DERDE EN LAATSTE BLAD GEMENGD NIEUWS VAN D0NDERDA8 1 DECEMBER 1927. vond, zoodat DE GESCHIEDENIS VAN EEN ZWEEDSCH OFFICIER DIE IN DEN WERELDOORLOG ZIJN GEHEUGEN VERLOOR. Tien jaar zoekt de Zweedsche officier naar zijn eigen ik. In de Zweedsche bladen doet een merk waardige geschiedenis de ronde van een man die zijn geheugen verloor en meer dan 10 jaar om zoo te zeggen op jacht naar zijn eigen ik is geweest. Deze man, een Zweedsch officier in Engelschen dienst, werd tien jaar geleden bewusteloos ge slagen bij het springen van een mijn aan het westelijk front. Hij werd officieel dood verklaard; doch in. werkelijkheid bracht hij I er het leven af, maar verloor zijn geheu- gen en kreeg den naam van een Engelsch officier die bij diezelfde gelegenheid was gedood. Vlak bij den Zweedschen officier was namelijk de jas van den gedooden En- Selschen officier, kapitein H. gevonden, ie zelf bij de ontploffing was verdwenen. Door enkele brieven die in den zak van dc jas gevonden waren en aan den kapitein geadresseerd waren, meende men ook wer kelijk met hem te doen te hebben, daar de Zweedsche officier, die zijn geheugen ver loren had en zich niets meer van zijn ver leden herinnerde, er niet tegen opkwam toen men hem kapitein H. noemde. Doch laten wij liever de Odyssea van dezen Zweedsohen officier uit zijn mond ver nemen, gelijk hij die aan een medewerker van Svenska Dagbladet verteld heeft. Bij de wisseiing van het jaar 1010—17 zaten een twaalftal Engelaohe officieren, waaronder onze Zweedsche officier, in een klein vertrekje in een der loopgraven va ft het westelijk front. Men speelde kaart en dronk een glaasje, toen plotseling een of ficier binnenstormde met de waarschuwing dat het springen van een mijn op til was. Allen zaten in hun hemdsmouwen, en de Zweed kreeg, terwijl hij opsprong een Jas te pakken die naast hem lag en kon nog even zijn eene arm in de mouw van de jas steken Allen stormden naar bulten, en de Zweed wierp zich instinctief languit op den grond met de jas onder zich. Een se conde later volgde een vreeselijke ontplof fing en werd de Zweed hoog in de luoht geworpen. Sedert was alles voor hem duis ternis en chaos. Eenlge dagen later kwam hij in een hospitaal ver aohter het front gelegen tot bewustzijn; hij had geen ern stig liohameljjk letsel. Hij trachtte na te gaan wat er gebeurd was, doch alles bleef voor hem even duister. Hij kon zich niets herinneren, alles was in zijn geheugen uit- gewlscht De ziekenverpleegsters en de dokters en anderen spraken hem als kapi tein H. aan, en daar allen ben, zoo bleven noemen, berustte hij daarin lijdelijk en ge voelde geen drang daar tegen op te komen. Eenlge maanden later nam hij weer deel aan den strijd op het westelijk front; hij had dienst genomen bij het vliegwezen en werd spoedig bevorderd; dooh kort daarop bij eon vliegtocht ge weest, te hebben gevochten en bevel"te hebben gevoerd; maar herinneren kon hij 'ich dit niet. Alleen dook de herinnering by hem op aan een jonge man, wiens bei- 0«P het sla^eld verbrijzeld w aren, die in zijn armen gestorven was en hem opgedragen had zijn laatste groeten aan ztfn zuster over te brengen. Dit had hij gedaan, en die zuster was sedert zijn vrouw geworden. In overleg met haar stel de hy, om iets naders over zijn verleden te weten te komen, onderzoekingen in be- rtrniff" An v! ,ilie H*> welker naam hij Ijcw,a.?1 j200 weten dat de