VOOR DE VROUWEN, li VERSTROOID. De om zijn verstrooidheid Indertijd al gemeen bekende rechter Winder te Ko ningsberg, was eens bij den president van het Hooggerechtshof ten eten verzocht, terwijl zijn vrouw juist wegens ongesteld heid het bed moest houden. Toen de soep, die hem erg gesmaakt had, afgenomen was, stond hij op en in de verbeelding, dat het gezelschap bij hem te gast was, zelde hij: „Waarde gasten en u, president, in het bijzonder, ik vraag u vriendelijk om ver schooning, dat de soep zoo slecht is ge weest, mijn vrouw heeft er het oog niet op kunnen houden, zij is ongesteld en het andere vrouwelijke personeel zijn even groote uilskuikens." HET GEWICHT DER VLIEGEN. Een Amerikaan heeft den hoogst nutti gen arbeid verricht, het gewicht der kamervliegen te berekenen. Hij heeft be vonden dat er 48.000 stuks in een pond gaan. En nu zijn er nog menschen, die al heel wat lawaai maken, als ze op een kar bonade of kotelet, drie of vier meegebra- den vliegen vinden. PRETTIG TELEFONEEREN. Volgens de „Punoh" luidt op de Sand- wloh-eilanden het woord voor „hallo" als volgt: „kalakaohoikanhoritoihankoi". Hierop schijnt de aanleg van een tele foonnet te zijn afgestuit. DE WEERSTAND VAN DIEREN TEGEN DE KOUDE. Omtrent den weerstand van dieren bij zeer lage temperatuur zijn reeds vele on derzoekingen gedaan. Over het algemeen verdroegen de die ren dit beter naarmate hun organisme van lagere orde was. Visschen als zeelten en eoudvisschen konden, als zij in het water ïgevroren waren, tot 16° koude afgekoeld worden en zwommen weer vroolijk in het rond, als zij ontdooid waren. Kikvorsohen verdroegen een tempera tuur van 28, slangen van 25, een duizend poot zelfs 50 graden. Ook de eieren van de zijde-rups bewezen zeer veel uithoudings vermogen tegen koude te bezitten. Bij 40 graden bleeft haar ontwikkelingsgeschikt heid juist dezelfde als eerst. Deze laatste proef heeft tevens een praktisch gevolg gehad. Zooals bekend is, hebben de zijde-rupsen van parasieten te lijden, zoodat daardoor aan de zijde-in dustrie en de zijde-teelt groote schade werd aangericht. Er is nu bewezen dat rupsen, uit afgekoelde eieren ontstaan, te gen hun vijanden zoo gehard zijn, dat zij niet door de door hen ontstane ziekten worden aangetast. Men is dan ook reeds begonnen de kunstmatige afkoeling der eieren als beschutmiddel tegen de ziekten te gebruiken. Om het gevoel te leeren kennen, dat door lage temperaturen wordt teweegge bracht, nam de onderzoeker proeven op zichzelf. Hij stak bU 15 graden koude den naakten onderarm in de schacht en kreeg onmiddellUk een eigenaardig prikkelend gevoel, dat in het begin niet onaangenaam was. Weldra werd het echter in hooge mate hinderlUk, zoodat hU blU was zijn arm weer terug te kunnen trekken. t ANGST VOOR OPERATIES IN DE ACHTTIENDE EEUW. Het is belangwekkend te vernemen, hoe men zich vroeger bezorgd maakte over een zeer onbeduidende operatie. De be roemde historieschrijver von Muller moest een operatie aan de onderkaak onder gaan. Een dag voor de operatie 14 Aug. 1789 schreef hU het volgende aan zUn broeder: „Morgen wordt mUn kaak ge opereerd. MUn huishoudster weent den geheelen dag, mUn keukenmeid bidt, alle huisgenooten zijn van streek. Ik heb mUn achterstallge correspondentie in orde ge maakt en mUn geldzaken geregeld. Pa pieren, die door geen vreemde oogen be hoeven gezien te worden heb ik aan mUn vriend von Stein gegeven om ze u in ge val van een noodlottig einde te overhandl gen. MUn testament is gemaakt." De operatie gelukte buitengewoon goed en de beroemde man had nog twintig jaar tUd om zUn testament te herzien. EIGENAARDIGHEDEN VAN COMPONISTEN. De geschiedenis