VOOR DE VROUWEN. K.M. afstand. Een groot aantal staten, waaronder ook Nederland, besloten dan ook 20 Januari 1914 ln de gevaarlijke zone een „flswacht" op te richten, en van dien tijd ls hier geen schip meer aan het Ijs ten offer gevallen. Van Maart tot Juli is onafgebroken een schip der Unie, voorzien van draadlooze telegrafie, in het gebied der Ijsbergen aanwezig, waar het de rol vervult van verkeersagent. Het is wel aardig aan de hand van het dagboek van een dezer schepen de lotgevallen van zoo'n ijsberg na te gaan. Hij werd het eerst gezien 26 Mei ten N. van den rand der New Foundlandbank en kreeg het nummer 14. Hij stak 81M. boven zee uit en was op verren afstand al zichtbaar, hij had de gedaante van een droogdok met twee wanden van ver schillende hoogte en een inhoud van li millioen ton. 4 Juni daalde een diehte nevel neer, die het voorwerp van aller zorgen aan de oogen onttrok; 8 Juni was hij in water van 60 O. en de diepe inge vreten waterlijnen wezen zijn aanstaanden ondergang aan. Men besloot hem een handje te helpen, liet een aantal mij- nen op den ijsberg ontploffen met weinig resultaat. Daarna groef men een gat, op een glad, 18 M. breed terras, dicht onder een ijsrif van 60 M. hoogte, De berg was zoo glad, dat hij met ge spijkerde schoenen moest worden beklom men. Vier ontploffingen deden een 6 M diep gat ontstaan, waarin de laatste lading werd geplaatst, welker explosie evenwe slechts een zwarte roetvlek van 80 M breedte deed ontstaan." Wel een bewijs van het geweldig weerstandsvermogen van den berg. 12 Juni stortten ongeveer 20.000 ton ns van de hooge klip naar beneden19 Juni werd hij door een «waren storm uit het sulden geteisterd en daar mee was zijn einde bezegeld. Den vol fjenden dag was hij nog sleohts 76 M ang en 27 M. hoog, 4 dagen later stortte een geheele wand in en begon de Golf stroom zijn werk, 80 Juni was het nog slechts een ijsklomp van de groote van twee groote schrijflessenaars. Op 1 J ui luidt het dagboek: 6 uur s' morgens. No. 14 ls den weg van alle ijsbergen gegaan, de golfslag heeft de Titanic gewroken. MERKWAARDIGE DROOMEN. Droomcn ais voorspelling. Nu de Nederlandsohe Btudlevereenl- gtng voor Paychical Research als eerste taak van haar onderzoek heeft gekozen het droom-vraagBtuk, willen wfj hier en kele merkwaardige en historische droo- men eens mededeelen. De Monnik Mal- don at had het plan gevormd een commen taar op de vier Evangelies te bewerken. Eenige nachten achter elkaar meende hfl een man te zien, die hem aanmaande het werk spoedig af te maken. Ook verzeker de deze verschijning hem, dat ht) het werk ten einde zou brengen, maar dat hij dit slechts enkele dagen zou overleven. Weinige dagen nadat hij zijn werk had beëindigd, voelde Maldonat hevige pij nen, juist op de plaats waarop de man van zijn droom hem gewezen had. Kort daarop stierf hij. André Pujon, uit Haute-Auvergne, trok Riom door om naar Parijs te gaan. Op een nacht droomde hij dat de letters wel ke zijn naam vormden te Riom waren op gehangen. Den volgenden dag raakte hij in twist met een man uit dezelfde herberg waar hij ve<rtoefdie en hfl doodde zijn tegenstander, als gevolg waarvan hij acht dagen later te Riom werd opgehangen. Iemand die geen woord Grieksoh ken de, ging den beroemden Saumaise opzoe ken en liet hem eenige woorden zien, die hij 's