Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 1 OCTOBER1927.
Tob Nooit Hoek)*.
297. (AUTEURSRECHTEN
VOORBEHOUDEN).
't Juttertje
VAN MOEKDEN NAAR MOSKOU.
Een Engelsohe reizigster, Dorothea
Lady Hosie, heeft de reis met den trans-
Siberischen spoorweg van Moekden naar
Moskou gemaakt en verhaalt daarvan in
de Contemporary Review. Uit haar leven
dige beschrijving nemen wij een en ander
over, dat onze lezers kan interesseeren.
Mantsjoerije, vanwaar mijn moeder en
ik vertrokken voor de lange reis naar
Berlijn, is een vreemd en verwarrend
mengelmoes. De Chineesche boerenstand
is in het bezit van den grond en de stra
tegische positie. De Japanners zijn win
keliers, mannen met groote zaken, en le
veren de ambtenaren. Verder zijn er Rus
sen van Iedere verscheidenheid, oude be
delaressen en vorstelijke vluchtelingen,
vroegere officieren en nieuwe Sowjet-
ambtenaren, maar allen dragen een stem
pel van zorg op hun gezicht en weinigen
zien er welgesteld uit. Boven hen verrijst
de figuur van den Chineeschon Directeur
der drie provincies van Mantsjoerije,
Maarschalk, Tsjang-Tso-Lin. Hij waar-*
deert veel van hetgeen het moderne le
ven biedt Zijn paleis is een kolossaal
baksteenen huis, zijn arsenaal levert nieu
we ammunitie, zijn katoenfabrieken wer
ken met Engelsche spoelen. Maar hij ver-
eenigt een vaderlijke en Mussollni-achtlge
autocratie op de meest bevreemdende
wijze met zijn modernisme.
De trein door Siberië wordt beheerd
door de Internationale maatschappij der
Wagon-llts, die op zich neemt iemand te
vervoeren van Harbln naar Ostende; en
het gezelschap in hun treinen is inder
daad Internationaal. Met ons reisden Chi-
neezen, Japanners, Duitschers, Zwwlen,
een Italiaan, een Noor, een Roemeen,
daarenboven nog z«s jonge Engelsche
zee-officieren, die met een kort verlof van
Weihauwei naar huis gingen. t Later in
Moskou voegde een troepje Perzen, van
wie de dame in Perzische kleeding was.
een prikkel toe aan ons gezelschap. Zij
bezochten Moskou op weg naar Parijs
van Teheran, een beteekenlsvol teeken
van leven in het nieuwe naburige
Oosten.
In den trein bevond zich bovendien een
Wit-Rus, vroeger officier in het Groote
Leger, en thans handelsreiziger in leder
waren. Hij vertelde van de meer liberale
behandeling van hem en züns gelijken,
die nu in Rusland heorscht. Wanhopig
eworden door gebrek aan werk, hun
iloedverwanten dood, hebben enkelen van
hen gewaagd, terug te keeren; en tot dus
ver zijn zij met vrede gelaten. Zij hebbon
geen burgerlijke rechten of stand; maar
zij durven gaan hopen, dat de niet over
eengekomen gunsten zich zullen bestendi
gen.
Duizenden mijlen lang reden wij door
velden vol haver en hooi, genoeg haver
en hooi om al de paarden van de wereld
te voederen. Berkenlanen liepen langs de
ruwe wagensporen, die men over de af
geronde glooiingen zag. Er wuren geeD
wegen.
Herfst en lente zijn de beste jaarge
tijden, om door de steppe te reizen. In den
winter zijn de spoorwagons verhit tot een
graad, die een Eugelschman niet verdra
gen kan, en de dubbele ramen zitten vast
geschroefd. In den zomer zijn de hitte, en
dientengevolge de stof en vliegen even
zeer onverdraaglijk. Maar in de lente
snelt de trein door honderden mijlen, zou
der onderbreking van lelies, campanula's,
anemonen, vergeet-mij-nietjes, irissen; en
in den herfst wordt het gele graan over
schaduwd door de gouden bladeren der
berkeboomen, die hun rijkdom op de aar
de laten neervallen in een windstille at
mosfeer. De trein gaat kalm met een snel
heid van vijf en twintig mijlen per uur.
