SINT NICOLAAS-PRIJSVRAAG. Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 26 NOV. 1927. DE JUFFROUW. Toch haar doel bereikt Reeds toen zij nog klein was, was zij begonnen met hem na te kijken als de school uitging, omdat zij hem zoo'n aar- digen jongen vond. Later, toen zij ging begrijpen wat liefde beteekent, sohoof zij slechts heel eren het gordijn opzij, hem met de oogen haren groet zendend, al kwam die ook niet op de paats van be stemming. En zij groeide op met die gedachte.... Hij werd de uitverkorene van haar hart, het droombeeld van haar jonge-meisjea-leven. Hij wist daar nooit iets van. Het is een misdaad voor een Jong meisje, dat bemint .zij het ook het geringste daarvan te laten merken. Zij mag slechts hopen, dat men het eenmaal ontdekken zaL Helaas, voor haar was die hoop een IJdele hoop. Hij vertrok, bleef vele jaren in den vreemde, en keerde daarna weder. Maar als hy voorbijging, was bij niet meer alleen, er wandelde een bekoorlijke Jonge vrouw aan zijn arm. Hij was ge trouwd. In bet Park, waar zij zich vaak met een boek op een bank nederzette, be merkte zij, op een namiddag niet ver van zich at spelend, twee kleine kindie ren, onder de hoede eener juffrouw, aan wie zij veel van kinderen houdend vroeg: „Van wie zijn die kleintjes?" Én het antwoord deed haar beur blond hoofdje bijna achter haar boek verbergen. Zij waren van hem. Den volgenden morgen waren zij er weer. Zij riep ze. ^Je bent niet bang van me, nietwaar? Kom eens hier bij me zitten." Zij nam ze op en zette ze elk op een knie, om voorovergebogen, eenige oogen- blikken lang, ze met groote teederheld aan te staren. Zij lieten hot zich welge vallen, mot de gemakkelijke familiariteit van kinderen. „Hoe heet je?" vroeg zp. -n Een der twee antwoordde: -Pierre." Zij beefde.Zijn naam. Hij kreeg de eerste kus. Sedert kwam rij alle dagen haar boek lezen op de bank in het park. AUe dagen op hetzelfde uur waarop zij er zeker van was de blauwe manteltjes der lieve klel- k&k te zien versohijnen. /ij kenden haar al goed, de lieve juffrouw en snelden op haar toe, om haar te om- nelzen. Oh, die kusjes van die kinderlipJes, die omhelzin» met die mollige armpjes. Dat waren toch zijn oogen, dat toch hetzelfde kuiltje als In zijn kin.Wie weet, mis schien bereikten hem enkele van die lief kozingen, die alle voor hem bestemd' zijn? Zij is hun vriendin geworden, hun ver trouwde, de „juffrouw uit het Park", zoo als zij ze noemen. Plaatjes, bonbons, el- ken dag neemt ze wat anders voor hen mee. En de kleintjes vragen zich niet af, wie toch die aardige onbekende dame is, die hen omhelst, die hen bederft, en die hen zoolang met de oogen volgt, totdat ze uit het gezicht verdwenen rijn. dong, teer groen siert de boomen in het Eark. De natuur is ontwaakt tot pieuw leven, na een langen winter, in weikon het Park als uitgestorven was. Thans komen de wandelaars weer op dagen, en dienen de banken weer tot zit plaats, van velen vooral, die den winter voor het grootste gedeelte in huis heb ben doorgebracht, van oudéh van dagen on kinderen. Ook zij heeft haar bankje weer opge zocht. Maar waarom laten zij zich niet meer zien, de blonde manteltjes? Waarom ontbreken zij alleen thans, nu alle beken den, de vogels mede. zijn teruggiekeerd? IDen gevoel van angst maakt zl«h van haar meester. Neen.dat kon niet mogelijk rijd. En eiken dag opnieuw kijkt ze in ang stige spanning naar het hek. Goddank. Daar zijn ze. Bedden. Maar hun dierbare kleine lijf jes zijn gehuld! in zwarte manteltjes in rouwgewaad. Zy kfjken beiden zoo ernstig], als pein zen ze na, waarom het in huis plotseling zoo eenzaam en triest is geworden, waar om er aan tafel nauwelijks meer gespro ken wordt, en waarooi, als ze 'a avonds slapen gaan, mama ze niet meer een nachtzoen komt geven. En dat doet pijn lijk aan, die kleuters zoo ernstig te zien. de knuistjes toegeklemd in hun droeve verwondering. Zij staat