nachts in zijn droom had gehoord en die hij bij zijn ontwaken in gewone let ters had neergeschreven. Hij vroeg aan Saum&lse of deze ook wist wat die woor den beteekenden. Het bleek Grieksoh te zijn en de vertaling luidde: „Ga heen, ziet ge niet den dood die U bedreigt?" De droomer trok dlreot uit zijn woning welke den volgenden nacht in elkaar stortte. Een inwoner rem Lyon had ge droomd, dat hij een paard op zloh sag af komen, dat hem met de pooten vertrad. Hij vroeg aan een waarzegger wat die droom beteekende. Deze antwoordde hem dat een paard hem zou doen sterven. Als gevolg hiervan hield deze man terstond met paardrijden op, ja, als- hij een paard zag, verwijderde hij zich direct. Tooh kon hij zfln noodlot niet ontloopen. Een uit hangbord viel op zijn hoofd en doodde hem. Het was een uithangbord van een herberg, waarop een zwart paard afge beeld was. Een geleerde uit Lyon had zloh den geheelen dag beziggehouden met een passage uit een Grieksohen dichter, zon der dat hij de beteekenis kon vinden. Hij ging naar bed en droomde, dat hij in het paleis van koningin Ohrlstlna te Stock holm rondliep. Daar bezocht hij de biblio theek van de Zweedsche koningin, zag er een klein boekje liggen, opende het en las er tien Grieksohe regels, welke hem uit de moeilijkheid van zijn werk brach ten. De vreugde over de vondst deed hem ontwaken. Hij stond op en noteerde wat hfl zooeven gelezen had. Daar het avon-fplloht tuur zeer buitengewoon was, schreef hil aan Cartesius, die toen in Zweden bij de koningin verbleef. Hij beschreef hem wat hij in zijn droom had gezien, Carte sius antwoordde hem, dat de knapste ar chitect geen beteren plattegrond van het paleis en van de bibliotheek geteekend kon hebben, dan hij ln zijn brief had ge hij hem het werkje met de eerste gelegen heid zou toezenden. Oassius van Parma, die de partij van Antonlus had gekozen, vluchtte naar Ac- tium. Daar zag hij, terwijl hij sliep een een grooten zwarten man met lange ha ren en baard zijn kamer binnen stap pen. Hij vroeg hem wie hij was. De vor- schflning antwoordde: „Ik ben uw slech te demon". Oasius werd met schrik wak ker, en toen hij niets zag. riep hij zijn slaven en vroeg hun of zij niet een vreemdeling het vertrek hadden zien binnengaan. De slaven antwoordden, dat de deur goed gesloten was en dat nie mand ze had geopend. Oassius maakte zich zelf wijs, dat hij zich door een hersenschimmige zinsbe goocheling had laten misleiden en sliep weer ln. Maar hetzelfde visioen verscheen ten tweeden male voor zijn geest en de verschijning zei hem dezelfde woorden als eerst Oassius, verontrust geworden, stond op, liet zich licht brengen, en den volgenden dag werd hij gedood op bevel van Augustus. Een zeer arme boer uit de omstreken van Reims zag 's nachts in zijn slaap een jongen man, die hem bij de hand nam en hem aan den voet van een ouden muur bracht. Nadat hij hem een grooten steen had aangewezen, welke hij hem aanried den volgenden dag te gaan oplichten, verdween de jonge man. De boer ging •den volgenden dag naar den voet van den vervallen muur, vond er den steen, dien hij in zijn droom gezien had, en verlegde hem. Nauwelijks had hij twee voet diep in de grond gegraven of hij voelde zijn sohop tegen een hard lichaam stooten. HIJ groef het bloot en ontdekte een gouden pot vol gemunte goudstukken, welke hem en zijn geheele familie rijk maakten. Kon Pnrijsrh burger en zijn vrouw wa- ren gaan slapen. Hij hoorde ln zijn sn 40 een stem die riep: „Ik ben 40 jaar, 7 maanden, 29 dagen, en ik ben gelukkig". De vrouw hoorde hetzelfde. Zij stond den volgenden morgen op zonder iets te zeg gen, en kocht een loterijbriefje met ae nummers 40-7-'29. Dit nummer trok den volgenden dag den hoofdprijs. a HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? 