op gang brengen, wijl zij al ln die richting.draait. Ten slotte maakt een vlugge afwerking van een arbeid op den belanghebbende den indruk, dat gij U voor zijn zaak bijzonder interesseert; dit schenkt hem vertrouwen, U later meer opdracht to geven. Eindelijk moet gij be denken, dat gij er zelf het meeste voor deel van hebt, want het leert U paraat te zijn, vaardig voor Uw werk, gereed tot on middellijke© arbeid, en dit doet U vaar dig worden ln de andere beteekenis dea woords. n-ü vlug, behendig. DR. JOB. DE COOK. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Gock, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, o.m. over de wUze waarop zij hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld In dit blad behandeld, Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schrifte lijk aan do aanvragers. Student te H. Alle begin is moeilijk en vooral bij studie, wordt er veel van uw volharding gevergd. Toch is het zeer goed van U ingezien om, nu gij gepensionneerd zijt, U aan de studie te wijden. Dat voor komt oud worden. Zoolang men zijn geest frisch houdt en geregeld nieuwe indruk ken opdoet blijft men jong in zijn han delingen. Wij geven U de verzekering, dat het U be3t zal gelukken nog op uw leeftijd een andere .aak te leeren. Als een ieder deed zooals gij, wareD er geen oude brompotter. Wij wenschen U veel succes. N. N. te H. Gij denkt geheel ver keerd. Treurig zou het er uit zien, als nie mand zich boven zijn omgeving kon ver heffen. Maar dat gelooft gij toch immers zelf niet? Zeker heeft de omgeving groo ten invloed op den mensch, maar even waar is het, dat iemand een groote af keer kan gaan gevoelen voor dingen, waarin hij als het ware is grootgebracht. Die drang naar verbetering, die uit hem zelf voortkomt is voor hem een groote stuwkracht in de goede richting, en houdt' hem boven de omgeving, waarin hij gedwongen is te verkeeren. Doet gij nu eens evenzoo en stel er een eer in Uzelf hoog te houden. Goede lectuur zal U hierbij van groote dienst zijn. Aan onderstaande personen is persoon lijk antwoord gezonden, aangezien de beantwoording te uitvoerig was voor plaatsing Ln dit blad. Mevr. G. te H.; P. J. te H.; O. te H.; D. S. te H.; Vrager te H.; Klerk te H.; 8. D. te N. landstroom mede. Maar vooral de golf slag teistert ze; op de hoogte van de waterlijn ontstaan groeven en op den duur leveren deze juist eeb groot gevaar op voor de scheepvaart. Op deze wijze is bijvoorbeeld de „Titanic" in 1912 tenonder gegaan, doordat het bovenstuk afgebroken was en men tegen het on zichtbare grootste onder het water zich bevindende gedeelte stootte.,Ook veran dert natuurlijk tengevolge van kantelen, zoo'n ijsberg steeds van gedaante. In ue Zuidpoolstreken is de zee bedekt met een ijskap van 13 inillioen K.M.*, dus veel grooter dan geheel Europa, eu deze bereikt langs een kustlijn van 17.000 K.M. lengte de zee. Het ijs heeft hier een dikte van 100 M. aan de kust nog 300 M. Hier vormen zich ook geweldige ijsbergen, soms van 90 M. hoogte, 64 K.M. breedte 111 K.M. lengte, dus met een inhoud van 600 kub. K.M. Zij bezitten dikwijls loodrechte wanden en zijn boven og geheel vlak. Deze ijsgevaarten begin nen in Januuri en Februari hun tocht naar het noorden; de grootste komen in Decomber en Januari in den Brazili- aanschen stroom, en gaan daar spoedig te gronde. De ijsbergen kunnen nochtans reusachtige afstanden afleggen, somtijds een lengte van de Noordkaap tot Gibraltar. Hun nubijheid wordt aan de schepen door geen enkel kenmerk medegedeeld, soms is in hun nabijheid nevel, soms ook be speurt men ze in heldere nachten op 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 7