VOOR DE VROUWEN. eenzame opsluiting. EEN EIGENAARDIGE METHODE De beroemde tooneelspeler Moritz, die steeds diep ln de Bohulden stak, was bg een familie B. langen tijd ln den kost ge weest Daar hU eohter nooit betaalde, weid hem zjjn kosthuis opgezegd. HU vertrok ln April en liet als dekking van zfln niet voldane betalingen zijn pelsjas achter. In Ootober verscheen ht) weer en vroeg, omdat hU nog steeds niets voldoen kon, een langoren termijn van uitstel. Nu sou hg wel zijn veel kostbaarder on nieuwere zomerjas als pand geven. Zijn hospita vond dit goed en gaf zijn pels terug. Deze ruilhandel duurder twee jaar en zou zeker nog langer geduurd hebben als de aoteur niet gestorven was. STOOMBOOT-LUXE Schoepstulnon. Als tegenstuk van de historische tui nen van Semlramls, kan men tegenwoor dig spreken van „scheepstuinen". Wa ren de Engelsohe schepen al vroeg ln het bezit van bloemenwinkels, tegenwoordig bezitten de groote mailstoomerg ook een Wintertuin. Die üartenvelt gaf ex eens een afbeel ding van, waardoor men een denkbeeld kreeg van de weelderige wijze, waarop dezen wintertuin ls ingerlohl Palmen, blad en bloemplanten versleren de ruim te; klimplanten omringen de pilaren en het hekwerk; groote ramen geven uit zicht over de zoo en gemakkelijke stoe len noodigen tot plaatsnemen uit. Bijna honderd personen kunnen zich in den wintertuin bewegen. Wanneer het lang genoeg doorgaat, zullen we misschien nog eens een adver tentie zien verschijnen, waarin een .jScheepetuinman" gevraagd wordt.. Een scheepskellner, scheepsbarbier, scheeps- drukker, soheepswaschbaas, scheepsfoto- graaf, soheepstelefonist en dergelijke scheepsambachtslui zgn al sedert lang be kend. Een scheepstuinman is nu het eerst aan de beurt De soheepskruidenler, de scheepsventer, de scheepsvoddenkoop- man, de scheepspluimveehouder en de scheepsbankiershediende volgen dan van zelf.... VARIA UIT DE EINDERJAREN. De Llndfiergh van 1838. Het eerste stoomschip dat passagiers over den Atlantischen Oceaan vervoerde, was de Sirius, die in 1880 van Qork uit liep. In 1847 verging1 dit schip bij deze haven. Na 66 jaar op den bodem der zee te hebben gelegen werd het gelicht voor rekening der firma Samuel Mason te Birmingham, die uit de metaaldeelen me dailles heeft laten slaan. De vorsten van twee groote zeevarende naties, koning Eduard en keizer Wilhelm, hebben ieder een exemplaar gekregen. HETSTOOMBOOTS SPEL Een fiches-spel, naar aanleiding van het schip >Merourius«, van Amsterdam op Zaandam. BABBELUURTJE OVER MODE. Royale reismantels. In tegenstelling met de „geklee- de" mantels welke smal en slank zich om de draagster heen spannen zgn de reis-mantels juist royaal en wijd. Dat dit geen overbodige vorm is, ondervindt men zoo heerlijk, wanneer men op reis is met trein of boot Zoo prettig en mak kelijk men zich beweegt ln een ruimen mantel, zoo onplelzierig en gedwongen voelt men zich in een nauwsluitende jas. Daarbij komt nog bet feit dat een ruime jas ona ook yeel meer verwarmt De ruige Engelsche stoffen en de grove travee leenen zich uitstekend voor deze mantels. Wanneer men er dan nog een sterke bonteoort (b.v. bisam of seals kin etc.) op verwerkt, dan heeft men een stuk wat togen een duw en een knauw kan. De tweede mantel is van roest-roodo grove ribstof gemaakt en is met Austra- lisch-Oppossum gegarneerd. Deze jas heeft een zeer markante vorm met z*n rechte en hoekige fijnen» Het wfide on derstuk schijnt als aangeknoopt aan het rechte bovenstuk. Deze jas ls van een gewatteerde voering voorden, waardoor hg dan dat volle gezellige effect krggt en heerfijk verwarmt, t Is een prachtjas voor een kittig elegant figuurtje. Het hiernaast staande model ls wel het meest kokette van de drie. Inmiddels ls hg ook uitstekend geschikt voor reisjas, daar kleur en materiaal daar ton zeerste toe meewerken. Hg ls gemaakt van zware beverkleurige peau-de-péche. Het