moe- an H. by diens geboorte gestorven was, en kort daarop de vader. Andere fa un 10 scheen hij niet te hebben. Niemand ene en by de autoriteiten navraag over hem te hebben gedaan, en het was dus als- de,.m«5 niemand meer op de wereld be zat, die zich om hem scheen te bekomme- ren. 1 en einde zijn geheugen terug te krij gen, had hij tal van dokters geconsulteerd, en was hij van het eene ziekenhuis naar het andere getrokken; dooh alles tever geefs. Op zekeren dag hoorde hij toevallig iemand een paar woorden Zweedsch spre- ,eP> plotseling werd hij zich bewust dat hij Aweedsch verstond en ook spreken kon; maar het was hem onmogelijk zich te herinneren waar en hoe hij dit geleerd had. Maanden verliepen en voortdurend pijnigde hij zich de hersens met de vraag: maar wie ben ik toch? Hij begon nu aan Zweden te denken, en trachtte herinnerin- !en aan dat land in zijn geheugen op te iepen, en kwam nu zoover dat hij meende vroeger wel eens in Zweden te zijn ge weest. Zoo gebeurde het, dat bij een be zoek dat hjj aan een der ministeries bracht, zijn oog op een Zweedschen staats- kalender viel, die hij ter hand nam en in zag of er ook een naam in voorkwam, die hij zich herinneren kon. En plotseling viel nu zijn oog op zijn eigen naam, en het werd hem duidelijk, dat hij dien naam vroeger gedragen had. Hoe zou hij zich daarover zekerheid kunnen verschaffen? H]j had zijn vaderland al sedert bijna 80 jaar verlaten en met uitzondering van een paar dagen die hij tijdens den oorlog !n Zweden had doorgebracht, had hij het niet meer bezocht. Zoo besloot hU naar de per soon ln kwestie te schrijven, wiens naam hij in den staatskalender gevonden had, en hem om nadere bijzonderheden betreffen de diens familie te vragen. Zijn brief on- derteekende hij met zijn nieuwe aange nomen naam van kapitein H. HIJ ontving onmiddellijk antwoord, en vernam daaruit dat de briefschrijver een broer had gehad die bijna 80 Jaar geleden zijn vaderland verlaten had en ln 1010—17 aan het weste lijk front gesneuveld was, 't geen offloleel aan de familie was medegedeeld. Nu was het alsof de donkere kamer van zijn verleden ontsloten was, en hij vroeg zich af of hB nu eindelijk zichzelf terug gevonden bad. Hij besloot nu naar Zweden te reizen. Toen hU te Stookholm kwam keerde zijn geheugen eensklaps terug. Hij vond daar namelijk zijn oude moeder, rijn broeders en oude vrienden uit zijn jeugd en zün studietijd terug, en ook zij herken den ln hem den doodgewaanden zoon en broeder. Dat ik mijzelf ben, verklaarde hij aan den medewerker van Svenska Dagbladet, staat ln deze omstandigheden wel vast. Maar ik ben ook een ander. Wie lk ben en wie lk zal worden laat mij daarop het antwoord schuldig blijven. Ik heb mijn wortels ln twee landen, ln het eene ben ik opgevoed, daar heb lk mijn bloedverwan ten, in het andere heb ik het grootste deel van mijn leven gewoond, lk heb het leeren liefhebben els mijn werkelijke vaderland, daar heb lk mijn gezin. Ik heb voor dat land gestreden en mijn bloed geofferd, de wortels die mij aan dat land olnden zijn sterk, zeer sterk. Misschien sterf lk daar, zooals ik er voor geleefd heb. Misschien. Volgens een ander Zweedsch blad „Af- tonbladet" zou deze Engelsch-Zweedsche officier, die nu gepensionneerd kolonel ln het Engelsohe leger is, een zoon zijn van den overleden professor in Upsola N. K. Dunér, en is hij de vroegere Zweedsche luitenant