Deze gemakkelijke beweging maakt, dat
men de tien dagen van Harbin naar Mos
kou kan uithouden, de zenuwen worden
aldus zoo weinig mogelijk gespannen; en
wij genoten van den rit. Toen de ljjn voor
het eerst na de revolutie door de Sovjets
heropend werd, gebeurden er ernstige
ongelukken, want de weg was steeds
Blechter geworden. Nu, ofschoon de ma
chinist met een slakkengang over som
mige bruggen gaat, ziet men telkens
werklieden bezig met herstellen. De
brandstof is hout. De in Amerika opge
voede vrouw van den Minister der Spoor
wegen in China vertelde mij, vóór ons
vertrek, dat zij nooit naar Siberië zou dur
ven gaan, omdat zij bang zou zijn, dat de
voorraad brandstof te kort zou schieten,
en zij zou blijven steken midden in zulk
een vreeseüjke wildernis. Maar reusach
tige en overvloedige vademen hout, ge
kapt en opgestapeld, staan op verschillen
de deelen van den weg klaar.
Tegen den middag stopte de trein
gewoonlijk een twintig minuten aan sta
tions langs den weg, en wij namen de ge
legenheid waar, om eten te koopen. Er
was wel een restauratie-wagen, maar de
inrichting er van hield, typeerend voor
het Bolsjewisme, volstrekt geen rekening
met het leven. Want het leven, dat meer
biologisch dan logisch is, elscht schikkin
gen, die in strijd zijn met de leer. Ik ging
den eersten morgen koffie halen, en
dacht met inwendige dankbaarheid hoe
heerlijk die van den Grlekschen kok was,
de trots van den Trans-Siberisohen trein
in den tijd vóór den oorlog. Een onbeleef
de bediende maakte op mijn kloppen den
wagon open en wees naar zijn kameraden,
'ie in een rij lagen te slapen in dekens
gewikkeld op den vloer van den restau
ratiewagen. Hjj liet op zijn armband
horloge zien, dat het pas zeven uur was
volgens den tijd van Moskou: wij wonnen
iederen dag een uur. Ik ging heen, mij
verontschuldigend, sloop na een uur weer
terug en vond ze nog altijd in slaap. Na
nog een uur begonnen ze toilet te maken,
en stonden daarna klaar voor de klanten.
Maar wij hadden ondertusschen aan een
geschikt station zelf voor ons ontbijt ge
zorgd. Alle reizigers mogen steeds de
Sovjets dankbaar zjjn, dat zij die ukase
van hun voorgangers behouden hebben,
die beval, dat aan ieder station een vat
kokend water gereed moest staan, zoo ko
kend heet, dat het dadelijk uit een kraan
op de theebladeren geschonken kon wor
den. Wij liepen met ketels en trekpotten,
en wachtten In een rij op het zoo welkome
water. Er werd éénmaal per dag een goede
maaltijd in den trein tegen matigen prils
verstrekt: en wij namen dien één keer.
Het was zuik een reusachtige maaltijd,
veel vleeschgangen, dat één inder-
en w]j damden met hen belden. Die beide
ongelukkige mannen waren de slechtste
damspelers, die men zich denken kan.
Het was onmogelijk aan hen te verliezen.
De Japansche doktoren hadden nog nooit
gedamd, maar na ééns het spel te hebben
gadegeslagen, wonnen zij het van de Rus
sen. De oudste provodnlk verdroeg zijn.
verlies met zulk een gelijkmatig fatalis
me, dat lk, tot heil van zjjn ziel, mijn beit
deed en twee spellen aan h«m verloor.
Terwijl hij grinnekte over mijn dwaze
zetten, kwam onze Japansche buurman
binnen en vestigde dadelijk mijn aan
dacht op mijn fouten. Ik moest daarnaar
luisteren of lk zou betrapt worden. Maar,
toen hij weer tusschenbeide wilde komen,
gaf ik hem een flinken, harden kneep en
moet nu nog lachen om zijn verbazing vol
ergernis. De Japanners hebben een goed
ontwikkeld spelinstinct, en mijn zooge
naamde helper ging heen, niet ln staat
mijn dwaze oneerlijkheid en gebrek aan
speelzin te verdragen. Het dambord was
een blad schrijfpapier, dat met potlood
strepen in lichte en donkere vierkanten
verdeeld was; een armzalig hulpmiddel,
en tamelijk vuil door het gebruik, maar
het dierbaarste bezit van den oudsten
provodnlk, die het met liefde behandelde.
