T WINTERJASSEN Herman Nypels VOOR HALVEN PRIJS VIERDE EN LAATSTE BLAD tijdens de opruiming PLAATSELIJK NIEUWS VAN ZATERDAG 10 DECEMBER 1927 BOUWEN IN HUISDUINEN. Het Badseizoen 1927 is voor de N. V. „Zeebad-Huisduinen" niet ongunstig ge weest. Alhoewel de cijfers daarover nog niet in officieele gegevens zijn vastge legd, kan reeds worden uitgespreken dat de verhuur tijdens het seizoen, en het daarmede gepaard gaande bezoek van badgasten, ondanks het slechte zomer weer, zich in opgaande lijn beweegt. De vraag naar gemeubileerde seizoen woningen is vooral in de maanden Juli en Augustus belangrijk geweest. Voor sommige datums waren er woningen te kort, en zou het bezoek van badgasten grooter geweest zijn, indien steeds aan alle aanvragen voldaan had kunnen wor den. Vergelijken wij het tegenwoordige Huisduinen bij een aantal jaren terug, dan valt er vooral ten aanzien van vreem- delingenbezoek vooruitgang te bespeu ren. Vroeger was het bezoek van buiten af slechts gering, waarvan de oorzaak ge legen was in de primitieve huisvesting en weinige bekendheid van het bad plaatsje. Thans komen er geregeld aan vragen binnen waaruit wel blijkt dat de aandacht van vreemdelingen meer dan voorheen op ons Noordelijk Noordzee strand is gevestigd. Nu intusschen blijkt dat Huisduinen als badplaats eenige kans van slagen biedt, nu is het zaak om op den inge slagen weg voort te gaan en er voor te zorgen dat aan een meerdere vraag voor seizoenhuur kan worden voldaan. De N. V. „Zeebad Huisduinen" welke thans 13 villa's en het Badpaviljoen in exploitatie heeft, zal indien daarvoor middelen beschikbaar komen nog trach ten op het gebied van Hotel-Pension iets te bereken. Voorloopig is er echter geen sprake van meerdere villabouw, en zou dit voor particuliere bouwondernemers aanleiding kunnen zijn om dan zelf in Huisduinen dit werk ter hand te nemen. Zou daaraan zooveel risico verbonden zijn? In en buiten de stad is de laatste jaren heel wat bijgebouwd. Zien wij naar den Ruyghweg dan is die bijna bezet van Sluisdijkstraat tot Bassingracht, de Pol derweg sluit reeds een heel stuk aan bij den Brakkeveldweg, terwijl ook het Sin gel al een flink stuk op weg is, althans aan één zijde, om een aaneengesloten huizenrij te vormen. Ondanks deze belangrijke aanbouw, mede in de zijstraten van den Polder weg, Javastraat en het Tuindorp, mag het een gunstig teeken genoemd worden dat slechts weinig woningen leeg staan en is dit wel een slecht wapen in de handen van hen, die steeds maar hame ren op het aambeeld van „achteruitgaand Nieuwediep" dat in hun oog maar steeds tot ondergang gedoemd is. De stad Helder is nog lang geen eldo rado voor Handel en Industrie, of wat omgeving betreft een oord van zeldzaam natuurschoon. De weinige middelen die ons*ten dienste staan, waarvan er een is de onmiddellijke nabijheid van een mooi gelegen zeestrand, die moeten wij gebrui ken in navolging met zooveel andere Noordzeeplaatsen, om daarvan te maken wat er van te maken is. Maakt het voor eigenbouwers zooveel risico uit om het oog eens te vestigen op Huisduinen en daar iets neer te zetten, is het dan niet in de kom van het dorp, maar dan toch op den weg daarheen? Wanneer daar woningen gezet worden die tijdens het badseizoen gelegenheid bieden voor huisvesting van vreemde lingen, dan zit er voor de respectieve verhuurders zeker eenige toekomst in. Ook in andere badplaatsen ziet men soortgelijke huizen waarvan het aanzien oogelijk is, en het inwendige aan practi- sche eisohen voldoet. De bewoners moe ten dan in seizoentijd eenige vertrekken voor badgasten beschikbaar hebben met gezamenlijk gebruik van keuken, naar gelang van een verhuur-regeling met of zonder pension. Na seizoentijd worden