Gustav Dunér. Hier is inderdaad stof toot ten boeien de film. Ernstig spoorwegongeluk. De „Ne-ue Freie Presse" meldt uit Boekarest, dat Maandagavond op het sta tion Titu een ernstig spoorwegongeluk heeft plaats gehad. De sneltreinen uit Temesvar en Boekarest reden, even na dat de extratreinen met de koninklijke familie uit Florica, waar de teraardebe stelling van Bratianu had plaats gehad, was aangekomen, op het station op elkaar in. De botsing was zoo hevig, dat heide looomotieven en zes wagens grootendeels verwoest werden. Twee ersonen werden onmiddellijk gedood. Er ie een groot aan tal gewonden, van wie zes ernstig. Een orkaan op de Zwarte en de Kaspische Zee. Veel schepen getroffen. Op de Zwarte Zee en de Kaspische Zee woed't sindis enkele dagen een orkaan. Up de Kaspische Zee zijn ongeveer 100 booten van de Russische visscherij-trusrt met een totale bemanning van 400 men schep ln het ijs blijven steken, de beman ningen konden nog niet worden gered. Nabij Lagal werd een schip met 120 man aan boord door de IJsschotsen doorgesne den, de bemanning kon worden gered, daarentegen zijn 14 kleine schepen met 42 man vergaan. Nabij Astrakan zijn drie stoomschepen, 11 kleinere schepen en 7 motorbooten ln het ijs blijven steken. I )o drie stoomhooten en twee sleepbooten zijn ernstig beschadigd. Men is zonder nieuws van niet minder dan 177 schepen, behoorende aan den staat en aan oorpo- raties. Op de Wolga waar een sterke ijs gang is, is een kotter met 0 man vergaan. OPSTAND IN EEN GEVANGENIS. Volgen* een bericht van de -Arbelte* apest heeft aldaar Dinsdagmorgen ln het tuchthuis een op- Zeitung" uit Boedap stand van de politieke gevangenen plaats gehad De gevangenen maakten van bed den, deuren en tafels een baricade en be gonnen te schreeuwen, terwijl zij den eisch stelden in vrijheid te worden ge steld. De politie moest ingrijpen om de gevangenen, meest aanhangers van de Vagi-partij, tot rust te brengen. Een ge vangene, die voor een agent van politie vluchtte, sprong uit de tweede verdieping iu den tuin, waar hij dood bleef liggen. VERDUISTERING. Ldnartas, de nieuwe legeeringsnotaris van Lithauen, is wegens verduistering van 17000 lit tot 8 jaar gevangenis ver oordeeld. Hij was een bekende persoon lijkheid in de partij van Woldemuras en heeft een belangrijke rol bij diens staats greep gespeeld. HET VERKEER TE LONDEN. De Londensohe graafschapsraad heeft in de eerste 0 maanden van dit jaar 271,000 rijbewijzen voor motorvoertuigen afgegeven of rond 48,500 meer dan in de zelfde periode van 1020. Ofsohoon het verkeer per motorvoertuig dus gestadig blijft toenemen, zijn er toch bovendien nog 100,000 vergunningen uitgereikt aan personen, die met paarden bespannen voertuigen, meest vrachtwagens, bestu ren. Ook dit getal is een kleine 10,000 grooter dan verleden Jaar. LONDEN WEER IN T DUISTER Voor de tweede maal binnen een week is het Dinsdagmorgen te Londen ruim een uur lang stikdonker geweest onder dezelfde verschijnselen als Donderdag nX van rook, die niet door de wolkenlaag heen kon dringen. Toen de wind wat ster ker werd, braken de wolken en kon de rook ontsnappen. Ofschoon <fe zon ook nu niet doorkwam werd het toch weer licht. De ramp in Algiers 800 slachtoffers. In de streek van Perregaux verwacht men nog meerdere verwoestingen, daar er opnieuw hevige regens gevallen zijn. Men wil de heele bevolking van de streek