De damschijven waren kleine bordpapie
ren schijfjes die met krijt gekleurd wa
ren. Deze mannen ontvingen de tachtig
roebels per maand, die de Sovjet aan de
„handarbeiders" als loon uitbetalen; het
dubbele er van ontvangen de „hoofd-ar-
beiders" van den rang van den stations
chef. En zoowel de provodniks als de sta
tionschefs langs de geheele lijn van
Mansjoeli tot de Poolsche grens, kregen
maanden lang twee procent van hun sala
ris minder, zonder dat hun toestemming
gevraagd werd, ten gunste van de Engel
sche mijnwerkers.
van
daad voldoende voor een dag was. Maar
twaalf uur was de tijd er van, en dit be-
teekende twaalf uur, 's middags volgens
den tijd van Moskou. Dit was zeven uur
's avonds in Harbin; ongeveer vijf uur
's middags te Omsk; drie uur ln Tonisk,
enz. Daarover schenen de restaurant-be
dienden zich niet druk te maken, maar
onze magen lieten zich niet regeeren door
het middaguur van Moskou, ofschoon ons
gezegd werd, dat het Mekka der Sovjets,
als de belangrijkste stad der wereld, voor
de geheele wereld tijd en uur van het dé
jeuner moest vaststellen.
Daarom volgden wij het voorbeeld van
de Russische passagiers der tweede en
derde klasse. Zij liepen aan de verschil
lende halten naar tafel op schragen, die
bij de perrons klaar stonden, en kochten
daar het uitmuntende eten, dat Siberië
oplevert De boter ziet goudgeel, de ho
ning wordt met reden tegen hoogen prijs
ln Moskou verkocht en het land vloeit
over van melk. Wij kochten dit laatste
artikel gewoonlijk gekookt, waarmede wij
blij waren. In de warme maanden zijn
reizigers ziek geworden door het voedsel,
en dysenterie en typhus zijn ziekten, die
men liefst vermijdt. Het brood bestond
uit wit meel of donkere rogge, en was
goed, hoewel grof. Gekookte kuikens,
eenden, worst en hard gekookte eieren
waren er in overvloed. Er waren zelfs
goedkoope, vleezige druiven, die met ka
ravanen en treinen uit de buurt van Bok-
hara werden aangebracht zooals ons ver
teld werd.
Wij vonden het merkwaardig te mer
ken, dat de prijzen vrijwel dezelfde waren
als die nu in Engeland bestaan, behalve
kuikens en eenden, die goedkoop waren.
Wij betaalden ongeveer twee shilling
voor een pond boter. Wij leidden geen
deftig bestaan, want wij waschten onze
borden en kopjes in de kleine waschge-
legenheden, die netjes ingebouwd waren
tusschen elke twee ooupé's. Onze buren
aan den anderen kant waren echter twee
Japansche doktoren, en hun beleefdheid
en manieren waren, zooals wij geleerd
hadden, die van hun volk te verwachten.
Op het perron zat een groote groep van
landverhuizers om de stapels van hun be
zittingen. De Sovjetregeering heeft thans
besloten de politiek van het Tsaristisch
bestuur voort te zetten en boeren naar
Siberië te zenden uit andere, minder gun
stig gelegen deelen van hun gebied. De
vrouwen zagen er zoo uitgeput en ver
moeid uit, terwijl zjj voortschrompelden
met huilende kinderen en lederen tas-
schen met koperen beugels, die zóó vol
gepakt waren, dat zij bijna uiteenbarst
ten, dat lk een moeder van ongeveer der
tig jaar hielp, om haar last te dragen. Zij
glimlachte droevig tegen mij: haar dun
verbleekt haar hing verward, haar tan
man kwam naar ons toe met couranten,
den ontbraken of waren afgebroken. Een
Toen ik ze bekeek, bleken het alle, zonder
uitzondering modebladen. Wij schudden
het hoofd; maar toen hij den trein langs
ging, bleek zijn waar zeer gezocht, en de
Russische vrouwen van de tweede klasse
hadden zijn voorraad weldra opgekocht;
zij reisden van de eene stad in het bin
nenland naar de andere, en deze reis was
een gebeurtenis voor haar. Dit is een
gunstig teeken. Er bestaat weinig hoop
on herleving voor een volk, welks vrou
wen onverschillig voor haar kleeren wor
den.