op. Maar naast hen riet zij hun vader. Hij is ook geheel in 't zwart, een broeden band om den hoed. Zij is dus heengegaan, de jonge vrOuw, die hij van verre had me>egebraoht\en die zoo vol Hef de tot hem opzag, als ze naast hem liep aan zijn arm. En niet de minste jaloezie tegenover de doode blijft over in haar hark Van verre zien zij haar, maar ze loopen niet naar haar too om haar te omhelzen. De tegenwoordigheid van papa, hun zwar te pakjes, waarin zij zich nauwelijks weten te bewegen, maken hen bedeeed, maken hen links en stijf. Zij wijzen haar alleen aan met den vinger aan hun vader, diio groet zonder haar to naderen. Rn als zij zyn voorbljg<gcan, blijft rij ritten op haar bank,.moedeloos, een yripe verlatenheid, van plotseling alleen zijn, schroeft haar byna de keel toe, doet haar afgemat de armen langs hot ljjf zakken. Een enorme Jaloezie leeft in haar op, tegen die doode, die is heengegaan mede nemend de kussen harer kinderen, mls- sohlen ook al de zijne, de kussen van hem', van wlen haar hart vervuld Is. Daarstraks dacht ze aan het drama, dat In het huis der doode was afgespoeld, zy dacht aan de groote droefheid van een jonge moeder, afscheid nemend van haar kinderen, voor het laatst. Haar sympa thie van zwakfce blonde vrouw, had haar doen medelijden met die andere vtouvj weggerukt uit den kring van wie haar lief en dierbaar waren haar hart had de onder bloemen en kransen bedolven kist mede grafwaarts geleid. Nu is dat anders geworden. Zy ziet sleohts de mededingster voor zich, die haar den geliefde heeft ontroofd, de moe der der kinderen, die zij de hare wensch- te, de vervloekte, die zijn vrouw is ge weestEn haar willen-goed-zijn blijft onmachtig tegenover die impressie. Van lieverlede kwamen de kleinen de volgende dagen weer. Het was als een heis nieuwing. Eerst beschroomds daarna toenemend- tertrouweiyk, eindeUjk de vreugde der vriendschap, die zich vrij en volkomen weet. Men zou gezegd hebben, dat het nog onbegrepen drama, voor hen vast staande alleen door zyn onmiddellijk waarneembare gevolgen, hun teere kleine leven zóó had aangegrepen, dat het was alsof plotseling de groote koude van het huls ze had doen bevriezen, en zy nu noodig hadden, wedergeboren te worden in een opnieuw zich openbaren van hun verstandelijke vermogens en van hun be wijzen van liefde. Hy vergezelde alle dagen zyn kinderen naar het Park, zonder echter ooit nader- hy te treden. Hy- groette van verre, een somberen groet. Ben middag zag rij hem komen. Alleen. Hij scheen te zoeken, en haar ziende,1 naderde hy de bank, waar zy gezeten waa Zy veinsde te lezen, maar haar vin gers beefden tussohen de bladzydem. „Juffrouw...." HIJ stond voor haar, geheel in het zwart, t zwart van kortgedragen rouw. Het was sinds lang. dat zy het geluld zij ner mooie ernstige stem weer hoorde. „ïk vraag U vergiffenis, juffrouw, over wat ik U zeggen gaHet is niet over eenkomstig <ie gebruiken.... Maar U bent boven de conventies verheven. Myn kinderen hebben mij zoo vaak van U verteldZy houden zooveel van U". Dan zachter. „U weet, dat er geen mama in huis Is. WtLt U haar vervangen, die is heenge- gaan". Hy reikte haar de hand. Zy sloot de oogen, overstelpt door een vreemd geluk dat zy nooit zich had voorgesteld. En zü was verbaasd dat die oneindige vreugd die haar scheen te komen van zeer ver, van uit onbekende oorden, die vreugd, die haar geheel vervulde. In haar hart kon blijven, In haar hnrt, dat toch zoo kMn waa Zy legde de hand ln die van dep beminden man: „Ik dank U", zetdo zij.