bovendeel ls met pa tronen ingeperst peau-de-péche en het benedenst uk plus manchetten en achter- Bovenstaande modellen afin de model len voor de reis. De eerste mantel ls van groen grijs ge ruite Engelsche stof gemaakt en met bisam-randen gegarneerd, 't Is een ver rukkelijk en praotisch model met z'n aangesneden kraag en shawl. Van on deren ls de mantel wgd gemaakt door in gezette en geperste plooien. Wii men hem extra warm hebben, dan zet imen en een halve bontvoering in. zijde der kraag ig van effen stol De vorm van het onderstuk vooral ls aardig van opzet. Als bonteoort ls gebruikt de echte bever. Het behoeft geen betoog, dat het zeer gedistingeerd en praotisch ge- J-LOOi. Ifi, T* '.7'T v IN EENVOUD. A. Rannah schrijft in het verloren hoekske van Het Laatste Nieuws Zaten vlak voor mijtwee jonge vrou wen, een donkere en een klare. Zei de donkere: Ik ben getrouwd sedert Donderdag. Vroeg de klareEn zljt ge gelukkig t Zei de donkere: Kijk mij aan. De klare keek de donkers aan en ook ik deed zoo. Er ging licht uit van de donkere: haar donkerheid lag alleen in haar nachtzwarte haren. Zg was Eva, toen deze ontwaakte in den glans van den eersten Paradijsdag. Zg was Ophelia, gelqovend in Hamlet. Juliette was zfi, Helolse en Eurydice. De Bertha van Ernest Staes, zooals zij hem in een droom verscheen ln zijn werkka mer. De Ellse van Chérles De Coster, zooals ik mfi haar indenk na het lezen van zgn brieven aan haar. De brand van haar bigde bloed scheen over haar wezen. In haar oogen blonkem twee harmonieuze sterren, met den se- renengloed, welke sterren hebben als men ze belqjkt op een avond van liefde en vroomheid. Zg was schoon zoo. Zg gaf licht op de klare, die stil lachte en alleen dit zegde Ik ben big om u. Ik gis dat zg ook blij was om zich zelf: zfi wist dat er nog geluk bestaat door twee menscben samen gemaakt. Ik wenscb de donkerst dat zg gelukkig bfijven zal. En dat zal zfi. Want ik zag dat haar liefde er een was van alles over- heerschenden eenvoud. Daar kon geen berekening zfin ln haar. Haar liefde was een mystisch zich geven, zonder verwik keling, zonder ziekelfike ontleding, zon der waarom noch hoe, zonder zich zelf te zoeken, evenwiohtlg naar lichaam en □aar ziel. ZH zal gelukkig bfijven. Want de man, die haar heeft gevonden, heeft rust ge kregen:, ln haar frischheid, ln haar goed heid. De man ontmoet niet vaak moer een vrouw, die hem rust geeft. De vrouw is een wezen geworden met geverfde lippen en geverfde ziel. De man zoekt zfin rust in de boeken of in zijn droom, waar hfi haar dan ontmoet die zfin Ideaal ls, troos tend en naderbfi. Klik mg aan 1 Als hij dis de donkere vrouw heeft ge vonden haar aunkfikt, dan gis ik dat nfi nooit verder kgkun zal, want dat voor hem staat een blinkend wezen, schoon van geluk, en schoon geluk gevend, zon der wikken, zonder wegenin eenvoud. KLELMGHEDEN die te pas kunnen komen. Transparant of glaspapier kan van de ruiten worden verwgderd door middel van een sterke loogoplossing. Gebruikt waterglas (voor eirene) kan het beste benut worden als vervangmiddel van soda, maar voor inleggen van eieren wordt het niet gemakkefijk weer geschikt. Met houtasch kan men tin fraai poet sen. Wring een doek in het water uit, doop dien even in de asch en wrijf er mee over het voorwerp. Poets het met een dro gen doek flink na. Vergulsel op poroelein zal het niet lang uithouden, wanneer in het waschwater soda wordt gebruikt» Men gebruike daar om slechts zeepwater voor het afwasschen van dit soort vaatwerk. Voor het boenen van lederbekleeding op meubelen gebruike men na eerst zorg vuldig het stof verwijderd te hebben, een mengsel van 40 druppels terpentijn op een glas melk. Een creolinevlek op iBarmer kan men eruit halen door herhaaktofijk die vlek te bedekken met benzine of benzol, bgv. door er met pgpaarde een soort (fijkje omheen te maken en daarbinnen