Siberië geeft niet alleen om zijn uiter
lijk zijn geest wordt ook gevoed. Wij
kochten dikwijls onze kuikens verpakt in
keurig geschreven bladen uit school
schriften.
Twee provodniks, of treinbeambten,
hadden de zorg voor onze wagon, de een
was op zijn post, terwijl de ander sliep.
Zij damden ieder vrij oogenblikje. Ik twij
fel er aan, of de oudste van de twee in al
die tien dagen zijn handen of gezicht ge-
wasschen heeft: en hij droeg dag en
nacht zijn laken pet. Het was een goed
hartige, eenvoudige kerel. De andere, een
blonde, jonge man, begon met zich belee-
digd te toonen over ons bestaan, maar na
oeuigen tijd waschte hij zich iederen dag;
LUCULLISCHE FEESTMALEN.
Nabootsing uit Hero's TUd.
Het valt vbd de nouveaux riches niet te
verwachten, dat ze origineel zullen zijn.
Wanneer ze verkwistend willen wezen
dan moeten ze anderen imiteeren. En zoo
nu en dan zoeken ze het daarbij wel vér,
Zoo werden dezer dagen door de O.W.-ers
te Aix-les-Bains feestmalen georgani
seerd, welker menu's waren ontleend aan
die der feestmalen uit den Romelnschen
decadentietljd. Men wilde zloh verbeelden
aan te zitten bij Lucullus, Messaina.
Héliogabaius. Enfin, men vond het naar
behooren afschuwelijk, bekwam een in
digestie, juist zooals de Romeinen en be
taalde zwaar voor wansmakelijke vertoo
ning.
Een soortgelijke gril overviel eens de
eerste vrouw van den grooten Napoleon,
keizerin Josephine. Op een goeden dag
liet ze den eersten maitre d'hotel van het
keizerlijk hof voor zich verschijnen en
droeg hem op haar den volgenden dag
een dejeuner te bezorgen bestaande uit
gebraad van flamingo's en struisvogels,
pauwentongetjes, nachtegaaltongetjes en
hersens van papegaaien en goudfazanten.
Ze herinnerde zich daarbij, al» vermake
lijk grapje, hoe eenmaal de keizer, niet
wetend dat de Phoenix slechts een fabel
vogel is, zijn koks had opgedragen, toen
van die vogels te koopen om ze voor hem
te braden.
Harer Majesteits maitre d'hotel had
eenige bezwaren tegen dit menu uit de
oudheid. Waar moest hij de struisvogels,
de ibissen, de roze flamingo's vandaan
halen? Zulk soort dieren vindt men niet
in de Hallen van Parijs. Waarop de kei
zerin hem opdroeg uit den Jardin des
Plantos al het noodige te gaan halen.
Dienzelfden avond was de maitre d'hotel
Laguipeierre in het bezit van een struis
vogel, drie flamingo's, drie ibissen, drie
en twintig papegaaien, vijf en twintig
fazanten, dertig pauwen en zeventig
nachtegaaltjes. Die laatste waren uit alle
deelen van Parijs aangebracht en kwa
men op twintig francs per stuk....
Het déjeuner verscheen op tafel en.
smaakte afschuwelijk. De hofdames had
den de grootste moeite hun afkeer te ver
bergen. En Napoleon was woedend. Want
onder de papegaaien die de Jardin des
Plantes had geleverd voor deze „aardig
heid" was er ook een geweest, waarop de
keizer erg gesteld was. Dit dier had n.1.
de kunst verstaan om in drie talen te zeg
gen „Leve de Keizer". Het had 60 louis
d'or gekost en zijn eerste eigenaar was
door den keizer gedecoreerd. En nu wu
ren de hersens van dit phenomenale dier
verwerkt tot.... beignets, die op den
koop toe nog slecht smaakten. Aan dit
eigenaardig déjeuner zaten achttien per
sonen aan en het kostte de keizerlijke
gastvrouw 1100 francs per ©ouvert.
Een der O.W.-ers feestmalen te Aix-
les Bains waar we het hierboven over
hadden en waaraan 24 gasten deelnamen
kostte 36.000 francs of 1500 francs per
couvert. Waaruit blijkt dat een nouveau-
riche een keizerin van het ancien régi
me al zeer gemakkelijk kan slaan. Maar
voor het O.W.-ers maal had men ook la
ten aanrukken visschen uit het aquarium
van den Jardin d'Acclimatation en Kore-
aansche eenden uit den Londensohen Die
rentuin. Desondanks was het „klassieke"
feestmaal niet lekker 1
B.