de vrij komende vertrekken weer in eigen gebruik genomen. Doordat deze sóórt woningen kunnen rekenen op een bepaald bedrag aan on derhuur, wordt de totaalhuur belangrijk verlicht. De bouw kan daardoor wat roy aler worden opgezet, waardoor de vaste bewoner steeds de beschikking heeft over een flink huis, waarvan hij onder gewone huuromstandigheden geen ge bruik zou kunnen maken. Stellen wij den bouw en grondprijs van dit soort buitenwoningen te samen op een globaal bedrag van 5000 gld., waar voor een jaarlijksch huurbedrag van 450 a 500 gld. moet worden opgebracht. Indien het aantal aanvragen van bad gasten naar Huisduinen toenemend blijft zooals tot heden het geval is, dan kun nen er zeker 10 weken van het seizoen in aanmerking komen voor onderver huur, die wij zullen rekenen op gemid deld 25 gld. per week (zonder pension). Dit bedrag is zeer voorzichtig gesteld, en is in de meeste badplaatsen belangrijk hooger. Doch bij deze lage huurraming komt reeds de helft van het huurbedrag den bewoner ten goede zoodat hij voor het overige jaargedeelte de beschikking houdt over een ruime woning, en bo vendien in den zomer kan profiteeren van het strand en buitenleven, waar voor hij anders geregeid zijn uurtje tip pelen offeren moest. Verschillende groote ondernemingen bouwen dit soort huizen op z.g. huur koop-voorwaarden, waarbij gelegenheid bestaat om na eenige jaren het volledig bezit over de woning te verkrijgen. Ver schillende systemen van betaling wor den daarbij toegepast. Intusschen is er bij het wonen in Huis duinen dit bezwaar dat als regel, de werkkring in Helder liggende, in het da- gelijksoh heen en weer gaan moet wor den voorzien. De bewoners van Ruygh weg, Polderweg, Tuindorp en Singel zijn daarbij reeds milder gestemd omdat zij gewoon zijn een flinke wandeling te ma ken om hun betrekkingen te bereiken. Huisduinen als woonplaats zal daaraan nog hoogere eischen stellen, welke ech ter spoedig ondervangen zullen worden door het autobus-vervoer dat zich al naar gelang van behoefte kan uitbrei den, en bij een billijk tarief veel van de afstand-bezwaren zal overwinnen. Door het bevorderen van dezen bouw naar en in Huisduinen wordt veel be reikt. In de eerste plaats de mogelijkheid om met betrekkelijk weinig risico gelegen heid te scheppen voor seizoenhuisvesting van badgasten met of zonder pension, waardoor een belangrijke voorwaartsche stoot wordt gegeven in de richting van „Huisduinen Badplaats". De uitbreiding der stad beweegt zich in meer vaste lijnen naar een bepaald punt, waarbij èn de gemeente Helder èn de opkomende badplaats Huisduinen veel belang hebben. Ingezonden Mededeeling. KLEEDINGMAGAZIJNEN Het vrije buitenwonen en een gezond strandleven worden in groote mate be vorderd, waaraan wel behoefte is, gezien den steeds grooteren trek in den zomer naar buiten. Zóó bezien is er voor bouwonder nemers wel reden deze exploitatie eens nader onder oogen te zien en te probee- ren, wat door buitenstaanders reeds mo gelijk wordt geacht Kunnen de geza menlijke belanghebbenden in Helder en omstreken daarvoor een oombinatie vor men? Ook hier zullen veel moeielijkheden overwonnen moeten worden en wordt reeds dadelijk toegegeven dat het ge makkelijker is plannen te maken dan uit te voeren. Zien wij echter de toekomst van Huisduinen met wat ruime opvatting in, en daarvoor is thans wel reden, dan hopen wij gaarne, dat in onze omgeving voldoende ondernemingsgeest zit om een voorzichtige poging op dit terrein te ondernemen. H. O. M. Nijpels. Te Wageningen is bevorderd tot doctor in de landbouwkunde, met lof, de heer ir. C. Coolhaas, geboren te Helder, op proefschrift getiteld: „Bijdrage tot de kennis der dissimilatie van vetzure zou ten en koolhydraten door thermophyle bacteriën". 