8T. ANTHOXIU8 EN DE 8T. ANTHONY GILDEN. .De Klul74'n;..v". Antonlus, bijgenaamd „de Kluizenaar", zag ln het jaar 261 te Alexandrié het levenslicht Nadat hij op Jeugdigen leef tijd zijn ouders had verloren, ontdeed hij zich van zijn goederen en zonderde zich af van de wereld. Toen was het, dat aller lei booze geesten hem kwamen kwellen, hem in verzoeking brengende om zijn hart aan aardsohe genietingen te geven. Nadat hij zich gedurende twintig jaar aan de samenleving had onttrokken, be gaf hij zich weder onder de mensohen om tot hen te prediken. Volgens sommi gen zou hij in het Jaar 866, dus meer dan honderd jaren oud, gestorven zijn. In verhand met dien zeldzaam hoogon leef tijd wordt hij dan ook steeds afgebeeld als een grijsaard en gehuld ln monniks pij. daar hij als vader van het klooster wezen beschouwd wordt, terwijl hij een wijwaterkwast of bel ln de hand houdt, als zinnebeeld van het afweren der booze geesten, en de andere een kruik omvat, Als attribuut wordt hem meestal een zwijn toegevoegd, hetwelk als symbool geldt van de door hem overwonnen dler- ijko neigingen van zinnelijkheid en zwel gerij. In Duitschiand heet Antonlus de Kluizenaar dan ook ter onderscheiding van zijn naamgenoot van Padua An- ton von der Sau" en in Italië JSt. Anto- nio del Poroo", terwijl de Franaohen, om twee onafscheidelijke vrienden aan te duiden, meest de uitdrukking „tfest 8t. Roch ét son ohlen" ook die andere be zingen, nJL: „o*est 8t Antonlo et son oo- ohon". 81 Antonlus wordt, ln verband met het voorafgaande dan ook aange roepen tegen de ziekte der varkens. De -►ooren uit Ammerzoden gaan nog jaar lijks op 11 Januari naar Bokhoven aan de overzijde der rivier liggend, met hun varkens, opdat de H. Antonlus de dieren voor het euvel vrijwaren zal. In de Middeleouwen werden op ver schillende plaatsen Gilden of Broeder- schappen gesticht, die, ter eere van 8t. Antonlus, voor de armen een of meer varkens vetmestten, bij welk goed werk zij door de Overheid ln zooverre ter zijde gestaan werden, dat deze, bij stadskeur, recht van vrij weiden gat Aan dit oude gebruik herinneren nog altijd op sommige plaatsen, als Kuinre in Overijsel en Dwingelo in Drenthe de in stellingen, welke den naam J31 Anthony Gilde* dragen. Jaarlijks, op den 17en Januari, welke datum aan den Heilige is gewijd, worden de leden der Broederschap bij klokgelui bijeen geroepen, teneinde de zaken af te doen, zooals het Innen der paohten, om dan verder den dag in gezellig samenzijn door te brengen, tot welke genoegens ook >ehoorde de gemeenschappelijke maal tijd, waarvan het menu moest bestaan uit grauwe erwten, rundvleesch van de tien de en elfde-rib, rijstebrij met suiker en zoet bier. Des avonds volgde dan de be doeling aan de armen, bestaande ln geld, kleedingstukken en levensmiddelen. De güdebroeders gebood voorts: ,den hulpbehoevenden bij te staan, den