wegvoeren om meerdere verliezen aan raensohenlevens te voorkomen. De offlcleele berichten spreken van 800 dooden, die tengevolge van do ramp te betreuren zouden zijn. Een aantal slacht offer» van de overstroomingen is gered, maar men mist nog velen, die door den stroom weggevoerd werden. Bij Oran staat er op de spoorlijn nog 10 voet water en verscheidene treinen zijn midden in het water blijven staan. De meeste schade is aangericht ln Per regaux en te Mostaganum. In de eerste plaats zijn 10.000 meneohen zonder onder dak. Doordat de maohlnlst bij de stuw van Fergoud, die doorgebroken is, er in slaag de den burgemeester van Perregaux te waarschuwen, zijn velen ln staat geweest om nog tijdig een goed heenkomen te zoe ken. HET ONTVOERDE KNAAPJE. Naar men uit Berlijn meldt, heeft de voogdijraad te Dresden afwijzend be schikt op het verzoek van mevrouw Her schel, geboren van Blelchröder tot bet verkrijgen van de voogdij over haar kind, zoodat de knaap aan do zorgen van den vader toevertrouwd blijft. AARDVERSCHUIVING. Bij Glelohenberg zijn tengevolge van een aardverschuiving bij den bouw van een spoorweg 8 arbeiders gedood en ge wond. ROOVERBENDE OPGEPAKT. In Moravië is een uit een aantal Jonge werkloozen bestaande (rooversbende ge arresteerd, die den 1 Bataten tijd uit ver zegelde spoorwegwagona waren roofden tot een bedrag van vele duizenden kronen RAMP IN CHIOAGO. Naar het V. D. agentaohap uit Chicago vernoemt, zijn daar Dinsdag drie muren van een groote garage, aie verbouwd wordt, Ingestort. Dertig personen werden onder de pulnhoopen bedolven. Men vreest dat tien van hen om bet leven zijn gekomen. OVERSTROOMINGEN OF HAÏTI. Blijkens een meedeeling van het Haïti' aansche gezantschap te Parijs hebben er ln het Noordelijk deel van het eiland1 ge weldige regent gewoed, die ernstige over- etroomingen hebben veroorzaakt. De plaatsen Port de Palx, Port Margot en Limonade zouden overstroomd zijn, doch er zouden geen menaehenlevena te be treuren rij*. DE ZKW, DIE GEEFT.... De m, die geeftdal hebben we verleden week gelukkig hier mogen ervaren. En in de kringen, die daarvan de vruchten mogen plukken, was er groote erkentelijkheid en dankbaarheid. En wij, die buitenstaanders zijn, wij verheugden ons met hen, want wij weten hoe noodig het was, dat er een klein, of een groot, voordeeltje kon worden opge streken; wfj konden blij zijn met de blijden en ar-* van ganscher harte. Wdint zuur verdiend blijft het broodje van den visscher. De zee, die neemt...., dat weten ze op alle vischersplaatsen. Niet alleen is dat in materieel opzicht het geval, doch ieder hier heeft er wel heugenis aan dat de zee ook nam de levens der mensohen, die haar hadden te doorploegen. Mochten er soms stemmen klinken, dat de zee armer aan visoh wordt.dan op eens staat men weer verbaasd over de ge weldige hoeveelheden vlsch, die uit haar schoot worden opgediept on het duizelt Je even als je bij de genoemde hoeveelheden even nadenkt en overpeinst hoe groot de scheppingsmogelijkheden zijn. Sta b.v. even stil bij de sardienvangst, als, zooals de vorige week ls gebeurd, een span schuiten ln één streek voor meer dan duizend gulden sardien naar boven brengt. Dat was, naar ik vermeen een kwantum van een driehonderd manden. Hoeveel er in zoo'n mand gaan, is verre weg niet to schatten, doch ongeveer een klein denkbeeld van die hoeveelheid drie honderd maal zoo groot, verkregen