heeft het voldoende aangetoond, dat genie in een mensch vaak gepaard gaat met een excentriek gedrag. Ook de oomponisten doen in zonderlinge gewoonten en buitensporigheden niet on der voor dichters, geleerden, sohrUvers en uitvinders. .Evenals de Balzao niets kon schrijven bij daglicht, was het Spontlnl onmogelUk te oomponeeren overdag. GewoonHjk ar beidde hij des nachts. Gebeurde het een enkelo maal, dat hij overdag een Ingeving kreeg, dan sloot hU zorgvuldig de blinden van zijn kamer, liet de gordUnen zakken en verkreeg zoodoende een volkomen duisternis. Zoodra de lamp brandde, zette hU zich aan tafel en begon dan koorts achtig te werken. Boieldleu, de componist van „La Dame Blanche", behing de wanden van rijn werkvertrek, dat hem ook tot slaapkamer diende, met de bladzUden uit zUn eigen opera's en uit de werken van zUn meest geliefde componisten. HU werkte overdag doch zUn slaap was zeer onrustig. HU droomde altUd over mu ziek. HU liet steeds een kaars branden. Werd hU 's nachts wakker, dan las hij eenige passagies en hervatte zUn muzika- len droom. Beethoven leefde te midden van de grootst mogelijke wanorde. Naar het be weren van ooggetuigen was er niets droe viger dan het aspeot der woonvertrekken van dezen genialen oomponist, die zich zoo gemakkelUk met weelde en netheid had kunnen omringen. HU scheen altijd de ongezondste kamers uit te kiezen. Op den een of anderen dag overviel hem dan een gevoel van walging en hij verhuisde, doch rijn nieuwe keus was altUd even on gelukkig als de eerste. ZUn werkkamer was een toonbeeld van wanorde. i Brieven slingerden over den grond. Ta fels, stoelen en fauteuils waren bedekt met vettig papier. LUCHTSANATORIA. In Charlottenburg is onlangs een inte ressante proef genomen. Een inwoner de zer stad, die in het bezit was van een vliegtuig, wilde op rijn verjaardag met zUn kinderen een uitstapje in de lucht maken. Maar ze hadden juist kinkhoest en de man vroeg nu aan zUn huisdokter of dit kwaad kon. De medicus herinner de zich, dat juist bU kinkhoest luohtver- andering voortreffelUk werkt en hU gaf zijn toestemming voor de proef. Twee der patientjes stapten alzoo met vader in het vliegtuig. De reis duurde de eerste maal een uurtje; de tochtjes werden eenige ma len herhaald, waarbU men telkens wat langer in de lucht bleef en wat hooger steeg, tot 8000 M. toe. En zietl reeds na de eerste vlucht waren de beide zusjes aanmerkeüjk opgeknapt en zonder ge neesmiddelen waren ze in korten tUd ge nezen. Daarentegen duurde de genezing van het jongste kindje, dat slechts een jaar oud, beneden was gebleven en op de gewone wUze behandeld werd', veel langer. Door deze proef zUn wUde perspectie ven geopend, ook voor ziekenhuizen. Want er zUn, behalve kinkhoest, nog tal van andere ziekten, die voor dergelUke behandeling in aanmerking komen: long aandoeningen, asthma, bloedarmoede. Drijvende zee-sanatoria zUn tot dit doel reeds vroeger voorgesteld; wie weet komt men over eenige jaren niet tot de inrlohting van vliegende klinieken en herstellingsoorden, we hebben dan de bergen niet meer noodlg om uit te kuren. HOE LANG KANTEEN MENSCH BUITEN SLAAP. Talrijk rijn de menschen, die vertellen: „ik heb in vele dagen en nachten geen oog dioht gedaan". Sommigen brengen het tot 2 of 8 weken. In al die gevallen is tenzU geestesafwUkingen in het spel zUn die mededeeling wat overdreven, omdat zU toch meestal een oogenblikje tel kens geslapen hebben. Doet men dat niet en blijft men werkelUk geheel en al wak ker, dan schommelt de rijd gedurende welke een mensch dat uit kan houden tusschen de 80 en 90 uur, dus 81/» 4 dagen. Een Fransch generaal, Bruneau ge- heeten, is