braven huisvader of deugdzame en on der druk gebogen moeder te ondersteu nen", en tevens waar zloh de gelegenheid opdeed, „recht en billijkheid te hand- laven en bet ongelijk tegen te gaan*. Een glldebroeder, die op een of an dere wijze zich niet hield aan de voor- Zijn zin. Twee reizigers zitten in een restaurant en hebben ieder een biefstuk besteld; als de kellner het bestelde op een schotel brengt pikt een der twee vlug den groot sten biefstuk en legt dien op zijn bord. De een zegt: „Is 't niet erg onbeleefd, om gauw het grootste stuk uit te kie- zen?" De ander: „Wat wou Je dan? De een: „De beleefdheid eischt, dat Je mij het eerst had laten kiezen!" De ander: „Dan had ji) den grootsten genomen!" De een: „Geen kwestie van, zoo inhalig ben ik niet: Ik zou me uit wellevendheid met den kleinsten tevreden gesteld heb ben!" De ander: „Wat zanik je dan? Dan heb je nou toch precies wat je verlangt!" H a H Garantie. Klant: „Herinnert U Je nog juffrouw, dat ik verleden week een paar handschoe nen van U kooht, waarbij U me de garan tie gaf dat Ik ze minstens een jaar zou dragen?" Winkeljuffrouw: „Zeker, meneer". Klant: „Ik heb ze verloren. Wat denkt U nu met de garantie te doen?" Snugger. Bij de statutenbehandeling eener vcr- eenlging stelt een der leden voor, art. 1 als volgt te lezen: „De algemeene verga dering heeft het recht tot het nemen van bindende besluiten, als de helft der aan wezigen tegenwoordig lal" „O, dan moet ik hier ook niet zijn," ant woordde de Rattenkoning en hij ging te rug naar de Wolken. „Waar is Jullie Ko ning?" vroeg hij. „Want die mag met mijn dochter trouwen." „We hebben geen Koning," zuchtten de Wolken. „De Wind is onze heer en mees ter. Hij blaast ons waarheen hij wil." Nu zocht de Rattenkeizer den Wind op ln zijn paleis. „Hallo Keizertje," bulderde de Wind. Wat kom je doen?" „Ik kom je vertellen, dat Je mijn doch ter moogt huwen," antwoordde de Ratten keizer met waardigheid. Zij is het mooi ste, wat er op de wereld bestaat en jij bent het sterkste en machtigste." „Ho, ho, ho," riep de Wind. „Was dat maar waar. De Chineesche muur is veel sterker dan ik. Al honderden jaren tracht lk hem omver te blazen, maar het gelukt me nooit." De Rattenkeizer daalde af naar de Chi neesche muur, die dicht bfj zijn eigen rijstveld stond. Maar ook de muur antwoordde: ,Jk ben niet het machtigste ln de wereld. Onder mijn fundamenten woont een rat, die langzaam maar zeker den grond onder mij de 6e weggraaft, zoodat lk over eenigen tijd zal ineenstorten.'1 1 t fl e k O a m 1 e a H a k ger enen beo u r g u w h Nieuws nuuteeth Welk spreekwoord kunt ge hieruit lezen I B..e. B l M t e g g e d. n X Op de krulsjeslljnen X ™oet de naam komen X van een stad in ous X land. XXXXXXXXX Op de le rfl een X klinker Op de 2e rij X een landbouwwerktuig X Op de 8e rij een schoen- X makerawerktulg. Op rij de naam van een provincie. Op rij het gevraagde woord. Op de 6e rij een deel van een eetservies. Op de 7e rij een ander woord voor boosheid. Op de Oa aam Alld TaaI n m AH tl .1 de 4e Goede oplossingen van ontvangen van: A. v. d. B., A. E., P. 9. M. C., E. G., D. en A. H„ Ja, nu kwam de Rattenkeizer terecht 8e rij eeD oud-Testamentiach bfl een heel gewone zwarte rat, die hij Op de 9e een medeklinker.! bost kende, Maar zfln dochter kon tooh niet met zoo'n doodgewone rat