T
WINTERJASSEN
Herman Nypels
VOOR HALVEN PRIJS
VIERDE EN LAATSTE BLAD
tijdens de opruiming
PLAATSELIJK NIEUWS
VAN ZATERDAG 10 DECEMBER 1927
BOUWEN IN HUISDUINEN.
Het Badseizoen 1927 is voor de N. V.
„Zeebad-Huisduinen" niet ongunstig ge
weest. Alhoewel de cijfers daarover nog
niet in officieele gegevens zijn vastge
legd, kan reeds worden uitgespreken dat
de verhuur tijdens het seizoen, en het
daarmede gepaard gaande bezoek van
badgasten, ondanks het slechte zomer
weer, zich in opgaande lijn beweegt.
De vraag naar gemeubileerde seizoen
woningen is vooral in de maanden Juli
en Augustus belangrijk geweest. Voor
sommige datums waren er woningen te
kort, en zou het bezoek van badgasten
grooter geweest zijn, indien steeds aan
alle aanvragen voldaan had kunnen wor
den.
Vergelijken wij het tegenwoordige
Huisduinen bij een aantal jaren terug,
dan valt er vooral ten aanzien van vreem-
delingenbezoek vooruitgang te bespeu
ren. Vroeger was het bezoek van buiten
af slechts gering, waarvan de oorzaak ge
legen was in de primitieve huisvesting
en weinige bekendheid van het bad
plaatsje. Thans komen er geregeld aan
vragen binnen waaruit wel blijkt dat de
aandacht van vreemdelingen meer dan
voorheen op ons Noordelijk Noordzee
strand is gevestigd.
Nu intusschen blijkt dat Huisduinen
als badplaats eenige kans van slagen
biedt, nu is het zaak om op den inge
slagen weg voort te gaan en er voor te
zorgen dat aan een meerdere vraag voor
seizoenhuur kan worden voldaan.
De N. V. „Zeebad Huisduinen" welke
thans 13 villa's en het Badpaviljoen in
exploitatie heeft, zal indien daarvoor
middelen beschikbaar komen nog trach
ten op het gebied van Hotel-Pension iets
te bereken. Voorloopig is er echter geen
sprake van meerdere villabouw, en zou
dit voor particuliere bouwondernemers
aanleiding kunnen zijn om dan zelf in
Huisduinen dit werk ter hand te nemen.
Zou daaraan zooveel risico verbonden
zijn? In en buiten de stad is de laatste
jaren heel wat bijgebouwd. Zien wij naar
den Ruyghweg dan is die bijna bezet van
Sluisdijkstraat tot Bassingracht, de Pol
derweg sluit reeds een heel stuk aan bij
den Brakkeveldweg, terwijl ook het Sin
gel al een flink stuk op weg is, althans
aan één zijde, om een aaneengesloten
huizenrij te vormen.
Ondanks deze belangrijke aanbouw,
mede in de zijstraten van den Polder
weg, Javastraat en het Tuindorp, mag
het een gunstig teeken genoemd worden
dat slechts weinig woningen leeg staan
en is dit wel een slecht wapen in de
handen van hen, die steeds maar hame
ren op het aambeeld van „achteruitgaand
Nieuwediep" dat in hun oog maar steeds
tot ondergang gedoemd is.
De stad Helder is nog lang geen eldo
rado voor Handel en Industrie, of wat
omgeving betreft een oord van zeldzaam
natuurschoon. De weinige middelen die
ons*ten dienste staan, waarvan er een is
de onmiddellijke nabijheid van een mooi
gelegen zeestrand, die moeten wij gebrui
ken in navolging met zooveel andere
Noordzeeplaatsen, om daarvan te maken
wat er van te maken is.
Maakt het voor eigenbouwers zooveel
risico uit om het oog eens te vestigen op
Huisduinen en daar iets neer te zetten,
is het dan niet in de kom van het dorp,
maar dan toch op den weg daarheen?
Wanneer daar woningen gezet worden
die tijdens het badseizoen gelegenheid
bieden voor huisvesting van vreemde
lingen, dan zit er voor de respectieve
verhuurders zeker eenige toekomst in.
Ook in andere badplaatsen ziet men
soortgelijke huizen waarvan het aanzien
oogelijk is, en het inwendige aan practi-
sche eisohen voldoet. De bewoners moe
ten dan in seizoentijd eenige vertrekken
voor badgasten beschikbaar hebben met
gezamenlijk gebruik van keuken, naar
gelang van een verhuur-regeling met of
zonder pension. Na seizoentijd worden de
vrij komende vertrekken weer in eigen
gebruik genomen.