in den Fransch-Duitschen oor log gedurende een geforoeerden marsch 84 uur wakker gebleven. Later hebben enkele personen het tot 90 uur gebracht. Een jong Oostenrijksch arts, de vraag stukken over slaap en «lapeloosheid be- studeerende, is gedurende 80 uren vol komen wakker gebleven en heeft in die periode onderzoekingen bU zichzelf ver richt en door anderen Laten verrichten. BU een diergelUk onderzoek doen zich altijd moeilijkheden voor, en zoo rees voor dezen man de vraag: „Wat zal ik in die 80 uren uitvoeren en hoe kan ik controleeren of ik inderdaad wakker ge weest ben?" Overdag is dat niet moeilUk en kan men zUn gewone bezigheden ver richten, maar 's nachts? Men kan toch niet drie nachten achtereen voortdurend lazen en schrijven en als men in een luien stoel gaat ritten, valt men natuurrijk di rect in slaap. HU vond er dit op, dat hU aanvroeg om in deze periode 80 uur In de vrouwenkliniek op de zalen werkzaam te zUn daar is 's nachts altUd wel wat te doen en er rijn voortdurend' verpleeg sters, die kunnen oontroleeren of hU wel wakker was. Aldus werd besloten en van Donder dagmorgen 6 uur tot Zondagmiddag 2 uur bleef Dr. Herz wakker. Over het geheel genomen kostte hem dit wakker MUven niet veel moeite, alleen na het middag eten en in de vroege morgenuren kwa men er plotseling perloden, waarin hU met hevigen slaap te worstelen had. Overigens ging het goed en hU was in staat tot het laatst toe zUn gewone werk als arts op de zaal te verrichten. BABBELUURTJE OVER MODE. 'Hoe laat lk nfn korte haar weer groeien. ....Nu Is het niet meer: „zal ik mjn haar afknippen, of niet", maar „zal ik m n haar laten groeien, of niet". 't Is nog maar heel kort geleden, dat het ééne vraagstuk over de heele wereld ging voor de vrouwelUke bewoonsters, of zy zich moesten laten kortwieken, ja dan neen. ZU die er toe overgingen vleiden zich met do hoop dat dit nu wel voor hun heele verdere leven zoo zou blUven. Een 60 a 80 jaar zou het zeker wel duren, zoo was het tenminste een vorige periode evenzoo gegaan. Maar zie, alles bU elkaar is het korte haar nog maar nauwelUks een jaar of 4,5 gedragen, of er gaan al weer stemmen op voor de lange haardracht. In Weenen en Parijs houden de vooraanstaande heeren kappers ernstige vergaderingen, over wegen het voor en tegen. gen de nekharen gelegenheid om aan te groeien. Na een jaartje op deze manier ge duld geoefend te hebben, kan men zich dan wel weer verheugen in het voorheen zoo „smadelijk afgekeurde" lange haar. Een andere methode van overgang is, om het haar vrijelUk in de rondte te laten groeien, maar dan in de onderkant flinke krullen te maken en het dan met een wUde pen (diadeem) om den nek tot onder de ooren vast te drukken. Indien het dan al te lang wordt, dan kan het opgestoken worden. Zoo zal echter leder voor rioh een ander middel bedenken om het haar te laten aangroeien en er tooh niet té „schandalig" uit te zien. Buitengewoon véél en ohlque soorten spelden zUn er in den handel om de dames te hulp te komen. Ik ben echter zeer nieuwsgierig of de pogingen om weer lang haar te krijgen even groote vluoht zullen nemen als die AanzienlUke dames reizen naar stille onbekende plekjes, om daar een half jaar onopgemerkt te kunnen leven en inmid dels hun haardos een rustigen groei te gunnen.... ZU die zioh deze weelde niet kunnen veroorloven, hebben weer andere manie ren bedacht om tooh weer aan de lange haardos te kunnen komen. Eén manier is om het haar in den nek kort te houden, maar de beide zUvlakken over de ooren, te laten groeien. Wanneer deze nu tot flink over de ooren heen ge groeid zUn wórden ze opgespeld, totdat ze lang genoeg zUn om naar achteren