in één trek, kan lk me toch vormen. En dan te weten, dat die vangst sleohta Is een strookje uit de reusachtige slagor den van sardien, die zich als één kudde voortspoedde. Hoeveel mlllloenen en mlllloenen vlsch- {os moeten zich in zoo'n sohool wel heb- ien bevonden. Vanwaar komen die zoo plotseling en wanr stond hun geboorte- wieg en boe ontkwamen do mlllloenen vlschjos aan de gevaren, dlo hen overal in de zee bedreigen? En wat te denken van de geweldige hoe veelheden trarnalen, die, ln diezelfde week van vlsch rijkdom, op Texelstroom werden bemachtigd. En wat te denkon van de groote hoeveel heden baring, die ln dit seizoen, ook ln diezelfde rijke vlsohweek, hier aan de inarkt zijn gebraoht, gevangen op Onrust en aan het strand van Huisduinen. Is bet niet of er een oontrabewijs ge leverd werd, dat de zee nog lang haar •ohepplngsmogélljkheid niet had verloren. En wat ls het resultaat van dit versohljn- sel. Niet alleen, dat er heel wat geld ln het laadje is gekomen de vorige week, dooh dat deze vlsohrijkdom velen een hart on der den riem heeft geschoven. ZIJ, die tnlssohlen reeds mismoedig de armen slap langs het llohaam hadden bungelen, heeft het energie Ingeblazen en heeft de hoop doen herleven, dat er wellloht weer ande re, betere tijden zullen aanbreken. Het vuurtje, dat bij sommigen haast was uit gedoofd, werd door den wind van den vlsohrijkdom weer aangeblazen er. heeft allicht sommigen in laatenden gloed doen zetten, zoodat ze forsch durven aanpak ken en blijmoediger de toekomst durven tegemoet gaan. Is het niet een heerlijk denkbeeld, dat, wat ln jaren niet is gebeurd, nu weer UIT DE GESCHIEDENIS VAN HELDER EN HET HELDERSCHE KANAAL OVER DE LAATSTE 100 JAAR door P. G. de Boer en J. Brouwer. 7) Spoorwegverbinding. In 1850 was dan ook reeds sprake van den aanleg een er spoorverbinding. 21 September van dat jaar werd aan den heer G. Morel te Parijs voorloopig concessie verleend voor den aanleg en de exploitatie van een spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam. Deze plannen zijn evenwel niet tot uitvoering ge komen. Het jaar daarop werd door J. Revius c.s. te 'sGravenhage een aanvraag ingediend voor een spoorwegverbinding NieuwediepAlkmaar—Bever wijk—Haarlem. Door gemeentenaren werd een adres aan de Tweede Kamer gericht, waarin aangevoerd wordt, „dat een spoorwegverbinding met Nieuwe diep veeleer bovenaan moet staan en voor onzen handel van veel meer nut is, dan die met de haven van Vllssingen of Harlingen". Ook dit plan kwam niet tot uitvoering. Het duurde tot 1805 eer eene spoorwegverbinding met Alkmaar tot stand kwam. In 1807 kwam de verbinding met Haarlem tot stand en daarmede de aansluiting op het spoor wegnet Verdere uitbreiding der stad. De onregelmatigheid in de uitbreiding der Ge meente was oorzaak, dat eene raadscommissie werd ingesteld, die het vraagstuk der uitbreiding zou ter band flemen. In 1858 bracht zij rapport uit. Zij ver zekerde zioh de medewerking van den heer T. A. Vaillant, kapitelD-ingenleur van de Genie en van den beer J. Stroopman, ingenieur van 's Rijks Wa terstaat. Twee plannen werden ingediend. Het eerste bevatte om. eejie verbreeding van het bestaande binnenkanaal. De kosten hiervan werden geraamd op 880.000. Het tweede omvatte het graven van een nieuw aanaal door Rijks- en particuliere gronden. De kosten hiervoor zouden f 870.000 bedragen. Het laatste plan