Doordat deze sóórt woningen kunnen
rekenen op een bepaald bedrag aan on
derhuur, wordt de totaalhuur belangrijk
verlicht. De bouw kan daardoor wat roy
aler worden opgezet, waardoor de vaste
bewoner steeds de beschikking heeft
over een flink huis, waarvan hij onder
gewone huuromstandigheden geen ge
bruik zou kunnen maken.
Stellen wij den bouw en grondprijs van
dit soort buitenwoningen te samen op
een globaal bedrag van 5000 gld., waar
voor een jaarlijksch huurbedrag van
450 a 500 gld. moet worden opgebracht.
Indien het aantal aanvragen van bad
gasten naar Huisduinen toenemend blijft
zooals tot heden het geval is, dan kun
nen er zeker 10 weken van het seizoen
in aanmerking komen voor onderver
huur, die wij zullen rekenen op gemid
deld 25 gld. per week (zonder pension).
Dit bedrag is zeer voorzichtig gesteld,
en is in de meeste badplaatsen belangrijk
hooger.
Doch bij deze lage huurraming komt
reeds de helft van het huurbedrag den
bewoner ten goede zoodat hij voor het
overige jaargedeelte de beschikking
houdt over een ruime woning, en bo
vendien in den zomer kan profiteeren
van het strand en buitenleven, waar
voor hij anders geregeid zijn uurtje tip
pelen offeren moest.
Verschillende groote ondernemingen
bouwen dit soort huizen op z.g. huur
koop-voorwaarden, waarbij gelegenheid
bestaat om na eenige jaren het volledig
bezit over de woning te verkrijgen. Ver
schillende systemen van betaling wor
den daarbij toegepast.
Intusschen is er bij het wonen in Huis
duinen dit bezwaar dat als regel, de
werkkring in Helder liggende, in het da-
gelijksoh heen en weer gaan moet wor
den voorzien. De bewoners van Ruygh
weg, Polderweg, Tuindorp en Singel zijn
daarbij reeds milder gestemd omdat zij
gewoon zijn een flinke wandeling te ma
ken om hun betrekkingen te bereiken.
Huisduinen als woonplaats zal daaraan
nog hoogere eischen stellen, welke ech
ter spoedig ondervangen zullen worden
door het autobus-vervoer dat zich al
naar gelang van behoefte kan uitbrei
den, en bij een billijk tarief veel van de
afstand-bezwaren zal overwinnen.
Door het bevorderen van dezen bouw
naar en in Huisduinen wordt veel be
reikt.
In de eerste plaats de mogelijkheid om
met betrekkelijk weinig risico gelegen
heid te scheppen voor seizoenhuisvesting
van badgasten met of zonder pension,
waardoor een belangrijke voorwaartsche
stoot wordt gegeven in de richting van
„Huisduinen Badplaats".
De uitbreiding der stad beweegt zich
in meer vaste lijnen naar een bepaald
punt, waarbij èn de gemeente Helder èn
de opkomende badplaats Huisduinen
veel belang hebben.
Ingezonden Mededeeling.
KLEEDINGMAGAZIJNEN
Het vrije buitenwonen en een gezond
strandleven worden in groote mate be
vorderd, waaraan wel behoefte is, gezien
den steeds grooteren trek in den zomer
naar buiten.
Zóó bezien is er voor bouwonder
nemers wel reden deze exploitatie eens
nader onder oogen te zien en te probee-
ren, wat door buitenstaanders reeds mo
gelijk wordt geacht Kunnen de geza
menlijke belanghebbenden in Helder en
omstreken daarvoor een oombinatie vor
men?
Ook hier zullen veel moeielijkheden
overwonnen moeten worden en wordt
reeds dadelijk toegegeven dat het ge
makkelijker is plannen te maken dan uit
te voeren. Zien wij echter de toekomst
van Huisduinen met wat ruime opvatting
in, en daarvoor is thans wel reden, dan
hopen wij gaarne, dat in onze omgeving
voldoende ondernemingsgeest zit om
een voorzichtige poging op dit terrein
te ondernemen.
H. O. M. Nijpels.
Te Wageningen is bevorderd tot
doctor in de landbouwkunde, met lof, de
heer ir. C. Coolhaas, geboren te Helder,
op proefschrift getiteld: „Bijdrage tot de
kennis der dissimilatie van vetzure zou
ten en koolhydraten door thermophyle
bacteriën".