7e LEERJAAR. Door den Held. Bestuurdersbond en de afdeeling der S.D.A.P. alhier is besloten aan de Tweede Kamer der Staten-Gene- raad een adres van adhaesie te zenden ten opzichte van het adres-Albarda nopens de leerverplichting in het 7e leerjaar. BIJBELTENTOONSTELLING. Blijkens een advertentie in dit num mer heeft het bestuur der afd. Helder van het Ned. Bijbelgenootschap een ten toonstelling georganiseerd op Dinsdag, Woensdag en Donderdag aji. in het Chr. Militair Tehuis, Kanaalweg. De tentoonstelling is geopend des na middags van 85 uur en des avonds van 810 uur, en omvat behalve alle soorten bijbeluitgaven van het genootschap een belangrijke verzameling artikelen op Bijbelsoh gebied uit de oollocties van de heeren Ds. B. Nieuwburg te Moordrecht en L. O. Post, te Utrecht NED. VER. VAN HUISVROUWEN. Om aan het zelf weven meer aigemeene bekendheid te geven, is het de Huisvrou- wenvereeniging mogen gelukken een ver tegenwoordiger der Kantweefschool Wolda te Apeldoorn bereid te vinden, een demon stratie te komen geven van het weven op een 'klein weeftoesfel. Met dit weefgetouw, dat maar weinig plaats inneemt, en betrek kelijk weinig kost, is men in staat zelf kus sens, kleedjes, enz. te weven. De demonstratie zal plaats hebben as. Maandag 12 Dec., van 3-305 uur en des avonds van 8—10 u. in U&O., Kanaaïweg. "s Avonds zal aan de demonstratie nog toegevoegd worden de vertoondng van een serie lichtbeelden, op het weven betrekking hebbende. Het bestuur hoopt, dat zfijm moeite, om deze demonstratie voor zijn leden te krij gen, betoond zal worden door een groote opkomst van leden en ook van niet-leden. Bij genoegzame deelname is het niet uit gesloten, dat hier een korte cursus gehou den) zal worden om de eerste beginselen van het weven te leerent CONCERT TOONKUNST. Donderdagavond gaf de afdeeling Helder der Maatschappij tot bevordering der Toonkunst haar eerste winterooncert in dit siezoen. Daarbij werd opgevoerd de opera „Der Freischütz" van Karl Maria von Weber, welke evenwel, gezien de groote moeilijkheden eener opvoering in opera-vorm, in ooncertvorm gegeven werd, waarbij dus de gesproken tekst vervangen werd door een kort samenge vatte verklaring en toelichting. Het ex periment is niet nieuw, en het heeft dit voordeel, dat men op deze manier althans kennismaakt met muzikale werken, die men anders slechts uitsluitend bij frag menten zou hooren. Voor de solo-partijen had „Toonkunst" zich de medewerking verzekerd van eeni ge krachten van elders; orkest en koor der afdeeling waren voor deze gelegen heid eveneens uitgebreid, terwijl voorts tekstboekjes in de zaal verkrijgbaar waren. Door mevrouw B. Mak van Waay- Dooremans, uit Dordrecht werd de Agate-rol (sopraan) vertolkt; zij was van de solisten verreweg de beste. Haar prachtig vol geluid, haar groote muzi kaliteit en haar gevoel, maakten het luis teren naar haar zang tot een waar genot. Jammer genoeg was de tenor, de heer Pierre Sampimon, uit den Haag, niet in oonditie; het was zelfs een dubbeltje op zijn kant, dat hij dien avond kon optre den. Hij had een ernstige keelaandoe ning, en dit was goed merkbaar, daar hij niet de volle capaciteit van zijn stem had. Voor zoover er over te oordeelen was, is zijn geluid krachtig en omvangrijk, zijn zang en uitspraak beschaafd. Dit laatste kunnen wij van den bas-bariton Hendrik Koning uit Amsterdam niet zeggen. Wel was zijn stem fraai en krachtig, maar zijn uitspraak liet te wenschen over en over 't algemen deed deze heer te druk en stelde hij zich te veel aan om te kun nen boeien. Naast deze solisten traden nog, in de kleinere partijen, een drietal plaatsge- nooten op, nl. mejuffrouw Korver, mez zo-sopraan, die de zware Aenchenrol PREDIKBEURTEN. Ned. Herv. Gemeente. Nieuwe Kerk (Weststraat): 's Avonds 6.30 uur, Ds. C. C. de Kloet, Onderwerp: «Van lijden en Licht». (Herhaalde uitvoering van Cantate NO. 78. van Joh. S. Bach). Westerkerk (Westpledn). 