HET VROUWELIJK ELEMENT IN DE
IIEERENMODE.
Hel zijn niei allen vrouwen,
die ln den spiegel kijken....
Op het Nieuwjaarsbal van den Russl-
schen gezant te Berlijn, in 1801, bevond
zloh onder de gasten een Fransoh offi
cier, monsieur de Dorville, stijf ln een
oorset gesnoerd en ook aan hals en
knieën sterk geregen.
Dit werd hem noodlottig, want terwijl
hij met Frl. Emille van Zeuner walste,
stortte hij plotseling levenloos ter aarde.
Hij had zich uit IJdelheid letterlijk door-
gesnoerd. De dames uit dien tijd wnren
verstandiger: zij hadden het oorset afge
schaft. Lang konden zij het er echter niet
buiten stellen. De sterkste prikkel om de
wespen-taille weer in eere te brengen,
kwam van een zijde vanwaar men hem
niet zou verwachten: uit het leger. De
Russische officieren verschenen er name
lijk ln 1818 medo op het oorlogstooneel.
De Franschen volgden en nu konden dc
dames natuurlijk niet achter blijven. De
heeren-vesten en -jassen worden in de
taille zóó nauw, dat een corset onmisbaar
blijkt, en wie daar niet van gediend is,
moet dan toch minstens op het bloote lijf
den Baskischen gordel dragen, die om
streeks 1830 in gebruik komt.
Gelijk sommige dames in 1796 onder
haar lange handschoenen valsohe armen
droegen te Londen waren in 1798 zelfs
volledige wassen bustes verkrijgbaar
corrigeerden ln den tijd der nauwe pan
talons vele heeren de natuur door zich
een stel valsche kuiten aan te sohaffen.
Ook de sleep vond in het heerencostuum
een tegenhanger. Al in 1791 bereikten te
Parijs de panden van de redingote, oor
spronkelijk van de Engelsche riding-coat,
den grond, en daar men in het buitenland
de Fransche mode gaarne overdrijft, dra
gen de heeren te Hamburg zulke lange
jassen, dat ze bij regenweer genoodzaakt
zijn de panden van hun jas, in de hand te
houden, evenals de dames haar sleep.
Mantels waren in het begin der 19de
eeuw weinig ln gebruik, on nis ln den
strengen winter van 1809 te Parijs pels
jassen te voorschijn komen, worden de
dragers op straat lastig gevallen, Dooh
meer en meer raken ze in zwang, en ir.
1880 zijn ze langer dan de japenrokken
der dames. Geeft de trompeuse aan de
vrouwen het voorkomen alsof zij aan een
kropgezw9l Hjden, de mannen bootsen de
mode na door dikke halsdoeken to dra-
?;en. In 1798 hebben deze de kin bereikt,
Sr over heen draagt men een mouasoll
nen dos.
B.
VAARDIGHEID.
Vaardigheid ln het handden Is
de moeder van het vertrouwen en
geeft credlet
O. B. Marden.
De twee schuldigen.
Ze hadden den trein gemist: „Als jij
maar niet zoo lang werk had gehad met
je toilet, zouden we niet te laat gekomen
zijn", mopperde hij.
„En als jij me maar niet zoo gehaast
had, hoefden we nou niet zoo lang te
waditen op don volgenden", klaagde
zjj.
EEN EN ANDER OVER IJSBERGEN.
De Poolzeeën zijn, zooals men weet,
gedurende het grootste deel van het jaar,
en gedeeltelijk zelfs het geheele jaar
door, dus onafgebroken, bedekt met zul
ke geweldige ijsmassa's, dat zij de scheep
vaart in die streken onmogelijk maken.
LangeD tijd heeft men gemeend achter
de Poolzeeën een open water te vinden,
maar Nansen's beroemde Fram-expeditie
beeft aan deze illusie een einde gemaakt.