7e LEERJAAR.
Door den Held. Bestuurdersbond en de
afdeeling der S.D.A.P. alhier is besloten
aan de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raad een adres van adhaesie te zenden ten
opzichte van het adres-Albarda nopens
de leerverplichting in het 7e leerjaar.
BIJBELTENTOONSTELLING.
Blijkens een advertentie in dit num
mer heeft het bestuur der afd. Helder
van het Ned. Bijbelgenootschap een ten
toonstelling georganiseerd op Dinsdag,
Woensdag en Donderdag aji. in het Chr.
Militair Tehuis, Kanaalweg.
De tentoonstelling is geopend des na
middags van 85 uur en des avonds van
810 uur, en omvat behalve alle soorten
bijbeluitgaven van het genootschap een
belangrijke verzameling artikelen op
Bijbelsoh gebied uit de oollocties van de
heeren Ds. B. Nieuwburg te Moordrecht
en L. O. Post, te Utrecht
NED. VER. VAN HUISVROUWEN.
Om aan het zelf weven meer aigemeene
bekendheid te geven, is het de Huisvrou-
wenvereeniging mogen gelukken een ver
tegenwoordiger der Kantweefschool Wolda
te Apeldoorn bereid te vinden, een demon
stratie te komen geven van het weven op
een 'klein weeftoesfel. Met dit weefgetouw,
dat maar weinig plaats inneemt, en betrek
kelijk weinig kost, is men in staat zelf kus
sens, kleedjes, enz. te weven.
De demonstratie zal plaats hebben as.
Maandag 12 Dec., van 3-305 uur en des
avonds van 8—10 u. in U&O., Kanaaïweg.
"s Avonds zal aan de demonstratie nog
toegevoegd worden de vertoondng van een
serie lichtbeelden, op het weven betrekking
hebbende.
Het bestuur hoopt, dat zfijm moeite, om
deze demonstratie voor zijn leden te krij
gen, betoond zal worden door een groote
opkomst van leden en ook van niet-leden.
Bij genoegzame deelname is het niet uit
gesloten, dat hier een korte cursus gehou
den) zal worden om de eerste beginselen van
het weven te leerent
CONCERT TOONKUNST.
Donderdagavond gaf de afdeeling
Helder der Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst haar eerste winterooncert
in dit siezoen. Daarbij werd opgevoerd de
opera „Der Freischütz" van Karl Maria
von Weber, welke evenwel, gezien de
groote moeilijkheden eener opvoering
in opera-vorm, in ooncertvorm gegeven
werd, waarbij dus de gesproken tekst
vervangen werd door een kort samenge
vatte verklaring en toelichting. Het ex
periment is niet nieuw, en het heeft dit
voordeel, dat men op deze manier althans
kennismaakt met muzikale werken, die
men anders slechts uitsluitend bij frag
menten zou hooren.
Voor de solo-partijen had „Toonkunst"
zich de medewerking verzekerd van eeni
ge krachten van elders; orkest en koor
der afdeeling waren voor deze gelegen
heid eveneens uitgebreid, terwijl voorts
tekstboekjes in de zaal verkrijgbaar
waren.
Door mevrouw B. Mak van Waay-
Dooremans, uit Dordrecht werd de
Agate-rol (sopraan) vertolkt; zij was van
de solisten verreweg de beste. Haar
prachtig vol geluid, haar groote muzi
kaliteit en haar gevoel, maakten het luis
teren naar haar zang tot een waar genot.
Jammer genoeg was de tenor, de heer
Pierre Sampimon, uit den Haag, niet in
oonditie; het was zelfs een dubbeltje op
zijn kant, dat hij dien avond kon optre
den. Hij had een ernstige keelaandoe
ning, en dit was goed merkbaar, daar hij
niet de volle capaciteit van zijn stem had.
Voor zoover er over te oordeelen was, is
zijn geluid krachtig en omvangrijk, zijn
zang en uitspraak beschaafd. Dit laatste
kunnen wij van den bas-bariton Hendrik
Koning uit Amsterdam niet zeggen. Wel
was zijn stem fraai en krachtig, maar
zijn uitspraak liet te wenschen over en
over 't algemen deed deze heer te druk
en stelde hij zich te veel aan om te kun
nen boeien.
Naast deze solisten traden nog, in de
kleinere partijen, een drietal plaatsge-
nooten op, nl. mejuffrouw Korver, mez
zo-sopraan, die de zware Aenchenrol
PREDIKBEURTEN.