's Morgens 10.30 uur, Ds. J. D. v. d. Veen, Onderwerp: «Wat is het leven*. Bediening van den Doop. 's Avonds 7 uur, Ds. E. R. Damsté, 3e Advent8-Zondag. 's Morgens 10 uur, Ds. E. R. Damsté. 3e Advents-Zondag. Evangelisatie (Palmstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur, Ds. J. de Pree. Donderdagavond 8 uur, geb. Midden straat 117, Evangelisatie samenkomst. Geref. Kerk (Spoorstraat): '8 Morgens 10 uur, Ds. H. Steen, 's Avonds 5.30 uur, Cand. R. Danhof. van Grand Rapids. Hulpkerkdienst Geref. Kerk. (Militair Tehuis, Kanaalweg). 's Morgens 10 uur, Cand. R. Danhof, 's Avonds 5.30 uur, Ds. H. Steen. Chr. Geref. Kerk (Steengracht): 's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur, Leesdienst. Donderdagavond 8 uur, Ds. J. L. de Vries, van Rijnsburg. Oud Geref. Kerk (Hoogstraat): 's Morgens 10 uur en 's avonds 6.30 uur. Leesdienst. Luthersche Kerk: 's Morgens 10 uur, Dr. J. E. B. Blasé. Doopsgezinde Kerk: 's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts. Leger des Heils (Spoorgracht 88). 's Morgens 10 uur Heiligingsdienst en 's avonds half 8 Verlossings-samenkomst. Donderdag, 's avonds 8 uur: Openbare Heilssamenkomst. zong, en de heeren Frans Grunwald als Cuno en A. J. Koolhaas, tenor-bariton als Ottokar (op het programma door den drukfonutenduivel geestiglijk als Otto Kar aangeduid). De vleugel werd be speeld door mejuffrouw G. Postuma, het Mandorf-orgei, welwillend afgestaan door den heer Tielrooy, door den heer G. Veenstra. De heer Marwitz gaf voor elk tafereel of bedrijf een toeliohting. Na het spelen der ouverture allereerst een overzicht van Weber's werk, dat, in 1821, als na- tionalistisch-Duitsch werk tegenover de toen in zwang zijnde Italiaansche ope ra's, een overweldigend suoces had en dat bij uitstek een „volksttlmlich" (niet te verwarren met populair) karakter heeft, waaraan dat groote succes vooral te danken was, en vervolgens meer in het bijzonder van den gang van het verhaal, waardoor de zang in zijn onder ling verband goed te volgen was. Natuur lijk komt de schoonheid der muziek, bij de wedergave door een strijkorkes tje, niet voldoende tot haar recht, maar Weber's werk werd althans benaderd. De inzet van het koor was frisch en pittig, zoodat al dadelijk de indruk gunstig was; de terzetten en duetten klonken, door het groot verschil in stemmen, niet altijd even mooi. Zooals gezegd, was de tenor, UIT DE GESCHIEDENIS VAN HELDER EN HET HELDERSCHE KANAAL OVER DE LAATSTE 100 JAAR door P. O. de Boer en J. Brouwer. 10) Reeds eerder wezen wij er op, dat de economische toestand van Helder ten nauwste samenhangt met de aanwezigheid van de Marine aldaar. Het is daarom een verblijdend verschijnsel, dat men er in de laat ste jaren naar streeft, ook andere bestaansbronnen te schepen, die meer vertier en welvaart in de ge meente kunnen brengen. De geest van berusting, van ontmoediging, die nog vele jaren na het verdwijnen van de scheepvaart te Helder heerschte, is bezig te verdwijnen. Nieuwe levensbronnen. Het gemeentebestuur ging voor in het zoeken naar nieuwe levensbronnen voor de gemeente. Nog in den vollen oorlogstijd, toen deze nieuwe, verjongde geest zich hier reeds baan ging breken, in September 1917 namelijk, werd een „Commissie voor de Economische Ontwikkeling van Helder" opgericht, die naar nieu we wegen, nieuwe bestaansmogelijkheden, zocht. In de eerste plaats had deze Commissie het oog op de uitvoering der Zuiderzeewerken, van welker tot standkoming men