de vloei stof te brengen en te roeren. Voorzichtig heid met vuur is geboden. Aon de zeekust Je moot geen zeewater drinken, Tom, je wordt er zoo dorstig van. Dat 's niks, d'r is nog veel meer. Slechte tfiden. De tijden zijn allerellendigst, zuchtte de jonge kassier. Overal waar ik vandaag kwam, werd ik verzocht nog eens terug te komen, behalve waar nfijn meisje woont Opwekking. Sergeant: Jelui bent de grootste ezels van het regiment en toch, als een van jelui zich maar een beetje goed ge draagt dan zou het geen wonder zgn, als je nog sergeant werd, net als ik. JOPIE EN DE KOBOLDEN. Op zekeren dag, toen Jopie haar huis werk zat te maken, vlogen door hert open raam van de kinderkamer eenige kleine wezentjes, kobolden, naar binnen. Een paar gingen op de tafel zitten, een op Jopde'a schouder, een op haar rekenboek en o-wee, een op haar rechterhand, &oo- dat de pen een groote inktspat op haar schrift maakte. «Kom, Jopie," riepen de kleine kereltjes door elkaar. Doe je boe- kou 'toch dacht en ga buiten in den zonne- schijn spelen!'!' ,.o, maar ik moet toch mijn huiswerk maken, antwoordde Jopie ..Ik moet zee sommen maken en dan nog een versje loeren 1" s „Dat doe Je dan later maar," riepen de kobolden en ze begonnen haar boeken cn schrift dicht te doen en haar pen- houder grepen ze uit Jople's hand, tenrtjj ze zeiden: „Kgk eens naar buiten op'^ wei. Daar is Karei aan het spelen :n«| Ans. En denk }e dan, dat zg al klaar zijn met hun huiswerk?" Jo, nee, wat doe jullie nur riep Jopfo"* uit. want de kobalden droegen met veel' moeite haar schrift en boeken weg en stopten ze in haar tasch. „Kom, alleen kleine domooren zitten den heel en middag te leeren, terwfil bui- ten de zon schfiRt. Jfi kunt vlug genoeg leeren en sommen maken. Dat doe je straks maar even, voor je naar bed gaat!'' Jopie begon zioh af te vragen, of dé kereltjes misschien geen u' lijhadden. Ja, de zon scheen heerlijk en Karei en Ans waren zoo echt aan het spelen en schaterden en gilden telkens van de pret. En wat zag in huis alles er vervelend Maar juist toen Jopie op wilde staan, om den raad van de kleine stoute kobol den op te volgen, daar kwam met zacht wiek-geruisch een ellje, ven prachtig mooi, teer wezentje de kinderkamer bin- nenvil. «cn. Het elfje vloog midden tus- schen de kobolden op de tafel en riep boos: „Maak dat je weg komt, ondeug den»" Nu, de kereltjes maakten dat ze wegkwamen. Eer Jopie begreep wat er gebeurde vloog het heele troepje het open raam door en was in een wip uil het oog verdwenen. Nu keerde het elfje zich glimlachend naar Jopie en zei: „Je moet nooit naar ze luisteren hoor. Het zgn de „Kobolden van de Ondeugd" en je moet nooit doen, wat zg je raden, want dat is juist altijd verkeerd. Ga nu zitten en maak eerst je huiswerk af. Dan spoel je straks veel prettiger!" Jople's oogjes zochten het raam en de wel en Karei en Ans. Maar de elf, die haar gedachten wel begreep, zei: „Karei doet zgn huiswerk nooit goed en welk nummer van de klas is hg?" „Nummer laatst," antwoordde Jopie. „En Ans leest haar lessen zoo vlug en haastig, dat zg ze meteen weer vergeten is, als ze haar boek sluit. En wat gebeurt er dan met haar op school?" vroeg het olQe weer. „Ja, dan moet ze schoolblijven om haar les over te leeren," antwoordde Jopie zachtjes. „Zoo. en jg wou zeker niet graag num mer laatst van de klas worden en ook niet schoolblijven? Werft dus altijd eerst en speel daarna. Zal ik straks je versje ovcrliooren?" Dat vond Jopie natmiritjk heerfijk. En of ze haar versje goed kou opzeggen. En of ze baar sommen keurig schreef, ter wijl het elfje naar haar zat te kfiken en te uilsterea Den volgenden dag. toen Karei een ïtfi voor zfin sommen kreeg en Ans al leen maar de eerste regel van haar versje meer wist, toen was Jopie het elfje na- tuurfijk zeer dankbaar voor haar goeden raad. Als later de .Kobolden van de On deugd" weer eens trachten haar tot ver keerde dingen over te t»Jaii1 dan joeg Jopte ze dadelijk weg. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. 1. Alligator. 2. Orang Oetang. 8. Dromedaris. EL Het oog van den meester maakt het paard vet. roover, haven, kaarten, heester, drama, gesp, dom, t, t, t. Nieuwe XXXXXXXX Op de kruisjes- Op de 2e rij ,le naam van een land; op de 8o rij de □aam van een mu ziekinstrument; op de 4e rij een plaats in ons land; op de oo rij dingen van weinig waarde; op de rij een hemellichaam; op de 7e rij een meisjesnaam; op de 8e rg een boom; op de 9e rg een bfiwoord van plaats;op ue 10e rg een medeklinker. H Welk dorp kun je hieruit lozon? den dam Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van: J. B.; J. en G. B.; D, en V. D.ï G. en t tPiJ',P'5 D-i B" D-; A. E.; P. 8- K G.; O. H.; A. H.; B. en 0. K.; K.; T v 5 J ,nP4A*AJ' S'; S' T'; J- d- Vd w5 Mó H' W-i W- W" L. W.; S. en M. v. Z. De prijzen zijn ten deel gevallen aan: J. Bremer, Schagenatraat 78. en. Dortmundt, 2e Vroonstr. 12. Dijkstra, Van Oalenstraat 59. 1'. Kottier, Goversstraat 20. en Koopman, Weststr. 17. J. J. Pootjes, v. Galenstraat 1ÖÖ. T. Ven erna, Scha gen.straal 87. li- J- Vlieger St. Bossestraat 11. A. Wiersma, Wilhelmlnastraat 89. I M. li. ahlers, Schagenstraak 97. Hg loopt heen en weer. Spreekt tegen de brits en de muren. Staat plotseling etÜ, om naar 't kleine venster te turen. Dat awnar betralled, bekapt, ver bulten 't bereik zijner handen, Het welnlgje daglicht doorlaat, een zon straal tje ooms op de wanden. En starende zonder te zien: de cel, zijn ver blijf van het heden, Aanschouwt hg met geestesoog: zijn Jeugd, zijn zoo zonnig verleden. Hg glimlacht, hg speelt met de maats, zoo- even de schoolbank verlaten] En vol vair de onstuimige vreugde der jeugd, zijn de anders zoo ledige straten. Hg ziet zich weer gaan, voor 't eerst ln het pak des noesten werkers gestoken. Hoe trotsch stapte hij heen, met drinkkan cn ibrood, en 't vooruitzicht, te mogen gaan rooken. Wat heeft hg gepeesd, voor het gloeiende vuur. Zijn spieren werden als staaL Het aambeeld en moker zijn twee kameraads, een blondine zijn hoogste ideaaL Hoe lief had hij haar, zij zoo teer als een bloem; hij zoo forsch en zoo sterk als een eik. Bij de dreunende slagen en het laaiende vuur, voelde hg zich een koning gelijk. Hij kreunt, balt de vuisten, hij ziet weer den schavuit, Hem ontstelend de liefde en eer van zijn bruid. En kennend van machtlooze woede, herhaalt hg 'steeds weer: „O, kon Ik, a, kan ik! Weer sloeg ik le neer!" Een maand is voorbij. Hg spreekt tegen de brits en de muren. Zet zich neer op zijn bank, om naar het kleine venster te turen, Dat zwaar betralled, bekapt, vet bulten 't bereik zijner handen. Het welnlgje daglicht doorlaat, een zonne straaltje speelt op de wanden Hg ziet het, hU denkt aan zgn liefelijk dorpje daarbuiten, Aan het bosch en de beek en aan de fabriek, waar hg werkte met zijne kornuiten, Waar hg zong bg het werk, bij het aambeeld en 't vuur, Totdat bet noodlot hem bracht dat ramp zalige uur. Hg springt op en schreeuwt alt: „Moet dit .altijd zoo zgn?!! Ik verteer hier van haat en lijd helkognl" Een laar is voorbij. Hg spreekt tegen de brits en de muren. Hg zit op den grondt ln een bock zgner cel, naar 't kleine venster te turen, Dat zwaar betralled, bekapt, ver bulten 't bereik zgner banden, Het welnlgje daglicht doorlaat, een zon- straaltje aoms op de wanden. Maar er ls niets dat hg ziet, want zijn brein is verward. Hg weent als een kind, Ujdt ondraaglijke smart Het eens zoo krachtige lichaam, gebroken, Zit wezenloos ln 't hoekje der cel, weggedoken En na een paar maanden, wordt op des dokters bevel Het krankzinnlgeogestichl rijn tehuis, in rui] voor de cel HET „STOOMBOOTS SPEL'. AH BTTOTR Corry Brena. fijnen komt de naam van een brandstof.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 8