Ned. Herv. Gemeente.
Nieuwe Kerk (Weststraat):
's Avonds 6.30 uur, Ds. C. C. de Kloet,
Onderwerp: «Van lijden en Licht».
(Herhaalde uitvoering van Cantate NO. 78.
van Joh. S. Bach).
Westerkerk (Westpledn).
's Morgens 10.30 uur, Ds. J. D. v. d. Veen,
Onderwerp: «Wat is het leven*.
Bediening van den Doop.
's Avonds 7 uur, Ds. E. R. Damsté,
3e Advent8-Zondag.
's Morgens 10 uur, Ds. E. R. Damsté.
3e Advents-Zondag.
Evangelisatie (Palmstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur,
Ds. J. de Pree.
Donderdagavond 8 uur, geb. Midden
straat 117, Evangelisatie samenkomst.
Geref. Kerk (Spoorstraat):
'8 Morgens 10 uur, Ds. H. Steen,
's Avonds 5.30 uur, Cand. R. Danhof.
van Grand Rapids.
Hulpkerkdienst Geref. Kerk.
(Militair Tehuis, Kanaalweg).
's Morgens 10 uur, Cand. R. Danhof,
's Avonds 5.30 uur, Ds. H. Steen.
Chr. Geref. Kerk (Steengracht):
's Morgens 10 uur en 's avonds 5.30 uur,
Leesdienst.
Donderdagavond 8 uur, Ds. J. L. de Vries,
van Rijnsburg.
Oud Geref. Kerk (Hoogstraat):
's Morgens 10 uur en 's avonds 6.30 uur.
Leesdienst.
Luthersche Kerk:
's Morgens 10 uur, Dr. J. E. B. Blasé.
Doopsgezinde Kerk:
's Morgens 10 uur, Ds. P. J. Smidts.
Leger des Heils (Spoorgracht 88).
's Morgens 10 uur Heiligingsdienst en
's avonds half 8 Verlossings-samenkomst.
Donderdag, 's avonds 8 uur:
Openbare Heilssamenkomst.
zong, en de heeren Frans Grunwald als
Cuno en A. J. Koolhaas, tenor-bariton als
Ottokar (op het programma door den
drukfonutenduivel geestiglijk als Otto
Kar aangeduid). De vleugel werd be
speeld door mejuffrouw G. Postuma, het
Mandorf-orgei, welwillend afgestaan
door den heer Tielrooy, door den heer
G. Veenstra.
De heer Marwitz gaf voor elk tafereel
of bedrijf een toeliohting. Na het spelen
der ouverture allereerst een overzicht
van Weber's werk, dat, in 1821, als na-
tionalistisch-Duitsch werk tegenover de
toen in zwang zijnde Italiaansche ope
ra's, een overweldigend suoces had en
dat bij uitstek een „volksttlmlich" (niet
te verwarren met populair) karakter
heeft, waaraan dat groote succes vooral
te danken was, en vervolgens meer
in het bijzonder van den gang van het
verhaal, waardoor de zang in zijn onder
ling verband goed te volgen was. Natuur
lijk komt de schoonheid der muziek, bij
de wedergave door een strijkorkes
tje, niet voldoende tot haar recht, maar
Weber's werk werd althans benaderd. De
inzet van het koor was frisch en pittig,
zoodat al dadelijk de indruk gunstig was;
de terzetten en duetten klonken, door
het groot verschil in stemmen, niet altijd
even mooi. Zooals gezegd, was de tenor,
UIT DE GESCHIEDENIS VAN HELDER
EN HET HELDERSCHE KANAAL
OVER DE LAATSTE 100 JAAR
door P. O. de Boer en J. Brouwer.
10)
Reeds eerder wezen wij er op, dat de economische
toestand van Helder ten nauwste samenhangt met de
aanwezigheid van de Marine aldaar. Het is daarom
een verblijdend verschijnsel, dat men er in de laat
ste jaren naar streeft, ook andere bestaansbronnen
te schepen, die meer vertier en welvaart in de ge
meente kunnen brengen. De geest van berusting, van
ontmoediging, die nog vele jaren na het verdwijnen
van de scheepvaart te Helder heerschte, is bezig te
verdwijnen.
Nieuwe levensbronnen.