trouwen. Toen de Keizer het hol van den zwarten rat binnenstapte, zag hij echter tot zijn groote verbazing, zfln doohter. de beeld- sahoone Rattenprinses, daar zitten. „Hé," riep de Keizer uit. „Dat treft. Ik moest Je Juist nog eens spreken over Je huwelijk." „O, beminnelijke Vader,1antwoordde de Prinses. „Dat ls niet meer noodlg. U bleef zoolang op reis. dat we dachton, dat u gestorven was. En Juist gister ben ik met den zwarten rat getrouwd Hier is uw isahoonzoonl'1 Zelfkennis. Vader was opgewonden omdat zfln zoon iets had uitgevoerd dat hem ten zeerste ergerde en hfl nam den Jongen duchtig onderhanden. „Toen ik een Jongen was", zei hfl ten slotte, „zou mfln vader mij voor zoo iets een pak slaag gegeven hebben". „Een mooie vader hebt U dan gehad „Wat zeg je? Jou onbeschaamde vlegel. Mfln vader was heel wat beter dan de Jouwe, versta Je?" Beleefd Gastheer (trotsch): „U krijgt brood, dat mfln vrouw zelf gebakken heeft!" Gast: „O, dat hindert volstrekt niett.." Gelooven op gezag. Herman: „Geloof jfl dat kwaad wat ze van Elly vertellen". Nel..„Natuurlijk! Wat zeggen ze van d'r?" Maar een beginner. „Oom", vroeg de Jonge echtgenoot, die pas zes maanden getrouwd was, wanho pig, .hoelang moet een man getrouwd zfln, voor zfln vrouw verstandig genoeg is om het eens nu en dan met hem eens te zfln". „8pflt me wel, Jongen", zei de oom, hem medelijdend aankijkend, „maar dat kan lk je niet zeggen lk ben nog pas veertig jaar getrouwd". Vadert keuze. „Ik weet nog niet," zei de jonge stu dent, „of lk tandarts zal worden of oog arts". „Beste Jongen", zei de vader, Juister Daar mfln raad en word tandarts. Ieder mensch beeft twee en dertig tanden en maar twee oogen." HA ADSEEB. Oplossingen der vorige raadsels. I 1. Vliegmachine. 2. Duikboot. 8. Automobiel. vaartuig. beide raadsels V. D„ M. D., en W. W. De prflzen zflu ten deel gevallen aan: Annle v. d. Brink, Janzenatraat 86. I). en V. Dordtmundt, 2e Vroonstraat 11. Gr< en Atle Dekker, Konlngdwaraatr. 87. P. Keljz J. de M zer, Goverastraat 26. an, Koningstraat 89. J. J. Pootjes, Van Galenstraat 106. Annle en Joban 8cbendelaar, Parallelweg 6. Sjoukje Troost, Polderweg 1 rood. Truus Venema, Schagenstraat 87. W. Wlllemae, Nleuwstraat 84. BABBELUURTJE OVER MODE. Wlnterjaponneo. We wachten te vergeefs op een paar milde zonnige dagen, *t is regen en t b 1 fl f t regen en de atmosfeer is reeds volkomen berfst-achtig. Ten opzichte van de kleeding ls "t dus Dit alles geldt hetzelfde voor het derde model der teekening. Dit toiletje ls ffln van vleux-bleu kleurige wollen popellne. Voor ben die handig met de naald zfln, is het beeldig om de -randen op de japon te appliqueeren met oud-rose stof of Au ra aar t beste te zorgen, dat we iets warms weel-bloemen en de ranken en rechte Ifl- !>ij de hand hebben, dan hebben we ten minste ons eigen kacheltje bfl ons, wan neer we nog niet genegen zfln de kolen- kachel aan te steken. Meestentijds is een wollen mousseline, nen op te zetten van een zilver-met-don- krr .n l blauw tresje of lintje. Het resul taat zal verrassend zfln. Is men meer be kend met handschilderen of schlablonee- ren, dan brengt men de bloemen op deze of kaska of wollen crêpe al voldoende, manier op de stof. De derde mogelijkheid maar ook fluweel en velours de laine ls een heerlijke dracht voor den aankomen den winter. blflft