voor Helder veel goeds verwacht te en nog verwacht. Deze verwachtingen zijn naar onze meening geenszins ongegrond.l). Evenwel zal het, om resultaten te bereiken, noodig zijn voort durend diligent te blijven en het „frappez, frappez toujours" te huldigen, waar het geldt de belangen van Helder naar voren te brengen. TWEEDE GEDEELTE. HET HELDERSCHE KANAAL. De vóórgeschiedenis. Na de totstandkoming van het Noord-Hollandsch Kanaal deed zich al spoedig de behoefte gevoelen 8811 eene verbinding tusschen de beide deelen der gemeente, het oude Helder en het, inmiddels ver- vijzende Nieuwediep. Vele inwoners hadden met leedwezen de doorgraving van dit kanaal gezien, dair zjj voor het bestaande dorp daarin een moge lijke oorzaak van verval zagen. Zij peinsden op mid delen om tot een betere gemeenschap tusschen het oostelijk en westelijk deel der gemeente te komen. Reeds was de tegenwoordige Hoofdgracht bijna ge heel bebouwd, vele winkels hadden zich nabij de haven gevestigd, en ook bewoners van den ouden Helder trokken er heen. Inderdaad was voor vele logementen in don Helder de nieuwe verbinding met Amsterdam een geduchte slag, daar vroeger alle vreemdelingen in den ouden Helder aankwamen. Dit gedeelte lag thans geheel geïsoleerd. Boven dien was de afstand tusschen de beide uiterste deelen der plaats zeer groot, ongeveer een half uur gaans, zoodat inderdaad een beter communicatiemiddel ur gent werd. De gemeente was toen reeds een aan zienlijke plaats van ruim 8000 inwoners. Het gemeentebestuur, onder de bekwame leiding van den burgemeester Jan in 't Veld, zag de nood zakelijkheid van eene verbinding tusschen de beide deelen in. Bij missive van 24 December 1824 wend de het zich tot den Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland' met het volgend schrijven: Daar de doorvaart van groote schepen en andere kleinere vaartuigen van uit het Nieuwediep, op- waards en terug, naar ons inzien, voor den Helder, op zichzelve beschouwd, op den duur meer na dan voordeelig zal zijn, en dezelven zich veel korter tijd in de haven het Nieuwediep zullen ophouden en' daar de(n) aanbouw van huizen aan het Nieu wediep thans geaccordeerd is, kan zulks almede voor den Helder niet dan nadeelig worden; dit echter nu zoo zijnde en willende trachten zooveel mogelijk den Helder in stand te houden zoo nemen wij de vrijheid uwe Excellentie eerbiedig te ver zoeken als meerder met de door het Gouvernement voor genomene plannen van bouwing oprigten en uitbreiden van fortificatiën en het graven van ka nalen welke(n) met de forten en het groote kanaal communicatie zullen kunnen hebben bekend, om ten dezen het belang van deze plaats wel in gun stige overweging te willen nemen. Het zoude voor deze Plaats zeer te wenschen zijn, dat wanneer de Gragten van het Fort Erfprins door een kanaal of vaart met het groote kanaal wierd(en) verenigd, hetzelve zoodanige Rigting werd gegeven dat hetzelve digt bij den Helder langs liep en alzoo te gelijkertijd een binnen Haven konde vormen waar in kleinere schepen en vaar tuigen tot den Helder zouden kunnen genaken niet alleen maar des winters op eene zeer gemakkelijke wijze konden opleggen en daar te boven, door deze communicatie, het Transport van Goederen uit de Haven het Nieuwediep naar den Helder, met on eindig minder kosten en moeiten, dan tot nog toe plaats heeft gehad, zoude kunnen geschieden. Hoogst aangenaam zoude het ons dus zijn, wan neer uwe Excellentie bij voorkomen(de) gelegen- heeden dit voor den Helder zoo belangrijk punt, bij de Autoriteiten gunstig zoude willen voordra gen en waar om wij uwe Excellentie bij deze op de dringendste wijze verzoeken. De Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland ant woordt