Het gemeentebestuur ging voor in het zoeken naar
nieuwe levensbronnen voor de gemeente. Nog in den
vollen oorlogstijd, toen deze nieuwe, verjongde geest
zich hier reeds baan ging breken, in September 1917
namelijk, werd een „Commissie voor de Economische
Ontwikkeling van Helder" opgericht, die naar nieu
we wegen, nieuwe bestaansmogelijkheden, zocht. In
de eerste plaats had deze Commissie het oog op de
uitvoering der Zuiderzeewerken, van welker tot
standkoming men voor Helder veel goeds verwacht
te en nog verwacht. Deze verwachtingen zijn naar
onze meening geenszins ongegrond.l). Evenwel zal
het, om resultaten te bereiken, noodig zijn voort
durend diligent te blijven en het „frappez, frappez
toujours" te huldigen, waar het geldt de belangen
van Helder naar voren te brengen.
TWEEDE GEDEELTE.
HET HELDERSCHE KANAAL.
De vóórgeschiedenis.
Na de totstandkoming van het Noord-Hollandsch
Kanaal deed zich al spoedig de behoefte gevoelen
8811 eene verbinding tusschen de beide deelen der
gemeente, het oude Helder en het, inmiddels ver-
vijzende Nieuwediep. Vele inwoners hadden met
leedwezen de doorgraving van dit kanaal gezien,
dair zjj voor het bestaande dorp daarin een moge
lijke oorzaak van verval zagen. Zij peinsden op mid
delen om tot een betere gemeenschap tusschen het
oostelijk en westelijk deel der gemeente te komen.
Reeds was de tegenwoordige Hoofdgracht bijna ge
heel bebouwd, vele winkels hadden zich nabij de
haven gevestigd, en ook bewoners van den ouden
Helder trokken er heen. Inderdaad was voor vele
logementen in don Helder de nieuwe verbinding met
Amsterdam een geduchte slag, daar vroeger alle
vreemdelingen in den ouden Helder aankwamen.
Dit gedeelte lag thans geheel geïsoleerd. Boven
dien was de afstand tusschen de beide uiterste deelen
der plaats zeer groot, ongeveer een half uur gaans,
zoodat inderdaad een beter communicatiemiddel ur
gent werd. De gemeente was toen reeds een aan
zienlijke plaats van ruim 8000 inwoners.
Het gemeentebestuur, onder de bekwame leiding
van den burgemeester Jan in 't Veld, zag de nood
zakelijkheid van eene verbinding tusschen de beide
deelen in. Bij missive van 24 December 1824 wend
de het zich tot den Staatsraad Gouverneur van
Noord-Holland' met het volgend schrijven:
Daar de doorvaart van groote schepen en andere
kleinere vaartuigen van uit het Nieuwediep, op-
waards en terug, naar ons inzien, voor den Helder,
op zichzelve beschouwd, op den duur meer na dan
voordeelig zal zijn, en dezelven zich veel korter
tijd in de haven het Nieuwediep zullen ophouden
en' daar de(n) aanbouw van huizen aan het Nieu
wediep thans geaccordeerd is, kan zulks almede
voor den Helder niet dan nadeelig worden; dit
echter nu zoo zijnde en willende trachten zooveel
mogelijk den Helder in stand te houden zoo nemen
wij de vrijheid uwe Excellentie eerbiedig te ver
zoeken als meerder met de door het Gouvernement
voor genomene plannen van bouwing oprigten en
uitbreiden van fortificatiën en het graven van ka
nalen welke(n) met de forten en het groote kanaal
communicatie zullen kunnen hebben bekend, om
ten dezen het belang van deze plaats wel in gun
stige overweging te willen nemen.
Het zoude voor deze Plaats zeer te wenschen zijn,
dat wanneer de Gragten van het Fort Erfprins
door een kanaal of vaart met het groote kanaal
wierd(en) verenigd, hetzelve zoodanige Rigting
werd gegeven dat hetzelve digt bij den Helder
langs liep en alzoo te gelijkertijd een binnen Haven
konde vormen waar in kleinere schepen en vaar
tuigen tot den Helder zouden kunnen genaken niet
alleen maar des winters op eene zeer gemakkelijke
wijze konden opleggen en daar te boven, door deze
communicatie, het Transport van Goederen uit de
Haven het Nieuwediep naar den Helder, met on
eindig minder kosten en moeiten, dan tot nog toe
plaats heeft gehad, zoude kunnen geschieden.
Hoogst aangenaam zoude het ons dus zijn, wan
neer uwe Excellentie bij voorkomen(de) gelegen-
heeden dit voor den Helder zoo belangrijk punt,
bij de Autoriteiten gunstig zoude willen voordra
gen en waar om wij uwe Excellentie bij deze op de
dringendste wijze verzoeken.