„U bent goed.en U kent het geluk ólet. dat mH Uw woorden schonken Nogmaals «loot rij de oogen. Dan stond zy op, en rich herinnerend haar slechte gedachten, haar Jaloezie tegenover haaT, die is heengegaan, die van haar kinderen afscheid heeft moeten nemen, zoo vroeg, antwoordt zy, met een stem, die heeft van aandoening en tevens van vreugde, van een geluk, dat toch gokomen Is: „Ik zal mijn best doen den kinderen oen moedor to zyn. Opdat zy, die ik onrecht deed, het mij vergeven moge," voegt rij er ln gedachten aan toe. Zwijgend heeft hy haar de hand ge drukt; zijn kinderen begroeten de nieuwe mama met vreugde, en vra gen haar of zy 's avonds weer zoo heer- ïyk worden toegedekt, terwijl zy haar be loven de fiieuwe mama heusoh nooit ver driet te zullen doen, als zit altyd mee mo gen naar de bank ln het Paric. En hun vader, vol welgevallen slaat hij dit tooneel gade, en voor het eerst komt weer eerr glimlach om rijn lippen, nu hii denkt aan zyn geliefde doode, wier laatste wensch: „geef de kinderen een goede moeder'', thans geheel vervuld is. B. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Het ware grafschrift De heer Smlth was overleden en men vroeg zyn weduwe, wat er op den graf steen moest worden gezet. „O", zei me vrouw Smith, ,4k wil er Iets hedl eenvou digs op hebben. Geen mooie woorden, dat zou hy ook niet hebben gewild. Iets heel korts en waars, byvoorbeeld dit: „Willi- am Smlth, oud 76 jaar. Goed» menschen sterven jong". Daily Mail. Ze hebben ze niet meer noodig. Een verzamelaar betaalde dezer dagen 8000 dollar voor een antieke drinkbeker. Na de invoering van het drankverbod had hy massa's van die nuttige artikelen in den modernen stijl uitgevoerd voor zoo goed als niets kunnen krijgen. „Sun". Hoe ziek htj was. Onze vriend en mede-redacteur Willi ams heeft gedurende zyn langdurige ziek te het Verdrag van Versaillea doorgele zen. Het stemt ons droevig dit thans te vernemen, want dan moet hy er veel slechter aan toe zyn geweest dan we dachten. Daily Financial Newa In tijden van verwording. Wij kennen' wel den naam van een dan seres,'die naakt danst, wel dien van een gelukkigen jockey of van een gespier den bokser, maar de naam van een dok ter, die een serum ontdekt, waarmee men- schenlevens gered zullen worden, interes seert ons zelfs niet. 1'Oeuvre. I' IJ- ".U 'I--l u.u 1 "J -*» Tob Nooit Hoekje. VERWENNEN. R. Cxitnir. Wy hoorden eens iemand zoggen, wiens kindje bij gebrek aan een wiegje in een wijnmand je op stroo lag te slapen: „Je zult eens zien hoe flink die Jongen wordt; hy leert nu al do hardheid van hot leven kennen door de pieken van hot stroo". En deze vader, trotsoh op zyn klnidl, dat ondanks hun kommervol be staan met de rozen op de wangen log, voegde er ann toe, doelende op hot kind van zyn broer: „Het is te wenschen, dat dat akelige mieaerige kereltje nooit zorg ln zyn leven leert kennen, want de we reld knypt hem dood." Wy kennen de geschiedenis van beiden: het laatste joqgske, een keurig net gedresseerd vle- geltje is op het lyceum en veroorlooft zich tengevolge van zyn nette opvoeding allerlei gluipersstreken, huilt en be klaagt zich by den rector als hy voor zyn gemeenheden een welverdiend' pak slaag oploopt. En het kereltje, dat wy zagen in het mandje liggen, is weliswaar jonger dan zijn neefje, maar het durft eerlijk en oprecht voor zijn meening uit te komen, vreest geen Vechtpartij met kameraadjes. Dat ventje met zijn lachende blauwe oogjes, lacht ten midden der wereldsche hardheid, ja het merkt die hardheid niet, waaraan het van zyn wieg af gewend is. luiers willen zoo graag hun kinderen sparen, alle leed, dat hun kan geschieden, voor hen uit den weg ruimen, maar zij vergeten, dat de wereld zoets geeft naast bitters, loedi naast vreugde en dat zy hun kinderen slechts opvoeden door hen slechts met één kant van het leven ken nis te laten maken. Bet kind moet besef fen, dat het leven niet altyd „pais en vree" kan zingen, maar dat er een strijd dient te worden gestreden, als doh moei lijkheden voordoen en dat het die moei lijkheden alleen moet overwinnen, zon der dat paatje of moesje het pnd effent Wie zyn kinderen van jongsaf aan ge went aan een dergelijke besohouwlng van het leven, geeft hun ©en veel eohooner opvoeding dan wie hun slechts van rozen- our en