ge kamd te worden. Daar worden ze onder een valsohe wrong vastgezet en nu krij- om kort haar te krijgen.of er wel heel veel vrouwen en meisjes te vinden zullen zUn om hun pas veroverde en zoo zeer ge apprecieerde haardracht weer prijs te geven. Ik weet volstrekt niet te zeggen welke partU het winnen zaL Maar als de haren weer lang worden, dan zal er als natuurlUk gevolg ook véél veranderen aan kleeding en houding. Eén ding hoop ik echter van harte, dat we nooit weer de stUve gewrongen poppen van vroeger worden, met dunne tallle's eto. want dat zou een hopelooze achteruitgang zUn. Maar we hebben gelukkig nog een eigen wil, dat is een troost. BrutaaL Vlak naast bet politiebureau werd op zekeren nacht ingebroken en gastolen zonder dat de dieven bemerkt en gevat werden, 'a Morgens stond er met groote letters met wit Krijt op de deur van het politiebureau geschreven: „Blinden Insti tuut'. Modern. Twee duizend gulden, zei een zwet ser, die in de stad kwam wonen, bepaal ik als salaris voor mUn kok, drie duizend voor mUn secretaris, duizend voor mijn kamerdienaar. Maar hoe is het mogelijk, sprak een zU'ner vrienden, hoe kunt ge van uwe be perkte middelen zulke salarissen betelen? Ontgoocheling. ZU: Ik ben vandaag bU wn waarzeg ster geweest, die me voorspelde, dat ik gauw een nieuwen mantel zou krijgen. HU: Zie Je wel, dat die waarzegsters nooit de waarheid spreken? Goed geantwoord. De jongeman, die een landbouwcursus had gevolgd, had een hoog Idee van zUn kennis en vertelde den ouden ervaren boer Iets over zUn kunstmest. Ooh, zei hU, je zult zien, dat het nog eens zoover komt, dat je alle meststoffen voor een bunder land in je jaszak steekt. En den heel en oogst in den anderen, zei de boer. Of ze knap was! Is je meisje knap? Nu ik wil haar niet roemen, maar Betalen? hervatte de zwetser, daar Is ik wil Je alleen vertellen, dat ze ln de nog geen sprake van geweest, 1 tram nooit behoeft te staan. Resultaat OnderwUzer: Hoe heet JU, m'n Jon gen? Nieuwe jongen: Juul, nrijnheer. Onderwijzer: Julius, niet JuuL Ver knoei toch zoo'n mooien naam niet zoo. En hoe heet JU? Andere jongen (na eenige aarzeling): Pietius, mUnheer. Gelukkig toeval Er is een ding, dat me bizonder in dat knaapje bevalt, zoo sprak de goedige oom nadat hU zich een uur lang door zUn eenjarig .neefje aan haren en baard had laten trekken en in de maag stompen. i v. vroetf ®®n gelukkigen glimlach de jonge moeder. Dat het geen tweeling Is. bosohje bU de rivier bereikte. Daar zooht hU vlug den Ingang op naar het huis van den Otter. HU klopte- zachtjes - een worm heeft nu eenmaal niets hards aan de deur tot mevrouw Otter opendeed. „Wel beste vriend, wat is er?" vroeg ze. „Wat zie je er opgewonden uit! Wat wil ïe?" u „Ik moet vlug je man spreken ant woordde Willy Worm. „Je moet weten dat er iets vreeserijks is. Is je man niet thuis. Ik...." „Kom toch binnen" viel mevrouw Otter hem nu in de rede. „Ik houd er niet van aan de deur te staan praten". Willy Worm kroop binnen, rolde zich op de gemakkelUke stoel in elkaar en be gon zUn verhaal. „TV woon in den tuin van de boerderij, vlak bU de mestvaalt, moet je weten. El- ken ochtend, zoodra lk wakker ben, klim ik naar de aarde om mUn wandelingetje te maken. Maar vanochtend, toen ik uit mUn woning keek, schrok ik zoo, dat ik er meteen weer in kroop en een heele poos zat te rillen van angst, eer ik weer durfde te Wjken. Toen...." „Maar waarvan schrok je dan zoo?" vroeg mevrouw Otter, ongeduldig door het langdradige verhaal van Willy Worm. „O, dat vergat ik haast nog te vertel len. Ik zag daar in den tuin een worm liggen, zóó groot, en zóó dik, dat hU vast uit Reuzenland ontsnapt