d.d. 31 December, dat hij, als zijnde belast met de directie van het werk betreffende den aan bouw van huizen aan het Nieuwediep als anderszins, gaarne bereid is de belangen der gemeente voor te staan, „terwijl ik mij voorstede, om bij eenigszins be stendiger weer, zelve in looo te komen, tot het doen van een nadere Inspectie, zullende inmiddels in statu moeten blijven". De Gouverneur heeft inderdaad zijn belofte om persoonlijk naar Helder te komen, gehouden, want 10 Mei 1826 schrijft het gemeentebestuur dien dig nitaris opnieuw. Toen wij do eer hadden in den voorleden Jare uwer Excellentie's tegenwoordigheid in onze ver gadering te genieten is onder anderen bij die ge legenheid gehandeld geworden over het Graven van een kanaal van het veerhuis af, langs de be- rastering van het Etablissement Willemsoord loo- pende tot aan den Helder. Wij herinneren ons alstoen van uwe Excellentie verstaan te hebben dat er bij het Gouvernement omtrent dit kanaal deliberatiën aanhangig waren, doch hebben sedert dien tijd niets naders te dezen aanzien vernomen. We gevoelen met uwe Excellentie de volle nood- zaakelijkheid en nuttigheid* zoo tot voordeel en tot de instandhouding dezer Gemeente als tot nut van het algemeen, dat den Helder in het bezit van zoodanig een kanaal geraakte, en wij zouden dus gaarne alles aanwenden wat uwe Excellentie mogt noodig oordeelen, dat door ons verrigt zoude moeten worden. Uwe Excellentie geliefde toen ter tijd het be stuur op te merken dat het graven van dit Kanaal enorme kosten zouden bedragen, welke de moog- lijkheid tot voldoening door de Gemeente zoude te boven gaan en had de vriendelijkheid ona het voorstel te doen, om ons tot deze onderneming, uit de provinciale fondsen voor zooveel betreft het ge deelte dezes kanaals, van de stoommachine af tot aan den Helder toe, in staat te stellen. Wij veroorloven ons al het vorenstaande onder de(n) aandacht van uwe Excellentie te brengen met eerbiedig verzoek om van haar omtrent den staat der zaak te mogen worden ingelicht en met uwer Excellentie's gevoelen, omtrent het door ons ten deze te verrigtene te mogen worden vereerd. In antwoord hierop schrijft de Staatsraad Gouver neur van Noord-Holland onder dagteekening van 29 Juli 1826: Zijne Majesteit in overweging genomen hebben de, het betoog van de noodzakelijkheid eener oom- munlcatievaart tusschen den Helder en het Nieu wediep en de onmogelijkheid om daartoe van de te gravene gracht tusschen de forten Erfprins en admiraal Dirks gebruik te maken, heeft de daar toe aangevoerde gronden niet voldingend genoeg bevonden, dan mij te kennen doen geven, dat in dien de verlangde communicatie door de Gemeen te en dus buiten eenig bezwaar voor den Lande en zonder eenig nadeel voor 's Rijks dienst, kan worden daargesteld. Hoogstdezelve genegen is om dit onderwerp in nadere overweging te nemen; dooh dat in een tegenovergesteld geval, het onnoo- dig zal zijn, andermaal op het onderwerp terugte- komen, althans, voor en aleer de ondervinding of andere afdoende omstandigheden nader het wenschelijke mogten aantoonen, dat de ten deze bedoelde onderneming ten koste van het Rijk wierd bewerkstelligd. Belangstellenden in de eoonomiache ontwikke lingsmogelijkheden van Helder vinden in de in 1918 versohenen studie van den Heer J. M. L. Saunders, leeraar in de Staatswetenschappen en het Handels recht, „Beknopte Schets van de Economische Positie van Helder, mede in verband met het plan tot af sluiting en droogmaking der Zuiderzee", (O. de Boer Jr., Helder), een rijk studiemateriaal. Dekker, pag. 78. Ibid., pag. 79. (Wordt vervolgd). ZONDAG 11 DECEMBER Huisduinen: Jullanadorp: I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1927 | | pagina 13