vond het meest bijval, aangezien het eerste de onteigening van vele woningen met zich zou brengen. In Verband met geldelijke bezwaren werd evenwel van het plan afgezien, te meer, daar door het Rijk de domeingronden van de z.g. Nleuw- ■tad aan de gemeente waren afgestaan.In verband ds hernieuwde lust tot bouwen werd evenwel vastgesteld, dat aan de bebouwing een bepaalde richting zal worden gegeven. Verbeterd postverkeer. Met het'tot standkomen der spoorwegverbinding met Amsterdam werd ook het postverkeer verbeterd. Tot dien tijd waren de diligenoes bij de post in ge bruik gebleven. Lang vóór dien tijd had men reeds aangedrongen op het tot stand brengen van een tele graafverbinding, vooral Jti verband met het scheep vaartverkeer, doch te vergeefs. In 1861 werd einde lijk een particuliere maatschappij opgericht. Dit bracht evenwel het nadeel mede, dat voor alle tele grammen, bestemd voor andere plaatsen dan Am sterdam, nog eens extra de kosten van doorseining van Amsterdam naar' de plaats van bestemming be taald moest worden. Hierin kwam eerst in 1804 ver andering, toen de particuliere dienst door het Rijk werd overgenomen. Drie jaar later werd een nieuw telegraafkantoor gesticht aan het Ankerpark te Nieuwediep. Helderts gouden jaren. Met het jaar 1870 ving voor Helder het tijdperk van den grootsten, helaas slechts kortstondigen, bloei, aan. Had Nieuwediep zioh tot dusverre meer ontwikkeld1 als een voorhaven van Amsterdam, thans werd het de afvaarthaven van verschillende stoom vaartlijnen. In verband met het graven van het Suez-kanaal werd in 1870 de Stoomvaart-maatschappij „Neder land" opgericht. Als afvaarthaven werd Nieuwediep „ekozen, omdat noch Amsterdam, noch Rotterdam in 1871 toegankelijk waren voor stoomschepen zoo- ale de Maatschappij „Nederland" die ln de vaart wilde brengen. Deze zouden namelijk een diepgang hebben van 28 voet, hetgeen later werd gewijzigd in 10 voet in verband met een ondiepte bij Serapeum (Suez Kanaal). Men had toen de keuze tusschen Vlls singen en Nieuwediep. Men koos Nieuwediep, waar men ligplaats verkreeg in de Buitenhaven, en een strook domeingrond in huur nam voor het oprlobten van gebouwen, etc. 8 Mei 1871 kwam het eerste schip der Maatschappij, het in Engeland: gebouwde stoomschip „Willem IU", te Nieuwediep aan. 16 Mei d.a.v. vertrok het naar Oost-Indië. Helder vlagde dien dag en deze gebeurte nis werd verder gevierd met muziek-uitvoeringen en het afsteken van vuurwerk. Asd bet einde van 1874 voeren van hier 6 stoom schepen van de Maatsohappij „Nederland", nL de „Oonraid", „Prins van Oranje", „Prins Hendrik", „Koning der Nederlanden" en „Prinses Amalla". Een zesde sohlp, de „Voorwaarts", was ln aanbouw. De kantoren en loodsen der Maatsohappij werden aan de Buitenhaven, nabij de Koopvaarderssohutsluis, gebouwd. In 1878 werd de met de Maatschappij „Nederland" oonourreerende Stoomvaart-Maatschappij „Java" op gericht, die eveneens haar kantoren alhier vestigde. Onder de blnnenstoomvaartdlensten worden ver meld de herstelde dienst op Texel met de .,Ada van Holland", de stoombootdiensten op het Noord-Hol- landsoh Kanaal (passagiers- en goederendienst van Gebr. Zur Mtlhlen en een stoomsleepdienst van Gebr. Goedkoop) en een zomersohe dienst op Harlingen. Vooral in de jaren van den Atjeb-oorlog had de pas- sagiersdlenst bet druk. Het kwam in die dagen voor, dat drie booten tegelijk