is. Die zal na tuurlUk heel den tuin en de welden en het boschje en alles omwoelen en onze huizen vernielen. Nu ben ik hier gekomen om het alle dieren te vertellen. Dan moe ten we samen probeeren hem weer kwyt te raken". Dat was mevrouw Otter met hem eens en ze zond alle jonge ottertjee het bosoh ln om alle dieren bU elkaar te roepen. Toen ze allemaal bijeen waren op een open plek in het boschje, klom Willy Worm op een paddenstoel en vertelde nog eens het verhaal van het vreeaelljks ondier! Hendrik Haas stelde voor een heel leger dieren op de been te brengen, naar het monster te gaan en dit te vertellen, wat ze van hem dachten. Dan sou het vast wel goedschiks vertrekken! Alle dieren stemden hiermee in, behalve Fritaje de Veldmuis, die bang was. „Doe niet zoo dwaas", riep Everhard Egel uit. „BlUf maar dioht bq mJJ hoor. Iedereen is doodsbenauwd voor mUn stekels". De dieren spraken af, den volgenden ochtend bU zonsopgang op stap te gaan. Daarna gingen allen naar hun eigen huis, behalve Willy Worm die bU rijn vrienden de Otters logeerde. Den volgenden oohtend was Willy het eerst op. Ongeduldig wachtte hU tot alle bosch- en weidedieren present waren en toen ging het op weg. Willy Worm voorop Maar o! wat ging dat langzaam, veel te langzaam naar den zin van de vluggerds als de haas, de veldmuis, de eekhoorn ca no£ anderen. Ónno Otter nam Willy Worm daarom maar gauw op zUn rug en zoo bereikten ze al spoedig het erf van de boerderij. „Zou het geweldige dier al uit den grond gekropen zUn," dacht Willy En ja warempel, daar zag hU het al lig gen en nu kroop het ook. KUL het kroop dien kant uit. Daar was dus vast de kop. „Vooruit Onno, loop om die schuur heen, voordat we ineens allen tegerijk vlak voor zUn kop staan. Dan schrikt hU vast," zoo fluisterde Willy den Otter in het oor. Zacht, heel voorzichtig sloop nu het „leger" achter elkaar om de schuur heen en.zagen niet de kop van den reuzen- worm, maar de rug van den tuinman, die met een splinternieuwe tuinslang den tuin bespoot. De soldaten van het leger keken eerst verbaasd en verstopten zich toen gauw achter de schuur om eens on- bedaarlUk te kunnen lachen over die dom me Willy Worm. „EigenlUk verdiende Je een flink pak slaag", dreigde Hendrik Haas. „Ja, of een afstraffing met mUn stekels", voegde Everhard Egel er aan toe. Maar toen Willy nederig vergiffenis vroeg en allen aan het ontbUt op de mest vaalt noodlgde, waren ze weer goede vrienden. Je begrijpt echter wel, dat Wil ly zUn heele leven geplaagd werd met zijn reuzenworm. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. 1. Enkhuizen. 2. Castrlcum. 8. Hilversum. Beter één vogel in de hand dan tien ln de lucht, - triangel - bedelaar doch ter - hoogveen - individu - neen. Nieuws raadsels. Met m ben lk een toiletartikel; met n een keukengereedschap; met r een ver voermiddel met Iets, dat vele bloemisten bezitten; met t een viervoetig dier. Wat ben ik? EEN VERGISSING. Willy de Worm kroop en kroop zoo hard hU maar kon den tuin uit, over een weide, een brug, nog een weide tot hij het Op de zlg-zaglUn van kruisjes komt de naam van een deel van ons land. Op de le rij een deel van het gelaat; op 2e rij een deel van een vrucht; op de 8e rij een vleeschsoort; op de 4e rij een Katholieke geestelUke; op de 6e rU een vogel; op de 6e rU een merkwaardig vaartuig; op de 7e rij een soort grens. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen van: 0,5 A- en M- A- D; -A-B; v f H-: M- M* H- Q- K-; V T 'r,M- b J' en M- d- M; L. V. d. M; S t n' ta*„Ky£'' D- M. R; J. T.; m w w w T' v'; A- w-; E w,; M. W., W.W.; S. en M. v. Z.; D.en V.D. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8