raaneschyn spreekt en hun de lstels en doorhen, do wolkgevaarten en somberheid op hun levenspad niet leert onder d© oogon rien. liet kind kan de zwarigheden ln hot kinderleven best dragen. Va W1 Dr. Jos, de Cock. ader te H. ry raden u aan. duwt uw zoon niet tel veel in de door u gewensahte richting. Het is natuurlijk niet iedereen gegeven, wanneer hy als jongeling het maatschap pelijk leven ingaat, klaar en diuideiyk voor oogen te zien, waarheen hy zyn schreden moet richten. De vader is zeker wel de aangewezen persoon zijn zoon te helpen by het kiezen van een beroep, maar dan moet ook die vader zich kun nen verplaatsen in het karakter van zijn zoon. En dat doet u niet. Gy hebt u iets voorgesteld en wilt nu ook, dat uw zoon blindelings volgt Dat is verkeerd. Een jonge man moet streven naar het zoeken van doelrozen voor zijn leven en zich niet laten richten op het doel, dat een ander wensoht, dat hy bereikt Hij moet zyn eigen baan breken in hot leven van stap tot stap, naar zijn eigen wil. naar zyn eigen inzicht volgens eigen plannen, om ten slotte te belanden, waar rijn na tuur heim noopt Dan alleen zal hy bevre diging vinden in zyn arbeid, want dan heeft hij alles zelf gewild en is met door den wil van anderen voortgeachoven. Be denk dit wel. alvorens gq tot dwangmid delen overgaat Aan onderstaande adressen is persoon lijk antwoord gezonden, aangezien be antwoording in dat blad te uitvoerig werd: M. J. te H.; D. K- te H.; Winkelier te H.; Naaister te H.; Denker te N. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Cock, van Merlenstraat -120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, ojsu over de wijze waarop zij hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld in dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worddh dan direct schrifte lijk aan de aanvragers. feïSL: 5SpzrttoTO ioutiol «etoekende details der tertenlngli. uit verteerd aangegeven situatie», aan wijzingen, enz. Do onuKthrlj. Ving der letten moot zoo beknopt «Mg'Wk. wü"l" UzcSVescbl'klIaar ter waarde van: Voor hen, die het grootste aantal fouten aanwqzen,enlen f g prijzen yan f 2 5Q n „acht aan'het Bureau van ons blad tot en met Donderdagmiddag 2 uur; la het nummer van Zaterdag Oplossingen worden,'onder motte „Prijsvraag lngowacni «ai *0rdou de prijswinnaars vermeld. By meerdere gelijke aan v uitgevers. Het eene noodig©. Als we er ons heele hart op hebben ge zet om iets te doen of iets machtig te worden, zoeken we niet te redeneeren. Al wat we zoeken is een goede gelegenheid. Leip. Zeitung. Een Franschman over Holland. In het Holandsche huis is men in zijn sohik zonder dat. men behoeft te glim lachen noch zich verlaten voelen. De Hol- landsche ontvangst staat halfweg bij de Ei-arische achter en bUjft een ander-en hal ven weg op de Engelsche voor. Ze is ruinder lieftallig en steviger dan de eer ste, harmonischer "dan de tweede. Daar de Nederlander oneindig intellectueeler is en veel meer weet dan de Engelschman, schiet het gesprek met hem op en vindt het onderweg stof te over; daar hy be daard is, ook bq de gedachten wisseling den tastbaren vorm van een gedachte niet loslaat en niet waagt, zich in beelden en woorden te verliezen, is hy minder ver. moeiend dan de Franschman. Eindeiyk heeft de gastvrouw, ofsohoon van verbeel ding verstoken, andere verdiensten; ze bezit een bepaalde beleefdheid, die eer van den geest dan van manieren is, ze biyft in het gesprek op den achtergrond, stil en bereid te verdwijnen als haar aan wezigheid niet nuttig is. Henry Asselin. 't Juffertje 305. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). ii IJ in .1 Het li de gevaarlijkato rerwen- 13, - e het kind op te voeden alsof hardheid of strijd niet betond. t„ v. a' „n iHv «.mini fouten en onmogelijk- of onwaarschijnHjkheden aangebracht. Wij noodigen onze lezers en lezeressen uit

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 11