Er zijn weliswaar tijdelijk open water
vlakten, maar voor de scheepvaart zijn
zij van geen nut, omdat hier het ijs ver
schijnt en verdwijnt op zeer onregelma
tige tjjden. Het ijs der Poolzeeën ontstaat
gedeeltelijk in de iee zelf, gedeeltelijk
op het land. Het eerste vormt de ijsvelden,
het tweede de ijsbergen. Dit kustijs kan
als het overjarig is, meer dan 10 M.dik
worden, zelfs nog wel dikker. De ijsber
gen zijn het, die van het vasteland
afkomstig zijn en dikwijls zeer ver naar
het zuiden afdrijven. Dit ijs komt van
de vastelands-gletschers, die geleidelijk
naar zee afdrijven en daar op een bepaald
punt, waar het den vasteu bodem ver
liest, breekt en gaat drijven. Dit ijs be
vat veel lucht en dientengevolge ontstaat
bij dezen val een sissend en bruisend
geluid. Doordat het een zeer geringe
dichtheid beeft, steekt '/4 tot '/g der
massa boven water uit, en dientengevol
ge wordt hun drift in de eerste en voor
naamste plaats bepaald door de groote
zeestroomen. De meeste ijsbergen, die
in den Atlantische© Oceaan ronddrijven,
zijn afkomstig van de westkust van
Groenland. Om een ijsberg van koers te
doen veranderen, is een windkracht van
7 noodig, maar de wind kan bovendien
zoo'n ijsberg van koers doen veranderen
en in andere strooming leiden..
De groote trek der ijsbergen begint in
den voorzomer, het gevaar voor de scheep
vaart is het grootst van Maart tot Juli;
in April en Mei komen zjj het verst naai
het zuiden. Zeevaarders kennen onge
twijfeld den „kouden muur" ten zuiden
van de Newfoundlandbank. Deze ontstaat
doordat de Labradorstroom met een ge
middelde temperatuur van 40 O. stoot op
den warmen Golfstroom (gemiddeld 1ÖO)
en door diens grootere kracht in zijn
loop wordt gestuit. Het gebeurt somtijds,
dat de boeg van een schip zich reeds in
het koude water bevindt, terwijl het ach
terste deel nog ln het warme van den
Golfstroom is. Groote scholen visschen,
die met den Labradorstroom meekomen,
kunnen dezen „kouden muur" niet over
schrijden, en het gevolg is, dat de New
Foundlandbank een van de rijkste visch-
plaatsen ter wereld is. Een ijsberg, die
dezen „kouden muur" overschrijdt, is
binnen hoogstens een week gesmolten.
Uit de massa's puin en steenen, die hij
meevoert, en die op den bodem van den
oceaan vallen, is dan ook in den loop
der tijden de bank ontstaan.
Hoe hoog zijn de ijsbergen, d.w.z. het
zichtbare gedeelte? De hoogste gemeten
ijsberg stak 137 M. boven bet water uit;
van 70 stuks, die gemeten worden, bereiken
6 een hoogte van meer dan 100, 7
van 80-100, en 22 van 60-80 M. Binnen
twee maanden is de hoogte aanzienlijk
verminderd; hiertoe werkt ook de Groen-
Hoeveel menschen zullen door lang
zaam handelen hun zaak niet hebbon ver
knoeid. Wij meenen niet door uitstellen,
door sohuiven van eenen dag op den an
deren, maar door niet terstond aan te
grijpen en met vaardige hand uit te
voeren, wat er wordt verlangd. Wie een
zaak vaardig opneemt, haar terstond af
wikkelt en dan ln handen stelt van den
belanghebbende, geniet allerlei ongo-
kende voordeelen.
Als iemand op een oogenblik bi] U komt
met een geval, dat gij voor hem moet
doen, dan beteekent dit, dat hij op dót
oogenblik wenscht, dat gij U zult bezig
houden met zijn zaak. Op dèt oogenblik
verheugt die zaak zich ook in de grootste
belangstelling van den man zelf, die bij
U komt, terwijl over een week deze zaak
misschien niet meer in het brandpunt van
zijn interesse staat en heeft moeten wij-
ken voor andere dingen. Ook al zegt hij,
dat hij den tijd heeft ermee, dan moogt
gij er geen gras over laten groeien en
terstond arbeidsvaardig zijn, opdat gij
jiog gereed zijt, wanneer zijn belangstel
ling nog heet is. Ziehier het groote voor
deel. Er is echter meer. Gij werkt beter,
wanneer gij onder de versche Indrukken
van Uw opdracht begint te werken, want
gij spaart Uw geheugen, doordat gij U
niet meer behoeft in te denken, ln een
situatie van weken; gij spaart hersen-
kracht, doordat gij Uw denkmachine niet
eerst weer ln dezelfde richting behoeft
aan te zetten en op gang brengen, wijl zij
al ln die richting.draait. Ten slotte maakt
een vlugge afwerking van een arbeid op
den belanghebbende den indruk, dat gij
U voor zijn zaak bijzonder interesseert;
dit schenkt hem vertrouwen, U later meer
opdracht to geven. Eindelijk moet gij be
denken, dat gij er zelf het meeste voor
deel van hebt, want het leert U paraat te
zijn, vaardig voor Uw werk, gereed tot on
middellijke© arbeid, en dit doet U vaar
dig worden ln de andere beteekenis dea
woords. n-ü vlug, behendig.