extra-diensten moesten varen voor het overvoeren van een transport militairen. Uitbreiding der haven. Door de toenemende scheepvaart werd de behoefte aan meerdere ruimte in de haven en de Koopvaar dersbinnenhaven eterk gevoeld. Een plan tot uitleg van de haven, ODtworpen door den Gemeente-Bouw meester Scholten, weriL door den Raad aangenomen on aan de regeering ter goedkeuring opgezonden. Een belangrijk puat hiervan was, dat spoorwegen langs de haven geprojecteerd waren, waardoor aan bet bezwaar aangaande het transport der goederen naar de haven tegemoet zou worden gekomen. Want dat liet nog veel te wenschen over. De verbinding met het Noord-Hollandsch Kanaal en de Koopvaar- dersbinnenbaven door middel van lichters was zeer tjjdroovend. Met dicht water moest alles per spoor worden aangevoerd, en daar de spoorweghaven te geringe diepte had, moesten zware voorwerpen door Helder gesleept worden. De Koopvaardersbinnenhaven lag in die dagen ge regeld vol met hout- en kolenschepen, die aldaar hun lading losten. Het volgend staatje geeft een overzicht van het aantal ingeklaarde schepen: De ontruiming van de op dit terrein staande keeten, het z.g. „Strooien dorp", had nog heel wat voeten in de aarde. Hieromtrent vindt men ln het tweede gedeelte, gewijd Ban bet Heldersche Kanaal, nog naders vermeld. Tot voor weinig jaren werd ten opzichte van den Post- en Telegraafdienst de onderscheiding tus- soheD „Helder" en „Nieuwediep" nog gehandhaafd. Het postkantoor, aan den Kanaalweg, waarin uitslui tend de postdienst gevestigd was, heette postkantoor Helder; het Telegraafkantoor in het Ankerpark was telegraaf Nieuwediep. Inwoners van Helder, die tele grammen verzonden, seinden dus altijd uit Nieuwe diep. In het Postkantoor aan den Kanaalweg was een hulp-Telegraafkantoor gevestigd, dat de tele grammen telefonisch doorgaf naar het Ankerpark; daarentegen was in het Telegraafkantoor Ankerpark een bulppostkantoor gevestigd. Voor beide diensten was een afzonderlijke directeur. Gelukkig is deze toestand thans veranderd; het gebouw aan den Ka naalweg is thans Post- en Telegraafkantoor Helder; bet hulpkantoor in bet ADkerpark is voor beide diensten gebleven. Deze zoo feestelijk begonnen reis had een nood lottig einde. Twee dagen na het vertrek werd alhier bericht ontvangen, dat de „Willem III" te Ports- mouth door brand was vernield. 4) Voor een uitvoerige beschrijving van dit plan wordt verwezen naar 6aanders, Eoonomisohe Ont wikkeling van Helder. Hierbij wordt niet vermeld of het scheeps- dan wel registertonnen waren. De cijfers over 1870 en 1877 doen veronderstellen, dat voor die jaren een andere maatstaf is aangelegd dan bij voorgaande jaren. (Wordt vervolgd). aantal jaar sohepen ton 1871 002 208.558 1872 576 262.088 1878 480 144.885 1874 475 254.484 1875 450 246.005 1870 510 645.262 1877 406 611.204 Het is omze bedoeling van de op deze plaats ver schijnende artikelen over de geKhiedenis van Helder eenlge afdrukken in boekvorm beschikbaar te stellen voor belangstellenden. Teneinde eenigszins de op laag te kunnen bepalen, zullen wij gaarne vernemen wie onzer lezers prijsstelt op een dergelijk over- drukje. De omvang zal ongeveer 4 vel druks beslaan; 'de prijs la, Inclusief een omslag, bepaald op 1.— Wie op een dergelijk overdrukje prijsstelt, beriohte ons evem. Dl SCHRIJVERS. Buitenland.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 17