De Staatsraad Gouverneur van Noord-Holland ant
woordt d.d. 31 December, dat hij, als zijnde belast
met de directie van het werk betreffende den aan
bouw van huizen aan het Nieuwediep als anderszins,
gaarne bereid is de belangen der gemeente voor te
staan, „terwijl ik mij voorstede, om bij eenigszins be
stendiger weer, zelve in looo te komen, tot het doen
van een nadere Inspectie, zullende inmiddels in statu
moeten blijven".
De Gouverneur heeft inderdaad zijn belofte om
persoonlijk naar Helder te komen, gehouden, want
10 Mei 1826 schrijft het gemeentebestuur dien dig
nitaris opnieuw.
Toen wij do eer hadden in den voorleden Jare
uwer Excellentie's tegenwoordigheid in onze ver
gadering te genieten is onder anderen bij die ge
legenheid gehandeld geworden over het Graven
van een kanaal van het veerhuis af, langs de be-
rastering van het Etablissement Willemsoord loo-
pende tot aan den Helder.
Wij herinneren ons alstoen van uwe Excellentie
verstaan te hebben dat er bij het Gouvernement
omtrent dit kanaal deliberatiën aanhangig waren,
doch hebben sedert dien tijd niets naders te dezen
aanzien vernomen.
We gevoelen met uwe Excellentie de volle nood-
zaakelijkheid en nuttigheid* zoo tot voordeel en
tot de instandhouding dezer Gemeente als tot nut
van het algemeen, dat den Helder in het bezit van
zoodanig een kanaal geraakte, en wij zouden dus
gaarne alles aanwenden wat uwe Excellentie mogt
noodig oordeelen, dat door ons verrigt zoude
moeten worden.
Uwe Excellentie geliefde toen ter tijd het be
stuur op te merken dat het graven van dit Kanaal
enorme kosten zouden bedragen, welke de moog-
lijkheid tot voldoening door de Gemeente zoude
te boven gaan en had de vriendelijkheid ona het
voorstel te doen, om ons tot deze onderneming, uit
de provinciale fondsen voor zooveel betreft het ge
deelte dezes kanaals, van de stoommachine af tot
aan den Helder toe, in staat te stellen.
Wij veroorloven ons al het vorenstaande onder
de(n) aandacht van uwe Excellentie te brengen
met eerbiedig verzoek om van haar omtrent den
staat der zaak te mogen worden ingelicht en met
uwer Excellentie's gevoelen, omtrent het door ons
ten deze te verrigtene te mogen worden vereerd.
In antwoord hierop schrijft de Staatsraad Gouver
neur van Noord-Holland onder dagteekening van
29 Juli 1826:
Zijne Majesteit in overweging genomen hebben
de, het betoog van de noodzakelijkheid eener oom-
munlcatievaart tusschen den Helder en het Nieu
wediep en de onmogelijkheid om daartoe van de
te gravene gracht tusschen de forten Erfprins en
admiraal Dirks gebruik te maken, heeft de daar
toe aangevoerde gronden niet voldingend genoeg
bevonden, dan mij te kennen doen geven, dat in
dien de verlangde communicatie door de Gemeen
te en dus buiten eenig bezwaar voor den Lande
en zonder eenig nadeel voor 's Rijks dienst, kan
worden daargesteld. Hoogstdezelve genegen is
om dit onderwerp in nadere overweging te nemen;
dooh dat in een tegenovergesteld geval, het onnoo-
dig zal zijn, andermaal op het onderwerp terugte-
komen, althans, voor en aleer de ondervinding
of andere afdoende omstandigheden nader het
wenschelijke mogten aantoonen, dat de ten deze
bedoelde onderneming ten koste van het Rijk wierd
bewerkstelligd.
Belangstellenden in de eoonomiache ontwikke
lingsmogelijkheden van Helder vinden in de in 1918
versohenen studie van den Heer J. M. L. Saunders,
leeraar in de Staatswetenschappen en het Handels
recht, „Beknopte Schets van de Economische Positie
van Helder, mede in verband met het plan tot af
sluiting en droogmaking der Zuiderzee", (O. de
Boer Jr., Helder), een rijk studiemateriaal.
Dekker, pag. 78.
Ibid., pag. 79.
(Wordt vervolgd).
ZONDAG 11 DECEMBER
Huisduinen:
Jullanadorp:
I