DR. JOB. DE COOK.
Voor de lezers van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Gock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m.
over de wUze waarop zij hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld In dit blad
behandeld, Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan do aanvragers.
Student te H. Alle begin is moeilijk
en vooral bij studie, wordt er veel van uw
volharding gevergd. Toch is het zeer goed
van U ingezien om, nu gij gepensionneerd
zijt, U aan de studie te wijden. Dat voor
komt oud worden. Zoolang men zijn geest
frisch houdt en geregeld nieuwe indruk
ken opdoet blijft men jong in zijn han
delingen. Wij geven U de verzekering,
dat het U be3t zal gelukken nog op uw
leeftijd een andere .aak te leeren. Als een
ieder deed zooals gij, wareD er geen oude
brompotter. Wij wenschen U veel succes.
N. N. te H. Gij denkt geheel ver
keerd. Treurig zou het er uit zien, als nie
mand zich boven zijn omgeving kon ver
heffen. Maar dat gelooft gij toch immers
zelf niet? Zeker heeft de omgeving groo
ten invloed op den mensch, maar even
waar is het, dat iemand een groote af
keer kan gaan gevoelen voor dingen,
waarin hij als het ware is grootgebracht.
Die drang naar verbetering, die uit hem
zelf voortkomt is voor hem een groote
stuwkracht in de goede richting, en
houdt' hem boven de omgeving, waarin
hij gedwongen is te verkeeren. Doet gij
nu eens evenzoo en stel er een eer in
Uzelf hoog te houden. Goede lectuur zal
U hierbij van groote dienst zijn.
Aan onderstaande personen is persoon
lijk antwoord gezonden, aangezien de
beantwoording te uitvoerig was voor
plaatsing Ln dit blad. Mevr. G. te H.; P.
J. te H.; O. te H.; D. S. te H.; Vrager te
H.; Klerk te H.; 8. D. te N.
landstroom mede. Maar vooral de golf
slag teistert ze; op de hoogte van de
waterlijn ontstaan groeven en op den
duur leveren deze juist eeb groot gevaar
op voor de scheepvaart. Op deze wijze
is bijvoorbeeld de „Titanic" in 1912
tenonder gegaan, doordat het bovenstuk
afgebroken was en men tegen het on
zichtbare grootste onder het water zich
bevindende gedeelte stootte.,Ook veran
dert natuurlijk tengevolge van kantelen,
zoo'n ijsberg steeds van gedaante.
In ue Zuidpoolstreken is de zee bedekt
met een ijskap van 13 inillioen K.M.*,
dus veel grooter dan geheel Europa, eu
deze bereikt langs een kustlijn van 17.000
K.M. lengte de zee. Het ijs heeft hier
een dikte van 100 M. aan de kust nog
300 M. Hier vormen zich ook geweldige
ijsbergen, soms van 90 M. hoogte, 64 K.M.
breedte 111 K.M. lengte, dus met een
inhoud van 600 kub. K.M. Zij bezitten
dikwijls loodrechte wanden en zijn boven
og geheel vlak. Deze ijsgevaarten begin
nen in Januuri en Februari hun tocht
naar het noorden; de grootste komen
in Decomber en Januari in den Brazili-
aanschen stroom, en gaan daar spoedig
te gronde. De ijsbergen kunnen nochtans
reusachtige afstanden afleggen, somtijds
een lengte van de Noordkaap tot Gibraltar.
Hun nubijheid wordt aan de schepen door
geen enkel kenmerk medegedeeld, soms
is in hun nabijheid nevel, soms ook be
speurt men ze in heldere nachten op 1