natuurlijk altfld in 't borduren of t gebruik van bedrukte stof. De middelste japon is de meer kostbare. daan; dat hfl het boek op het aangewezen schriften der Broederschap, verbeurde tafeltje had gevonden, dat hij de bedoel- een sohepel rogge, ten bate der armen, de Grieksohe regels had gelezen en dat EL DE DOCHTER VAN DEN RATTENKEIZER. Heel lang geleden woonde er ln een rijstveld in China een „Keizer aller rat ten" met zfln vrouw, de „Keizerin aller ratten" en hun doohter, de Rattenprin ses, die beeldschoon was. Zóó mooi was ze, dat de Rattenkeizer geen enkele rat goed enoeg vond om met haar te trouwen. laar trouwen moest ze natuurlijk tooh en daarom besloot haar keizerlijke vader haar uit te huwelijken aan het machtigste wezen ter wereld Nu was het maar de vraag, wié het meeste macht bezat De Rattenkeizer ging naar de Rattenheks, om het haar te vragen. Hfl vond de heks druk bezig allerlei eindjes kaars te eten en op 's Keizers hooghartige vraag: „Wie is de machtigste persoon ter wereld en juist goed genoeg voor echtgenoot voor mfln dochter?" antwoordde de heks kort af: „De zonnekoning". „Natuurlijk" beaamde de Keizer, ver baasd, dat hijzelf niet op die gedaohte ge komen was. „Mfln doohter zal met den Zonnekoning trouwen", riep hfl uit „Ik ga er meteen op af". En hfl Uep en liep en klom en klom reoht langs wolken en ster ren omhoog, tot hfl den Zonnekoning be reikte. „Goeden dag, neef", begroette de Rattenkeizer den Zonnekoning. „Ik ben gekomen, om alles met U te regelen voor uw aanstaande huwelijk met mfln doohter. Zfl is het mooiste schepseltje van de we reld en U is, naar ik gehoord heb de maohtigste persoon In de wereld." De Zonnekoning, die eerst glimlachend luisterde naar den Rattenkeizer, begon nu te schateren. Toen hfl eindelflk tot bodaren gekomen was, grinnikend: „Welnee, neef, ik het machtigst De wolken zijn veel Wil men voor den middag of voor vi site een aardig licht japonnetje hebben, dan ls het eerste model van onze teeke ning een aardig voorbeeld. Wanneer men b.v. voor het rokgedeelte een vleux-roso- kleurlge kaska gebruikt, dan ls liet ffln om het blousegedeelte van touwkleurige wollen-crêue zfl of -mouselim te maken. Dit geeft een hoogst gedistingeerde tegenstelling. Men bordure dan de slin- watgertjes langs banden, kraag en manchet- riep hfl nog jes met vleux-roee bloempjes en groene ben niet blaadjes. En, boewei het dan een wollen _fln veel jurk ls. zal men er toch heusch niet on sterker dan ik, want ik kan niet door ze gekleed uitzien voor visites te maken of heen aohflnon. Deze kan van velvet of velours-ohiffoo gemaakt worden. Voor fluweel is altfld mooi om „beweging" er ln te hebben, daarom voldoet van dit materiaal een dra peering of ln klokvorm gsneden zoo goed. Dit doet de verschillende glanzen van bet fluweel zoo mooi uitkomen. Ons model is overigens zeer eenvoudig van vorm, maar zoo, dat alles bijzonder tot z'n recht komt tot het fijne galon toe, wat toch in zeer simpele lijnen op gezet ls, maar toch het cachet aan de japon geeft. Wanneer men z'n juiste tint weet te kiezen, kan men hier een voor naam toilet aan hebben, trotsch z'n een voud. 1 VARIA m. a. xa. v»„ n.. a A. K„ Q g P. K„ J. de Nl„ J. J. p A. en J S 8. T„ T. V., A W„ M. W„ M H w" te ontvangen. Coriy Brem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 8